Vraag: Kunt ge naaien?
Antwoord: Neen; ik beb een ekctriscbe
naaimachine.
VraagKunt gij teekenen of schilderen?
Antwoord: Neen; ik heb een fotografisch
mom on t-toestel.
Vraag: Kuüt ge loopen?
Antwoord: Neenik maak gébruik van de
electrisohe tram, van den spoorweg, van
een motorfiets of van een automobiel-
Vraag: Kont ge zien?
Antwoord: Neen; ik gebruik een briL
Vra»- Kunt ge hooren
Antwoord: Neen; ik gebruik een hoor
buis.
Vraag: Is uw spijsvertering goed?
AntwoordNeen4 neem spijsverte-
ringsmiddeleu in.
Vraag: Kont ge slapen?
Antwoord: Neen; ik gebruik narcotische
middelen.
Vraag: Kunt ge in de een of andere po
litieke, artistieke, letterkundige of derge
lijke kwestie een persoonlijke, onafhanke
lijke meening formuleeren?
Antwoord: Neon; ik ben lid van een ge
organiseerde, politieke partij en richt mij
in mijn politieke mceningen precies naar
de partijleiders. Wat letterkunde en kunst
betreft, krijg ik mijn meening uit de cou
ranten en de tijdschriften, en voor hot ove
rige schik ik mij naar de openbare mea
ning.
Vraag: Kunt gij ademhalen?.
Antwoord: Neen; ik gebruik een kunst
matig ademhalingstoestel.
Zou deze measch der toekomst met en
kele beperkingen niet reeds in onzen tijd
te vinden zijn?
Over de Pantoffel.
In een studie tracht de anthropoloog 'A-
E. Ciawley een overzicht te leveren van
een ietwat delioaat onderdeel der vrouwen
kwestie, depantoffel
Crawley wil bewijzen, dat zelfs bij de
natuurvolken, waar de vrouwen niet an
ders nog werden beschouwd dan als de
slaven van bun ec tgenooten, toch het
sterke geslacht niet altijd het sterkste is,
doch vaak een harden strijd om de opper
heerschappij heeft te voeren.
En menige vrouwenvoorveentster haakt
hier nog naar een duel, dat haar geslaciits-
genooten bij de natuurvolken reeds lang
hebben weten te bereiken.
Zoo oefenen de Balonda-vrouwen een
ware tirannie uit over de mannen en ne
men zelfs deel aan de raadsvergaderingen
van den stam.
Bij de Koenama's in Soedan bestaan af
zonderlijke personen, die zien belasten met
de bescherming van vrouwen tegen do
mishandelingen van haar echtgenooten, en
die belast zijn met et invorderen van
geldboeten, in geval de slechte behande
ling bewezen is.
Ook bij de Keni-Amers, eveneens Soe
dan, gedragen de vrouwen zicb zelfs zeer
onafhankelijk. Om bij zijn vrouw in het
gevlei te blijven, moet do man haar gere
geld kostbare geschenken geven; heeft
hij zich een ruw woora tegenover zijn echt-
gonoote laten ontvallen, zoo schrijft de
stam we voor, dat hij den neelen nacht
in de open lucht voc den ingang van do
echtelijke hut moet doorbrengen.
De vrouwen leggen een sterken kerps-
gcest aan den dag; wordt een van haar
slecht behandelt-, dan komen ze haar da
delijk allemaal te hulp, en het natuurlijk
gevolg daarvan is dan, dat do man altijd
ongelijk heeft 1
Deze dam os vervallen dikw - in een
ander uiterste door de diepste minachting
voor do mannen tr toonen; en gevoelens
van genegenheid of liefde voor n man
te toonen geldt als iets zeer mirderwaar-
dige.
Deze overmacht van de vrouwen over
de mannetl is zelfs bij vele volksstammen
dermate regel geworden, dat de mannen
dikwijls naar middelen ctnzien om hun
heerschappij te herstellen. Zoo trachten
de Weitaweita'8 hun vrouwen onkundig te
bondon van de kunst om vuur te maken.
D© Yunrlandors herdenken geregeld den
opstand van de mannen tegen de vroegere
heerschappij der vrouwen.
Bij den Dieristam, in Australië, houden
de mannen hun vrouwen slechts on T den
duim door bet dreigen met toovermiddelen.
Bij de *o; o^Indianen en de Tatoe'a be-
staaD zelfs geheime genootschappen van de
mannen, die van tijd tot tijd hetoogingei>
houden om do vrouwen onder hun gezag te
houden; aj verkleedeo zich dam als dui
vels en handhaven zoo don schrik onder
de Indiaanscbe syuawa.
En ook in Zuid-Guinoa bestaat een ge
heim bondgenootschap onder de mannen,
waarvan het uitsluitend doel is, de vrou
wen en slaven onder he1 juk te houden.
Of al deze middelen echter probaat zijn",
mag betwijfeld worden. Men zou er andere
van hier uit wel eens eer naar geïnfor
meerd hebben.
WefeeUjksche Kalender.
Zondag;.
In u, in mij en anderen woont dezelfde
God. Zie iedereen in uzelf, en uzelf in
iw dereen, en laat af van het zien van ver
schil overal.
flaandag.
Wie niets doet dan zijn plicht, doet zijn
poiuut niet.
Dinsdag.
Traagheid en vreesachtigheid zajn de
grootste beletselen, om zich van den lei
band van anderen vrij te maken.
Woensdag.
De memeth, die niets uitvoert, is als het
water, dat stilstaat: bederft.
Donderdag.
Alles gelooven doet een zot; niets geloo-
yen, een fat.
Vrijdag.
Dikwijls hebben wij, mensohervkinderen,
iets van vuursteenen, waarop geslagen
moet worden alvorens zij vonken c-ven.
Zaterdag.
Niets is gezonder voor de ziel dan be
wonderen.
WINTERHANDEN.
Over dit onderwerp schrijft Medicus h»
het H uisgezin"
Bij zwakke en bleeke personen, vooral
echter bij scrofuleuze kinderen, komt voor
de behandeling der winterhanden in de eer
ste plaats een algemeene behandeling in
aanmerking.
Goeae en doelmatige voeding, geregelde
afwassching van het geheele lichaam uv=t
koud water, het doen van gepaste kamer
gymnastiek al deze middelen kunnen we
hier toepassen. Een advies van den genees
heer zal meestal onmisbaar zijn.
Behalve deze behandeling kan een plaat
selijke behandeling veel nut doen.
Het herhaaldelijk wrijven der banden
versterkt het weefsel ten zeerste. Ook kort
durende aanwending van koude, direct ge
volgd door de zoogenaamde heilgymnastiek,
dat zijn bewegingen in de verschillende
handgewrichten en wrijvingen der handen,
zoodat zij weer behoorlijk warm worden, is
zeer aan te bevelen. De bekende sneeuw-
wasschingen werken daarom zeer nuttig.
Maar cok zonder sneeuw beeft pastoor
Kneipp ons geleerd, dat men met koud wa
ter evenveel kan bereiken. Alleen dezen
hoofdregel van de Kneipp-kuur moet mefl
in het oog houden. Op warme handen en
voeten moet men iri een verwarmd vertrek
gedurende slechts eenige seconden goed
koud water gieten en daarna door gepaste
middelen de natuurlijke warmte weer op
wekken. Men zou hst als „bloedvaabwau&a-
gymnastiek" kunnen betitelen.
Verder zijn hardend voor de huid bet-
haaide wasschingen met spiritus of met
kamferspiritus, met petroleum of met ter
pentijn,. Evenwel komen andere geneesmid
delen als menthol in aanmerking, die in
zalf kunnen worden toegediend en op de
huid gesmeerd.
Krachtig wrijven bij dit smeren mi ót
werking ten teerste ondersteunen.
Veel geliefd is bet smeren van glycerine
op de huid- H«t middel bewijst eer en bete
maai goede (hensten. Glycerine i« water-
aantrekkend on kan d soodoende de weef
sels prikkelen en uitgestort vocht aan ém
oppervlakte brengen. In verreweg de mees
te gevallen ontvouwt het echter eau mme
onvoldoende werkzaamheid.
Des zomen en in bet najaar moet men
niet verzuimen do huid op de aangegeven
wijze te harden eo den voeding» toestand
van hot lichaam te regelen. Vóór allee zor-
ge men de huid niet te vertroetelen door
warme baden en ooor het dragen van te
dikke kleeding, in het bijzonder van te dik
ke handschoenen. Des winters moet men op
koude dagen de verkleumde handen niet
te dicht bij do kachel houden.
Flinke beweging en wrijven van de ver
kleumde leden moeten volstaan om ze te
verwarmen.
Voor dienstboden en andere personen, dié
veel met de handen in kond water moeten
komen, is het zeer aan to bevelen, die han
den telkens goed af te drogen. Dit moet
zeer nauwkeurig geschieden en de hrnd
moet daarbij flink gewreven, worden. Het
weinige water, dat op de limd blijft, ver
weekt die huid, maakt zo vatbaarder en
werkt ongunstig.
Voor de voeten verdient het aanbeveling
eer men naar bed gaat de meestal koude
en vochtige voeten krachtig te wrijven en
nauwkeurig af te drogen. Ten einde de aan
raking met koude lakens te vermijden, kan
men verwarmde nachtsokken aantrekken,
of, wat minder gezond ie, de kousen half
uitgetrokken aan de voeten houden.
Men trapt deze in den slaap als de voc "Lu
warm geworden zijn, onwillekeurig weer
uit. Het gebruiken van warme kruiken m
bed verdient minder aanbeveling.
STOFGOUD.
Het doel van ons leven is niet het geluk,
het is de volmaking.
Mad. De 61
Rijkdom is als het zeewater: boe meer
men er van drinkt des te dorstiger wordt
men.
Sohopenhauer.
Nauwkeurigheid is de tweelingzuster der
eerlijkheid.
0. 8 i m m o n
Vrouwen, die nimmer moeten
trouwen.
Om voor ontgoocheling bewaard tc Wij-
ven, moet nimmer trouwen:
de vrouw, die trotsch verklaart, dat zij
geen zakdoek kan zoomen, en dat zij nooit
van haar loven een bed opmaakte;
de vrouw, dio liever een schoothondje
dan een baby wil verzoete] en;
do vrouw, die denkt, dat de mannen en
gelen zijn
de vrouw, die liever in het geheel niet
wil uitgaan dan een hoed dragen, welke
twee seizoenen c. J is;
de vrouw, dio denkt, dat de keukenmeid
of de kinderjuffrouw het huishouden kun
nen waarnemen
do vrouw, die drie keer per dag een
liefdesverklaring verwacht;
de vrouw, dio pionkjes voor het salon
koopt en keukengerei van haar buren
leent; en die denkt, het aanklecaen
van de tafel bri^grijker is .n goed voed
sel;
do vrouw eindelijk, <J-> alles wil hebben,
alleen omdat andere dames" het bezit
ten.