LËÏDSCH' DAGBLAD. DONDERDAG 8 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD.
Rubriek voor de Jeugd.
beloven.
Valsche vrees.
Anekdoten.
Nieuwe Raadsels.
Goede oplossingen ontvangen van
No. 14009
Anno 1906
Wat is men, vooral als kind, niet spoedig
gereed allerlei mogelijke en onmogelijke
zaken te belovenEn toch hebben beloften
onszelf en anderen al heel wat noodeloos
leed bezorgd.
Ik herinner mij hoe ik eens. als twaalf
jarig schoolmeisje, bewogen met het lot
van een arm gezin, beloofde een loterijtje
te houden. Mijn jongere zusjes waren
aanstonds bereid daaraan meo te doen ©n
wij begonnen vol vuur prijzen to maken
Do lootjes werden gemakkelijk geplaatst,
want wij hadden beloofd, dat er v ij f ti g
pnjzen zouden zijn en onze schoolmakker
tje® wilden er gaarne een trekken. Maar
toen wij cr zes bijeen hadden, verzonk
ons de moed. Nog vier en veertig! Met al
ons schoolwerk konden wij die in geen jaar
af krijgen. Wat te doen. Wij sliepen er
niet meer van. Des nachts hoorden wij elk.
ander zuchten en wij doorleefden een tijd
van ware, diepe ellende, tot wij op zekeren
dag, gebroken van harte, tot onze moeder
gingen, haar onze zorgen beleden en om
ons weekgeld voor zes heele maanden vroe
gen, ten einde het geld voor de lootjes te-
rug te geven. Aldus geschiedde en een half
jaar lang hadden wij niets op zak; maar
heb was beter dan de nachtmerrie dier on
vervulbare belofte.
In de eerste jeugd schijnt alles bereik
baar en daarom geven wij zoo spoedig ons
woord; maar als het op de vervulling aan.
komt, is het iets anders en daarom kunnen
wij niet genoeg tegen het afleggen van on
doordachte beloften waarschuwen. Niet
alleen om het verdriet, dat zij o n s veroor
zaken; maar ook om het leed, dat wij
daarmedo eenmaal anderen zullen aandoen.
Want zoo gaat het met alles wat verkeerd
ia in do wereld: men gewent er zich lang
zamerhand aan te beloven en niethouden."
In den aanvang is men er even ongelukkig
onder als ik eenmaalmaar een tweeden
keer valt het al iets lichter en van liever
lede verleert men het zijn eens gegeven
woord als heilig te beschouwen. Zijn wij
zoover gekomen, dan hebben wij iets van
onze gewetenstrouw verloren, zijn wij niet
zoo goed meer als in de dagen, toen wij
kinderen waren.
En och, de pijn, welke wij daarmede ver.
oorzaken I
ax ken een zeer goedhartigen man, die
geen lijden kan zien. Hij belooft daarom
rechts en links hulp te bieden, betrekkin
gen te verschaffen; maar doet dat zoovaak
dat hij slechts eens op de honderd kceren
woord houden kan en terwijl wachten de
ongelukkigen dag op dag, maand in maand
uit op de vervulling zijner beloften, wordt
hun lijden nog bitterder door den licht
straal van vaste hoop, dien hij in hun som
ber leven deed flikkeren. Hoeveel arme
kunstenaars, die thans honger lijden en
zelfs geen geld meer hebben om verf of
doeken to koopen, zouden welvarende werk
lieden of boeren geworden zijn, indien niet
de een of ander beloofd had hen in een
grooto stad voort t© helpen en zijn gegeven
woord weder vergat?
Maar ook kinderen lijdon onder onvervul
de beloften. Het is jammerlijk te zien hoe
ondoordacht men hun een genoegen toezegt
cn nalaat hun dat te bezorgen. Toch hebben
zij daarop vol verlangen gewacht, onwankel
baar in hot woord van volwassenen geloo-
vende on als dat niet nagekomen wordt,
sterft het heerlijkste wat zij in zich omdroe
gen: het vertrouwen.
Zij, die daaraan schuld dragen, zijn daar
om mot slecht of wreed. Och neen, meestal
juist heel goedhartig. Zij willen zoo gaarne
plezier doen... maar met woorden. Het zijn
die lieden, die zelf in him jeugd leerden ge
makkelijk over afgelegde beloften heen to
stappen.
Laat ons waken niet te worden zooals zij.
Laat ons woord gewicht hebben voor ons-
zei ven.
Men leert die les soms op zeer duro wijze.
Iemand bevond zich in het zuiden van Frans-
rijk on zag in een kerk een vrouw bitter
wecnen. Er was iets in haar uiterlijk, dat
verried, dat zij tot beter stand behoorde dan
haar versleten klcederen 6chenen aan te
duiden en toen zij bijna gelijktijdig het go-
bouw verlieten sprak hij haar vriendelijk toe
vragende of hij niets voor haar kon verrich
ten. Daar blonk een lichtstraal op haar ge
laat. Zij had aan zijn tongval een landge
noot herkend en zij vertelde hem haar ge
schiedenis Als jong meisje, dc dochter van
een notaris, had zij tegen den wil harer
oudere het tooneel als loopbaan gekozen en
ook succes gehad; maar bij den brand vaC
dien schouwburg to Nizza word zij met won
den overdekt en sedert onherstelbaar ver
minkt, leed zij gebrek. Den vorigen dag had
zij den dood van haar vader in een wegge
worpen courant gelezen; haar moeder was
sedert lang niet meer. Och, als zij slechts heb
geld had, om haar papieren over te sturen,
aan zou zij en-en, gered zijnHaar toehoor
der beloofdo dit te doen, hij vertrok den
volgenden morgen en indien zij hem de stuk
ken gaf zou hij er persoonlijk werk van ma
ken. Zij deed dit vol vreugd© en dankbaar
heid. Hij vertrok... maar vergat-... Toen hij
op een morgen de papieren onder eenigo
oude bladen weervond en alles voor haar re
gelde, was zij reeds van honger gestorven-
Hij vergaf zich dat nooit en weet thans wat
een gebroken woord kan be teekenen.
Even goed als er valsche schaamte ge
vonden wordt, heeft men ook valsche vrees.
Ik hoorde onlangs vertellen van een kleine
gebeurtenis, no juist aangeeft wat ix daar
mede bedoel. Ik laat het verhaal daarvan
Een driejarig kind was gedurende een
onbewaakt oogenblik de ouderlijke woning
uitgeslopen en stond zich daar vlak bij op
den hoek der straat in zijn vrijheid te ver
heugen, toen een rijtuig aankwam. De
kleine wilde uit den weg gaan, struikelde
en kwam tusschen de vier pooten van het
paard terecht. Daar het dier met een der
voorpooten op het jurkje stond liet d©
koetsier, die aanstonds stil had gehouden,
het paard steigeren. Een twaalfjarig meisje
stond daar bij, zij had van dat oogenblik ge
bruik kunnen maken om het kind te red
den; maar uit schrik sloeg zij de handen
voor d© oogen ©n holde weg. Het paard
stond nauwelijks weer op vier beenen, of het
bracht het arme wezentje, dat door schrik
verlamd.' was, een doodelijkon slag toe.
Ziet gij, dat meisjo leed aan valsche
vrees. Zij behoefde slechts de hand uit te
strekken om t© helpen; maar zij was te
bang akeligheden te zien.
Wij kennen een dame, die flauw viel van
schrik, toen zij bet schortje van haar kind
vlam zag vatten cn het kind, dat geen
■wondje had behoeven te krijgen, verbrandde
levend. Die arme moeder was in haar jeugd
ook bang voor /.akeligheden" geweest cn
had zich daar nooit overheen gezet. Thans
leeft zy voort met een troosteloos zelfver
wijt.
Wij moeten indien wij aaD diezelfde
kwaal leiden er ons tot eiken prijs zoodra
mogelijk van ontdoen, want zooals ik u aan
toonde, zij kan de treurigste gevolgen heb
ben. Vroeg of laat wordt elk onzer geroe
pen getuige te zijn, van treurige, hartver
scheurend© tooneelen. Dan komt het er op
aan te helpen, uit al onze macht en dat kan
ieder., De Itoode-Kruiszusters verzekeren,
dat zij allen, wanneer zij voor het eerst een
slagveld betreden, op het punt zijn in zwijm
te vallen; maar zij beheerschen zich en een
oogenblik later verbinden zij de afgrijselijk
ste wonden. Kinderen zelfs kunnen wils
kracht uitoefenen in dien geest. Odoet het
vroegtijdig. Het kan plotseling te pas ko
men en de grootste ongelukken voorkomen.
Hoe vele lieden verliezen er niet het hoofd,
als er een brandende lamp omvalt I En ik
zag een aardigen, kleinen jongen bij zulk
een gelegenheid een ramp voorkomen, door
allo tafelkleeden, kussenB en vloerkleedjes,
aio hij maar vinden kon op do vlam te
werpen. Ik weet van een meisje, dat ccn
drenkeling een plank van de kade toewierp.
Geen valsche vrees, geen angst voor „nare
dingen"; dat is 'ook lafheid ep dat mag geen
Hollandsche meisjes en jongens eigen zijn.
Een zeldzame vogel.
Op zekeren dag zat ik in een hotel met tal
van andere reizigers, toen een armoedig
gekleed man binnenkwam cn aan het ge
zelschap verzocht) een wonder-kanario te
mogetfc vortoonen, die hij gedresseerd had.
Het was regenachtig weer, wij koDdcn
niet gaan wandelen cn vonden dus wat af
leiding niet onwelkom.
Zijn verzoek werd toegestaan en de ka-
nario kwam voor den dag. D© vogel heette
„Juweeltje".
Zijn meester zette hem op zijn wijsvinger
en sprak toen:
Komaan, „Juweeltje", doe je best en
maak geen fouten, hoor 1
Het vogcltjo hield den kop naar zijn
meester gewend, alsof het aandachtig luis
terde en na zijns meesters woorden knikte
het tweemaal.
Nu, zei d© man, we zullen zien of ge
woord houdt. Zing ons eens een mooi
liedje voor.
De kanarie begon te zingen.
Sneller, sneller 1 zei dc man.
De kanarie zong sneller.
Langzamerklonk het weer.
En „Juweeltje" zong langzamer.
Ge zingt niet in de maat, zei de man
weer.
Hierop begon dc vogel met een zijner
pootjes de maat te slaan.
Het gezelschap kon niet nalaten, van op
getogenheid in de handen te klappen.
Kunt ge de hoeren niet bedanken voor
het applaus? vroeg de eigenaar weer.
En „Juweeltje" maakte zeer beleefd een
tweetal buigingen.
Nu gaf zijn meester hem een strooien
geweertje cn „Juweeltje" maakte onberis
pelijk militaire bewegingen en exerceerde
met zijn geweer als een volleerd soldaat.
Geef ons nu eens een dansje.
De kanarie begon te dansen en maakte
daarbij zulke bevallige bewegingen en hup
pelde zoo sierlijk heen en weer, dat wij op
nieuw in toejuichingen losbarstten.
Je hebt netjes je plicht gedaan! zei
de man daarop, ga nu een poosje slapen,
terwijl ik mijn kunsten aan het gezelschap
vertoon.
Terwijl al onze aandacht op den man ge
vestigd was, sloop een zwarte kat, dio in
den hoek van het vertrek had gelegen, na
derbij, sprong op de tafel, greep het vo
geltje in den bek en vóór een van ons het
kon beletten, sprong zij er mee het raam
uit.
Yruohteloos zetten wij met alle man de
kat achterna. Bijna onmiddellijk had do
moordenaar het arme diertje met zijn
tanden verscheurd.
Het was droevig, om den armen man aan
te zien. Hij weende bitter om den dood van
zijn vogeltje.
Vier jaar lang heeft het uit mijn hand
gegeten, van mijn lippen gedronken en
aan mijn borst geslapen, zoo klaagdo hij.
Zonder dit vogeltje had ik armoe en ge
brek moeten lijdenJ Och, och, wat moet er
nu van mij worden?
Wij gaven hem ieder een geldstuk ©n
trachtten hem te troosten, doch hij hoorde
niet naar ons.
Hij treurde over den dooden vogel, alsof
het zijn kir.d was geweest.
Iogez. door Jan Roodenburg Gzn-, to
Leiden.
Een beambte vroeg aan een boerin, die
hij eens beet wilde nemen:
„Wat «-oen jelui toch met die boeren in
het dorp?"
Boerin: ,,Die zien wij een plaats op het
postkantoor to bezorgen."
Ingee. door Sophie Gatin, te Leiden.
Jantje: „Is dat waar Ma, is de mcnsch
van stof?'"
Ma: „Zeker, jongen."
Jantje: „Dan zijn de negers zeker van
kolengruis."
Ingcz. door Truu6 v. d. Brande, te Leidon.
Het verst zien.
Drie jongens gingen op zekeren avond
een weddenschap aan, wie hunner het verst
zien kon.
Jan: „Ik zo den spits van den Utrecht-
schon Dom."
Piet: „En ik zie er een kraai op zitten."
Bernard: „Ed ik kan de maan zien, en
uaar de maan ongetwijfeld het verst van
ons ai is, heb ik de weddenschap gewon
nen, hé 1"
Ingez, door Theo Oenstra, te Leiden.
Boer (tot predikant, die ruim 60 jaar is
en er ouder uitziet dan hij is en dit niet
graag hooren wil) „Ik heb hard moeten
loopen om den trein te halen, en hard loo-
pen is niet goed voor oude mensehen, zoo
als ik en u."
(Predikant: ,,Hoqou-d ben je dan wol?"
Boer: „85 jaar."
Predikant: „Dan schelen wij nog ruim
20 jaar."
Boer: „Lieve Hemel, u wilt toch niet
zeggen, dat u 106 is t"
Luitenant: (tot r©cruut, die ziek is ge
weest) „Wat heb je gehad?"
Rocruut: „Pap, luitenant."
A.„Met die verloting te G. gaat het
tegenwoordig ook raar toe."
B.: „Hoczoo, ik dacht dat dio wel eer
lijk was."
A.„Men vertelt nu al, wie do landauer
zal trekken."
B.: „Zoo, wio dan?"
A.„Wel het phard, dat er voor ge
spannen wordt."
Eon g-e b o u r to n i s.
Moeder: (echtgenooto van een klerk op
een kantoor) „Als jelui vandaag zoet bent,
mag jo met paatjo meegaan en toekijken,
als hij bij den bankier een bankbiljet van
honderd gulden gaat wisselen."
Ingcz. dooT Piet Lc yen aar te Leiden.
I.
Verborgen dierennamen-
Mie, roep den bakker even terug.
Hij gaapt, hij heeft slaap.
De barbaar scheen erg verdrietig.
Ik stond' met mijn hengel aan den wal;
viaebt gij zoo graag? vroeg Piet.
Ingcz. door Greta Kurrels te Leiden.
iL
Verborgen eilanden.
Dit is voor Nellie.
Het vuur knetterde.
De vrouw kocht vier cl baai
De hoed kost in Duitschland vijf mark en
zestig pfennig.
Wio ringen verkoopt, heeft ook meestal
horloges te koop
Ingez. door J. A. Overduin te Leiden.
III.
Mot f ben ik in een paardenstal te vin
den.
Met m in elke schuit, mijn lieve vrinden,
Met een t ia alle huizen gewis,
Nn raadt ge het raadsel, dat makelijk is.
Ingez door Theo Oenstra te Leiden.
IV.
Verborgen steden.
De man werd op een Baar naar het gast
huis gebracht.
De St.- Bernard-bond redt de mensahen.
Dames, zei de gids, neemt liever den
gTooten weg; deze is te steil voor u.
Met September ga ik van de achtsto naar
de negende klas.
Wat kleeft die lijm slecht I
Wees precies om 6 uren hier.
Ingezonden door Jeane Hoogeveen te
Leiden.
V.
Mijn geheel is een timmergereedschap.
Verandert men mijn hoofd door een r, dan
ben ik een vogeL
Oplossingen der Raadsels.
L
Piet pier piek.
n.
Muisjes.
III.
de letter R.
IV.
Spion pion
V.
Kaart taart.
Lina en Dik Noll, Cato van Dorsten. P.
do ringer, Paulina Uijterlindc, Cato
Aniba, Nelly Kouw, Tine v. d. Werff, Piet
J. van Pelt, Corrio Koot, Jozef en 'Piet
Kcmpers, Frederik Wempc, F. G. Korthof,
Gatootje Korthof, Gusta Sleyser, Pieter
v. d. Tang, Jacques van Heusden, Lize
Meijkamp, Nelly cn Johanna Visser, Toosje
en Willem Kagio, Jo cn Stien Mader, Jo
hanna Raar, Nelly Binnendijk, Frans cn
Toos Boom, Abr. en Neellje van Borsolcn,
Herman cn Jozef Bokcrn, Marie den Hol
der, Jozephin© en Annie Coebcrgh, Grota
Kurrels, Bertha en Jan Hoogeveen, Hen
drik den Holder, Johan Be ij, Lena en Nolly
van Berkel, Saartjo Oudshoorn, Louise eo
M. Robert, Mario Uljée, Jacoba van Wcc-
ren, Amerik en Tounis, Gerard, Righart-
van Gelder, Cecilia en Gerard Paul idea,
Martha en Jan Stroebei, Dina Verheggen,
Betsy en Mario do Nie, alltn te Leiden.
Betsy en Karei Boers, te 's-Gravenhage,
Bastiana on Jansje van Zanten, A. Zand
vliet. Maria en Adriaan Fortgens, Theodo
ras Steenkamer, te Hazerswoude, Klaas
on Mietje v. d. Veer, Marie en Cor van
Haastrecht, Teunis Kulk, Jan v d. Broeck,
Dirk cn Jozina van Wieringen, Jansje van
Graas, Janetta en Johan Mol, Jan en Jo
hanna den Elzen, Jan en Marietjc don El
zen, A. en D v. Nieuwkoop, t© Haarlem
mermeer, W. Verloop, M. v. d. Gugtcn, te
Katwijk, Klazina Hoppenbrouwcr, Th van
Witten, Evarina van Witten, Jetje v. d-
Lee, W. J. van Ommering, te Koudokerk,
Maurits en Jan Loogman, Petronella Loog-
man, Cornelia Koek, Hazina en Mientjo
Lemmerzaal, Cornelia Vlugt, Klazina van
Nieuwkoop, Wilhelmina Klijn, Antjo van
Veen, Hendrik Lo6. Leen en Gcrrit Loog
man, Jacob en Johannes van Nieuwkoop,
Qerritj© Doeswijk, Sophia cn Dora Los,
Jacob van Nieuwkoop, Willem Doeswijk,
Jan cn Neeltjo Los. Johanna Lemmerzaal,
Cornelis en Willem Spaargaren, Mietje en
Jan Koek, t© Kaag, Ario Spaargaren, t©
Lisse, Marietje cd Jeanetta Völcker, Jan
do Winter, S. en Nella van Eik. t© Leider,
dorp, Johan cn Neeltje Hijzelendoorn, to
N.-Wetering, Lena Koningsveld, Abr. Par-
mentier, to Ocgstgecst, Helena en Anna de
Mooy, Adr. de Mooy, Maria Valk, te Rijns,
burg, Jacob en tpiet Dwars waard, te Sas-
scnhcira, Wilhelm Bergman, Kaatje en Dirk
van Tinus, Jan en Cor Bergman, Jo Borg
man, Genard Bergman, en Cornell's Berg
man, te Warmond, A. Breukink, to Voor
schoten, J. en L. Romijn, J. en G. v Ko
nijnenburg, B. cn P. Degenaars, A. cn B.
do Boorder, to Zoeterwoude.
Prijzen vielen ten deel aan: J o cn Stien
Mader, tc Loi do n, A. en P dc Boor
der, to Zootor woud e.
Coi-r e Ejp ondentie.
Jan do W intor, to Leiderdorp. Het
spijt jnij niet aan jo verzoek te kunnen
voldoen, vriendje; doch jo ingezonden
raadsel is van tc algcmceno bekendheid om
in onze rubriek to worden opgenomen.
Misschien wil jo probeoren nog eens iets
anders in to zenden.
Joanetto Volckor, te Leiden. O,
mcisjelicf, met mijn verjaardag heb jo nog
tijd, want die is 7 Januari. Jo plan, om
onderwijzeres te worden, vind ik uitstekend,
vooral wanneer je or aanleg voor hebt. Het
ia m. i. voor meisjes de beste betrekking.
Jo bijdragen, evenals die van Marietje, in
dank ontvangen.
W. J. van Ommering, te Koudekerk.
Geduld maar, beste vriend, en flink je
best doen Je moet mas.r denken aan het
spreekwoord, dat luidt: „De aanhouder
wint."
Maljaert v. d. Gugton, to Katwijk,
iieste vriend, ik denk, dat jo misschien
verzuimdet je briefje te onderteekenen,
want anders kan ik mo niet begrijpen, dat
je naam niet op clo lijst van inzenders
voorkwam. Gaarne zou ik echter zien, dat
jo eons wat meer zorg aan je werk be
steedt, want over het algemeen zien jo
briefjes er niet bijzonder netjes uit cd daar
ik bijzonder op net werk gesteld ben, voel
ik mij in den regel weinig aangetrokken tot
het beantwoorden van brieven, die vuil zijn
of slordig geschreven. Ik hoop, dat jo hier
in hot vervolg cena aan wilt denken.
V-iendclijko groeten, ook aan je moedor.
A. Zandvliet, te Hazerswoude. Vondt
jo de raadsels heusch zoo moeilijk, beste
kind Toch ontving ik verbazend veel goede
oplossingen; ik denk dus, dat je jc nog een
hectjo zult moeten oefenen, dan zal het van
lieverlede wel beter gaan.
Kan je nog niet met inkt schrijven?
Anthonia en Botsy van Wijk.
Met genoegen vernam ik, dat het bock zoo
in je smaak vieL Jo bijdragen in dank ont
vangen.
C or n e li a v. d. Veer, te Leiden.
Neen, van jo buurmeisje Ida herinner ik
me niet ooit briefjes ontvangen to hebben.
Je anekdoten in dank ontvangen; met do
plaatsing zal jc echter nog wat geduld
moeten bobben.
Piet Loyenaar, te Leiden. Het
raadsel, dat ik heden van jo ontving, zal
ik zoo spoedig mogelijk plaatsengeduld
dus, vriendje I
Jan Ley ©naar, te Leiden. Gaarne wil
ik in de onderlinge correspondentie gele
genheid geven tot het ruilen van postzegels,
enz., doch de aanvragen moeten door julliq
zelf worden gesteld. Indien nu do aanhits
ding van B. D. jo niet duidelijk was, daq
raad ik jo aan zelf ccn duidelijk omschre
ven aanvrage in to zenden, dio ik gnarno'
in onze rubriek wil opnemen.
Vriendelijke groeten 1
Lydia en Jacobus Wittenaar,
te Leiden. Ja, kinderen, ik vind hel best,
als je in het vervolg gezamenlijk do raad-
seL oplost cn inzcudt.
J. L. U o 81 v e e n, to Leiden. Waarschijn
lijk kwam je briefje de vorige week to laat
in mijn bezit Wil jo in het vervolg jc best
doen wat netter to schrijven?
Barbara van Dissol, lo Leiden.
Wanneer je do aauvrage duidelijk cn net
jes op een apart stukje papier schrijft)
zal ik voor plaatsing zorgen.
Mies Jansso, tc Leiden. Wel, meisje,
wat oen beeldig postpapier hob jo gekro
gcnl Ik geloof, dat jo een echt troetelkind
je van jo vader bent, is het niet?
AgoosvanHaldoroo, te Leiden.
Wel, Agncs, nu kan ik toch niet nalatcu je
mijn compliment to maken over jc vord©
ringen. Er is waarlijk een hemelsbreed ver
schil tusschen jo brief jo van heden on dat,
wat ik vier of vijf weken geleden van jo
ontving. Als jo zoo voortgaat, zal jo nog
leeraros in schoonschrijven kunnen worden.
Vriendclijko groctjo3l
Ario Starkoüburg, te Leiden.
Besto vriend, op jo vraag omtrent jo inge
zonden raadsels kan ik jo onmogelijk an
ders zeggen, dan dat jo geduld moet. hebben
tot jo aan do beurt van plaatsing bent.
Nu onze kring zich meer cn mceruitbroidt,
kan ik onmogelijk allo ingekomen bijdragen
binnen ccn paar weken plaatsen, want zoo
als jo weet worden cr wekelijks slechts vijf
raadsels goplaatst.
Wil hol mi na Gout t© loeiden. DuS
Weren jullie in April bruiloft? Nu, dat zal
een pret zijn. Jo maakt zeker een mooi
handwerk voor dio feestelijke gelegenheid
is het niet?
Annio en iPhiontjo Ooeborg, to
Leiden. Wanneer jo maar trouw jo best
blijft doen zal jc stellig ook wol eens een
prijsje ontvangen; maar beloven kan ik
daaromtrent niets, bcsto kinderen I
Louise Robert, to Leiden. Ja meia-
jo, wanneer jo je briefjes verzuimdot ts
ondertoekenen is hot ook goon wonder datf
cr nimmer iets voor jc onder corresponden
tie stonddaar moet jo vooral aan denkem
Vriendelijke groetjes I
Mario don Holdorto Leiden. Met
genoegen vernam ik dat jullie op do meis-«
jesvisitc bij Martha zooveel genoegen gehad'
heen.
Als jo naam do vorige weck niet vermeld
stond, hadt j© zeker verzuimd hot to onder
tcekenen evenals mijn vriendinnetje LouisoU'
Jo van Vliotto Leiden. Wel meisje,/
vondt j© het nu waarlijk zoo'n gewichtig
besluit, dat jj or zoo lang over moest na
denken om jo bij ons aan to melden?
Tincv. <L W er ff té Loi den. Jc bijdra
gen in dank ontvangen. Mot de plaatsing
zal jo echter geduld moeten hebben, lieve
vriendin.
Gusta filoysor te Leiden. Zeker
mag jo aan onzo rubriek meedoen; heel gaanj
no zelfs- Voor het inzenden van vcrfcaaltje#
bon je echter nog to jong, bcsto kind, want
het moet eigen werk zijn en mag niot uit
boeken worden overgeschreven
Nolly Kouw te Leiden. Aangenaam
konnis te maken, nieuw raadsel vriend inno*
tje! Jo moet mo eens spoedig hot een ©o
ander raededeclcn omtrent jo persoontje;
wil je?
Karei Booils to 's-Gravenhago. Ik
kan mo voorstellen hoe verheugd Mariotjo
is, dat zc met Moe een dagje naar Leidoa
mag on bon verlangend do volgende weck
van haar to vernemen h ie ze het gemaakt
heeft. Vriendelijke groetjes.
MARIE VAN A-JGTEL.
Onderlinge Correspondentie.
Aan mijn medcraadsclkindoron t
Wio wil mij 6 geschicdcnisplaatjes geven
voor 10 Verkado's plaatjes. Mijn adres is:
Suze Dekker, Houtstraat 6, Ixiidcn.
Aan mijn mode-raadselkinderen.-
Wio mijner mcdc-raadselkinderten "ruiljfl
met mij dc volgende postzegels:
2 van Ncd'.-Indiö voor 1 Perzische
J Engelscho, 1 Zwitsersche en 1 Duitsch*
voor 1 van de Congo.
1 Transvaalsch© on 1 van Nod.-Indif
voor 1 van Tunis-
Mijn adres is: Abr. Parmentier, Pieter»
straat 188 a/d. Morachweg, Ocgstgecst.
Wegen» overvloed van kopij
moesten van deze Rubriek eenigc
Htukken blijven liggen*