LËÏDSCH' DAGBLAD. DONDERDAG 8 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD. Rubriek voor de Jeugd. beloven. Valsche vrees. Anekdoten. Nieuwe Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van No. 14009 Anno 1906 Wat is men, vooral als kind, niet spoedig gereed allerlei mogelijke en onmogelijke zaken te belovenEn toch hebben beloften onszelf en anderen al heel wat noodeloos leed bezorgd. Ik herinner mij hoe ik eens. als twaalf jarig schoolmeisje, bewogen met het lot van een arm gezin, beloofde een loterijtje te houden. Mijn jongere zusjes waren aanstonds bereid daaraan meo te doen ©n wij begonnen vol vuur prijzen to maken Do lootjes werden gemakkelijk geplaatst, want wij hadden beloofd, dat er v ij f ti g pnjzen zouden zijn en onze schoolmakker tje® wilden er gaarne een trekken. Maar toen wij cr zes bijeen hadden, verzonk ons de moed. Nog vier en veertig! Met al ons schoolwerk konden wij die in geen jaar af krijgen. Wat te doen. Wij sliepen er niet meer van. Des nachts hoorden wij elk. ander zuchten en wij doorleefden een tijd van ware, diepe ellende, tot wij op zekeren dag, gebroken van harte, tot onze moeder gingen, haar onze zorgen beleden en om ons weekgeld voor zes heele maanden vroe gen, ten einde het geld voor de lootjes te- rug te geven. Aldus geschiedde en een half jaar lang hadden wij niets op zak; maar heb was beter dan de nachtmerrie dier on vervulbare belofte. In de eerste jeugd schijnt alles bereik baar en daarom geven wij zoo spoedig ons woord; maar als het op de vervulling aan. komt, is het iets anders en daarom kunnen wij niet genoeg tegen het afleggen van on doordachte beloften waarschuwen. Niet alleen om het verdriet, dat zij o n s veroor zaken; maar ook om het leed, dat wij daarmedo eenmaal anderen zullen aandoen. Want zoo gaat het met alles wat verkeerd ia in do wereld: men gewent er zich lang zamerhand aan te beloven en niethouden." In den aanvang is men er even ongelukkig onder als ik eenmaalmaar een tweeden keer valt het al iets lichter en van liever lede verleert men het zijn eens gegeven woord als heilig te beschouwen. Zijn wij zoover gekomen, dan hebben wij iets van onze gewetenstrouw verloren, zijn wij niet zoo goed meer als in de dagen, toen wij kinderen waren. En och, de pijn, welke wij daarmede ver. oorzaken I ax ken een zeer goedhartigen man, die geen lijden kan zien. Hij belooft daarom rechts en links hulp te bieden, betrekkin gen te verschaffen; maar doet dat zoovaak dat hij slechts eens op de honderd kceren woord houden kan en terwijl wachten de ongelukkigen dag op dag, maand in maand uit op de vervulling zijner beloften, wordt hun lijden nog bitterder door den licht straal van vaste hoop, dien hij in hun som ber leven deed flikkeren. Hoeveel arme kunstenaars, die thans honger lijden en zelfs geen geld meer hebben om verf of doeken to koopen, zouden welvarende werk lieden of boeren geworden zijn, indien niet de een of ander beloofd had hen in een grooto stad voort t© helpen en zijn gegeven woord weder vergat? Maar ook kinderen lijdon onder onvervul de beloften. Het is jammerlijk te zien hoe ondoordacht men hun een genoegen toezegt cn nalaat hun dat te bezorgen. Toch hebben zij daarop vol verlangen gewacht, onwankel baar in hot woord van volwassenen geloo- vende on als dat niet nagekomen wordt, sterft het heerlijkste wat zij in zich omdroe gen: het vertrouwen. Zij, die daaraan schuld dragen, zijn daar om mot slecht of wreed. Och neen, meestal juist heel goedhartig. Zij willen zoo gaarne plezier doen... maar met woorden. Het zijn die lieden, die zelf in him jeugd leerden ge makkelijk over afgelegde beloften heen to stappen. Laat ons waken niet te worden zooals zij. Laat ons woord gewicht hebben voor ons- zei ven. Men leert die les soms op zeer duro wijze. Iemand bevond zich in het zuiden van Frans- rijk on zag in een kerk een vrouw bitter wecnen. Er was iets in haar uiterlijk, dat verried, dat zij tot beter stand behoorde dan haar versleten klcederen 6chenen aan te duiden en toen zij bijna gelijktijdig het go- bouw verlieten sprak hij haar vriendelijk toe vragende of hij niets voor haar kon verrich ten. Daar blonk een lichtstraal op haar ge laat. Zij had aan zijn tongval een landge noot herkend en zij vertelde hem haar ge schiedenis Als jong meisje, dc dochter van een notaris, had zij tegen den wil harer oudere het tooneel als loopbaan gekozen en ook succes gehad; maar bij den brand vaC dien schouwburg to Nizza word zij met won den overdekt en sedert onherstelbaar ver minkt, leed zij gebrek. Den vorigen dag had zij den dood van haar vader in een wegge worpen courant gelezen; haar moeder was sedert lang niet meer. Och, als zij slechts heb geld had, om haar papieren over te sturen, aan zou zij en-en, gered zijnHaar toehoor der beloofdo dit te doen, hij vertrok den volgenden morgen en indien zij hem de stuk ken gaf zou hij er persoonlijk werk van ma ken. Zij deed dit vol vreugd© en dankbaar heid. Hij vertrok... maar vergat-... Toen hij op een morgen de papieren onder eenigo oude bladen weervond en alles voor haar re gelde, was zij reeds van honger gestorven- Hij vergaf zich dat nooit en weet thans wat een gebroken woord kan be teekenen. Even goed als er valsche schaamte ge vonden wordt, heeft men ook valsche vrees. Ik hoorde onlangs vertellen van een kleine gebeurtenis, no juist aangeeft wat ix daar mede bedoel. Ik laat het verhaal daarvan Een driejarig kind was gedurende een onbewaakt oogenblik de ouderlijke woning uitgeslopen en stond zich daar vlak bij op den hoek der straat in zijn vrijheid te ver heugen, toen een rijtuig aankwam. De kleine wilde uit den weg gaan, struikelde en kwam tusschen de vier pooten van het paard terecht. Daar het dier met een der voorpooten op het jurkje stond liet d© koetsier, die aanstonds stil had gehouden, het paard steigeren. Een twaalfjarig meisje stond daar bij, zij had van dat oogenblik ge bruik kunnen maken om het kind te red den; maar uit schrik sloeg zij de handen voor d© oogen ©n holde weg. Het paard stond nauwelijks weer op vier beenen, of het bracht het arme wezentje, dat door schrik verlamd.' was, een doodelijkon slag toe. Ziet gij, dat meisjo leed aan valsche vrees. Zij behoefde slechts de hand uit te strekken om t© helpen; maar zij was te bang akeligheden te zien. Wij kennen een dame, die flauw viel van schrik, toen zij bet schortje van haar kind vlam zag vatten cn het kind, dat geen ■wondje had behoeven te krijgen, verbrandde levend. Die arme moeder was in haar jeugd ook bang voor /.akeligheden" geweest cn had zich daar nooit overheen gezet. Thans leeft zy voort met een troosteloos zelfver wijt. Wij moeten indien wij aaD diezelfde kwaal leiden er ons tot eiken prijs zoodra mogelijk van ontdoen, want zooals ik u aan toonde, zij kan de treurigste gevolgen heb ben. Vroeg of laat wordt elk onzer geroe pen getuige te zijn, van treurige, hartver scheurend© tooneelen. Dan komt het er op aan te helpen, uit al onze macht en dat kan ieder., De Itoode-Kruiszusters verzekeren, dat zij allen, wanneer zij voor het eerst een slagveld betreden, op het punt zijn in zwijm te vallen; maar zij beheerschen zich en een oogenblik later verbinden zij de afgrijselijk ste wonden. Kinderen zelfs kunnen wils kracht uitoefenen in dien geest. Odoet het vroegtijdig. Het kan plotseling te pas ko men en de grootste ongelukken voorkomen. Hoe vele lieden verliezen er niet het hoofd, als er een brandende lamp omvalt I En ik zag een aardigen, kleinen jongen bij zulk een gelegenheid een ramp voorkomen, door allo tafelkleeden, kussenB en vloerkleedjes, aio hij maar vinden kon op do vlam te werpen. Ik weet van een meisje, dat ccn drenkeling een plank van de kade toewierp. Geen valsche vrees, geen angst voor „nare dingen"; dat is 'ook lafheid ep dat mag geen Hollandsche meisjes en jongens eigen zijn. Een zeldzame vogel. Op zekeren dag zat ik in een hotel met tal van andere reizigers, toen een armoedig gekleed man binnenkwam cn aan het ge zelschap verzocht) een wonder-kanario te mogetfc vortoonen, die hij gedresseerd had. Het was regenachtig weer, wij koDdcn niet gaan wandelen cn vonden dus wat af leiding niet onwelkom. Zijn verzoek werd toegestaan en de ka- nario kwam voor den dag. D© vogel heette „Juweeltje". Zijn meester zette hem op zijn wijsvinger en sprak toen: Komaan, „Juweeltje", doe je best en maak geen fouten, hoor 1 Het vogcltjo hield den kop naar zijn meester gewend, alsof het aandachtig luis terde en na zijns meesters woorden knikte het tweemaal. Nu, zei d© man, we zullen zien of ge woord houdt. Zing ons eens een mooi liedje voor. De kanarie begon te zingen. Sneller, sneller 1 zei dc man. De kanarie zong sneller. Langzamerklonk het weer. En „Juweeltje" zong langzamer. Ge zingt niet in de maat, zei de man weer. Hierop begon dc vogel met een zijner pootjes de maat te slaan. Het gezelschap kon niet nalaten, van op getogenheid in de handen te klappen. Kunt ge de hoeren niet bedanken voor het applaus? vroeg de eigenaar weer. En „Juweeltje" maakte zeer beleefd een tweetal buigingen. Nu gaf zijn meester hem een strooien geweertje cn „Juweeltje" maakte onberis pelijk militaire bewegingen en exerceerde met zijn geweer als een volleerd soldaat. Geef ons nu eens een dansje. De kanarie begon te dansen en maakte daarbij zulke bevallige bewegingen en hup pelde zoo sierlijk heen en weer, dat wij op nieuw in toejuichingen losbarstten. Je hebt netjes je plicht gedaan! zei de man daarop, ga nu een poosje slapen, terwijl ik mijn kunsten aan het gezelschap vertoon. Terwijl al onze aandacht op den man ge vestigd was, sloop een zwarte kat, dio in den hoek van het vertrek had gelegen, na derbij, sprong op de tafel, greep het vo geltje in den bek en vóór een van ons het kon beletten, sprong zij er mee het raam uit. Yruohteloos zetten wij met alle man de kat achterna. Bijna onmiddellijk had do moordenaar het arme diertje met zijn tanden verscheurd. Het was droevig, om den armen man aan te zien. Hij weende bitter om den dood van zijn vogeltje. Vier jaar lang heeft het uit mijn hand gegeten, van mijn lippen gedronken en aan mijn borst geslapen, zoo klaagdo hij. Zonder dit vogeltje had ik armoe en ge brek moeten lijdenJ Och, och, wat moet er nu van mij worden? Wij gaven hem ieder een geldstuk ©n trachtten hem te troosten, doch hij hoorde niet naar ons. Hij treurde over den dooden vogel, alsof het zijn kir.d was geweest. Iogez. door Jan Roodenburg Gzn-, to Leiden. Een beambte vroeg aan een boerin, die hij eens beet wilde nemen: „Wat «-oen jelui toch met die boeren in het dorp?" Boerin: ,,Die zien wij een plaats op het postkantoor to bezorgen." Ingee. door Sophie Gatin, te Leiden. Jantje: „Is dat waar Ma, is de mcnsch van stof?'" Ma: „Zeker, jongen." Jantje: „Dan zijn de negers zeker van kolengruis." Ingcz. door Truu6 v. d. Brande, te Leidon. Het verst zien. Drie jongens gingen op zekeren avond een weddenschap aan, wie hunner het verst zien kon. Jan: „Ik zo den spits van den Utrecht- schon Dom." Piet: „En ik zie er een kraai op zitten." Bernard: „Ed ik kan de maan zien, en uaar de maan ongetwijfeld het verst van ons ai is, heb ik de weddenschap gewon nen, hé 1" Ingez, door Theo Oenstra, te Leiden. Boer (tot predikant, die ruim 60 jaar is en er ouder uitziet dan hij is en dit niet graag hooren wil) „Ik heb hard moeten loopen om den trein te halen, en hard loo- pen is niet goed voor oude mensehen, zoo als ik en u." (Predikant: ,,Hoqou-d ben je dan wol?" Boer: „85 jaar." Predikant: „Dan schelen wij nog ruim 20 jaar." Boer: „Lieve Hemel, u wilt toch niet zeggen, dat u 106 is t" Luitenant: (tot r©cruut, die ziek is ge weest) „Wat heb je gehad?" Rocruut: „Pap, luitenant." A.„Met die verloting te G. gaat het tegenwoordig ook raar toe." B.: „Hoczoo, ik dacht dat dio wel eer lijk was." A.„Men vertelt nu al, wie do landauer zal trekken." B.: „Zoo, wio dan?" A.„Wel het phard, dat er voor ge spannen wordt." Eon g-e b o u r to n i s. Moeder: (echtgenooto van een klerk op een kantoor) „Als jelui vandaag zoet bent, mag jo met paatjo meegaan en toekijken, als hij bij den bankier een bankbiljet van honderd gulden gaat wisselen." Ingcz. dooT Piet Lc yen aar te Leiden. I. Verborgen dierennamen- Mie, roep den bakker even terug. Hij gaapt, hij heeft slaap. De barbaar scheen erg verdrietig. Ik stond' met mijn hengel aan den wal; viaebt gij zoo graag? vroeg Piet. Ingcz. door Greta Kurrels te Leiden. iL Verborgen eilanden. Dit is voor Nellie. Het vuur knetterde. De vrouw kocht vier cl baai De hoed kost in Duitschland vijf mark en zestig pfennig. Wio ringen verkoopt, heeft ook meestal horloges te koop Ingez. door J. A. Overduin te Leiden. III. Mot f ben ik in een paardenstal te vin den. Met m in elke schuit, mijn lieve vrinden, Met een t ia alle huizen gewis, Nn raadt ge het raadsel, dat makelijk is. Ingez door Theo Oenstra te Leiden. IV. Verborgen steden. De man werd op een Baar naar het gast huis gebracht. De St.- Bernard-bond redt de mensahen. Dames, zei de gids, neemt liever den gTooten weg; deze is te steil voor u. Met September ga ik van de achtsto naar de negende klas. Wat kleeft die lijm slecht I Wees precies om 6 uren hier. Ingezonden door Jeane Hoogeveen te Leiden. V. Mijn geheel is een timmergereedschap. Verandert men mijn hoofd door een r, dan ben ik een vogeL Oplossingen der Raadsels. L Piet pier piek. n. Muisjes. III. de letter R. IV. Spion pion V. Kaart taart. Lina en Dik Noll, Cato van Dorsten. P. do ringer, Paulina Uijterlindc, Cato Aniba, Nelly Kouw, Tine v. d. Werff, Piet J. van Pelt, Corrio Koot, Jozef en 'Piet Kcmpers, Frederik Wempc, F. G. Korthof, Gatootje Korthof, Gusta Sleyser, Pieter v. d. Tang, Jacques van Heusden, Lize Meijkamp, Nelly cn Johanna Visser, Toosje en Willem Kagio, Jo cn Stien Mader, Jo hanna Raar, Nelly Binnendijk, Frans cn Toos Boom, Abr. en Neellje van Borsolcn, Herman cn Jozef Bokcrn, Marie den Hol der, Jozephin© en Annie Coebcrgh, Grota Kurrels, Bertha en Jan Hoogeveen, Hen drik den Holder, Johan Be ij, Lena en Nolly van Berkel, Saartjo Oudshoorn, Louise eo M. Robert, Mario Uljée, Jacoba van Wcc- ren, Amerik en Tounis, Gerard, Righart- van Gelder, Cecilia en Gerard Paul idea, Martha en Jan Stroebei, Dina Verheggen, Betsy en Mario do Nie, alltn te Leiden. Betsy en Karei Boers, te 's-Gravenhage, Bastiana on Jansje van Zanten, A. Zand vliet. Maria en Adriaan Fortgens, Theodo ras Steenkamer, te Hazerswoude, Klaas on Mietje v. d. Veer, Marie en Cor van Haastrecht, Teunis Kulk, Jan v d. Broeck, Dirk cn Jozina van Wieringen, Jansje van Graas, Janetta en Johan Mol, Jan en Jo hanna den Elzen, Jan en Marietjc don El zen, A. en D v. Nieuwkoop, t© Haarlem mermeer, W. Verloop, M. v. d. Gugtcn, te Katwijk, Klazina Hoppenbrouwcr, Th van Witten, Evarina van Witten, Jetje v. d- Lee, W. J. van Ommering, te Koudokerk, Maurits en Jan Loogman, Petronella Loog- man, Cornelia Koek, Hazina en Mientjo Lemmerzaal, Cornelia Vlugt, Klazina van Nieuwkoop, Wilhelmina Klijn, Antjo van Veen, Hendrik Lo6. Leen en Gcrrit Loog man, Jacob en Johannes van Nieuwkoop, Qerritj© Doeswijk, Sophia cn Dora Los, Jacob van Nieuwkoop, Willem Doeswijk, Jan cn Neeltjo Los. Johanna Lemmerzaal, Cornelis en Willem Spaargaren, Mietje en Jan Koek, t© Kaag, Ario Spaargaren, t© Lisse, Marietje cd Jeanetta Völcker, Jan do Winter, S. en Nella van Eik. t© Leider, dorp, Johan cn Neeltje Hijzelendoorn, to N.-Wetering, Lena Koningsveld, Abr. Par- mentier, to Ocgstgecst, Helena en Anna de Mooy, Adr. de Mooy, Maria Valk, te Rijns, burg, Jacob en tpiet Dwars waard, te Sas- scnhcira, Wilhelm Bergman, Kaatje en Dirk van Tinus, Jan en Cor Bergman, Jo Borg man, Genard Bergman, en Cornell's Berg man, te Warmond, A. Breukink, to Voor schoten, J. en L. Romijn, J. en G. v Ko nijnenburg, B. cn P. Degenaars, A. cn B. do Boorder, to Zoeterwoude. Prijzen vielen ten deel aan: J o cn Stien Mader, tc Loi do n, A. en P dc Boor der, to Zootor woud e. Coi-r e Ejp ondentie. Jan do W intor, to Leiderdorp. Het spijt jnij niet aan jo verzoek te kunnen voldoen, vriendje; doch jo ingezonden raadsel is van tc algcmceno bekendheid om in onze rubriek to worden opgenomen. Misschien wil jo probeoren nog eens iets anders in to zenden. Joanetto Volckor, te Leiden. O, mcisjelicf, met mijn verjaardag heb jo nog tijd, want die is 7 Januari. Jo plan, om onderwijzeres te worden, vind ik uitstekend, vooral wanneer je or aanleg voor hebt. Het ia m. i. voor meisjes de beste betrekking. Jo bijdragen, evenals die van Marietje, in dank ontvangen. W. J. van Ommering, te Koudekerk. Geduld maar, beste vriend, en flink je best doen Je moet mas.r denken aan het spreekwoord, dat luidt: „De aanhouder wint." Maljaert v. d. Gugton, to Katwijk, iieste vriend, ik denk, dat jo misschien verzuimdet je briefje te onderteekenen, want anders kan ik mo niet begrijpen, dat je naam niet op clo lijst van inzenders voorkwam. Gaarne zou ik echter zien, dat jo eons wat meer zorg aan je werk be steedt, want over het algemeen zien jo briefjes er niet bijzonder netjes uit cd daar ik bijzonder op net werk gesteld ben, voel ik mij in den regel weinig aangetrokken tot het beantwoorden van brieven, die vuil zijn of slordig geschreven. Ik hoop, dat jo hier in hot vervolg cena aan wilt denken. V-iendclijko groeten, ook aan je moedor. A. Zandvliet, te Hazerswoude. Vondt jo de raadsels heusch zoo moeilijk, beste kind Toch ontving ik verbazend veel goede oplossingen; ik denk dus, dat je jc nog een hectjo zult moeten oefenen, dan zal het van lieverlede wel beter gaan. Kan je nog niet met inkt schrijven? Anthonia en Botsy van Wijk. Met genoegen vernam ik, dat het bock zoo in je smaak vieL Jo bijdragen in dank ont vangen. C or n e li a v. d. Veer, te Leiden. Neen, van jo buurmeisje Ida herinner ik me niet ooit briefjes ontvangen to hebben. Je anekdoten in dank ontvangen; met do plaatsing zal jc echter nog wat geduld moeten bobben. Piet Loyenaar, te Leiden. Het raadsel, dat ik heden van jo ontving, zal ik zoo spoedig mogelijk plaatsengeduld dus, vriendje I Jan Ley ©naar, te Leiden. Gaarne wil ik in de onderlinge correspondentie gele genheid geven tot het ruilen van postzegels, enz., doch de aanvragen moeten door julliq zelf worden gesteld. Indien nu do aanhits ding van B. D. jo niet duidelijk was, daq raad ik jo aan zelf ccn duidelijk omschre ven aanvrage in to zenden, dio ik gnarno' in onze rubriek wil opnemen. Vriendelijke groeten 1 Lydia en Jacobus Wittenaar, te Leiden. Ja, kinderen, ik vind hel best, als je in het vervolg gezamenlijk do raad- seL oplost cn inzcudt. J. L. U o 81 v e e n, to Leiden. Waarschijn lijk kwam je briefje de vorige week to laat in mijn bezit Wil jo in het vervolg jc best doen wat netter to schrijven? Barbara van Dissol, lo Leiden. Wanneer je do aauvrage duidelijk cn net jes op een apart stukje papier schrijft) zal ik voor plaatsing zorgen. Mies Jansso, tc Leiden. Wel, meisje, wat oen beeldig postpapier hob jo gekro gcnl Ik geloof, dat jo een echt troetelkind je van jo vader bent, is het niet? AgoosvanHaldoroo, te Leiden. Wel, Agncs, nu kan ik toch niet nalatcu je mijn compliment to maken over jc vord© ringen. Er is waarlijk een hemelsbreed ver schil tusschen jo brief jo van heden on dat, wat ik vier of vijf weken geleden van jo ontving. Als jo zoo voortgaat, zal jo nog leeraros in schoonschrijven kunnen worden. Vriendclijko groctjo3l Ario Starkoüburg, te Leiden. Besto vriend, op jo vraag omtrent jo inge zonden raadsels kan ik jo onmogelijk an ders zeggen, dan dat jo geduld moet. hebben tot jo aan do beurt van plaatsing bent. Nu onze kring zich meer cn mceruitbroidt, kan ik onmogelijk allo ingekomen bijdragen binnen ccn paar weken plaatsen, want zoo als jo weet worden cr wekelijks slechts vijf raadsels goplaatst. Wil hol mi na Gout t© loeiden. DuS Weren jullie in April bruiloft? Nu, dat zal een pret zijn. Jo maakt zeker een mooi handwerk voor dio feestelijke gelegenheid is het niet? Annio en iPhiontjo Ooeborg, to Leiden. Wanneer jo maar trouw jo best blijft doen zal jc stellig ook wol eens een prijsje ontvangen; maar beloven kan ik daaromtrent niets, bcsto kinderen I Louise Robert, to Leiden. Ja meia- jo, wanneer jo je briefjes verzuimdot ts ondertoekenen is hot ook goon wonder datf cr nimmer iets voor jc onder corresponden tie stonddaar moet jo vooral aan denkem Vriendelijke groetjes I Mario don Holdorto Leiden. Met genoegen vernam ik dat jullie op do meis-« jesvisitc bij Martha zooveel genoegen gehad' heen. Als jo naam do vorige weck niet vermeld stond, hadt j© zeker verzuimd hot to onder tcekenen evenals mijn vriendinnetje LouisoU' Jo van Vliotto Leiden. Wel meisje,/ vondt j© het nu waarlijk zoo'n gewichtig besluit, dat jj or zoo lang over moest na denken om jo bij ons aan to melden? Tincv. <L W er ff té Loi den. Jc bijdra gen in dank ontvangen. Mot de plaatsing zal jo echter geduld moeten hebben, lieve vriendin. Gusta filoysor te Leiden. Zeker mag jo aan onzo rubriek meedoen; heel gaanj no zelfs- Voor het inzenden van vcrfcaaltje# bon je echter nog to jong, bcsto kind, want het moet eigen werk zijn en mag niot uit boeken worden overgeschreven Nolly Kouw te Leiden. Aangenaam konnis te maken, nieuw raadsel vriend inno* tje! Jo moet mo eens spoedig hot een ©o ander raededeclcn omtrent jo persoontje; wil je? Karei Booils to 's-Gravenhago. Ik kan mo voorstellen hoe verheugd Mariotjo is, dat zc met Moe een dagje naar Leidoa mag on bon verlangend do volgende weck van haar to vernemen h ie ze het gemaakt heeft. Vriendelijke groetjes. MARIE VAN A-JGTEL. Onderlinge Correspondentie. Aan mijn medcraadsclkindoron t Wio wil mij 6 geschicdcnisplaatjes geven voor 10 Verkado's plaatjes. Mijn adres is: Suze Dekker, Houtstraat 6, Ixiidcn. Aan mijn mode-raadselkinderen.- Wio mijner mcdc-raadselkinderten "ruiljfl met mij dc volgende postzegels: 2 van Ncd'.-Indiö voor 1 Perzische J Engelscho, 1 Zwitsersche en 1 Duitsch* voor 1 van de Congo. 1 Transvaalsch© on 1 van Nod.-Indif voor 1 van Tunis- Mijn adres is: Abr. Parmentier, Pieter» straat 188 a/d. Morachweg, Ocgstgecst. Wegen» overvloed van kopij moesten van deze Rubriek eenigc Htukken blijven liggen*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5