JTo. HÖSP. LESDSGH DAGBLAD, ZATERDAG 27 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1906 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. "Vixen en lïorie. De „Nieuwe [Rolberiamsche C' o u r a n t" bepleit <le inrichting van ziokcnkamors in de kazernes voor soldaten, die niet voldoende ongesteld zijn om in het hospitaal te worden opgeno men. Thans moeien deze verblijven op do gewone chambréc, waar zo blootstaan aan tocht bij het luchten t i aan drukte bij het gebruik, dat ook anderen van de kamer moeien maken. „Dit alles nu kan worden voerkomen," zegt het blad, „wanneer men in elke ka zerne, waar dit mogelijk is, een kamer als ziekenkamer inricht, iets, dat, ale wij ons niet bedriegen het geval is in het Ita- liaanschc leger. Zulk een kamer zouden wij willen zic.i ingericht als elke sc Idatenkamer, voor zien van eenigo gewone nachtlegers, kast jes, tafels, stoelen, enz het aantal in evenredigheid met dc sterkte van do be woners der kazerne vast te stellen. Is het mogelijk twee ineenloopende kamers hier voor aan te wijzen, zoodat de ccne als eet-, de ander als slaapkamer kan dienen, dan is dit aan to bevelen; bepaald noodig is dit echter niot, daar in den regel de ka- merzieko wel hot bod zal moeten houden. AVat echter wèl noodig is, is een gelegen heid voor den man om aan zijn natuurlijko behoeften te voldoen en zicE behoorlijk te reinigen.want hij mag niet genoodzaakt zijn do kamer to verlaten. Zoowel in het belang van de orde, als om te zorgen, dat do voorschriften van den officier van gezondheid behoorlijk Worden nagekomen, zou een gegradueer de van een der compagnieën hospitaal soldaten op de kamer gehuisvest moeten zijn. De manschappen die op last van den elf icier van gezondheid op do ziekenka mer worden opgenomen, blijven admi nistratief geheel tot hun troepengcdeelte beboeren. Wat ligging, voeding, kleeding, enz. aangaat, worden zij op denzelfden voetbehandeld als bun geheel gezondo kameraden, doch zij verrichten geen dienst en tnogon do kamer niet verlaten. Een door den chef van den militair-ge neeskundigen dienst in het garnizoen aan tc wijzen officier van gezondheid weidt be last met het toezicht op de ziekenkamer en gèeft zijn bevelen aan den gegradueer den hospitaalsoldaat, waarvan wij hierbo ven spraken." liet blad is overtuigd, dal het percenta ge van zieke soldaten en, in verband hier mede, liet aantal verplegingsdagen in de hospitalen door do invoering van zieken kamers aanmerkelijk zal dalen. In elk ge val dunkt het ons de moeite waard om eens gedureude een jaar een proef ie ne men; in een der nieuwe kazernes tc As sen, Amersfoort cl Breda zal lüectee wel gelegenheid zijn. De beer J. van Oldcnborgh, kapitein der genie bij den bouw van het nieuwo kazer- neruent to Nijmegen, schrijft aan de „N i o u wc Rotterdamscho Cou rant": Naar aanleiding van uw artikel zal door velen met belangstelling vernomen worden, dat het legerbestuur recd's op don door u in dat artikel aangegeven maatregel zijn aandacht gevestigd heeft. Reeds geruimen tijd geleden ontving ik do opdracht, bij het plan voor do tweede der nieuw to bouwen infanteriekazernen (waarvan de eerst© taco reeds ïd uitvoe ring was cn in den afgeloopen zomer in gebruik genomen werd) to rekenen op zie kenkamers c. 8. Dientengevolge bevinden zich in dc kazerne, welko thans in uitvoe ring is, en vermoedelijk in den aanstaan den zomer zal worden betrokken, eenigo aan elkaar grenzende en met elkaar in onmiddellijke gemeenschap staando loka len nl. twee ziekenkamers (samen voor een zestiental patiënten,) één vertrek voor den (gegradueerden) ziekcnopzichter, een waschvertrek en een privaat. Het ligt in do bedoeling, deze lokalen .o benutten tob het nemen van een proef, als in bovenbedoel^ artikel werd voorgo- staauf De „H aagsciie Courant" meent, dat het foit alleeü, dat onzo wetgever na twintig jaren er nog niet toe is overge gaan, zich bij de Be r nor Conventie aan to sluiten, zooal geen bewijs, dan toch een sterk vermoeden oplevert,- dat er meer aau do zaak vast is dan men bij opper vlakkige beoordeeling zou meencn. „De praktijk des levens", zoo schrijft zij, „is hier, als in zoo menig ander geval, in lijnrechten strijd met de theoretisch© rechtsleer, waar op zichzelveu inderdaad niets tegen is in to brengen. Maarprecies hetzelfde ia te zeggen voor iets anders van nog meer belang misschien dan het auteursrecht op wat in boeken is neergeschreven: het octrooi van uitvinding. Wanneer Edison dc telefoon, Marconi do vonkentelegraaf uitvindt, clan is het billijk, nietwaar, dat Edison en Marconi daarvan do voordeelen trekken en niet dc eerste de best© hun vinding mag namaken. Dat is zóó duidelijk, dat het iedereen verbaast, dat dit niet algemeen door een Bemer Conventie is gewaarborgd. En tochtoch heeft de Ncderlandscho web- gever jaren geleden de Octrooi wet, die hier te lande uitvindingen beschermde, afge schaft, omdat do ervaring had bewezen, dat zij was tegen het algemeen belang en ondoeltreffend tevens. Al zijn er ook nu uog verscheidene lan den, die hun Octrc'oiwet handhaven, do ondervinding, daarmede opgedaan, is van dien aard, dat men vrij algemeen de on doelmatigheid erkent. En al wordt er, sedert jaren, met volhar ding door een aantal belanghebbenden op aangedrongen, de Nedcrlandsche wetgever heeft er in ernst nooit aan gedacht, ug to kómen op zijn besluit^ waarbij ons Jand uit een industrieel oogpunt om met de letterkundigen te spreken een z.g. roof staat werd. Ook prof. Van der Vlugt c. s. hebben daartegen nog geen motie ingediend." Onze auteurs vergissen zich bovendien, meent het blad, als zij strijd voeren voor do Bemer Conventie. j meenen tc strijden voor hun eigen belang; zij doen het voor degenen, die niet zelden den schrijver cxploitecrcn en het leeuwendeel van <ïo winst voor zich nemen. Want niet do schrijver, maar de uitge ver van het boek wordt door dc Conventie beschermd. En nu zijn er zeker voortreffelijke uitge vers, die royaal betalen, soms meer dan hun een werk opbrengt. Maar de regel is toch, dab werken, die opgang maken, en daar is het voor het vertaalrecht toch om te doen, den auteur een behoorlijk loon opbrengen, maar den uitgever voor zijn risico cn moeite tienmaal zooveel. In den regel, zegt do „H->nagscho Coura n t'' verder, is de Berner Conven tie n i e t in het belang der schrijvers; vooral niet van kleino landen als het on ze,gesteld al, dat sommigen er wat van zouden profiteeren, indien een noemens waard vertaalrecht (aan den uitgever) moest worden uitgekeerd, cn dab het niet het gevolg zou hebben van allo protec tionisme, n.Lafsluiting van de grenzen ten voordeel© alleen van de binncnlandsche producenten. Voorts betoogt het blad nog, dat het prijsgeven der vrijheid van vertaling zou zijn in strijd met het publiek belang. „De Niouivo Couran t" spreekt over dit artikel van de „Haagschc Cou ran t". Er staan, zegt Ivefc blad, in dat artikel positieve onjuistheden. Zij schrijft onder meer Zoo vernemen wij uit do „Haagsclie Couran t", dat aansluiting bij de Berner Conventie niet noodig is om nadruk to weren: „want nadrukken van het oor spronkelijke werk i s al verboden cn straf baar in ons land. De Berner Conventie vel- biedt alleen ver tal e n" Om dezo geheel nieuwe mededeeling te staven zal de „H aagsche Courant" hebben aan to wijzen, welko Nederlandscho wot het nadrukken van in den vreemde verschenen werken verhindert of strafbaar stelt. Ontging het haar wellicht, dat art. 2" onzer Auteurswet do werking dezer wet beperkt tot ,,in Nederland of in Neder land scli-Indiö gedrukte en door den druk ge meen gemaakte werken?" Het nadrukken van het oorspronkelijke, vreemde werk (daar alleen gaat het hier om), is in Ne derland niet alleen niet verboden, maar het gesohiedt: mot literaire werken spora disch en gelukkig allongs minder, doch met muziekwerken zeer veelvuldig. Voor de ver_ zekering, dat de Berner Conventie alleen vertalen verbiedt, moge voorts het brad rec tificatie vinden iQ den tekst der Conventie zolve. Niet minder eigenaardig is do vergelij king door de ,,H a ag s c h o Courant'" gemaakt tusschen do beweging ten gunste van aansluiting bij de Berner Conventie en die tot invoering cencr Octrooi wet. Zie hier nu do „praktijk des levens", roept het blad. Wat lijkt in beginsel mooier dan een Octrooiwet? En tocli, wij hebben er een gehad en haar moeten afschaffen als „tegen het algemeen belang en ondoeltreffend tevensEn 4-1 wordt er sedert jaren, met volharding, door een aantal belanghebbenden op aan gedrongen, de Nederlandscho wetgever heeft or in ernst nooit aan gedacht, terug Ie komen op zijn besluit..." Nu treffen wij onder de stukken der Tweede Kamer, zitting l004/"05 No. 197, een wetsontwerp aan tot „regeling van het octrooirecht voor uitvindingen." Het is in gediend m Mei 1905 cn gaat vergezeld van een uitvoerige Memorie van Toelichting, goteekend Do Marez Oyens, Loeff en Idcn- burg, waarin breed wordt betoogd, dat bescherming van den uitvinder een maat schappelijk cn nationaal belang is cn dat do onbruikbaarheid dor afgeschafte wet van 1817 to wijten was aan dc geheel verkeerde opvatting van het octrooirecht (als een guns t), die er in doorstraalde. Het is waar, onderzocht weid dit ontwerp in do afdcelingen der Kamer nog niet, Maar daar het is ingediend cn tot onder zoek gereed ligt, heeft dan toch één der elementen van do wetgevende macht dc Regeering er, zen men zeggen, „in ernst" over gedacht de zaak to regelen. Ja, zelfs is haar ernst, in dezen tegen een Kabinetswisseling bestand gebleken, aan gezien het ontwerp door het tegenwoordi ge ministerie, dat anders met Intrekken niet zuinig was, is gehandhaafd. Men vindt het als No. G6 terug onder de —ar nierstukken zitting 1905/'06. Men leest in „Ons Vcrwcör," een blad, dat tot ondertitel draagt: „Tijdelijk orgaan van Katholieke openbare onderwij zers in het Zuiden": „Do ondervinding, welko toch zeker de besto leermeesteres is, heeft ons gclceivi, dat het openbaar onderwijs in het Z u i d o n", ook wat Katholiciteit be treft, met het Kalh. bijzonder onderwijs, zooala dit in jhet Noorden van ons land gegeven wordt best op cén lijn kan gesteld worden. Dit is een onloochenbaar feit. „Onzo Limburgsche cn Brabantscho scholen >jijn 'met neutraal.. Neutraliteit kennen wij, Katholieke onderwijzers, niet. Neutraliteit bestaat zelfs niet. Ons on derwijs is Katholiek, omdat het Katholiek kan zijn. En als men ons overtuigend bewijst dat dit niet zoo i3, dan zullen wij, onderwijzers, de eersten zijn, die den strijd gaan aan binden tegen dc openbare school. Wij, Katholieke openbar© onderwijzers, in het Zuiden zijn voor Katholiek onder wijs, welk onderwijs wij altijd gegeven heb ben en ook altijd zullen blijven geven. Wij zullen steeds ho' houden dc ware Katho lieke beginselen inzake onderwijs." Aan „Do Nieuwe Koerier" een insgelijks Roomsch-Katholiek blad, het welk daartegen had opgemerkt, dat „de Kerk in de openbaro school toch rechtens nleta to zeggen heeft," ant woordt „O n s V e r .w e or:"- -Onder de Kerk kan men verstaan do gemeenschap van allo Katholieken dor wc. rold. En daar de Katholieke openbare on derwijzers ook tot oio gemeenschap be lmoren, kan men de zaak zóó beschouwen, dat) dezen in do 'openbaro scholen optre den als vertegenwoordigers dier Kerk, zoodat dan do Kerk wel degelijk wat t© vertellen heeft in die onderwijsinrichting. Verstaat de redactie onder Kerk echter alleen do geestelijken, dan kunnen wij evenmin inzien, dat die Kerk niets to zeggen zou hebben. Als priester heeft do plaatselijke geestelijk© evenveel invloed op Katholieke onderwijzers en Gemeente raadsleden, als op do overige Katholieken eener plaats. Bovendien kunnen do gees telijken tob leden der plaatselijks school commissie benoemd worden. Al heeft dus die Kerk geen recht streeks gezag over do opembare school, middellijk hoeft? zij zccj jveel invloed op den gang van znken in dit instituut. Daarbij van wicn hangt het feitelijk af, of het onderwijs werkelijk „Katholiek" zal zijn of nietl Vau den onderwijzer en van hem alleen. Deze geeft) zelfstandig onderricht-, zonder toezicht. De weinige oogenblikken in het jaar, dat een daartoe aangesteld persoon eens komt kijken naar het endenvijs, zijn zóó luttel, cn van zóó weinig invloed, dat wij dezen zin gerust zoo durven neerschrij ven. Een Katholiek onderwijzer voelt zich als Katholiek verplicht, Katholiek onder wijs te geven, niet omdat do Eerwoardo pastoor, .dio hem aanstelde, dib verlangt, maar omdat zijn geweten hem dat zegt, omdat hij zich verantwoordelijk gevoelt tegenover God, Wien hij later rekenschap zal moeten geven van al zijn daden, ot'k van zijn onderwijs." „Do Ncdc rlan dor," dit lezende, heeft daartegen geen bezwaar, wanneer maar in Profceatantschc streken, wnar do bevolking dib verlangt, dc openb-ro school beslist Protestantsch-Christelijk mag zijn. Maar ergerlijk vindt ,,D o N e d c r I a n- d e r" het van het liberalisme, dat dit zich altijd verzette tegen dc doorwerking van Christelijko beginselen in de school, cn tegelijkertijd oogluikend, maar met volko men kennis van zaken, K a t li o 1 i o ko openbaro scholen, als boven geschetst, liet bestaan. Wij lezen In „Do Tijd": Nauwelijks cn door buitenmatig© krachts inspanning is do Tweed© Kamer dit jaar met do behandeling der Staatsbegrooting weer vóór Kerstmig klaar gekomen. Men vergaderde 'a Maandags eu 's Zaterdags, mei» begon des morgens ccn uur vroeger dan gewoonlijk cn hield avond- cn zelfs nachtver gade vingen, cn desondanks zou do Kamer vóór Kerstmis do begrooting met hebben afgehandeld, waren niet meerder© gewichtige aangelegenheden, als do positio van hot spoorwegpersoneel, het Post. cn Tolegraafwezen, do Staatsexploitatie der Spoorwegen, tot later uitgesteld. „Dit nu kan zegt dr. Nolens in do V onloosch o Courant'' op den duur zoo niet blijven." Daarna somt hij eenigo hulpmiddelen op, om daarin verandering to brengen, maar do Venlooscho afgevaardigde zelf beschouwt zo als onafdoendo en vrij nuttcloozo lap middelen, als dc ,,S prcekkwaal" niet genezen wordt. „Al dio middelen," zegt dr. Nolens, „zul len weinig baten als do Kamer zelve geen zelfbeperking betracht. Do voorzitter kan daartoo maar zelden iets bijdragen, nl. als do sprekers zich bui ten* do orde begeven, wat bij algemeen© be. schouwingen moeilijk is; overigens kan hij eens een vermaning laten lioorcn, waarvan ieder meent, dat ze niet op hem, maar op con ander toepasselijk is, cn voor do rest zal hij do spreckkwaal maar moeten latei doorzieken. Do Kamer zelvo zou echter uit haar mid den do slcchto gewoont© kunnen bannen, om redenceringen to baseeren op couran- tcnknipsels, waarvan er soms geheel© ko lommen wordon voorgelezen. Zij zou uit do mondelinge behandeling kunnen weglaten al wat reeds ia de schriftolijko over ed weer voldoend© uiteen is gezet-. Misschien zouden eenigo aphorismen van 'iimon aan do wanden der Kamer plaats kunnen vinden, o. a. „Uil argument répó- té est commo un diner réchauffé." (Ecu herhaald argument is als opgewarmd eten.) „N'oubliez pas, quand vous aurc* commcnoé, de finir." (Vergeet niot, nadat gij begonnen zijt, to eindigen). „No par- lez quo pour dire quelquo chose et non pas seulement pour qu'on diso quo vous avez parló". (Spreek om wat to zeggen, en niet alleen, opdat gezegd worde, dat go gesproken hebt.) Hoo dit zij, uiccr waro waarschijnlijk to winnen als dc partijgrocpen zeiven én hij do voorbereiding cn bij do behandeling tob eenigo stelselmatige behandeling in eigen kring kouden besluiten. Voor toepassing van do verschillende? middelen, dio van versohillendo zijden lol betering van den toestand worden aange prezen, is voor sommige zelfkennis cn arit- beperkiug der leden noodig. Voor ander,* wijziging van het reglement van ordo dei- Kamer, en voor andere zelfs wijziging ilctl Grondwet." Dab con der gezaghebbende Kamerlede© zelf opkomt tegen do „sproekkwiuil" van, sommigen zijner collega's, is een teeken. dat- ook in parlementaire kringen do nood» zakelijkheid van verbetering levendig g-, voeld wordt, en geeft ons hoop, dat do edele patiënten de toepassing van genees middelen als vervroeging van do oponings- zitling, die misschien weer ccn ander euvel to voorschijn roept, zullen overbodig ma ken. „Treurige sytnplom-n bij ons bijzon der k a t li o 1 i o k o n d o r w ij s" nocmb „D o T ij d" het gebeurde op do vergouo- ring van katholieke onderwijzers to Ariu hein, waar opgekomen werd tegen het ont slag van den onderwijzer Van den Berg aan dc St.AVillcbrordusschool to IJl recht cn den 11.-K. onderwijzers werd ontraden naar dio school to solliciteeren. Mocht ait middel slagen, dan zou, vreest het blad, in het vervolg een besluit van het schoolbestuur, het welk (o recht of ten onrechte door do onderwijzers wcivJ afgekeurd, voldoende wezen om elko bij zondere school, door do toewijding cn do offervaardigheid der Katholieken opgericht) en onderhouden, ten doodo te doen op schrijven 1 Wat er, als het dien weg opgaat, moet worden van ons bijzonder katholiek on derwijs, hetwelk zonder dc warme licfdo en do milde offervaardigheid onzer moer» gegoede gcloofsgonooten, alsook zonder do bereidwilligheid van meer ontwikkelden,, om zitting tc nemen in schoolbesturen en hun tijd en zorgen aan de zaak van het katholiek onderwijs 'te wijden, thans cn in do toekomst evenmin bestaan kan ale lob dusver, durven wij niet voorspellen* En dab door do schuld van katholiek© onderwijzers; en dat, tcnvijl o*'cc het al- gpinecn door on/.i schoolbesturen cn tlooT, kerkelijk© cn wereldlijke, autoriteiten, aio over ons bijzonder onderwijs gezag hcbbcnr den laatston tijd vooral gepoogd wordt) de positie hunner onderwijzers, ook onder stoffelijk opzicht, zoodanig to verbeteren, dat reeds de naijver van de onderwijzort der openbare school cr door werd opge wekt! Is het inderdaad niet treurig, diep tröu- rig? Do „P rov. G r o n. C t.", hoezeer do beslistheid van den Minister van Justitie om zich aan een vast werkplan to houden,, toejuichende, meent, dat daarin één ding beslist ontbreekt: vorbotoriug vau hot burgerlijk procesrecht- Zij brengt do in do Twcodo Kamer ter zak© ge voerde discussie in herinnering on do redo van prof. Houwing betroffendo dc richting: waarin verbetering moet worden gezocht, om dan te besluiten „Trouwens: w a t ©r gedaan moet worden om don Ncdcrlundschcn burger eindelijk eens snel een goedkooprecht t© verzekeren, 40) Zij reden een langen heuvel op. Halver wege daarvan kwamen zij aan het hek van het hondenhuis. Violet zag cr naar, met een half nieuwsgierigen, half afkeerigen blik, die een aandoening van do levendigste pmart uitdrukt©. „Die gocdo papal" zuchtte zij. „Nooit Ache en hJj gelukkiger to zijn dan wanneer hij mij medenam om de hondon to zien." „Mijnheer Vawdrey wordt het volgend jaar president van de jachtvereeniging", jteide mevrouw Soobel. „Weet gij wanneer zij gaan trouwen?" tvroog Vixen, op een onverschilligen toon. „In hot laatst van dit jaar, heb ik ge hoord. Hebt gij mijnheer Vawdrey dikwijls gesproken sedert hij terug is?" „Ik geloof, dat ik hem driemaal gezien heb". „Ach, Violet, wanneer zult gij geënga^ Keerd zijn?" vroeg mevrouw Scobel, schert- étend. „Waar is do man uwer keuzo?" „Nergens; of do Hemel zou mij zulk een man moeten geven als mijn vader was.'' „Gij en mijnheer Vawdrey waart als isje en knaap zulko goede vrienden. Ik h©b wel eens gedacht, dat de kinderlijke ffriendsohap op een blijvend© gehechtheid Vou uitloopen." „Zoo? Dan hadfc gij het" erg rais. Ik ben ipict half goed genoog voor mijnheer Vaw drey. Als speelmakker ging het wel, maar aLj vrouw moet hij iemand hebben, die do volmaaktheid meer nabij komt." „Maar uw beider smaak kwam zoo over. een." „Juist con reden, waarom wij niet bij el kaar passen." „Wat strijdig ia vcrcenen, is liefdes hoog st© lust", beeft een dichter gezegd, maar dat kan ik toch niet gelooven. Violet, ik vrees veeleer, dat dit huwelijk het gevolg van berekening dan van ware genegenheid is", zeide mevrouw Scobel plechtig. „O, de vereeniging van Ashbourne cn Briarwood is ongetwijfeld van groote be teeken is, maar Roderick Vawdrey denkt veel to edel om met een meisje tc trouwen, dat hij niet kan beminnen. Tot zulk een laagheid zou ik hem niet in staat achten", antwoordde Violet, het voor haar ouden vriend opnemende. Nu kwamen zij het boseh uit cn reden door een vreedzame kolonie, bestaande uit een zestal hutten, een landelijk© herberg, waar de grootst© stilte cn slaperigheid heerschten, en twee of drie huizen met oudcrwctsche tuintjes. Vixen bracht het gesprek nu op krenten broodjes en schoolkinderen, welk aange naam onderwerp hen bezig hield totdat Tic- mouse een ontzettend steilen heuvel was opgeklommen, terwijl de predikant in hot zand naast hem liep, en toen lag het diepe dal, waar Rufus vermoord werd, lachend ia den zonneschijn beneden hen. Het panorama, dat men van den top van dien heuvel ziet-, is misschien het schoonste in het New-Forest: een land schap, dat zich tot do witte muren, de pannen daken en de oud© abdijkerk vnn Romsey uitstrekt; hier een kronkelooco stroom, daar een nederig dorp, waarvan do naam alleen aan do bewoners bekend was, tmsschen hob geboomte verscholen, of in den helderen zonneschijn op ccn open heide. Op den top van den heuvel werden Tit mouse cn het rijtuig ovorgclatcri aan de zorg van Bates, den ouden groom, dio Violet reeds op haar eereten rit met den pony vergezeld had, terwijl <ie manden werden overgege ven aan een jongen, die op den uitkijk had gestaan om hen op te wachten. Zij daalden allen langs een smal pad in het dal af, waar do kinderen als een dichte bijenzwerm door elkander joelden, terwijl er uit hun raidden een witto rook opsteeg als het vuur onder een brandoffer. Dib duidde aan, dat Waar do waterketel tc kook hing, op echte Zigeuner manier Heb volgend halfuur was aan het thee drinken gewijd Do zingende waterketel was een hoofdfiguur bij het feest Kopjes en schoteltjes werden geleverd door een kleino bende van die soort van inlandscho Zigeuners, die er des zomers een bestaan in vinden bij picnics cn theepartijtjes hun diensten aan te bieden en bij zul&o gele genheden waarzeggen cn fotografieën ver koelen. Witto lakens werden op het gras gespreid, co stapels boterhammen, koek cn krentenbroodjes varen een uitlokking voor do vliegen. Nu werd cr een koorzang aangeheven, eui daarna vielen de kinderen, alp. arendon op hun prooi, op de stapels boterhammen aan, en sloegen cr zich dapper doorheen, om tot do krentenbroodjes cn de koek over t© gaan. Sedert Violet in Hampshire terug was, had zij zich zoo vergenoegd niet gevoeld als op dien zonnigen namiddag, terwijl zij zich onder dio jeugdige veelvraten oe- woog. Do aanschouwing van hun eeniga- zins plomp© tevredenheid leidde haar ge dachten van haar eigen bekommeringen cn verdrietelijkheden af eu teen het feest maal was afgeloopen, echter niet voor dat al do proviand totaal opgebruikt was, tot teleurstelling van do gedienstige hon gerlijders van, het ijulandschej Zigeunerras veerde Vixen een luidruchtigcn troep aau bij het van oudsher befaamde spel Kat cn Muis, totdat do schoolkinderen in koortshitte waren. Nu volgde Patertje lango den kant, waarbij Vixen slechts do bepaling moa--c, «Jat niemand haar mocht kiezen Daarna speelden zij .Stuivertje- wisselen, waarvoor dit boschrijk dal uitne mend geschikt was, dan! de boomen juist op zulk een afstand van elkander stonden alscf zij voor kinderspel geplant waren. „O, ik ben zoo moe!" riep Violet einde lijk, teen het acht uren was en de onder gaande zon oen gouden glans op dc borken en dc half door bel geboomte verborgen waterplassen wierp; ik zal het volgende spel niet kunnen meedoen". ,,OclT, juffrouw," riepen twintig schelle stemmetjes, „och, asjeblieft, juffrouw, zonder u kunnen wij niet spelen, u speelt het beat van ons allen." Dio vleierij was van uitwerking. „Nu dan, maar ik kan werkelijk niet meer doen dan u aan den gang brengen zeide Vixen, verhit) en buiten adem; „wat moet bet zijn?" Blindemannetje!" schreeuwden do jon- 1 8en,s* -j „Blindemannetje ia het beste. zcido Vixen. „Dat boschjo daar is een mooie plaat© om blindemannetje te cpelèn. Maar onthoud het, ik breng u alleen maar aan' den gang. Komaan cian, wie zal do blia-» deman wezenY' Scobel bood zich daartoe aau. Hij w\% tot dusverre ccn stil toeschouwer van do spelen geweest; maar dit was het laatste spel, en hij gevoelde, dat hij icte nicoe moest doen dan alleen toezien. Vixcu blinddoekte hem, deed hem dc gewon© vragen naar zijns vaders stal cn cchcof hem draaiend tusschen do met mos b«>- groeide boomen om met uitgestrekte ar men rond te tasten, onder het schel go- lach en luidruchtige pret. Hij wrus niet lang blindeman geweest ea had zich uog niet dikwijls tegen dc boo men gcatooton, toen hij ccn dik cn kort ademig meisje greep, wier zware ademha ling haar naoijheid zelfs aan een halfdod» ve verraden zou hebben." „Dat ij Polly Sims, dat weet ik", zcido Het was Polly Sims, die nu dadelijk zoo blind werd gemaakt als dc fortuin of d© gerechtigheid, of welko macht het raenschdom met haar gunsten bedeelt.» Polly scharrelde lang tusschen do boomeity greep nis een razende in do ledige lucht,} hijgend© als een stoommachine, cn oo weinige hersens, die zij bezat, bijna mij l.ct hoofd sfcootendo tegen de grijze tak-^ kr»n, dio zich als do mager© armen van de; heksen in „Macbeth" over haar pad uit, strekten. (Wjrfi vtrVoltf.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5