JTo. HÖSP.
LESDSGH DAGBLAD, ZATERDAG 27 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1906
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
"Vixen en lïorie.
De „Nieuwe [Rolberiamsche
C' o u r a n t" bepleit <le inrichting
van ziokcnkamors in de kazernes
voor soldaten, die niet voldoende ongesteld
zijn om in het hospitaal te worden opgeno
men. Thans moeien deze verblijven op do
gewone chambréc, waar zo blootstaan aan
tocht bij het luchten t i aan drukte bij het
gebruik, dat ook anderen van de kamer
moeien maken.
„Dit alles nu kan worden voerkomen,"
zegt het blad, „wanneer men in elke ka
zerne, waar dit mogelijk is, een kamer als
ziekenkamer inricht, iets, dat, ale wij ons
niet bedriegen het geval is in het Ita-
liaanschc leger.
Zulk een kamer zouden wij willen zic.i
ingericht als elke sc Idatenkamer, voor
zien van eenigo gewone nachtlegers, kast
jes, tafels, stoelen, enz het aantal in
evenredigheid met dc sterkte van do be
woners der kazerne vast te stellen. Is het
mogelijk twee ineenloopende kamers hier
voor aan te wijzen, zoodat de ccne als eet-,
de ander als slaapkamer kan dienen, dan
is dit aan to bevelen; bepaald noodig is
dit echter niot, daar in den regel de ka-
merzieko wel hot bod zal moeten houden.
AVat echter wèl noodig is, is een gelegen
heid voor den man om aan zijn natuurlijko
behoeften te voldoen en zicE behoorlijk te
reinigen.want hij mag niet genoodzaakt
zijn do kamer to verlaten.
Zoowel in het belang van de orde, als
om te zorgen, dat do voorschriften van
den officier van gezondheid behoorlijk
Worden nagekomen, zou een gegradueer
de van een der compagnieën hospitaal
soldaten op de kamer gehuisvest moeten
zijn.
De manschappen die op last van den
elf icier van gezondheid op do ziekenka
mer worden opgenomen, blijven admi
nistratief geheel tot hun troepengcdeelte
beboeren. Wat ligging, voeding, kleeding,
enz. aangaat, worden zij op denzelfden
voetbehandeld als bun geheel gezondo
kameraden, doch zij verrichten geen
dienst en tnogon do kamer niet verlaten.
Een door den chef van den militair-ge
neeskundigen dienst in het garnizoen aan
tc wijzen officier van gezondheid weidt be
last met het toezicht op de ziekenkamer
en gèeft zijn bevelen aan den gegradueer
den hospitaalsoldaat, waarvan wij hierbo
ven spraken."
liet blad is overtuigd, dal het percenta
ge van zieke soldaten en, in verband hier
mede, liet aantal verplegingsdagen in de
hospitalen door do invoering van zieken
kamers aanmerkelijk zal dalen. In elk ge
val dunkt het ons de moeite waard om
eens gedureude een jaar een proef ie ne
men; in een der nieuwe kazernes tc As
sen, Amersfoort cl Breda zal lüectee wel
gelegenheid zijn.
De beer J. van Oldcnborgh, kapitein der
genie bij den bouw van het nieuwo kazer-
neruent to Nijmegen, schrijft aan de
„N i o u wc Rotterdamscho Cou
rant":
Naar aanleiding van uw artikel zal
door velen met belangstelling vernomen
worden, dat het legerbestuur recd's op
don door u in dat artikel aangegeven
maatregel zijn aandacht gevestigd heeft.
Reeds geruimen tijd geleden ontving ik
do opdracht, bij het plan voor do tweede
der nieuw to bouwen infanteriekazernen
(waarvan de eerst© taco reeds ïd uitvoe
ring was cn in den afgeloopen zomer in
gebruik genomen werd) to rekenen op zie
kenkamers c. 8. Dientengevolge bevinden
zich in dc kazerne, welko thans in uitvoe
ring is, en vermoedelijk in den aanstaan
den zomer zal worden betrokken, eenigo
aan elkaar grenzende en met elkaar in
onmiddellijke gemeenschap staando loka
len nl. twee ziekenkamers (samen voor
een zestiental patiënten,) één vertrek voor
den (gegradueerden) ziekcnopzichter, een
waschvertrek en een privaat.
Het ligt in do bedoeling, deze lokalen
.o benutten tob het nemen van een proef,
als in bovenbedoel^ artikel werd voorgo-
staauf
De „H aagsciie Courant" meent,
dat het foit alleeü, dat onzo wetgever na
twintig jaren er nog niet toe is overge
gaan, zich bij de Be r nor Conventie
aan to sluiten, zooal geen bewijs, dan toch
een sterk vermoeden oplevert,- dat er meer
aau do zaak vast is dan men bij opper
vlakkige beoordeeling zou meencn.
„De praktijk des levens", zoo schrijft zij,
„is hier, als in zoo menig ander geval, in
lijnrechten strijd met de theoretisch©
rechtsleer, waar op zichzelveu inderdaad
niets tegen is in to brengen.
Maarprecies hetzelfde ia te zeggen
voor iets anders van nog meer belang
misschien dan het auteursrecht op wat in
boeken is neergeschreven: het octrooi van
uitvinding.
Wanneer Edison dc telefoon, Marconi do
vonkentelegraaf uitvindt, clan is het billijk,
nietwaar, dat Edison en Marconi daarvan
do voordeelen trekken en niet dc eerste de
best© hun vinding mag namaken.
Dat is zóó duidelijk, dat het iedereen
verbaast, dat dit niet algemeen door een
Bemer Conventie is gewaarborgd. En
tochtoch heeft de Ncderlandscho web-
gever jaren geleden de Octrooi wet, die hier
te lande uitvindingen beschermde, afge
schaft, omdat do ervaring had bewezen,
dat zij was tegen het algemeen belang en
ondoeltreffend tevens.
Al zijn er ook nu uog verscheidene lan
den, die hun Octrc'oiwet handhaven, do
ondervinding, daarmede opgedaan, is van
dien aard, dat men vrij algemeen de on
doelmatigheid erkent.
En al wordt er, sedert jaren, met volhar
ding door een aantal belanghebbenden op
aangedrongen, de Nedcrlandsche wetgever
heeft er in ernst nooit aan gedacht, ug
to kómen op zijn besluit^ waarbij ons Jand
uit een industrieel oogpunt om met de
letterkundigen te spreken een z.g. roof
staat werd.
Ook prof. Van der Vlugt c. s. hebben
daartegen nog geen motie ingediend."
Onze auteurs vergissen zich bovendien,
meent het blad, als zij strijd voeren voor
do Bemer Conventie.
j meenen tc strijden voor hun eigen
belang; zij doen het voor degenen, die
niet zelden den schrijver cxploitecrcn en
het leeuwendeel van <ïo winst voor zich
nemen.
Want niet do schrijver, maar de uitge
ver van het boek wordt door dc Conventie
beschermd.
En nu zijn er zeker voortreffelijke uitge
vers, die royaal betalen, soms meer dan
hun een werk opbrengt. Maar de regel is
toch, dab werken, die opgang maken,
en daar is het voor het vertaalrecht toch
om te doen, den auteur een behoorlijk
loon opbrengen, maar den uitgever voor
zijn risico cn moeite tienmaal zooveel.
In den regel, zegt do „H->nagscho
Coura n t'' verder, is de Berner Conven
tie n i e t in het belang der schrijvers;
vooral niet van kleino landen als het on
ze,gesteld al, dat sommigen er wat van
zouden profiteeren, indien een noemens
waard vertaalrecht (aan den uitgever)
moest worden uitgekeerd, cn dab het niet
het gevolg zou hebben van allo protec
tionisme, n.Lafsluiting van de grenzen
ten voordeel© alleen van de binncnlandsche
producenten.
Voorts betoogt het blad nog, dat het
prijsgeven der vrijheid van vertaling zou
zijn in strijd met het publiek belang.
„De Niouivo Couran t" spreekt
over dit artikel van de „Haagschc
Cou ran t".
Er staan, zegt Ivefc blad, in dat artikel
positieve onjuistheden. Zij schrijft onder
meer
Zoo vernemen wij uit do „Haagsclie
Couran t", dat aansluiting bij de Berner
Conventie niet noodig is om nadruk to
weren: „want nadrukken van het oor
spronkelijke werk i s al verboden cn straf
baar in ons land. De Berner Conventie vel-
biedt alleen ver tal e n"
Om dezo geheel nieuwe mededeeling te
staven zal de „H aagsche Courant"
hebben aan to wijzen, welko Nederlandscho
wot het nadrukken van in den vreemde
verschenen werken verhindert of strafbaar
stelt. Ontging het haar wellicht, dat art.
2" onzer Auteurswet do werking dezer wet
beperkt tot ,,in Nederland of in Neder
land scli-Indiö gedrukte en door den druk ge
meen gemaakte werken?" Het nadrukken
van het oorspronkelijke, vreemde werk
(daar alleen gaat het hier om), is in Ne
derland niet alleen niet verboden, maar het
gesohiedt: mot literaire werken spora
disch en gelukkig allongs minder, doch met
muziekwerken zeer veelvuldig. Voor de ver_
zekering, dat de Berner Conventie alleen
vertalen verbiedt, moge voorts het brad rec
tificatie vinden iQ den tekst der Conventie
zolve.
Niet minder eigenaardig is do vergelij
king door de ,,H a ag s c h o Courant'"
gemaakt tusschen do beweging ten gunste
van aansluiting bij de Berner Conventie
en die tot invoering cencr Octrooi wet. Zie
hier nu do „praktijk des levens", roept
het blad. Wat lijkt in beginsel mooier
dan een Octrooiwet? En tocli, wij
hebben er een gehad en haar moeten
afschaffen als „tegen het algemeen
belang en ondoeltreffend tevensEn
4-1 wordt er sedert jaren, met volharding,
door een aantal belanghebbenden op aan
gedrongen, de Nederlandscho wetgever
heeft or in ernst nooit aan gedacht, terug
Ie komen op zijn besluit..."
Nu treffen wij onder de stukken der
Tweede Kamer, zitting l004/"05 No. 197,
een wetsontwerp aan tot „regeling van het
octrooirecht voor uitvindingen." Het is in
gediend m Mei 1905 cn gaat vergezeld van
een uitvoerige Memorie van Toelichting,
goteekend Do Marez Oyens, Loeff en Idcn-
burg, waarin breed wordt betoogd, dat
bescherming van den uitvinder een maat
schappelijk cn nationaal belang is cn dat
do onbruikbaarheid dor afgeschafte wet
van 1817 to wijten was aan dc geheel
verkeerde opvatting van het octrooirecht
(als een guns t), die er in doorstraalde.
Het is waar, onderzocht weid dit ontwerp
in do afdcelingen der Kamer nog niet,
Maar daar het is ingediend cn tot onder
zoek gereed ligt, heeft dan toch één der
elementen van do wetgevende macht
dc Regeering er, zen men zeggen, „in
ernst" over gedacht de zaak to regelen.
Ja, zelfs is haar ernst, in dezen tegen een
Kabinetswisseling bestand gebleken, aan
gezien het ontwerp door het tegenwoordi
ge ministerie, dat anders met Intrekken
niet zuinig was, is gehandhaafd. Men
vindt het als No. G6 terug onder de —ar
nierstukken zitting 1905/'06.
Men leest in „Ons Vcrwcör," een
blad, dat tot ondertitel draagt: „Tijdelijk
orgaan van Katholieke openbare onderwij
zers in het Zuiden":
„Do ondervinding, welko toch zeker de
besto leermeesteres is, heeft ons gclceivi,
dat het openbaar onderwijs in
het Z u i d o n", ook wat Katholiciteit be
treft, met het Kalh. bijzonder onderwijs,
zooala dit in jhet Noorden van ons land
gegeven wordt best op cén lijn kan gesteld
worden. Dit is een onloochenbaar feit.
„Onzo Limburgsche cn Brabantscho
scholen >jijn 'met neutraal.. Neutraliteit
kennen wij, Katholieke onderwijzers, niet.
Neutraliteit bestaat zelfs niet. Ons on
derwijs is Katholiek, omdat het Katholiek
kan zijn.
En als men ons overtuigend bewijst dat dit
niet zoo i3, dan zullen wij, onderwijzers,
de eersten zijn, die den strijd gaan aan
binden tegen dc openbare school.
Wij, Katholieke openbar© onderwijzers,
in het Zuiden zijn voor Katholiek onder
wijs, welk onderwijs wij altijd gegeven heb
ben en ook altijd zullen blijven geven. Wij
zullen steeds ho' houden dc ware Katho
lieke beginselen inzake onderwijs."
Aan „Do Nieuwe Koerier" een
insgelijks Roomsch-Katholiek blad, het
welk daartegen had opgemerkt, dat „de
Kerk in de openbaro school toch
rechtens nleta to zeggen heeft," ant
woordt „O n s V e r .w e or:"-
-Onder de Kerk kan men verstaan do
gemeenschap van allo Katholieken dor wc.
rold. En daar de Katholieke openbare on
derwijzers ook tot oio gemeenschap be
lmoren, kan men de zaak zóó beschouwen,
dat) dezen in do 'openbaro scholen optre
den als vertegenwoordigers dier Kerk,
zoodat dan do Kerk wel degelijk wat t©
vertellen heeft in die onderwijsinrichting.
Verstaat de redactie onder Kerk echter
alleen do geestelijken, dan kunnen wij
evenmin inzien, dat die Kerk niets to
zeggen zou hebben. Als priester heeft do
plaatselijke geestelijk© evenveel invloed op
Katholieke onderwijzers en Gemeente
raadsleden, als op do overige Katholieken
eener plaats. Bovendien kunnen do gees
telijken tob leden der plaatselijks school
commissie benoemd worden.
Al heeft dus die Kerk geen recht
streeks gezag over do opembare school,
middellijk hoeft? zij zccj jveel invloed op
den gang van znken in dit instituut.
Daarbij van wicn hangt het feitelijk af,
of het onderwijs werkelijk „Katholiek" zal
zijn of nietl
Vau den onderwijzer en van hem alleen.
Deze geeft) zelfstandig onderricht-, zonder
toezicht. De weinige oogenblikken in het
jaar, dat een daartoe aangesteld persoon
eens komt kijken naar het endenvijs, zijn
zóó luttel, cn van zóó weinig invloed, dat
wij dezen zin gerust zoo durven neerschrij
ven. Een Katholiek onderwijzer voelt zich
als Katholiek verplicht, Katholiek onder
wijs te geven, niet omdat do Eerwoardo
pastoor, .dio hem aanstelde, dib verlangt,
maar omdat zijn geweten hem dat zegt,
omdat hij zich verantwoordelijk gevoelt
tegenover God, Wien hij later rekenschap
zal moeten geven van al zijn daden, ot'k
van zijn onderwijs."
„Do Ncdc rlan dor," dit lezende,
heeft daartegen geen bezwaar, wanneer
maar in Profceatantschc streken, wnar do
bevolking dib verlangt, dc openb-ro school
beslist Protestantsch-Christelijk mag zijn.
Maar ergerlijk vindt ,,D o N e d c r I a n-
d e r" het van het liberalisme, dat dit zich
altijd verzette tegen dc doorwerking van
Christelijko beginselen in de school, cn
tegelijkertijd oogluikend, maar met volko
men kennis van zaken, K a t li o 1 i o ko
openbaro scholen, als boven geschetst, liet
bestaan.
Wij lezen In „Do Tijd":
Nauwelijks cn door buitenmatig© krachts
inspanning is do Tweed© Kamer dit jaar
met do behandeling der Staatsbegrooting
weer vóór Kerstmig klaar gekomen. Men
vergaderde 'a Maandags eu 's Zaterdags,
mei» begon des morgens ccn uur vroeger
dan gewoonlijk cn hield avond- cn zelfs
nachtver gade vingen, cn desondanks zou do
Kamer vóór Kerstmis do begrooting met
hebben afgehandeld, waren niet meerder©
gewichtige aangelegenheden, als do positio
van hot spoorwegpersoneel, het Post. cn
Tolegraafwezen, do Staatsexploitatie der
Spoorwegen, tot later uitgesteld.
„Dit nu kan zegt dr. Nolens in do
V onloosch o Courant'' op den
duur zoo niet blijven."
Daarna somt hij eenigo hulpmiddelen op,
om daarin verandering to brengen, maar
do Venlooscho afgevaardigde zelf beschouwt
zo als onafdoendo en vrij nuttcloozo lap
middelen, als dc ,,S prcekkwaal" niet
genezen wordt.
„Al dio middelen," zegt dr. Nolens, „zul
len weinig baten als do Kamer zelve geen
zelfbeperking betracht.
Do voorzitter kan daartoo maar zelden
iets bijdragen, nl. als do sprekers zich bui
ten* do orde begeven, wat bij algemeen© be.
schouwingen moeilijk is; overigens kan hij
eens een vermaning laten lioorcn, waarvan
ieder meent, dat ze niet op hem, maar op
con ander toepasselijk is, cn voor do rest
zal hij do spreckkwaal maar moeten latei
doorzieken.
Do Kamer zelvo zou echter uit haar mid
den do slcchto gewoont© kunnen bannen,
om redenceringen to baseeren op couran-
tcnknipsels, waarvan er soms geheel© ko
lommen wordon voorgelezen. Zij zou uit do
mondelinge behandeling kunnen weglaten
al wat reeds ia de schriftolijko over ed
weer voldoend© uiteen is gezet-.
Misschien zouden eenigo aphorismen van
'iimon aan do wanden der Kamer plaats
kunnen vinden, o. a. „Uil argument répó-
té est commo un diner réchauffé." (Ecu
herhaald argument is als opgewarmd
eten.) „N'oubliez pas, quand vous aurc*
commcnoé, de finir." (Vergeet niot, nadat
gij begonnen zijt, to eindigen). „No par-
lez quo pour dire quelquo chose et non
pas seulement pour qu'on diso quo vous
avez parló". (Spreek om wat to zeggen, en
niet alleen, opdat gezegd worde, dat go
gesproken hebt.)
Hoo dit zij, uiccr waro waarschijnlijk to
winnen als dc partijgrocpen zeiven én hij
do voorbereiding cn bij do behandeling tob
eenigo stelselmatige behandeling in eigen
kring kouden besluiten.
Voor toepassing van do verschillende?
middelen, dio van versohillendo zijden lol
betering van den toestand worden aange
prezen, is voor sommige zelfkennis cn arit-
beperkiug der leden noodig. Voor ander,*
wijziging van het reglement van ordo dei-
Kamer, en voor andere zelfs wijziging ilctl
Grondwet."
Dab con der gezaghebbende Kamerlede©
zelf opkomt tegen do „sproekkwiuil" van,
sommigen zijner collega's, is een teeken.
dat- ook in parlementaire kringen do nood»
zakelijkheid van verbetering levendig g-,
voeld wordt, en geeft ons hoop, dat do
edele patiënten de toepassing van genees
middelen als vervroeging van do oponings-
zitling, die misschien weer ccn ander euvel
to voorschijn roept, zullen overbodig ma
ken.
„Treurige sytnplom-n bij ons bijzon
der k a t li o 1 i o k o n d o r w ij s" nocmb
„D o T ij d" het gebeurde op do vergouo-
ring van katholieke onderwijzers to Ariu
hein, waar opgekomen werd tegen het ont
slag van den onderwijzer Van den Berg
aan dc St.AVillcbrordusschool to IJl recht
cn den 11.-K. onderwijzers werd ontraden
naar dio school to solliciteeren.
Mocht ait middel slagen, dan zou, vreest
het blad, in het vervolg een besluit van
het schoolbestuur, het welk (o recht of
ten onrechte door do onderwijzers wcivJ
afgekeurd, voldoende wezen om elko bij
zondere school, door do toewijding cn do
offervaardigheid der Katholieken opgericht)
en onderhouden, ten doodo te doen op
schrijven 1
Wat er, als het dien weg opgaat, moet
worden van ons bijzonder katholiek on
derwijs, hetwelk zonder dc warme licfdo
en do milde offervaardigheid onzer moer»
gegoede gcloofsgonooten, alsook zonder do
bereidwilligheid van meer ontwikkelden,,
om zitting tc nemen in schoolbesturen en
hun tijd en zorgen aan de zaak van het
katholiek onderwijs 'te wijden, thans cn
in do toekomst evenmin bestaan kan ale
lob dusver, durven wij niet voorspellen*
En dab door do schuld van katholiek©
onderwijzers; en dat, tcnvijl o*'cc het al-
gpinecn door on/.i schoolbesturen cn tlooT,
kerkelijk© cn wereldlijke, autoriteiten, aio
over ons bijzonder onderwijs gezag hcbbcnr
den laatston tijd vooral gepoogd wordt)
de positie hunner onderwijzers, ook onder
stoffelijk opzicht, zoodanig to verbeteren,
dat reeds de naijver van de onderwijzort
der openbare school cr door werd opge
wekt!
Is het inderdaad niet treurig, diep tröu-
rig?
Do „P rov. G r o n. C t.", hoezeer do
beslistheid van den Minister van Justitie
om zich aan een vast werkplan to houden,,
toejuichende, meent, dat daarin één ding
beslist ontbreekt: vorbotoriug vau
hot burgerlijk procesrecht- Zij
brengt do in do Twcodo Kamer ter zak© ge
voerde discussie in herinnering on do redo
van prof. Houwing betroffendo dc richting:
waarin verbetering moet worden gezocht,
om dan te besluiten
„Trouwens: w a t ©r gedaan moet worden
om don Ncdcrlundschcn burger eindelijk
eens snel een goedkooprecht t© verzekeren,
40)
Zij reden een langen heuvel op. Halver
wege daarvan kwamen zij aan het hek van
het hondenhuis. Violet zag cr naar, met een
half nieuwsgierigen, half afkeerigen blik,
die een aandoening van do levendigste
pmart uitdrukt©.
„Die gocdo papal" zuchtte zij. „Nooit
Ache en hJj gelukkiger to zijn dan wanneer
hij mij medenam om de hondon to zien."
„Mijnheer Vawdrey wordt het volgend
jaar president van de jachtvereeniging",
jteide mevrouw Soobel.
„Weet gij wanneer zij gaan trouwen?"
tvroog Vixen, op een onverschilligen toon.
„In hot laatst van dit jaar, heb ik ge
hoord. Hebt gij mijnheer Vawdrey dikwijls
gesproken sedert hij terug is?"
„Ik geloof, dat ik hem driemaal gezien
heb".
„Ach, Violet, wanneer zult gij geënga^
Keerd zijn?" vroeg mevrouw Scobel, schert-
étend. „Waar is do man uwer keuzo?"
„Nergens; of do Hemel zou mij zulk
een man moeten geven als mijn vader was.''
„Gij en mijnheer Vawdrey waart als
isje en knaap zulko goede vrienden. Ik
h©b wel eens gedacht, dat de kinderlijke
ffriendsohap op een blijvend© gehechtheid
Vou uitloopen."
„Zoo? Dan hadfc gij het" erg rais. Ik ben
ipict half goed genoog voor mijnheer Vaw
drey. Als speelmakker ging het wel, maar
aLj vrouw moet hij iemand hebben, die do
volmaaktheid meer nabij komt."
„Maar uw beider smaak kwam zoo over.
een."
„Juist con reden, waarom wij niet bij el
kaar passen."
„Wat strijdig ia vcrcenen, is liefdes hoog
st© lust", beeft een dichter gezegd, maar
dat kan ik toch niet gelooven. Violet, ik
vrees veeleer, dat dit huwelijk het gevolg
van berekening dan van ware genegenheid
is", zeide mevrouw Scobel plechtig.
„O, de vereeniging van Ashbourne cn
Briarwood is ongetwijfeld van groote be
teeken is, maar Roderick Vawdrey denkt
veel to edel om met een meisje tc trouwen,
dat hij niet kan beminnen. Tot zulk een
laagheid zou ik hem niet in staat achten",
antwoordde Violet, het voor haar ouden
vriend opnemende.
Nu kwamen zij het boseh uit cn reden
door een vreedzame kolonie, bestaande uit
een zestal hutten, een landelijk© herberg,
waar de grootst© stilte cn slaperigheid
heerschten, en twee of drie huizen met
oudcrwctsche tuintjes.
Vixen bracht het gesprek nu op krenten
broodjes en schoolkinderen, welk aange
naam onderwerp hen bezig hield totdat Tic-
mouse een ontzettend steilen heuvel was
opgeklommen, terwijl de predikant in hot
zand naast hem liep, en toen lag het diepe
dal, waar Rufus vermoord werd, lachend ia
den zonneschijn beneden hen.
Het panorama, dat men van den top
van dien heuvel ziet-, is misschien het
schoonste in het New-Forest: een land
schap, dat zich tot do witte muren, de
pannen daken en de oud© abdijkerk vnn
Romsey uitstrekt; hier een kronkelooco
stroom, daar een nederig dorp, waarvan
do naam alleen aan do bewoners bekend
was, tmsschen hob geboomte verscholen,
of in den helderen zonneschijn op ccn open
heide.
Op den top van den heuvel werden Tit
mouse cn het rijtuig ovorgclatcri aan de zorg
van Bates, den ouden groom, dio Violet reeds
op haar eereten rit met den pony vergezeld
had, terwijl <ie manden werden overgege
ven aan een jongen, die op den uitkijk
had gestaan om hen op te wachten. Zij
daalden allen langs een smal pad in het
dal af, waar do kinderen als een dichte
bijenzwerm door elkander joelden, terwijl
er uit hun raidden een witto rook opsteeg
als het vuur onder een brandoffer. Dib
duidde aan, dat Waar do waterketel tc
kook hing, op echte Zigeuner manier
Heb volgend halfuur was aan het thee
drinken gewijd Do zingende waterketel
was een hoofdfiguur bij het feest Kopjes
en schoteltjes werden geleverd door een
kleino bende van die soort van inlandscho
Zigeuners, die er des zomers een bestaan
in vinden bij picnics cn theepartijtjes hun
diensten aan te bieden en bij zul&o gele
genheden waarzeggen cn fotografieën ver
koelen. Witto lakens werden op het gras
gespreid, co stapels boterhammen, koek cn
krentenbroodjes varen een uitlokking
voor do vliegen.
Nu werd cr een koorzang aangeheven,
eui daarna vielen de kinderen, alp. arendon
op hun prooi, op de stapels boterhammen
aan, en sloegen cr zich dapper doorheen,
om tot do krentenbroodjes cn de koek
over t© gaan.
Sedert Violet in Hampshire terug was,
had zij zich zoo vergenoegd niet gevoeld
als op dien zonnigen namiddag, terwijl
zij zich onder dio jeugdige veelvraten oe-
woog. Do aanschouwing van hun eeniga-
zins plomp© tevredenheid leidde haar ge
dachten van haar eigen bekommeringen
cn verdrietelijkheden af eu teen het feest
maal was afgeloopen, echter niet voor
dat al do proviand totaal opgebruikt was,
tot teleurstelling van do gedienstige hon
gerlijders van, het ijulandschej Zigeunerras
veerde Vixen een luidruchtigcn troep
aau bij het van oudsher befaamde spel
Kat cn Muis, totdat do schoolkinderen in
koortshitte waren. Nu volgde Patertje
lango den kant, waarbij Vixen slechts do
bepaling moa--c, «Jat niemand haar mocht
kiezen Daarna speelden zij .Stuivertje-
wisselen, waarvoor dit boschrijk dal uitne
mend geschikt was, dan! de boomen juist
op zulk een afstand van elkander stonden
alscf zij voor kinderspel geplant waren.
„O, ik ben zoo moe!" riep Violet einde
lijk, teen het acht uren was en de onder
gaande zon oen gouden glans op dc borken
en dc half door bel geboomte verborgen
waterplassen wierp; ik zal het volgende
spel niet kunnen meedoen".
,,OclT, juffrouw," riepen twintig schelle
stemmetjes, „och, asjeblieft, juffrouw,
zonder u kunnen wij niet spelen, u speelt
het beat van ons allen."
Dio vleierij was van uitwerking.
„Nu dan, maar ik kan werkelijk niet
meer doen dan u aan den gang brengen
zeide Vixen, verhit) en buiten adem;
„wat moet bet zijn?"
Blindemannetje!" schreeuwden do jon-
1 8en,s* -j
„Blindemannetje ia het beste. zcido
Vixen. „Dat boschjo daar is een mooie
plaat© om blindemannetje te cpelèn. Maar
onthoud het, ik breng u alleen maar aan'
den gang. Komaan cian, wie zal do blia-»
deman wezenY'
Scobel bood zich daartoe aau. Hij w\%
tot dusverre ccn stil toeschouwer van do
spelen geweest; maar dit was het laatste
spel, en hij gevoelde, dat hij icte nicoe
moest doen dan alleen toezien. Vixcu
blinddoekte hem, deed hem dc gewon©
vragen naar zijns vaders stal cn cchcof
hem draaiend tusschen do met mos b«>-
groeide boomen om met uitgestrekte ar
men rond te tasten, onder het schel go-
lach en luidruchtige pret.
Hij wrus niet lang blindeman geweest ea
had zich uog niet dikwijls tegen dc boo
men gcatooton, toen hij ccn dik cn kort
ademig meisje greep, wier zware ademha
ling haar naoijheid zelfs aan een halfdod»
ve verraden zou hebben."
„Dat ij Polly Sims, dat weet ik", zcido
Het was Polly Sims, die nu dadelijk
zoo blind werd gemaakt als dc fortuin
of d© gerechtigheid, of welko macht het
raenschdom met haar gunsten bedeelt.»
Polly scharrelde lang tusschen do boomeity
greep nis een razende in do ledige lucht,}
hijgend© als een stoommachine, cn oo
weinige hersens, die zij bezat, bijna mij
l.ct hoofd sfcootendo tegen de grijze tak-^
kr»n, dio zich als do mager© armen van de;
heksen in „Macbeth" over haar pad uit,
strekten.
(Wjrfi vtrVoltf.}