geheel werktuiglijken aard: dikwijls ziet
men den arbeid van een man zelfs dan
aiet, wanneer hij liggen blijft.
6. Houdt u zelf dikwijls het gezegde voor
tK>gen: Geen enkele maai leert ooit zichzelf
kennen, want hij meet zichzelf met een maat
staf, die nooit te klein, maar altijd te groot
ie. Alleen de vrouwen leeren ieder, wat hij
te beteekenen heeft.
Of een ander gezegde: Het kwaad, dat
men in eigen boezem kweekt, straft men
het liefst in een ander.
6. Geeft uw man nooit afzonderlijk geld
voor soupers in een restaurant of dergelijke
aardigheden. Laat hem de zorg voor zijn
cl gelijksche levensbehoeften alleen dragen,
spreekt er zoo weinig mogelijk over en wan
neer gij het doet, weest dan korten energiek
in uw optreden.
Wanneer beperking nog mogelijk is, Iaat
hem dan alle kostbare gewoonten uit zijn
vrij gezollentij d opgeven; hoe minder geld hij
voor allerlei kleinigheden heeft, hoe meer
hij den huiselijken haard op prijs zal stellen.
7. Wanneer hij toont, dat hij verstand
heeft van keuken en kelder, moedigt hem
dan met een vriendelijk woordje aan; dat
doet hem ontzaglijk veel goed, doch hij moet
op dit punt niet verwend worden. De op
offeringen, di© hij zich moet getroosten om
zijn dagolijksch zakgeld te krijgen, zal hij
met dubbele vreugde brengen en hij zal
bezigheid vinden in heel wat verloren
©ogenblikken, waarin hij anders met zijn
tijd geen raad zou weten.
8. Weest rechtvaardig tegenover uw man.
iDat beteekent houdt zijn eischen zoo laag
mogelijk. Wanneer hij door vleierijen uw
toegevendheid zoekt af te dwingen weest dan
op uw hoede en houdt u alsof ge reeds voor
uit weet wat hij wil.
9. Vraagt uw man nooit naar de reden van
Zijn handelwijze, óf hij maakt u wat wijs,
óf liij kent haar zelf niet. Berispt hem alleen
wanneer de kinderen of dienstboden in de
kamer zijn. Wanneer hij niet te diep ge
zonken is, zal hij zich misschien schamen.
I Weest echter niet al te streng in uw opvoe
ding. Er zijn mannan, aan wie alle moeite
tevergeefs besteed wondt.
10. Denkt bij een huiselijken twist of on-
eenigheid steeds aan het schoone woord:
Zorgt er voor hot laatste woord te hebben.
Oog om oog en tand om tand. Verzoent u lie
ver morgen dan heden. Reeds met bet oog
op zijn gezondheid zal uw man spoedig den
strijd opgeven.
Wekelyksche Kalender;
Zondag.
Geef elk het zijne, maar laat ook ©Ik
het zijne.
Maandag.
Hoe geleerder lioe nederiger, hoe rijker
boe vriendelijker men behoort te zijn, wil
men zich niet even gehaat als belachelijk
maken.
Dinsdag.
Talent bouwt bruggen over afgronden;
het genie springt er over.
Woensdag.
Dankbaarheid is geen rente, waarop een
verstandig man rekent.
Donderdag.
De menscii is tienmaal sterker, als zijn
pols kalm en rijn oordeel vrij blijft.
Vrijdag.
Geen lastiger menschen voor den huise
lijken vred© dan zij, die steeds behoefte
hebben rich voor anderen op te offeren.
Zaterdag.
De waarheden des levens kunnen zich
niet van ons bewustzijn afscheiden, maar
volgen het, waarheen ook, en zijn van na
ture goadelijk en onsterfelijk.
RECEPT.
Aardappel-pudding.
Maak gekookte aardappelen fijn en roer
ze met een goed stuk boter en melk tot een
papje. Voeg er wat rozijnen, krenten, su
kade, suiker, geraspte citroen, alsmede
wat fijn gestampte beschuit bij, en werk er
vijf eierdooiers (op een liter room) en het
geklopte eiwit doorheen. Doe alles in een
vorm en kook het gedurende een uur.
Dien er vruchtensaus bij.
Een aardig werkje.
Duikelaars maken.
Zooals ge weet, zit er in jorrg vlierhout
een aardig staafje hart, merg en pit.
Neem dat er uit en breek het in staafjes
van een paar c.M. lengte. Zijn de staaf
jes nu niet heel dik, dan kunt ge, door
aan het eeno eind' een punaise te steken,
de staafjes met zóó op de tafel werpen,
of z© zuiden altijd' rechtop staan. Gelokt
bet niet, plak er dan met een weinig gom
een plat stukje lood tegen. Dit laatst© is
altijd' beter, omdat punaises in handen
van kinderen wel gevaarlijke dingen kun
nen zijn.
AMÏËËiMÖÏi
Bescheiden. EOh {timmerman,
die voor een muziekvereeniging ter gele
genheid eenor uitvoering van ,,De Schep
ping" van Haydn ook voor de repetities
lessenaars, enz. geplaatst had, leverde
voor die werkzaamheden een rekening in
van den volgenden inhoud: ,,Bij de Schep
ping drie dagen geholpen: f 9.50."
In den boemel" rein. Reizi
ger: „Zeg eens, conducteur, waarom be
gint d© trein opeens zoo hard te rijden?"
Conducteur: Ja, ziet ustraks
heeft iemand een leege wijnflesch uit het
raampje gegooid', en die is juist op het
hüofd van een boer terecht gekomen, en
die zions Pu met een hooivork achter
na 1''
Te woordelijk opgevat.
Vreemde: „Toe, zeg eens, hoe kom ik
hier aan het station?"
Ingezetene: „Hoe kom ik hier
aan het station?"
Namen. Blijkens het adresboek
van Parijs maakt Robespierre tegenwoor
dig briquetten, Racine handelt in haver
en hooi, Boileau is wijnkooper, Napolec'n
doet ook in wijnen, Molière is kleermaker,
Musset verver, Hugo tandarts..
In Londen verhuurt Olivier Oronrwell
gemeubileerde kamers, Shakespeare ia er
rijtuigfabrikant, IMilton; schrijnwerker,, en
Luther houdt er een restaurant.
Goethe is barbier te Berlijn, waar Kant
een besteedkantoor heeft.
Verstrooid? „Is professor Boe
ier werkelijk zoo verstrooid' als men be
weert
„Merkwaardig. Hij was dezer dagen
uit eten en daarna vroeg de gastvrouw
hem beleefd iets in haar album te willen
schrijven. De man denkt, dat hij in rijn
restaurant had gesetin en schrijft in dit
album een klacht over hot slechte eten.'
Ondengend. Melkboer: „Ver
beeld je, onlangs dreef in oen van mijn
melkvaten een doode rat."
Goede kennis: „Zeker een water-
rate,"
Een oandicLaat voor het Engelscho Par
lement., die een propaganda-tocht maakte
door zijn district, kwam ook in een dorpje
en hield d?La.r ©en toespraak. Plotseling
ctond een der aanwezigen op en zeide-.
„Mijnheer de voorzitter, d© geachte candi-
daat komt heel uit Londen, en vraagt ons
Hem te kiezen als vertegenwoordiger van
een landbouw-district. Maar wat weet hij
eigenlijk van landbouw? Ik zou bijv, we)
eens van hem willen weten, hoeveel pinten
molk een koe per dag kan geven?"
De candidaat, die bet inderdaad op geen
stukken na wist, begreep, dat hij zich niet
mooht laten overbluffen, en antwoordde
met een effen gericht:
„Het aantal pinten melk, dat een koe
per dag kan geven, hangt geheel af van
den afstand tusschen gezegde koe en de
dorpspomp."
Middel tegen Ketelsteen.
In antwoord op het schrijven over dit
onderwerp van den heer O. K. de Vries
(Nieuwe Beestenmarkt 19, Leiden) ont
vingen wij een brief van mej. A S., te
Warmond, aan zijn adres, luidende als
volgt:
Den Heer 0. K. de Vries.
Mij n h ee rl
Aan uw verzoek om een afdoend middel
tegen ketelsteen kan ik niet voldoen, maar
ik kan u wel helpen aan een middel om
den ketel geregeld er van te zuiveren.
Ik heb namelijk jaren met succes toege
past het middel in den ketel eens in de
week een weinig geest van zout te doen (bij
alle drogisten te verkrijgen). U neemt on
geveer een vierde gedeelte van een thee
kopje met geest van zout en laat den in
houd langs alle wanden van den ketel
loopeiL Daarna moet dan de ketel met
schoon water worden nagespoeld en dan is
hij als nieuw: het email heeft er niets van
te lijden. Dit middel heb ik al menigmaal
aangeraden en altijd met goed gevolg.
Het gaat bijna niet met kosten of moei
te gepaard. Wordt op deze wijze de ketel
behandeld, dan kan elke huisvrouw er ver
zekerd van zijn, dat zij geen last van steen
in den ketel zal hebben.
U onbekend
Mej. A. S.
P. S. Voorheen woonden wij te Amster
dam en gebruikten geregeld duinwater; uu
wij buiten wonen, gebruiken wij regenwa
ter en dit geeft weinig of geen ketelsteen
Een paar dagen later ontvingen wij uit
Oostzaan van den heer B- J. M. Marks,
apotheker, een getrouw lezer van ons
Blad, een brief, waarin bij hoofdzakelijk
het volgende zegt:
In het nummer van 13 Januari 11. Zon
dagsblad") komt een stukje voor onder het
opschrift: „MSddel tegen ketelsteen". Naar
aanleiding hiervan heb ik de eer U het.
volgende med© te deelen:
De ervaring heeft mij geleerd, dat een
zeer eenvoudig en afdoend middel om de
vorming van ketelsteen in keuk ongereed
schap te voorkomen, bestaat in het gebruik
van regenwater. Hier hebben we trouwens
niet anders. De betrekkelijk geringe hoe
veelheid water, die een gezin in verband
met ons onderwerp noodig heeft, maakt
het een ieder mogelijk om steeds een vol
doenden voorraad in huis hebben. Men
plaatse bij regen slechts een ton of vaatje
onder de dakgootpijp en beware het water
bijv. in zijn kelder. Het water moet dan
gereserveerd worden voor gebruik in den
ketel, waarbij tevens eventueel aanwezige
bacteriën onschadelijk worden gemaakt.
[Wij deelen nog mede, dat de r ij k s-
daalder, door den Heer De Vries ter
beschikking gesteld voor hem of
haar, die practisch het tegendeel kan be
wijzen van zijn bewering, dat tot op heden
niet één middel voldoend© is gebleken om ke
telsteen te weren uit keukengereedschap,
waarin dagelijks water wordt gekookt,
door hem ten onzen Bureele is gedepo
neerd.]
CORRESPONDENTIE. - De Vraag,
welke ons uit Lisse bereikt heeft, achten
wij niet geschikt voor opneming.