dagorde geplaatst en blijft sedert eenige ja
ren een punt van ernstige bespreking uit
maken.
Terwijl men allereerst den waarborg be
komen ha*i, dat men niet meer dan 4 pCt.
der gemiddelde watermassa wil gebruiken,
hebben de zaken den laatsten tijd zich ge
heel anders ontwikkeld. Men rekent na
reeds met 650,000 paardekrachten, die tede
re seconde 48,000 kubieken voet water of
meer dan een vijfde gedeelte der watermas
sa van den Niagara bij gemiddelden water
stand eischen.
Daar altijd maar door grootere plannen
gemaakt worden, schijnt het meer en meer
waar te worden, dat Lord Kelvins profe
tie: ,,de Niagara wordt een droge sloot",
nog zal uitkanen.
De meening, dat de waterval van de Zam
besi in Afrika veel grootscher en kolossa
ler is dan die van de Niagara, en dus ook
zijn vermogen om kracht te leveren veel
grooter, is, zei prof. Ayrton onlangs in een
vergadering van de British Association",
onjuist. Wel is de hoogte van den Yictoria-
val drie malen grooter dan die van dó
Niagara, maar de 1 oe veelheid water is
kleiner. Vclgens Ayrtons berekening is het
vermogen van de Victoria-vallen bij Hun
gemiddeld water-volumen slechts 580,000
paardekrachten, en dat van de Niagara 4
millioen.
Er zouden geen bijzondere bezwaren be
staan om de waterkracht van de Zambesi-
vall en te benuttigenmaar er ia voorloo-
pig geen vooruitzicht op vraag naar elec-
tri8che beweegkracht in de nabijheid der
vallenen ook als men die kracht naar
Johannesburg zou willen overbrengen, zou
er langs den weg niet. genoeg vraag naar
kracht zijn om de kosten te rechtvaardigen
vc'or een 600 a 750 mijlen lange lijn.
Diamantenrykdom.
De aanvoer van diamanten wordt jaar
lijks grooter en de prijs voor het goedje
blijft steeds even höog. Hoe kan dat be
staan V heeft men zich dikwijls aigevraagd.
De oorzaak is, dat er een land bestaat,
waar van jaar tot ja .r al een grootere
vraag naar kostbare atóénen heerscht. Dat
land is Noord-Amerika, met name de Ver-
cenigde Staten, die meer dan de belft der
diamanten betrekken, door de 6000 werklie
den der diamantmijnen van Zmd-Afrika
aan het daglicht gebracht.
Een dwaze jacht naar kostbare steenen
heeft zich in de. laatste jaren van de Ame-
rikaansche schoonen meester gamaaet
Vroeger vergenoegden zic.i de vrouwen der
niiUiardairs met baar vingers, polsen en
hals te versieren met ringen, armbanden
en colliers; daarbij, niet dan bij buiten
gewone gelegenheden, werden de edelge
steenten gedragen Thans echter dragen zij
ceintuurs, kronen en diademen, schitterend
van Briljanten, robijnen en smaragden, dra
gen zij ze bij dc minste dineetjes, zelfs bij
eenvoudige familiediners.
De kostbaarste kronen, waarop menige
vorstin in liet oud-e Europa met recht ja-
loersch kan zijn, bezit Mrs. Jacob Astor;
het zijn twee stuks, de een geheel van dia
mant, de ander van briljant en smaragd.
Verder Mrs. Ogden Mills, met drie kro
nen, waarvan een de waarde beeft van
ruim 200,000 gulden.
Om eenigszins een idee te krijgen van
het kapitaal, door de vrouwen der Ameri-
kaansche Nabobs vastgelegd in kleinoo-
diën, volge een klein lijstje: Mrs. John D.
Rockefeller Jr. bezit voor 5 millioeü gul
den edelgesteentenmevr. Aston voor
3 3/4 millioen; mevr. Jacques Astor voor
2.5 millioen.; mevr. W. Yanderbilt-, H.
Belmont, J. W. Mackay, K. Vanderuilt,
allen 2.5 millioen; mevr. Bradley 2$ mil
lioen mevr. Perry Blemcnt, H. Oelrichs,
Wilson, 2 millioen, enz., enz.
Dat beteekent voor die paar personen
een 25 millioen gulden improductief.
Maar niet alleen het getal komt bij die
jacht naar steenen in aanmerking. Meer
bekoring voor die dames heeft wellicht nog
d© zeldzaamheid en de hist- ische waarde
van een bepaalden steen. Zoo moet Cla
rence Mackay bijv. een saffier bezitten,
klaarder en schooner dan een ter wereld.
Mevr. Belmont is eigenaresse van eeD pa
relsnoer, eens door Marie Antoinette ge
dragen, en van een St.-Andrieskruis.
bezet met diamanten, dat de borst van
keizerin Catharina van Rusland heeft ge
sierd.
'T GROOTST.
,,*k Ben grooter 1" juicht de kleine meid,
En kijkt verheugd in 't rond,
,,'k Ben grooter, mensohen, zie je 'twelt
'k Ben grooter dan mijn hoctdl'1
Ja, menigeen wil grooter zijn
Dan 'tgeem hij om zich ziet;
Hij noemt zich grooter dan de re^
En ia 't reeds daarom niet.
Ji Komt er verbazend veel op aan
Met welke maat men meet,
En of men and'rer oordeel vraagt,
Of dat men 't zelf wel weet.
Het voetstuk, waar g/u zelf op plaatst,
De plaats, die ge and'ren geeft,
Zijn zaken, waar in d'eerste pLaats
Men mee te reekenen heeft.
„Er zijn gewis op elk gebied
Nog heelwat knappe liên,
Maar ach, je moet ze niet te veel
Van naderbij bezien-''
Dus spreekt zoo menigeen en denkt
Of voegt er fluisfrend bij
„Ze zijn wel groot, ze zijn wel knap,
Maai- halen niet bij mij."
„Als ik niet zelf het werk kan doen,'1
Zoo wordt er vaak gezegd,
„Dan komt er van de heele zaal:
Niet bijster veel terecht.
Gewis, ook and'ren doen hun best,
Ik stem dat gaarne toe.
Maar goed wordt slechts hert werk ge
daan,
Ala ik 't persoonlijk doe."
't Zijn mensohen met een klein verstand
En met bekrompen brein,
Die meenen, dat voor eenig werk
Juist zij onmisbaar zijn.
Neen, waarlijk groot is slechts de man,
Die 't zelf niet ziet of weet,
En die, wanneer te roemen valt,
Zichzelf daarbij vergeet.
VoikeccnceKen.
Volksconcerten zijn goede dingen, maar
er zijn nog altijd tien duizenden, die ze
niet bezoeken, betzij omdat ze het geld
er niet voor hebben, hetzij omdat ze het
geld er niet voor over hebben gewoon
lijk doordat ze nog niet in staat zijn ge
steld van muziek te gaan houden, het
zij omdat ze tot die paria's behooren, die
zich, om hun schamele kleedij of om hun
algeheel© onwetendheid omtrent beschaaf
de vormen, niet wagen in concertzalen. De
eenige muziek, die zij kennen, zijn de
straatdeunen en wat gruwelijke militaire
muziek.
Voor deze groepen is men nu in Man
chester bezig te trachten hun de muziek,
die ze niet zoeken, te brengen.
Een groep musici gaat met een podium
en een piano door de armenwijken rond,
na te voren in de sloppen en stegen de
meest geschikte plaatsen om te musicee-
ren opgezocht te hebben. Een dag voor het
straatconcert worden aankondigingen
daarvan in de buurt verspreid. De omwo
nenden zorgen voor stoelen. De musici voe
ren dan, ongeveer een uur lang, nummers
voor zang, viool, piano uit. Zoo mogelijk
worden na afloop bloemen in de omgele
gen huizen verspreid, om nog wat langer
eenige vriendelijkheid in de armelijke le
vens te doen blijven.
De „Manchester Court-Alley Concerts"!
pogen zoo de levenseischen ook van de al-,
Ier ongel ukkigsten der samenleving allenga
wat op te voeren.
De ellende te Londen.
Ondanks den vooruitgang op elk gebied,
neemt de ellende, in de grooto steden
vooral, van jaar tot jaar toe, en tooh is da
trek der landelijke bewolking naar de stad
ook van jaar tot jaar sterker. Bij bet be
zoeken eener stad ziet men deze slechte van
de sohoonste zijd©in de achterbuurten
komt men m den regel met. Vandaar dan
ook, dat vele ouders meenen een lot uit
de loterij te hebben getrokken, als ze v«x>r
zoon of dochter een dienst of betrekking
in de stad hebben gevonden.
Dat daar niet allés goud ia vrat er blinkt,
blijkt uit het volgende:
In het vorig jaar stierven in Londen,
Engelands rijke hoofdstad, 42 personen,
23 mannen, en 19 vrouwen, den „honger
dood."
En dit cijfer zal dit jaar nog grooter
worden, zoo de liefdadigheid geen bui
tengewone middelen aanwendt.
Sedert 1874 is het getal armen en nood-
lijdendon nooit zoo groot geweest als thans.
In 1890 telde Londen 90,964 armen, die als
dusdanig onderstand uit de openbare kas
genoten, in 1900 klom dit getal tot 100,157;
in 1903 tot 109,697 in 1904 tot 117,921, en
in 1905 bedroeg het reeds 123,533. Op de
1000 inwoners heeft Londen dus 27 armen
of noolijdenden, zonder de huisarmen, die
vaak veel meer gebrek bjden dan die, welke
zich openlijk tot de ondersteuningskassen
wenden.
Redegebruiken.
Als een Chinees een eed aflegt, valt hij
op de knieën en wordt hem een porselei
nen sauskom gegc- en. Dan zegt men tot
liem: „Gij moet de waarheid zeggen en
niets dan de waarheid. De sauskom bree„
en als gij niet de waarheid zegt, dan zal
uw ziel gebroken worden als de sauskom."
Daarop werpt hij de sauskom stuk.
Andere zinnebeeldige handelingen bij het
afleggen van den eed in China zijn het
uitdooven van een kaars of het afsnijden
van den kop van een haan. De kaars stelt
dan do ziel van den getuige voor en het
lot van den haan is het bseld van de straf,
welke den meineedige wacht-
In aammig© deelen van Britsch-ïndie ge
bruikt men huiden van tijgers en hagedis
sen om op t© zweren, gelijk men in vele
Christelijke landen op den Bijbel zweert.
De daarin verzinnebeelde straf voor den
meineedige is in het eene geval, dat hij
door een tijger verscheurd en in het ande
re, dat zijn lichaam met schubben als dat
van de hagedis overdekt zal worden,
In de gerechtszalen van Noorwegen wordt
de eed ingeleid met een lange predikatie
over de heiligheid van den eed en de ver
schrikkelijke gevolgen van meineed. Als de
getuige dan goed onder den indruk zijner
zware verantwoordelijkheid is gebracht,
zweert hij met opgestoken duim, voorvinger
en middelvinger, een zinnebeeld d©r Drie-
éénheid.
"V oor een Italiaansche rechtbank legt de
getuig© zijn rechterhand op den Bijbel en
verklaart: „Ik zweer de waarheid te zullen
zeggen, de geheel© waarheid en niete dan
de waarheid."
De Mohammedaan neemt bij het nrtm
den opengeslagen koran in de handen,
buigt rich eerbiedig als voor een hoogerc
macht en buigt langzaam het hoofd, tot
zijn voorhoofd rust op het voot hem heilige
boek.
In sommige deelen van Spanje kruist do
getuige bij het afleggen van den eed den
duim van zijn een© hand over den voorvin.
ger van de andere, kust het aldus gevorm
de zinnebeeldig© kruis en zegt: „Bij dit
kruis zweer ik waarheid te willen spre
ken."