Be Handschoen.
meendlo ik in. ide donkere schaduw een laat
ste moeilijke ademhaling te hoor en, die
de wind medodroeg.
Koppermaandag.
Maandag a. s. is hefc Koppermaandag.
Koppermaandag
Van waar deze naam? Van waar het
gebruik onder letterzetters en drukkers, om
op dien, aan geen vasten datum gebonden
dag (Koppermaandag is de eerste Maan
dag na Driekoningen) hun vakfeest te vie
ren
Men heeft er vele jaren naar gezc'cht en
ivele jaren de oplossing niet kunnen uitvin
den. En nog steeds is het bij gissingen ge
bleven.
Deelen wij onderstaande gissingen/ de
eerste, aannemelijke, van wijlen "dr. J. J.
•F. Wap, de tweede, vermakelijke, van on
zen dichter Bilderdijk, meel
Dr. Wap heeft zijn lezing, voor zoover
we weten, nooit in het licht gegeven.
Maar zo verscheen toch in druk. In jaar-
,gang 1864 van het Nieuwsblad van den
Boekhandel" vinden wij een rede van den
geleerde; die hij dat jaar, op Koppermaan
dag, vóór een feestvierende Utrechtscbe
typografen-vereeniging gehouden heeft.
Om zijn gissing gelootwaardiger te. ma
ken, begon dr. Wap met deze inleiding:
„Tot in de negende eeuw vierden de
Christenen in Duitschlanci Nieuwjaar cp
den dag van Maria Boodschap (25 Maart).
Daarmee ving de lente aan; en, als wilde
men nu het feest der herlevende natuur te
gelijk met dat der herboren menschheid
in verband brengen, zoo was het op Maria
(Boodschap voor de Christenen Nieuwjaar,
en dat duurde zoo 600 jaren voort.
Van de tiende eeuw af begon men den
25sten December te houden voor Nieuw
jaarsdag- Immers, op dien dag was het
Licht der wereld, de Christus, geboren en
meende men met dien dag het jaar te moe
iten openen, ofschoon 'dan ook juist de win-
ter-zonnestand intrad, doch waartegen
men des te minder bezwaar had, dewijl de
•feestdag van Johannes den Dooper, den
voorlooper van Christus, met den Zomer
zonnestand' (25 Juni) gelijk kwam, en men
daarenboven een zinspeling in de H.
Schrift hier van toepassing wist t© maken
en in verband' to brengen met het lengen
en korten van de dagen, n.l., waar de
evangelist Lukas, van Johannes sprekende,
rzegt, dat „deze afnemen en. gene (te weten
iChristus) toenemen zal" (Johannes III i:
SO)."
Wij zien alzoo, ging dr. Wap dan vor
der voort dat onze christen-voorouders
bet Nieuwjaar, en terecht, beschouwd wil
den hebben als een feestdag van licht en
;]even, en zich volstrekt niet kenden ver
eenigen met de viering van den Romein-
schen Nieuwjaarsdag, vastgesteld op 1
'Januari...
En nu de Drukkers-nieuwjaarsdag, dat
iKopperfeest, die Kostervierimg.
Ik moet u bekennen, dat mij door alles,
.wat er (zooals Bilderdijk getuigt)1, ,,een
'eeuw lang, en wel vrij hevig over is ge-
■twist geworden", weinig licht werd aange
bracht., voor wat betreft die benaming van
„Koppermaandag", en wat de zooevcn ge
noemde groote geleerde er van vertelt, is
(als de rest) zeker méér vernuftig gevonden
dan wel stellig w aar 1
Ziethier dan m ij n verklaring van den
Saturn en het feest:
,,De uitvinding van de boekdrukkunst
gaat hand' aan hand met hét. tijdvak der
Renaissance, d. i. „de herleving der lette-
iren" (vijftiende eeuw). Alzc'o, den dag, dat
'Laurcns Koster zijn uitvinding deed, was
een dag van licht in de wereld der weten
schappen, een dag van vreugde, die in het
nauwste verband moest gebracht worden
met hét grootste licht der blijde bood
schap, de zon des Evangelies, die voor heb
'menschaom in Bethlehem was opgegaan."
'En zoo dan begrepen de eerste volgelingen
van Kosters licht, dat zij bun Nieuwjaar
:kocden aanvangen op den eersten werkdag
van de week nai bet Chrisfcusfeest, bet
D riekoningenfees t
Alzoo", besluit hij, „het Kopperfeest is
een feest van licht en loven, een herinne-
ringsdag aan- Kosters vernuftigen vond, die,
als in een tweede schopping, do zen van
kennis over de geheele aarde wïjdstralend
op deed gaan, en voor het menschdom een
nieuw tijdvak opende, een waren, een blij-
venden Nieuwjaarsdag."
Bilderdijk nu weet èn een verklaring voor
den naam èn een voor den datum en de bo
teekenis van het feest. Hij zag bij zulke op
helderingen niet op een vermetelheid mser
of minder.
„Koppen", dat is koppen-zetten, bloed
zuigers zetton, zei hij. Dat deden de bar
biers hier in vroeger tijd ieder mensch min
stens ééns in de maand', voor heur lieden
gezondheid. Hier doelt Cats ook cp, als hij
zegt:
„In het jaar ééns bloed gelaten,
In de maand' ééns in het bad."
Dat is: eens 's jaars adergelaten, en ëehS
ter maand koppen-zetten want dat kop
pen-zetten had plaats in het bad. De bad
man, die den heeren daarbij den bloedzuiger
aanbood, heette „kopper", de badvrouw,
die de „badstoof'' voor do dames gereed
•maakte, „kopster", ook wel „koppelaarster"
(wat juist geen bloote woordspeling was,
zegt Bilderdijk.)
Edoch: op Nieuwjaar wilden onze voor
ouders geen koppen zetten; dan mocht geen
bloed vloeien; men wilde niet, dat bét jaar
met bloedstorten beginnen zóu; En zoo kwa
men de koppers er toe, den gebruikelijken
Nieuwjaarsdag niet als hun begin van een
nieuw tijdsverloop te beschouwen; óók niet
het Driekoningenfeest; maar den eersten
werkdag van de week, volgende op Drieko
ningen.
„Maar waarom wenscEen dan ook de
boekdrukkersjongens Niéuwjaar op dien
dag?" gaat Bilderdijk voort. „Zij traden in
de plaats der vroegere boekschrijvers, li-
brari, en hadden vanouds de nauwste be
trekking tot de kop- en badstoven, want
daar plaohten zij hun liedjes en romances
voor te lezen en te debiteeren, en de bad
stoof was meer gezocht en in trek, naarmate
men daar amusante voorlezingen hoorde en
opdeed."
Een redenoering, waaraan nogal een
steekje los* is, of te vast zit, zou men zoo zeg
gen; maar zoo lang de juiste verklaring
van het feetet nog niet gevonden is blijft
Bilderdijks vondst de vermelding wel waard
on ook dÓArna nog weLvoor het amu
sante.
Sigaren, tabak en lucifers
te Parijs.
Het monopolie, dat van alle- op de schrik-
kelijkste manier in Frankrijk geëxploiteerd
wordt, is zonder twijfel dat der tabak. Eet
is waar, dat hier voor velen het spreek-
weerd opgaat: „Wat men niet weet, deert
niet", en dat de Franschen zeiven met bij
zonder voelen hetgeen ze jaren lang gedragen
hebben; doch den vreemdelingen, dat wil
zeggen den rookenden vreemdeling, drukt
dat monopolie des te zwaarder-
Hoewel verondersteld mag worden, dat de
lezer eenigszins op do hoogte is, dat hij bijv.
weet, dat de tabaks-, sigaren- en lucifers
verkoop van staatswege in zoogenaamde
„bureaus de tabao" geschiedt, en dat hij
dus niet een Parijschen politie-agent naar
een „boutique de cigares" zal vragen, is het
misschien niet onmogelijk, dat hij in het
geheel geen denkbeeld heeft van den prijs en
de boedanigheid der Franscho sigaTen. Het
is te hopen voor hem, dat hij er in dat ge
val nooit op andere wijze dan door corres
pondentie kennis mee zal maken, want van
den prijs rijzen de haren te berge en de qua.
liteit zou bijna een remedie tegen het roe
ken kunnen worden. Twee stukjes opgerolde,
doch als sigaar onbruikbare tabak, die te
zamen voor 15 cents verkocht worden en den
pathetischen naam van „inséparables" dra-
gen, niet meegerekend, kost de goedkoopste
sigaar twee sous of 5 cents. Dadelijk moet
er bij gezegd, dat deze doorgaans (door-,
gaans, want het maaksel is vaak niet het
zelfde) verre staat beneden de soort, van;
welke men in Holland „6 voor een dubbel
tje krijgt". Daarop volgen in Tang de „de-
milondres", waarvoor men 15 centimes, zeg
ge 7^ cent het stuk betaalt, en die soma
gelijk staan met een „van de zes", doch'
vaak ook minder zijn. Dan komen er, onder
verschillende namen (Favorites, Brova's,
Londres) soorten van 20, 25 en 30 centimes,
die allo beneden een goede 2^-cent-sigaar;
zijn te stellen. De geïmporteerde merken zijn!
natuurlijk dezelfde als die in andere landen'
gevonden worden, alleen worden ze hier,
duurder verkocht. De minste „Bock" kost,
een kwartje en er zijn Henry Clay's, van eenf
gemiddelde hoedanigheid, waarvóór 1 tot
2-5 frs. wordt uitgegeven.
Er behoeft, na die gegevens, niet over uit
geweid te worden, hoe het in Parijs gesteld!
is met een Hollandsoh rooker, wiens voor
raad van 40 door de douane, zonder betaung,
van invoerrecht getolereerde sigaren, ini
rcok is opgegaan.
Do FTansche tabak voor de pijp verdient;
ongeveer dezelfde jeremiades, niettegen-l
staande Rouvier, nog niet lang geleden, mot'
een even, overtuigd als zelfvoldaan gelaat,!
in de Kamer verzekerde, dat do Franschej
'tabak de „beste tabak ter wereld" was. De
zoogenaamde „oaporal ordinairo", die de
goedkoopste is, kost 0.50 fr. do 40 gram, en;
dus 12.50 fr. het kilo, of ongeveer 3 gulden;
het oud-Hollandsch poncfl Dat mag als eeni
goede prijs worden beschouwd, vooral,'
wanneer men er bij weet, dat men, gedoemd!
die ta/bak in de pijp te roeken, de eerste drie;
jaren er geregeld onwel van wordt. Natuur
lijk is er wel Engelsche, Hongaarsche en
Egyptische tabak te verkrijgen, doch de,
beurzen van lieden zonder fortuin zijn daar
tegen op den duur niet bestand-
Hun, die tegenwerpen, dat niet ieder
rookt en de tabak en de sigaar geen onmis-
bare levensmiddelen of huishoudelijke zaken
zijn, verwijzen wij naar dö lucifers.
Een doosje zwavelluoifers kost 5 centimes,
en een met Zweedsche het dubbele, zegge
oenten. Daarvoor krijgt men er 60 stuks,
waarvan voor het minst het vierdo gedeelte;
niet brandt en van een ander vierde de kop
afspringt, op gevaar af een brandwond te
veroorzaken.
De handschoen heeft, als alle modezaken,,
zijn geschiedenis. Tusschen den ijzeren
handschoen, die de vuist van dén ridder
beschermde, en den weg te blazen kostba-(
ren handschoen, ciien de mode voorschrijft
als nieuwste toevoegsel aan het baltoilet,
•ligt een groote afstand. Over den hand
schoen als liefdepand, als uitdaging in het
strijdperk, als zinnebeeld van eeuwige
trouw (bij het huwelijk bij volmacht), of ak
bode des doods (do vergiftige handschoe
nen, die aan Jeanne cl'Albert, koningin
van Navarra, werden gezonden en over heti
geheel in tijden van Catharina de Medicis)
gaarne gebruikt werden als geschenken)
willen wij niet spreken. Meer bepaald ever,
handschoenen, die indertijd, als deel dor!
kleeding van beroemde personen, een histo
rische tint kregen en voor de nakomeling
schap bewaard bleven. Er bestaat zelf9
een interessant Engelsch boek, waarin een
aantal van zulke handschoenen worden be
handeld.
Zoo vindt men in Oxford in het New-
College een paar handschoenen, dat met
de uiterste zorg bewaard wordt, omdat
hot meer dan vijfhonderd £iar geleden
.werd vervaardigd voor William of Wyke-
ham, den beroemden bisschop van Win
chester en kanselier van Engeland. Zij;
werden gemaakt in 1386 en zijn waarschijn-'
lijk ö'e oudste handschoenen in Engeland.
Zij zijn met roode zijde genaaid en rijk,
versierd met goudborctuursel. Op den rug
van den handschc'en ziet men het mono.
gram J. H. S. in een cirkel met zestien
vlammende punten..
Veel bescheidener zijn de handschoenen;
van Hendrik VI, van herteléder, gemaakt,