Ko. 14046. LEIDSCH DAGBLAD. WOENSDAG 6 DECEMBER. TWEÈDESLAD. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Een Heldin. Burgerlijke Stand. Daar de begrootingsdiscussiën in de Tweede Kamer weder zijn aangevangen, ©n men zich dus weer heeft voor te berei den op ciudelooze herhalingen van hetgeen ieeds Lang en breed in de stukken is ge legd, dringt het t r e c h t b c h Dag blad" nogmaals aan op een v e re e n- voudigde werkwijze van de Ka mer. Thans worden door het toeval van het lot alle honderd Leden der Tweede Kamer als oven zooveel losse individuen in afdee- liogen verdeeld, waar ze allerlei opmerkin gen op schrift laten brengen, die zo later mondeling nog eens zullen herhalen. Beter ware het, zoo men uitging van do 'erkenning van den feitelijken toestand, 'die zich historisch allengs ontwikkeld heeft, dat oamelijk do leden niet zijn losse indi viduen, maar zich vrijwillig organisch in partijen hebben vereenigd. Er ware niets tegen, dat het Reglement ,vac Orde dien bestaanden toestand er- kendo. In dat geval zou men kunnen verkrij gen een jaarlijks in plaate van do afdee- lingen te benoemen commissie, bijvoor beeld van 20 leden, een lid telkens aan to wijzen door 5 leden uit de volle vergade ring. Haar samenstelling zou dan dit .jaar ongeveer Aldus worde®: 5 Katholie ken, 4 unionisten, 3 anti-revolutionairen, vrijzinnig-demooraten, 2 vrije liberalen, 2 dhristebjk-historiscfoen, 2 sociaal-demoara: ten. Elk wetsontwerp wordt dan in eerste le ring in de volle vergadering gebracht, die summier beslist of het aanstonds zal wor den behandeld, dan wel naar de oommissie aal worden verzonden. Door deze eerste lezing spaart men het papier voor de gewisselde stukken over on beteekenende of gemakkelijk te overzien© onderwerpen, gelijk bijv. do naturalisatie- wetten en dergelijke meer. Acht men ook hiervan rauwoLijk.v.Me be handeling gevaarlijk, welnu, men drags dan een voorloopig onderzoek on am cr-n lichaam, analoog aan de tegenwoordige Centrale Sectie, dan rechtstreeks uit de volle vergadering te benoemen. Maar nu wordt een wetsontwerp naar do Oom missie verwezen. Welnu, nu houdt vooraf elke partij haar olubvergadering. Dit geschiedt reeds nu vrij geregeld, dan echter zal het hebben 'prac- tisch nut. Door deze olubvergadering toch worden de commissieleden uit elke partij toegerust met de kennis van de wenschen »n meeningen, in hun fractie heersohende. Van deze vergadering kan men notulen maken, maar die werken niet naar buiten en vormen geen officieel staatsstuk Nu komt de commissie bijeen. Dat is dus èén vergadering in plaats van vijf en een vergadering van 20 in plaats van een verga dering van 100: vanzelf aanleiding tot be knopter behandeling van zaken. Allerlei dé tails en futiliteiten vallen dan uit den aard der zaak weg. De ministers kunnen worden uitgenoo- idigd vergaderingen der oommissie bij te wonen Men is dan „en petit comi té" bij elkaar. De m: üster kan ophelderingen ©n verklaringen geven, die eventueel in het verslag worden opgenomen. Voorloopig Verslag en Memorie van Antwoord worden zoo tot één stuk samengevat, dat beknop ter moet uitvallen dan thans. En dan wijst de partijvergadering uit haar midden de sprekers voor de openbare behandeling aan. Zoo wordt vermeden, dat onderscheidene leden uit één partij na olkaar in het open baar lange redevoeringen staan te houden. ,,Do Standaard" herinnert aan het geen indertijd door prof. Van der Vlugt en andere bewonderaars van de door den Staat en de Gemeente Amsterdam geijkte wetenschap der oponbare universi teiten gezegd ia over den invloed van de eerzame bierbrouwers en bakkers op den gang van zaken aan de V r ij Un i- V e r s i t e i t. Maar, vraagt hert) anti-revo lutionair orgaan, wat zullen de heeren ftKn-na zeggen over de jongBt© hoogleer- aarsbenoeming in den AmBterdam- sohen Raad, waar buiten de voordraoht om een hoogleena&r aan de Gemeentelijke Universiteit werd benoemd, blijkbaar om dat de aanbevolenen niet wetenschappelijk genoeg waren. „De Noltings en de Loopuite in den Am- 8terdamschon Raad oordeelden wellicht de aanbeveling niet zuiver op do weten schap pelijko graat en zullen dus wel ge stemd hebben op dr. Van Embden. Om politieke redenen, wordt beweert, omdat prof. Treub zijn partijgenoot, Van Embden, gaarne benoemd zag. Dat is natuurlijk laster. Aan de openbare universiteit is politiek oontra-bande; daar gaat heb alleen maar om de wetenschap. Aan do Vrije daar speelt de politiek een rol en daar hebben bakkers en schoen makers invloed. Maflr bij de openbare universiteiten is van politiek geen sprako en worden do eerzame Noltings echt wetenschappelijk, als zij, tegen do aanbeveling van het cu ratorium, een vrijzinnig-democraat tot hoogleora&r benoemen." Ondor den last va® den dubbelen tijd het/Oen wij nu meer dan twaalf jaren gezucht, zucht op zijn beurt het „Utreohtsoh Dagblad". Wij hebben er al heel wat over gepraat en geschreven; en de zaak is altijd nog bij het oude gebleven. Minister Van Houten maakte oen wetje klaar, minister Kuypor desgelijks; on gelukkig zegt nu ook do te genwoordige Regeering invoering van een- beid van tijd zeer wensohelijk te achten. Wij zouden willen vragen, waarom minis ter Borgesius zich' dan zoo gehaast heeft, minister Van Houtens wetje van drie ar tikelen in te trekkenmaar daar vergaten we bijna, dat de heer Borgesius immers geen deel uitmaakt van dit Kabinet. Deze Regeering wil de zaak nu admi nistratief regelen. Dee te beter! Daartoe zou noodig zijn: voor de middelen van vor keer het uitvaardigen van voorschriften bij algemeenen maatregel van bobtuur, waarbij do West-Europeesoho tijd door den Midden-Europeescben tijd werd vervangen, en een uitnoodiging tot de plaatselijke be sturen om elk op zijn gebied dan denzelf den tijd in te voeren. Welnu: laat ons hopen, dat het ditmaal eindelijk eens niet bij dit goede voorne men blijft en d© Regeering deze zaak nu ook doorzet- In één opzicht zal zij ons land dan althans voor verder tijdverknoeien hebben bewaard. Aan het slot van een bespreking over de jongste boterprocos8en on Man die verdenking, die op de Noderlandsche botor- industrie nog altijd rust, zegt „De N i o u- wo Courant"; Hopen wij, dat onze botercontrdle, ge steund door doeltreffende wettelijke bepa lingen, die geen andere eerlijke industrie benadeelen, het spoedig zoo ver zal weten te brengen, dat bij don uitvoer van en den binnenlandBohen groothandel in boter al leen maar sprako is van on voorwaar deb'jk euivere, door hot Rijkshotel'merk gedekte waar, dan is ook naar onze meening spoe dig het oogenblik déar, waarop wij kun nen zeggen; Uit Nederland wordt geen ver- valsohto boter meer naar het buitenland uitgevoerd en boterknoeiers in het groot bestaan er niet meer; bote rv er val ach i ng ia er geen industrie meer! „D e Heraut" wijst or op, dat, nu van Rijkswege de bijdrage aan de b ij- zoodere s oho Ud zal worden ver hoogd, do onderwijzers minstens drie vier den van de subaidio voor zich opeischen, een vierde willen doen ten goede komen aan de sohool en aan do vermindering van het schoolgeld. Dit doet „De Heraut" opmerken „Hoe begrijpelijk deze- olsch nu ook uit psychologisch oogpunt zijn moge, toch meencn we, dat daarmede een zeer cenzij- digo bevoorrechting aan één der betrokken partijon zou geschonken worden, en dat in stellige tegenspraak met de duidelijk uitgesproken bedoeling der Regeering, die deze subsidie aan ons Christelijk onder wijs Bchonk. Voorop stellen we daarbij, dat door ons geen oogenblik betwist wordt, dat de vermeerderde Rijkssubsidie ook onzen on derwijzers ten goede komen moet. Maar daaruit volgt nog geenszins, dat de thans gestelde eisch: drie-vierden dor subsidie moet voor salaris-verbetering ge bruikt worden, rechtvaardig te noemen ia. Vooreerst toch kan, wanneer de nieuwe wet in werking treedt, volstrekt niet meer gezegd: worden, dat de positie der onder wijzers uit financieel G'ogpunt zooveel te wenschen laat. Een hoofd der Bchool ont vangt als minimum-salaris, behalve vrije woning, f 760, welks som elke vijf dienst jaren met f 50 opklimt. Daarbij komt, dat, zoodra de onderwijzer een leeftijd van 05 jaar bereikt heeft, van Rijkswege hem een pensioen wordt toegelegd van hoogstens twee derden der Laatstgenoten jaarwedde, zoodat de zoTg voor den ouden dag daarmede van zijn sohouders is af ge- li oh t. Vergelijkt men deze positie nu met aio onzer predikanten, dan is er voor onze onderwijzers waarlijk niet veel reden om te klagen. Daargelaten nog, dat het minimum-sala ris steeds uitzondering zal blijven en no overgroot© meerderheid der sohoolhoofdon meer ontvangt, belet niets den onderwij zers nog andere werkzaamheden waar te nemen, en kan door het geven van pri vaatlessen, door het vormen van kwoeko- lingon, door het houden van kostgangers, enz., het salaris niet onbelangrijk worden verhoogd. "Wij kennen schoolhoofden, die door deze bijverdiensten hun traktement ongeveer wisten te verdubbelen. En nu mag dit eon uitzondering wezen, een pre dikant, wiens studie zooveel belangrijker kosten heeft meegebracht en wiens le vensstand toch niet beneden dien van een hoofd der school behoort te staan, geniet op onze dorpen gewoonlijk niob veel hoo- gor traktement dan f 1000, en van bijver dienste is bij hem geen sprake. Bovendien ontvangt een Dienaar des Woords ge woonlijk eerot Op 70-jarigen leeftijd pen sioen en bedraagt dit niet meer den f 600 jaarlijks, zoodat hij hierin zelfs bij dou onderwijzer achterstaat. Nu de wet de minimum-salarissen heeft vastgesteld en het pensioen geregeld is, kan dus niet gezegd, dat onze onderwijzera, vergeleken met de predikanten, nog zooveel ten ach ter zijn gesteld". „Do Standaard" zegt in een aste risk „Niet goed onderscheiden": In ilo pers wandelt nu het bericht rond, dat do anti-rev. party o©n half mill io en ziolen telt. Hoe komt men daaraan? Het vermoeden schijnt niet ongegrond, dat „De Heraut" de bron is; doch dan heeft men niet goed ondersoheiden. „Do Heraut" heeft meermalen, als er sprake was van de sterkste der onder scheiden Kerkelijke gezindten, er op ge wezen, dat hot zielental der Gercf. Kerken in Nederland ongeveer een half millioen bedraagt. Nu kan ieder weten, dat de anti-rov. partij geen kerkelijke partij is, dat zo haar leden telt onder de Gereformeerden, maar ook onder Hervormden. Zelfs bohoo- ren Doop sge« inden en Lutherschen tot haar. De heeren predikanten Talma, Postma, Van der Voort van Zijp, Jongebreur, Van Grieken, Hogorzeil, Do Looze, Prins, Vun- derink, behooren in hun kring en ook daarbinnen tot de vooraan staand© en lei dend© anti-revolutionnoiren on zij zijn predikanten bij do Ned.-Herv. Kerk. Wo noemden slechte enkele predikanten; er zouden nog heel wat meer namen bij gevoegd kunnen worden. Doch de genoemde namen zijn voldoende om duidelijk te laten uitkomen, dat de anti-revolutionnaire partij niet is een ker kelijke partij, en dat hot aantal harer le- j den vanzelf niet kan worden beoordecM naar do sterkt» van een bepaalde kerke- j lijko groep. I Ongetwijfeld mag worden aangenomen, dat, wellicht met een zeer enkele uitzon dering, allo leden der Gereformeerde Ker ken behooren tot de anti-rov. partijmaar tot deae partij hebben zich ook tal van Hervormden gevoegd. Hot borichtje, dat onze partij een half millioen zielen zou tollen, is derhalv© ge heel onjuist; iets, wat trouwens bij de jongste Kamer-atembus ook duidelijk uit kwam. Staatsbegrooting voor 1906. Hoofdstuk V, Binnenl&ndsoho Zaken. Memorie van Antwoord. Lager onderwijs. Herziening der wet tot regeling van het lager onder wijs, ton eindo terug t» komen op do on langs gevallen beslissingen van princi- pieelon aard ligt niet in de bedoeling van de Regeering. Leerplichtwet. Voorstander van het lccrplichtbeginsel, wil do minister gaarne medewerken om de belemmeringen uit don weg to ruimen, dio het tot haar recht komen van do bedoelingen der Leer- pliohtwet in den weg staan. Het komt hom echter voor, dat, van hoeveel beteekenis ook de bezwaren zijn over den administra- tieven omslag, dio uit do wet voortvloeit, haar gebrekkig© werking in hoofdzaak moeh wordon toegeschreven aan do rege ling van de strafprocedure hier to lande Nu ib vereenvoudiging van de proccduro in strafzaken alleen mogelijk door wijziging van het Wetbook van Strafvordoring. Do minister ia boreid met zijn ambtgenoot voor ju8titio icn overleg to treden over do vraag of dergelijke vereenvoudiging voor do pro cedure van leerp'lichtovertredingen uitv Der- baar is. Rijksmuseum. Do minister kan vooralsnog geen voldc'onde aanleiding vin don op den voor eenigo jaren genomen maatregel om hot Rijksmuseum des Maan dags, ook godujronde de zomermaanden, gesloten te houden, terug te Komen. Voorin stelt do minister ten vorhooging met 850 gulden voor van hot subsidie aan het Kon. Conservatorium voor Muziek te b-G rave nh age Ongevallenwet. Aan het o ragen van eigen risico volgens de Ongevallenwet 1901, is door den voorganger van den min. de voorkeur gegeven boven aansluiting bij Rijksverzekeringsbank, uit ovorwegingen van zuiver geldelijken aard. Do ongeval len, welke tan laste van het departement van BinnenLandsche Zakon komen, zijn namelijk zóó luttel van aantal, dat schier iedere verzokoringBpremie te hoog zou ziin* v Technisoho Hoogoschool. De minister meent do opmerking omtrent do samenstelling van het college van curar toren niob to bdhooven t©( beantwoorden. Bij aanvulling zullen do gemaakte opmer kingen in ernstigo overweging wordon go- nomen. Mot het cog op den broederen opzet van hot onderwijs on omdat in do laatste jaren verschillende zaken zijn aangehouden, heeft de minister nog met oen som van 12,900 de begrooting moeten verhoog en, en wel voor a. do aanstelling van drie hoogleorarcn 4000, mot ingang van 1 September 1906; b. de aanstelling van een buitengewoon hoogleeraar A 3000, waartegenover staat, dat «en assistent A 1200 zal vervallendo aanstelling van een conservator A 2000 mat ingang van 1 September 1900, van een assistent k 1500, en van oen bediende k f 500; o. de aanstelling van vijf lectoren k f 2000, waartegenover staat, dat drie assis tenten k f 1400 en twee k f 1200 zullen ver vallen, een en ander met ingang van 1 Sep tember 1906; cL do aanstelling van oen assistent k f 1200; e. de verhooging van de wedde van vier assistenten van f 1200 tot f 1600 f. do verhooging van de wodde van eon drietal beambten, resp. met f 600, f 200 en 100. Middelbaar ondorwijs. In af- waohting van do voorstellen der Staats- 64) Ook op mij oefende deze eenzame laats met rijn hoogo muren en ver- iten hallen, welke eens het schouw- tooneel van vroolijk leven waren ge- .weest, een zonderlinge aantrekkingskracht uit. Dit verlaten paleis verweerde zich met kracht tegen den alles vertcrenden tand des tijds cn ofschoon ho^g gras zijn pleinen bedekts en zijn paviljoenen aller lei soort van dieren tot sohuilplaats dien den, stond zijn muurwerk toch nog even Btevig als ooit. Het bad reeds eeuwenlang zon cn storm getrotseerd en nog na eeuwen, als ik reeds lang dood ben, zal dat paleis er waarschijnlijk nog juist zoo tetaan als nu, hoogstens dat het gras en do cactusstruiken dan nog weliger, de bevol king van zwijnen en pauwen nog talrijker zal zijn. In dergelijke gedachten verdiept, zat ik op een cler lage wallen, terwijl de Ra ni's zich onder de hoede van een 6lavin op een harer geliefkt'osde zwerftochten be vonden. Toen mijn blik verstrooid over de .vallei beneden mij dwaalde, bemerkte ik drie mannen, dio het steile pad naar de poort opreden. Het waren geen inboorlin gen. Spoedig zag ik ze onder luid, dreu nend paardengetrappel van onder de hooge poort te voorschijn komen en her kende in een van hen rar. Thorold. Ook bij had mij, naar het schejn, reeds gezien; het hofrijtuig, dat beneden wachtte, had hem zeker op een ontmoeting voorbereid. Do drie heeren bonden nu hun paarden vast, en kwamen op mijn zitplaats in een inham van den muur toe, van waar eens een zwaar geschut den omtrek had be- droigd. „Miss ForrarsWelk een aangename ver rassing!" riep mr. Thorold mij toe. „Ik meende, dat dit afgelegen, eenzaam oord door geen menschelijk wezen buiten mij werd bezocht." „Ik ben hier reeds dikwijls geweest; minstens een half dozijn keeren." „Sta mij toe, dat ik u dokter Flemming or.zen district-geneesheer, voorstel." Een dikke heer van ongeveer vijftig jaren nam groetend den hoed af. „En deze hier is mr. Belliars, mijn secretaris." Een blceke jongoling met een bril boog eveneens. „Ik heb den dokter met een bijzonder oogmerk hierheen gebracht," ging mr. Thorold voort. „Hij hangt zoozeer aan het district Madras, dat ik het dringend noodig vond, hem nu ook met een gedeelte van het landschap bekend te maken, op dat zijn geestdrift ten minste eenigszins gerechtvaardigd wordt." „Ja, ja," riep dokter Flemming met een vToolijko tinteling in zijn kleine oogen, „nu drijft gij weer den spot met ons oudst, meest gezegend district. Het is in elk ge val het meest oorspronkelijk gedeelte van Irdic- Hier vindt men nog ongeschonden de inheemsche Flora..." „En het echte klimaat met onvervalschtc malariazeide mr. Thorold lachend. „Och wat, gij menschen uit de Noord westelijke provinciën laat u altijd wonder wat voorstaan op uw koel weer en gij moert, daarbij overal uw bed meenemen 1 U is zeker nog nooit boog in het Noordon ge weest, miss F errors V' vroeg do dokter, zich tot mij wendend. „O, toch wel, maar ik had geen gelegen heid, vel© indrukken te verzamelen, want ik heb mij daar slechts drie dagen opge houden'." Hij sperde verbaasd rijn oogen open, maar de bleeko jonge man vroeg nu: „Hoe bevalt u Royapebta;?" „Vrij goed. En u?" „Uitstekend „Ja, ja, het is hom volkomen ernst met zijn bewering," bevestigde mr. Thorold. „Hij is geheel thuis in de oudheidkunde en bewondert on zo oudo gebouwen evenaeer als Flemming onze vergiftigde planton- „Hier" hij wees met zijn hand in het rond ,,is zijn meest vruchtbaar jacht gebied. U is hier zeker met de jonge Ra ni's heengegaan, miss Ferrars V' J a, want ook voor haar is dit ccn viuohtbaar jachtgebied, rijk aan allerlei kleine schatten. Naar ik hoop, is u geheel van de malaria hersteld?" „O ja, dank u. Het uitstapjo in de ber gen was een zeer heilzaam reoept, dat won deren heeft uitgewerkt." „Het was ovenwei een zeer ernstige aan val," merkte do geneesheer op. „Een soort van malaria, zooals mij die nog nooit in de praktijd is voorgekomen.' „Zeker ook een der voorrechten van Ro- yapetta?" bracht zijn patiënt glimlachend in liet midden. „Doch kijk eens, wat een prachtige zonsondergang'" riep hij plotse ling, waarop wij ons allen naar het gloei ende Westen toekeerden, In een donkerrooden gloed gehuld, stak de heuvelketen in het verschiet scherp tegen do heldere, oranje-gel© lucht aif waarover stropen van het mooist© roso heentrokken, welke liet geheel© landschap in oon roze rood licht dompelden. „Allee rooskleurig", merkte mr. Thorold op. Zeker een goed voorteeken." „Ja, do zon gaat onder, en wij hebben het palcis nog in het geheel niet bezichtigd on toch is daarin zooveel interessants to zien," merkte mr. Bollaire op. „Goed, Dick, ga gij dan maar on leid den doktor rond. Ik blijf intusschen hier bij miss Ferrars, mot wio ik allerlei dingen heb to bespreken. Torwijl mr. Bellairs met den dikken dok ter, dio hem nauwelijks kon volgen, weg snelde, wendde oir. Thorold zich levendig tot mij. „Ik ben heol blij, dat ik u hier aantref Maar zeg mij nu in do oorsto plaats, waar om ik u niet in heb paleis mag bezoeken?" „Omdat de Rani Sundaram dat niet ver kiest. Zij vertrouwt mij niet en houdt mij voor uw spion." „Dat is weer juist iets voor Hare Hoog heid, do Koningin der Spionnen." „Ik heb een vreeselijko scène mot haar gehad." „Ik weet wat dat wil zeggen, want ook ik heb, voor haar pUrcLah staande, reeds menigo heftige woordenwisseling met haar gevoerd" „Maar dan hebt gij ten mnste haar oogen niet gezien." „Waar ging het over?" „Het ctrof u. Als wij vrede met Kaar willen hebben dan moogt gij mij niet weer bezoeken en ook geen brieven zenden. Do muren van het paleis hebben duizend oogen en ooren. Zog' was zij bijvoorbeeld ook ge- Anno T9Ö5 commissie tot reorganisatie van het onder wijs wenscht do Rogeoring geen ingrijpend© wijzigingen in het middelbaar ondorwijs aanhangig to maken. Do intrekking van hot wetsontwerp inza ke de oprichting van een middelbare tech nische school vindt haar oorzaak alleen hierin, dat do Regeering uet roor de ont wikkeling van het middelbaar technisch on dorwijs in het algemeen uiet wonscrtiolijk achtte een zoo kostbaar centraal instituut in het loven te roepen, dat slechts voor een deel in do behoefto kan voorzien. Yoor nadere vorhooging van hot subsidie ten bohocvo van do vakschool voor meisjes to 's-Gravenhago, bestaat, naar do mooning van den Minister, op dit oogeublik nog geen voldoende aanleiding. Een Rijkssubsi die van 7000 is reeds hooger dan een der ander© industriescholen voor meisjes uit 's Rijks schatkist geniet. Yorontroiniging vau open bare wateren. D© Minister is voor liet oogenblik niet voornemens to bevorde ren, dat het ingetrokken ontwerp van wet togen schadelijke of hinderlijke waterver ontreiniging andermaal worde ingediend. Hij stolt zich echter voor, to onderzoeken, in hoeverre dezo matorio rijp is voor rege ling on het doen van voorstellen daarvan afhankelijk te maken. Woningwot. Hoewel door don Mi nister wordt betreurd, dat niet alle veror deningen bijtijds zijn vastgesteld, verwacht hij, dat met 1 Augustus 1903, op welken d;:g de termijn verstrijkt, dio bij het gewijzigd© art. 61 der wet is gestold, voor het voort bestaan van do bestaande verordeningon, allerwegen do voroischto voorziening haar beslag zal liobbcn gekregen. Bestrijding der t u b o re u lo so. Yan do /10,000, die voor dit jaar zijn toegestaan, is een subsidio van 1000 gld. verLcond aan het Nederlandsch Centraal Comité tot bestrijding dor tuberculose ten behoeve van do verspreiding van populaire geschriften. Het ligt in het voornomen der Regeering te bevorderen, dat do overigo 9000 gulden nog in don loop van dit jaar aan subsidies ton bohocvo van zoodanigo voroenigingen worden besteed. Aan parti culieren rechtstreeks zijn nog geen subsi dies verleend Bezoldigd© personen bij do s c h u b t o r ij o u. Daar, Volgens d|o Schutterij wet, do kosten van do schutterij en ten lasto van do gemeenten komen, is do Minister van oordeel, dat tcgomoe-lko- ming aan het personeel bij opheffing van schutterijen op den weg der gemeenten ligt. llAAULFiUMKRMEER. Ondertrouwd: J. van dor Uoon wedr. en G. d© Ruiter wed. Gehuwd; 'i\ J. Kiep on C. vno Woalar- huizon. C. A. Iluljfcntuin geich. en A. Kaars. v a 11 <m: MrrA. Faas geb. Van der Via D. - E. Verbaas «b. Mourifs 2D. J. Vfrboov© R®b. Jonker D. H. Dogenaars gob. Kranikarnp A t>. van G«Qen gob. Kunst D. J. M. do liegt geb. Eiudbovon D. A. von Splunter gob. Dekker Z. E. Offermnn gob. Van der Stioom D. L. Voogt gob. l'ols 2 D. on 1 loreoJ. Z. A. Rodenburg gob. Topsvoort D. Overleden: C. llogondoorn, 79 j., wed. ltobel. W. van Neuren 8 m. J. de Zwart, wed. Lya, 64 j. II. van der Ploeg 4 w. It. C. Krijger 71 j. W. vau dor Oord 8 m. C. Rodokor geb. Bios 70 j. J. Smit 12 d. T, Duiumaaijer, wod. Uelio, 85 j. Londen, 2 Deo. Wol. Sedert do oponing dor veiling op 28 Norcraber is da stemming over bet olgoineon levendiger en de prijzen zyn, oponkole uitzonderingen na, vastor gowordon. liet grooUte gedeelte der aangeboden partijen word, doordien 80n botrekkolijk belangrijk gedeelte meiinoa niet aan de door Duiteoülaod gesteldo veroisolitoa boantwoorddo, voor Frankryk en bot binneulnud genomen. Daarentegen vonden er velo knvolingon scoured voor Duitschlaod koopors, naar wolk land ook kamwol plaatsing vond, evenals noar Uolgiü. De eeoige soorten merinos waarvan de prjja esnigezin» flauw of onregelmatig wae, waren gebrekkige qual. pieces en kortstapeligo vetto buikwol, die m de lubnokeu pas kuoneu worden verwerkt als zo geourbooiecord zyo. Van oiobs- breds bloei bet aanbod klem eo allo qual. genotoa zeer levendige vraag voor bet binnonland. Met uitsondering vmi Lincoln ea Leicester „slipes" en do grolsle scoured soorten, werd voor alle qual. de vollo waardo der Soptember-voiling aangelegd en bijzonder gewildo soorten brachten zelfs bovenmatig booge prezen op. tuig© van ons gesprok in do aucüiéntiozaal. Zij zag, dab ik u brieven gaf, on boweerdo, dat wij kwaad van haar hadden gesproken" „Daarin heeft zij gelijk 1 Maar zeg mij, hoe is dat mogelijk, als zij niet werkelijk heksen kan?" „Do galerijen loopen immers hoog boven om do zaal heen, van w&ar het dienstper soneel do feestelijkheden kan aanschouwen,. Zij moot daar geweest zijn." „Dat zij mij als vergif haat, weet ik wel, maar dat laat mij goheel onverschillig on hindert mij niet het minst in inijn werk zaamheden, di© een gunstig verloop heb ben. Ik lo3 hypotheken af, schiet geld voor nlgomeono doeleinden voor, laat gerechtig heid heerschen waar en zooveel ik kan ea voer verbeteringen in. Enorme schulden drukten den Staat, do belastingen bedroe gen meer dan do helft dor inkomsten en zogen hot hartobloed van het volk uit. Do Rani Sundaram bekommert zich er echter niet over, hoevelo menschen er dagelijks den hongersdood sterven. Zij werpt het geld met vollo handen weghaar eer- en verspilzucht kennen geen grenzen." „Is hot waar, dat er do volgende maand groot© huwelijksfeesten zullon plaats vin< den V' „Ja, die zullen reeds in do eerst© wook van Maart een aanvang nemen. Wij zullen dan in elk geval weer in do gelegenheid zijn elkaar t© spreken." „Misschien", anbwoorddc ik weifelend. „Neen, geen misscHien; ik zal daar wel voor zorgen." (Wordt ie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5