DE MOEDER. liet aanwenden van cayenne-peper. liet geschenk van je rader. En mij was het «en pijniging, jaar op jaar." En toen ver dolde ze langzaam haar lewenesmart, de geeahiedeni» van de pop. ,,VoeJ je wel, dat het geven op Bt.-Ni- klaae oio altijd oon bitterheid was, die ik haatte! Vod] je wel, Emmy, dat elko St.- NikUasdag voor mij alléén droeve herin- nering had?" „Toch niet> mookel Toch niet. De her innering aan vacler» liefde ken niet droef fijn." Boren de droefheid uit zag Emmy het glorieeren der liefde van don gestorvene |VOor zijn kleine kind; hot kleine kind, dat lij was. „Geef mij de pep, moeke; ik heb er Pocht opl" „Noem zo. Voor jou. Voor je kindoren tnisschieo. En wee9 er gelukkig mee, ge lukkiger dan je moedor 1" zei mevrouw 'Blanko, terwijl baar bevende haaien do pop in Emmy'» armon legden. Heb speelgoodi waa haar relhiuie ge worden. In de meeste kinderrijke families wordt de knthdpr behandeld volgen» den stelregel „Eigendom ia diefstail". Haar tijd, baar werktafeltje, baar krochten, haar inktpot, baar slaap, bet is alles gemeenschappelijk eigendom en men neemt hot met oen meo- Igeling van verwondering en ongeloof, cn èlechtö in het beste geval met verwonde ring op, als do moedor voor een enkeion keen* ietü voor haaraelv© doet of van plan ia te doen. „Voor ,wie ia die boterham? Voor u?" vragen de kindoren vol naïeve verbazing, zoodra moeder een» niet voor ben het broodmes hanteert. 'Dab zij aan tafel niet eer zelve begint te eten, voordat allen, die zichzelf nog niet kunnen redden, bediend zijn, hun vieewch netjes fijngesneden voor zich heb ben en bun kroesje gevuld zien, is een overbekend feit. Moeder bevindt zich dien tengevolge meest in oen toestand van on voldoende voting ec hot was volkomen in ernst, dat een dame van onze kennis, wio wij een compliment maakten, dat zij er zoo goed uitzag, ten antwoord gaf; „Ja, weet ge, ik heb tegenwoordig een juffrouw en dus kan ik 's middags rustig eten." Wie evenwel uit het bovenvermelde zou durven opmaken, dat er gebrek is aan liefde van de zijde der kinderen, vergist zich deerlijk. Zij wordt letter^,-, aangebe den, Zij is in de oogen barer kleine tra wanten de beste, do mooiste, de liefste en do verstandigste vrouw van de heele wereldzij kan alles, beeft alles, weet al les. Zeker tienmalen per dag wordt zij stormachtig omhelsd en zelfs des naohts meet zij vaaJk uit een rustigon slaap wak ker komen, om te antwoorden op de vraag: „Houdt u veel van me, mama?" Hoofdpijn of behoefte aan rust mag een moeder echter volstrekt niet hebben. Ik ken een moeder, die het waagde zicb te verzetten tegen het bestaande gezag der kinderen en die zich opaloot. De ge volgen waren ontzettend. Want, waar zelfs de misdadigers der oudheid in zulke gevallen een tempel hadden om zich aan de furiën te onttrekken, daar eerbiedigden de kleine furiën uit de kinderkamer vol strekt geen heiligen grond. Zij hielden moeders pogingen om zich terug te trekken voor een ingrijpen in hun heiligste rech ten, dat niet streng genoeg kon worden gewraakt. Alle kinderen trokken afwisse lend aan den deurknop, bewogen bom in snel tempo heen en weer, schreeuwden, schopten tegen de deur en lieten er zich als instortende muren tegen aan vallen, totdat ten leste moeder met een gelaten: „Ja, ja, stil maar", dè witte vlag der on derwerping opstak en do deur opende om do bende binnen te laten en onder ge schreeuw van „mijn boterham", ,,mijn pep", „mijn keukentje" in triomf te wor den meegevoerd. Sedert heeft moeder zich maar niet meer verzet. Zij wordt bij ongesteldheid zelfs „ver pleegd'' door de kinderen, zij het ook op hun bijzondere manier. Als zij bijv. eens iet» mankeert, zitten er minstens drie te gelijk op haar bed en kibbelen over hot recht haar verpleegster te mogen zijn. „Laat haar tooh met rustl", „jij plaagt haar!", „neen jij!" co onderwijl rollen en vechten zij over 3e patiënte heen. Ook is het [voorgekomen, dat moeder barstende hoofdpijn had en dat allen te gelijk haar wilden voorlezen, en liefst ieder uit een ander boek. Om kort te gaan, moeder moet de kunst verstaan geduldig en veelzijdig te zijn: met het eene oog over de melkpan waken, met het andere iFrauache woordjes over- hoorcDmet de eene hand een kasteel van blokken bouwen, mot de andere hand troostend over een opgeloopen buil strij ken mot den eenen voet een wieg duwen en met den anderen He maat aangeven bii de muzikale oefeningen van het kind, wiens beurt hot is, om te stJideoren. Indien gij slechte aan deze zoo beschei den eischen kan voldoen, bekleedt zij een uiterst aangename positie in de maat schappij, de moeder. DE DXTIE. Over de vraag cf de duif nuttig dan wel schadelijk is, is door vogelkenners en landbouwers al heel wat getwist. Zij moet natuurlijk worden opgevat in dezen zin, of hot nut do schade dan well d© schade het nut overtreft. Dat do duiven op de bezaaide volden schade aanrichten valt niet t© loocbononcf deze ochtor zoo groot is, dat de duiven noodzakelijk in den zaaitijd moeten worden vastgezet, mag worden be twijfeld, vooral, wanneer heb zaad diep is ondergecgd. Dat de duif evenwel veel onkruidzadeo verorberd, is bekend, waarom in sommige stroken, in Bolgié bijv., middon tus&ohon de akker» groote duivenkooien worden ge plaatst In hot verdelgen der onkruiden bestaat dan ook het grootste nut van de duif, terwijl ais zoodanig in de tweede plaats genoemd mogen worden het lekke re gebraad en de most, dion zij levert. Eeo half dozijn vogels weegt 4 pond, en 8 tot 10 paar duiven leveren 140—160 jongen De mest heeft een zoodanige waarde, in zonderheid voor do groenten en ooi&teelt, dat do duivenhouderij in Japan en België hoofdzakelijk daarom gesobiodt. Do mededeolingen van pantoor Soell, in Hohenstein (iN'assau), die langen tijd zorg vuldige waarnemingen en ouderzookingen deed omtrent bet voedsel zijner duiven, die dagelijks do omliggende velden ijverig bezochten, komen in 't> kort uterop neer: Het lievelingavoedsel der duiven bestaat uit het zaad dor in het wild groeiende peulvruchten, die de landbouwer dikwijls met den naam „vogelwikke" samenvat en welke mot reoht- tot de lastigst© onkruiden worden gerekend. Behalve van deze „wilde" wikke i9 do duif een liefhebster der verbouwde wikke en erwten, alsook der oliezaden en granen, verder van zaadkorrels der verschillende planten, die ala onkruid den oogst' vermin deren en jaren achtereen de akkers bedek ken Pastoor Snell traohtte nu na te gaan, •wat gedurende eeo jaar zijn 40 duiven da gelijks als voedsel kozen Hij nam precies waar, waarheen de duiven vlogen ec slachtte van tijd tot tijd een duif, om zorg vuldig den maaginhoud te onderzoeken. Op deze wijze vond hij, dat 2icb zijn dui ven van 24 November tot 17 December, verder van 19 December tot 14 Januari, dus 48 dagen, en van 1 Juli tot 1 Augus tus. du9 32 dagen, te zamen 80 dagen, uit sluitend met vogelwikke voedden. 108 dagen aten de duiven voor de helft vogel- wikkezaad, voor de andere helft andere onkruidzaden en graankorrels. Gedurende den anderen tijd 177 dagen werden de duiven deels thui9 gevoederd, leefden zij deels van graan, dat na den oogst op do akkons was blijven liggen, waarondor ech ter weer steeds onkruidzaad gemengd wal. Onder doze kwamen vooral voor: de tfïlde mosterd, heclerik (die zij alleen bij grooten honger eten), zuring, korenbloem, winde, enz. Ten slotte moeten nog genoemd .wor den: klein© tuinslakken, rupsen, maden en ander ongedierte. In welk een groot© hoeveelheid hot zaad van vogelwikke op de velden kan liggen en door de duiven verteerd wordt, bewees Snell door d'e korrels in den krop der ge slachte duiven te tellen. Zoo vond hij in een krop van eeo op 10 Juli tegen den avond geslaohbe Wuif niet mandor da® 3682 zaden Hij rekende, dat ongeveer half zooveel in den loop van dco dag reeds in de maag van den voged was overgegaan, zoodat het getal verhoogd werd tot 6373. Verder aannemende, dat de oude duif wel de helft van wat zij vond, voor zich in den krop behield, kwam Snoll tot de slotsom, dat do duii in don tijd, d&t zij jongen heeft, dagelijks meer dan 8000 vogelwikke- zoden ophaalt. Volgens dezo gegevens •wcTdt dit in stel 100 dagen T00 maal 8000 is omstreeks 800,000 zaadkorrels, wel ker ontkieming en verdere ontwikkeling door de duif wordt verhinderd. Neemt men, om de zaak niot te oversohatten, sleohts 600,000 (een 'haLf miliioen) aan, dan komen op can koppel duiven van 20 paar por jaar 20 miliioen zaadkorrels der lasti ge onkruiden. Daar behalve de patrijzen en de kwar tels bijna alle vogels het vogolwikkezaad versmaden rekent pastoor Snell de duiven tot de nuttige vogels. Zelf® al* zij soms aan de cultuurplanten schade toebrengen, dan wordt dit door het nut, dat zij daaj> naast stichten, vele malen overtroffen. Invloed van de Maan op den groei der planten. Was vo)gen§ de voorstolling dor ouden de heerschappij van den nacht aan de maan toevertrouwd, gelijk aan do zon dia des. daags; Btond zij dus in rong naast dit hemellichaam geplaatst, sinds men hooft begrepen en zolfs onze jongens op do schoolbanken weten te vertellen, dat de zor zicb nlot beweegt, do maan om do aarde draait on haar licht lsent, i9 zij eon onttroonde vorstin geworden, tot ootmoe dige dienaresse onzer pdanoet verlaagd. Diep getaand ia haar heerschappij vat weleer, toen volgens de taalgeleerden bet eekent het woord maan immers t ij d- m e te r do tijdsindsoling naar haar ge- geregeld werd en men bij maanjaren tel de, gelijk in Europa alleen d© Turken nog doen Mochten vroeger jeugdige verliefden haar opglowekt fcoobliklkon, senttitnenteele dich ters baar voortdurend begroeten, sterren kundigen baar bengen eü zeeën bepalen, haar afgronden peilen, haar geheimen trachten te onthullen, thans ziet 'haast niemand moer naar de maan. Trouwens in de drukke straten der steaen en groote dor pen merkt men in onzen tijd van cohourrentiel tussohen eleotrisoh liohft en gasvlam haar in vloed zelfs niot, wanneer zij haar verlich ten kant naar ons toekeert. Het 19 op het platteland alleen nog. dat men haar licht acht, ais het de dojker© winteravonden verheldert en gelegenheid biedt tot buurtbezoek en vriondeDont- vangst Het i3 daar nogi dat men met Huij- gens zegt: „Wat scheelt bet of de Ma©d hoer eigen straeleD biè, Of van de Sonn geleent, als ïcker weJ bij sie"l Het is daar nog, dat men kijkt naar haar, niet alleen om haar lacht, maar meer Dog om den invloed, dien men denkt van haar uit te gaan Daar heeft men nog personen, die elke verandering van weder en temperatuur, van regen en droogte, van wind 6D kalmte, van vorst en dooi aan haar invloed toeschrijvendaar heeft men ze nog, volgons wie het maanlicht een groote rol vei-vult bij het rijpen dor drui ven, daar kijkt men nog naar haar bij het afsnijden en verplanten vaai 'gr^waaeen, en niet hot minst bij het zaaien van zaad op bouwveJd en moestuinen. Het zyn die een- veudigen in don lande, welke nog rekening houden met het wassen en afnemen der maan, daarnaar don uitstrooi van het zaad regelen en do eeuwenoud© meening blijven toegedaan, dat do maan invloed uitoefent op den waodom dor planten. Dat het nagaan van den invloed ootk nog hedendaagaohe geleerden be zighoudt, bewijst wel het feit, dat do Fransche natuurkundige Camille Flamma- riem vjersohillende "Wo ten schappelijke onderzoekingen doet, waarvan hij reed» versondlende uitslagen mededeelt». Op het eerste gezioht moge die invloed onwaarschijnlijk sohijDen, er zijn evenwel verschillende redenen, om ernstig te on derzoeken of hij werkelijk bestaat. Het maanliout tooh veraohilt wel met het zonlicht, daar het betrekkelijk veel rij ker is aan donkere stralen dan dit laatste, zooclat het een oorzaak zou kunuen zijn bijzondere werkingen voort te brengen. Het verschil tussohen de uitwerkingen toe te schrijven aan de wassende en de afnemende maan, zou te verklaren zijn door de om standigheid, dat het gewas zioh niet onder deaelfde voorwaarden bevindt met het laat ste kwartier en het eerste. iCamiUo Fllammfcwion heeflh <de uitkom sten med!c\gddeeld van versohillcynde raai ingen, gedaan op dagen, waarbij men was in volle of nieuwe maan, eerste of laatste kwartier, bij wassende en bij afnemende maan Daarbij hield haj tevens rekening met de warmte van den bodem op hot oogenblilk van het zaaien en van zijn voch tigheid. Erwten bij nieuwe maan (15 April) go- zaaid zijn beter gehikt dan die bij volle maan (31 'Maart) gelegd werden. De zaai ingen bij het Laatste kwartier (7 April) en bij het eerste (22 April) zijn slecht gelukt. Voor'beetwortels i9de zaaiing bij'het laat ste 'kwartier 'het best uitgevallen. Wortelen, op dezelfde datums gezaaid, zijn op geen enkel bed gelukt Zaaiingen van prei heb ben gean zteeö merrlkbaisfr vctrachil k^pgeld- verd Het bed ajuin werd bij volle maan gezaaid. Aardoppi-lcji bij volle maan (29 April) gepoot en bij Laatste kwartier (7 Mei) zijn bat-er geslaagd dan die bij nieuwe maan on eerste kwartier gelegd zijn. Boonen bij vollo maan (20 April) gezaaid en bij laatste kwartier (7 Mei) zijn goed gelukt en gaven een overvloediger oogst; gezaaid bij nieuwe maan en eerste kwar tier, garen zij eon gering b?eohot. 'Salade, lat-uwe, kooien, radijzen, wortelen, werden bij vollo maan gezaaid, 29 Mei cn 27 Juni, en bij volle maan 13 Juni en 13 Juli; de oogst w<a<s goed voor do zaaiing op 29 Mei en bii de drie andere 19 het zaad niot goed ontkiemd en zijn de planten slecht gelukt. Zijn deze proefnemingen al met zon? verricht, natuurlijk kon er nog geen besluit uit getrokken worcfen en is volstrekt niet uifj'semaiikjö of het hewrfvin der, landbou wers, dat de maan invloed uitoefent op het ontkiemen der zaden, het .doorschie ten" van sommige gewassen al of niet lou ter toeval is Die proefnemingen dienen voorheezet te worden gedurende eeu groot aantal jaren ora tot de wetenschap te ko men, of de nuwn werkelijk invloed uit oefent od het ontkiemen van het zaad. Tot zoolsnc zullen onze Landbouwers waar de bliiven hechten aan de uitspraak, die ook zij weder met tal van co der vindingen trachten te steunen. Hooge leeftijden. In Genesis V wordt gemeld, dat Adam 930 jaren oud werd en 130 was, toeD hij zijn derdeD zoon (Seth) kreeg, eo dat zijn nakomelmgien wed eeD minder hoogen [ouderdom bereikten, maar Noacb toch Dog weer 950 werd (Genesis IX). Id hoofdstuk XXV wordt vad Abraham gezegd, dat hij, „oud en der dagen zat", tot zijn volk verzameld werd, na 176 le vensjaren te hebben gdleefd. Thans bereikt de mensoh slechts bij uit zondering den leeftijd van 100 jaar; maar dit toch nog veel m»er dan men op pervlakkig zou denken. Wel vond mon er bijv., een willekeurig zesde deel dor kie zerslijst naziende, niet één van 100 jaar; maar volgens de ondereoekingen van Haller, eeh wan de wei/nige geleerden, dio zich bezig gehouden hebben met de vraag naar de grens van ons bestaan op aarde, zou deze gesteld moeten worden, met op 90 k 95, zooals thans, maar op 2001 Hij haalt tor bevestiging van dat beweren twee per sonen van hoogen leeftijd aan; Thomas Poer, die op 152-jarigen, en een ander, die op 163-jarigen leeftijd stierf, beiden aan een toeval. En von Humboldt ver zekert, dat hij in Zuid-Amerika een boer heeft geaien, die 143 jaar oud was. Niot minder geloofwaardig schijnt het verhaal omtrent den beroemden Noorschen boer Gurnngton, die, toen hij op 160-jari- get leeftijd stierf, uit zijn laatste huwelijk een zoon van 9 jaar naliet, wiens oudste broeder er. 106 telde I En volgens een 6itatistiek der mensehen van hoogen leef tijd, zooals die «bestond in het bogin van het jaar 1897, was er toen onder de levenden een neger, Bruno Cotrim, te Buenos Ayroe, die over de 150 20U wezen. Alleen in Servië zouden er 3 van 135 h 140 jaar, 18 van 126 k 135, 123 vfan ll5 k 125 cn 290 van 105 a lJö jaar zijn; en in de Vereenigde Staten waren er in 1890 3981 personen, die meer dan 100 jaar telden, of albhana meenden te zijn, want bij gemis aan een burgerLijken stand laat het gpheugen van zulke ouuen we! eens te wensohen over. In. Chili, waar geen statistiek van do hoogbejaarden van dc laatste jaren be staat, wees uien toch in 1855 verscheiden grijsaard» aan, die meer don 120 waren. Volgens officieele Russische statistieken over het jaar 1850 cd mon weet, dat vooral in Rusland al wat „officieel" i» ook waar is! leefde or te dien tijde op do grenzen van Lijfland een grijsaard van 168, hij sprak als ooggetuige van den slag van Pooltawa in 1709, waar hij in de Rus- sisohe gelederen streed. Dr P. Foisaac haalt een menigte voor beeld.4® aan van mensohen, dio meer d-an 160 jaron geleefd oouden hebben. Zoo oen kanunnik van Lucern, die stierf ia 1346 op 186-jarigon leeftijd, en een Hongaarsche aartsbisschop, een Scihotsche abt en een Krtoaitisoh© hOodbouwor, die hun 185ste jaar bereikten Dr Emerson beweert, dat men onder, ds negers in de Vereenigde Staten op de 100,000 personen er meer dan 2000 vindt, die over de 100 rijn. Volgens Lopez Oaeteguod, koninklijk peichi-'dschrijver v^n Pnrrhiwl, ?©u een ze kere Niemans de Cu-gna, ge-boren in de provincie Bengalen, 370 jaren hebben ge leefd Intusechen is tegenwoordig nu de burgerlijke stand bewijzen levert het leven minder lang... De gemiddelde duur van bet leven is voor men9ohen, die met het hoofd werken, 63 jaren en 8 maanden. Wat president Roosevelt ge» oorioofd is en wat niet. President Roosevelt beeft menig voor recht boven de Europeesche heerschers, maar ia ook door zooveel voorschiften, «tie aan zijn hooge betrekking ontleend zijn, gebonden, dat bij minder vrij i» dan de regeerende vorsten. Volgens een Engelsch tijdschrift, i» het hem niet geoorloofd, tijden© den duur van zijn Presidentschap, de Vereenigde Staten slechts een uur to verlatendeze regel i» door alle presidenten in acht genomen. Om dezelfde redenen mag bij geen gezant schapshuis in Washington bezoeken, om dat die huize® als exterritoriaal beschouwd wordeD. Evenmin mag hij aan boord van een buitenlanduch oorlogsschip komen, dat in eeD Amerikaansche haven ligt. E)e<z© voorschriften gave® teenige jaren geleden aanleiding tot een morirwa&xvffg geval. Een nieuwbenoemde gezant, met doze voorschriften onbekend, ooodigrle den Presidcct op een io zijn geaantschapsho tel te geven feest. Heb bedanken van den President nam hij op als eeD bivleedigmg van zijn persoon, en bij diende die®tenge volge zijn ontslag in Slechts zeer stellige verklaringen ,van „Het Witte Huis" hielpen hetn uit rijn onaangename positie. De LnesUient mag niemand, die de VeroenLgo'e Staten be zoekt, bet eorst bezoeken, tenzij het een regeerend Vorst ia Mrs. Roosevelt mag geen bezoeken af leggen, doch slechte wekelijks recepties houden, waartoe invitatiekaarten gezonden worden, waarop in den hoek link» het Witte Huis in zilver afgebeeld is, en' waarop dag en uur van ontvangst zijn aan- gogeve® Des Zondags mag de President niet meedoen aan hazardspelen en op dion dag ook geen sport huldigen; een voor#chrift, dat tot VVaahmgtou terug te brengen is. Nooit mag een president op de linker zijde van zijn rijtuig zitten. Is een nieu we president gekozen, dan ait de oude bij het rijden naar de zitting in bot Capitool rechts in do® wagen, en ruimt deze plaat» voor zijn opvolger m voor den terugweg. Slechts als de Deken van het diploma tieke korps in het rijtuig is, mag de Pre sident van dozen regel afwijken. Overigens heeft do President vele voor rechten, die de gekroonde hoofden niet met hem doelen. Als de Vereenigde Staten oorlog vooron, dan leidt vlo President in zijrt qualib it van opperbevelhebber den veldtocht van uit het Witte Huis en niet het mimistorio van oor log. Bovendien kan hij zich in kerkelijke aangelogkWipden memgon cn hij kan de eenvoudigste 'bede® tot hoogo eerepostcn roepen, zonder daarvoor de to'estcininiug van het Congres te behoeven. Als beer over alle havens der .Vereenig de Staten, kan hij onder elk voorwendsel vorhinJdere®, dat een schip binnenloopt, oti het Congres kan eeu zoodanig beslui niet introkken, zcIêj dan niet, als do vrede voor het land daardoor in gevaar zou ziju. Ook kan de President, zonder den Se naat te vragen, handcis- en andere verdra gen sluiten met andere landen. Met ee® vijandig rijk kan hij vredeslui ten, maar mist het recht der meeste heei* schers, den oorlog te vork In ren. Als de» President in geldnood komt, be schut hem geen wet voor het gevaar, we gens schulden in d» gevangenis te gera ken. Het is bekend, dat kanarierpgele, dfa met oayenne-peper worden gevoed, een roode kleur aannemen Do oayenne-peper bevat, behalve de rood© kleurstof, een scherpe stof en vet; wanneer meD die beide Laatstgenoemde be- standdlealen doc(r middefl van destillatie aan de cayenne-peper onttrekt, heeft -liet geven der nog steeds roodachtig gesleurde peper bij de diertje® niet die merkwaar dige uitwerking Zij ontstaat weder, wan neer men de onttrokken olie aan de pepefl toevoegt. Hieruit volgt, dat het vet de eigenlijike drager dor kleurstof is en dat dit tot in do vederen der diertjes dringt., Wanneer men zuiver witten hennen cayen ne-peper geeft, krijgen zij een bleek- roode kleur, die iü de open lucht tot don kerrood overgaat; zulke hoenders kondi gen eenige uren vooruit, door bun meer of mjindcr diep roodkj kleufr, weersveran dering aan. De dooier der eieren vad zulke hoenders is donkerrood. Reeds voor dertig jaar (heeft men soortgelijke proefnemingen gedaan met den alcana wortel („Anchuaa tinotoria"), die een viol et-roode, in vet of>- losbare kleurstof bevat. In een Duitsoh tijdschrift wordt hierom trent de volgende merkwaardigheid mede-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 14