DE MOEDER.
liet aanwenden van cayenne-peper.
liet geschenk van je rader. En mij was het
«en pijniging, jaar op jaar." En toen ver
dolde ze langzaam haar lewenesmart, de
geeahiedeni» van de pop.
,,VoeJ je wel, dat het geven op Bt.-Ni-
klaae oio altijd oon bitterheid was, die ik
haatte! Vod] je wel, Emmy, dat elko St.-
NikUasdag voor mij alléén droeve herin-
nering had?"
„Toch niet> mookel Toch niet. De her
innering aan vacler» liefde ken niet droef
fijn."
Boren de droefheid uit zag Emmy het
glorieeren der liefde van don gestorvene
|VOor zijn kleine kind; hot kleine kind,
dat lij was.
„Geef mij de pep, moeke; ik heb er
Pocht opl"
„Noem zo. Voor jou. Voor je kindoren
tnisschieo. En wee9 er gelukkig mee, ge
lukkiger dan je moedor 1" zei mevrouw
'Blanko, terwijl baar bevende haaien do
pop in Emmy'» armon legden.
Heb speelgoodi waa haar relhiuie ge
worden.
In de meeste kinderrijke families wordt
de knthdpr behandeld volgen» den stelregel
„Eigendom ia diefstail". Haar tijd, baar
werktafeltje, baar krochten, haar inktpot,
baar slaap, bet is alles gemeenschappelijk
eigendom en men neemt hot met oen meo-
Igeling van verwondering en ongeloof, cn
èlechtö in het beste geval met verwonde
ring op, als do moedor voor een enkeion
keen* ietü voor haaraelv© doet of van plan ia
te doen.
„Voor ,wie ia die boterham? Voor u?"
vragen de kindoren vol naïeve verbazing,
zoodra moeder een» niet voor ben het
broodmes hanteert.
'Dab zij aan tafel niet eer zelve begint
te eten, voordat allen, die zichzelf nog
niet kunnen redden, bediend zijn, hun
vieewch netjes fijngesneden voor zich heb
ben en bun kroesje gevuld zien, is een
overbekend feit. Moeder bevindt zich dien
tengevolge meest in oen toestand van on
voldoende voting ec hot was volkomen
in ernst, dat een dame van onze kennis,
wio wij een compliment maakten, dat zij
er zoo goed uitzag, ten antwoord gaf; „Ja,
weet ge, ik heb tegenwoordig een juffrouw
en dus kan ik 's middags rustig eten."
Wie evenwel uit het bovenvermelde zou
durven opmaken, dat er gebrek is aan
liefde van de zijde der kinderen, vergist
zich deerlijk. Zij wordt letter^,-, aangebe
den, Zij is in de oogen barer kleine tra
wanten de beste, do mooiste, de liefste
en do verstandigste vrouw van de heele
wereldzij kan alles, beeft alles, weet al
les.
Zeker tienmalen per dag wordt zij
stormachtig omhelsd en zelfs des naohts
meet zij vaaJk uit een rustigon slaap wak
ker komen, om te antwoorden op de
vraag: „Houdt u veel van me, mama?"
Hoofdpijn of behoefte aan rust mag een
moeder echter volstrekt niet hebben.
Ik ken een moeder, die het waagde zicb
te verzetten tegen het bestaande gezag
der kinderen en die zich opaloot. De ge
volgen waren ontzettend. Want, waar
zelfs de misdadigers der oudheid in zulke
gevallen een tempel hadden om zich aan
de furiën te onttrekken, daar eerbiedigden
de kleine furiën uit de kinderkamer vol
strekt geen heiligen grond. Zij hielden
moeders pogingen om zich terug te trekken
voor een ingrijpen in hun heiligste rech
ten, dat niet streng genoeg kon worden
gewraakt. Alle kinderen trokken afwisse
lend aan den deurknop, bewogen bom in
snel tempo heen en weer, schreeuwden,
schopten tegen de deur en lieten er zich
als instortende muren tegen aan vallen,
totdat ten leste moeder met een gelaten:
„Ja, ja, stil maar", dè witte vlag der on
derwerping opstak en do deur opende om
do bende binnen te laten en onder ge
schreeuw van „mijn boterham", ,,mijn
pep", „mijn keukentje" in triomf te wor
den meegevoerd.
Sedert heeft moeder zich maar niet meer
verzet.
Zij wordt bij ongesteldheid zelfs „ver
pleegd'' door de kinderen, zij het ook op
hun bijzondere manier. Als zij bijv. eens
iet» mankeert, zitten er minstens drie te
gelijk op haar bed en kibbelen over hot
recht haar verpleegster te mogen zijn.
„Laat haar tooh met rustl", „jij plaagt
haar!", „neen jij!" co onderwijl rollen en
vechten zij over 3e patiënte heen. Ook is
het [voorgekomen, dat moeder barstende
hoofdpijn had en dat allen te gelijk haar
wilden voorlezen, en liefst ieder uit een
ander boek.
Om kort te gaan, moeder moet de kunst
verstaan geduldig en veelzijdig te zijn:
met het eene oog over de melkpan waken,
met het andere iFrauache woordjes over-
hoorcDmet de eene hand een kasteel
van blokken bouwen, mot de andere hand
troostend over een opgeloopen buil strij
ken mot den eenen voet een wieg duwen
en met den anderen He maat aangeven bii
de muzikale oefeningen van het kind, wiens
beurt hot is, om te stJideoren.
Indien gij slechte aan deze zoo beschei
den eischen kan voldoen, bekleedt zij een
uiterst aangename positie in de maat
schappij, de moeder.
DE DXTIE.
Over de vraag cf de duif nuttig dan wel
schadelijk is, is door vogelkenners en
landbouwers al heel wat getwist. Zij moet
natuurlijk worden opgevat in dezen zin,
of hot nut do schade dan well d© schade
het nut overtreft. Dat do duiven op de
bezaaide volden schade aanrichten valt niet
t© loocbononcf deze ochtor zoo groot is,
dat de duiven noodzakelijk in den zaaitijd
moeten worden vastgezet, mag worden be
twijfeld, vooral, wanneer heb zaad diep
is ondergecgd.
Dat de duif evenwel veel onkruidzadeo
verorberd, is bekend, waarom in sommige
stroken, in Bolgié bijv., middon tus&ohon
de akker» groote duivenkooien worden ge
plaatst In hot verdelgen der onkruiden
bestaat dan ook het grootste nut van de
duif, terwijl ais zoodanig in de tweede
plaats genoemd mogen worden het lekke
re gebraad en de most, dion zij levert. Eeo
half dozijn vogels weegt 4 pond, en 8 tot
10 paar duiven leveren 140—160 jongen
De mest heeft een zoodanige waarde, in
zonderheid voor do groenten en ooi&teelt,
dat do duivenhouderij in Japan en België
hoofdzakelijk daarom gesobiodt.
Do mededeolingen van pantoor Soell, in
Hohenstein (iN'assau), die langen tijd zorg
vuldige waarnemingen en ouderzookingen
deed omtrent bet voedsel zijner duiven,
die dagelijks do omliggende velden ijverig
bezochten, komen in 't> kort uterop neer:
Het lievelingavoedsel der duiven bestaat
uit het zaad dor in het wild groeiende
peulvruchten, die de landbouwer dikwijls
met den naam „vogelwikke" samenvat en
welke mot reoht- tot de lastigst© onkruiden
worden gerekend.
Behalve van deze „wilde" wikke i9 do
duif een liefhebster der verbouwde wikke
en erwten, alsook der oliezaden en granen,
verder van zaadkorrels der verschillende
planten, die ala onkruid den oogst' vermin
deren en jaren achtereen de akkers bedek
ken Pastoor Snell traohtte nu na te gaan,
•wat gedurende eeo jaar zijn 40 duiven da
gelijks als voedsel kozen Hij nam precies
waar, waarheen de duiven vlogen ec
slachtte van tijd tot tijd een duif, om zorg
vuldig den maaginhoud te onderzoeken.
Op deze wijze vond hij, dat 2icb zijn dui
ven van 24 November tot 17 December,
verder van 19 December tot 14 Januari,
dus 48 dagen, en van 1 Juli tot 1 Augus
tus. du9 32 dagen, te zamen 80 dagen, uit
sluitend met vogelwikke voedden. 108
dagen aten de duiven voor de helft vogel-
wikkezaad, voor de andere helft andere
onkruidzaden en graankorrels. Gedurende
den anderen tijd 177 dagen werden de
duiven deels thui9 gevoederd, leefden zij
deels van graan, dat na den oogst op do
akkons was blijven liggen, waarondor ech
ter weer steeds onkruidzaad gemengd wal.
Onder doze kwamen vooral voor: de tfïlde
mosterd, heclerik (die zij alleen bij grooten
honger eten), zuring, korenbloem, winde,
enz. Ten slotte moeten nog genoemd .wor
den: klein© tuinslakken, rupsen, maden
en ander ongedierte.
In welk een groot© hoeveelheid hot zaad
van vogelwikke op de velden kan liggen en
door de duiven verteerd wordt, bewees
Snell door d'e korrels in den krop der ge
slachte duiven te tellen. Zoo vond hij in
een krop van eeo op 10 Juli tegen den
avond geslaohbe Wuif niet mandor da®
3682 zaden Hij rekende, dat ongeveer
half zooveel in den loop van dco dag reeds
in de maag van den voged was overgegaan,
zoodat het getal verhoogd werd tot 6373.
Verder aannemende, dat de oude duif wel
de helft van wat zij vond, voor zich in den
krop behield, kwam Snoll tot de slotsom,
dat do duii in don tijd, d&t zij jongen
heeft, dagelijks meer dan 8000 vogelwikke-
zoden ophaalt. Volgens dezo gegevens
•wcTdt dit in stel 100 dagen T00 maal
8000 is omstreeks 800,000 zaadkorrels, wel
ker ontkieming en verdere ontwikkeling
door de duif wordt verhinderd. Neemt
men, om de zaak niot te oversohatten,
sleohts 600,000 (een 'haLf miliioen) aan, dan
komen op can koppel duiven van 20 paar
por jaar 20 miliioen zaadkorrels der lasti
ge onkruiden.
Daar behalve de patrijzen en de kwar
tels bijna alle vogels het vogolwikkezaad
versmaden rekent pastoor Snell de duiven
tot de nuttige vogels. Zelf® al* zij soms
aan de cultuurplanten schade toebrengen,
dan wordt dit door het nut, dat zij daaj>
naast stichten, vele malen overtroffen.
Invloed van de Maan op
den groei der planten.
Was vo)gen§ de voorstolling dor ouden
de heerschappij van den nacht aan de
maan toevertrouwd, gelijk aan do zon dia
des. daags; Btond zij dus in rong naast dit
hemellichaam geplaatst, sinds men hooft
begrepen en zolfs onze jongens op do
schoolbanken weten te vertellen, dat de
zor zicb nlot beweegt, do maan om do
aarde draait on haar licht lsent, i9 zij eon
onttroonde vorstin geworden, tot ootmoe
dige dienaresse onzer pdanoet verlaagd.
Diep getaand ia haar heerschappij vat
weleer, toen volgens de taalgeleerden
bet eekent het woord maan immers t ij d-
m e te r do tijdsindsoling naar haar ge-
geregeld werd en men bij maanjaren tel
de, gelijk in Europa alleen d© Turken nog
doen
Mochten vroeger jeugdige verliefden haar
opglowekt fcoobliklkon, senttitnenteele dich
ters baar voortdurend begroeten, sterren
kundigen baar bengen eü zeeën bepalen,
haar afgronden peilen, haar geheimen
trachten te onthullen, thans ziet 'haast
niemand moer naar de maan. Trouwens in
de drukke straten der steaen en groote dor
pen merkt men in onzen tijd van cohourrentiel
tussohen eleotrisoh liohft en gasvlam haar in
vloed zelfs niot, wanneer zij haar verlich
ten kant naar ons toekeert.
Het 19 op het platteland alleen nog. dat
men haar licht acht, ais het de dojker©
winteravonden verheldert en gelegenheid
biedt tot buurtbezoek en vriondeDont-
vangst Het i3 daar nogi dat men met Huij-
gens zegt:
„Wat scheelt bet of de Ma©d hoer
eigen straeleD biè,
Of van de Sonn geleent, als ïcker
weJ bij sie"l
Het is daar nog, dat men kijkt naar
haar, niet alleen om haar lacht, maar
meer Dog om den invloed, dien men denkt
van haar uit te gaan Daar heeft men nog
personen, die elke verandering van weder
en temperatuur, van regen en droogte, van
wind 6D kalmte, van vorst en dooi aan
haar invloed toeschrijvendaar heeft men
ze nog, volgons wie het maanlicht een
groote rol vei-vult bij het rijpen dor drui
ven, daar kijkt men nog naar haar bij het
afsnijden en verplanten vaai 'gr^waaeen, en
niet hot minst bij het zaaien van zaad op
bouwveJd en moestuinen. Het zyn die een-
veudigen in don lande, welke nog rekening
houden met het wassen en afnemen der
maan, daarnaar don uitstrooi van het zaad
regelen en do eeuwenoud© meening blijven
toegedaan, dat do maan invloed uitoefent
op den waodom dor planten.
Dat het nagaan van den invloed
ootk nog hedendaagaohe geleerden be
zighoudt, bewijst wel het feit, dat do
Fransche natuurkundige Camille Flamma-
riem vjersohillende "Wo ten schappelijke
onderzoekingen doet, waarvan hij reed»
versondlende uitslagen mededeelt».
Op het eerste gezioht moge die invloed
onwaarschijnlijk sohijDen, er zijn evenwel
verschillende redenen, om ernstig te on
derzoeken of hij werkelijk bestaat.
Het maanliout tooh veraohilt wel met
het zonlicht, daar het betrekkelijk veel rij
ker is aan donkere stralen dan dit laatste,
zooclat het een oorzaak zou kunuen zijn
bijzondere werkingen voort te brengen. Het
verschil tussohen de uitwerkingen toe te
schrijven aan de wassende en de afnemende
maan, zou te verklaren zijn door de om
standigheid, dat het gewas zioh niet onder
deaelfde voorwaarden bevindt met het laat
ste kwartier en het eerste.
iCamiUo Fllammfcwion heeflh <de uitkom
sten med!c\gddeeld van versohillcynde raai
ingen, gedaan op dagen, waarbij men was
in volle of nieuwe maan, eerste of laatste
kwartier, bij wassende en bij afnemende
maan Daarbij hield haj tevens rekening
met de warmte van den bodem op hot
oogenblilk van het zaaien en van zijn voch
tigheid.
Erwten bij nieuwe maan (15 April) go-
zaaid zijn beter gehikt dan die bij volle
maan (31 'Maart) gelegd werden. De zaai
ingen bij het Laatste kwartier (7 April) en
bij het eerste (22 April) zijn slecht gelukt.
Voor'beetwortels i9de zaaiing bij'het laat
ste 'kwartier 'het best uitgevallen. Wortelen,
op dezelfde datums gezaaid, zijn op geen
enkel bed gelukt Zaaiingen van prei heb
ben gean zteeö merrlkbaisfr vctrachil k^pgeld-
verd Het bed ajuin werd bij
volle maan gezaaid.
Aardoppi-lcji bij volle maan (29 April)
gepoot en bij Laatste kwartier (7 Mei) zijn
bat-er geslaagd dan die bij nieuwe maan on
eerste kwartier gelegd zijn.
Boonen bij vollo maan (20 April) gezaaid
en bij laatste kwartier (7 Mei) zijn goed
gelukt en gaven een overvloediger oogst;
gezaaid bij nieuwe maan en eerste kwar
tier, garen zij eon gering b?eohot. 'Salade,
lat-uwe, kooien, radijzen, wortelen, werden
bij vollo maan gezaaid, 29 Mei cn 27 Juni,
en bij volle maan 13 Juni en 13 Juli; de
oogst w<a<s goed voor do zaaiing op 29 Mei
en bii de drie andere 19 het zaad niot goed
ontkiemd en zijn de planten slecht gelukt.
Zijn deze proefnemingen al met zon?
verricht, natuurlijk kon er nog geen besluit
uit getrokken worcfen en is volstrekt niet
uifj'semaiikjö of het hewrfvin der, landbou
wers, dat de maan invloed uitoefent op
het ontkiemen der zaden, het .doorschie
ten" van sommige gewassen al of niet lou
ter toeval is Die proefnemingen dienen
voorheezet te worden gedurende eeu groot
aantal jaren ora tot de wetenschap te ko
men, of de nuwn werkelijk invloed uit
oefent od het ontkiemen van het zaad.
Tot zoolsnc zullen onze Landbouwers waar
de bliiven hechten aan de uitspraak, die
ook zij weder met tal van co der vindingen
trachten te steunen.
Hooge leeftijden.
In Genesis V wordt gemeld, dat Adam
930 jaren oud werd en 130 was, toeD hij
zijn derdeD zoon (Seth) kreeg, eo dat zijn
nakomelmgien wed eeD minder hoogen
[ouderdom bereikten, maar Noacb toch
Dog weer 950 werd (Genesis IX).
Id hoofdstuk XXV wordt vad Abraham
gezegd, dat hij, „oud en der dagen zat",
tot zijn volk verzameld werd, na 176 le
vensjaren te hebben gdleefd.
Thans bereikt de mensoh slechts bij uit
zondering den leeftijd van 100 jaar; maar
dit toch nog veel m»er dan men op
pervlakkig zou denken. Wel vond mon er
bijv., een willekeurig zesde deel dor kie
zerslijst naziende, niet één van 100 jaar;
maar volgens de ondereoekingen van Haller,
eeh wan de wei/nige geleerden, dio zich
bezig gehouden hebben met de vraag naar
de grens van ons bestaan op aarde, zou
deze gesteld moeten worden, met op 90 k
95, zooals thans, maar op 2001 Hij haalt
tor bevestiging van dat beweren twee per
sonen van hoogen leeftijd aan; Thomas
Poer, die op 152-jarigen, en een ander,
die op 163-jarigen leeftijd stierf, beiden
aan een toeval. En von Humboldt ver
zekert, dat hij in Zuid-Amerika een boer
heeft geaien, die 143 jaar oud was.
Niot minder geloofwaardig schijnt het
verhaal omtrent den beroemden Noorschen
boer Gurnngton, die, toen hij op 160-jari-
get leeftijd stierf, uit zijn laatste huwelijk
een zoon van 9 jaar naliet, wiens oudste
broeder er. 106 telde I En volgens een
6itatistiek der mensehen van hoogen leef
tijd, zooals die «bestond in het bogin van het
jaar 1897, was er toen onder de levenden
een neger, Bruno Cotrim, te Buenos Ayroe,
die over de 150 20U wezen. Alleen in Servië
zouden er 3 van 135 h 140 jaar, 18 van 126
k 135, 123 vfan ll5 k 125 cn 290 van 105 a
lJö jaar zijn; en in de Vereenigde Staten
waren er in 1890 3981 personen, die meer
dan 100 jaar telden, of albhana meenden te
zijn, want bij gemis aan een burgerLijken
stand laat het gpheugen van zulke ouuen
we! eens te wensohen over.
In. Chili, waar geen statistiek van do
hoogbejaarden van dc laatste jaren be
staat, wees uien toch in 1855 verscheiden
grijsaard» aan, die meer don 120 waren.
Volgens officieele Russische statistieken
over het jaar 1850 cd mon weet, dat
vooral in Rusland al wat „officieel" i» ook
waar is! leefde or te dien tijde op
do grenzen van Lijfland een grijsaard van
168, hij sprak als ooggetuige van den slag
van Pooltawa in 1709, waar hij in de Rus-
sisohe gelederen streed.
Dr P. Foisaac haalt een menigte voor
beeld.4® aan van mensohen, dio meer d-an
160 jaron geleefd oouden hebben. Zoo oen
kanunnik van Lucern, die stierf ia 1346 op
186-jarigon leeftijd, en een Hongaarsche
aartsbisschop, een Scihotsche abt en een
Krtoaitisoh© hOodbouwor, die hun 185ste
jaar bereikten
Dr Emerson beweert, dat men onder,
ds negers in de Vereenigde Staten op de
100,000 personen er meer dan 2000 vindt,
die over de 100 rijn.
Volgens Lopez Oaeteguod, koninklijk
peichi-'dschrijver v^n Pnrrhiwl, ?©u een ze
kere Niemans de Cu-gna, ge-boren in de
provincie Bengalen, 370 jaren hebben ge
leefd
Intusechen is tegenwoordig nu de
burgerlijke stand bewijzen levert het
leven minder lang...
De gemiddelde duur van bet leven is
voor men9ohen, die met het hoofd werken,
63 jaren en 8 maanden.
Wat president Roosevelt ge»
oorioofd is en wat niet.
President Roosevelt beeft menig voor
recht boven de Europeesche heerschers,
maar ia ook door zooveel voorschiften,
«tie aan zijn hooge betrekking ontleend
zijn, gebonden, dat bij minder vrij i» dan
de regeerende vorsten.
Volgens een Engelsch tijdschrift, i» het
hem niet geoorloofd, tijden© den duur van
zijn Presidentschap, de Vereenigde Staten
slechts een uur to verlatendeze regel i»
door alle presidenten in acht genomen.
Om dezelfde redenen mag bij geen gezant
schapshuis in Washington bezoeken, om
dat die huize® als exterritoriaal beschouwd
wordeD. Evenmin mag hij aan boord van
een buitenlanduch oorlogsschip komen,
dat in eeD Amerikaansche haven ligt.
E)e<z© voorschriften gave® teenige jaren
geleden aanleiding tot een morirwa&xvffg
geval.
Een nieuwbenoemde gezant, met doze
voorschriften onbekend, ooodigrle den
Presidcct op een io zijn geaantschapsho
tel te geven feest. Heb bedanken van den
President nam hij op als eeD bivleedigmg
van zijn persoon, en bij diende die®tenge
volge zijn ontslag in
Slechts zeer stellige verklaringen ,van
„Het Witte Huis" hielpen hetn uit rijn
onaangename positie. De LnesUient mag
niemand, die de VeroenLgo'e Staten be
zoekt, bet eorst bezoeken, tenzij het een
regeerend Vorst ia
Mrs. Roosevelt mag geen bezoeken af
leggen, doch slechte wekelijks recepties
houden, waartoe invitatiekaarten gezonden
worden, waarop in den hoek link» het
Witte Huis in zilver afgebeeld is, en'
waarop dag en uur van ontvangst zijn aan-
gogeve® Des Zondags mag de President
niet meedoen aan hazardspelen en op
dion dag ook geen sport huldigen; een
voor#chrift, dat tot VVaahmgtou terug te
brengen is.
Nooit mag een president op de linker
zijde van zijn rijtuig zitten. Is een nieu
we president gekozen, dan ait de oude bij
het rijden naar de zitting in bot Capitool
rechts in do® wagen, en ruimt deze plaat»
voor zijn opvolger m voor den terugweg.
Slechts als de Deken van het diploma
tieke korps in het rijtuig is, mag de Pre
sident van dozen regel afwijken.
Overigens heeft do President vele voor
rechten, die de gekroonde hoofden niet
met hem doelen.
Als de Vereenigde Staten oorlog vooron,
dan leidt vlo President in zijrt qualib it van
opperbevelhebber den veldtocht van uit het
Witte Huis en niet het mimistorio van oor
log.
Bovendien kan hij zich in kerkelijke
aangelogkWipden memgon cn hij kan de
eenvoudigste 'bede® tot hoogo eerepostcn
roepen, zonder daarvoor de to'estcininiug
van het Congres te behoeven.
Als beer over alle havens der .Vereenig
de Staten, kan hij onder elk voorwendsel
vorhinJdere®, dat een schip binnenloopt, oti
het Congres kan eeu zoodanig beslui niet
introkken, zcIêj dan niet, als do vrede voor
het land daardoor in gevaar zou ziju.
Ook kan de President, zonder den Se
naat te vragen, handcis- en andere verdra
gen sluiten met andere landen.
Met ee® vijandig rijk kan hij vredeslui
ten, maar mist het recht der meeste heei*
schers, den oorlog te vork In ren.
Als de» President in geldnood komt, be
schut hem geen wet voor het gevaar, we
gens schulden in d» gevangenis te gera
ken.
Het is bekend, dat kanarierpgele, dfa
met oayenne-peper worden gevoed, een
roode kleur aannemen
Do oayenne-peper bevat, behalve de
rood© kleurstof, een scherpe stof en vet;
wanneer meD die beide Laatstgenoemde be-
standdlealen doc(r middefl van destillatie
aan de cayenne-peper onttrekt, heeft -liet
geven der nog steeds roodachtig gesleurde
peper bij de diertje® niet die merkwaar
dige uitwerking Zij ontstaat weder, wan
neer men de onttrokken olie aan de pepefl
toevoegt. Hieruit volgt, dat het vet de
eigenlijike drager dor kleurstof is en dat
dit tot in do vederen der diertjes dringt.,
Wanneer men zuiver witten hennen cayen
ne-peper geeft, krijgen zij een bleek-
roode kleur, die iü de open lucht tot don
kerrood overgaat; zulke hoenders kondi
gen eenige uren vooruit, door bun meer
of mjindcr diep roodkj kleufr, weersveran
dering aan. De dooier der eieren vad zulke
hoenders is donkerrood. Reeds voor dertig
jaar (heeft men soortgelijke proefnemingen
gedaan met den alcana wortel („Anchuaa
tinotoria"), die een viol et-roode, in vet of>-
losbare kleurstof bevat.
In een Duitsoh tijdschrift wordt hierom
trent de volgende merkwaardigheid mede-