Tweede Kamer. Aeademienieuws. Een IHieügfin. fló. 14042. LEÏD'SCH DAGBLAD, Anno 1905 tfcicsocise Schouwburg. Do domi-monde. Over bovengenoemd stuk, dat Maaildag s. door do Kon- Yereeniging „Het Ne- iderlanosch Toonccl" als 5d© abonnements- yoorstelling zal worden goapoeld, verzocht men ons hot onderstaande op te nemen: ^iooals men weet, gebruikt Dumas fils liet woord „demi-monde" niet in den zin, waarin het gewoonlijk in en buiten Frank rijk gebezigd wordt, in een andore verta ling dan de hier gebruikt© ia het stuk ge noemd: „De keerzijde der groot© worekl," cn dit zou, ofschoon het weinig positiefs 'aanduidt, in eenig© opzichten juister zijn; [maar daar vooral aan den titel van Du mas' stuk het woord „demi-mond©" zijn groote verspreiding t© danken heeft, gaat het niet aan, dezen titel bij hot spelen van het stuk to veronaohtzamen Dumae bed ooit onder „demi-monde" een kring van vrouwen, die tot do „grooto we- reld"' behoord hebben, of er aan verwant eijn: groobendocfe vrouwen, die bijv. ten gevolge van bet verlies van haar fortuin uit haar kring geschoven, nog door haar naam, de vormen van haar beschaving, haar klce- üing cn de hceren, met wie zij omgaan, er ioc schijnen te behoor en. In oen tijd, toen het stuk ontstond, gold ook de gescheiden Vrouw als een uifcgestootenewanneer zij Jrich niet in eenzaamheid terugtrok cn nog had róllen uitgaan, zou zij in Dumas' de- ini-monde terechtgekomen zijn, ook «onder Boovccl op haar kerfstok te hebben als do wufte gescheidon vrouw Valentine de San tos, die hij laat optreden. Tot zijn „demi- inondo" behoort mevrouw Do Yerniëres al leen, omdat zij toelaat, dat bij haar grof gespeeld wordt, en omdat zij vrouwen en inannen ontvangt, van wier antecedenten juj niet veel weet; buiton dit stuk zou men haar zoker niet een vrouw van do „demi- monde" noemen. Do beroemde tirade in het tweede bedrijf, 'do vergelijking van het „mandjo perziken", 'de eigenlijke expositie van het stuk, is dus ftvel op de „demi-monde" door Dumas ge- |ohilderd, maar niet op de latere in do hl{gcmeenc beteekenis toepasselijk. Do dames zijn dus: de gastvrouw van hot tweede bedrijf, mevrouw Dc Vemiëres, do iJamo „in moeilijkheden"; barones Suzanno d'Ango, die aan de royale galanterie van den millionnair, markies de Thonnerins, een fortuin te danken heeft, cn zich nu als een onafhankelijke weduwe beschouwt; dc gescheiden vrouw Valentino do Santin en freule Marcello dc Sancenaux, een nichtje yan mevrouw Do Yernières. Omtrent dit meisje heeft de heer Olivier de Jalin, wan neer hij zijn vriend Raymond do Nanjac inlichtingen geeft, nog geen eigenlijke mee dog, maar hij voorziet er niet veel goeds van. En Olivier, die cenigc sympathie /voor haar heeft, begint met zich t© ergeren ^ovcr den vrijen toon, waarop het jonge meisjo spreekt. Het stuk behandelt nu vooral den strijd jtusschen Olivior, als vertegenwoordiger 'der maatschappelijke moraal, en de barones Suzanno d'Ange, die, ondanks haar verle den, als beschermeling© van den markies ©en gecordo plaats in dio maatschajipij wil 'tnachtig worden. Vervolg der zitting van Donderdagmiddag. Indisoke Begroeting. Bij heb Hoofdetuk Middelen in padie vorklaar do do lieer Tak zich vóór heb verhoogd uitvoerrecht op Delitabak, 'dat hij, in verhouding tot de zware belas tingen den inlanders opgelegd, nog hooger .wenschte. De progressievo belasting op dividenden Avan naamloozo vennootscliappen, wolk jivoorncmon de Regeering koestert, noemde ide heer P i e r s o n een absurditeit. De progressieve inkomstenbelasting, zoomede ido uitbreiding dor Patentbelasting toejui chende, achtte hij 't een fout, die laatste .belasting progressief te maken. Dc heffing van uitvoerrecht op Delitabak acatto hij het omgekeerd© yan een belasting naar draagkracht, en daarom verwonderde hem de instemming van socialistische zijde.V Ook d© suiker bekisting, als synd© afhan-.. kelijlc van een winstaccrès, keurde spreker niet goed. Hij oeval den Minister Afcn* swaac te tref fen, de inkomsten, die hier verteerd wor den, maar voortkomen uit winsten uit Indisoho ondernemingen. Gelijk de vorige spreke* bestreed ook de heer Bos het progressief maken der Patentbelasting als onbillijk, terwijl ook hij van oordeel was, dat men industrieën, als de tabaks- en suikerindustrie, niet mag treffen, waar de uitkomsten zoo verschil lend zajn, terwijl zoodanige speciale heffing alleen fte.n gerechtvaardigd is, wanneer voor zulke industrieën maatregelen noodig zijn, die op het Gouvernement drukken. Spreker aanvaardde evenals de lieer Pierson op ditoogenblik dc voor gestelde heffingen, met het. oog op den slechten toestand der financiën. Anders de heer De Waal Malefijt, die de voorgestelde heffingen billijk cn ge rechtvaardigd achtte, meer speciaal de sui- kerbolasfcing, omdat die industrie ook in hot verleden naar gelang van de uitkom sten al dan niet werd belast. Nu dio uit komsten thans gunstig zijn, mag men dio industrie ook treffen. De Min. van Kol. verdedigde zijn be lasting-voorstellen tegenover de critiek van de heoren Pierson en Bos als volkomen ge rechtvaardigd. Men behoeft niet bovreced te zijn, dat de voorgestelde speciale belas ting een hüjvend karakter zal hebben, want binnen 2 jaren denkt- de Minister gereed te zijn mot de in uitzicht gestelde p rogres- tieve inkomstenbelasting. In dien deze belasting het volgend jaar nog niet gereed is, za] de Minister tijdelijke petroloum-belasting voorstellen. Met den heer De Waal Malefijt betoogde de Minister, dat de speciale heffing op de suiker haar rechtvaardiging vindt in de historie der suikerindustrie, dio vroeger ook bokist was. Toen echter d&zo industrie slecht ging, werd do belasting eerst ge schorst, in later jaren geheel opgeheven. Thans, nu do industrie weder in goeden staat verkeert, is er niets onrechtvaardigs in, haar weder tijdelijk te belasten, nu er in zooveel nooden moet worden voor zien. Bij het verder debat bestreed dc heer Van Deventer dc voorgestelde hef fing van een hoofdgeld van zes gulden van den Atjehcr. Do Minister verzekerde, dat èn dc Gouverneurs van Atjeh èn de Gou verneur-Generaal niet alleen verklaard heb ben, dat aan deze hof ring geen bezwaar is verbonden, maar dat deze heffing zelfs go- wenscht is. Ook verdedigde de Minister tegenover den heer Van Deventer als bil lijk tegenover dc inlandscbe bevolking, het vorhoogen van de bedrijfsbelasting voor vreemde ostcrlingon. Dc Jveer Aan Kol bestreed met na druk het zwaarder drukken van den At- je-her. Do heer Dc Waal Malofijt wenschto de quaestic op te lossen, door aan den Minister dc verklaring to ODtlokkcn, <lat bij niet dan na nader grondig onderzoek tot verhooging van den hcofdclijken omslag zal overgaan. De Minister belooft dit, maar deze belofte wil den heer Van K o 1 niet voldoende toeschijnen; hjj weoschtc, evenals de heer Van Deventer te voren reeds hal gedaan, een stemming over dezen betrekkelijkcn begrootingspost. De heer Bos adviseerde den Minister den post terug te nemen en een onderzoek in te stellen en zoo noodig met een supple toir© begrooting op deze hoofdgeldopvoe ring terug te komen. Dit advies werd door den Minister aanvaard en derhalve de post tijdelijk door hem teruggenomen. Aan den boer Hub recht verzekerdo de Minister, dat hij maatregelen zal nemen om in het vervolg ook de door hem be treurde onjuiste raming van tin t© voor komen Do Indische begrooting is daarop aange nomen. Avondvergadering van Donderdag- Geopend to acht uren. Zonder beraadslaging of stemming werd goedgekeurd het wetsontwerp tot het ver- leenen oener bijdrage aan bet Weduwen- oa Weezonfonds van burgerlijke ambten aren in Nedcrlandsch-Indië; verhooging en aan vulling der begrooting vtm uitgaven van Nederl.-Indië voor 1906. Hierna kwam in behandeling het trac- taat-ttici Portugal betreffende do grensre geling met Timor. De heer Van Kol herinnerde aan do veroH-v. aardiging, die zich destijds hier in de Kamer openbaarde tegen zijn denk beelden om een gedeelte van onze koloniën te vorkoopen en uitte zijn verwondering, dAt men er nu geen bezwaar in ziet een drietal volksstammen te verkwanselen aan Portugal. Hoewel de sociaal-democraten zich niet tegen het voorstel zouden vorkla ren verwachtte hij dit wel van hen, die zich vroeger zoo tegen zijn denk-béeld hadden verzet. Nadat do Min. van Koloniën den heer Van Kol had betwist, dat hij uit dit voorstel een argument kon putten voor zijn verkoopplan van een deel onzer koloniën in Ned.-Indië, werd het ontwerp goedge keurd. Surïnaamsc'ho begroo|ting 1 90 0. Dc heer Van Kol verklaarde geen hoop Eo hebben op de toekomst van Suri name. Bevordering der Rameh. en rijst cultuur werd door hem in evorwegiag ge geven. Willen wij Suriname vasthouden, dan, zoo betoogde spreker, zullen wij ons grooto offers moeten getroosten. Do heer Van Doorn deelde do mee- ning, dat Suriname moet worden geholpen al zal dit veel geld kosten. Getracht, moet worden te komen lot een betere fin&nci- eelo regeling. Spreker wees op de ver plichtingen die Nederland tegenover Suri name beeft waar liet niet anders dan roofbouw heeft gepleegd. Het beste middel om Suriname te helpen zag bij in immigra tie uit Indië. Vooral Javanen schijnen ge schikte werkkrachten voor West-Indic. Aan heb importeeren van Britsch-Indische koe lies achtte hij een groot gevaar vei' on den. Met het denkbeeld om den kleinen land bouw te bevorderen, kon hij zich geheel verocnigcn. Waar het hout een der hoofdbronnen van bestaan kan zijn voor Suriname verzocht hij dc Regeering meer hout uit Suriname te betrekken cn het deboisement door roofbouw tegen tc gaan. De Minister van Koloniën gaf too, dat Nederland offers dient over to hebben voor Suriname. Daarbij dient naar beper king der gewone uitgaven to worden ge streefd. Het denkbeeld om een fixum voor Sqriname vaat te stollen as niet voor ver wezenlijking vatbaar. Bevordering van immigratie van Javanen naar Suriname achtte ook de Minister in het belang onzer Kolonie. Ook dc Minister verwacht goede resultaten van do bevordering van den kleinen landbouw. De koutcultuux wordt van lieg e e rin gs weg e bevorderd Bij de behandeling der onderdeden van de begrooting bepleitte de heer Van Kol invrijheidstelling van uit Cayenne ont vluchte déportë's, waaromtrent de M,in- beloofde inlichtingen te zullen vragen aan den Gouverneur. Door den heer Van V1 ij m e n werden bezwaren geopperd tegen heb z.i. draconi sche ontwerp verordening tegen do Lepra en hij vroeg welke resultaten zijn verkregen tegen melaatschheid. Do M i n antwoordde, dafc do bedoelde verordening nog door do Kolonialo Sta ten moot worden behandeld cn dat'hij do opmerkingen van den hoer Van Vlijmen ter hunner kennis zal brengen. Bij het artikel Lawa-spoorwcg en explo ratie van het Lawagebied opperde de hcor Van Karnobeek ernBtigo bezwaren togen het op- en inrichten van een model goudwasscherij, daar hij niet geloofde, dat daarmede het doel zal bereikt worden, dat men zich voorstelt. Voorts betoogde spreker, dat do Lawa- leoning alleen is toegestaan voor een spoorweg en exploratie in het Lawa-gebiod en dat hot dus niet aangaat gelden te be steden voor exploratie buiten dat gebiod. Spr. gut in overweging den post terug te nemen. Do hoer Bos kon zich met dat betoog niet geheel vereonigen. Voor een onbe perkt bsdrag zai men niet uit dcr.en post gaan putton. Wol degelijk houdt hij ver band met de exploratie. De Min. beaamde dit laatste. Do exploratie geschiedt niet alleen i n, maar ook buiten het Lawagobied. Eon afzonderlijke» poot is voor dor© zaak dan ook niet noodig. Do heer Van Karne- beck stolde "hierop als amendement voor uit do omschrijving van den post to do;n vervallen de woorden „en voor een proef- exploratie buiten dat (heb Lawa) gebied". Dit amendement word verworpen met 62 togen 7 stommen. Bij don post „middelen" zegde do Mi- nistor don heer Van Doorn toe den Gou verneur te verzoeken to bevorderen, dat do rechten zooveel mogelijk regelmatig worden geïnd. Do begroóting werd zonder hoofdcbjko stemming aangenomen en daarna do ver gadering om over half elf gesloten. Drankwet. Het afdeelingsondorzoek van heb welfe- ontwerp tot wijziging van artikel 65 der Drankwet gaf enkelen loden aanleiding tot het roods bij voorbaat maken van enkele opmerkingen, mot het oog op oen Latere meer algemccno herziening. Verdedigd on bestreden werd o. a. het denkbeeld van het geven van voorkeur bij het openvallen van een vergunning aan den zoon a eens overleden vergunninghouder (voorkeur, dio do weduwe roeds heeft.) Tegenover een pleidooi voor do belangen van hen, dio in dón hunner localiteiten hh.n.ng bier, enz., schonken en voor do an der, daarmee correspondeerend, vergunning hebban on aan wio thans „verlof" moet worden geweigerd, werd gesteld, dat oen voorziening daarin niet zoo urgent was als de nu voorgestelde, die met sympathie werd ontvangen, hoezeer men bloef uitzien naai' ©cn wijziging van ruimere strekking. Andennjds word gewaarschuwd tegen overijling in deeo. Do techniek van do beslaand© 'wet werd aangevallen cn verdedigd. Do algemeone maatregel van bestuur ter uibvoering van do wettelijke bepaling no pens licht, lucht, ruimte, enz., gaf aanlei ding tot critiek. Men aóhtte deze, evenals de voorschriften zelf, onuitvoerbaar op volo plaatsen en op andere ondoelmatig. Do minimum-oppervlakte bijv zou in vel© plaatsen op het platteland door goen en kele localiteit to halen zijn. Hot voorschrift in den algemenen maat regel omtrent de niet-ondoordringbare stof waarvan de gordijnen moeten worden ge maakts achtte mon een ongeoorloofd terug komen op het voorgoetdce, doch door do Kamer niet gewilde gordijntjes-verbod. Overlegging werd gevraagd van advie zen van Drankwet-inspecteurs. Door sommige leden werd het „genado voor recht", dat dit wetsontworp toepast ccn gevaarlijk antecedent ge-dit, welk ge voelen iot aJgemoen word gedeeld: do achte loosheid, dio men hier door do vingers wil zien, kwam op ruimere soliaaJ voor, door dat ccn groot aantal mon ach on plotseling onder de werking van de Drankwet kwam, welke menschen daa-rmco vroeger mot t© doen hadden. Verduidelijking der redactie van het wotsontwerp (nieuw artikel 05) word ge vraagd, opdat duidelijk blijko of in geval van voroordeolingen vóór cn na 15 October 1004 mot de vóór dien datum uitgcaprokc* veroordeolingen al dan niet rekening zal worden gehouden Ook word do aandacht gevestigd op d© belangen van hen, dio bijvoorbeeld uit hoofdo van faillissement niet in staat wa ren con verzoek om verlof voor do voort zetting van het bedrijf na Juli 1906 to doen (daar hun bedrijf immers tijdelijk wegens faillissement was opgeheven.) Ten opzichte van bet dispensatietijdstip voor Jo vereisohfceu aan vorloflokalen ge steld, werd gevraagd dit van 15 October 1AM to verschuiven naar 15 April 1005 (toen do algemeen o maatregel van bestuur werd afgekondigd). De Rogoering verklaart, naar aadeidiag van het Voorlooplg Verslag, dat het indordaad de bedoeling is, góón der voor 15 October 1004 uitgesproken Yeroordeelingen voor hot govou van verlof mee to tellon, zelfs gaat ztJ uit •igen beweging nog iots verder, deor tbans het wotsontwerp in dier voege te róJtigen, dat Yeroordeellngeu wegens Bfeiten, voor 15 October 1904 begaan", niet zulion meetellon. Voorts wordt ingevolge opmerkingen in het V. V. gemaakt - do datum voor het good Ingerloht z^n van yorlofhuizen van 16 Ostober 1904 gowfjzigd in 15 April 1905 en eindelijk wordt door een tokslvorandoring boven twbfel gestold, dat ook zy eon nieuw verzoek om verlof kunnsn indianen (nl. tot 1 Maart 1906), wier verzoek alleen werd afge wezen op grond, dat zy niet op 1 Januari 1904 het bedryf uitoefenden in do localiteit waarvoor het verlof werd gevraagd. Wet op het Notariaarabt, Mot hot oog op do voorziening, door don Minister getroffen ten behoeve van dio od- apiranton-oaudidaatenotaris, die wo^ens hot later in werking trodon van do gerójzigdo wet op bet Notarisambt andere niot moor in 1906 examen kondon doen, werd bij hot ofdcelingBondonock door onkolo loden ge klaagd, dat mon het belang van die ad- spimuton boven het algcmceu bolang stel- cfo, dat dringend verbetering van bot peil der notarissen vcreisoht. Van gedachten word gewisseld ovor do vmag, of niet ilic-t deel van do web, dat den bovenbedoelden belang hebben don aan ging, Lator in werking kon trodon dan het overig© doel. Betwijfeld word of dit mogo- lijk was. De stelling vasa Auisterdiuu. By Kon. bcaluit van 28 dezer is bo- noomd ©eo oommissio van deskundigen, tot voorlichting van do regeering niet bebre-k- king tot d© te troffen regoliugon voor hot ondorhou 1 van do burgerbevolking iD do Stelling van Amsterdam bij een cveubuoolo insluiting van dio Stolling, in oorlogstijd^ beotauuido uit: don genewiaJ-majoor W. F. ridxier van Rappard, commandant dor Stolling van Amsterdam, als lid cn voorzit ter den dirigeereod-offioior van gezondheid der lsto klaas© dr. F. Daniels, hoefd van hot 1st© district voor den militairen geuc\a- kundigen dienst, on den Juitcnant-kok>no)f7 intendant O M. A. Douglas, intendant in do Stelling van Amsterdam, als militair© leden do heoren mr. W. F. vad Leeuwen, bur- goniccater van Amsterdam, lid van do Komt© Hjuncr dor Statan-Cenera.nldr. C- F J. Blookor, lid van do Tweede Kamer dor Staton-GeneraalJ. H. Bakker, met don rang van gene raai-majoor gopension- ncord kolonel-intendant; J. W. Lantzcn- <-©rffer, burgemeester van Haarlemmer meer J. M. K. Pcnnink, directeur der gemeen tel ijko wn tcrloidingen t© Amster dam; L. J. van Wijk, voorzitter van dd Voreeniging van armbesturen to Amster dam W. P van Wagtendonk, hoofdcom mies, chef van do afdeeling BovolkingHro gister, to Amsterdam; J. W. Jurroma, directeur van hot armbezoek to Amster dam; D. van der Sluys, directeur vw»n do roe markt en het abattoir to Amsterdam, en W Hoogenboom, oud-diroctour van hot rnarkiwezon to Am verdam, als burgerlijke lixlou terwijl aan do oommissie als secretaris is toegevoegd do kapitoin-jntondant B. H. Goudriaan. L o i d o n. Geslaagd is voor het condi- daats-examen in do rechtswetenschap do heer G. Dijckmcestcr. Groningen Bevorderd is tot arta do heer H J. Kuindcrs, goboreo to Gro ningen. Voor het eerste gedeelte van hot ar te-examen slaagde do heer J. L. Bicmens. V FEUILLETON. 66) En welk oen onderscheid tusschen /do ajah, dio mij bediende, met haar .holder rótte gewade© en zijden jakjes met korte mouwen, met haar gouden oorringen en gouden halsketting, en juffrouw Rosa^ jrio's vuil chio na ajah l I Do tien dagen, welke ik bij mrs. Dal- xympl© doorbracht, zijn mij als omgevlo gen. Nog nooit in de een en twintig jaar fran mijn leven had ik mij zoo opgewekt cn gelukkig gevoeld. Dadelijk van het eerste tOogenblik vatte ik een hartelijke genegen- Jheid voor myn vroolijko gastvrouw >p, met (.wie ik het een waar genoegen vond te pra lten. Reeds het zien van haar in haar fris- écho rótte japonnen en met het hoog opge stoken bruine haar was een genot. Zij bo- jpooverd© door haar beminnelijke eigen schappen haar geheele omgeving; zoowel (iiaar kennissen als d© inboorlingen, kortom wio maar in haar nabijheid kwam, tot aan 'd© honden toe, alles geraakt© onder de be koring van haar persoonlijkheid i Mrs. Dalrymplo was echter ook prao- (fcisch van aard. Met beminnelijken ijver hielp zij mij mijn zuur verdiend© ropijen in mooie Indische zijden stoffen, witte mousseline en borduursels omzetten. Zij diet zes mannen, bedreven in het l leeren- maken, komen, die, onder leiding van haar «gen kleermaker, een ouden Indiaan, da- penlang op den grond zaten gehurkt en yoor my kleeren naar mrs. Dqlrymple'g l dio modellen vervaardigden. Ik moest haar ook naar tuinfeesten, tenmspartijtjes en con certen vergezellen. Mr. Thorold kwam eens bij ons in hot fort en bleef tweo dagen, waarin wij bei den do tot dusver gebruikelijke zakelyk- ernstigo houding lieten varen cn een luch- tigen con vor sat ie toon aansloegen. Wij praatten, schertsten cn lachten samen, twistten en verzoenden ons weer. Er wer den te zijner eere tweo dineetjes gegeven en op een avond maakten wij een prachti- geo rit langs het strand der bruisende zee. Geheel zonder gesprekken over zaken vorstreek deze tijd echter niet. Verschei dene formaliteiten, aan mijn betrekking verbonden, moesten in acht genomen wor den. Ik moest een uit Engeland p©r telegram ontboden idontiteitsverklaring van mijn persoon onderteekenen, de in Münchcn ver kregen diploma's overleggen en een portret zendon. Ik verbond mij voor twee jaren, evenwel onder do voorwaarde, dat mij in geval van ziekte, een vertrek binnentijds zou toegestaan worden. Nadat dit alles was afgedaan, ging mr. Thorold naar Roya- pefcta om daar het noodig© tot mijn ont vangst voor t© bereiden. Ik moet echter bekennen, dat ik er vol strekt niet naar verlangde mijn nieuwe be trekking to aanvaarden, want het leven in mijn tegenwoordige omgeviDg beviel mij maar al te goed. Hoo zalig was dat beetje luieren. Ook al dat militair vertoon en ue daarmee gepaarde bedrijvigheid had iets bijzonder aantrekkelijks voor mij en met mr. DaJrymple, een slanken, donkeren man met vroolijko oogen en opgewekten aard, LSJQjrouw arnteJ. stond ik spoedig op vriendschappelijken voet. Toen wij op een avond van een rijtoer terugkeerden, vertelde mrs. Dalrymplo mij van baar eerste ontmoeting met hom, wel ke bij een cricketwedstrijd der jonge o.'i- cieren had pb-..ts gevonden. „Opeens kwam de nette, knappe man bij mij en bleef den gcheelen namiddag aan mijn voeten zitten, zoodat natuurlijk iedereen dadelijk beweer de, dat ik zijn hoofd op hol had gobracht. Tien dagen ater deed bij aanzoek om mijn hand." „Nu, dat noem ik korte metten maken", riep ik. „Ja, ja, wij bedachten ons niet lang. Volgens mijn mcening moest het spreek woord zijnVlug bevrijd heeft nog niemand berouwd." „Gij galooft dus ook aan een liefde op den eersten blik?" ,.0 ja, zeker. Gij natuurlijk niet; gij zijt vee] te zedig cn to verstandig voor zulk oer dwaasheid." „Maar ik heb toch ook reeds menige dwaasheid begaan." „Zeker en u zelve daardoor in het nauw gebracht. Als ik indertijd met mijn raad bij dc hand ware gefeest, zouden de din gen een bateren loop hebben genomeu. Zoo zou ik u bijvoorbeeld onmiddellijk met Lady Elisabeth naar Engeland hebben gezonden De oude dame had u zeker lief gekregen en u tot haar erfgename gemaakt." „Dat is juist weer iets voor u. Gij wilt aan niemand verplichting hebben. Gij gaaft er de voorkeur aan in Blacktown slaven diensten t© verrichten en wie had daar voordcel van?" „Juf;., uw Kosario", antwoordde ik la chend. Nu kon ik immers over bet verleden schorteen. „Bovendien verzeker ik u, dat het zeer aangenaam is, ocd rijk© erfgenam-j to zijn. Gij moogt niet zoo verachtelijk over die arino wegens oordoelcn, want ik ben er zelf een. Dat was echter niot do cenigo gelo gen Leid, welke zich aan u voordety om naar Engeland terug to keeren", voegde zij er veelbsteekenend bij. „Max heoit mij name lijk alles verteld. Hij en Arthur zijn im mers als broeders samen en dua ben ik om zoo te zeggen zijn zuster. Hij heelt een open, eerlijk karakter en bet leven bij aJl© jeugdige opgeruimdheid steeds van den emstigen kant opgenomen. On3, vrouwen, heeft hij altijd zooveel mogelijk gr-meden cn daarom komt hot mij ietwat hard voor, dat men een paleis vol van ons geslacht aan zijn hoede heeft toevertrouwd. Hij is do peetoom van onzen jongen Ik voelde hoo het bloed mij naar de wan gen steeg. Of Max Thorold haar werkelijk alles had geswigd? Of hij van dio pijnlijk© zaak zelf wc] precies hot rechte wist?' „In hot eerst dacht ik, dat gij beter hadt gedaan naar Engeland terug to koeren, maar nu ben ik tocb van een an dere meening." „Waarom? Wat wilt gij daarmee zeg gen I" Mrs. Dalrymplo aarzelde een oogenblik voordat zij op ietwat gedwongen toon ant woordde: „Ik kan dat niet zoo precies uitleggendoch ik ben ou overtuigd, dat gij u ook hier go.ukkig zult gevoelen. Uw leven z .1 echter wel eenigszins eentonig en de omgeving u vreemd zijnook kunt gij u niet vrijmaken wanneer gij dat wilt." „Zeker, maar daarvoor .word ik immers ook goed betaald „Hu I Zijt ge zoozeer op gold belust?" vroeg mrs. Dalrymplc lachend. „Toen mij slechts nog seotig ropijen vau don ho gerdood bchciddou, leerde ik do waaj-dc van hot geld op prijs stellen, doch niijn hart hangt er niet aan „Het mijno ook niet, ofschoon het geld mijn levenspad effen heeft gemaakt. Mija oudo grootvader was er wellicht al t© veel aan gehecht en ik geniet daar nu cl- vrucb- ten van. Als gij u maar niet al te eenzaam in Royapctta zult gevoelen. Er komt daar zelden een Europeaan, boogstena een ge neesheer of ingeuiour, c i af cn toe een ambtenaar van de regeering." „Ik zal het te druk hebben om mij een zaam te gevoelen." „Dat kan wel zijn en ge zult toch ook dikwijls Max Wij reden juist onder hevig geratel over d© ophaalbrug cn door den tunnel hot forfc binnen, en dua ging het slot van baar zin voor mij verloren. Vocn-dat ik Madras verliet, ontmoette ik juffrouw jmsario nog eens in den bazaar. oj wanhoop vertelde zij mij, dat Jocasta zicb als totaal onbruikbaar had getoond. Zij stoelde, snoepte cn zette do dienstboden tegen elkaar op; het eten was nooit op tijd klaar en ontzettend slecht Voor ecnig© avonden was cr geen petroleum tn do Lam pen geweest en 's morgens 'geen suiker in huis. (Wordi ftrvolgé.y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5