NE 14031. "Üéïtfè Blad. 18 November 1905 Om den Tsaar. Coöperatie-cijfers. Welt een vlucht de coöperatie in Enge lland, haar bakermat, reeds genomen heeft, (kan uit de volgende cijfers blijken: De rriteche coöperatieve bond omvat ■op dit OQgenblik 1637 coöperatieve verceni- (gingen met to zamen bijna 2i millioen le lden, d. L gezinshoofdenzij omvatten, m. •a. w., 10 millioen personen of wel één fvierdo van Groot Britannië's geheelo be- (volhing. 1 jaarlijksobe omzet deaor voreenigin- gen bedraagt ttu»~s oe zamen 1102 mil lioen gulden, de netto-winst ongeveer 124 millioen, bet aan deelen kapitaal reeds meer dan 337 millioen guldonzij hebben ruim 100,000 beambten in haar dienst, waarvan 24,000 in takken van productieve coöperaties. In het algemeen nemen do verbruiks- Icoöperaties van deze aijfors verreweg het grootste deel in beslag. Van de 1637 ver- leenigingen behooren n.l. 1469 tot de vor- [bruiksooöperatice, wier ledental alleen 'roods de 2 millioen, en wier netto-winst 'ïeeds de 112 millioen gulden overschrijden. Do beide wholesales (bonden voor groot- finkoop) zijn in do totaalgetallen als volgt (vertegenwoordigdomzet 320, aandeelon- ikapitaal 18, netto-winst ongeveer 7 mil lioen gulden» De productie-coöperaties ten slotte altijd de meest hoop wekken do tak, van een 'sociaal- hervorm ingssbandpunfc gezien telden ruim 34,000 loden, een oaodeelenkapi- taal vr.a ruim 10, con omzet van 37 en coo oetto-winsfc van 2.7 millioen gulden. Verscheidene dor groote rd verbruiksvor- jeenigingon deden voor haar leden huizen bouwen, van welke dezen geleidelijk hot eigendom inlo&ten; de waarde der reeds (gestichte woningen wordt op ongeveer 80 Imillioen gulden geeohat. En bovenal verm©ldenawaard is, dat de fEngelsche ooöperaties in de laatste jaren [bijna een millioen gulden besteed hebben jaan instellingen van opvoeding en bc-ha* [ving en meer dan een half millioen voor* [liefdadig© doeleinden liebbon geschonken. STOFGOUD. Het stof folijke ia slechts een al uier voor het geestelijke, maar de oogen moeten gescherpt zijn, andere wordt de sluier een onckxxrdnngbaro wolk. E. Wethorol- Hcsfc is gevaarlijk aan den meosch ai te veel te toonen in hoevele opzichten hij aan de dieren gelijk is, zonder hem op zijn grootheid te wijzen. Het is ook gevaarlijk hem al te veel op zijn grootheid te wijzen, zonder hem zijn geringheid aan te toonen. Het is nog veel gevaarlijker hem zoowel van het eeno als van het andero onkundig te laten. Maar hot is zeer nuttig hoiq beide Voor te stellen. Pascal. Hot Ln-uzelf-u-torugtrekken in do smart is evenmin aan to bevelen als het al to zeer openen van uw hart bij blijdschap. Ro man us. RECEPT. Tomatensoep. Zc1 of acht stuks rijpe tomaten worden goed afgewasschen en aan stukken gesne den en met de volgende kruiden on tweo grooto lepels boter gekookt: een uitje, een laurierblad, wat peperkorrels en zout naar smaak. Als het kookt, voegt men er een .liter krachtigen bouillon bij; een lepel bloem wordt met een weinig bouillon aan gemengd en door de soep geroerdnu kiat men alles mot elkaar nog een kwartier ko ken en doet daarna de soep door een zeef. Voorzichtig doet men er vóór het opdoen tweo geklopte eierdooiers en een weinig citroensap bij. Wekelyksche Kalender. Zondag. Een levon zonder idealen is e?h woestijn zonder oasen, een winter zonder zonnestra len., Maandag. Het komt bij menigeen meer op het knallen don op bot treffen aan. Dinsdag. Goed voederen kost veel, maar slecht voederen nog meer., Woensdag. Eóo goed huwelijk is als een goed ver haal: het verveelt nooit. v Donderdag. Wio do vingerwijzing der ervaring niet ziet, zal de vuist van het noodlot voelen. v Vrijdag. Wie zijn erwten langs don weg Zaait, krijgt niet alle peulen in de schuur. Zaterdag. Karakters kunnen tegenspraak dulden; alleon dwazen willen altijd gelijk hebben. RAADGEVING. Om erwten on boonon good gaar te koken moet men geen soda toevoegen, zooals som migen doen, want daardoor wordt de spijs onaangenaam flauw. In plaats daar van voegt men er wat suiker aan toe en Later xrwoon keukenzout. De Duitsche keizer als rooker. De Duitsche keizer is cent groot liefheb ber van ai garotten. Onlangs raapte een straatjongen het vergulde eindje vao een keizerlijke sigaret op en verkocht liet aan een EngeJsahman, die er een 20-Mark-stuk voor gaf I Aan zijn vrienden presenteert do Keizer Havanna's, die speciaal voor hem gemaakt zijn. Op de jadbt rookt" hij altijd dezelfde pijp; zij wordt bewaard door een bediende, dio er in het bijzonder verantwoordelijk voor ia Natuurlijk is het model van deze pijp door Z. M. zalf ontworpen. Zij ver toont een zilveren kor haan op een meer schuimen struik on is gemerkt met eon W- in briljantjea. Do tabak, die de Keizor rookt, is met aromatischo kruiden ver mengd. ALEEREEI. Een oord vaD orde en vrede- Eenige langharige, jonge wereldhervormers wanen ie oen vergadering aan het deb&t- teeren en toen zij het eens waren, dat do wereld zóó slecht was, als zij maar kou wezen, stond een man met een somber go- laat op en spra*: „Gij schijnt, vrienden, naar een plaats te verlangen, waar iedereen door de wet ge drongen wordt goed to zijn." »,Zoo is hetl" riepen de wereldhervor mers in koor. „Waar niemand' bezorgd behoeft te we zen om voedsel of kleeren en waar geen geld bestaat." „Ja, jal" riep het koor. „Waar iedereen verplicht is des Zondngs naar de kerk te gaan cn alles geregeld te doen op ziin tijd." „Juist! Dat moeten wij hebben." „Welnu, ik kom juist van zulk een plaats vandaan „Is het waar O, zeg ons, m-n-n van won derbare ervaring, waar ia die plaats? Dan willen wij ook daarheen gaan I" riepen de jongelieden. „Die plaats noemt men de gevangenis," sprak de man met een bitteren grijns lach. Studentenstreek. Laat inden avond, als de bakker op het punt is, zijn winkel te sluiten, komt haastig en buiten adem een student binnen. „Hebt u oog vijf en zeventig broodjes, oudbakken broodjes?'' vraagt hij. „Vijf ©d zeventig oudbakkenik zal oven zien." Zeer in zijn schik gaat de bakker de oud- bak kon broodjes aan het tellen: één. twee, drie, vierHij telt langzaam on precies. Do student kijkt oplettend toe. Eindelijk is het tellen afgeloopon. „Dat is een tref", glimlacht de bakker in zijn nopjes, ,,ik heb precies nog vijf en zeventig oudbakken broodjes.'' Op het gelaat van den stuaemt is innig medelijden te zien, als hij opmerkt: „Nu, die zult u vanavond wel niet meer kwijtraken". En hij verlaat den winkel. Een middel. ,,ïs hier het juiste adres voor de Quigly's Geneeskracht?" „Dan bont u hier terecht. Dat uitste kende geneesmiddel wordt bier gefabri ceerd." „Geerf me dan zes flesschen voor mijn vrouw.'' „U hebt dus alle andere geneesmiddelon zonder succes beproefd?" „Neen, zo is heelemaal niet ziek; maar ik zag in uw annonce eeD aanbeveling van een vrouw, die schrijft: „Na zes flesschen was ik een geheel andore vrouw" en no heb ik alle hoop op dat goedje." Do fietsl „Toon wij pas getrouwd waren hebbon mijn man en ik heol lang er over gediscussieerd of wij twee ééo-pcr- soons-fictsen zouden koopen of een tan dem. Wij wilden geen van tweo toegeven", vertelde mevrouw A. „En waar liep het op uit?" „Och, ten slotte werden wij liet 'er over eens, maar liever een kinderwagon te koo pen I'' Eon volle kerk. Een predikant, wien het erg aan het hort ging, dat hij steeds voor leege banken sprak, zei, dat hij deu volgenden Zondag zou spreken over een orgerlijko zaak, die in een der eerste families had plaats gehad. Den volgenden Zondag was de kerk stampvol en do pre dikant sprak overAdam en Eva I Bedenkelijk. „Houdt a van Wag nor?" vroeg do jonge dame met de fijne voor pianospel als geschapen vingers. „Ik ken hem niet", antwoorddo do tante van het platteland. „En ik aanbid hem, tante I Do laatste vijf jaren heeft hij iederen dag mij een paar uur het leven veraangenaamd." De tante van het platteland hief haar. handen ten hemel: „Groote HemelEn ben jullie nog niet getrouwd?" Een sprekend lijk. A: „Is het waar, dat je vóór een paar weken door een Zondagsjager aangeschoten bent ge worden?" B.„Zeker, maar het is nogal goed afge- loop.?n, want als de kogel me één centime ter hooger getroffeD bad, zou op hetoogen- blik een lijk met je spreken." Harig. „Geloof je, dat d3 muziek practisch waarde voor het leven heeft?" „Zeker I To oordeelen naar alle virtuozen- portretten, die ik heb gezien, schijnt ze een goco middel tegen het uitvallen der haren tc zijn." Snugger. In een bibliotheek riep een bediende bij het nazien van een pvA teruggekomen boek: „Op pagina 63 is een scheur en(het blad omslaande) op pagina 64 nog één l" Haastig snelde de trein door den neve- ligen morgen- Zwaar bing de grauwe win terhemel over de eindelooze witte steppen, ^en in het verre Ooeteu ging mot, als na 'een slapeloozen nacht, de zon met een rood Acliijnsel op. Do meeste passagiers sliepen nog, zij hadaen het zich in den weelderig ingericht- Petersburger oacht-espresso- trein zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt. Id een coup*, tweede klasse zat een jonge ,dame met half gesloten oogen in haar •hoekje geleund. Haar smal, bleek gezicht je, dcor kastanjebruin, golvend haar om lijst, bad vaste, energieke trokken. Doch baar mond was klein, bijna kinderlijk week ien vormde met de groote madonnaroogen zonderling contrast tegenover den in- Idruk, dien baar gelaat overigens maakte- Nadat de trein do grenzen was gepas- keer d, was zij in een onrustig stilzwijgen ^Verzonken, totdat de beide met haar rei kende dames, die zich als de gravinnen fr'ornoskoj voorstelden, haar uitnoodigden fe^zamenlijk te ontbijten. Dankbaar werd net aanbod aangenomen en de drie reisgo- 'nooten schenen elkaar zeer goed te beval len. Toen de trein stil hield, ging Irma de iLaurcnt op het balkon naar buiton en keek •onderzoekend liet perron langs- „On egrijpelijk," mompelde zij vervol gens cn beet zich op de lippen. „GeeD teenk, geen aanwijzing Zij keerde zich om, ten einde naar haar [coupé terug te gaan. maar liep tegen een slanken heer in een fraaien pels aan, wiens 'bewonderend.; blikken op haar schoon ge- 'laat on lievo gestalte waren gevestigd. 1 „Pardon, mejuffrouw," zeido hij, zijn ■hoed al ïeraend. Zij boog het 1 ->o£d cn wilde hem voor bijgaan, toen een klein propje papier door de lucht vloog en aan haaT voeten ncer- (viel Vóór zij nog goed begreep wat er gebeurde, had hij het propje opgenomen. Hij hield het vost ir z"n band. Al eri bloed was lioar uit het gezicht [gekeken, en de zachte oogon schoten vuur. ■Een oogsnblik namen zij elkaar van bet hoofd tot do voeten met een onderzoeken den blik op, vervolgens zeide hij kalm: „Het is wc) een streep door uw rekening, mejuffrouw, dat de prop in mijn hand ge raakte." Als door een tooverslag veran derde Ir ma's gezicht, toen zij helder la chend zeide: „U hebt gelijk, mijnheer, het is niet aangenaam, wanneer op onzen pos tillon d'amour door een derde beslag wordt gelegd, maar ik reken op uw discretie.-' Hij zag haar een weinig twijfelend aan. maar overhandigde haar toen tocb bet propje papier. „Het is oen gevaarlijke onderneming in deze onrustige dagen elkaar liefdebriefjes 'in den vorm van proppen toe to werpen," zei hij met nadruk, ,,en het is misschien '.verkeerd van mij den schat torug to geven, maar wie kan mik een betoovoroaden blik weerstaan 1" „U gelooft misschien, dat dit papiertje govaarlijke staatsgeheimen bevat?" zeide zij glimlachend. „Nu, om u gerust te stel len, zal ik het onder uw oogen openen en u den inhoud laten lozen." De prop verdween even in haar hand, vervolgens vouwde zij haar open en over handigde hem het papier. „Ik heb je nog net zoo liof als altjjdl George", las hij. „Ik haat dien George," fluisterde bij en gaf haar het briefjo terug. „Zoo," antwoordde zij koel en keerde hem deD rug toe, terwijl hij om zijn on willekeurige indiscretie verontschuldiging verzocht, die zij hem verleende. Gravin Tornoskoj wachtte haar aan den ingang van haar coupé op, en door haar vernam Irma, dat bet nismand auders 'lat: graaf Zillkowaki was geweest, met wien zc zoo juist had gesproken, een der flinkste politio-ambtcnaren van den Tsaar. Irma werd doodsbleek, begon o:bter da delijk een alledaagsch gesprek eu onder vroolijk gepraat verliep do rest van de reis tot Sk-Potersburg. Do bcido gravinnen namon een hartelijk afscheid van de aardige jonge dame cn ga ven haar hour odre3 op. Met eeD klein koffertjo in de hand snelde Irma door do dichte menschonmossa's naar den uit gang. In het licht van do Lantaarn ontrol, de zij do zorgvuldig verborgen prop en las haastig: „In HótoJ dc l'Europc wacht ja nader bcrioht." Zij riep om eon rijtuigje cn liet zich Daar Hófcel de l'Europo rijden. „Een goed do- buut om zelfs graaf Zillkowski to mislei den," mompelde zij, terwijl zij zich achtor- ovor in den wagen liet vallen. Irma stond aan het venstor van haar ho telkamer en liet ..aar blikken over de zon nige Ncweki-Prospekt weiden. Troepen ar beiders en militairen stormden voorhij. nf en too weerklonk een heesch geschreeuw en gebrul, soldaten en werklieden op elkaar, klingen schitterden, slagen vielen, verwensohingon en vloeken werdo i geuit; vervolgens stilte, totdat de oioedige leveD- loozc lichamen onder bewak:ng van ton sterke militaire bscfekking op wagens gela den en weggevoerd werden. Irma huiverde. Waa het mogelijk, dat dat alles geschiedde in onzo verlichte twintig '.e eeuw Een tik op do deur maakte een einde aan haar overpeinzingen. In het volgende oogenblik stond een jonge luitenant in huzarenuniform voor haar. „Maar Irma, wat bcteekent dat?" riep hij verschrikt uit, „jij hier te midden der revolutie?" Z:: stak hem haar bcido handen toe. „Wees kalm, Boris Wladimirow, ik heb wel is waar cr- -ige dingen met je to be spreken, maar ik ben immers voorloopig nog frank cn vrij." Hij trok haar naar zich toe en fc>dekto haar gezicht met hartstochtelijke kussen, betooverd door haar schoonheid. Zij had' haar oogon gesloten en toen zij zo weer opende, wareD ze vol tranen. „Irma, lieveling," vroeg hij, „zeg mij wat je hierheen gevoerd heefl* in het hol vïu> den leeuw, mijn lief, lief meisje?" Zij trok hem naast zdcb op de sofa en zeide zachtjes: ,.Ik moet je vaarwel zeg gen." „Vaarwel?" Getroffen zag hij haar aan. „Wat bedoel jo daarmee?" Haastig stond zij op, sloot de deur, keek achter dp gordijnen van do kamer en on der de canapé. Vervolgens ging zij weer naast den vorwondorcl toekijkenden offi cier ziiccn en nam teode:- zijn hand in do hare. „Opdat jo mij nu goed begrijpt, Bo ris," bogon zij, „moet ik op den tijd te rugkomen, toen jij als jong cadet naar Parijs kwam. Toen zag ;e in mij slechts do kleine Irma, het eenige, verwende kiod van professor De Laurent, en je badt wel geen vermoeden, voor welke grooto opdracht dit ldnd eens zou bestemd worden." „Grooto opdracht," mompelde Boris. „Ja, mijn vriend, een groote en moeilijke opdracht. Mijn moeder waa zooals je woei, een geboren llussin, de dochter van een dor bekendste nihilisten uit de negentiende eeuw. Als negentienjarig meisje had zij aan deu opstand legeD den Tsaar deelgeno men. Zij weid toen naar Siberië verban nen. Het is haar evenwel gelukt van daar naar Parijs to ontvluchten, waar zij in een rijk Russisch gezin f>uvemante weid. Drie jaar later trouwde zij met mijn vader. Dozc kende haar gesch' cnis cn liet haar dan ook de ^-Lofto doen, dat zij zich nim mer weer persoonlijk met liet nihilisme zoo inlaten. Doch zij nam zich gelijktijdig voor dat haar oudste kind den strijd weer op nemen moest. Haar oudst en eenig ldnd hen ik." „Jij bent dusriep Boris doods bleek. „Ja," fluisterde Irma zacht. Zij zwegen een oogenblik. Boris stond op en liep heftig op cn neer. „Het is laag van jo, mij dat eerst nn mede te dcelcn, Irma," zeide hij dof. Treurig sohuddo zij het hoofd. „Noem het niet laag, Boris, maar zwak. Ik bon immers vrouw, een vrouw met een hart en gevoel, en ik hield van je." „Nu, trek je dan terug; het is immert nog tijd 1" riop hij driDgcnd. Afwerend strekte zij do handen tegeo hem uit. „Neen, en duizendmaal neenzeide zij trotech on vastbesloten. „Hot doel, waar naar wij streven, is te heilig om het laf te verraden." „Maar, ongelukkige, begrijp jo d*10 niet, dat jo een zekeren dood te ge moet gaat?" „O j'o, voor een der tegenstanders zeker.* „Een tegenstander? Wien bedoel je?" ..Niets." Plotseling wierp Boris zich op.do sofa cd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 9