So. H031.
FEUILLETON,
LÉIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 18 NOVEMBER. VIERDE BLAD.
Anno 1905.
Invitatfe-Goncert ïan „Ssmpre Crescendo."
Een stampvolle zaal met een dankbaar
publiek, veel mooie toiletten, een geani
meerde stemming, kransen en applaus
alles was gisteravond, zooals gewoonlijk op
dit invitatieconoert. Een aantrekkelijk
programma, boeiend en vol afwisseling,
bad men ter uitvoering gekozen. Alleen
duurde het wat lang. Men begon niet vee!
na halfacht en om kwart voor elf was het
nauwelijks afgeloopen.
In de eerste afdeeling kregen wij, behal
ve eenige liederen, niet minder dan een
lange symfonie en een vrij lang pianocon
cert te hooren. De tweede symfonie van
Beethoven blijft zonder twijfel een mooi en
belangwekkend werk. Het orkest speelde
haar onder de degelijke leiding van den
heer Koeberg met toewijding, en hield zich
Over het algemeen goed. Was in de beide
eerste deelen de klank en eenheid van spel
nog niet altijd zooals het wezen moest, er
viel toch veel goeds en moois op te mer
ken. Het darghetto had soms wat minder
getrokken kunnen worden en het scherzo
■wat lichter en pittiger gespeeld Yeel goeds
gaf het orkest ook in de pikante, geeivg
geïnstrumenteerde en vaak meesleepcnde
muziek van Moszkowsky's „Boabdil". Al
leen was het (met name in de Scherzo-
Valse) wat log en zwaar.
Van de solisten moet zeker in dc eerste
plaats mevrouw Do HaanManifarges ge
noemd worden. Wij hadden haar tot dus
ver uitsluitend in oratoriums gehoord en
bewonderd, en wisten alleen uit muziek-
verslagen, dat zij ook een buitengewone lie-
dorenzangores moest wezen. Dat dit zoo
is, daarvan hebben wij ons gisteravond
kunnen overtuigen. Wij willen er niets van
zeggen, dan dat haar zang in Loewe's
„Uhr" en de beide liederen van Schubert
ons onverdeeld deed genieten.
Welk eeu heerlijk geluid, welk een ge-
zond-muzikalc en innig gevoelde voor
dracht 1 In de plaats van do „Zigeuuerlle-
der" (van welke 6ommige door mevr. De
Haan naar onzen smaak iets te langzaa.-i
en met te weinig hartstocht gezongen wer
den) hadden wij liever wat anders gehad.
Wie deze kent in de oorspronkelijke zet
ting voor kwartet, kan als hij ze zoo voor
6én stem hoort, toch niet bevredigd zijo,
aj worden zij nog zoo mooi gezongen.
Wat den twoeden solist betreft, den heer
Marinua Salomons, pianist uit Liegnitz,
diens spel is eenigszins ongelijk: vaak
technisch zeer knap, een enkele maal tech
nisch niet geheel in den haak; nu eens
ietwat droog, dan weer vol charme en ge
voel Over het geheel heeft hij ons zeer
voldaan, maar wij kregen toch den indruk,
dat hij gisteravond niet gelukkig was en
nog mooier spelen kan dan hij nu deed.
Hij sloeg er in Beethoven en Chopin nogal
eens naast. Zoo werd bijv. het triomfante
lijk begin van do finale in bet Klaviercon
cert niet, wat het zijn kon. Jammer, dat de
orkestbegeleiding iD dit heerlijk-klare
werk, vol kracht en levenslust eD zonder
eenig zwaarmoedig gepeins, wat rhytmische
zekerheid en klank betreft nogal eens wat
te wonschen overliet. In de „Romanze"
van Mozart en liet overbekende tweede
Scherzo van Chopin deed de heer Salomons
zich als een door en door muzikaal, fijnvoe
lend pianist kennen. Hoe geacheveerd en id
'den juisten stijl werd Mozart gespeeld, hoe
mooi was de cantilene in Chopin. Wij wer
den nu door dit werk meer geboeid, d~n de
'drie of vier keeren dat we het den vorigen
winter (door Pugno. De Greef of anderen)
hoordeD uitvoeren.
Vermelden wij nog ten slotte, dat de
heer Koeberg de zangeres zeer mooi op het
klavier begeleidde. O.
Brieven van een Leldenaar.
CXVI.
Als ik zeg, dat een fiets ie „het" voer
tuig van ouzon tijd, dan gebruik ik een ge
meenplaats. Ieder mensck heeft het op zijn
beurt al eenige malen gezegd, en het zoove
le honderden keeren aangehoord Wie rijdt
©r geen fiets 1 Jongens en meisjes in de
korte kleeren en ouden van dagen, aan den
rand van het graf staande.
Heeren en dames voor hun gezondheid
en uitspanning, arbeiders en neringdoenden
om er vlug hun werk of hun klanten mee
te bereiken. Menschen recht van lijf en le
den en wie gebreken hebben. Hebben wij
niet gelezen van bedelende fietsrijders, die
er hun aalmoezen mee ophaalden! Want,
wie er zc-lf geen heeft en niet krijgen kan
ai worden ze broodgoedkoop, huurt er of...
neemt er een weg. Het is immers zoover
heen haast, dat het niet zoo moeilijk is een
rijwiel te krijgen dan te behouden. De fiets
toch heeft deze verleidelijke eigeaischap,
dat ze ons fietsrijdend geslacht uitnoodigo
tot... stelen.
Je zet je kar ergens onbeheerd neer, een
enkel oogenblik maar, en een ander is op
gestapt en zegt je: bonjour! Hoe mooier,
duurder en solider zij is, hoe meer kans, dat
je zoo iets overkomt
Vandaar dat het menschdom met zijn
groot aanpassingsvermogen er voor ge
zorgd heeft en cr nog voor zorgt, dat over
al een behoorlijke plaats is om het rijwiel
in veiligheid te brengen. Bij het bouwen
van huizen zorgt uen voor ruime vostibulc
of wijde gang voor de fiets.
Bij onderwijsinrichtingen en ziekenhuizen
is een afdak mét een fietsrek aangebracht
om van café's en uitsp&nningsplaatsen niet
te spreken. Daar vindt ge nog een repara
tie-inrichting en worden de banden zoo
noodig met lucht gevuld. Juist in ols
post- en telegraafkantoor was daarmede nog
geen rekening gehouden. Ik druk sterk op
dit ons, omdat ik geloof dat het op ande
re plaatsen wed geschiedt. In Amsterdam
ten minsto wordt het je ai heel gemakkelijk
gemaakt. Een trouwe wachter aangesteld
vanwege de administratie der posterijen,
neemt zoodra je van jo rijwiel afstapt om
zooals meestal het geval is, met groote
haast een telegram aan te bieden of een
brief of briefkaart, dio nog juist met de
eerBto post weg moot, te schrijven, jo ijze
ren paard in bewaring en levert het ja
weer ongeschonden over als je besogne is
afgeloopen. De man vraagt er niet eens
een dankje voor. Maar in ons achterlijk
Leiden zorg je, als jo aan het telegraafkan
toor komt maar dat je de kar met horten
en stooten door buiten- en vestibuledeur
krijgt en als je binnen bent weet jo haast
nog niet, waar je er mee heen moet, want
overal staat zij je zelf of een ander in don
weg of wordt zo door een ambtenaar, die
haaatig uit een of ander vertrek stuift,
omvorgeworpen
Het publiek moet zich nu maar schik
ken, hoorde ik den directeur van ons te
legraafkantoor eens zeggenaLs wij eens
aan het verbouwen toekwamon, zou ik er
op aandring jn, dat er ook een behoorlijke
bergplaats voor de rijwielen van het pu
bliek kwam. Maar ik Kan er niets aan
doen, al >el ik de groote leemte wel. Een
publiek gebouw als een telegraafkantoor
moeet in onzen t. rekc ~ig houden met
een zoo veelvuldig gebruikt vervoermiddel
als hot rijwiel. Maar breek eens ijzer met
Handend
Waar een directeur zoo redeneert, kan
men er over mopperen, dat de Regeoring
de fieterijders zoo stiefc.oeidorlijk behan
delt, men kan hem er althans geen verwij
ten van raak.n en zeult keer op keer zijn
kar door do twee deuren en wie het ver
zuimde, boette er zijn fiets al eens bij in.
Zoo deden onze fietsers tot dezen tijd ook
aan het postkantoor. Eerst lang6 de vesti
bule door één paar deuren, in den Laatsten
tijd, nu er nog een paar tochtdeuren bij
gekomen zijn, door b w e paar.
Erg lastig ging dit niet en veel opont
houd kostte het ook niet. De menach is van
nature geneigu zijn medemensch te helpen
en zoo wordon do deuren meestal door den
komenden en gaande man opengehouden.
En in het postkantoor zelf is ruimt©
genoeg.
.oaar dit zou zoo niet blijven. Of het de
wil van den directeur zelf is, of dat deze
zijn orders van boven krijgt, dat weet ik
niet en daar blijf ik dus buiten, maar op
een goeden dag stond er met roode letters
op do tochtdeur, dat het verboden was met
rijwielen binnen to komen.
Men had zijn fiets dua buiten te laten
staan, om haar te Laten gappen.
In veel gebods ligt veel overtreding en
zulk een gebod moest overtreden worden,
noodwendig. Ik sprak er aan een loket ook
al eens een ambtenaar over en die zei mij,
dat de deuren te veel werden beschadigd,
en dat. het de administratie niet aanging,
of dc fietsen al of niet werden gestolen;
wie daar bang voor was, moest dan maar
zonder fiets komen en zoo meer.
De man behoord© blijkbaar tot de enke
lingen, aan wie de heerlijkheden van rij-
wielgebruik nog niet zijn geopenbaard.
Zoo rc. zei, de rijwielhouders deden alsof
di© Tpode waarschuwing er niet stond.
Maar toen een schriftelijke waarschuwing
niet hulp, kwam er een mondelinge bij, en
men werd zelfB tegengehouden.
Een opgeschoten jongetje greep de ge
legenheid aan er een dagduitjo uit te klop-
pen en plaatste zich voor den ingang, om
vooir een kleinigheidje de wacht bij het
verlaten voertuig te houden. Misschien dat
een inzender in deze courant daartoe aan
leiding hoeft gegeven. ToeD hij do eerste
dagen al een aardig stuivertje verdiende,
leende hij een fietsrek en de directeur was
wel zoo goed hem een oude dienstpet af te
staan, die aan het kereltje iets officieels
verleent, en nu ontvangen de fietsrijders,
die hom hun kar afstaan, een primitief
plaatje in ruil, waarmode ze straks voor
een kleine fooi haar weer kunnen meene
men. Met dien toeeband zou ik nog vredo
kunnen hebben, indien de directie van bet
postkantoor dien jongen niet alleen een
dienstpet had opgezet, maar hem ook een
behoorlijk weekloon betaalde.
Wat zekerheid hoef fc de man of de vrouw,
die hem de fiets toevertrouwt, dat hij niet
weg zal loopen, de fiets laten staan, mis
schien met achterlating van de pet. Als de
jongen op een goeden dag ergens wat meer
kan verdienen dan de fooien hem nu ople
veren, zal hij het doen en ik geef hem en
vooral zijn ouders groot gelijk. Want een
opvoedenden en ontwikkelenden arbeid
vind ik dit ïicts-bewaren allerminst. En
als de jongen, baloorig geworden, omdat
de kleine giften niet mild genoeg vloeien,
eens den eisch stelt: „voor zooveel alleen
neem ik jo rijwiel in bewaring en anders
red je jo maarl", wie zal hem tot rede
brengen
Ik zeg dit niet, omdat ik het aardige
kereltje niet vertrouw, hij lijkt mij zelfs
veel to goed om daar zoo'n geheelen dog
op schobbor-de-bonk te staan, doch ik ver
onderstel alleen do mogelijkheid.
Maar ik heb nog een gewichtiger be
zwaar. Hier wordt aan do fietsrijders een
laat opgelegd, dio niot billijk ia Do Staat
profiteert reeds van olken fietsrijder in
deD vorm van een rïjwielbolasting. Hoe
meer houders van rijwielen, hoe hooger do
opbrengst dezer belasting. Dat legt den
Staat- en die hem vertegenwoordigen, de
verplichting op, dit vervoermiddel ook als
zoodanig tc erkennen en er rekening mee
to houden. Ik stel onzen directeur van het
postkantoor daarom vcor to bewerken 6f
dat het- verbod, om een rijwiel mee in hot
postkantoor tc nomen, worde ingetrokken
hf dat iemand worde aangesteld en be
hoorlijk beloond, die, zooals nu geschiedt,
de rijwieloD ond^r zijn hoede neemt.
Waar heb niet met de waardigheid van
het gebouw schijnt te strooken dat de on
schuldige rijwielen wordoD binnengeloodst,
wou ik tusschen neus cn lippcD in zoo even
vragen of er niet wat strenger op kon wor
den toegezien dat personen, klein en
groot, die er met geen ander doel komen
dan om misschien kringetjes to spuwen,
opgegeven strafwerk te maken eD nog wel
andere dingen, geheel vreemd aan de eigen
lijke bestemming van het postkantoor te
doen, er buiten blijven. Daarmee zou men
het publiek grooter dienst bewijzen dan
met hot weren van de rijwielen.
Goed voorgaan doet goed volgen, en hot
omgekeerde schijnt ook wel te gebeuren.
Vanwego het gemeentebestuur is voor
het kantoor van den gemeente-ontvanger
ook al een waarschuwing geplakt, dat do
rijwielen niet meegonomon mogen worden
en in het kantoor of zelfs in het portaal ge
zet. Zouden do menschen per fiets do bo-
Lasting wat al te vlug betalen misschien'!
T© voet komt men er zoo gauw niet toe,
dunkt mij.
Doch alle gekheid op een stokje; er
schijnt oij sommige Leidsohe autoriteiten
een reactionaire neiging te bestaan tegen
het moderne voertuig bij uitnemendheid,
waartegen uit naam van het vrij© verkeer
geprotesteerd moet worden. Mijn stem al
leen zal echter weinig vermogen op den
fctellig niet fietsrijdenden directeur van
ons postkantoor noch op onzen burgerva
der, die deze tak van sport toevallig ook
niet beoefent.
Maar een machtig lichaam als de Alge
meen© Nederlandsche Wielrijdersbond, die
naar ik meen, ook in Leiden een wakkere
afdeeling heeft, zal het wel Kunnen, ik
draag do belangen van mijn mcde-Leide-
noars, bij wie heb fietsrijden een behoefte
en een tweede nabuur is geworden, met
vertrouwen aan de Leidscho afdeeling van
genoemden Bond op.
De Boni-expeditie.
De correspondent van „Het N. v. d. D."
to Batavia seint:
,,De expeditie naar Celebes wordt met 4
Decomber ontbonden."
Heb blad teokent hierbij aan:
Dit bericht mag als een gelukkige ge
beurtenis worden aangemerkt en tevens
als een bewijs dat do Regoering den toe
stand in geheel Zuid-Westelijk Celebes zóó
gunstig aoht, dat het militair optreden bin
nenkort reeds kan worden gestaaxu Het
laatste verzet van beteekenis in het Staatjo
Soppeng is volgens de jongste berichten,
gebroken, en daarmede schijnt nu reeds
het geheel© sohieroiland bot rust gebracht,
Zooala men weet, ia do Boni-expeditie uit
gegaan omstreeks 15 Juli. Niot alleen dat
hot Rijk Boni, na eenige moeilijkheden in
den aanvang, 6poe>dig geheel was vormoes-
terd en do voornaamste hoofden zicb kwa
men onderwerpen, nadat de Vorst was ge
vlucht maar d u*op hebben onze troe
pen achtereenvolgens al de verschillende
omliggondo Sbaten, waarbij zelfs de Noor
delijk gelegen Landschappen Wadjo en Loe-
woe, geheel tot rust gebracht. Zelfs werd
de actio voortgezet door tochten in de min.
der bekende stroken van Centraal-Celebes.
Zoo is dus niet alleen in Boni, maar in
geheel Zuid-Celebeo een nieuwe toestand
geboren, waarbij ons geschokt prestige is
hersteld en de inlandsche bevolking wordt
ontheven van den druk en do willekeur der
verschillend© vorsten en hun vazallen. Mot
het optreden van het Nedorlanclscko ge
zag, niet langer ïd naam maar iD werke
lijkheid, wordt ook buiten do Gouverno
mentelandeo veiligheid van personon en
goed gewaarborgd, do rechtszekerheid her
steld en daarmede zal te gelijk ood einde
komen aan slavernij en pandelingschap,
waaronder in Boni en andere zelfbesturen-
de landschappen duizenden gingen gebukt.
Na het vertrek van do expeditie zullen
er zeker nog eenige troepen achterblijven
in Boni, te Paré-Paré, in Gowa, en wol-
licht nog elders, ter vorsterking vaD do
bestaande posten om in den toestand van
overgang kracht bij te zetten aan de maat
regelen van bot civiel gezag, maar het is
niet waarschijnlijk, dat daarbij nog gewa
pend optreden noodig zal wezen.
Landbouw, Nijverheid on Handel.
Blijkens het Voorloopig Verslag dor
Tweede Kamer over Hoofdstuk X (Land
bouw, Nijverheid en Handel) werd door vo
ls leden toegejuicht het optreden van mr.
Veegens, van wien men hoogo verwachtin
gen had op het gebied van sociale wetge
ving.
Men verheugde zich, dat de zelfstandig
heid van do afdeeling Landbouw gehand
haafd werd.
Ten aanzien van verscheidene onderwer
pen werd gevraagd naar de zienswijze van
den Minister, o.a. hoe hij den landbouw
denkt te bevordoren. Aangedrongen werd op
wettelijke maatregelen tegen knoeierij in
den kaashandel-
Aanvulling der Hindorwet word noodig
geacht met 't oog op inrichtingen met elec-
trischo beweegkracht. Nauwkeuriger in
lichtingen worden gevraagd omtrent hot
plaats gehad hebbend ongeluk in do mijn
„Laura".
Een HeSfiin.
89)
„Eerst wilde!hij goud zooken, toen een
nieuwe lamp en een flesch voor spuitwater
uitvinden eni nu is hij met de ontdekking van
een bijzonder practisch soort punkah be
zig. Hij heeft achter het huis zijn plaatsje,
waar hij werkt. Menigmaal is hij ook weken
lang weg en probeert iets te verdienen. Lily
is zijn dochter. O zulk een verstandig meisje
en daarbij een uitstekende huishoudster 1
Dio weet af tc dingenIk sohaam or mij dik
wijls over en zij is ook gierig ontzettend gie
rig! Zij hoopt epoedig haar artsexamen te
kunnen doen cd dan gaat zij als doctores
toaar Calcutta. Het bevalt haar niet te
Madras; zij zegt, dat zij hier te veel familie
heeft. Hoe ik het zonder haar zal klaar spe
len, weet ik werkelijk niet Ik heb nog een
a .der nichtje, Jocosta- Hebt gij haar opge-
.merkt? Heb meisje met de lange vlechten?"
„Ja, haar bi-oeder maakte tmj op haar
attent."
„Zij is echter nog te jong en onervaren.
Ik zeg u, dat meisj3 heeft geeD oogen,
ongelooflijk! Zij is een echte spion en weet
alles uit te visschen, zoodat dan ook geen
der groote meisjes haar mag lijden. Ach,
zoo geheel anders, 7.00 goedhartig cn zacht
is daarentegen Fit-z Alan I En nu is de ar
Punkah is een groote Indi:, he waaier
met een toestel hetwelk door een bediende
buiten de kamer in beweging kan worden
gobrachk
me jongen zonder werk.'4
„Werkelijk 1"
„Ja, hij had eeD betrekking in de maga
zijnen van Bell en Brown, maar toen hij
om verhooging van salaris verzocht, werd
hem die geweigerd cn. daar hij slechte vijf
en twintig ropijen verdiende, terwijl zijn
broeder nu bij het spoor vijftig krijgt, be
dankte hij voor zijn betrekking."
„Was dat niet zeer onverstandig van
hem?"
„Wat had de jongen anders moeten 'doen?
Hij kon toch niet blijven, als rijD broeder
het dubbele verdient?''
„Maar misschien bezit zijn broeder
meer kennis of meer ervaring."
Deze veronderstelling oefende een ver
rassende uitwerking op do goede vrouw,
die als ee>n veer omhoog snelde en mij
opgewonden antwoordde: „Fitz is een
beste, brave jongen I Wat doet het er too
of hij in het begin niet ved van het werk
kent? Hij kan het tocb leerenFitz is zeor
verstandig I"
In dit gelukkig huis scheen alles „zeer
verstandig" te zijn. Fitz Alan was daarbij
blijkbaar nog de lieveling van zijn tante,
aan wie hij allee te danken had, van af de
Bigaar, welke hij rookte, en de parfums
op zijn zakdoek tofe de gewone levensbe
hoeften, als: huisvesting, eten cn kleeding.
„Maudie, meisje! Maak dat gij naar bed
komt!" riep juffrouw Rosario nu. Mauuie
was namelijk in do veranda verschenen en
beschouwde ons bijna wantrouwend. „Het
is eigenlijk een onopgevoed klein ding".
Bij die woorden streek de tante haar lief
derijk over het haar. „Ga nu naar Chinna
Ajahzij moet je een stukje van den sui
kerkoek geven en dan moogt gij daarna
bij mij slapen."
Doch zelfs dit verleidelijk vooruitzicht
bewoog Maudio niet gehoorzaam te zijn;
zij liet zicb integendeel in een stoel neer
vallen, om naar ons gesprek te luisteren.
,,Zij is slechts tijdelijk bij me", nam
haar oud-tante, zicb gelaten in den toe
stand schikkend, het woord weer op.
„Haar moeder was een bijzonder mooi
meisje; zij trouwde met een sergeant,
maar zij hadden geen geld en dus kon hij
haar mot mee naar Engeland nomen.
Sinds dien tijd sohreef hij nooit meer en
zond haar ook geen geld, cn dus liet het
arme vrouwtje Maudie bij mij, terwijl zij
zelve nu het ziekenverplegeD leert. O, zij
is zulk een verstamdig vrouwtje I"
„Zijn dan al uw huisgenooten bloedver
wanten van u ea geen betalende kostgan
gers?"
Lieve hemel 1 Neen! Eulalio, Gwendoli
ne, Lola en Rosamundo zijn slechtB goede
kennissen. Zij betalen, als zij kunnen, die
arme meisjes. Frederik Augustus, die dik
ke heer, betaalt geregeld cn goed. Hij is
zeer rijk en bekleedt een betrekking in
een groot handelshuis, maar hij bromt en
schelt altijd, ofschoon hij toch de mooiste
kamer en mijn eigen commode heeft. De
beide Yan Ledo's zijn in eon zaak te
Blacktown. Het zijn brave, oppassende
jongelui, evenals de andere jonge man
Anbrey de Vere Jones heet hij en is op
een telegraafbureau. Zou u wellicht ook
niet kunnen probeeren daar een aanstelling
te krijgen Het is een zeer fatsoenlijke be
zigheid en u is zeker heel verstandig."
„O neen, ik zou liever een betrekking
ala onderwijzeres of gezelschapsdame heb
ben"
,,Ah zoo, maar ik bon bang, dat Madras
niet de plaats is, waar vod vraag naar
zulke 'dames is. Ma." oen betrekking voor
don 7©mor in het gebergte of lo Bangalo
re, die zf\i nog wel te vindeD zijn. Dat zou
iets voor u zijneen koel klimaat cn een
mooie stad."
„Het doet mij genoegen, dat te hooren",
antwoordde ik tamelijk moedeloos.
„Gij moet een mooie advertentie in de
courant plaatsen, dat kost wel minstons
twee ropijen, maar daarmee zult gij zeker
succes hebben Gij voelt u zeker recht een
zaam en verlaten, mijn lieve miss Fcrrars,
zoo ver weg van uw familie I Dat is treu
rig; ik bob oprecht met u te doen I"
Do klank vaD haar 6tem cd dc deelnemen
de druk van baar zachte, kleine hand trof
mij diep. Zij kon zich ten minst, niet over
de afwezigheid van haar bloedverwanten
beklagen. Niet minder dan zes kende ik
nu reeds, die op koBten van deze vriende
lijke, 'goedhartige vrouw leefden.
„Gij moet niet op de jonge meisjes
wachten," ging zij voort, „die komen ze
ker laat thuis. Wij gaan, dunkt me, nu
maar naar bed; ik zal u naar uw kamer
brengen."
Daar gekomen, ontdekte ik juffrouw
Cardozo's bed, dat in één rij met de ande
re was geschoven.
„Slaap lekker", wenschte juffrouw Ro
sario als beleefde hospita mij toe, „en
wees maar niet bang voor de ratten, dio
langs de zoldering loopen; er valt maar
1 hoogst zelden een naar beneden."
Doch roods bij de gedachte aan deze
mogelijkheid voor mij ccn huivering door
de leden.
„Ik weet wel, dat het huis zicb in een
Gevraagd werd, of de Minister bereid is,
de se hip perswet to wijzigen in den geest
van het adres der Groninger reeders.
Ook werd gevraagd, hoo do Rogccring
denkt over do samenvoeging van do ver
zekering tegen gevolgen van ziekte, ouder
dom cn invaliditeit in één wettelijke rege
ling.
Door enkelo leden werd een door hen
gewenschfc stelsel ontwikkeld coner al go
oi een o verplichting tot verzekering tegen
het risico van het gebrek op den oudon
dag.
Voorts werd aangedrongen op con on
derzoek naar do maatschappelijke toostnn-
don van koffiehuis- en liotelbcdiendcn. Do
thans bestaande arbeidsinspectie werd ou-
voldocndo cn ongelijk verdeeld geacht.
Men wenschte oen hoofdinspecteur en
zokero zelfstandigheid voor do inspectie.
Gewezen werd op verschillen do bezwa
ren, dio zicb ten aanzien dor ongovaium-
verzekering voordodeD. Door sommigen
werd oen herziening dor Ongevallenwet in
decentraliscerendo richting gewenscht.
orr Amsterdam wenscht incn ook aan
stelling van controleurs van den haven
arbeid.
Met betrekking tot 's Ministers wijzi-
ging8plannon betreffendo tuiobouw-ondor-
wijo, wenschtcn sommigen het subsidie aan
het laboratorium „Willie Commclia Schol-
ten" bestendigd te zien.
De beoordeelincKlljsten.
De „N. R. Ct." deelt mode, lat do mi
nister van oorlog o. a. do volgfudo belang
rijke wijziging ïd heb voorschrift op de be-
ooideelingslijston heeft aangebracht:
„Indien do beoordeelde officier zich
over een te zijnen aanzien ongunstig oor
deel bezwaard gevoelt, heeft hij hot recht
rechtstreeks aan den minister van oorlog
een memorie vau rochtvnardiging in te
zenden, wolk stuk uiterlijk 15 Mei uau
het Dopartemont van Oorlog moet zijn in
gekomen."
Tot dusverre moest dusdanige memorie
aan den chef, die hot oordeel voldo wor
den aangeboden on werd het stuk bij do
lijst gevoegd en mot deze aan de autoritei
ten, die haar verder hadden in to vullenn
doorgezonden.
F, Dnrlnng.
De liier te lando aangekon a Indische
bladen brachten o. m. do tijding, dat do
coreto luitenant van bot Ó.-I. leger F.
DarLang buitengewoon is bevorderd tot
kapitein.
Dezo kranige officier, dio pas 2ü Sep
tember 1890 benoemd word tot tweeden
luitenant, bracht het dus in nog geen tien
jaren tot den kapiteinsrang cn vorwiorf
tevens do Willemsorde cn do ooresabcl.
En toch heeft het slechts weinig ge
scheeld of het Indische officierskorpa had
hem nooit tot zijn loden kunnen tollen,
want toen hij, sergeant bij het 4do regi
ment infantorio to Lei don, voor de laat
ste maal examen deed voor den hoofd
cursus to Kampen, slaagde bij niet, doali
behaalde ccn nummer, dat geen kans op
plaatsing gaf.
Toevallig worden nfi bet examen nog 10
plaatsen opengesteld, waarvan Darlang or
een verkreeg.
Waro dit niot geschiedt, het Indisolio
leger zou een kranig troe p en aan voordor
hebben gemist.
Voetbal.
Door heb goringe krachtwverschil der to-
genwoordigo late klasse-elftallen is bijna
niot één uitslag van te voren met zekerheid
te bepalen. Daardoor noemt de strijd om
do eerste en do laatste plaats nu reeds
in I •'vigheid too; van één overwinning of
nederlaag kan zulkB afliangen. „H. F. C."
ia tot nu toe in goede conditio geweest on
heeft Blechts één wedstrijd verloren. Zal
zij zoo doorgaan of zal zij, ovenals zoovele
vereenigingen voor haar, morgen hier op
het veld van „Ajax" onder bet juk moeten
doorgaan 1 Wij en velen mot ons in de voet
balwereld zien mot spanning dezo ontmoe
ting te gemoefc Geen wonder dan ook, dab
morgen honderdon dozen interessanten
wedstrijd zullen volgen.
zeer slechten toesband bevindt, maar
daarvoor betaal ik ook ©cd billijken huur
prijs. Do witte mieren zijn oven afschuwe
lijk als de ratten, maar wijl ik geen ver
beteringen verlang, maant men mij ook
niet mot de betaling. Vroeger echter waa
deze bungalow do mooiste van geheel Ve-
perijSawny Sawny 1" riep zij plotse
ling met verheffing van stem. „Waar is
hij toch? Breng dadel .k do lamp P'
Toon Sawny eindelijk slaperig, knipoo
gend en met verwarde haren verscheen,
zeide zij: „Gij behoeft niot op de jonge da
me» te wachtenzij komen stellig laat
thuis. „Kom, haast je wat, Maudie, wij
willen naar bod gaan." En mot een hartelijk
„Goeden nacht" verdween zij mot haar aeh -
tornichb.
Mijn legerstede was hardeen soort le
dikant van biezen matten met een dunne ka
toenen matras. Ik schoof dezo in con afge
legen hoekje, wierp een schuwen blik naar
boven on was spoedig vast ingeslapen.
Hot moest zeker reeds cdep in don nacht
zijn, toen ik bij het sohijnsel vno een heldor
licht ontwaakte on bemerkte, dat mijn
slaapkameraden teruggekomen waren. Lola
lag reeds to bed, Gwendoline cn Eulalio He
pen echtoT nog steeds heen en weer.
„Ah, nu zijt go immers eindelijk wakker 1"
ric-p Gwendoline triomfcoTcnd. ,,Tk zog u
dat wij ons kostelijk geamuseerd hebbent'
Het was jammer dat gij er niet bij waart l
Na het concert zijn wij nog naar een dans
partijtje niet vuurwerk gegaan en daar,
heeft Eulalio een grootscho verovering go-
maakt Jk zeg u heb was een piekfijn heerf.
Wordt vêrtolffd.y