So. H031. FEUILLETON, LÉIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 18 NOVEMBER. VIERDE BLAD. Anno 1905. Invitatfe-Goncert ïan „Ssmpre Crescendo." Een stampvolle zaal met een dankbaar publiek, veel mooie toiletten, een geani meerde stemming, kransen en applaus alles was gisteravond, zooals gewoonlijk op dit invitatieconoert. Een aantrekkelijk programma, boeiend en vol afwisseling, bad men ter uitvoering gekozen. Alleen duurde het wat lang. Men begon niet vee! na halfacht en om kwart voor elf was het nauwelijks afgeloopen. In de eerste afdeeling kregen wij, behal ve eenige liederen, niet minder dan een lange symfonie en een vrij lang pianocon cert te hooren. De tweede symfonie van Beethoven blijft zonder twijfel een mooi en belangwekkend werk. Het orkest speelde haar onder de degelijke leiding van den heer Koeberg met toewijding, en hield zich Over het algemeen goed. Was in de beide eerste deelen de klank en eenheid van spel nog niet altijd zooals het wezen moest, er viel toch veel goeds en moois op te mer ken. Het darghetto had soms wat minder getrokken kunnen worden en het scherzo ■wat lichter en pittiger gespeeld Yeel goeds gaf het orkest ook in de pikante, geeivg geïnstrumenteerde en vaak meesleepcnde muziek van Moszkowsky's „Boabdil". Al leen was het (met name in de Scherzo- Valse) wat log en zwaar. Van de solisten moet zeker in dc eerste plaats mevrouw Do HaanManifarges ge noemd worden. Wij hadden haar tot dus ver uitsluitend in oratoriums gehoord en bewonderd, en wisten alleen uit muziek- verslagen, dat zij ook een buitengewone lie- dorenzangores moest wezen. Dat dit zoo is, daarvan hebben wij ons gisteravond kunnen overtuigen. Wij willen er niets van zeggen, dan dat haar zang in Loewe's „Uhr" en de beide liederen van Schubert ons onverdeeld deed genieten. Welk eeu heerlijk geluid, welk een ge- zond-muzikalc en innig gevoelde voor dracht 1 In de plaats van do „Zigeuuerlle- der" (van welke 6ommige door mevr. De Haan naar onzen smaak iets te langzaa.-i en met te weinig hartstocht gezongen wer den) hadden wij liever wat anders gehad. Wie deze kent in de oorspronkelijke zet ting voor kwartet, kan als hij ze zoo voor 6én stem hoort, toch niet bevredigd zijo, aj worden zij nog zoo mooi gezongen. Wat den twoeden solist betreft, den heer Marinua Salomons, pianist uit Liegnitz, diens spel is eenigszins ongelijk: vaak technisch zeer knap, een enkele maal tech nisch niet geheel in den haak; nu eens ietwat droog, dan weer vol charme en ge voel Over het geheel heeft hij ons zeer voldaan, maar wij kregen toch den indruk, dat hij gisteravond niet gelukkig was en nog mooier spelen kan dan hij nu deed. Hij sloeg er in Beethoven en Chopin nogal eens naast. Zoo werd bijv. het triomfante lijk begin van do finale in bet Klaviercon cert niet, wat het zijn kon. Jammer, dat de orkestbegeleiding iD dit heerlijk-klare werk, vol kracht en levenslust eD zonder eenig zwaarmoedig gepeins, wat rhytmische zekerheid en klank betreft nogal eens wat te wonschen overliet. In de „Romanze" van Mozart en liet overbekende tweede Scherzo van Chopin deed de heer Salomons zich als een door en door muzikaal, fijnvoe lend pianist kennen. Hoe geacheveerd en id 'den juisten stijl werd Mozart gespeeld, hoe mooi was de cantilene in Chopin. Wij wer den nu door dit werk meer geboeid, d~n de 'drie of vier keeren dat we het den vorigen winter (door Pugno. De Greef of anderen) hoordeD uitvoeren. Vermelden wij nog ten slotte, dat de heer Koeberg de zangeres zeer mooi op het klavier begeleidde. O. Brieven van een Leldenaar. CXVI. Als ik zeg, dat een fiets ie „het" voer tuig van ouzon tijd, dan gebruik ik een ge meenplaats. Ieder mensck heeft het op zijn beurt al eenige malen gezegd, en het zoove le honderden keeren aangehoord Wie rijdt ©r geen fiets 1 Jongens en meisjes in de korte kleeren en ouden van dagen, aan den rand van het graf staande. Heeren en dames voor hun gezondheid en uitspanning, arbeiders en neringdoenden om er vlug hun werk of hun klanten mee te bereiken. Menschen recht van lijf en le den en wie gebreken hebben. Hebben wij niet gelezen van bedelende fietsrijders, die er hun aalmoezen mee ophaalden! Want, wie er zc-lf geen heeft en niet krijgen kan ai worden ze broodgoedkoop, huurt er of... neemt er een weg. Het is immers zoover heen haast, dat het niet zoo moeilijk is een rijwiel te krijgen dan te behouden. De fiets toch heeft deze verleidelijke eigeaischap, dat ze ons fietsrijdend geslacht uitnoodigo tot... stelen. Je zet je kar ergens onbeheerd neer, een enkel oogenblik maar, en een ander is op gestapt en zegt je: bonjour! Hoe mooier, duurder en solider zij is, hoe meer kans, dat je zoo iets overkomt Vandaar dat het menschdom met zijn groot aanpassingsvermogen er voor ge zorgd heeft en cr nog voor zorgt, dat over al een behoorlijke plaats is om het rijwiel in veiligheid te brengen. Bij het bouwen van huizen zorgt uen voor ruime vostibulc of wijde gang voor de fiets. Bij onderwijsinrichtingen en ziekenhuizen is een afdak mét een fietsrek aangebracht om van café's en uitsp&nningsplaatsen niet te spreken. Daar vindt ge nog een repara tie-inrichting en worden de banden zoo noodig met lucht gevuld. Juist in ols post- en telegraafkantoor was daarmede nog geen rekening gehouden. Ik druk sterk op dit ons, omdat ik geloof dat het op ande re plaatsen wed geschiedt. In Amsterdam ten minsto wordt het je ai heel gemakkelijk gemaakt. Een trouwe wachter aangesteld vanwege de administratie der posterijen, neemt zoodra je van jo rijwiel afstapt om zooals meestal het geval is, met groote haast een telegram aan te bieden of een brief of briefkaart, dio nog juist met de eerBto post weg moot, te schrijven, jo ijze ren paard in bewaring en levert het ja weer ongeschonden over als je besogne is afgeloopen. De man vraagt er niet eens een dankje voor. Maar in ons achterlijk Leiden zorg je, als jo aan het telegraafkan toor komt maar dat je de kar met horten en stooten door buiten- en vestibuledeur krijgt en als je binnen bent weet jo haast nog niet, waar je er mee heen moet, want overal staat zij je zelf of een ander in don weg of wordt zo door een ambtenaar, die haaatig uit een of ander vertrek stuift, omvorgeworpen Het publiek moet zich nu maar schik ken, hoorde ik den directeur van ons te legraafkantoor eens zeggenaLs wij eens aan het verbouwen toekwamon, zou ik er op aandring jn, dat er ook een behoorlijke bergplaats voor de rijwielen van het pu bliek kwam. Maar ik Kan er niets aan doen, al >el ik de groote leemte wel. Een publiek gebouw als een telegraafkantoor moeet in onzen t. rekc ~ig houden met een zoo veelvuldig gebruikt vervoermiddel als hot rijwiel. Maar breek eens ijzer met Handend Waar een directeur zoo redeneert, kan men er over mopperen, dat de Regeoring de fieterijders zoo stiefc.oeidorlijk behan delt, men kan hem er althans geen verwij ten van raak.n en zeult keer op keer zijn kar door do twee deuren en wie het ver zuimde, boette er zijn fiets al eens bij in. Zoo deden onze fietsers tot dezen tijd ook aan het postkantoor. Eerst lang6 de vesti bule door één paar deuren, in den Laatsten tijd, nu er nog een paar tochtdeuren bij gekomen zijn, door b w e paar. Erg lastig ging dit niet en veel opont houd kostte het ook niet. De menach is van nature geneigu zijn medemensch te helpen en zoo wordon do deuren meestal door den komenden en gaande man opengehouden. En in het postkantoor zelf is ruimt© genoeg. .oaar dit zou zoo niet blijven. Of het de wil van den directeur zelf is, of dat deze zijn orders van boven krijgt, dat weet ik niet en daar blijf ik dus buiten, maar op een goeden dag stond er met roode letters op do tochtdeur, dat het verboden was met rijwielen binnen to komen. Men had zijn fiets dua buiten te laten staan, om haar te Laten gappen. In veel gebods ligt veel overtreding en zulk een gebod moest overtreden worden, noodwendig. Ik sprak er aan een loket ook al eens een ambtenaar over en die zei mij, dat de deuren te veel werden beschadigd, en dat. het de administratie niet aanging, of dc fietsen al of niet werden gestolen; wie daar bang voor was, moest dan maar zonder fiets komen en zoo meer. De man behoord© blijkbaar tot de enke lingen, aan wie de heerlijkheden van rij- wielgebruik nog niet zijn geopenbaard. Zoo rc. zei, de rijwielhouders deden alsof di© Tpode waarschuwing er niet stond. Maar toen een schriftelijke waarschuwing niet hulp, kwam er een mondelinge bij, en men werd zelfB tegengehouden. Een opgeschoten jongetje greep de ge legenheid aan er een dagduitjo uit te klop- pen en plaatste zich voor den ingang, om vooir een kleinigheidje de wacht bij het verlaten voertuig te houden. Misschien dat een inzender in deze courant daartoe aan leiding hoeft gegeven. ToeD hij do eerste dagen al een aardig stuivertje verdiende, leende hij een fietsrek en de directeur was wel zoo goed hem een oude dienstpet af te staan, die aan het kereltje iets officieels verleent, en nu ontvangen de fietsrijders, die hom hun kar afstaan, een primitief plaatje in ruil, waarmode ze straks voor een kleine fooi haar weer kunnen meene men. Met dien toeeband zou ik nog vredo kunnen hebben, indien de directie van bet postkantoor dien jongen niet alleen een dienstpet had opgezet, maar hem ook een behoorlijk weekloon betaalde. Wat zekerheid hoef fc de man of de vrouw, die hem de fiets toevertrouwt, dat hij niet weg zal loopen, de fiets laten staan, mis schien met achterlating van de pet. Als de jongen op een goeden dag ergens wat meer kan verdienen dan de fooien hem nu ople veren, zal hij het doen en ik geef hem en vooral zijn ouders groot gelijk. Want een opvoedenden en ontwikkelenden arbeid vind ik dit ïicts-bewaren allerminst. En als de jongen, baloorig geworden, omdat de kleine giften niet mild genoeg vloeien, eens den eisch stelt: „voor zooveel alleen neem ik jo rijwiel in bewaring en anders red je jo maarl", wie zal hem tot rede brengen Ik zeg dit niet, omdat ik het aardige kereltje niet vertrouw, hij lijkt mij zelfs veel to goed om daar zoo'n geheelen dog op schobbor-de-bonk te staan, doch ik ver onderstel alleen do mogelijkheid. Maar ik heb nog een gewichtiger be zwaar. Hier wordt aan do fietsrijders een laat opgelegd, dio niot billijk ia Do Staat profiteert reeds van olken fietsrijder in deD vorm van een rïjwielbolasting. Hoe meer houders van rijwielen, hoe hooger do opbrengst dezer belasting. Dat legt den Staat- en die hem vertegenwoordigen, de verplichting op, dit vervoermiddel ook als zoodanig tc erkennen en er rekening mee to houden. Ik stel onzen directeur van het postkantoor daarom vcor to bewerken 6f dat het- verbod, om een rijwiel mee in hot postkantoor tc nomen, worde ingetrokken hf dat iemand worde aangesteld en be hoorlijk beloond, die, zooals nu geschiedt, de rijwieloD ond^r zijn hoede neemt. Waar heb niet met de waardigheid van het gebouw schijnt te strooken dat de on schuldige rijwielen wordoD binnengeloodst, wou ik tusschen neus cn lippcD in zoo even vragen of er niet wat strenger op kon wor den toegezien dat personen, klein en groot, die er met geen ander doel komen dan om misschien kringetjes to spuwen, opgegeven strafwerk te maken eD nog wel andere dingen, geheel vreemd aan de eigen lijke bestemming van het postkantoor te doen, er buiten blijven. Daarmee zou men het publiek grooter dienst bewijzen dan met hot weren van de rijwielen. Goed voorgaan doet goed volgen, en hot omgekeerde schijnt ook wel te gebeuren. Vanwego het gemeentebestuur is voor het kantoor van den gemeente-ontvanger ook al een waarschuwing geplakt, dat do rijwielen niet meegonomon mogen worden en in het kantoor of zelfs in het portaal ge zet. Zouden do menschen per fiets do bo- Lasting wat al te vlug betalen misschien'! T© voet komt men er zoo gauw niet toe, dunkt mij. Doch alle gekheid op een stokje; er schijnt oij sommige Leidsohe autoriteiten een reactionaire neiging te bestaan tegen het moderne voertuig bij uitnemendheid, waartegen uit naam van het vrij© verkeer geprotesteerd moet worden. Mijn stem al leen zal echter weinig vermogen op den fctellig niet fietsrijdenden directeur van ons postkantoor noch op onzen burgerva der, die deze tak van sport toevallig ook niet beoefent. Maar een machtig lichaam als de Alge meen© Nederlandsche Wielrijdersbond, die naar ik meen, ook in Leiden een wakkere afdeeling heeft, zal het wel Kunnen, ik draag do belangen van mijn mcde-Leide- noars, bij wie heb fietsrijden een behoefte en een tweede nabuur is geworden, met vertrouwen aan de Leidscho afdeeling van genoemden Bond op. De Boni-expeditie. De correspondent van „Het N. v. d. D." to Batavia seint: ,,De expeditie naar Celebes wordt met 4 Decomber ontbonden." Heb blad teokent hierbij aan: Dit bericht mag als een gelukkige ge beurtenis worden aangemerkt en tevens als een bewijs dat do Regoering den toe stand in geheel Zuid-Westelijk Celebes zóó gunstig aoht, dat het militair optreden bin nenkort reeds kan worden gestaaxu Het laatste verzet van beteekenis in het Staatjo Soppeng is volgens de jongste berichten, gebroken, en daarmede schijnt nu reeds het geheel© sohieroiland bot rust gebracht, Zooala men weet, ia do Boni-expeditie uit gegaan omstreeks 15 Juli. Niot alleen dat hot Rijk Boni, na eenige moeilijkheden in den aanvang, 6poe>dig geheel was vormoes- terd en do voornaamste hoofden zicb kwa men onderwerpen, nadat de Vorst was ge vlucht maar d u*op hebben onze troe pen achtereenvolgens al de verschillende omliggondo Sbaten, waarbij zelfs de Noor delijk gelegen Landschappen Wadjo en Loe- woe, geheel tot rust gebracht. Zelfs werd de actio voortgezet door tochten in de min. der bekende stroken van Centraal-Celebes. Zoo is dus niet alleen in Boni, maar in geheel Zuid-Celebeo een nieuwe toestand geboren, waarbij ons geschokt prestige is hersteld en de inlandsche bevolking wordt ontheven van den druk en do willekeur der verschillend© vorsten en hun vazallen. Mot het optreden van het Nedorlanclscko ge zag, niet langer ïd naam maar iD werke lijkheid, wordt ook buiten do Gouverno mentelandeo veiligheid van personon en goed gewaarborgd, do rechtszekerheid her steld en daarmede zal te gelijk ood einde komen aan slavernij en pandelingschap, waaronder in Boni en andere zelfbesturen- de landschappen duizenden gingen gebukt. Na het vertrek van do expeditie zullen er zeker nog eenige troepen achterblijven in Boni, te Paré-Paré, in Gowa, en wol- licht nog elders, ter vorsterking vaD do bestaande posten om in den toestand van overgang kracht bij te zetten aan de maat regelen van bot civiel gezag, maar het is niet waarschijnlijk, dat daarbij nog gewa pend optreden noodig zal wezen. Landbouw, Nijverheid on Handel. Blijkens het Voorloopig Verslag dor Tweede Kamer over Hoofdstuk X (Land bouw, Nijverheid en Handel) werd door vo ls leden toegejuicht het optreden van mr. Veegens, van wien men hoogo verwachtin gen had op het gebied van sociale wetge ving. Men verheugde zich, dat de zelfstandig heid van do afdeeling Landbouw gehand haafd werd. Ten aanzien van verscheidene onderwer pen werd gevraagd naar de zienswijze van den Minister, o.a. hoe hij den landbouw denkt te bevordoren. Aangedrongen werd op wettelijke maatregelen tegen knoeierij in den kaashandel- Aanvulling der Hindorwet word noodig geacht met 't oog op inrichtingen met elec- trischo beweegkracht. Nauwkeuriger in lichtingen worden gevraagd omtrent hot plaats gehad hebbend ongeluk in do mijn „Laura". Een HeSfiin. 89) „Eerst wilde!hij goud zooken, toen een nieuwe lamp en een flesch voor spuitwater uitvinden eni nu is hij met de ontdekking van een bijzonder practisch soort punkah be zig. Hij heeft achter het huis zijn plaatsje, waar hij werkt. Menigmaal is hij ook weken lang weg en probeert iets te verdienen. Lily is zijn dochter. O zulk een verstandig meisje en daarbij een uitstekende huishoudster 1 Dio weet af tc dingenIk sohaam or mij dik wijls over en zij is ook gierig ontzettend gie rig! Zij hoopt epoedig haar artsexamen te kunnen doen cd dan gaat zij als doctores toaar Calcutta. Het bevalt haar niet te Madras; zij zegt, dat zij hier te veel familie heeft. Hoe ik het zonder haar zal klaar spe len, weet ik werkelijk niet Ik heb nog een a .der nichtje, Jocosta- Hebt gij haar opge- .merkt? Heb meisje met de lange vlechten?" „Ja, haar bi-oeder maakte tmj op haar attent." „Zij is echter nog te jong en onervaren. Ik zeg u, dat meisj3 heeft geeD oogen, ongelooflijk! Zij is een echte spion en weet alles uit te visschen, zoodat dan ook geen der groote meisjes haar mag lijden. Ach, zoo geheel anders, 7.00 goedhartig cn zacht is daarentegen Fit-z Alan I En nu is de ar Punkah is een groote Indi:, he waaier met een toestel hetwelk door een bediende buiten de kamer in beweging kan worden gobrachk me jongen zonder werk.'4 „Werkelijk 1" „Ja, hij had eeD betrekking in de maga zijnen van Bell en Brown, maar toen hij om verhooging van salaris verzocht, werd hem die geweigerd cn. daar hij slechte vijf en twintig ropijen verdiende, terwijl zijn broeder nu bij het spoor vijftig krijgt, be dankte hij voor zijn betrekking." „Was dat niet zeer onverstandig van hem?" „Wat had de jongen anders moeten 'doen? Hij kon toch niet blijven, als rijD broeder het dubbele verdient?'' „Maar misschien bezit zijn broeder meer kennis of meer ervaring." Deze veronderstelling oefende een ver rassende uitwerking op do goede vrouw, die als ee>n veer omhoog snelde en mij opgewonden antwoordde: „Fitz is een beste, brave jongen I Wat doet het er too of hij in het begin niet ved van het werk kent? Hij kan het tocb leerenFitz is zeor verstandig I" In dit gelukkig huis scheen alles „zeer verstandig" te zijn. Fitz Alan was daarbij blijkbaar nog de lieveling van zijn tante, aan wie hij allee te danken had, van af de Bigaar, welke hij rookte, en de parfums op zijn zakdoek tofe de gewone levensbe hoeften, als: huisvesting, eten cn kleeding. „Maudie, meisje! Maak dat gij naar bed komt!" riep juffrouw Rosario nu. Mauuie was namelijk in do veranda verschenen en beschouwde ons bijna wantrouwend. „Het is eigenlijk een onopgevoed klein ding". Bij die woorden streek de tante haar lief derijk over het haar. „Ga nu naar Chinna Ajahzij moet je een stukje van den sui kerkoek geven en dan moogt gij daarna bij mij slapen." Doch zelfs dit verleidelijk vooruitzicht bewoog Maudio niet gehoorzaam te zijn; zij liet zicb integendeel in een stoel neer vallen, om naar ons gesprek te luisteren. ,,Zij is slechts tijdelijk bij me", nam haar oud-tante, zicb gelaten in den toe stand schikkend, het woord weer op. „Haar moeder was een bijzonder mooi meisje; zij trouwde met een sergeant, maar zij hadden geen geld en dus kon hij haar mot mee naar Engeland nomen. Sinds dien tijd sohreef hij nooit meer en zond haar ook geen geld, cn dus liet het arme vrouwtje Maudie bij mij, terwijl zij zelve nu het ziekenverplegeD leert. O, zij is zulk een verstamdig vrouwtje I" „Zijn dan al uw huisgenooten bloedver wanten van u ea geen betalende kostgan gers?" Lieve hemel 1 Neen! Eulalio, Gwendoli ne, Lola en Rosamundo zijn slechtB goede kennissen. Zij betalen, als zij kunnen, die arme meisjes. Frederik Augustus, die dik ke heer, betaalt geregeld cn goed. Hij is zeer rijk en bekleedt een betrekking in een groot handelshuis, maar hij bromt en schelt altijd, ofschoon hij toch de mooiste kamer en mijn eigen commode heeft. De beide Yan Ledo's zijn in eon zaak te Blacktown. Het zijn brave, oppassende jongelui, evenals de andere jonge man Anbrey de Vere Jones heet hij en is op een telegraafbureau. Zou u wellicht ook niet kunnen probeeren daar een aanstelling te krijgen Het is een zeer fatsoenlijke be zigheid en u is zeker heel verstandig." „O neen, ik zou liever een betrekking ala onderwijzeres of gezelschapsdame heb ben" ,,Ah zoo, maar ik bon bang, dat Madras niet de plaats is, waar vod vraag naar zulke 'dames is. Ma." oen betrekking voor don 7©mor in het gebergte of lo Bangalo re, die zf\i nog wel te vindeD zijn. Dat zou iets voor u zijneen koel klimaat cn een mooie stad." „Het doet mij genoegen, dat te hooren", antwoordde ik tamelijk moedeloos. „Gij moet een mooie advertentie in de courant plaatsen, dat kost wel minstons twee ropijen, maar daarmee zult gij zeker succes hebben Gij voelt u zeker recht een zaam en verlaten, mijn lieve miss Fcrrars, zoo ver weg van uw familie I Dat is treu rig; ik bob oprecht met u te doen I" Do klank vaD haar 6tem cd dc deelnemen de druk van baar zachte, kleine hand trof mij diep. Zij kon zich ten minst, niet over de afwezigheid van haar bloedverwanten beklagen. Niet minder dan zes kende ik nu reeds, die op koBten van deze vriende lijke, 'goedhartige vrouw leefden. „Gij moet niet op de jonge meisjes wachten," ging zij voort, „die komen ze ker laat thuis. Wij gaan, dunkt me, nu maar naar bed; ik zal u naar uw kamer brengen." Daar gekomen, ontdekte ik juffrouw Cardozo's bed, dat in één rij met de ande re was geschoven. „Slaap lekker", wenschte juffrouw Ro sario als beleefde hospita mij toe, „en wees maar niet bang voor de ratten, dio langs de zoldering loopen; er valt maar 1 hoogst zelden een naar beneden." Doch roods bij de gedachte aan deze mogelijkheid voor mij ccn huivering door de leden. „Ik weet wel, dat het huis zicb in een Gevraagd werd, of de Minister bereid is, de se hip perswet to wijzigen in den geest van het adres der Groninger reeders. Ook werd gevraagd, hoo do Rogccring denkt over do samenvoeging van do ver zekering tegen gevolgen van ziekte, ouder dom cn invaliditeit in één wettelijke rege ling. Door enkelo leden werd een door hen gewenschfc stelsel ontwikkeld coner al go oi een o verplichting tot verzekering tegen het risico van het gebrek op den oudon dag. Voorts werd aangedrongen op con on derzoek naar do maatschappelijke toostnn- don van koffiehuis- en liotelbcdiendcn. Do thans bestaande arbeidsinspectie werd ou- voldocndo cn ongelijk verdeeld geacht. Men wenschte oen hoofdinspecteur en zokero zelfstandigheid voor do inspectie. Gewezen werd op verschillen do bezwa ren, dio zicb ten aanzien dor ongovaium- verzekering voordodeD. Door sommigen werd oen herziening dor Ongevallenwet in decentraliscerendo richting gewenscht. orr Amsterdam wenscht incn ook aan stelling van controleurs van den haven arbeid. Met betrekking tot 's Ministers wijzi- ging8plannon betreffendo tuiobouw-ondor- wijo, wenschtcn sommigen het subsidie aan het laboratorium „Willie Commclia Schol- ten" bestendigd te zien. De beoordeelincKlljsten. De „N. R. Ct." deelt mode, lat do mi nister van oorlog o. a. do volgfudo belang rijke wijziging ïd heb voorschrift op de be- ooideelingslijston heeft aangebracht: „Indien do beoordeelde officier zich over een te zijnen aanzien ongunstig oor deel bezwaard gevoelt, heeft hij hot recht rechtstreeks aan den minister van oorlog een memorie vau rochtvnardiging in te zenden, wolk stuk uiterlijk 15 Mei uau het Dopartemont van Oorlog moet zijn in gekomen." Tot dusverre moest dusdanige memorie aan den chef, die hot oordeel voldo wor den aangeboden on werd het stuk bij do lijst gevoegd en mot deze aan de autoritei ten, die haar verder hadden in to vullenn doorgezonden. F, Dnrlnng. De liier te lando aangekon a Indische bladen brachten o. m. do tijding, dat do coreto luitenant van bot Ó.-I. leger F. DarLang buitengewoon is bevorderd tot kapitein. Dezo kranige officier, dio pas 2ü Sep tember 1890 benoemd word tot tweeden luitenant, bracht het dus in nog geen tien jaren tot den kapiteinsrang cn vorwiorf tevens do Willemsorde cn do ooresabcl. En toch heeft het slechts weinig ge scheeld of het Indische officierskorpa had hem nooit tot zijn loden kunnen tollen, want toen hij, sergeant bij het 4do regi ment infantorio to Lei don, voor de laat ste maal examen deed voor den hoofd cursus to Kampen, slaagde bij niet, doali behaalde ccn nummer, dat geen kans op plaatsing gaf. Toevallig worden nfi bet examen nog 10 plaatsen opengesteld, waarvan Darlang or een verkreeg. Waro dit niot geschiedt, het Indisolio leger zou een kranig troe p en aan voordor hebben gemist. Voetbal. Door heb goringe krachtwverschil der to- genwoordigo late klasse-elftallen is bijna niot één uitslag van te voren met zekerheid te bepalen. Daardoor noemt de strijd om do eerste en do laatste plaats nu reeds in I •'vigheid too; van één overwinning of nederlaag kan zulkB afliangen. „H. F. C." ia tot nu toe in goede conditio geweest on heeft Blechts één wedstrijd verloren. Zal zij zoo doorgaan of zal zij, ovenals zoovele vereenigingen voor haar, morgen hier op het veld van „Ajax" onder bet juk moeten doorgaan 1 Wij en velen mot ons in de voet balwereld zien mot spanning dezo ontmoe ting te gemoefc Geen wonder dan ook, dab morgen honderdon dozen interessanten wedstrijd zullen volgen. zeer slechten toesband bevindt, maar daarvoor betaal ik ook ©cd billijken huur prijs. Do witte mieren zijn oven afschuwe lijk als de ratten, maar wijl ik geen ver beteringen verlang, maant men mij ook niet mot de betaling. Vroeger echter waa deze bungalow do mooiste van geheel Ve- perijSawny Sawny 1" riep zij plotse ling met verheffing van stem. „Waar is hij toch? Breng dadel .k do lamp P' Toon Sawny eindelijk slaperig, knipoo gend en met verwarde haren verscheen, zeide zij: „Gij behoeft niot op de jonge da me» te wachtenzij komen stellig laat thuis. „Kom, haast je wat, Maudie, wij willen naar bod gaan." En mot een hartelijk „Goeden nacht" verdween zij mot haar aeh - tornichb. Mijn legerstede was hardeen soort le dikant van biezen matten met een dunne ka toenen matras. Ik schoof dezo in con afge legen hoekje, wierp een schuwen blik naar boven on was spoedig vast ingeslapen. Hot moest zeker reeds cdep in don nacht zijn, toen ik bij het sohijnsel vno een heldor licht ontwaakte on bemerkte, dat mijn slaapkameraden teruggekomen waren. Lola lag reeds to bed, Gwendoline cn Eulalio He pen echtoT nog steeds heen en weer. „Ah, nu zijt go immers eindelijk wakker 1" ric-p Gwendoline triomfcoTcnd. ,,Tk zog u dat wij ons kostelijk geamuseerd hebbent' Het was jammer dat gij er niet bij waart l Na het concert zijn wij nog naar een dans partijtje niet vuurwerk gegaan en daar, heeft Eulalio een grootscho verovering go- maakt Jk zeg u heb was een piekfijn heerf. Wordt vêrtolffd.y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 13