Uit onze Koloniën.
H. VAN KOL,
Antillen en Venezuela.
LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG (6 &OVESVIBER. TWEEDE BLAD;
Anno 1905
Een les van fis Chlneczen.
Vervolg Advertentiën.
J. HENRI BERKELJON.
Lange Mare 40. LEIDEN.
TE KOOP
Eet geheugen van een olifant.
Firma J. P, DRIESSEN,
Gouden en Zilveren Dameskettingen voorradig.
HuismoedersLeest dit eerst!
Vrijwillige Verknoping
een gedeeltelijken Inboedel,
TE KOOP,
Iï©©p3
Keur van Ziekenwijnen, als-
üaSagga, Spaaiascfoe Wijn, enz.
Voorradig bij--------
Firma SCLUSTa 5886b 20
So. 14029.
Rubriek voor ds Jeugd.
Hel is mijn ondervinding, dat avonturen
meestal onaangenaam zijn en ik zoek er dan
ook nooit een op; maar tocli ben ik mis
schien niet geheel vrij van schuld mij met
die Ckincezen te hebben ingelaten.
Do geschiedenis begon te Kobe, in Ja
pan. Wij zouden dien dag uitzeilen en ik
was naar het Hiogo-hotel gegaan, om daar
mijn toclitgenooten te vinden en mij met
hen te begeven naar de sampan, die wij
gehuurd hadden, om ons naar ons schip
over te breagen. Ziende, dab ik te vroeg
was en nog niemand was aangekomen, be
dacht ik, dat ik van bet halve uur, dab
mij overbleef, wel gebruik kon makeu om
een laatsten rit in een dier wagentjes le
doen, die in plaats van door een paard,
door een Japanees worden voortgotrokken.
Kr stonden er bij menigte voor het loge
ment.
Mij niet bekommerende waar ik heen zou
gaan, liet ik de keus van den weg aan Jen
man, wiens karretje ik huurde, over. Het
was liet uur van heb middagmaal en daar
door zag men weinig lieden; maar ter
holft van de eerste straat, welke wij insloe
gen, ontmoetten wij twee Chineezen. Het
waren deftige heeren, met de groote, ronde
brilleglazen, die zoo algemeen gedragen
worden door 'e beschaafde lieden van hun
jas. Zij zagen cr zoo bijzonder plechtig uit,
dat ik er om moest lachen en hen, uit een
ilauwo aardigheid, met hand toewuif
de. Mijn koetsier" zag dat gebaar aan
voor een hem gegeven teeken en meende
zich van zijn plicht te kwijten, door mij
vlak voor do onbekenden stil to doen
houden.
Zij bloven onmiddellijk staan en de o ui-
te to van beiden, dio tévens de hoogstgo-
plaatate in rang soheen, boog zeer beleefd
yoor mij. Ik had hun natuurlijk mijn ver
ontschuldigingen moeten aan' :den en zeg
gen, dat ik hen voor iemand anders had
aaogozien; maar ik verloor het hoofd en
stamelde
„Ho© maakt u het?"
Do man vroeg met do grootste beleefd
heid: „Waar hebben wij elkander ook weer
het laatst ontmoet?"
„Te Pekin," antwoordde ik in mijn wan
hoop.
„Ja, dit is waar. Nu herinner ik het mij
weer."
Ik had mijlen ver willen zijn. De oude
was zoo scherp als een naald, en sprak
even goed Engelsch als ik. Zijn metgezel
had nog geen woord gesproken en gaapte
mij zoo boosaardig aan, dat ik er nog ineer
door in de war werd gebracht. Om toch
iets te zeggen, hernam ik:
„Ik heb China verlaten."
„Dat spijt mij. Woont gij hier? Neen
Waar gaat gij heen?"
„Naar Amerika", antwoordde ik, niet
noodig achtende hem de waarheid te zeg
gen en ik wilde afscheid nomen, toen de
houding van den ouden Chinees onrustba
rend werd. Hij nam mij ter zijde en fluis
terde mij toe: „Moet ik opmaken uit de
wijze, waarop gij mij aanspraakt, dat gij
mij wildet verzekeren China trouw te Lul
len blijven, ook al verlaat gij ons?"
„Juist," antwoordde ik, denkende, dat
'dit maar het verstandigste was wat ik kon
doen.
„Dus gaat gij naar Amerika? Ik ken dat
land en weet wat daar verricht kan wor
den. Herinner onzen gezant...".
Zijn motgezel begon hem plotseling toe
te spreken in heb Chirieesch, een mij on
bekende taal.
„Mijn vriend waarschuwt mij, dat wij to
laat zullen komen voor een gemaakte af
spraak!" zoido bij daarop.
Maar ik was nieuwsgierig naar zijn ge-
teohiodenis omtrent „den gezant" en vroeg
met zijn hand in de mijne:
„Zal ik uw gezant te Washington mede-
deelen, dat ik u hier ontmoette?"
„Do© datl' sprak hij met een glimlach.
vHij zal blij zijn van mij te hoorenj"
Daarop ging hij verder.
Leeraar voor Piano.
3625 5
aan den Haarlemmerweg.
Te koop aangeboden: diverse
perceelen JBÜUWTEBSEIN,
voor billijken prijs. Conditiön naar
koopors kouze. Adres op het werk
.Groenoord" aldaar, alsmede by den
Agent A. L. VEEHOOG, Bouwkun
dige, Papenburg 115, Telefoon Interc.
636, by wien, alsook op het werk
„Qroenoord", zeer netto vrij© BE
NEDEN- ea BOVENHUIZEN
te knur zyn tegen biliykó prijzen.
8946 1^
„Vooruit, manl" riep ik tot mijn koet
sier, „terug naar het Hiogo-hotoU"
Wij zeilden dien middag naar Hongkong,
dicht achter een - on O.-boot, die dezelfde
richting koos en kwamen kort na haar
aan. Ik werd aanstonds uitgenoodigd door
een oud vriend dien avond bij hem in het
Victoria-hotel to eten. De overige gasten
kende ik niet; maar wij hadden een vroo-
lijk diner en toen wij aan hot dessert za-
ten, stelde onze gastheer een tochtje voor
in zijn stoombarkrs naar Kowloon, waar
wij konden zien spelen of zelf daaraan
deelnemen. Het ws een warme avond en
het voorsl 4 vond bijval. Do speelzaal te
Kowloon bleek een zeer eenvoudige, bijna
armoedige kamer to zijn, die niets anders
bevatte dan een rieten tafel en versleten
houten stoelen. Ik vond het er zoo weinig
gezellig, dat ik spoedig wogsloop, om Kow
loon zelf eens to bekijken.
Het speelhuis stond op een klein, slecht
verlioht plein. Uit de vereenigdo wonin
gen, die dicht bevolkt moesten zijn, drong
een benauwde luoht naar buiten.
Ik sloeg dan ook spoedig een laantje in,
dat, naar ik meende, naar zee moest voe
ren en mij dus een frissokei atmosfeer be
loofde. Maar nauwe lij" wai ik dien don
keren weg opgegaan, of ik werd aangeval
len dc r. een troep Cluneezen, die mij in
een oogwenk buiten verweer hadden ge
steld. Zij wikkelden mij een dishen
doek, dio mij bijna verstikte, om hot hoofd
en droegen mij weg. Gelukkig duurde die
tocht niet ver. Ik werd al spoedig het een
of andere huis en trappeu opgedragen,
waarna men mij in een kamer wierp. Ik
hoorde mijn aanvallers verdwijnen en er
heer8chto een diepo stilte om mij heen;
maar ik voelde, dat ik niet alleen was.
Plotseling verhief zich een gebiedende
stem, clio in het Chineesch een bevel gaf
on de doek w d van mijn hoofd losge
maakt. Ik stond in het midden cener lange,
vuile kamer. Aan weerszijden van den muur
zaten tal van Chineezen op banken en voor
mij uit zag ik een atform, waarop een
enkele man was gezeten: de oude Chinees,
dien ik te Kobe h d ontmoet 1 Ik beefdo
bij do gedachte, dao ik thans voor mijn
dwaasheid zou hebben to boeten; want de
houding van al de zwijgende Chineezen,
met do i "ïcdo gelaatstrekken, was verre
van geruststellend. Ik - -greep in dc macht
te zijn van een dier geheime genootschap
pen, waan-an China vergiftigd is.
Nu stond een man achter mij op cn ging
plaats nemen op het platform. Het was de
tweede Chinees uit Kobe en hij wierp mij
zulk eea nieuwsgierigen blik toe, dat mijn
vrees yoor verontwaardiging plaats maak
te en ik een luid protest deed hooren;
maar niemand bekommerde zich daarom.
Mijn t\v 'c bekenden spraken om beurten dc
vergadering toe, zonder dat ik cr een woord
van verstond Maai 'en slotte richtte dc
president, zich in het Engelsch tot mij.
„Mijnheer", zcide hij: „ik weet niet wie
gij zijt, maar gij verkeert in groot gevaar
en ik raad li in uw eigen belang mij naar
waarheid te antwoorden op de vragen, dio
u doen zaJ
Ik viel hem driftig in de rede: „Ik ken
u evenmin en weiger uw vragen te beant
woorden A/aartoe bracht men mij op zoo
schandelijke, wijze bier? Ik eisch onmiddel
lijk in vrijheid te worden gesteld."
„Ik wil wel beginnen mot u te zeggen,
dat gij beschuldigd wordt een spion onz^r
vereeniging to zijn", sprak de president
even bedaard als to Kobe. De man, die dat
doet, is hier", cn hij boog voor zijn zwij
genden buurman: „onzo trouwe onder
voorzitter Sun Yat Ling. Ik beken, dat ik
nog niet volkomen overtuigd ben van uw
schuld, maar de vergadering heeft u verder
met eenparige stemmen veroordeeld en
men wacht slechts op mijn toestemming tot
bet voltrekken van uw doodvonnis."
Ik werd ijskoud, maar bulderde: „Men
zal geen haar van mijn hoofd durven laten
vollen 1 Donk aan myn duizenden landge-
nootcn in Hongkong, aan mijn vrienden
hier vlak bij1" En ik lachte spottend.
Do president gaf nu een bevel in het
Chineesch. Ik bemerkte, dat do tempera
tuur der kamer plotseling kil cn vochtig
werd. Vier Chineezen grepen mij aan en
keerden mij om cn daar aan mijn voeten
gaapte een gat in den vloer. Men had stil
een vtnlluik achter mij ontsloten. Men
dwong mij op de knieën voorover gebukt
over do diepto, waaruit het gemurmel als
van een snelvlietende rivier tot mij op
steeg,"
„Vriend", hoorde ik do rustige stem van
den president zeggen: „Dit huis is ge
bouwd boven de zee; eenmaal in dit water
is uw dood zeker, maar zal men onbekend
blijven met uw lot-, tot den dag waarop het
ons behaagt het traliehek aan den mond
van den tunnel to ontsluiten en uw lijk weg
to laten drijven."
De beredeneerde toon dezer verklaring
deed mij inzien, dat ik verloren was. Moest
ik waarlijk sterven te midden van lijken?
Toch poogde ik mijzeiven meestor te wor
den en riep ik uit: „Ik kan niet ontken
nen, dat uw maatregelen goed genomen
zijn, president, maar een moord komt al
tijd uit en aangezien er geen reden bestaat
mij to dooden, zie ik niet in waarom gij
uzelven in gevaar zoudb brengen. Ik ben
geen spion. Mijn naam is Charles Collins,
ik ben soheepsdokter aan boord van het
stoomschip „Changfoo", dat gereed ligt
naar Australië te gaan. Ik ben een vreem
deling in China en weet niets van uw ge
nootschap af."
„Sta op en zie mij aan 1" sprak de pre
sident, die mij een seconde later met zijn
blikken dooi boorde. „Als hot waar is wat
gij zegt, waarom hebt gij mij dan aange
sproken te Kobe Sedert twee jaren heb
ik mij niet op Chineeschen bodem gewaagd,
waar mijn vrijheid bedreigd wordt. En nu
dat ernstigo redenen mij dwingen hier te
komen, spraakt gij 'j ond- een valsch
vooi -cl aan, werdt gij van nacht bij
deze straa. ontdekt! Welnu, ofschoöp mijn
vrienden uw dood verlangen, blijf ik tegen
noodde os bloedvergieten. Men zal u op
mijn bevql naar boord roeien. Zweert gij
volslagen geheimhouding en ook, dat gij
van nu af geen voet meer aan wal zult
zetten; hier in geen jaar wederkcoren
zult?"
„Dat zweer ik n, mijnheer; maar hoe kan
iüLucoit uw goedheid vergelden?"
„Zoo gij mij iete verschuldigd meent te
zijn, trachl het dan aan een mijner land-
ge nootcn te vergelden."
Hij reikte mij de hand cn men lachte
mij i it zooveel men wil maar ik kuste
haar. Geblinddoekt werd ik weggevoerd en
naar boord geroeid. Ik had althans een les
in beleefdheid ontvangen.
De kleine negeer.
Howard, ccn Amcrikaansche knaap, was
bezig in de Kamer zijner moeder zijn lessen
to leeroa, toen Isom, het negertje, dat al
lerlei werk verricht.- en de aoove, oude
Suzanna, de keukenmeid, hielp, het ver
trek binnensnelde met uitpuilende oogen.
Een oud spook in den kelder zitl gilde
hij. Isom het gezien. Stond *n den hoek,
heelemael gekleed in wit.
Isom, zeido Howard's moeder, me
vrouw Brent, je weet heel goed dat or geen
spoken in den kelder zijn en dat men "2
ook nergens elders ziet. Dat heb ik je dik
wijls genoeg gezegd. Ga rtil weer aan jo
werk en onthoud dat ik zulke dwaze din
gen niet weer wil hooren.
Maar Isom verklaarde niet moer alleen
naar den kelder te willen gaan, al vilde
men hem ook geeselen voor zijn ongehoor
zaamheid.
Isom weet dat er geen spoken zijn,
zeide hij, maar Isom er zelf een gezien,
want hij was daar heelemaaJ in het wit,
Howard, zeide mevrouw Brent, zich
tot haar zoon koerende, dio zat te schate
ren voor zijn boek, het spijt mij, dat jo
Isom uitlacht. Vergeet je dan, dat bet nog
zoo heel lang niet geleden is, dat je zelf
bang waart alleen in een donkere kauier
te gaan? Isom is veel minder in do gele
genheid geweest dan jij zulke zaken af te
leeren en angst is veel laffer bij jou dau
bij hem.
Howard antwoordde niet en hield' zich
alsof hij druk bezig .was met zijn lessen.
Hij wist zeer goed nog altijd bang in don
ker te zijn en dat was juist de reden waar
om hij Isom had uitgelachen. Hij wilde
hem den indruk geven, dat hetgeen in den
kelderhoek zat hom geen schrik aanjoeg.
Kom, Isom, hernam mevrouw Brent,
ik zal met je naar den kelder gaan en wij
zullen dat 6pook eens samen bekijken.
Toen zij den kelder betraden, wees Isom
naar den donkorsten hoek cn fluisterde:
Daar hij zitl Daarl
Ga het eens aanraken, lachte zijn
meesteres, en vertel mij dan wat het wer-
kelijk is.
Neen, neensmeekte het negertje,
wiens oogen nog ronder werden. Isom dat
niet doen kan. Hij mij beetpakken zou.
Mevrouw Brent liep naar den hoek too
en nam het spook op, dat wit was en in
de duisternis veel grooter scheen dan hot
waarlijk was.
Zio je nu, wat het is, Isom?
Lievo deugd, Miss SallyHet is niets
dan do strijkplank! Isom niet begrijpen
dat een strijkplank op een spook gelijkt.
En nu zal je ook nooit meer met je
dwaze verhalen van spoken bij mij aanko
men, nietwaar? vroeg mevrouw Brent, de
plank weer neerzettende.
Nooit meer, Miss Sally. Isom nu we
ten dat het maar een strijkplank is.
Den volgendon middag was mevrouw
Brent zeer verbaasd hot negertje weer ge
heel cn al op dozelfdo wijze als den vori-
gen dag haar kamer te zien binnenstor
men.
Miss Sally, gilde hij, een spook ie
don kelder zit. Hij beven en kormon,
Maar, Isom, waar raaskal jo toch
over? sprak mevrouw Brent knorrig. Je
hebt immers zelf gezien dat het niets dau
de strijkplank was.
Ja, Miss Sally, maar hot oude spook
achter de strijkplank leven. Isom weet het,
want Isom hem zien beven cn kermen.
Zijn meesteres was echter zoo zeker, dat
het alles verbeelding bij bet ncgortjo was,
dat zij weigerde n.a.r hom ie luisteren.
Ik wil zulke dommo dingen niet meer
aanhooren.
Isom holde naar beneden cn do achter
poort uit, in plaata van in den kolder een
daar achtergelaten kolenschop to gaan
halen. Do oude tante Suzanna, die hem
wogloopen zag, ging de kelderdeur op slot
draaien, binnensmonds brommende dat
Isom de domste negerjongen w».:?, dien zij
ooit in haar leven had gezion.
De avond viel en de heer des huizes
keerdo later dan gewoonlijk van zijn kan
toor terug.
Wat heeft al dat leven toch te betee-
kenen? was het eerste wat hij vroeg.
Mevrouw Breut antwoordde hem niets
gehoord te hebben.
Ik hoor het ook niet meer, hernam
haar echtgenoot, nu ik boven bon. Het
klonk alsof or iemand in den kelder zat
te kermen en te snikken.
Lieve hemel, riep mevrouw Brent uit,
laat ons dadelijk gaan kijken. Ik kan mij
niet voorstellen wat het is. En waar zou
Howard toch blijven? Hij was hier bezig
met zijn lessen cn ging daarna uit.
Onder het naar beneden gaan vernamen
zij duidelijk do kreten van angst en wan
hoop, die uit den kelder opstegen.
Hot is Howards stern! nop dc moe
der. O. maak toch voort!
Zoodra zij do kelderdeur ontsloten,
sprong er een knaap uit, Howard, die hart
brekend snikte, zwart van kolengruis was
en nauwelijks kon spreken.
Wie heeft je daar opgesloten, Jlio-
ward? vroeg zijn vader, na zich overtuigd
te hebben, dat zijn zoon niet gekwetst,
maar alleen vreesclijk goschokt was. Het
is zeker die kleine deugniet Isom geweest.
Neen, vader, hij was het niet. Ik
weet niet wie do deur op slot draaide,
antwoordde Howard, pogende tot bedaren
te komen. Niemand wist dat ik daar zat.
Ik verstopte mij ach r de strijkplank, om
Isom bang to maken als hij steenkolen ha
len kwam en wilde op hom toespringen,
zoodra hij terugkwam; maar hij kwam
niet terug cn toen sloot iemand mij op. Ik
deed het maar voor de aardigheid, vader.
Mijnheer Brent keek hem een oogenbiilc
strak aan.
Je hebt het voor do aardigheid gedaan,
zeido hij ernstig, nu, jo hebt eens ontdekt
hoe aardig zoo ;ots isl
Toen Isom den volgenden morgen kwam,
zeido Howard:
Isom, ik ben het geweest, dio giste
ren achter de strijkplank verborgen zat,,
toen jo dacht dat hot een spook was. Ik
deed het maar voor een grap, om jo bang
to maken, maar ik zal het nooit weer
doen.
Het negertje keek Howard vol bewon
dering aan.
Was dat u, wezenlijk waar? vroog
hij. Nu, do kleine massa heel knap is.
Precies kermen als een spook 1
Do olifanten onderscheiden zich vooral
door hun uitstekend geheugen.
„Ik kan zeer goed vergeven, maar niet
vergeten,'' hooren wij zoo dikwijls zeggen-
Wio zoo spreekt, verraadt eenvoudig, dat
hij geen vergiffenis weet tc Echonken.
Ook do enfant toont evon duidelijk aan,
dat hij do kunst van vergeven niet verstaat.
Meu kan hem voorzichtig den snuit zien
slaan om een klein kind, dat zich zonder,
eonig kwaad vermoeden dicht bij zijn zwa
re pooten neerlegt en hot van die gevaar
lijke plek verwijderen. Maar gelooft hij
slecht behandeld te zijn geworden door ie
mand, dan stelt hij zich anders aan. Dan
grijpt hij hem aan en is er water in do
buurt, dan rrdrinkt hij dien man, zoo
niot, dan drukt bij hem tegen een beschot,
een boom of een hek dood.
Wij zien dus dab olifanten gevoelens
koesteren, hoe moeilijk men zich dat ook
van die loggo dieren voorstellon kan ou
met die gevoelens hebben de personen te
rokenen, «die met de olifanten omgaan. Do
ongelukkigen, die door hon werden gedood,
hadden zonder uitzondering gespaard kun
nen blijven, indien zij slechts aan het goe
de geheugen van die beesten gedacht had
den.
Charlie was een circus-olifant van In
disch ras. Dertig jaren achtereen had hij
een en dcnzelfden meester. H->t dier had
zich steeds voorbeeldig gedragen en woa
door ieder bemind.
Op oen avond onmiddellijk nadat zijn be
waker hem uit de zaal terug had gebracht,
veranderde hij plotseling van houding. Een
man, Baker genaamd, was zijn stal bin
nengetreden cn had tot den bewaker ge
zegd:
„Haast je wat cn kom met mij mco naar.
oen koffiehuis, dan gaan wij oog wat
eten."
Op hetzelfde oogenblik greep (Jharlie
Baker met zijn snuit vast, drukte hem te
gen den muur aan cn hield hem daar als
vastgeschroefd. Toen men er in slaagde
den man te bevrijden, was hij bewusteloos
cn hij stierf kort daarop.
Dezo Baker had tien maanden te vorctf
den olifant gesard en deze had dit nie#
vergeten. Zoodra do man den mond ont
sloot, herkende het dier zijn stem, herin
nerde zich wat hij gedaan had en narü
daarover op zoo ontzettende wijze wraak.
Do eigenaar van hot circus verhaalde,
dat Baker vroeger met do zorg over
Charlio belast was geweest, maar dat hij
hem had afgedankt op grond van zijn ruw
heid tegenover het dLr. Later had hij hem
opnieuw in dienst genomen, doch tot hef)
verrichten van g 'heel ander work. Want,
zoide hij, ik had een kwarteeuw lang het
geheugen van olifanten loeren kon non, zoo
wel voor goedheid als voor plagerijen. Ik
zog eenmaal een olifant weer, die sedcrb
twee jaar van mij af was cn zijn ontroering
bij dat weerzien was zoo groot, dat zijn.
oogen zich met tranon vulden. Dieren voo*
len evengoed onvriendelijkheid als menschel
dat doen. Laat ons dat nooit vergeten,,
ook al zijn zij to zwak om cr zich over to
wreken.
BOTERMARKT 2. TELEF. INTERC. 619,
RWSU KEUZE CCOOOOOOCOOOOOOÖOOOOOOOO
VAN CUD GOUD, ZILVER EH EOELSTEENEK.
Zoo gil Uw voordeel zoekt, haalt dan b(J Uw winkelier een pak
Zeepexiract «ra hrh p
voor 7 Cent, 11 It H ft 7 7
daarvan kunt
U 5 pond
vette wltt©
Zeep maken. Es 0
U kunt het ook
als ZEEPPOEDER gebruiken, ft Lepels op eon ommer water, roere
dit even om, en men heeft etn emmor VET SOP. Het la veel beter
en vetter dan Zeep of Zeeppoeder. Probeert ze en gy gebruikt ze altyd
en beveelt ze Uw kennissen aan.
Vele waschvrouwen zetten hun wasch, voor zy gaan wasschen
des avonds ln lauw water, waarin een kleine hoeveelheid Zeopextract
opgolost is, 's morgens wasschen zy haar uit en het goed ie schoon,
noodlgen U beleefd nït ©on proef te nemen,
n «II? Ji!>.k,ti^^T6lkrUgbaar en ln «root bU do Hoeren
F. H. UIi liAalmarkt en 3. W. PADBENBUIiÜ
Haarlemmerstraat H09. 486g
Ie Noorriivijk-aan-Zee,
(wegens vertrek),
op VRIJDAG 17 November a.s.,
dos voormiddags te EIaF uien, voor
het huls staande aldaar, aan den
Zeeweg No. 1 ft, ten overstaan van
den Deurwaarder J. F. TEUNIS,
van:
waarbyTafels, Stoelen, Chaise lon
gue, Linnenkast, Spiogols, Pendule
met Coupes, Gaslampen, Waschtafels,
Bedkastjes, diverse Meubolgordyneu,
dlverso Ledikanten, Kapok- en audere
Matrassen, compleet Eetservies, divers
Glas- en Aardewerk, Vloerkleedon,
Vloor- en Looperzellon, Keukenge
reedschap, een Kinderwagon enz., enz.
Op don vorkoopdag vanaf 's mor
gens 9 uren te zien. 4783 25
Op Donderdag 23 Nov. 1906,
des morgens to elf ureD, zal, ln
het Hotel „Du Bord", Steenstraat,
worden aanbesteed (in vakken):
Het afbreken van per
ceel, hlaarsmanssteeg No. 8
en het daar ter plaatse
bouwen van een Winkel
huis.
Bestek en leekening ad f 0.60 ter
Drukkory van J. J. GROEN ZOON.
Inlichtingen worden gogoven door
de Architecten 4766 16
JESSE en FONTEIN.
wegens afschaffing: een PAARD,
mak ln allo Tuigen, mot Kar en
Tuig, ook afzonderlUk. Te zien by
J- 33BIJER, Ryndyk, Voorschoten.
4852 6
wegens afschaffing, een bondagen
houten westlander, ln zeer
goeden staat. Brieven Bur. v. d. Blad
onder No. 4817. 6
Opgericht A°. 1825. Langebrug 4, LEIDEN.
A. W. SIJTHOFF, te Leiden, heeft uitgegeven en by
alle Boekhandelaars verkrijgbaar gesteld:
Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Geïllustreerd met 80 groote platon,
vele gravures tusschon den tekst en
6 Kaarten.
52 vel drnlis In 2 dln.,
royaal 8o. formaat.
Ing. /"O. in prnclitb. /*6.00.
Het meest Interessanto boek, dat
over Nederl.-Indiö ls verschonen.
Naar de
Geïllustroord met groote platon,
vele gravures tusschen den tekst
en Kaarton.
1 deel 30 vel tlrukg)
royaal 8vo formaat.
Ing. f4., gel>. f4,90.
Aan do tegenwoordig bestaande
groote belangstelling voor onze West-
Indische Koloniën komt dit boek
ongetwyfeld te gemoet.