No. 14025.
Anno 1905
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON,
Een Heldin.
In de bespreking van de voorgestelde
opcenten op b e d r ij f s- en vermo-
g c n sb el a s t i n g merkte „De V r ij-
zi n n ig-D emocraat" op, dat de eenige
waarde van dc indiening van dit op-
centenplan de.- nieuwe Regeering, deze is,
idat nu eens duidelijk wordt geconstateerd,
„dat het kabinet-Kuyper een financieel gat
faad achtergelaten, dat gestopt wordeu moet,
en dat liet niet beter wist te doen dan door
onmiddellijke versterking van middelen
voor te stellen.
Uit dit oogpunt bezien, kon vrijwel elke
nieuwe belasting dienst doen en deed het
er ook niet zooveel toe of met den voorge
stelden noodmaatregel het geërfde geheel
of slechts voor een stukje gedempt werd.
Welnu, dit doel is bereikt. Ook do meest
fanatieke politieke „christen" waagt het
niet meer te ontkennen, dat cmder het re-
gime-Kuyper verschillende uitgaven werden
onvermijdelijk gemaakt, terwijl vergeten
[jrerd de middelen tot dekking daarvan aan
to wijzen. Voor dit doel is vasthouden aan
hot opcenten-plan niet noodig."
„Do Nederlander" acht deze voor
stelling schreiend onrechtvaardig.
„'Het afgetreden Kabinet heeft een zeer
consciëntieuze financieel© politiek gevolgd.
iTegcn het door militiowet, ongevallenwet
en andere wetten van het Kabinet-Pierson
etijgend jaarlijksch tekort werd telkens
.volledige dekking aangewezen. Tegenovor
'do meerdere uitgaven voor onderwijs en
Bocialo wetgeving werd de tariefsherziening
ontworpen. Ze werd reeds in de af deelin
gen onderzocht en zou gereed gekomen zijn,
voordat de nieuwe wetten haar invloed op
het budget deden gelden.
In trouwe, wij zouden niet weten, dat
hot Kabinet anders had kunnen doen dan
het gedaan heeft. Ware het tariefeontwerp
vroeger in openbare behandeling gebracht,
dan zou do vraag geweest zijn: Waarvoor
hebt gc liet geld noodig? Waren de tijdelijke
dek kings voor stellen doorgezet, dan had men
met succes vóórgerekend, dat deze „over
bodig" waren.
Het éénige, wat wij ons kunnen voorstel
len, dat men van links zeggen zal, is: Qe
hadt de invoering der lager-ondcrwijs-wet,
overeenkomstig het amendement-Borgesius,
moeten uitstellen totdat het geld er voor
aanwezig is. Maar die uitgaven drukken
niefc op do huidige begrooting cn staan dus
buiten „het financieel gat, dat gestopt
worden moet", en dat in helder licht ge
steld moet worden door het blameerend
bedoeld opcentcn-voorstel. Tot dekking van
'die uitgaven zou het Kabinet nog een jaar
"tijd hebben gehad, zoodab het er niet nu
yoor in verzuim mag worden gesteld.
Hoe wij de zaak ook bezien, het gelukt
ons niet verontschuldiging te vinden voor
Jdc grove uitingen van meergemeld orgaan."
„Hofc Volk'' neemt één enkolen zin
uit het afdeelingsverslag over Hoofdstuk I
'der begrooting, dio naar zijn oordeel eenig
lioht geeft omtrent do af sp ra kon, die
hij heb bot-atan d-k omen der R e g e e-
ring zijn gemaakt. Het gaat, zegt het
blad, over de levenskansen der Regeering,
«n blijkbaar zijn aan het woord heeron van
«de coalifcie-Bcrgeeius.
„Do mogelijkheid is niet uitgesloten, aldus
,,werd gezegd, dat de groep der oud-liberalen
-óver het blanco-artikel gunstiger zal gaan
donken, indien bij het overlaten van de re
geling van het kiesrecht aan den gewonen
[Wetgever, in do Grondwet waarborgen wor
den gegeven tegen schadelijke govolgen,
welke uit dit overlaten zouden kunnen
[voortvloeien."
„Waarborgen togen schadelijke gevolgen,"
sohrijft „Hot Volk"; „algemeen kies
recht voor de leus, maar in zijn demooroti-
j&clio werking aan den ketting gelegd. Dat
Ss dus do afspraak van Borgesius met do
oud-liberalen. Wij hebben dit van den aan-
yang af vermoed, toen de overige Grond
wetsherziening er werd bijgehaald, en de
samenstelling der commissie bevestigde ons
yermooden.
Dat is dus de blanco-politiek; in schijn
een stap naar de democratie; in werkelijk
heid een middel om de democratie to be
vrijden met het woord, en haar te ketenen
met de daad.
Het is een bedrog, dat van den aanvang
af duidelijk moet wonden gesignaleerd, en
wij staan tegenover deze Grondwetsherzie
ning met de volle kracht van ons wan
trouwen.
Want er zijn meer teekonen.
Een der middelen om hot kiesrecht van
zijn werking te berooven, i3 zooa's men
weet het tcetsingsrecht, de bevoegdheid
van den rechter om te beoordeel en o£ de wet,
die hij heeft toe te passen, wel in overeen
stemming is met de Grondwet.
In de Yereenigde Staten is dat recht in
de constitutie opgenomen, en daar heeft,
onlangs het hooggerechtshof geoordeeld, dat
een et tot beperking van den vrouwenar
beid in tegenspraak was mot het beginsel
der Staatsregeling, die vrijheid vau den
arbeid huldigt.
Ook hier zal do Grondwet wel komen te bo-
Tusten op allerlei vrijheid. En het zou cok
hier kunnen gebeuren, dat, als wij met veel
inspann;ag een wettelijke beperking van den
arbeidstijd hadden verkregen, do Hooge
Raad uitsprak, dat zulks in tegenspraak
was mot het vrijheidsbeginsel van ons
Staatsleven.
En nu is het een teeken, dat dit toetings-
reent door het „Haagscho Weekblad der
vrijz.-democraten niet onvriendelijk wordt
begroot."
In wat dit vrijzinnig-democratische orgaan
daaromtrent geschreven heeft, zoo zegt het
blad verder, uit zich het diepe wantrouwen
van deze burgerlijke democraten in de de-
mocratie.
„Zij willen den vorm wol, daar hebben zij
zich aan vastgept-Mt, maar het wezen van
den vrij werkenden "Hkswil boezemt hun
angst in.
Dit democratisch TermoMe kapitalisme
komt hier in zijn waren aard u>, Ailca moefc
getemperd zijn, ook do working van hct
algemeen kiesrecht. Zij zijn er o zoo voor
maar het mag geen vluolït nemen, cn
pakken de staatsrechterlijke scha»r om l J
te kortwieken.
Dat is het spel, dat nu aan den g
Mon zal trachten opnieuw do arbeidt^
bedriegen."
In „De Muzickbocio" schreef do
heer M. H. van 't Kruys:
Wanneer wo zoo eens de berichten rond
snuffelen van de uitroeringon, dio
do zangvereenigingen ona bieden, draait
alles zoowat in hotzelfdo kringetje rond.
Vader Eaydn met zijn pruik doet nog maar
aldoor opgeld, „Schöpfung" cn „Jahrcs-
zeiten" is nog steeds schering en inslag, en
hoe vaak ook gehoord, h.ot blijft altijd even
aantrekkelijk. En <lan, wat dan nog meor?
En dan zitten de meeste besturen cn diri
genten met do handen in het haar- Men
delssohn volgt dan met „Paulus" en
„F.lias", ook heel mooi, dan raken ze nog
dieper in den pruikentijd terug met „Jo-
zua", „Messias" en andere oratoria van
Handel of verzeilen naar Max Bruch ;n
cmzo dagen. Een niet to weersproken feit is
evenwel, dat na Hayoa on na Mendelssohn
geen enkel oratorium geschreven is, dat zoo
pakt. Dat beweert nu volstrekt niet, dat
er geen moois koorwerken meer zijn; inte
gendeel, maar- aan pakkendo oratoria is
gebrek. Een dor mooiste mijns inziens is
Liszts „Dis Legen do von dor heiligen
Elisabeth", een werk, overvloeiende van
prachtigs klankeffecten en melodieuze
Gohoonhcden en op een oudo hymne aan de
heilige Elisabeth gecomponeerd. Als ik u?e
niet vergis, was onze onvergetelijke) Rbkard
Hol cis man, dio dit oratorium het t-erst
in 0213 land te Utrecht deed uitvoe
ren. Maar overigens zijn er niet veel pak
kende werken. „Die Jrmgfrau von Orleans"
(Lorenz) deed het nog eenigBzins. Klug-
hardts „Zerstórung Jerusalems", en „Ju
dith" schijnen ook al tot vergetelheid ge
doemd, al is in het laatste veel belang
rijks. WolfFerrari's „Vita nuova" heeft
ook al niet het publiek bevredigd en zelfs
Beethovens „Christus am Oelberg" wordt
niet moor genoemd.
En de Ncderlandsche oratoria? Me dunkt
ioder Nederlancbch componist moot er
voor schrikken, zoo iets to ondernemen.
Wie hoort er nu nog van Hols David",
van Nicoloï's „Jahve's wraak?" Wie zal
mijn Sb.-Vïnoeniius" uitvoerbn, dio een
half jaar onafgebroken arbeid kostte en
met succes het vorig seizoen ten gehooro
werd gebracht? Is heb niet ailerontmoedi-
©sndst voor de Nederlanders? Wie zal er
aan denkon om „St.-Francftcus" van Ed-
gard Tinei uit to voeren? En waarom
wordt in ons land geen onkel meesterwerk
van Peter Benoit meer uitgevoerd? Van
Jan Blocx, van Emil Mafctkieu, geen enkel
werk van onze zuidelijke kunstbroeders
komt op Ncderlandsche programma's van
zangvereenigingen voor- Als een daad van
beteekenis herinner ik me nog altijd dc
voortreffelijke uitvoering van Cornelius'
„Barbier van Bagdad", oen meesterwerk,
waarin Messchaert onovertrefbaar was.
Die uitvoering had to Groningen plaats on
der do uitetekendo leiding van mijn kunst
broeder P. H. de Groot mot liet schitterend
negatief resultaat, dat de twee ver lenigin
gen, dio de uitvoering gecombineerd gaven,
nu nog zuchten onder liet tekort; het was
toen ook alweer „paarlon voor do zwijnen",
want het publiek snapto er niet veel van en
bleef grootendecls weg.
Wil een zangvereeniging geld verdienen,
dar- wage men zich niet aan grootsche wer
ken, wanneer het geen geijkte stamoratoria
zijn, en liet is zeker daardoor, dat er zoo
weinig belangrijks als noviteiten tot uit
voering komt- De besturen rekenen: „eerst
het financieel©, dan het artistieke." Het
publiek vraagt: „Wie zijn do solisten?" Do
werkende leden vragen: „Zingt het pret
tig, is hot geen Vervelend werk om te stu-
•deeren?'' En do'directeur heeft met alles
tekening te houden en is eerst dan weer
een normaal niensch, als de uitvoering
goed' en wel achter den rug is.
Het „Weekblad van hot Recht"
maakt ton aanzien van de toepassing der
Kinderwetten enkelo algemeen© op
merkingen.
„Heb is bekend," zoo schrijft het blad',
„dat onder de werking der nog geldende
wetgeving het streven dor Pro Juventu-
tes is goweest, strafrechtelijke vervolging
van jeugdige personen zooveel-mogelijk te
voorkomen, en hot mag met vreugde wor
den gecooBtate*?» j. jat difc stroven bi:
M. meerendeels harteuj-- -.fonimine
erL teun heeft gevonden. De vraag i-jP-
al davjjjj.Zal 'deze gedragslijn ook in de
toskomst mogcfll cn moeten worden ge
volgd? Er ;°n> naar ons bekend is, man
nen van grouJ> ervaring op het gebied
der kinderbescL.nniI1g) door wie dio vraag
bevestigend bwntweord wordt; er zijn an
deren, die redenen, vinden tot twijfel.
Wij behooren toi de laatsten. Allerminst
zouden wij wenschm, dat kinderen beneden
de twaalf jaren an>era dan in hooge uit
zonderingsgevallen voor />«n rechter zullen
worden gebracht. Ecu berisping kan bun
heel wat sneller ca doelmatiger gegeven
worden, dan na het in-kracht-van-
gewijsde-gaan eenei 'daartoo strekkende
veroondsolingde gedboete is voor hen een
volkomen ongeschikt) straf; naar de tucht
school zullen wij zulte kindereo, vooral nu
hun daar een betrekkelijk lange afzonder
lijk© opsluiting kan wachten, liefst niet
zien verwijzen. In dm regel behoort het
O. M. te handelen abof, met verandering
van tien in twaalf, Ie bepaling van het
tegenwoordige eerste lid van art. 38 in
het wetboek is blijTen staan. Alleen .wan
neer verwijdering uit het gezin noodzake
lijk is, do toestemming van do ouders niet
kan worden verkregen of niet voldoende
waarborgen geeft, cn de middelen van het
burgerlijk recht niet kunnen worden ge
bruikt, zal do hulp van den strafrechter
moeten worden ing?roopen.
Moeilijker wordt do kwestie, wanneer
de delinquent al wit ouder is on er dus
kans bestaat, <lat óo buchtschoolstraf met
eenigen goeden ui-slag zou kunnen wor
den toegepast. Dai vooral zal het O. M.
zich ornatig de vraig hebben voor to leg
gen, of onthouding gewenscht is of wel
van den rechter plaatsing in een tucht
school moet wordei gevraagd. Zonder dat
wij van dezo strafmaatregel te boog© ver
wachting koestoren, zoudon wij toch niet
gaarne zien, dat er uit het thans tor be
schikking van den rechter gestelde middel
van ropressio niet gehaald werd, wat er
uit te halen zou zijn. Ook moet voor ieder
bijzonder goval zeer ernstig dc vraag wor
den overwogen, of do ter-beschikking
stolling aan dc Regeering moet worden
verlangd of dat inct «do plaatsing in een
gesticht of gezin langs minnelijken weg
door tusschenkomst van een vereeniging
als „Pro Juventute" mag worden genoegen
genomen. Do ontzetting uit do ouderlijke
macht is een maatregel van te teero nar
tuur, om anders dan in sterk sprekendo
gevallen te worden in toepassing gebracht.
Nu bij do regeling van heb strafproces
voorschriften zijn opgenomen, dio aan een
strafgeding tegen jeugdipo personen een
minder bedenkelijk karakter geven dan
thans het geval is, zouden wij m hot alge
meen aan een strafvervolging welko er
too leidt het kind tor beschikking te stel
len van de Regcering, de voorkeur geven
boven een ontzetting of ontheffing uit do
ouderlijke macht, uitsluitend met het doel
om do verzorging van het kind te bevei
ligen tegen een wilsverandering van de
ouders. Wij zullen daarom er ens niet over
bedroeven, wanneer, althans in den eersten
tijd, het aantal strafvervolgingen tegen
jeugdige personen weer toeneemt. Een
zooveel mogelijk ongebruikt-la ten van do
strafrechtelijke anaatregolen mag o.i. al
lerminst wonschelijk hceten."
Heb Openbaar Ministerie heeft bij do
nieuwe wetgeving ook ten aanzien van
jeugdige personen dc bevoegdheid tob
rechtstrookscho dagvaarding behouden.
Maar het „W ook blad van hot
R o c h t" verwacht, dab het O. M. zich van
rechfcstnceksche dagvaarding zal ontuou-
den, zoolang het zich niot op de een of
andore wijzo omtrent do individualiteit
en de levensomstandigheden van het kind
vollodig heeft doen inlichten. Zeer zou hot
blad het toejuichen, indien overleg tus.
schen het O. M. en de ito Ju ven tu tea or
toe zou kunnen leiden, dat do werkzaamnc-
de® dezer voreenigingen haar thans vrijwel
erkende plaats bij heb onderzoek en dezo
vercenigingco ze'f haar raadgevenden in
vloed bij do beslissing zouden kunnen be
houden.
„Van het O. M.," aldus schrijft het blad
o»»'ianS>t heb in do cersfcs plaats af,
worken. Ookwetgeving zal
ko macht zal daarbij verder ''giwMifirUi-
vlocd oefenen. Zij zal door haar de nage
noeg gehoel vrije keuzo verkrijgen tusschen
do verschillende te nemen maatregelen;
zij kan reeds aan het eindo der instructie
con veiviere strafvervolging van het kind
voorkomen. Heb spreekt vanzelf, dat do
te volgen weg bij dc vcrschillendo colleges
niet dozelfdo zal worden en oij het eeno
aan dezen, bij het andere aan genen
maatregel de voorkeur zal worden gogcvca.
Slechts één wensch mag te dien aanzien
worden uitgesproken: beslissing van ieder
geval naar do bijzondere omstandigheden.
Zoover slechts conigszina mogelijk, moet
alles, wat naar routine zweemt, worden
vermeden. Een voileoiig onderzoek om
trent do persoonlijkheid cn omtrenb de
omgeving vwri hot kind moefc don te nemen
maatregel bepalen. Do nieuwe wcfcgoving
richt zich in de allereerste plaats tot den
mensch in den rechter, meer dan tot don
jurist. De to beslissen vragen zullen zijn
van psychologiBohen cn socialen aard, niet
vaa rechtskundigen. D© rechter moet
trachten door to dringen in het gemoed
van het kind, zich rekenschap geven van
de invloeden, waaronder hot land ia opge
groeid en thans nog leeft; hij moet vra
gen: Wat oisoht dat kind uit dio omge
ving? en zoo do beslissing vinden in het
gemeenschappelijk belang vail kind en
maatechappij. Eon voor volen geheel nieu
we, voor allen inspannende arbeid, be
slag leggend op de goheelc persoonlijk
heid."
Bijzonder moeilijk lijkt het „Week
blad van het Rocbt" do taak, welke
zal komen te rusten op den kantonrech
ter cn op het O. M. bij do kantongerech
ten.
„Blijft do minderjarig© beklaagde weg,
dan ontbreekt den rechter alles, wat voor
een behoorlijke beslissing noodig is. Ook
het O. M. zal, daar elk vooronderzoek
achterwege blijft, niet gemakkelijk in
staat zijn zich eon oordeel to vormen over
do to volgen gedragslijn, over al dau niet
vervolgen, en op onvolledige, gebrekkige
politierapporten moeten afgaan, tenzij do
ambtenaar het onderzoek in eigen hand
wil nemen. Wellicht zal do practijk het
middel .weten te vinden, om uezo leemte in
de wettelijk© regeling aan to vullen. Do
Pro Juventutcs zouden kunnen helpen,
indien uitbreiding barer bemoeiingen tot
do kantongerechtszaken niet t© veel van
haar krachten zal vergeu. Overleg to dien
opzichte ware zeker uiterst gewenscht."
Van do balio vraagt de nieuwe wetgeving
belangrijke offers in tijd en arbeid, 'i Blad
zou er zich in verheugen, wanneer zooals
in enkoio plaatsen is geschied, do advoca
ten zich algemeen bij „Pro Juventute"
zouden aansluiten, waardoor do rcchtskun-
digo hulp ten behoeve van jeugdigo per
sonen ondor één leiding zou komen. De toe
gevoegde raadsman zou dan in overleg kun
nen handelen met een lid van do dordo
afdeeling dier voreenigingen.
Ten aanzien van de voogdijraden merkt
het blad nog op, dat ze, wanneer zij streven
naar preventief werkenden invloxl, meer
zegen kunnen verbreiden, dan wanneer zij
heil zoeken In een veelvuldig, streng re
pressief optreden.
Ten slotte zegt het blad, dat individua-
liseering do grondtoon moet zijn bij do toe
passing der nieuwo wetgeving. Slechts
wanneer openbaar ministerie, rechter, ad-
covaat, voogdijraad, en eindelijk ook de
minister van justitie en zijn ambtenaren
zich daarvan doordrongen tooncn, kunucn
gocdo resultaten worden verwacht.
In het Novembernummer van „Do Po
li t i o b o d o" zegt do redactie:
Wij lezen in do „Roch ts toost a n d"
ondor het opschrift „PolitioL-o
rechten:
,Hot is verboden zich in den strijd dor
politieke partijen te mengen, zich bij vor
eenigingen, die dit bcoogen aan te slui
ten of op andere wijzo het streven cn do
bemoeiingen van dergelijke partijen een
werkzaam aandeel te nomen.
Aldus luidt, indien wo goed ingelicht
zijn, art. 7 van do Instructie voor bui-
wacuters m cemeontevcld-
Wij bobben er ons van overtuigd, dat
in bcdooldo Instructie, vastgesteld on
onderteckcnd door den Commissaris dor
Koningin iu do provincie Noord-Holland,
werkohjk het artikel voorkomt, dat door
do Redactie van „D o Rechtstoe
stand" wordt aangehaald. (Alloen
stond in art. 7 van het ona vertoonde ex
emplaar: Het is bom vcrbodc-n on achter
het woord partijenvan welko rich
ting ook.)
Het zonderlingste van hot geval la
echter, dat in do vroeger uitgegeven In-
6tructio dit artikel niet voorkomt en
daarmede ook niot later is aangevuld, zoo
dat dezo verbodsbepalingon alleen gcldon
voor do jongere ambtenaren on enko-
1 o oudoren, van wio kort gelodon do aan
stelling van onbez. Rijksveldwachter word
ingetrokken on die van buitengewoon Ge-
mee® to-veldwachter in do plaats gegeven.
Nagenoeg al lo n Inspecteurs, Brigadiers
en Agenten van Politic, zoomedo Markt-
meceters, Keurmeesters, Controleurs van
heb Buurtwczcm, enz., enz., is het lus
verboden, lid te zijn eonor kies vereeniging,
enz., voor zoover zij een nieuw exem
plaar der Instructie hebben ontvangen bij
hun benoeming (en beëediging) tot bui
tengewoon veldwachter.
In „Hot Nieuws v. 'd- Dag" kwam
oon artikel voor van L., waarb ven staat
Deftigheid, hetwelk wij hier ondor do
aandacht onzer lezers brengen:
Dat onzo tijd, al staat hij met zichzelvcH
op .goeden voct^ soms buien van hoog-
81)
Zij droeg ccn kostbare, met goud
geborduurde, witte lakensche japon, welke
voor deze gelegenheid veel te mooi was;
een reusachtigen, zwarten hoed met veoren
op het slordig opgemaakte liaar, een witte
yuilen .moten das vol vlekjes, maar met
een grooten briljanten ster bevestigd, en
vuile, witte glacé-handschoenen.
„U neemt, zooals ik zie, juist afscheid
Tan uw ajah," ging zij voort. „Ik bevind
mij voortdurend in dezen toostend van af-
Echeidnemen van deze mensohen. Ik haat ze
letterlijk."
Zij wierp een toornigen blik op do arme
iMary-Ann en zeid© tob mij„Daar, maak
liever dezen brief eens open en zie of alles
in ordo is co ga 'dan onmiddellijk mee."
Dat zeggende, overhandigde zij mij een
briefje, hetwelk ik dadelijk las. Hot was
mot potlood geschreven en luidde:
„Liovo miss FerrarB.
Het spijt mij ontzettend, dat ik u 'nu
niet bij mij kan ontvangen, maar mijn man
[Word geheel onverwacht naar Burmah ver
plaatst, en ik sta op het punt «act do kin
deren naar Engpsland te gaan. Binnen drie
dagen moet onze huishouding opgebroken
zijn, cn duB blijft mij tot mijn groot leedwe
zen geen tijd over do zaak met u to be
spreken. Mrs. Dd Villars, die u dezo rege
len zal tor hand stellen, verlangt een ge«el-
Echapsdamo,
Met vxififtdftHjfch groet© in vliegende haast,
Uwe A. BURNERS."
„Do zaak. is toch, hoop ik, in orde?" vroeg
mrs. Do Villars op ietwat echerpen toon.
„O ja, zeker. Maar verontschuldigt u mij
een oogenblik, ik moet naar mijn bagago
zien, want de trein vertrekt zeker dadelijk
weer.
„Doe dat. Mijn chuprassi kon die halen.
Ncom afscheid van die vrouw en ga mee.
Ik zal u op onzen rit naar huis alles uit
leggen. Het rijtuig staat op ons to wach
ten."
Eenige oogenblikken later volgdo ik mrs.
De Villars door het stationsgebouw, waarop
wij dadelijk in een fraaion landauer stapten,
welke klaarblijkelijk haar eigendom waa.
Zij scheen rijk, jong cn zorgelo©3 te zijn en
ik vroeg mijzelve nieuwsgierig af, wat er
wel bij haar voor mij to doen zou zajn.
„Ik an mij voorstellen, dat do verrassing
u wat van uw stuk heeft gebracht," merkte
zij op, terwijl wij, door twee prachtig© ros
se.i g^Lokkon, door de straten van Punah
roldendat was een ander gevoel dan in den
stootenden ossenwagen I Log uw voeten
maar hierop, als gij dat gemakkelijker
vindt," ging zij voort. ,,Ik doe 'dat gewoon
lijk ook. Het kan mij niet schelen, hoe het
staat; het is immers mijn eigen rijtuig."
Ik gaf echter geen gevolg Aan deze ver
gunning en zij nam het gesprek weer op.
„Ik woon geheel alleen, heb geen kindoren
en mijn man is in liet hooge Noorden naar
dc grenzen cxsommandeerd, terwijl ik pre
fereerde hier te l. jvtu. Hoa zou ik ook met
dio monsters hebben kunnen leven, ai paar-
denvleisch eten en zioh nooit wasichen....
Neen, da-t is geheel buitengeslotenIk ben
daarom in Punah blijven wonen wpar het
Ieren zoo vroolijk en amusant is, en Tob-
by ;iomt '.o dikvs- kii 'kan bënê ten."
„Hot is oen heel eind van Tibet hierheen."
„Zokcr, maar daar geeft hij niets om. Hij
heeft reeds zoo dikvijls gezegd, dat ik een
gezelschapsdame mxefc nemen, een net
jong meisje, maar t>t dusver heb ik er nog
geen kunnen vinden. Ik bob eens geprobeerd
met een dar. o saaner te wonen en do uitga
ven met haar te deelcn, doch het ging niot
op dea duur; ik raakte daardoor slechts
met een menx?he". in onmin. Eén
voorrecht bezit echter het gezellige leven in
Indiemen is om zo> to zeggen voortdurend
op reis en is daardoor altijd in do gelegen
heid weer van zijn vijanden af te komen."
„.Kent u mrs. Bemors van nabij? Waart
u met haar bevriend?"
„O neen, volstrekt niet; ik kende haar
slechts zeer oppervlakkig. Zij ging geheel in
haar kinderkamer op en ik stel niet het min
ste belang in de kinderen vaQ anderen. Ik
zat ecnB in eon gezelschap toevallig naast
haar en toen vertelde zij ons van haar nieu
we gouvernante, een miss Forrars, die haar
reia vanwege de pest niot had kunnen voort
zetten en zioh nu in het postkamp als ver
pleegster nuttig maakte. Zij bewonderde uw
moed en ik stemde geheel met haar in. Zij
zeid© vorder, dab gij uitstekende rccomman-
dati.a hadt en volgens die een uitstekend,
zeer beschaafd jong meisje moest zijn. Toon
ik dus van mr. Berners' verplaatsing hoorde
en men mij vertelde, dat zijn vrouw niet
wist, wat aij nu mot u mooet beginnen, ben
ik naar haar toegegaan om haar voor
te stellen, u aLa gezelschapsdame bij mij
te nemen en u in plaats van veertig ropijen
zo: lig to geven. Daarop schreef zij dadelijk
dat briefje en haalde ik u van de trein.
Zestig ropijen zijn voor mij namelijk een
kleinigheid; ik beb meer geld dan ik kan
vertoren."
„Dat mc:t een heerlijk gevoel zijn 1" riep
ik onwillekeurig; „maar hoe weinigen valt
dat te beurt."
„Ja, dat is waar, maar ik ben ook ont-
zottend verkwiste ad en slordig," bekende
zij. „Ik b?n reeds eens getrouwd geweest
met een mr. Lobb, u heeft toch wol van
Lobb's pommade gehoord een zeer rijk
man I Later loerde ik Tobby in Monte-Carlo
kon non on wij troostten elkaar wederkoerig
over onzo verliezen. Ik geloof werkelijk, dat
gij een prettigen tijd bij mij zult hotbon, en
uw gozioht zoowel als uw norm bevallen mij.
Uw naam trok mij dadedijk aan. Is er niet
eons een graaf Ferrars geweest, die opge
hangen werd? Maar daar h.b ik zeker weer
een :>mboid gezegd. Dat overkomt mij na-
melijk voortdurend."
„In dit goval niet", antvroorddo ik go-
ruatsteüond. „Zooveel ik weet, wae hij geen
bloedverwant). Maar wolk werk, welke
plichten heeft u mij op te dragen?"
„O, zooveel als niets. Een weinig op het
huishouden toezien on de uienstboden aan
hofc werk houden. Maar ook zult gij u mij
ner oen beotjo moefc--: aantrekken. Ik ben
zoo ooteetfcond slordig en vergeetachtig.
Zoo verstop ik bijvoorbeeld, voordat ik uit
ga, mijn sleutels tussohen do gordijnen,
onder een tapijt of in de piano. Kom ik
dan terug, dan kan ik mij nooit meer her
inneren waar ik ze gelaten heb en moet de
bedienden roepen om mij t© helpen zoeken.
Dab is dan zoo vernederend. Mijn geld,
mijn handschoenen, brieven, zakdoeken,
alles laat ik liggen; ik lijd er onder en
toch kan ik mijzelve niet veranderen. Ja,
gij zult wel wat met mij te stellen hebben,
yoegde zij er lachend bij. „Ik laat aan u
do sleutels, het gchcele huis, cn het dienst
personeel over... ach, ik zeg u, het is een
heele schare van koelies, dio niet3 uitvoe
ren."
„Ik ben bang, dat ik een slechte huis
houdster zal zijn, want ik heb nog nooit
aan hot hooid van zulk een grooto huis
houding gestaan."
„Dat doet er niets toe. Gij L-«hoeft u
slechts zoo te gedragen als nu, koel, be
leefd cn waardig. Gij hebt iete over u, dat
achting afdwingt. Ik ben vaet overtuigd,
dat gij nooit uw zelfbeheerschmg verliest'
en nooit mot do dingcm om u heen werpfc,4
zooals ik doe, wanneer mon mijn drift op
wekt."
„Dat kan ik wol beloven", antwoordde ik
glimlachend met innige overtuiging.
„Tobby beweert altijd, dat ik er gceui
systeem op nahoud. Den ecnon dag sta ik
'bijvoorbeeld om vijf uren op cn ren woo-
dend cn scheldend door het huis, terwijl ik
den volgcncte® dag weer laat opsta en mjj
wekenlang om niets bekommer on do dia
gen hun gang laat gaan. Gij moet or op(
toezien, dat do tuinman do bloemen in ordd
houdt, do knecht do meubelen afstoft, del
kok do spijzen op tijd en good toebcreic^
naar boven zendt. Gij moet ook over *I<3
stallen uw blik laton gaan; toezien, dat dd
paarden goed verzorgd .worden cn geregeld
hun voer krijgen. Gij moogt mij echtea
nooit om raad vragen. Dan moet gij brie
ven voor mij beantwoorden en mij amu-j
seeren als ik alleen thuis ben. Oij speel»
toch, hoop ik, tennis?"
f rorif