No. 14025. Anno 1905 PERSOVERZICHT. FEUILLETON, Een Heldin. In de bespreking van de voorgestelde opcenten op b e d r ij f s- en vermo- g c n sb el a s t i n g merkte „De V r ij- zi n n ig-D emocraat" op, dat de eenige waarde van dc indiening van dit op- centenplan de.- nieuwe Regeering, deze is, idat nu eens duidelijk wordt geconstateerd, „dat het kabinet-Kuyper een financieel gat faad achtergelaten, dat gestopt wordeu moet, en dat liet niet beter wist te doen dan door onmiddellijke versterking van middelen voor te stellen. Uit dit oogpunt bezien, kon vrijwel elke nieuwe belasting dienst doen en deed het er ook niet zooveel toe of met den voorge stelden noodmaatregel het geërfde geheel of slechts voor een stukje gedempt werd. Welnu, dit doel is bereikt. Ook do meest fanatieke politieke „christen" waagt het niet meer te ontkennen, dat cmder het re- gime-Kuyper verschillende uitgaven werden onvermijdelijk gemaakt, terwijl vergeten [jrerd de middelen tot dekking daarvan aan to wijzen. Voor dit doel is vasthouden aan hot opcenten-plan niet noodig." „Do Nederlander" acht deze voor stelling schreiend onrechtvaardig. „'Het afgetreden Kabinet heeft een zeer consciëntieuze financieel© politiek gevolgd. iTegcn het door militiowet, ongevallenwet en andere wetten van het Kabinet-Pierson etijgend jaarlijksch tekort werd telkens .volledige dekking aangewezen. Tegenovor 'do meerdere uitgaven voor onderwijs en Bocialo wetgeving werd de tariefsherziening ontworpen. Ze werd reeds in de af deelin gen onderzocht en zou gereed gekomen zijn, voordat de nieuwe wetten haar invloed op het budget deden gelden. In trouwe, wij zouden niet weten, dat hot Kabinet anders had kunnen doen dan het gedaan heeft. Ware het tariefeontwerp vroeger in openbare behandeling gebracht, dan zou do vraag geweest zijn: Waarvoor hebt gc liet geld noodig? Waren de tijdelijke dek kings voor stellen doorgezet, dan had men met succes vóórgerekend, dat deze „over bodig" waren. Het éénige, wat wij ons kunnen voorstel len, dat men van links zeggen zal, is: Qe hadt de invoering der lager-ondcrwijs-wet, overeenkomstig het amendement-Borgesius, moeten uitstellen totdat het geld er voor aanwezig is. Maar die uitgaven drukken niefc op do huidige begrooting cn staan dus buiten „het financieel gat, dat gestopt worden moet", en dat in helder licht ge steld moet worden door het blameerend bedoeld opcentcn-voorstel. Tot dekking van 'die uitgaven zou het Kabinet nog een jaar "tijd hebben gehad, zoodab het er niet nu yoor in verzuim mag worden gesteld. Hoe wij de zaak ook bezien, het gelukt ons niet verontschuldiging te vinden voor Jdc grove uitingen van meergemeld orgaan." „Hofc Volk'' neemt één enkolen zin uit het afdeelingsverslag over Hoofdstuk I 'der begrooting, dio naar zijn oordeel eenig lioht geeft omtrent do af sp ra kon, die hij heb bot-atan d-k omen der R e g e e- ring zijn gemaakt. Het gaat, zegt het blad, over de levenskansen der Regeering, «n blijkbaar zijn aan het woord heeron van «de coalifcie-Bcrgeeius. „Do mogelijkheid is niet uitgesloten, aldus ,,werd gezegd, dat de groep der oud-liberalen -óver het blanco-artikel gunstiger zal gaan donken, indien bij het overlaten van de re geling van het kiesrecht aan den gewonen [Wetgever, in do Grondwet waarborgen wor den gegeven tegen schadelijke govolgen, welke uit dit overlaten zouden kunnen [voortvloeien." „Waarborgen togen schadelijke gevolgen," sohrijft „Hot Volk"; „algemeen kies recht voor de leus, maar in zijn demooroti- j&clio werking aan den ketting gelegd. Dat Ss dus do afspraak van Borgesius met do oud-liberalen. Wij hebben dit van den aan- yang af vermoed, toen de overige Grond wetsherziening er werd bijgehaald, en de samenstelling der commissie bevestigde ons yermooden. Dat is dus de blanco-politiek; in schijn een stap naar de democratie; in werkelijk heid een middel om de democratie to be vrijden met het woord, en haar te ketenen met de daad. Het is een bedrog, dat van den aanvang af duidelijk moet wonden gesignaleerd, en wij staan tegenover deze Grondwetsherzie ning met de volle kracht van ons wan trouwen. Want er zijn meer teekonen. Een der middelen om hot kiesrecht van zijn werking te berooven, i3 zooa's men weet het tcetsingsrecht, de bevoegdheid van den rechter om te beoordeel en o£ de wet, die hij heeft toe te passen, wel in overeen stemming is met de Grondwet. In de Yereenigde Staten is dat recht in de constitutie opgenomen, en daar heeft, onlangs het hooggerechtshof geoordeeld, dat een et tot beperking van den vrouwenar beid in tegenspraak was mot het beginsel der Staatsregeling, die vrijheid vau den arbeid huldigt. Ook hier zal do Grondwet wel komen te bo- Tusten op allerlei vrijheid. En het zou cok hier kunnen gebeuren, dat, als wij met veel inspann;ag een wettelijke beperking van den arbeidstijd hadden verkregen, do Hooge Raad uitsprak, dat zulks in tegenspraak was mot het vrijheidsbeginsel van ons Staatsleven. En nu is het een teeken, dat dit toetings- reent door het „Haagscho Weekblad der vrijz.-democraten niet onvriendelijk wordt begroot." In wat dit vrijzinnig-democratische orgaan daaromtrent geschreven heeft, zoo zegt het blad verder, uit zich het diepe wantrouwen van deze burgerlijke democraten in de de- mocratie. „Zij willen den vorm wol, daar hebben zij zich aan vastgept-Mt, maar het wezen van den vrij werkenden "Hkswil boezemt hun angst in. Dit democratisch TermoMe kapitalisme komt hier in zijn waren aard u>, Ailca moefc getemperd zijn, ook do working van hct algemeen kiesrecht. Zij zijn er o zoo voor maar het mag geen vluolït nemen, cn pakken de staatsrechterlijke scha»r om l J te kortwieken. Dat is het spel, dat nu aan den g Mon zal trachten opnieuw do arbeidt^ bedriegen." In „De Muzickbocio" schreef do heer M. H. van 't Kruys: Wanneer wo zoo eens de berichten rond snuffelen van de uitroeringon, dio do zangvereenigingen ona bieden, draait alles zoowat in hotzelfdo kringetje rond. Vader Eaydn met zijn pruik doet nog maar aldoor opgeld, „Schöpfung" cn „Jahrcs- zeiten" is nog steeds schering en inslag, en hoe vaak ook gehoord, h.ot blijft altijd even aantrekkelijk. En <lan, wat dan nog meor? En dan zitten de meeste besturen cn diri genten met do handen in het haar- Men delssohn volgt dan met „Paulus" en „F.lias", ook heel mooi, dan raken ze nog dieper in den pruikentijd terug met „Jo- zua", „Messias" en andere oratoria van Handel of verzeilen naar Max Bruch ;n cmzo dagen. Een niet to weersproken feit is evenwel, dat na Hayoa on na Mendelssohn geen enkel oratorium geschreven is, dat zoo pakt. Dat beweert nu volstrekt niet, dat er geen moois koorwerken meer zijn; inte gendeel, maar- aan pakkendo oratoria is gebrek. Een dor mooiste mijns inziens is Liszts „Dis Legen do von dor heiligen Elisabeth", een werk, overvloeiende van prachtigs klankeffecten en melodieuze Gohoonhcden en op een oudo hymne aan de heilige Elisabeth gecomponeerd. Als ik u?e niet vergis, was onze onvergetelijke) Rbkard Hol cis man, dio dit oratorium het t-erst in 0213 land te Utrecht deed uitvoe ren. Maar overigens zijn er niet veel pak kende werken. „Die Jrmgfrau von Orleans" (Lorenz) deed het nog eenigBzins. Klug- hardts „Zerstórung Jerusalems", en „Ju dith" schijnen ook al tot vergetelheid ge doemd, al is in het laatste veel belang rijks. WolfFerrari's „Vita nuova" heeft ook al niet het publiek bevredigd en zelfs Beethovens „Christus am Oelberg" wordt niet moor genoemd. En de Ncderlandsche oratoria? Me dunkt ioder Nederlancbch componist moot er voor schrikken, zoo iets to ondernemen. Wie hoort er nu nog van Hols David", van Nicoloï's „Jahve's wraak?" Wie zal mijn Sb.-Vïnoeniius" uitvoerbn, dio een half jaar onafgebroken arbeid kostte en met succes het vorig seizoen ten gehooro werd gebracht? Is heb niet ailerontmoedi- ©sndst voor de Nederlanders? Wie zal er aan denkon om „St.-Francftcus" van Ed- gard Tinei uit to voeren? En waarom wordt in ons land geen onkel meesterwerk van Peter Benoit meer uitgevoerd? Van Jan Blocx, van Emil Mafctkieu, geen enkel werk van onze zuidelijke kunstbroeders komt op Ncderlandsche programma's van zangvereenigingen voor- Als een daad van beteekenis herinner ik me nog altijd dc voortreffelijke uitvoering van Cornelius' „Barbier van Bagdad", oen meesterwerk, waarin Messchaert onovertrefbaar was. Die uitvoering had to Groningen plaats on der do uitetekendo leiding van mijn kunst broeder P. H. de Groot mot liet schitterend negatief resultaat, dat de twee ver lenigin gen, dio de uitvoering gecombineerd gaven, nu nog zuchten onder liet tekort; het was toen ook alweer „paarlon voor do zwijnen", want het publiek snapto er niet veel van en bleef grootendecls weg. Wil een zangvereeniging geld verdienen, dar- wage men zich niet aan grootsche wer ken, wanneer het geen geijkte stamoratoria zijn, en liet is zeker daardoor, dat er zoo weinig belangrijks als noviteiten tot uit voering komt- De besturen rekenen: „eerst het financieel©, dan het artistieke." Het publiek vraagt: „Wie zijn do solisten?" Do werkende leden vragen: „Zingt het pret tig, is hot geen Vervelend werk om te stu- •deeren?'' En do'directeur heeft met alles tekening te houden en is eerst dan weer een normaal niensch, als de uitvoering goed' en wel achter den rug is. Het „Weekblad van hot Recht" maakt ton aanzien van de toepassing der Kinderwetten enkelo algemeen© op merkingen. „Heb is bekend," zoo schrijft het blad', „dat onder de werking der nog geldende wetgeving het streven dor Pro Juventu- tes is goweest, strafrechtelijke vervolging van jeugdige personen zooveel-mogelijk te voorkomen, en hot mag met vreugde wor den gecooBtate*?» j. jat difc stroven bi: M. meerendeels harteuj-- -.fonimine erL teun heeft gevonden. De vraag i-jP- al davjjjj.Zal 'deze gedragslijn ook in de toskomst mogcfll cn moeten worden ge volgd? Er ;°n> naar ons bekend is, man nen van grouJ> ervaring op het gebied der kinderbescL.nniI1g) door wie dio vraag bevestigend bwntweord wordt; er zijn an deren, die redenen, vinden tot twijfel. Wij behooren toi de laatsten. Allerminst zouden wij wenschm, dat kinderen beneden de twaalf jaren an>era dan in hooge uit zonderingsgevallen voor />«n rechter zullen worden gebracht. Ecu berisping kan bun heel wat sneller ca doelmatiger gegeven worden, dan na het in-kracht-van- gewijsde-gaan eenei 'daartoo strekkende veroondsolingde gedboete is voor hen een volkomen ongeschikt) straf; naar de tucht school zullen wij zulte kindereo, vooral nu hun daar een betrekkelijk lange afzonder lijk© opsluiting kan wachten, liefst niet zien verwijzen. In dm regel behoort het O. M. te handelen abof, met verandering van tien in twaalf, Ie bepaling van het tegenwoordige eerste lid van art. 38 in het wetboek is blijTen staan. Alleen .wan neer verwijdering uit het gezin noodzake lijk is, do toestemming van do ouders niet kan worden verkregen of niet voldoende waarborgen geeft, cn de middelen van het burgerlijk recht niet kunnen worden ge bruikt, zal do hulp van den strafrechter moeten worden ing?roopen. Moeilijker wordt do kwestie, wanneer de delinquent al wit ouder is on er dus kans bestaat, <lat óo buchtschoolstraf met eenigen goeden ui-slag zou kunnen wor den toegepast. Dai vooral zal het O. M. zich ornatig de vraig hebben voor to leg gen, of onthouding gewenscht is of wel van den rechter plaatsing in een tucht school moet wordei gevraagd. Zonder dat wij van dezo strafmaatregel te boog© ver wachting koestoren, zoudon wij toch niet gaarne zien, dat er uit het thans tor be schikking van den rechter gestelde middel van ropressio niet gehaald werd, wat er uit te halen zou zijn. Ook moet voor ieder bijzonder goval zeer ernstig dc vraag wor den overwogen, of do ter-beschikking stolling aan dc Regeering moet worden verlangd of dat inct «do plaatsing in een gesticht of gezin langs minnelijken weg door tusschenkomst van een vereeniging als „Pro Juventute" mag worden genoegen genomen. Do ontzetting uit do ouderlijke macht is een maatregel van te teero nar tuur, om anders dan in sterk sprekendo gevallen te worden in toepassing gebracht. Nu bij do regeling van heb strafproces voorschriften zijn opgenomen, dio aan een strafgeding tegen jeugdipo personen een minder bedenkelijk karakter geven dan thans het geval is, zouden wij m hot alge meen aan een strafvervolging welko er too leidt het kind tor beschikking te stel len van de Regcering, de voorkeur geven boven een ontzetting of ontheffing uit do ouderlijke macht, uitsluitend met het doel om do verzorging van het kind te bevei ligen tegen een wilsverandering van de ouders. Wij zullen daarom er ens niet over bedroeven, wanneer, althans in den eersten tijd, het aantal strafvervolgingen tegen jeugdige personen weer toeneemt. Een zooveel mogelijk ongebruikt-la ten van do strafrechtelijke anaatregolen mag o.i. al lerminst wonschelijk hceten." Heb Openbaar Ministerie heeft bij do nieuwe wetgeving ook ten aanzien van jeugdige personen dc bevoegdheid tob rechtstrookscho dagvaarding behouden. Maar het „W ook blad van hot R o c h t" verwacht, dab het O. M. zich van rechfcstnceksche dagvaarding zal ontuou- den, zoolang het zich niot op de een of andore wijzo omtrent do individualiteit en de levensomstandigheden van het kind vollodig heeft doen inlichten. Zeer zou hot blad het toejuichen, indien overleg tus. schen het O. M. en de ito Ju ven tu tea or toe zou kunnen leiden, dat do werkzaamnc- de® dezer voreenigingen haar thans vrijwel erkende plaats bij heb onderzoek en dezo vercenigingco ze'f haar raadgevenden in vloed bij do beslissing zouden kunnen be houden. „Van het O. M.," aldus schrijft het blad o»»'ianS>t heb in do cersfcs plaats af, worken. Ookwetgeving zal ko macht zal daarbij verder ''giwMifirUi- vlocd oefenen. Zij zal door haar de nage noeg gehoel vrije keuzo verkrijgen tusschen do verschillende te nemen maatregelen; zij kan reeds aan het eindo der instructie con veiviere strafvervolging van het kind voorkomen. Heb spreekt vanzelf, dat do te volgen weg bij dc vcrschillendo colleges niet dozelfdo zal worden en oij het eeno aan dezen, bij het andere aan genen maatregel de voorkeur zal worden gogcvca. Slechts één wensch mag te dien aanzien worden uitgesproken: beslissing van ieder geval naar do bijzondere omstandigheden. Zoover slechts conigszina mogelijk, moet alles, wat naar routine zweemt, worden vermeden. Een voileoiig onderzoek om trent do persoonlijkheid cn omtrenb de omgeving vwri hot kind moefc don te nemen maatregel bepalen. Do nieuwe wcfcgoving richt zich in de allereerste plaats tot den mensch in den rechter, meer dan tot don jurist. De to beslissen vragen zullen zijn van psychologiBohen cn socialen aard, niet vaa rechtskundigen. D© rechter moet trachten door to dringen in het gemoed van het kind, zich rekenschap geven van de invloeden, waaronder hot land ia opge groeid en thans nog leeft; hij moet vra gen: Wat oisoht dat kind uit dio omge ving? en zoo do beslissing vinden in het gemeenschappelijk belang vail kind en maatechappij. Eon voor volen geheel nieu we, voor allen inspannende arbeid, be slag leggend op de goheelc persoonlijk heid." Bijzonder moeilijk lijkt het „Week blad van het Rocbt" do taak, welke zal komen te rusten op den kantonrech ter cn op het O. M. bij do kantongerech ten. „Blijft do minderjarig© beklaagde weg, dan ontbreekt den rechter alles, wat voor een behoorlijke beslissing noodig is. Ook het O. M. zal, daar elk vooronderzoek achterwege blijft, niet gemakkelijk in staat zijn zich eon oordeel to vormen over do to volgen gedragslijn, over al dau niet vervolgen, en op onvolledige, gebrekkige politierapporten moeten afgaan, tenzij do ambtenaar het onderzoek in eigen hand wil nemen. Wellicht zal do practijk het middel .weten te vinden, om uezo leemte in de wettelijk© regeling aan to vullen. Do Pro Juventutcs zouden kunnen helpen, indien uitbreiding barer bemoeiingen tot do kantongerechtszaken niet t© veel van haar krachten zal vergeu. Overleg to dien opzichte ware zeker uiterst gewenscht." Van do balio vraagt de nieuwe wetgeving belangrijke offers in tijd en arbeid, 'i Blad zou er zich in verheugen, wanneer zooals in enkoio plaatsen is geschied, do advoca ten zich algemeen bij „Pro Juventute" zouden aansluiten, waardoor do rcchtskun- digo hulp ten behoeve van jeugdigo per sonen ondor één leiding zou komen. De toe gevoegde raadsman zou dan in overleg kun nen handelen met een lid van do dordo afdeeling dier voreenigingen. Ten aanzien van de voogdijraden merkt het blad nog op, dat ze, wanneer zij streven naar preventief werkenden invloxl, meer zegen kunnen verbreiden, dan wanneer zij heil zoeken In een veelvuldig, streng re pressief optreden. Ten slotte zegt het blad, dat individua- liseering do grondtoon moet zijn bij do toe passing der nieuwo wetgeving. Slechts wanneer openbaar ministerie, rechter, ad- covaat, voogdijraad, en eindelijk ook de minister van justitie en zijn ambtenaren zich daarvan doordrongen tooncn, kunucn gocdo resultaten worden verwacht. In het Novembernummer van „Do Po li t i o b o d o" zegt do redactie: Wij lezen in do „Roch ts toost a n d" ondor het opschrift „PolitioL-o rechten: ,Hot is verboden zich in den strijd dor politieke partijen te mengen, zich bij vor eenigingen, die dit bcoogen aan te slui ten of op andere wijzo het streven cn do bemoeiingen van dergelijke partijen een werkzaam aandeel te nomen. Aldus luidt, indien wo goed ingelicht zijn, art. 7 van do Instructie voor bui- wacuters m cemeontevcld- Wij bobben er ons van overtuigd, dat in bcdooldo Instructie, vastgesteld on onderteckcnd door den Commissaris dor Koningin iu do provincie Noord-Holland, werkohjk het artikel voorkomt, dat door do Redactie van „D o Rechtstoe stand" wordt aangehaald. (Alloen stond in art. 7 van het ona vertoonde ex emplaar: Het is bom vcrbodc-n on achter het woord partijenvan welko rich ting ook.) Het zonderlingste van hot geval la echter, dat in do vroeger uitgegeven In- 6tructio dit artikel niet voorkomt en daarmede ook niot later is aangevuld, zoo dat dezo verbodsbepalingon alleen gcldon voor do jongere ambtenaren on enko- 1 o oudoren, van wio kort gelodon do aan stelling van onbez. Rijksveldwachter word ingetrokken on die van buitengewoon Ge- mee® to-veldwachter in do plaats gegeven. Nagenoeg al lo n Inspecteurs, Brigadiers en Agenten van Politic, zoomedo Markt- meceters, Keurmeesters, Controleurs van heb Buurtwczcm, enz., enz., is het lus verboden, lid te zijn eonor kies vereeniging, enz., voor zoover zij een nieuw exem plaar der Instructie hebben ontvangen bij hun benoeming (en beëediging) tot bui tengewoon veldwachter. In „Hot Nieuws v. 'd- Dag" kwam oon artikel voor van L., waarb ven staat Deftigheid, hetwelk wij hier ondor do aandacht onzer lezers brengen: Dat onzo tijd, al staat hij met zichzelvcH op .goeden voct^ soms buien van hoog- 81) Zij droeg ccn kostbare, met goud geborduurde, witte lakensche japon, welke voor deze gelegenheid veel te mooi was; een reusachtigen, zwarten hoed met veoren op het slordig opgemaakte liaar, een witte yuilen .moten das vol vlekjes, maar met een grooten briljanten ster bevestigd, en vuile, witte glacé-handschoenen. „U neemt, zooals ik zie, juist afscheid Tan uw ajah," ging zij voort. „Ik bevind mij voortdurend in dezen toostend van af- Echeidnemen van deze mensohen. Ik haat ze letterlijk." Zij wierp een toornigen blik op do arme iMary-Ann en zeid© tob mij„Daar, maak liever dezen brief eens open en zie of alles in ordo is co ga 'dan onmiddellijk mee." Dat zeggende, overhandigde zij mij een briefje, hetwelk ik dadelijk las. Hot was mot potlood geschreven en luidde: „Liovo miss FerrarB. Het spijt mij ontzettend, dat ik u 'nu niet bij mij kan ontvangen, maar mijn man [Word geheel onverwacht naar Burmah ver plaatst, en ik sta op het punt «act do kin deren naar Engpsland te gaan. Binnen drie dagen moet onze huishouding opgebroken zijn, cn duB blijft mij tot mijn groot leedwe zen geen tijd over do zaak met u to be spreken. Mrs. Dd Villars, die u dezo rege len zal tor hand stellen, verlangt een ge«el- Echapsdamo, Met vxififtdftHjfch groet© in vliegende haast, Uwe A. BURNERS." „Do zaak. is toch, hoop ik, in orde?" vroeg mrs. Do Villars op ietwat echerpen toon. „O ja, zeker. Maar verontschuldigt u mij een oogenblik, ik moet naar mijn bagago zien, want de trein vertrekt zeker dadelijk weer. „Doe dat. Mijn chuprassi kon die halen. Ncom afscheid van die vrouw en ga mee. Ik zal u op onzen rit naar huis alles uit leggen. Het rijtuig staat op ons to wach ten." Eenige oogenblikken later volgdo ik mrs. De Villars door het stationsgebouw, waarop wij dadelijk in een fraaion landauer stapten, welke klaarblijkelijk haar eigendom waa. Zij scheen rijk, jong cn zorgelo©3 te zijn en ik vroeg mijzelve nieuwsgierig af, wat er wel bij haar voor mij to doen zou zajn. „Ik an mij voorstellen, dat do verrassing u wat van uw stuk heeft gebracht," merkte zij op, terwijl wij, door twee prachtig© ros se.i g^Lokkon, door de straten van Punah roldendat was een ander gevoel dan in den stootenden ossenwagen I Log uw voeten maar hierop, als gij dat gemakkelijker vindt," ging zij voort. ,,Ik doe 'dat gewoon lijk ook. Het kan mij niet schelen, hoe het staat; het is immers mijn eigen rijtuig." Ik gaf echter geen gevolg Aan deze ver gunning en zij nam het gesprek weer op. „Ik woon geheel alleen, heb geen kindoren en mijn man is in liet hooge Noorden naar dc grenzen cxsommandeerd, terwijl ik pre fereerde hier te l. jvtu. Hoa zou ik ook met dio monsters hebben kunnen leven, ai paar- denvleisch eten en zioh nooit wasichen.... Neen, da-t is geheel buitengeslotenIk ben daarom in Punah blijven wonen wpar het Ieren zoo vroolijk en amusant is, en Tob- by ;iomt '.o dikvs- kii 'kan bënê ten." „Hot is oen heel eind van Tibet hierheen." „Zokcr, maar daar geeft hij niets om. Hij heeft reeds zoo dikvijls gezegd, dat ik een gezelschapsdame mxefc nemen, een net jong meisje, maar t>t dusver heb ik er nog geen kunnen vinden. Ik bob eens geprobeerd met een dar. o saaner te wonen en do uitga ven met haar te deelcn, doch het ging niot op dea duur; ik raakte daardoor slechts met een menx?he". in onmin. Eén voorrecht bezit echter het gezellige leven in Indiemen is om zo> to zeggen voortdurend op reis en is daardoor altijd in do gelegen heid weer van zijn vijanden af te komen." „.Kent u mrs. Bemors van nabij? Waart u met haar bevriend?" „O neen, volstrekt niet; ik kende haar slechts zeer oppervlakkig. Zij ging geheel in haar kinderkamer op en ik stel niet het min ste belang in de kinderen vaQ anderen. Ik zat ecnB in eon gezelschap toevallig naast haar en toen vertelde zij ons van haar nieu we gouvernante, een miss Forrars, die haar reia vanwege de pest niot had kunnen voort zetten en zioh nu in het postkamp als ver pleegster nuttig maakte. Zij bewonderde uw moed en ik stemde geheel met haar in. Zij zeid© vorder, dab gij uitstekende rccomman- dati.a hadt en volgens die een uitstekend, zeer beschaafd jong meisje moest zijn. Toon ik dus van mr. Berners' verplaatsing hoorde en men mij vertelde, dat zijn vrouw niet wist, wat aij nu mot u mooet beginnen, ben ik naar haar toegegaan om haar voor te stellen, u aLa gezelschapsdame bij mij te nemen en u in plaats van veertig ropijen zo: lig to geven. Daarop schreef zij dadelijk dat briefje en haalde ik u van de trein. Zestig ropijen zijn voor mij namelijk een kleinigheid; ik beb meer geld dan ik kan vertoren." „Dat mc:t een heerlijk gevoel zijn 1" riep ik onwillekeurig; „maar hoe weinigen valt dat te beurt." „Ja, dat is waar, maar ik ben ook ont- zottend verkwiste ad en slordig," bekende zij. „Ik b?n reeds eens getrouwd geweest met een mr. Lobb, u heeft toch wol van Lobb's pommade gehoord een zeer rijk man I Later loerde ik Tobby in Monte-Carlo kon non on wij troostten elkaar wederkoerig over onzo verliezen. Ik geloof werkelijk, dat gij een prettigen tijd bij mij zult hotbon, en uw gozioht zoowel als uw norm bevallen mij. Uw naam trok mij dadedijk aan. Is er niet eons een graaf Ferrars geweest, die opge hangen werd? Maar daar h.b ik zeker weer een :>mboid gezegd. Dat overkomt mij na- melijk voortdurend." „In dit goval niet", antvroorddo ik go- ruatsteüond. „Zooveel ik weet, wae hij geen bloedverwant). Maar wolk werk, welke plichten heeft u mij op te dragen?" „O, zooveel als niets. Een weinig op het huishouden toezien on de uienstboden aan hofc werk houden. Maar ook zult gij u mij ner oen beotjo moefc--: aantrekken. Ik ben zoo ooteetfcond slordig en vergeetachtig. Zoo verstop ik bijvoorbeeld, voordat ik uit ga, mijn sleutels tussohen do gordijnen, onder een tapijt of in de piano. Kom ik dan terug, dan kan ik mij nooit meer her inneren waar ik ze gelaten heb en moet de bedienden roepen om mij t© helpen zoeken. Dab is dan zoo vernederend. Mijn geld, mijn handschoenen, brieven, zakdoeken, alles laat ik liggen; ik lijd er onder en toch kan ik mijzelve niet veranderen. Ja, gij zult wel wat met mij te stellen hebben, yoegde zij er lachend bij. „Ik laat aan u do sleutels, het gchcele huis, cn het dienst personeel over... ach, ik zeg u, het is een heele schare van koelies, dio niet3 uitvoe ren." „Ik ben bang, dat ik een slechte huis houdster zal zijn, want ik heb nog nooit aan hot hooid van zulk een grooto huis houding gestaan." „Dat doet er niets toe. Gij L-«hoeft u slechts zoo te gedragen als nu, koel, be leefd cn waardig. Gij hebt iete over u, dat achting afdwingt. Ik ben vaet overtuigd, dat gij nooit uw zelfbeheerschmg verliest' en nooit mot do dingcm om u heen werpfc,4 zooals ik doe, wanneer mon mijn drift op wekt." „Dat kan ik wol beloven", antwoordde ik glimlachend met innige overtuiging. „Tobby beweert altijd, dat ik er gceui systeem op nahoud. Den ecnon dag sta ik 'bijvoorbeeld om vijf uren op cn ren woo- dend cn scheldend door het huis, terwijl ik den volgcncte® dag weer laat opsta en mjj wekenlang om niets bekommer on do dia gen hun gang laat gaan. Gij moet or op( toezien, dat do tuinman do bloemen in ordd houdt, do knecht do meubelen afstoft, del kok do spijzen op tijd en good toebcreic^ naar boven zendt. Gij moet ook over *I<3 stallen uw blik laton gaan; toezien, dat dd paarden goed verzorgd .worden cn geregeld hun voer krijgen. Gij moogt mij echtea nooit om raad vragen. Dan moet gij brie ven voor mij beantwoorden en mij amu-j seeren als ik alleen thuis ben. Oij speel» toch, hoop ik, tennis?" f rorif

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5