De sport voorheen en thans.
v
Wat ze met de 100,000 doen.
Zij antwoordde mij niet: zij sliep. Eea
rustige lach, zooals ik te voren niet bij
haar gezien haid, verhelderde haar gelaat...
rij sliep den alaap, waaruit men niet meer
ontwaakt.
Wij leven in een tijd, waarin bijna iederen
dag een nieuw record op het gebied van
een of andere sport bekend wordt, en iu-
'dendaad gelukt het sommigen buitengewone
lichaamskracht te ontwikkelen. Hierdoor
ontstaat de vraag of de moderne athleten
ook een vergelijking met hun voorgangers
bij de oude Grieken, wier buitengewone
lichaamsoefeningen ons nbg steeds als iets
onbereikbaars voor den geest staan, hebben
te vreezen. Zulk een vergelijking is zeker
niet gemakkelijk te maken, daar do gege
ven© uit dien tijd zeer weinige en onbestemd
rijn; de Grieken werkten nog niet met tdjd-
borlogea en startschoten. Niettegenstaande
dit, bestaan er tooh verschillende gegevens,
waarop een deugdelijke vergelijking kan
gemaakt worden.
Wij kennen het systeem der lichaamsoefe
ningen bij do Grieken en hebben ook vele
beschrijvingen over do buitengewone ver
richtingen van loopers, wandelaars, sprin
gers, enz. Ook beelden en teekeningen op
vazen en muurschilderingen vermeerderen
oen ze kennis hunner sport en de historische
modedeeliagen over bijzondere marsdhen
der legers en andere heldendaden zijn ook
hierbij van groot nut.
Na oen zorgvuldig onderzoek komt men
echter tot de gevolgtrekking, dat de record
houders van onzen tijd zeer waarschijnlijk
die der Grieken overtroffen.
Wat het zwemmen betreft, men denke bijv.
fl-n-n het overzwemmen van hot Kanaal; dat
needs door een gToot aantal menschen be
proefd is. Hoewel het sleohts aan één man
is gelukt, is datgene, wat de anderen te
rien gaven, toch van dien aard, dat men het
in den ouden tijd zeker voor wonderlijk zou
hebben aangezien. De sage van Hero en
Leander kan door het feit ontstaan zijn, dat
een zwemmer den Hellespont overgezwom
men is; in iedor geval bewijst de verheer
lijking van deze daad, hoe buitengewoon die
destijds werd opgevat. Op de plaat-s, waar
3e sage zou gebeurd zijn, is de Hellespont
ongeveer 3 K.M. breed' en lord Byron en
mr. Eofcenhead hebben hun voorbeeld glans
rijk nagevolgd. Byron zwom zelfs den
dobbelen afstand, daar hij door den stroom
afdreef. Wat zouden dan de ouden wel van
kapitein Webb en de koene zwemster Keiler
man gezegd hebben? In werkelijkheid wa
ren do Grieken niet zulke goede zwemmers,
want vele nuttige, laatstelijk aangewende
slagen, waren hun zeker onbekend-
Hetzelfde gebrek aan ondernemingsgeest,
op het gebied van sport, vinden wij ook bij
de andere takken van lichaamsoefening.
Hooge bergtoppen zijn eerst in een nog
niet zoo ver terugliggenden tijd bestegen.
Do ouden hadden een bijgcloovigen schrik
voor d© bergen en er is clan ook geen enkele
bergbestijging uit hun tijd bekend- Han
nibal heeft evenwel met zijn leger een
tocht over do Alpen volbracht, en dit wordt
als een van zijn grootste heldendaden ver
meld. Maar de tocht van de Franscho troe
pen-over den Splügen en do marschen der
Engelschen in de Himalaya stellen Hanni-
bals tocht verre in de schaduw.
De Grieken hielden ook zeer veel van
zekere balspelen en vooral een zekere soort
handbal, dat zeer veel met ons kaatsen
overeenkwam; doch in vergelijking met de
algemeeno beoefening der hedendaagsche
prachtige balspelen, waarvan voetbal en
.cricket wel de voornaamste zijn, maakt het
Grieksche balspel een zeer poover figuur.
Tegenover het Discuswerpen hebben wij
een betere soort in het werpen met ringen
en het slingeren met hamers. Onze wcdloo-
pen worden veel drukker beoefend en ter
wijl zij zich met- het vèrspringen verge
noegden, hebben wij ook nog het hoogsprin
gen, den hordenren en het voltigeeren. Als
een zeer bijzonder geval van loopkunst over
groote afstanden werd in de oudheid het
werk van Pheidippidus algemeen bewon
derd. Dazo hoeft het bericht van de aan
komst van het Perzische leger naar Sparta
overgebracht. Hij legde in twee dagen meer
dan 200 K.M. af en dat over ongebaande
wegen. Hoewel dit ontegenzeglijk een zeer
bijzonder geval ia, kan men toch een groot
aantal moderne loopers aanvoeren, die meer
hoLbon volbracht.
Sleohts in één punt worden wij door de
Grieksche sportlieden overtroffen, en dat
is in het vèrspringen. Phayllos van Kroton
sprong, zooals op vele inBohriften en beeld
jes te lezen is, 55 voet ver. Dit is een on
gelooflijke afstand, want bij ons neemt de
grootste afstond, die ooit gesprongen is,
sleohts met een halven centimeter toe, en
de tegenwoordige Engelsch© kampioen P.
O'Lonnor, heeft het nog niet tot 25 voet
kunnen brengen. De Grieken bedienden zioh
bij het springen van gewichten, die zij bij
het afstootem achter zioh wierpen, doch
wanneer dit nu twee, zelfs drie voet helpt,
dan blijven 'de cijfers nog ver boven die,
welke heden bereikt worden.
Men moet eohter bij deze vergelijkingen
twee punten niet uit het oog verliezen. Ten
cersto was bij de oude Grieken het groot
ste deel des volks aan lichaamsoefeningen
gowend, zoodat het verschil tusschen het
gemiddelde en de grootste krachtsuitingen
niet zoo groot was als tegenwoordig, nu
sleohts eenigen deze records behalen en de
overgroot© menigte in het geheel niet aan
lichaamsontwikkeling doet.
Ten tweede was de lichaamsvorming bij
- oude Grieken een algemeone, teiwijl de
records bij ons slechts in een zeker gebied
van sport worden behaald. Dit komt, door
dat men, om een zeker record te behalen,
zich uitsluitend op dien tak van sport toe
legt en alle andere sport, vergeet, wat na
tuurlijk het bereiken van een hooge kracht
of vaardigheid vergemakkelijkt.
Huwelijksgeluk en spek.
De dompelstoel.
Huwelijksgeluk en spek spelen eenmaal in
het jaar een belangrijke rol in Engeland.
Te Dunmow, een kleine stad in bot graaf
schap Essex, worden namelijk elk jaar tweo
groote zijden spek cadeau gedaan; de eene
aan een oud, de andere aan een jong echt
paar. Beide paren moeten bewijzen en op
eede kunnen bevestigen, dat zij een geheel
jaar en een dag zonder twist naast elkaar
geleefd hebben.
Men zou denken, dat er bij de pijnlijk
heid der zaak, zich in het publiek over het
particuliere leven te laten verhooren, wei
nig sollicitanten voor de twee zijden spek
zouden zijn. Het tegendeel is echter waar:
de zijden spek zijn veelbegcerd.
Dè plochigheid wordt gewoonlijk op detn
Bankvacantiedag in Juli of Augustus ge
houden, om vele bezoekers naar Dunmow
te trekken. De eigenaardigheid der prijsuit-
deeling lokt dan ook inderdaad zeer veel
menschen naar de kleine stad; zoo werden
bijvoorbeeld in 1895 de zijden spek in tegen
woordigheid van 20,000 personen aan de
waardige echtparen toegekend. Dit jaar
kwamen de predikant Owen Samuel Jen
kins, vicaris uit Mold (Flintshire), en zijn
vrouw, en do heer Frederik John Noakes,
een ingenieur uit Judlon (Salopshire), en
vrouw, om den eereprijs in ontvangst te
nemen.
D© plechtigheid heeft plaats tegenover
een gerechtshof. Rechters cn gezworenen
allen leeken, en de gezworenen uit zes
vrijgezellen en zes ongehuwde dames sa
mengesteld luisterden aandachtig naar
den advocaat van den predikant, die wel
sprekend een mooi beeld van het gelukkig
huwelijksleven van het oude paar ontwierp,
da; 36 jaren gezamenlijk gewerkt en in zijn
zeven kerspels zegenrijk gearbeid heeft. De
advocaat, die de belangen der zijden spek
moest bepleiten onderwierp de luitjes aan
een scherp kruisverhoor; hij was evenwel
niet in staat, hun getuigenissen te verzwak
ken. Zij doorstonden hun examen met glans
en de gezworenen kenden hun de eene zijde
©pek toe.
Ook het jonge paar ontving een zijde
spek, die het eerlijk verdiend had, want
hun kruisverhoor was niet minder scherp
dan bij het oude paar; de geestigheden van
den advocaat over hot spek amuseerden het
publiek meer dan de verhoorden, Daarop!
worden beide paren in armstoelen rondge
dragen, opdat iedereen zich de gelaatstrek
ken der winners in bet geheugen zou kun
nen prenten; vervolgens bezworen rij, op
scherpe steenen knielend, de waarheid van
hun getuigenissen, en nu eerst werd hun'
het spek ter hand gesteld.
Zooals de Engelsch man van den tegen-
woordigen tijd echtelijk geluk met spek
beloont, zoo strafte hij vroeger echtelijken
twist met water. Het water gebruikte hjj
niet druppelsgewijze maar met "olie duik-
baden; zeker was toentertijd het water
daar goedkooper dan tegenwoordig hier
dat der Leidsche Duinwatermaatschappij.
De wijze, waarop de Engelschman zijn
twistzieke vrouw behandelde, was dras
tisch en vol uitwerking. De Xantippe werd
naar de rivier gesleept, daar stevig in een
stoel gebonden, die aan een beweegbaren
balk boven het water hing, en vervolgens
driemaal ondergedompeld. Of het middel
in alle gevallen hielp, dat is de vraag.
Zooals nu eenmaal de menochelijke en voor
al de vrouwelijke natuur geschapen is,
moet men veronderstellen, dat de man na
de onderwaterdompeling van zijn vrouw
eenige kwade dagen moet hebben door
leefd.
Bijna elk kerspel heeft behalve zijn
schandpaal, zijn dompelstoel, want welk
kerspel ter wereld heeft nu geen Xantippe?
Een feit is, dat de dompelstoel het oudste
ia Engeland aangewende middel was, om
een twistzieke vrouw te temmen, want
reeds in den „Doomsday Survey of the Ci
ty of Chester" wordt de dompelstoel
roemrijk vermeld als een door de Xantip
pes gevreesd verbeterings-instrument.
Van alle graafschappen echter is het
Warwickshire, Shakespeare's graafschap,
dat de meeste kdjflustige vrouwen moet ge
had hebben, want het bezit het grootste
getal dompelstoelen. Verscheidene zijn tot
heden toe bewaard gebleven etn waarschijn
lijk op aam-aden van geplaagde echtgenoo-
ten zorgvuldig verbeterd. Zoo liet de bur
gemeester von Warwick onlangs een dom
pelstoel in de Beauchampkerk plaatsen; en
hij beeft hem voor de buitenlandsche be
zoekers als een opvoedingsmiddel van den
eersten rang beschreven. Ook de stad King
ston, in het graafschap Surrey, begunstig
de het gebruik van dompelstoelen. De ar
chieven der stad wemelden eenvoudig van
voorbeelden van het gebruik maken van
den dompelstoel als straf voor weerspanm
ge vrouwen.
Nog moet vermeld worden, dat de be
straffing door een beambte der stad on
middellijk voltrokken werd.
Merkwaardig is het, dat de leuning van
den stoel menigmaal met een heirleger van
duivels versierd was, die alle op het punt
staan, een „boos wijf" met hun tangen cn
mestvorken nu juist niet zachtjes te bewer
ken. Langzamerhand verouderde het ge
bruik van den dompelstoel en de z. g. toom
voor kijfachtige vrouwen trad in diens
plaats. De toom was een ijzeren masker,
dat den ruziezoekster op het hoofd werd ge
zet en zorgvuldig werd gesloten. Zulk een
masker bevindt zich in de kerk te Walton-
Thames met het jaartal 1633 en een vers,
waarin gezegd wordt, dat het masker dient
om „de tongen van vrouwen te beteuge
len, die niets doen dan babbelen."
Vermakelijk klinkt het gerucht, dat de
stad Jersey van plan moet zijn, den dom
pelstoel in dezen tijd weer te willen invoe
ren.
Het boekdrukken in China.
Een Engelsch tijdschrift geeft een be
schrijving van het boekdrukken in China
in vroeger en later tijd.
De Chineezen bezitten elf schriftsoorten.
Vijf van deze soorten mogen sierletters
heeten, de overige worden, volgens een
oude overlevering, voor officieel© documen
ten, plakkaten, inscripties, enz. aange
wend.
Voor den gewonen druk bezigt men
slechts drie soorten. Hierbij -rordt het stel
sel der houtblokjes gevolgd, zooals dit in
toepassing werd gebracht door de eerste
typografen in Europa gedurende de vijf
tiende eeuw.
De typen worden met een penseel nauw
keurig geteekend, daarna drukt men het
voorbeeld op een blok van pere- of pruime-
boomhout. Wanneer de typen hierop volko
men zijn afgedrukt, verwijdert men het
papier. Het blok gaat dan over in de han
den van den xylograaf, die de vrrjgeblo
ven plekken zorgvuldig uitsnijdt. De ach
terzijde van het blok wordt op dezelfde
wijze bewerkt en, om deze voor beschadi
ging te vrijwaren, plakt men daarop een
laagje stevig papier. Dan is de houtsnee
voor den druk gereed. De typograaf staat
voor een bank, waarop rechts een papier-
stapel ligt en links do drukboretel, welke
uit den vezeligen palmbast vervaardigd is.
In het midden bevindt zich, in geregelde
orde geplaatst, het noodige aantal hout
blokken, daarachter hot inktvat.
De typograaf neemt nu den drukoorstel,
doopt dien in het inktvat en smeert daar
mee over de blokken in horizontal© en ver
ticale richting. Na deze bewerking wordt
het papier er op gelegd en bedekt met
eenige vellen misdruk, waarover dc typo
graaf naar alle kanten sterk wrijft om
den afdruk te doen plaats hebben. Het
papier wordt op deze wijze slechts aan
één zijde bedrukt; de pagina's zijn door
een witte tusschenruimt© van elkaar ge
scheiden. In het midden dior tusschen-
ruimte wordt een vouw gelegd, zóó, dat
de onbedrukt© zijden binnenwaarts komen
te liggen.
Hun drukinkt bereiden de Chineezen ge
woonlijk uit lampenzwartsel, vermengd
met aromatische pla-nten-oiiën, welk
mengsel dikwijls zulk een afgrijslijke lucht
verspreidt, dat het voor ons, Europeanen,
in een Chineeschen boekwinkel, waar vele
nieuwe werken bij elkaar staan, niet lang
uit te houden zou zijn. Een Chinees ver
langt, dat er aan een boek „een luchtje
is-" Hij schuwt de boeken uit Europa en
Amerika, dio weinig rieken, en meent,
dat deze een geringe waarde hebben. Do
Chineezen beoordeelen dus een boek niet
louter naar den inhoud, maar ook naar
den geur.
De gevouwen bladen wordeD alle op elk
ander gelegd en gebonden; in Jen rug
namelijk boort men gaatjes, waardoor
vast opgerolde reepen papier worden ge
stoken, die men aan den vóór- en achter
kant van het boek hecht of plakt. Daa
dekt men beide zijden met karton of eea
andere stof, terwijl de rug vrij blijft Ein
delijk wordt het boekdeel aan twee kanten
afgesneden, waarna het voor den verkoop
geheel gereed is.
Een Cliineesch boek begint, waar raon
bij ons het einde vindt. Daar staat ;d den
linker-bovenhoek de voorhandsche titel;
in het midden van het volgende blad de
eigenlijke titel geplaatst. Op de laatst©
pagina wordt gewoonlijk het jaar der re
geering van den Keizer vermeld, onder
het adres van den drnkker-uitgever.
In China wordt ook met beweegbare ty
pen gedrukt. De eer dier uitvinding komt
toe aan zekeren Pi Sjing, een smid, die
omstreeks het jaar 1000 leefde, dus ongeveer
500 jaar vóór Laurens Koster de drukkunst
beoefende. Zijn typen werden uit leem
vervaardigd, in een ijzeren raam in goede
orde gezet en door een kleefstof, uit was,
hars en lijm bereid, gevoegd. De verdere
bewerking geschiedde op do hierboven be
schreven wijze.
Herksnningsteekens bij musici.
Een Duitsch arts heeft in een opstel in
een vakblad, getiteld: „Over do kwestie
van herkenningsteekens," gewezen op zeke
re veranderingen bij beroepsmusici, die een
snaarinstrument bespelen. Deze bestaan
voornamelijk in: eeltplekjes en verdik
kingen aan den linkerwijsvinger, welke
veroorzaakt worden door den druk van den
vinger op de snaren; deze zijn minder sterk
merkbaar «Jt-n den derden, vierden en vijf
den vinger; verder een karakteristieke on
derbreking van de huidlijnan aan de vinger
toppen. Ook aan den rechterwijsvinger
heeft door den druk op den strijkstok een
verandering plaats; eveneens vindt daar
een verandering in do huidlijnen plaats.
Bij vioolspelers ontstaat een verdikking
aan het sleutelbeen, soms riet men, dat de
linkerschouder hooger is dan de rechter.
D© veranderingen njm de vingers zijn het
sterkst bij cellisten en bassisten.
Ook bij pianospelers van beroep vertoo-
nen zich karakteristieke veranderingen aan
de vingers, zooals zwelling aan de toppen,
en door het spannen van akkoorden ont
staan eeltplekkcn aan de duimen en pin
ken. Terwijl de verandering der huidlijnen
verdwijnt, zoodra de oefeningen ophouden,
zijn de veranderingen in den vorm der vin
gers cn in de beenderen weer stationnair.
Onder sommige omstandigheden kunnen
zulke veranderingen bij gerechtelijke kwes
ties dienen, bijv. bij misdaden als bewijs-
identiteit; bij hot vinden van onbekende
lijken als herkenningsteeken
Nauwe laarsjes.
De onzinnigst© en tevens schadelijkste
van al de „mododwaasheden" is het dra
gen van nauw© laarsjes, met of zonder
hooge of misplaatste hakken.
Mevrouw Rutgérs schrijft ook daarover
in haar geschriftje, dat ,,'t Nut" uitgaf.
Het is, zegt ze, een groot© dwaasheid,
ter will© van de mode, knellende schoenen
te dragen; want het blijft niet bij een
beetje pijn. Op alle plekjes, waar de
schoen drukt, wordt de huid uit haar
aard verdikt; en door di© verdikking neemt
d© drukking langzamerhand weer toe en
vermeerdert dus de pijn.
De praatjes van den winkelier, dat elk©
schoen zich vanzelf naar den voet schikt,
dat d© pijn zal overgaan, omdat het bo
venleer zoo rekt, enz., enz. waardoor me
nigeen zich laat paaien, mogen ten deele
.waar zijn, maar ze geven aan de laars
niet de vereischt© wijdte en ze beletten
ook niet, dat het leer, onder bepaalde in
vloeden, integendeel inkrimpt.
Het gevolg van een en ander is dn.n ook,
dat tal van menschen in Europa met pijn
lijke voeten door het leven sukkelen. Eelt,
eksteroogen, gevoelige knokken, en
wie, die van dergelijke klachten nog nooit
gehoord heeft? waardoor bovendien zoo
veel in stilte geleden wordt, zijn klachten,
die alleen ontstaan door aanhoudende
drukking.
Wanneer die drukking lang genoeg
duurt, wordt het beenvlies ontstoken en
heeft er beenverdikking plaats, iets, wat
den voet misvormt, een misvorming, die,
volgens dr. Lahmann, zoo veelvuldig voor
komt, dat de meeste menschen in Europa,
zegt hij, op middelbaren leeftijd mismaakte
voeten hebben.
Indien wij een goedpassen!, doelmatig
schoeisel hadden, zou dat niet mogelijk
kunnen zijn. Ook zouden de chronisch kou
de voeten en de zweetvoeten, twee plagen
van de cultuurmenschon, dan vanzelf van
het ondermaansche verdwijnen, zegt al
weer dr. Lahmann.
Maar de mode en de behoudzucht spe
len ons in dit opzicht ook nog lcelijke par
ten en al de goede raadgevingen van her
vormers en hygiënisten, om toch schoenen
tc dragen met breede 'zolen, naar den vorm
van onzen voet, met ruime, rekbare, zachte
bovenbekleeding, ze worden i0 den wind
geslagen.
Ook de Fransche hakken, hoe nadeeüg
ook voor de gezondheid, blijven nog maar
steeds in zwang en kunnen door de platte,
breede hakken maar niet algemeen ver
drongen .warden. Eerst als do last, ver
oorzaakt door het dragen van verkeerd
schoeisel, ondraaglijk geworden en bet
beenvlies reeds ontstoken is, wil menig
een wel besluiten, doelmatige schoenen te
nemen, maar dan is het in den regel te
laat.
Het jubileum van de lucifers.
In de maand October waa het hondend
jaren geleden, dat do lucifer» werden uit
gevonden.
In een nummer van het te Parijs yer-
echijnende „Journal de 1'Empire" vau
October 1805 komt een bericht voor over
de toen pa© ontdekte geschiktheid ven fos-
forus tot het maken van vuur.
Weinig© weken later bracht apotheker
Chancel, een Franschman, de eerste wer
kelijke lucifers in den handel. Hij noemde
ze tabakshoutjes. Hij overtoog een ©tukje
hout met dun zwavelgummi ©n chloorzure
kali. Doopte men nu het einde van zulk
een geprepareerd houtje in een ücechje
mes geconcentreerd zwavelzuur, dan ont
brandde door de inwerking van het laatste
d© chloorzure kali en deed den zwavel, en
met den zwavel het houtje, ontbranden.
De lucifers waren hiermee in een vorm,
die later zeer veel verandc 1 is, uitge
vonden. Hiermede werd een technisch
vraagstuk opgelost: het zoeken dor mensch-
heid, sedert eeuwen, naar een gemakke
lijke wijze van va ui-maken.
Chancel noemde de door hem uitgevon
den lucifers „briquets stroxygèncs." In de
verschillend© landen werden zij weldra
bekend en vooral in Oostenrijk verbreid
en verbeterd. Zij bleven echter lang duur.
In 1812 betaalde men voor een doosje
lucifers één florijn.
Het Franscbe blad „Éclair" heeft het
denkbeeld gehad om eens na te gaan, wat
de winners van loterij-prijzen met hun on
verwachte groote kapitalen 'doenhet
blad heeft trachten na te gaan welken
invloed deze sommen op het leven van
de winners gehad hebben. Eo zooals men
wel zal kunnen begrijpen, was de invloed
van het toeval, waaraan zij hun rijkdom te
danken hadden, al naar karakter en tempe
rament, zeer verschillend.
Een Parijsche politie-agent won 100,000
frankenhij verliet den dienst, werd
vroom en besteedde sedert zijn geld, om al
le pelgrimstochten mee te maken en alle
bedevaartplaatsen t© gaan bezoeken.
Een Parijsche omnibuskoetsier wint het
zelfde bedraghij blijft kalm op zijn bok
zitten; .want hij had uitgerekend, dat de
rente van 100,000 franken minder bedroeg
dan hij aan loon en fooien jaarlijks maakte,
dus bleef hij in dienst.
Een koffiehuishouder in St.-Florenim
had nooit aan zijn familie of bekenden ver
teld, dat hij den hoofdprijs uit do loterij
had gewonnen: „A1b de menschen me zoo
rijk zien, brengt dat maar nijd."
Een bakkersknecht, Chamberlin, ont
vangt het bericht, dat hij den prijs van
100,000 franken heeft; maar hij blijft kalm
voor zijn Oven doorbakken tot 4 uren des
morgens, „om eerst zijn werk af te ma
ken."
Een ambtenaartje in staatsdienst wint
den hoofdprijs; zijn vrienden" geven hem
den raad te gaan rentenieren. „Waarom?"
antwoordt hij; „ik heb in mijn baantje
toch zoo weinig te doen, <ïat ik er dat best
bij kan waarnemen."
Maar een winkeliertje te Montagis stijgt
al het geld al naar den kop; hij liet zich
een overdadig huis bouwen, een groote
marmerplaat moest in den gevel gemetseld
worden, waarop met gouden letters gesehre-