LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 26 OCTOBER. TWEEDE BLAD,
BUBBIEKVOOB DE JEDGD.
FLirNK ZOO!
Een geschiedkundige appel
lit het leren van Rubens.
Anekdoten.
Nieimre üaadsels.
Goede oplossingen ontvangen van:
No. 14011.
Anno 1905.
Dozer 'Jagen woonde ik een aandoenlijk
toonedtje b.. Een klein meisje dat zoo
innig aan haar jonge moodcr gehecht is, dat.
ik r vioeger ivel eens afvroeg hoe zij liet
één dag zonder haar zou kunnen stellen,
■vernam, dat deze moeder volstrekt voor twee
maanden van huis ?ou moeten ga~o, wilde
dj geen verval van krachten krijgen. En,
ofschoon het kind heel eenzaam achter zou
blijveD, niet onvriendelijke dienstboden cn
een vader, oio heel den dag op zijn kantoor
buitenshuis doorbrengt, was de kleino on
middellijk degene, dio alle bezwaren uit den
weg hielp ruimeen verklaarde, dat zij
zich hcol goed schikken zou. Bij het afscheid
liet zij geen traan zien, al barstte zij ook
uit in snikken, toen het rijtuig met haar
schat was vordweuen en in haar dagolijk-
scho brieven scheen het alsof zij nooit zoo
opgeruimd was geweest. Mij schreef zij: ,,Ik
slik mijn tranen maar dapper tv Moesje
mag er niets van weten."
Dat zijn h.Idendaden, oo1 al worden zij
slechts volbracht door een kind en zij komen
meer voor dan men zou vermoeden. Hoe
menig jong wezen, dat pijn lijdt weerhoudt
allo klachten en tranen, om de ouders niet
to bedroeven f Hoe velen verbergen niet om
doc..fde reden hun teleurstelling, wanneer
er een genoegen ver -ren gaat, waarop zij
lang te voren hadden gerekend I Dat is
flink en moedig.
Maar, zooals al wat goed is, brengen der
gelijke daden ook haar belooning mede.
Kinderen, die z;- uit lie voor anderen,
of i-it een gevoel van plicht weten to be
dwingen, worden flinke menschen, bestemd
over allo hinderpalen des levens te zege
vieren en het dus ver to brengen in do toe
komst. Zij zulleu in al wat zij ondernemeu,
uitblinken boven anderen, want zij dragen
hot geheim c to slage-n in eigen binnenste
om.
Het is een treurig iets, na te gaan, hoe
Tele lieden in onze dagen mislukken. Als
men een blik om zich heen werpt, zou men
waarlijk bij oogenbli_«ten gelooven, dat
het het jonge meisje zelfs aan de noodige
geestkracht ontbreekt, om na haar huwelijk
aan het hoofd van een klein geziD te staan.
Zij zuchten Cq kermen onder haar huishou
dolijke zorgen en men ziet zoowaar al jonge
vrouwtjes, die zioli door een huishoudster
.van haar taak laten ontheffen. Onze groot
moeders jammerden -iet over drukte; inte
gendeel, zij hadden de groote wasch aan
huis, zorgde.1 voor slacht ©n inmaak, zij
kenden mets van de gema-. .1 van gaslicht
of vulkachels en toch vonden zij cv., lust in
de huishoudelijke bezigheden. Maar onze
grootmoeders wareu retrds als kinderen
flink. Zij wisten van geen lafheid af en wor
de daardoor sterke, moedige vrouwen.
Hetzelfde deed zich voor bij andere
werkzaamheden. In onzen tijd wordt alles
ons veel te gemakkelijk gemaakt. Wij weten
oiot meer wat het is des morgens het ijs
Si -ók te moeten slaan op het water, waar
mede wij ons wasscheu zullenwij behoe
ven zelf niet in boeken to putten, om met
groote inspanning de noodige wetenschap
yoor do toekomst bijeen lo garen; al.os worüt
ons op school geleerd, geleidelijk en al6
vanzelf. Zoo wij slechts niet weigeren
te lccrcn, maakt men ons kant en klaar voor
clkcn post. Er is jzen worsteling meer
noodig. En toch schonk juist de strijd
om vooruit te komen, kracht. Tooh wordt
het velen thans zoo g nakkelijk gemaakt,
dat zoodra zij een bet. ekking hebben gevon
den cn het nog slechts aankomt op volhar
ding, om daarin hooger te klimmen, dit hun
te veel moeite schijnt. Dan beginnen de
verzuchting do weeklachten, dan ont
slaat or misnoegdheid en vrijwillig leggen
zij hun taak neer, om iets anders te be
proeven, waarin zij evenmin slagen zullen.
De flinken gaan intusschen rustig voort
Zij voelen ook wel dat elke arbeid inspan
ning vordert; maar dat juist prikkelt hun
eerzucht, hun werk op uitstekende wijze te
volbrengen. Zij willen niet, dat een ander
het beter zou kunnen doen in hun plaatsen
zoo bereiken zij het toppunt hunner wen-
schcn, «rwijl de flauwhartigen overal mis
lukken.
Twee jongelieden werden gelijktijdig
klerk aan dezelfde bank; de een, een arme
wees, had de grootste moeite gehad het
zoover fo brengen. Na twintig j ^ar is hij
directeur der Bank. Zijn makker, die alle
voorrechten bezat, vertrouwde daarop, vond
zijn taak te zwaar en... draagt heden stee
tien uit de schepen aan een der kaden van
Amerika. Zoo is het levenzonder flinkheid
mislukt men in alles.
Haar zee getrokken.
Dc volgende gebeurtenis viel in de Ver-
eenigde Staten op een brandenden zomer
dag voor, terwijl de zon 't strand van Saros
ta bestraalde cn de gladde wateren der
Zuid-zee i« een blanke spiegel herschiep.
Op zulk een dag zou men geenszins een
avontuur en nog vee' minder ccnig doods
gevaar hebbeo vcr-v-cl.t. Niemand dacht
daaraan dan ook minder dan de jonge En-
geisckman, die zijn hotel had verlaten, om
een bad te gaan nemen.
Na een kleine boot te hebben gehuurd,
die gewoonlijk voor do visch/angst die
nende, van een harpoen en bijbehoorende
touwen was voorzien, roeide hij bet water
op.
Terwijl hij bezig was zich te ontklee-
den, deed een plotselinge beweging, dicht
bij de boot hem opkijken. De rimpels in
het water werden al duidelijker en duide
iijker; daarna o tstond er een geplas en
zag hij groote, platte visschen met af-
techuwelijke koppen te voorschijn komen,
aoogenaamd'e duivolsvisschen.
De harpoen, die voor in do boot lag,
bracht de jongeman op een inval. Hij be
sloot af te zien van zijn zwemplaa en zich
het vrij wat groofcer genoegen te gunnen,
dat hem zoo onverwacht werd aangeboden.
Een minuut later stond hij, met den har
poen in de handen, eeo gelegenheid af te
wachten 'e monsters te raken. Dat oogen-
blik deed zich al spoedig voor. Een reus
achtig, plat dier, met groote, uitpuilende
oogen, kwam langzaam voorbij, een voet
beneden do oppervlakte.
Den harpoen boven het hoofd brengende,
slingerde hij dien uit al zijn macht neer
en zag hoe hij in den rug van hot dier
drong Ogenblikkelijk kleurde het water
zich rood en spatte het om de boot heen
omhoog Daarop werd het .water weer
kalm en begon het touw, aan den voorste
ven der boot bevestigd, zich met groote
snelheid te ontrollen. De duivelsvisch
zwom naar de volle zee-
Nu schoot het vaartuigje met een ruk
voorwaarts. Zich verbeeldende, dat het
monster spoedig zijn krachten zou hebben
verspeeld, klemde de jonge caau zich aan
liet roer vast, al zijn beet doende om de
boot tegen te houden. Hij besloot het
touw door te snijden; maar tot zijn groo-
ten schrik ontdekte hij, dat hij zijn mes
niet bij zich had.
Een ware angst maakte zich van hem
meester. Met een gevoel van volkomen
hulpeloosheid legde hij opnieuw ©en mijl
af in een vaart die bet water in schuim
deed opspatten. In plaats van te vermin
deren scheneo de krachten van het ondier
nog toe te nemen.
Hij was boos op zichzelf, zoo onbesuisd
ren visch te hebben aangovallcn, waarvan
de kracht hem onbekend was. Maar ein
delijk rees er weer een flauwo hoop bij
hem op. Hij kroop naar voren en begon
aan het touw te oijten. Een tijdlang lie
ten zijn tandem slechts een gering spoor
achter. Het koord, dcnu eens losser hing,
dan weder strak werd getrokken, al naar
gelang de duivelsvisch in spoed vertraag
de of toenam, sneed hem de lippen door.
Maar slagen moest hij 1
Deze gedachte deed hem do pijn verge
ten. Een eindje was hij reeds gevorderd,
de smaak van het teer maakte hem zie*.;
maar weer vorderde hij een beetje. Einde
lijk was het touw op die plek nog slechts
heel dun cn met een hevigen ruk brak het
onder de pogingen van het trekkende dier
Zelf verwond en bebloed zag ue jonge En-
gelschman het eind in zee verdwijnen
Nooit, hoe lang hij ook leeft, zal hij
zijn eindeloozen roeitocht, in den branden
den zonnegloed' op weg naar het strand
vergeten.
Het was ko.vóór den groeten Russisch-
Zweedschen oorlog (1700—'21), die uisschcn
üzaar Poter den Grooten van Rusland cn
Karei XII van Zweden uitbrak, toen 'de
eorste, wiens invallen even onberekenbaar
als zijn daden onverklaarbaar waren, al de
gezanten van vreemde hoven, die ïd Mos--
kou vertoefden, bij zich ontbood.
Toen zij allen bijeen waren, ontving de
groote Peter hen in een zaal, waar 'de bo
dem met con tapijt belegd was, in welks
midden een appel zich bevond.
Verwonderd kek cd de gezanten eerst
naar den appel, toen elkander cn eindelijk
den Czaar aan.
Het is hier -doen, verklaarde daarop
de Czaar op dc hc.a eigen onbewimpelde
manier, om een beroep op de scherpzinnig
heid van u allen Ik wenaoh namelijk, dat
men dezen apel opneemt, zonder het tapijt
met de voeten aan te ïak.n
Verlegen vernamen do vertegenwoordi
gers der vreemde mogendheden dezo eigen
aardige uitnoodiging van den alleenheer-
schor, doch om hom, die zeer licht vertoornd
geraakte, niet uit zijn humeur bo brengen,
voldoden ze aan zijn zeldzame uitnoodiging
en gaven zich allerlei moeite om het door
hem opgeworpen vraagstuk tot rijn te
vredenheid op te lossen
Tot dit doel kwam de Duitscho gezant op
het denkbce.a, het voreischte kunststuk met
behulp van een stok volbrengen; de
Fransche geza. t verzooht ook een stok, de
Engelscho vroeg zelfs om een haak, ten
einde het daarmee te beproeven.
Vergeefscho moeite! Peter do Groote ver
klaarde, dat do appel alléén met de hand
mooht worden opgenomen-
Toen na allerlei hoofdbreken de gezanten
der gekroonde hoofden dit gezamenlijk voor
onmogelijk hielden, greep de sterke vuist
van den groeten Peter een punt van het
tapijt en rolde hij dit laatste zóó ver op,
totdat hij den appel bereikt had.
Gelijk ik alléén onder u allen, sprak
hij, den appel grijpend, terwijl hij daar
bij zegevierend al de gezanten aankeek,
dezen appel hier in handen kreeg, zoo zal
ik in het vervolg mijn vijanden in handen
krijgen I
Do slag bij Pultawa, in 1700, evenals de
vrode van Nijstad, dio in 1721 den oorlog
zeer ten voordeele van Rusland deed ein
digen, bobben inderdaad do.i Keizer aJlor
Russen in het gelijk gesteld.
Do beroemde schilder Rubens had, even
als do meosten van zijn kunstbroeders, wel
eens tijden, dat het geld hem ontbrak om
zijn kostgeld te kunnen betalen. In do hoip,
spoedig een schilderij te verkoopen, huurde
hij een kamer in een logement te Parijs.
Het geld bleef echter uit. Ten slotte gaf
'do herbergier hem te kennen, dat hij geld
wilde hebben, als bij nog langer blijven wil
de.
„Binnen tweo dagen zal ik u betalen
zei Rubens, „heb nog maar een weinig ge
duld!"
De waard wachtte, en werkelijk kwam,
na een paar dagen, de schilder beneden cn
zei:
„Mijnheer, ik hob woord gehouden. Op ta
fel ligt meer geld, dan ik u schuldig ben
Vaarwel 1" Trots oh verliet hij hot logement
Do waard snelde naar boven, en waarlijk,
er lag een menigte geld op tafel. Goud en
zilver. Toen do waard het echter wilde op
nemen, bemerkte hij, dat Rubens het ge-
eohilderd had. De woede van den waard
kendo geen grenzen. Hij wildo den schil
der nasnellen, maar daar ontdekte hij ©enige
prachtige kieedingstukken aan den muur.
Die zou hij tot betaling behouden. Dio jood
fluweelen mantel zou neg al wat opbrengen,
maar, o,-schrik! de mantel was op den uur
geschilderd.
De soliilder was intusschen verdwenen.
Zijn streek word algeme.n bekend, en op
een dag kwam een rijk heer cn kocht do
tafel van den herbergier. Zoo kreeg deze
zijn gelag, en de heer geen spijt van zijn
koop, toen F.' bens een beroemd man was
geworden.
In verzoeking.
Er was oorlog in ons land- De vijando-
lijko krijgslieden sloegen hun k vurtier cp
in ons dorp, waar twee rijke broeders woon
den en uit vrees, dat men him woning plun
deren -ou, besloten dezen hun geld en kost
baarheden weg te sluiten in een groote kist
on deze in hun tuin te begraven.
Gedurende den nacht begaven rij rich
daartoe op weg. Het was zoo donker en bo
vendien waren hun dorpsgenooton gewoon
zoo vroeg ter ruste te gaan, dat zij xicb
onbespied geloofdenmaar hierin vergisten
zij zioh. Een anno boer, do vader van een
talrijk gezin, bevond zioh op het aangren
zende land. Een zijn.-r zoontjes was zwaar
ziek en, to ferm zijnde om het lijden van den
knaap door geneesmiddelen te verzachten,
had hij zioh naar buiten begeven, ten cindo
een oogenblik vrij adem te holen, alvorens
wederom getuige van zijno pijnen te rijn. Op
die wijze ontdekte hij, wat zijn buren do
den.
Nadat de tweo broeders weder huiswaarts
waren gekoerd, maakte zich ceno vreeselijko
verzoeking v^n den boer meester. Niemand
had hem gezien, geen sterveling zou hem
kunnen verdenkenzijn zoon was doodelijk
krank, een weinig gold kon hem waarschijn
lijk redden cn dat g^ld, ja zelfs rijkdom,
lag onder zijn bereik I
Hij was juist op het p..nt over de schut
ting te klimmen, toen hij opeens bleef stil
staan. Zijn geweten fluisterde hem toe: „Gij
zult niet stelen 1"
Er volgde een oogenL.ik van zwaren twee
strijd, daarop ging hij zijne woning binnen
en zette zich neder aan hot ziekbcsl. Uren
achtereen bleef hij het gekreun van den
knaap aanhooron, steeds van do gedachte
aan den begrave^ schat vervuld, telkens op
liet punt voor de verleiding le bezwijken,
maar telkens ook daarover zegevierende-
En zoo verstreek de nacht.
Zoodra hot morgen was geworden, begaf
hij zich tot zijno buren, om hun alles te oe
kennen en hen te smeekon den schafc ovsr
te brengen naar eeno hem onbekende plaats
Maar zijne eerlijkheid roerde de buren der
mate, dat zij zelf een geneesheer gingen ha
len, allo medioijnen voor den knaap betaal
den en toen deze hersteld was, hem in hun
dienst namen en verder geheel voor don jon
gen zorgden.
Jij hun dood werd de arme boer hun eeoi-
ga erfgenaam.
(Ingéz. door A. Oollée, te Leiden).
Op school.
Onderwijzer: „En weet je nu wel, Pietje,
waarom er eigenlijk vacantie is?"
Pietje: „Omdat we anders te knap zou
den worden, mijnheer."
(Ingez. door Lina Noll, te Leiden.)
Mislukte Wraak.
Een slager heeft een bakker tot buur
man, die do geheele stad door berucht is
om zijn kleine broodjes Op zekeren dag
ontmoet hij voor zijn huis den bakker,
die dozen vraagt: „Hé buurman, waar
kom je vandaan!"
„Ik heb bij jou een half dozijn broodjes
gekocht.
„Zoo, en waar heb je die dan?"
„Onder mijn pet, daar zitten ze ruim
genoog."
De bakker begrijpt do hatelijkheid en
neemt zich voor hem een volgende keer
met gelijke munt te betalen. Korten tijd
daarna ontmoeten zij elkander weer en do
slager vraagt aan don bakker: „Zeg, mees
ter bakker, waar kom je vandaan?"
„Ha", denkt de bakker, „nu zal ik
me wreken" en zegt:
„Wel, ik kom uit jouw winkel, daar heb
ik me een kalfskop gekocht."
„Zoo, en waar heb je die dan?"
„Onder mijn pet," zegt do bakker en
gaat vergenoegd heen, grinnekend om de
wraakneming, die hij genomen beeft.
(Ingoz. door Betsy Boers, te Den Haag.)
Een Ongeluksvogel.
Zegdie Mijnheer Muller boft ook
niet met zijn uitvindingen. Met zijn onder-
zeesche boot is bij in de lucht gevlogen en
mot zijn luchtballon is hij in het water
torocht gekomen 1
Oppassers Fransch.
Een officier golastto zijn oppasser voor
hem een blikje sardines te gaan koopen.
„Heel goed luitenant", zei vie man,
„verlangt u zo om te huilen of om op te
beuren?"
De bravo soldaat hoi op de blikjes wel
eons gelezen: k l'huile en au beurre!
(Ingez. door Suz© Tegelaar, te Leiden.)
Een klein meisje, dat vroolijk langs 'de
straat huppelde vroeg aan oen voorbijgaan-
vien wandelaar, of hij ook wist, hoe laat
het was. „Ja zeker," sprak de wandelaar
lachend, en liep door.
Ingez. door Jan J. 0. Scbreudcr, te Leiden.
I.
Verborgen bloemnamen..
Do president van Amerika heet Ro.so-
velt-
Verkoopt Christiaanso ringen 1
In Amsterdam woont op de Leliegracht
do boekhandelaar Koster.
Ingez. door Geertje, to Leiderdorp.
II.
Verborgen plaatsen.
Ik ving aan den hengel ook ©on baars.
Wij gingen naar D©n Haag.
Zal ik u 't rechte pad wijzen?
Die dame heeft haast.
Hij rent nog harder, wijk voor hem.
Ook Ester en Anna kwamen nog.
Ingez. door Betsy DcLrac, te Leiden.
III.
Verborgen plaatsen.
Wil je die bee eerst, dan die braam ook
aan mij gevenvroeg het kloino meisje
aan haar broertje.
Hoor nu eens naar mij jongen, cn denk
eens na, over hetgeen ik u zeg.
Micke is buiten, zorg er voor, dat zij
niet in don vijvor valt.
IV.
Hot geheel beslaat uit 12 letters cn is
ccti meubelstuk 8, 9, 2, 11, 6, 2, 4 zijn noo
dig bij het bouwen van ieder huis.
3, 5, 12 is een roofvogel
1, 11, 3, 4, 5, 4, 7 is aan iederen stoel.
12, 10, 6, 7, 2, 6 heeft ieder mcnsch.
9, 10, 6, 7 is een visohsoort.
7, 10, 2, 8 is oen plaate in Zeeland.
Ingez. door Abram v. d. W-, te Leiden.
V.
Iemand moet een gulden botalcn, met 10
geldstukken van drieërlei soort. Hoe kan
dit.
Oplossingen der Raadsels.
i.
PaulusLenaAndrio3Leende rtJ ofc.
II
Torenkorendorenhoren.
III.
Baanhaanlaanmaan.
IV.
Verwondering.
V.
De letter T.
Adr. Smit, Toosje en Willom Kagie,
Jacques van Hartcvelt, Karei van Iiijns-
wou, Lina en Dik Noll, Louise Robert, F.
Meyer, A. -icyer, Louise Pollmann, P. do
Wringer, Cat© van Dorsten, Johan Ebregt,
A- J. Duyverman, Hei-man, Antoon en
Josephine »clü, Clara Hakkaart, Cornelia
van dcr Veer, Sophia en Jo Catrn, Anna
en Maria Mooy, Maria cn Nico Bink, Ma
ria, Martina en Catharina Verhoeven, Jo
hanna, E. ert Willem Dingjan, F. co A.
Kulk, H. do Pree, Nies je en Otjo Groenen
dijk Gerrit em Sophia Hendriks, J. A. Over-
duin, Piet Overduin, Jacobus, Matthieu,
Bcrrendina, Pieter en Willie van der Voort,
Cato, Anna, Truus eaa Agne3 Jansen, Theo
de Bruyn, Jan Leyonaar, Suzo Tegelaar,
Righart van Gelder, Greta Kurrels, gnos
van Haldere®, Mario Dorsman, Johanna
Selier, iPiet Leyenaar, Willem LaEerveer,
Herman, Jozef en Anton Bokern, Cornolis
Marqueoie, Johanna Raar, Betsy en Mario
de Nie, Tonny Dingjan, Johanna van Dis
sel, Jansje de Boer, Jocoba van Wecrcn,
José Bianco, Piet en Hendrik Kempers, B.
Kompers, Marie, Aletta, Hendrik cn Phi-
liwpus de Nie, Geertruida Hoeks, Piet
Hoeks, Tootje Peoters, Cornelia do Nie,
Margot Plu, Josephine on Annie Coobergh,
Suze Dekker, Betsy en Anthonia van Wijk,
Maria en Johanna van den Nieuwendijk,
Frans Boom, Toos Boom, Cecilia cn Ge
rard Paulides, Adriaan J. Duyverman,
Rons van Nifterik, Theo Oenstra, Pauline
Sibbes, Maartjo Sib^cs, Maria do" Vnnd,
Hendrik Eggink, alien to Leiden.
Betsy, Karel cn Marietje Boors, te
's-GravenhagoJansjo van Graas, Gerrit
do Vries, Jan v. d. Broeck, M. on M. van
Wieringen, Jansje i Elzen, Hendrika
van Nieuwkoop, Jan van Wieringen, Dirk
en Jan den Elzen, Maria van Wieringen,
Tounis Kulk, Keetje Kulk, allen te Haar
lemmermeer; Helena Lob, Saartj© cn Nelly
van Eik, Cor van Egmond, to Leiderdorp;
Johanna Lemmerzaal, Hazina cn Mientje
Lemmerzaal, Johan Mol, Willom Doeswijk,
Sophia Loo, Johanna Akerboom, Koosjo
en Cornelia Vlugt, Mietje Koek, Hendrik
Los, Cornelia Koek, Cornelia Spaargaren,
Gerritje Doeswijk, Leen Loogman, Jacob
van Nieuwkoop, Jan van Nieuwkoop, Pe-
tronella Loogman, Maurits on Jan Loog
man, allen te Kaag; J. van Zwie-ton, te
OudehoornLena Konrngsfeld, te Oegst-
gcest; Antje en Manjtje Naeveld, Jan
Broukink, te Voorschoten; Gerard borg
man, Willem Bergman, Jo Bergman,
Kaatje en Dirk van Tinus, te Warmond;
C. H. van Hamersvelt, te Zoetermecr; Nel
ly. Jan on Gerry van Konijnenburg, KarTs
Smith, Hillegien Smits, Margje van Donk,
te Zoeterwoude.
Prijzen violen bij loting ten deel aan:
Aletta de Nie, te Leiden en Hendrik Los,
te Leiderdorp.
Correspondentie.
Dik en Lina Noll, te Leiden. Jullie
zijn trouw© raadsoikindoren, dat moet ge
zegd worden, waub ik kwam wederom in het
bezit van j© oploseingon en bijdragen. Jo
moet echter met de plaatsing een beetje
geduld hebben, want nu er zooveel kinderen
san onzo rubriek meedoen, ontvang ik
iedoro week to voel bijdragon om alles to
kunnen plaatsen, zoodat do inzenders moe
ten waohten tot zo aan d© beurt van plaat
sing zijn. Ik hoop, dat jj mij goed begre
pen hebt en daarom minder teleurgesteld
zult voelen.
Botsy, Karolcn Marietje Boers,
te 's-Gravenhago. Vriendelijk dank voor do
mooio prentbriefkaart, di© ik van jullie
ontving; 't is een beeldig kiekje. J© bijdra
gen zie ik steeds gaarno t© geraoet cn be
loof je, datgeno to zullen plaatson wat
goedgekeurd wordt; maar je weet hot, beste
kinderen, geduld I
Vriendelijke groetjes voor je 'driotjesl
Louise Robert, te Leiden. Ja boete
kind, wanneer er een raadsel van je ge
plaatst is mag je ©venoens de oplossingen
inzenden, daar het anders weinig aanmoe
digend zou zijn om nieuwe raadsels in te
zonden. Wil jij 't ook eons probecrcn?
Cor en Goortjo v. Egmond, te
Leiderdorp. Je raadsels, die ik in dank
ontving, hoop ik bij gelegenheid te plaat
son. Jo moet me het rekenkundig vraagstuk
maar cona toezenden, dan zal ik eens zico
of hot voor onze rubriek geschikt is. Vrien
delijke groeten I
Johanna Catin, to Lerden- Wolnoo
kleintjo, ben jo Maandag jarig, ontvang
reeds bij voorbaat mijn hartelijko golukwen-
8ohen. Ik hoop, dat je ©en prettig dagjo
zult hebbeo; jo moet ine dc volgende week
maar eens het een en ander er van ver
tellen. Veel genoegen I
Jans jo Graas, to Haarlemmermeer.
Niet zoo spoedig moedeloos worden, lieve
vriendin.
Jo moet maar trouw jo best doen cn aan
geen prijs denken, wio weet hoc jo dan
den eon of anderen dag nog eens verrast
wordt.
Margot Plu, te Leiden. Jo anekdote
is niet onaardig, j-"' mor, dat jo verzuimdet
zo op con apart stukje papier to schrijven
en cr bovendien zooveel taalfouten in zijn.
Jo moot jo best nog cons doen-
Toovjo Peoters, to Loiden. Noen,
klein vrouwtje, jo i ocLela waren nog niet
aan do beurt, doch jo moet maar geregeld
blijven inzonden, dan heb jodc raeesto kans.
Aletta dc Nio tc Leiden. Gefelici
teerd mot het prijsje, dat jullie bij loting
is ten deel gevallen. Jammer dat do oplos
singen van de vorigo week niet tijdig ge
noog in mijn bezit kwamen, maar heuscli
het was niet mijne schuld I
A. cn T. Kulk, tc Leiden. Gaarne zal ik
de volgende week dc toegezegde raadsels
ou anekdotes ontvangen. Ik hoop d»t do
raadsels yy ditmaal minder mooi lij ihedon
zullen opleveren en jc do juiste oplo-Hi-jgon
zult kunnen vinden
Lona Koningsveld tc Oegslgccst.
Zeker, ik vind het papier, waarop je do
oplossingen geschreven hebt, zeer geschikt
voor het doel. Of ik den brief goed hob
kunnen lezen, vraag jo? O, jo werk zag er
bijzonder netjes uit. Vele groetjes
Johan Ebregt to Leiden. Wolkom
in don kring van mijn raadselkinderen. Ik
hoop dat je geregeld jo oplossingen zult
inzenden.
Cornoliav. d. Veer, te Leiden. Ik
heb je briefje goiczen en vind dat je geluk
hebt. De anekdotes zal ik nog cona nazien,
wellicht kunnen er enkele van geplaatst
worden.
Matthieu v d. Voort te Leiden.
Gaarne zal ik aan hot verzoek van jo broer
Willie voldoen, maar ik begrijp niet, dat
jc nu verlangt ook 6poedig oen prijsje to
krijgen I Vergeet niet, er zijn uog zoovele
andere raadselkinderen 1
Grot a Kurrels te Leiden Het ver
heugt mij, dat jo „de zilveren Schaatecn"
zulk een móói bock vindt. Ik zal het be
paald aan den heer Uitgever mededoele.i
Prettig dat je, bij gelegenheid van jc icn-
den verjaardag zooveel gekregen bobt'
Dank voor de raadsels 1
Gorry van Kon ij nonburg te
Zoeterwoude. Ik hoop het gezonden raad
6ol in een van do volgende nummers op to
nemen. Jammer dat je d© vorigo week vei*
getem hebt do oplossingen te verzenden,
maar nu heb jc boter opgepast.
Johanna van Dissel tc Lcidon.
Van harte golukgc won acht met je verjaar
dag. Ik hoor do volgende week wel, wat jo
zoo a! gekregen hebt.
José Bi&nca te Leiden. Het deed
mij recht veel genoegen eindelijk weer eens
een briefje van jo te ontvangen. Wij heb
ben in langen tijd niet met elkander gceor-
n^pondccrd.
Wat je rapport betreft, hoop ik de vol
gende week daaromtrent iets naders te
vernemen.
Clara Hakkaart te Leiden. Waar
schijnlijk zal ik de onderlinge correspon
dentie do volgende week opnemen. Ik vond
dezen kcor jo briefje niet netjes geschreven,
ven.
MARIE VAN AM STEL.