No. 13998.
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG II OCTOBER. TWEEDE BLAD.
Anno 1905.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
D eisavontiu'en.
Tn Hot Vaderland" werd een uit;
-"-tikel gewijd aan: „Oe strijQ
Nederland sche Hoogo-
cm oen
'fcohool.
Daaraan is het volgende ontleend:
Die Gezeild en Streuvels leest (wie doet
het niet?) zal niet twijfelen, of er is in het
Vlaamsche volk nog een schat aan onge
bruikte kracht geborgen. Geen hoopvoller
'toeken dan die jong-Vlaamsche beweging
'der laatste jaren", schrijft dr. H. T. Colen
brander in een juist uitgekomen werk over
do Belgische Omwenteling. Dat niet alleen
in do Vlaamscho letteren een nieuw fnsch
leven zich vertoont, en 'dat met name de
beweging voor een Nedorlandacho hoogo-
8chool te Gent onze aandacht verdient, is
iets, dat in het Noorden al te stilzwijgend
wordt toegegeven.
Hoe is de Hoogeschoolbeweging ontstaan l
De Belgische omwenteling, uit vele oorza
ken voortkomende, werd grootendeels 'door
Franschen en Franschgezinden bewerkt, en
tot een goed einde gebracht. De Belgische
Staat had een Fransche „Constitution," de
aangekondigde taalvrijheid bleek een leu
gen. De Vlaamscho Beweging ontstond als
reactie tegen dit eigenaardige Belgicisme.
Maar ook van Waal sche zijde werd de om
wenteling later ernstig betreurd. Prof. De
Laveleye, te Luik, ofschoon op zeer goeden
yoet mot den Belgischen Koning, heeft
ronduit geschreven: „La revolution de 1830
fut uno grande erreur."
Evenwel, België bestaat thans 75 jaren;
een geruchtmakende wereldtentoonstelling
heeft die gebeurtenis gevierd. En zoowel
in het Zuiden als in het Noorden schijnt
men geneigd de omwenteling, als een vol
dongen feit te aanvaarden. Prof. Blok zcide
dezer dagen te Leiden in een voordracht:
„Do beste oplossing is de blijvende schei
ding in twee, desnoods concurrcorende na
tiën, dooT haar historische ontwikkeling tot
scheiding veroordeeld, maar tevens op el
kander aangewezen, en het liefst door
vriendschappelijke banden nauw verbonden,
elkanders onafhankelijkheid in elkanders
belang steunend
In dit 75-jarige Belgic moet zich echter
het NcderlaJ .che (Vlaamscho) deel duide
lijk afteekenen. Vlaanderen moet zich als
Vlaanderen organiseeren. Voor dien tijd,
vóórdat het Nederlan'dsche element in Bri
gië ten volle gelijkrechtigd is met het
Fransche, zoo lang nog do Fransche partij
door onophoudelijke chicanes haar Neder-
landscho medeburgers tracht onder te hou
den, zoolang is berusting van de Vlamingen
een schandelijke laksheid, van cio Hollan
ders <-on weinig minder betreurenswaardig
gebrek aan Nederlandsch besef.
Er kan niet genoeg aan herinnerd wor
den, dat Vlaandoren steunen moet op Noord
Nederland. Veel te vaak zijn wij in Hol
land geneigd, den ganschen taalstrijd aan
de Zuidelijke „broeders" over te laten, en
hen misschien ten slotte om hun geringe
resultaten te bespotten. Laten wij hier
niet vergeten, dat Vlaanderen te worstelen
heeft tegen den geduohten beschavingsin
vloed van Frankrijk, dat soms zelfs Hol-
landsoho hoogleeraren zóó kan in vervoering
brengen, dat zijzioh verheugen over de
verfransching van Vlaamsche schrijvers als
Maeterlinck, Verluieren, e. a. I
Inderdaad schijnt met den eisch van een
Nederlandsche hoogesohool de Vlaamsohe
beweging oneindig in diepte en beteekenis
te zullen winnen. Zal die eisoh spoedig in
gewilligd worden? Vele Vlamingen' betwijfe
len het; omdat daarmede een geheele om
mekeer in het oude Belgische stelsel zal
worden gebracht; do Nederlandsche Hoo
gesohool te Gent zou een einde maken aan
'de fictie, dat België in wezen Fransoh is.
Het gaat om do toetreding van Ylaamsch-
België tot de ééno Nederlandsche weten
schap, om het vormen van een krachtig Ne
derlandsch centrum, dat samenhang bren
gen zal in België's Ncderlandsoho gewesten
dat een einde zal maken n-.n de veelheid
van gewestelijke spraken in Vlaanderen.
Do strijd is ook voor ons van belang, het
geen blijkt „a oontrario" uit de wijze,
waarop hij van Fransohgezinde d. i. anti-
Nederlandscbe zijde wordt gadegeslagen.
D© Vlamingen zijn intusschen reeds prac-
tisch bezig, hun eisch door tc zetten. Jaar
lijks worden Vlaai, :ho studenteneongres-
sen belegd, waar studenten in het Neder
landsch wetenschappelijke voordrachten
houden en blijken geven, de Nederlandsche
wetenschappelijke boeken gelezen te heb
ben, Regelmatig worden Vlaamsche weten
schappelijke congressen gehouden als
voortzetting van die studentenbijeenkom
sten.
Jammer genoog is tusschen twee uitste
kende Vlaamscho leiders, prof. Fredericq
en prof. Mac Leod oneenighcid ontstaan
over het gewenschte stelsel van vervlaam-
sching. Terwijl prof. Mac Lcod een zuiver
Nederlandsche hoogesohool wenscht, ver
kiest prof. Fredericq een tweetalige, die
volgens hem meer kansen heeft, door de
Regeering tc worden ingewilligd. Vrij al
gemeen is in Vlaanderen het stelsel van
prof. Mac Leod thans aanvaard. In Hol
land kan tusschen beide moeilijk een keuze
gedaan wordenmen kan slechts wenschen,
dat de verdeeldheid spoedig wijke voor
eensgezindheid, tegenover de bestrijders
zoo dringend noodig.
Van 18 tot 30 September hebben do
Leidsche hoogleeraren Blok, Kalff en Ver
dam een reeks colleges gegeven aan een 20-
tal Vlaamscho doctoren en studenten uit
Gent, Brussel en Luik. Deze „vaoantieleer-
gang" was ingericht door do Leidsche stu-
dentenafdeeling van het „Algemeen Neder
landsch Verbond." Groote steun werd ook
verleend door den Bond van oud-studenten
van ,,'t Zal wol gaan" te Gent; door toe
lagen maakte hij het "aan vele Vlaamsche
studenten mogelijk, naar Holland te rei
zen,
Deze studie-tocht wint aan beteekenis
buitengemeen in het licht der beweging, die
in VLaamsch-Belgiö op Hooger-On der wijs-
gebied aan den gang 13 geraakt, De Vla
mingen „die goeie verschoppelingen"
zooals Multatuli hen eens noemde missen
nog altijd de, voor ons hedendaagsch besef
onontbeerlijke, nationale hoogesohool. En
thans zijn zij in hun vacantietijd met een
groot getal naar Holland gekomen, om stu
die te maken van onze, hun, taal, van de
nu nog maar enkel Nóórd-Nederlandsohe
wetenschap. Hoe kort de tijd van hun ver
blijf ook was, hij kan voor velen hunner
van onschatbare waarde zijn geweest.
Het x -tholieke weekblad „Onze Tijd"
te Brussel, en het liberale weekblad „De
Brugsohe Beiaard" waren nu kort
geleden eenstemmig in hun afkeuring van
eoD rede, door den heer Cuppens, te Has -
selt gehouden voor Katholieke Limburgsche
studenten. Deze spreker had do Hollandsclie
stijfheid, gedwongenheid, gekunsteldheid,
enz-, doen uitkomon, en had gewaarschuwd
Kijkt niet to veel naar Holland 1 Daai
tegenover werd nu gewezen op Hollandsehe
schrijvers als Busken Huet.cn Douwes Dek
ker; maar bovendien schreef „Onze
Tijd":
„Holland blijft vooralsnog de vraagbaak
op gebied van taal en letteren, gelijk
Vlaanderen het was ten tijde van Maer-
lant."
En dc spreektaal, do krantentaal, beide
staan in Noord-Nederland hooger dan in
Zuid-Nederland, werd betoogd. Holland
werd om die redenen aan de Vlaamsche jon
geren ten voorbeeld gestold.
Naar aanleiding van den Leidschcn leer
gang sohreef Julius Hoste Jr. in den
„Vlaamsohe n Gazet" van Brussel
„Het geldt hier alleen voor Vlaamsche
studenten het genoegen ik schreef haast
het geluk te genieten ook eens een Hoog-
keraar in het Nederlandsch les te hoor en
geven. In België behoort dit tot zoekge-
worden rariteiten. Er zijn nog zelfs men
sohen, die beweren, dat het ons onmogelijk
is, in het Nederlandsch aan beschaving cd
wetenschap mee to doen. Dit va re heel
koddig, zoo het ook niet een weinigj? treu
rig ware."
De Leidsche leergang, ook bijgewoond
door de Gentsche hoogleerare-n Fredericq en
Verooullie, gaf hot heuglijke verschijnsel te
zien, \iat Holland en Vlaanderen samen
werkten tot een ernstig doel. „De Am
sto rdammer" schreef onlangs gering-
schattend over „eenig intellectualisme", e«
wón sch te, dat bij het Vlaamscho volk het
rechtsgevoel werd opgewekt. Zonder het
stille, ernstige intellectualisme, zooals bijv.
prof. Mac Leod, dat in den laats ten tijd
predikt, zou echter o. i- elke propaganda
onder hot volk nutteloos en zinneloos ziju.
Studie aLs nu te Leiden, waardoor de
Vlaamsche wetenschap in aanraking komt
mot de Nederlandsche ©n in oude zwarfc.
muren van vooroordeel een bres geschoten
wordt, is een onmisbare voorwaarde voor de
propaganda, zooals zioh „Do Amster
dammer" die denkt in zijn aansporing
lot de Vlamen
„Staat 'dan op; gordt u aan tot daden,
laat er geen eind komen aan uw verzet tegoo
de reeks van beleedigingen, die men u, in
uw taal aandoet; trekt in steden on dorpen
op tot de vurigst mogelijke propaganda
voor der Vlamingen heilig reoht."
D© Leidsche hooglecraren en studenten
hebben echter meer gedaan dan de aan
sporende „Amsterdammer": zij heb
ben zelf de handen uit de mouw gestoken
Op deze wijze is de identiteit te verwerke
lijken in de differentie van Hollander en
Vlaming.
In het „Maandblad' togen Ver-
valschingen" betoogen de heeren
Van Hamel Roos en Harmens nogmaals do
noodzakelijkheid van een officieel en
Nodcrlandschen code voor
voeding s- en genotmiddelen,
en wel naar aanleiding van het op het con
gres voor openbare gezondheidsregeling to
Scheven in gen aangenomen voorstel tot
benoeming van een commissie, die zich
met de samenstelling van oen dorgelijken
oode zal belasten.
„Het behoeft geen betoog" zoggien do
heeren Van Hamel Roos en Harmons
„na al hetgeon ook bet ,,M a an d b 1 ad"
over dit zoo hoogst gewie^—g onderwerp
La het midden gebracht werd, dat een der
gelijke code in een inderdaad dringende
behoefte zou voorzien; doch waar wij de
verschijning van een officieelen code met
vieugdc zouden begroeten, en hoewel wij
de commisso het besto succes bij haar
werkzaamheden toewenschon, moeten wij
onmiddellijk onzen ernstigen twijfel aan
het welslagen van dezen uitgebrciden en
moeilijken arbeid uitsproken, daar deze
taak o. L to veelomvattend is voor het
particuliere initiatief.
Wij geloovcn zonder tegenspraak to
kunnen beweren, dat een dergelijke arbeid,
bij rijpe ervaring, een langdurige inspan
ning eischt, ieder artmel behoort na
tuurlijk behandeld te worden in verband
met de geheele (zoowol binnen- als bui-
tcrïlandsche) literatuur daaromtrent on
waar twijfel bestaat zullen zelfs nieuwe,
veelal tijdroovendo experti? 9 noodig
zijn. Zelfs de schijn van oppervlakkigheid
moet bij do samenstelling van een zoociani-
gen code vermeden worden, daar natuur
lijk, indien rechterlijke uitspraken zouden
berusten op wettelijke bepalingen, aan
zijn gegevens ontleend, de eer en goede
naam, behalve nog ernstige financieel© be
langen van zoovelen, op het spel staan.
Dat de samenstelling van een code
uitgaande van het particulier initiatief,
inderdaad moeilijk, ja bijna, ten minste in
een afzienbaren tijd, onuitvoerbaar ge
noemd mag worden, blijkt wel het beste
uit het volgende feit. In 1891 werd op het
Congres van Scheikundigen en Microsco-
p is ten, te Weenan gehouden, op voorstel
van een onzer tot de samenstelling van een
code besloten, nadat het principe vroegor
reeds op bet Hygiënisch Congres te Lon
den was besproken en aangenomen. En
zelfa n u nog, dus na 14 jaren, is geen of-
ficieele code in Oostenrijk ingevoerd ge
worden. In do eerste plaats is dit wel te
wijten aan do geringe belangstelling van
Rcgeeringsweg© aldaar betoond, doch be
grijpelijk is het oveneens, dat deskundigen,
die veolal overladen zijn 1 et vak-bezighe
den, onmogelijk veel tijd kunnen beste
den aan niet, of weinig beloonde werk
zaamheden, die, hoe eervol en nuttig ook,
toch steeds als bijzaak besohouwd zul
len moeten worden, daar toch wol
niemand zijn eigen werkkring zaak
daaronder zal mogen laten lijden.
Wij zijn Op grond onzer zeer lange er
varing, en lettende op hetgeen in het
buitenland te dezer zake bekend geworden
L?, tot dc vaste overtuiging gekomen, dat
uitsluitend door Staatshulp
tot een behoorlijk resultaat te geraken is,
en zouden daarbij het volgende in overwo
ging wenschen t,3 geven.
lo. De Regeering benocme een zeker
aantal deskundigen, welke zich tot een
permanent o, voldoend gesair. orde
commissie constitueer©®, en geregeld bijv.
tweemaal per maand beurtelings in een
der hoofdsteden, Amsterdam, Rotterdam,
's-Gravenhage en Utrecht, samenkomen
ter vaststelling en bespreking der inmid
dels verzamelde gegevens.
2o. Deze commissio zou bijv. telkens
voor een tijdvak van tweo jaren benoemd
kunnen worden e® daarna herkiesbaar zijn
of nieuwe leden kunnen voordragen.
3o. Do leden dezer commissie zouden
zich met do voornaamste industrieelen
in verbinding kunnen stollen, ten einde
normen vast te stellon om zoodoende zoo-
we] met de eischc® dor hygiëne als met dio
der industrie rekening to houden.
In do eerste plaats springt het in het
oog, dat iridic® offioiool benoemde
en behoorlijk gehonoreerde ambtenaren
aangesteld zouden worden, bet verrichten
van den noodigen arbeid p 1 i e ht zou wor
den, en niet eon soort eercambt, hetgeen
reeds dikwijls meer als eer dan al9 ambt
beschouwd moest worden. In de twecdo
plaate kunnen personen met een officieel
mandaat zich natuurlijk veel eerder do
noodzakelijke gegevona verschaffen, dan
indien zij deze als particulieren, zij het ook
als Congros-oouimissieleden, verlangen.
En eindelijk is het duidelijk, dat een der
gelijke commissio permanent zal behoore®
tc zijn, daar steeds niouwo wijzigingen op
hot gebied van hygiëne of industrie on
ontbeerlijk zullen blijken.
Waar wij, zeer tot ons leedwezen, van de
nieuwe Regeering geenorlei toczegc;ng
van wetten tegen do ven alsching verna
men, geven wij haar deze onze denkbeel
den in ernstige overweging, overtuigd, dat
het hier een Regeeringszaak geldt van het
uiterste gewicht, zoowel voor do oppnba
re gezondheid en de industrie, als *oor een
billijke en rechtvaardige rechtspleging.
„D c Vrijzinn ig-D 0 m 0 c r a a if'
schrijft:
In allo beschaafde landen van Europa
ka® ieder, die een goed loopend horlogo
heeft, do vraag hoe laat het is onmid
dellijk beantwoorden. In Nederland moet
men eerst do wedervraag stellen: Welken
tijd bedoelt gij? Wij hebben spoor- en
posttijd, plaatselijk aangenomen Green-
wichtijd, plaatselijken Groningschen of
Saxumhuizcr idem, Zutfenschen of Hcnge-
looschcn tijd, cn nog vele andcro tijden
meer. Wie als reiziger in ccn vreemde
stad komt, moet zich eerst op de hoogto
stellen, welke tijd daar geldt. Wie een
tram wil gebruiken, moet eerst in het
boekje trachten uit to vorschen, of dio
tram behoort tot dezulke, die zich naai
den spoortijd, of tot do zoodanige, die
zich naar don plaatselijken of Amstcr-
damschen tijd richten Ieder kent uit zijn
•eigen kring voorbeeldten van ongerief,
misverstand; ja soms ruzie, door dat ver
schil van tijden. De advocaten hebben
reeds geld verdiend aan en do rechters
hebben gezwoegd over processen, uit deze
nooit stilstaando bron van verwarring
voortgesproten. En waartoe al deze misè
re? Wanneer van do Noderlandseh-
Duitsche grens bij Emmerik lot achter in
Duitschland, Oostenrijk, Italië cn Zweden
overal do klokken deuzelfden Lijd aanwij
zen, waarom moeten wij uuD in ons kleine
landje jarenlang dit gesukkel voortzetten?
Alleen omdat de wetgevende macht bij ons
te land nog geon tijd heeft kunnen vinden
om een wetje tot stand to brengen van één
artikel en tien of twaalf woorden, gelijk in
vele andere landen geldt.
Zou het nieuwe ministerie in dezen niet
eens de koe bij de horens kunnen vatten?
Het zou don dank oogsten van al onze
landgenooton, zonder verschil van gods-
dicnsligo of staatkundige richting. Lof ver
dient de Nedorlnndsche Boud van Vcreent-
gingen van den Handeldrijvenden Midden
stand, die dezer dagen nadrukkolijk do
aandacht der Rogcering op dit onderwerp
vestigde.
In hot Zondagsblad van „Het
Nieuws van d0u Dag" bespreekt do
kroniekschrijver (Frits Lapidobh) do
t ij d-k w o s t i e. Na te hebben aangetoond
hoe bespottelijk deze zaak nu is geregeld,
beploit bij do invoering van deu Zone-tijd
voor Europa.
„De vraag is meermalen gesteld of bij
internationaal-Europeesche conferentio
niet voor Europa kon worden gedaan, wat
in Noord-Amerika sedert 1884 reeas heel
goed blijkt te werken: n.l. invoering van
een uniformen zonetijd. (Volgt oen uiteen
zetting van het Amerikaanscho stelsel).
Europa zou op dezo manier krijgen do zo
nes: tusschon 7o 30' W/Greonwich on 7o
30' O/Groonwich met geheel Frankrijk, Ne
derland on Belgic. Spanje en Portugal sto
ken Westelijk maar een hcol klein stukjo
uit. Tijd aangevende meridiaan O/Grecn-
wich
Do tweede Europcoschc zone, waar bet
dus 1 uur zou wezen, als do Greenwick-
tijd middag is, omvat geheel Midden-Euro
pa. Zweden hooft dezen tijd (Greenwich
plus 1 uur) al sodert 1879. Hierbij valt op
te merken, dat met Greenwich plus 1 uur
de voornaamste steden vo® Midden-Euro
pa slechts weinig in plaatselijke® tijd
verschillen; t» w. Praag 2 minubon, Berlijn
0 minuten, Buda-Pesth 16 minuten De
Midden-Europoesche tijd wordt bepaald
door den meridiaan op löo O- v. Green
wich, welke, naar men op do kaart van
Europa ziet, het midden van dit werelddeel
in tweo tamelijk gclijko stukken snijdt. Hij
is de „verkcerstijd" voor Midden-Europa.
Nu is dc toestand nog uitoret gecompli-
oeerd, immers do spoortijd is gere
geld:
naar Middcn-Europeesohcn tijd in
Duitschland, Luxemburg, Oostenrijk-II on-
garijo, Denemarken, Italië, Zwitserland,
Zweden, Bosnië, Servië en Wcst-Turkije;
naar West-Europcoschen tijd in Engö-
land, Nederland en België;
naar Oost-Europee6chen tijd (30o O/
Gieonwich tot meridiaan) in Bulgarije,
Ru menie cn Oostelijk-Turicijo.
Volgens spoortijd is het dus, om 12 uur
Greenwich, volgens Midden-Europoeschen
tijd 1 uur, volgens Oost-Europoescbcn tijd
2 uur namiddag.
Maar Frankrijk, Griekenland, Noorwo-
gon, Portugal, Spanjo en Rusland hebben
een eigen tijd, berekend naar den meri
diaan dor hoofdsteden.
Eindelijk hebben allo landen met Weet-,
Midden- of Oost-Europceschen tijd voor
j het verkeer dezen ook aangenomen voor
j liet gewone leve®, behalve: Nederland,
Italic, Oostenrijk-Hongarijo, Zwitserland
cn Spanje, welke vijf dus met tweo tijden
sukkelen. Wij zagen al samen, dat ik min
stens tweo had moeten schrijven I
Wie zou het betreuren, als aan dezon
toestand een eind werd gemaakt door oen
wet?"
Dc Oeldorsclie EorHto-KAinor-
verkiczirag.
„Do Standaard" komt in haar nummer
van gisteravond lob cTo erkenning, dat haar
tegenspraak van het bericht der „Zutf.
Cfc." „niet zoo kras had mogen luiden".
Het antirov. orgaan schrijft o.a.
„Hot „van a tot z verzonnen", zooals
men ons schroef, is blijkbaar te sterk ge
weest. En hoewel wij allo reden hadden
om in dezen hot woord van onzen zega-
man, dio volkomen op de hoogto kan zijn,
over te nemen, zooals hij ons schreef,
dient erkend, dat do voorstelling van do
„Zutfenscho" dio qualifioatio niet vor-
cliondo. Wat mot do erkentenis in zich
sluit, dat dc door de „Zutfenscho'' gego-
ven voorstelling van a tot z juist -zou
wezon.
„Wij aarzelen dan ook in igegeven
geval niet, het scherpe woord terug to
nomen, waarmee we de voorstelling van
dc „Zutfenscho" hebben geteokend.*
10)
Terwijl dit ecnige huizen van het loge-
me^ plaats had, was er niet minder bewe
ging voor 'de woning, die in lichterlaaie
stond. In kleine steden heeft men zco wei
nig gelegenheid om dergelijke geïmprovi
seerde illumination of vuurwerken te zien,
Üat, als het dan ook eens plaats heeft,
iedereen zich verplicht acht daaraan te as-
sisteeren. In groote steden, vooral in de
hoofdstad, waar men zulke dingen meer ge
woon is, versokijnen bij zoodanige gelegen
heden alleen de stilzwijgend genoodigden
als daar zijn: de geaffecteerden aan do
brandspuiten, de schutters, die het piket
hebben, de zakkenrollers; in één woord: de
zoodanigen, die daar in functie moeten we
zen. Onder de dilettanten ziet men gewoon
lijk alleen de naaste geburen en heel enke
len van de alleropgewondenste vuuraan
bidders. Terwijl occupeert zich niemand
.van de overige bewoners met zulke zaken,
dio hem niot aangaan, behalve de toren
wachters, die het alarm deuntje wel slapen
de kunnen speleüj en de nachtwaehts, wien
het woordje „brand" in de keel verroest
Maar nu in Nijmegen. De gansche popu
latie was op de been. Niemand, dan die
door gebrekkigen ouderdom of lamheid aan
uis verbonden was, bleef in zijn woning;
ames en heeren, mannen en vrouwen* in
geen zij maar het dichtst bij de hand
vonden, gehuld, snelden naar het vroeger
onopgemerkte, nu zoo belangwekkende huis.
Zelfs de moeders meenden, dat zulk een
schouwspel haar zuigelingen zou interes
seeren; althans zij drongen met zoodanige
schepseltjes voorwaarts.
„Het was op dien weg," om in dagblad
stijl te spieken, „een voortgolvende massa,
een dichte phalanx, de straat was eivol,"
Verscheidene partioulieren wisten reeds ze
ker 'de oorzaak van den b. and, schoon de bc
woners van het huis zeiven die nog niet
gisten. Sommigen hadden dei vorigen
avond, ja 's middags al iets branderigs ge
roken, en zoo wisten weer anderen van
goederhand, dat het huis veel te hoog ge
assureerd was.
Intusschen waren eenigo brandspuiten in
werking gebrac.it en overstroomde het wa
ter, dat voor de brandende woning bestemd
was, de straat; want een kenmerkende eigen
schap van de slangen eenor brandspuit is,
dat zij lek zijn. Een veel te groot aantal ar
men bewoog de pompen, en een veel te groot
aantal schutters, om orde te houden, was
aanwezig. Het ontbrak ook geenszins aan
commando's, die elkander lijnrecht tegen
spraken, en dus had ieder onderhoorige een
schoone gelegenheid om te gelijk gehoor
zaam en ongehoorzaam te wezen. Verschei
dene stemmen trachtten elkander te over
schreeuwen; in het kort, het geweld en ru
moer, dat een brandtooneel recht levendig
maakt, ontbrak ook nu niet.
Onder de menigte toeschouwers, die een
zoogenaamde „goede plaats" hadden, be
vonden zich ook onze reizigers. Mijnheer
Korenaar had zijn bril opgezet, en sloeg
met aandacht de vlammen gade, die zich
om de balken kronkelden, totdat zij door
de nederstortende zoldering voor een oogen.
blik werden uitgedoofd, om daarna mot
vernieuwde kracht weer te voorschijn te
komen. Ambrosino leunde op den arm van
Torteltak en beefde van angst en ontzet
ting. Zij klemde zich nader aan den jonge
ling, als gevoelde zij bescherming te be
hoeven, en die liever bij hem te zoeken dan
bij mama, die haar aan de andere zijde
vasthield, en vele onnoodigo jammerkreten
uitte.
De Mordcr stemde met haar in, dat het
toch oen ijselijkheid is, om, wanneor men
één nacht in een stad logeert, zulke din
gen te moeten treffen. Hij wond haar ove
rigens op, door haar te verzekeren, dat men
den brand nog in geen tweemaal vier en
twintig uren zou meester worden, dat mis
schien do geheele stad wel een prooi der
vlammen zou worden, en dat straks zeker
do brandende balken op de hoofden der me
nigte zouden neerstorten. Veervlug staarde
het tooneel mot verrukking aan, sprak van
den vuurkoning,- die thans alle elementen
beheerschte, van massa's .water, die in
vloeiende vuurstroomen werden opgelost,
en eindigde alle 'Jergerlijke uitboezemingen
met den uitroep: „Prachtig schouwspel I
VerrukkelijkHeerlijk
Een zeer hardhandig Nijmegenaar naast
hom, geenszins in zijn verrukking deelende,
en van zijn overige uitroepingen niets be
grijpende, vond het gepast hem in deze uit-
roepingen te storen, door hem een klap
voor den mond te geven, welke handgreep,
Veervlug eenigszins pijnlijk aandoende, tot
vrij hevige onaangenaamheden aanleiding
gaf. Gelukkig was het, dat de menigte heD
een weinig van elkaar afdroog; anders weet
ik niet wat de gevolgen zouden geweest zijn
want Pols, nog steeds met de koffers bezig
was niet tegenwoordig om te bevredigen.
Holstaff stond, met één grooten traan in
ieder oog, het akelig tooneel te aanschou
wen. „Aah.acli, hoe ijselijk I" riep hij hij uit.
„Die bloeden van kinderen, ine nu in dit
huis zullen verbranden, en dio hopcloozo
ouders, die hun dierbaarste panden op zulk
een vreeselijke wijs verliezen, en ze niet
kunnen redden, voor al het goud van de we
reld niet kunnen redden. Die ongelukkige
kinderen, geheel omringd door onmeedoo-
gende vlammen den dood voor oogen
zonder hun ouders alleen die arme,
arme bloeden."
„Hou toch je mond van die arme bloe
den van kinderen," gromde een burger
hem toe. „Denk jij, dat wij hier de men-
schen laten verbranden? Daar zijn geen
kinderen in huis. Daar wonen maar twee
oude luitjes en een meid, cn die zitten al
een uur in veiligheid."
„Geen kinderen?" mompelde Holstaff,
„oen raar huisgezin, zonder kinderen. Nu,
ik kan het niet helpen. Dan verliezen de
menschen alleen hun goed. Ik dacht, dat
zij veel ongelukkiger waren."
Het huis was intusschen tot den grond
tce afgebranddoch daar het stil weder
was, en men do noodigc voorzorgen voor
de andere huizen nam, bepaalde zich het
onheil tot dis ééne woning. Te halfvier
was men den brand geheel meester, en zag
men langzamerhand de menschen aftrek
ken. De reizigers keerden weer in hun lo
gement terug; velen bleven uit voorzich
tigheid beneden, waar eenigen op sofa's cn
stoelen insluimerden, terwijl anderen, onder
een kalmeercnd kopje thee, over den brand
van dien nacht, over de oorzake en gevol
gen redeneerden cn ieder hunner een of
meer dergelijke scènes had bijgewoond, zeer
gcschiüt om onder zulke omstandigheden
te worden meegedeeld en aangehoord, maar
ook evenzeer geschikt, om verder geheel to
.worden vergeten.
IV.
Het nachtelijk avontuur te Nijmegen be
hoorde weer voor onze reizigers niet tot
do vermak olijks to ontmoetingen; maar hen
daarom ongelukkig te noemen, zooals som
migen hunner zich verbeeldden to zijn, is
misschien ecu weinig roekeloos omspringen
met een term, die op vele omstandigheden
des menschclijken levens met meer recht
kan worden toegepast. Het is wel onaange
naam, als men meer geld dan gewoonlijk
besteedt, om 's naoht6 behoorlijk te kunnen
slapen, die duurgekochte rust tc moeten
opofferen, om niet misschien levend te ver
branden maar moet men zulke brandtoo-
neelen in een belendend huis zien opvoorea*
dan hoeft dat in een logement dit voor, dat
men zich gemakkelijk cn zonder veel scha
de kan verwijderen, terwijl iemand, die on
der dezelfde omstandigheden rustig zijn
eigen huis in zijn eigen stad bewoont, door
gaans te veel wil redden, on zich daardoor
aan aanmerkelijke schade blootstelt.
(Wordt vervolgd.