No. 13998. LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG II OCTOBER. TWEEDE BLAD. Anno 1905. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. D eisavontiu'en. Tn Hot Vaderland" werd een uit; -"-tikel gewijd aan: „Oe strijQ Nederland sche Hoogo- cm oen 'fcohool. Daaraan is het volgende ontleend: Die Gezeild en Streuvels leest (wie doet het niet?) zal niet twijfelen, of er is in het Vlaamsche volk nog een schat aan onge bruikte kracht geborgen. Geen hoopvoller 'toeken dan die jong-Vlaamsche beweging 'der laatste jaren", schrijft dr. H. T. Colen brander in een juist uitgekomen werk over do Belgische Omwenteling. Dat niet alleen in do Vlaamscho letteren een nieuw fnsch leven zich vertoont, en 'dat met name de beweging voor een Nedorlandacho hoogo- 8chool te Gent onze aandacht verdient, is iets, dat in het Noorden al te stilzwijgend wordt toegegeven. Hoe is de Hoogeschoolbeweging ontstaan l De Belgische omwenteling, uit vele oorza ken voortkomende, werd grootendeels 'door Franschen en Franschgezinden bewerkt, en tot een goed einde gebracht. De Belgische Staat had een Fransche „Constitution," de aangekondigde taalvrijheid bleek een leu gen. De Vlaamscho Beweging ontstond als reactie tegen dit eigenaardige Belgicisme. Maar ook van Waal sche zijde werd de om wenteling later ernstig betreurd. Prof. De Laveleye, te Luik, ofschoon op zeer goeden yoet mot den Belgischen Koning, heeft ronduit geschreven: „La revolution de 1830 fut uno grande erreur." Evenwel, België bestaat thans 75 jaren; een geruchtmakende wereldtentoonstelling heeft die gebeurtenis gevierd. En zoowel in het Zuiden als in het Noorden schijnt men geneigd de omwenteling, als een vol dongen feit te aanvaarden. Prof. Blok zcide dezer dagen te Leiden in een voordracht: „Do beste oplossing is de blijvende schei ding in twee, desnoods concurrcorende na tiën, dooT haar historische ontwikkeling tot scheiding veroordeeld, maar tevens op el kander aangewezen, en het liefst door vriendschappelijke banden nauw verbonden, elkanders onafhankelijkheid in elkanders belang steunend In dit 75-jarige Belgic moet zich echter het NcderlaJ .che (Vlaamscho) deel duide lijk afteekenen. Vlaanderen moet zich als Vlaanderen organiseeren. Voor dien tijd, vóórdat het Nederlan'dsche element in Bri gië ten volle gelijkrechtigd is met het Fransche, zoo lang nog do Fransche partij door onophoudelijke chicanes haar Neder- landscho medeburgers tracht onder te hou den, zoolang is berusting van de Vlamingen een schandelijke laksheid, van cio Hollan ders <-on weinig minder betreurenswaardig gebrek aan Nederlandsch besef. Er kan niet genoeg aan herinnerd wor den, dat Vlaandoren steunen moet op Noord Nederland. Veel te vaak zijn wij in Hol land geneigd, den ganschen taalstrijd aan de Zuidelijke „broeders" over te laten, en hen misschien ten slotte om hun geringe resultaten te bespotten. Laten wij hier niet vergeten, dat Vlaanderen te worstelen heeft tegen den geduohten beschavingsin vloed van Frankrijk, dat soms zelfs Hol- landsoho hoogleeraren zóó kan in vervoering brengen, dat zijzioh verheugen over de verfransching van Vlaamsche schrijvers als Maeterlinck, Verluieren, e. a. I Inderdaad schijnt met den eisch van een Nederlandsche hoogesohool de Vlaamsohe beweging oneindig in diepte en beteekenis te zullen winnen. Zal die eisoh spoedig in gewilligd worden? Vele Vlamingen' betwijfe len het; omdat daarmede een geheele om mekeer in het oude Belgische stelsel zal worden gebracht; do Nederlandsche Hoo gesohool te Gent zou een einde maken aan 'de fictie, dat België in wezen Fransoh is. Het gaat om do toetreding van Ylaamsch- België tot de ééno Nederlandsche weten schap, om het vormen van een krachtig Ne derlandsch centrum, dat samenhang bren gen zal in België's Ncderlandsoho gewesten dat een einde zal maken n-.n de veelheid van gewestelijke spraken in Vlaanderen. Do strijd is ook voor ons van belang, het geen blijkt „a oontrario" uit de wijze, waarop hij van Fransohgezinde d. i. anti- Nederlandscbe zijde wordt gadegeslagen. D© Vlamingen zijn intusschen reeds prac- tisch bezig, hun eisch door tc zetten. Jaar lijks worden Vlaai, :ho studenteneongres- sen belegd, waar studenten in het Neder landsch wetenschappelijke voordrachten houden en blijken geven, de Nederlandsche wetenschappelijke boeken gelezen te heb ben, Regelmatig worden Vlaamsche weten schappelijke congressen gehouden als voortzetting van die studentenbijeenkom sten. Jammer genoog is tusschen twee uitste kende Vlaamscho leiders, prof. Fredericq en prof. Mac Leod oneenighcid ontstaan over het gewenschte stelsel van vervlaam- sching. Terwijl prof. Mac Lcod een zuiver Nederlandsche hoogesohool wenscht, ver kiest prof. Fredericq een tweetalige, die volgens hem meer kansen heeft, door de Regeering tc worden ingewilligd. Vrij al gemeen is in Vlaanderen het stelsel van prof. Mac Leod thans aanvaard. In Hol land kan tusschen beide moeilijk een keuze gedaan wordenmen kan slechts wenschen, dat de verdeeldheid spoedig wijke voor eensgezindheid, tegenover de bestrijders zoo dringend noodig. Van 18 tot 30 September hebben do Leidsche hoogleeraren Blok, Kalff en Ver dam een reeks colleges gegeven aan een 20- tal Vlaamscho doctoren en studenten uit Gent, Brussel en Luik. Deze „vaoantieleer- gang" was ingericht door do Leidsche stu- dentenafdeeling van het „Algemeen Neder landsch Verbond." Groote steun werd ook verleend door den Bond van oud-studenten van ,,'t Zal wol gaan" te Gent; door toe lagen maakte hij het "aan vele Vlaamsche studenten mogelijk, naar Holland te rei zen, Deze studie-tocht wint aan beteekenis buitengemeen in het licht der beweging, die in VLaamsch-Belgiö op Hooger-On der wijs- gebied aan den gang 13 geraakt, De Vla mingen „die goeie verschoppelingen" zooals Multatuli hen eens noemde missen nog altijd de, voor ons hedendaagsch besef onontbeerlijke, nationale hoogesohool. En thans zijn zij in hun vacantietijd met een groot getal naar Holland gekomen, om stu die te maken van onze, hun, taal, van de nu nog maar enkel Nóórd-Nederlandsohe wetenschap. Hoe kort de tijd van hun ver blijf ook was, hij kan voor velen hunner van onschatbare waarde zijn geweest. Het x -tholieke weekblad „Onze Tijd" te Brussel, en het liberale weekblad „De Brugsohe Beiaard" waren nu kort geleden eenstemmig in hun afkeuring van eoD rede, door den heer Cuppens, te Has - selt gehouden voor Katholieke Limburgsche studenten. Deze spreker had do Hollandsclie stijfheid, gedwongenheid, gekunsteldheid, enz-, doen uitkomon, en had gewaarschuwd Kijkt niet to veel naar Holland 1 Daai tegenover werd nu gewezen op Hollandsehe schrijvers als Busken Huet.cn Douwes Dek ker; maar bovendien schreef „Onze Tijd": „Holland blijft vooralsnog de vraagbaak op gebied van taal en letteren, gelijk Vlaanderen het was ten tijde van Maer- lant." En dc spreektaal, do krantentaal, beide staan in Noord-Nederland hooger dan in Zuid-Nederland, werd betoogd. Holland werd om die redenen aan de Vlaamsche jon geren ten voorbeeld gestold. Naar aanleiding van den Leidschcn leer gang sohreef Julius Hoste Jr. in den „Vlaamsohe n Gazet" van Brussel „Het geldt hier alleen voor Vlaamsche studenten het genoegen ik schreef haast het geluk te genieten ook eens een Hoog- keraar in het Nederlandsch les te hoor en geven. In België behoort dit tot zoekge- worden rariteiten. Er zijn nog zelfs men sohen, die beweren, dat het ons onmogelijk is, in het Nederlandsch aan beschaving cd wetenschap mee to doen. Dit va re heel koddig, zoo het ook niet een weinigj? treu rig ware." De Leidsche leergang, ook bijgewoond door de Gentsche hoogleerare-n Fredericq en Verooullie, gaf hot heuglijke verschijnsel te zien, \iat Holland en Vlaanderen samen werkten tot een ernstig doel. „De Am sto rdammer" schreef onlangs gering- schattend over „eenig intellectualisme", e« wón sch te, dat bij het Vlaamscho volk het rechtsgevoel werd opgewekt. Zonder het stille, ernstige intellectualisme, zooals bijv. prof. Mac Leod, dat in den laats ten tijd predikt, zou echter o. i- elke propaganda onder hot volk nutteloos en zinneloos ziju. Studie aLs nu te Leiden, waardoor de Vlaamsche wetenschap in aanraking komt mot de Nederlandsche ©n in oude zwarfc. muren van vooroordeel een bres geschoten wordt, is een onmisbare voorwaarde voor de propaganda, zooals zioh „Do Amster dammer" die denkt in zijn aansporing lot de Vlamen „Staat 'dan op; gordt u aan tot daden, laat er geen eind komen aan uw verzet tegoo de reeks van beleedigingen, die men u, in uw taal aandoet; trekt in steden on dorpen op tot de vurigst mogelijke propaganda voor der Vlamingen heilig reoht." D© Leidsche hooglecraren en studenten hebben echter meer gedaan dan de aan sporende „Amsterdammer": zij heb ben zelf de handen uit de mouw gestoken Op deze wijze is de identiteit te verwerke lijken in de differentie van Hollander en Vlaming. In het „Maandblad' togen Ver- valschingen" betoogen de heeren Van Hamel Roos en Harmens nogmaals do noodzakelijkheid van een officieel en Nodcrlandschen code voor voeding s- en genotmiddelen, en wel naar aanleiding van het op het con gres voor openbare gezondheidsregeling to Scheven in gen aangenomen voorstel tot benoeming van een commissie, die zich met de samenstelling van oen dorgelijken oode zal belasten. „Het behoeft geen betoog" zoggien do heeren Van Hamel Roos en Harmons „na al hetgeon ook bet ,,M a an d b 1 ad" over dit zoo hoogst gewie^—g onderwerp La het midden gebracht werd, dat een der gelijke code in een inderdaad dringende behoefte zou voorzien; doch waar wij de verschijning van een officieelen code met vieugdc zouden begroeten, en hoewel wij de commisso het besto succes bij haar werkzaamheden toewenschon, moeten wij onmiddellijk onzen ernstigen twijfel aan het welslagen van dezen uitgebrciden en moeilijken arbeid uitsproken, daar deze taak o. L to veelomvattend is voor het particuliere initiatief. Wij geloovcn zonder tegenspraak to kunnen beweren, dat een dergelijke arbeid, bij rijpe ervaring, een langdurige inspan ning eischt, ieder artmel behoort na tuurlijk behandeld te worden in verband met de geheele (zoowol binnen- als bui- tcrïlandsche) literatuur daaromtrent on waar twijfel bestaat zullen zelfs nieuwe, veelal tijdroovendo experti? 9 noodig zijn. Zelfs de schijn van oppervlakkigheid moet bij do samenstelling van een zoociani- gen code vermeden worden, daar natuur lijk, indien rechterlijke uitspraken zouden berusten op wettelijke bepalingen, aan zijn gegevens ontleend, de eer en goede naam, behalve nog ernstige financieel© be langen van zoovelen, op het spel staan. Dat de samenstelling van een code uitgaande van het particulier initiatief, inderdaad moeilijk, ja bijna, ten minste in een afzienbaren tijd, onuitvoerbaar ge noemd mag worden, blijkt wel het beste uit het volgende feit. In 1891 werd op het Congres van Scheikundigen en Microsco- p is ten, te Weenan gehouden, op voorstel van een onzer tot de samenstelling van een code besloten, nadat het principe vroegor reeds op bet Hygiënisch Congres te Lon den was besproken en aangenomen. En zelfa n u nog, dus na 14 jaren, is geen of- ficieele code in Oostenrijk ingevoerd ge worden. In do eerste plaats is dit wel te wijten aan do geringe belangstelling van Rcgeeringsweg© aldaar betoond, doch be grijpelijk is het oveneens, dat deskundigen, die veolal overladen zijn 1 et vak-bezighe den, onmogelijk veel tijd kunnen beste den aan niet, of weinig beloonde werk zaamheden, die, hoe eervol en nuttig ook, toch steeds als bijzaak besohouwd zul len moeten worden, daar toch wol niemand zijn eigen werkkring zaak daaronder zal mogen laten lijden. Wij zijn Op grond onzer zeer lange er varing, en lettende op hetgeen in het buitenland te dezer zake bekend geworden L?, tot dc vaste overtuiging gekomen, dat uitsluitend door Staatshulp tot een behoorlijk resultaat te geraken is, en zouden daarbij het volgende in overwo ging wenschen t,3 geven. lo. De Regeering benocme een zeker aantal deskundigen, welke zich tot een permanent o, voldoend gesair. orde commissie constitueer©®, en geregeld bijv. tweemaal per maand beurtelings in een der hoofdsteden, Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage en Utrecht, samenkomen ter vaststelling en bespreking der inmid dels verzamelde gegevens. 2o. Deze commissio zou bijv. telkens voor een tijdvak van tweo jaren benoemd kunnen worden e® daarna herkiesbaar zijn of nieuwe leden kunnen voordragen. 3o. Do leden dezer commissie zouden zich met do voornaamste industrieelen in verbinding kunnen stollen, ten einde normen vast te stellon om zoodoende zoo- we] met de eischc® dor hygiëne als met dio der industrie rekening to houden. In do eerste plaats springt het in het oog, dat iridic® offioiool benoemde en behoorlijk gehonoreerde ambtenaren aangesteld zouden worden, bet verrichten van den noodigen arbeid p 1 i e ht zou wor den, en niet eon soort eercambt, hetgeen reeds dikwijls meer als eer dan al9 ambt beschouwd moest worden. In de twecdo plaate kunnen personen met een officieel mandaat zich natuurlijk veel eerder do noodzakelijke gegevona verschaffen, dan indien zij deze als particulieren, zij het ook als Congros-oouimissieleden, verlangen. En eindelijk is het duidelijk, dat een der gelijke commissio permanent zal behoore® tc zijn, daar steeds niouwo wijzigingen op hot gebied van hygiëne of industrie on ontbeerlijk zullen blijken. Waar wij, zeer tot ons leedwezen, van de nieuwe Regeering geenorlei toczegc;ng van wetten tegen do ven alsching verna men, geven wij haar deze onze denkbeel den in ernstige overweging, overtuigd, dat het hier een Regeeringszaak geldt van het uiterste gewicht, zoowel voor do oppnba re gezondheid en de industrie, als *oor een billijke en rechtvaardige rechtspleging. „D c Vrijzinn ig-D 0 m 0 c r a a if' schrijft: In allo beschaafde landen van Europa ka® ieder, die een goed loopend horlogo heeft, do vraag hoe laat het is onmid dellijk beantwoorden. In Nederland moet men eerst do wedervraag stellen: Welken tijd bedoelt gij? Wij hebben spoor- en posttijd, plaatselijk aangenomen Green- wichtijd, plaatselijken Groningschen of Saxumhuizcr idem, Zutfenschen of Hcnge- looschcn tijd, cn nog vele andcro tijden meer. Wie als reiziger in ccn vreemde stad komt, moet zich eerst op de hoogto stellen, welke tijd daar geldt. Wie een tram wil gebruiken, moet eerst in het boekje trachten uit to vorschen, of dio tram behoort tot dezulke, die zich naai den spoortijd, of tot do zoodanige, die zich naar don plaatselijken of Amstcr- damschen tijd richten Ieder kent uit zijn •eigen kring voorbeeldten van ongerief, misverstand; ja soms ruzie, door dat ver schil van tijden. De advocaten hebben reeds geld verdiend aan en do rechters hebben gezwoegd over processen, uit deze nooit stilstaando bron van verwarring voortgesproten. En waartoe al deze misè re? Wanneer van do Noderlandseh- Duitsche grens bij Emmerik lot achter in Duitschland, Oostenrijk, Italië cn Zweden overal do klokken deuzelfden Lijd aanwij zen, waarom moeten wij uuD in ons kleine landje jarenlang dit gesukkel voortzetten? Alleen omdat de wetgevende macht bij ons te land nog geon tijd heeft kunnen vinden om een wetje tot stand to brengen van één artikel en tien of twaalf woorden, gelijk in vele andere landen geldt. Zou het nieuwe ministerie in dezen niet eens de koe bij de horens kunnen vatten? Het zou don dank oogsten van al onze landgenooton, zonder verschil van gods- dicnsligo of staatkundige richting. Lof ver dient de Nedorlnndsche Boud van Vcreent- gingen van den Handeldrijvenden Midden stand, die dezer dagen nadrukkolijk do aandacht der Rogcering op dit onderwerp vestigde. In hot Zondagsblad van „Het Nieuws van d0u Dag" bespreekt do kroniekschrijver (Frits Lapidobh) do t ij d-k w o s t i e. Na te hebben aangetoond hoe bespottelijk deze zaak nu is geregeld, beploit bij do invoering van deu Zone-tijd voor Europa. „De vraag is meermalen gesteld of bij internationaal-Europeesche conferentio niet voor Europa kon worden gedaan, wat in Noord-Amerika sedert 1884 reeas heel goed blijkt te werken: n.l. invoering van een uniformen zonetijd. (Volgt oen uiteen zetting van het Amerikaanscho stelsel). Europa zou op dezo manier krijgen do zo nes: tusschon 7o 30' W/Greonwich on 7o 30' O/Groonwich met geheel Frankrijk, Ne derland on Belgic. Spanje en Portugal sto ken Westelijk maar een hcol klein stukjo uit. Tijd aangevende meridiaan O/Grecn- wich Do tweede Europcoschc zone, waar bet dus 1 uur zou wezen, als do Greenwick- tijd middag is, omvat geheel Midden-Euro pa. Zweden hooft dezen tijd (Greenwich plus 1 uur) al sodert 1879. Hierbij valt op te merken, dat met Greenwich plus 1 uur de voornaamste steden vo® Midden-Euro pa slechts weinig in plaatselijke® tijd verschillen; t» w. Praag 2 minubon, Berlijn 0 minuten, Buda-Pesth 16 minuten De Midden-Europoesche tijd wordt bepaald door den meridiaan op löo O- v. Green wich, welke, naar men op do kaart van Europa ziet, het midden van dit werelddeel in tweo tamelijk gclijko stukken snijdt. Hij is de „verkcerstijd" voor Midden-Europa. Nu is dc toestand nog uitoret gecompli- oeerd, immers do spoortijd is gere geld: naar Middcn-Europeesohcn tijd in Duitschland, Luxemburg, Oostenrijk-II on- garijo, Denemarken, Italië, Zwitserland, Zweden, Bosnië, Servië en Wcst-Turkije; naar West-Europcoschen tijd in Engö- land, Nederland en België; naar Oost-Europee6chen tijd (30o O/ Gieonwich tot meridiaan) in Bulgarije, Ru menie cn Oostelijk-Turicijo. Volgens spoortijd is het dus, om 12 uur Greenwich, volgens Midden-Europoeschen tijd 1 uur, volgens Oost-Europoescbcn tijd 2 uur namiddag. Maar Frankrijk, Griekenland, Noorwo- gon, Portugal, Spanjo en Rusland hebben een eigen tijd, berekend naar den meri diaan dor hoofdsteden. Eindelijk hebben allo landen met Weet-, Midden- of Oost-Europceschen tijd voor j het verkeer dezen ook aangenomen voor j liet gewone leve®, behalve: Nederland, Italic, Oostenrijk-Hongarijo, Zwitserland cn Spanje, welke vijf dus met tweo tijden sukkelen. Wij zagen al samen, dat ik min stens tweo had moeten schrijven I Wie zou het betreuren, als aan dezon toestand een eind werd gemaakt door oen wet?" Dc Oeldorsclie EorHto-KAinor- verkiczirag. „Do Standaard" komt in haar nummer van gisteravond lob cTo erkenning, dat haar tegenspraak van het bericht der „Zutf. Cfc." „niet zoo kras had mogen luiden". Het antirov. orgaan schrijft o.a. „Hot „van a tot z verzonnen", zooals men ons schroef, is blijkbaar te sterk ge weest. En hoewel wij allo reden hadden om in dezen hot woord van onzen zega- man, dio volkomen op de hoogto kan zijn, over te nemen, zooals hij ons schreef, dient erkend, dat do voorstelling van do „Zutfenscho" dio qualifioatio niet vor- cliondo. Wat mot do erkentenis in zich sluit, dat dc door de „Zutfenscho'' gego- ven voorstelling van a tot z juist -zou wezon. „Wij aarzelen dan ook in igegeven geval niet, het scherpe woord terug to nomen, waarmee we de voorstelling van dc „Zutfenscho" hebben geteokend.* 10) Terwijl dit ecnige huizen van het loge- me^ plaats had, was er niet minder bewe ging voor 'de woning, die in lichterlaaie stond. In kleine steden heeft men zco wei nig gelegenheid om dergelijke geïmprovi seerde illumination of vuurwerken te zien, Üat, als het dan ook eens plaats heeft, iedereen zich verplicht acht daaraan te as- sisteeren. In groote steden, vooral in de hoofdstad, waar men zulke dingen meer ge woon is, versokijnen bij zoodanige gelegen heden alleen de stilzwijgend genoodigden als daar zijn: de geaffecteerden aan do brandspuiten, de schutters, die het piket hebben, de zakkenrollers; in één woord: de zoodanigen, die daar in functie moeten we zen. Onder de dilettanten ziet men gewoon lijk alleen de naaste geburen en heel enke len van de alleropgewondenste vuuraan bidders. Terwijl occupeert zich niemand .van de overige bewoners met zulke zaken, dio hem niot aangaan, behalve de toren wachters, die het alarm deuntje wel slapen de kunnen speleüj en de nachtwaehts, wien het woordje „brand" in de keel verroest Maar nu in Nijmegen. De gansche popu latie was op de been. Niemand, dan die door gebrekkigen ouderdom of lamheid aan uis verbonden was, bleef in zijn woning; ames en heeren, mannen en vrouwen* in geen zij maar het dichtst bij de hand vonden, gehuld, snelden naar het vroeger onopgemerkte, nu zoo belangwekkende huis. Zelfs de moeders meenden, dat zulk een schouwspel haar zuigelingen zou interes seeren; althans zij drongen met zoodanige schepseltjes voorwaarts. „Het was op dien weg," om in dagblad stijl te spieken, „een voortgolvende massa, een dichte phalanx, de straat was eivol," Verscheidene partioulieren wisten reeds ze ker 'de oorzaak van den b. and, schoon de bc woners van het huis zeiven die nog niet gisten. Sommigen hadden dei vorigen avond, ja 's middags al iets branderigs ge roken, en zoo wisten weer anderen van goederhand, dat het huis veel te hoog ge assureerd was. Intusschen waren eenigo brandspuiten in werking gebrac.it en overstroomde het wa ter, dat voor de brandende woning bestemd was, de straat; want een kenmerkende eigen schap van de slangen eenor brandspuit is, dat zij lek zijn. Een veel te groot aantal ar men bewoog de pompen, en een veel te groot aantal schutters, om orde te houden, was aanwezig. Het ontbrak ook geenszins aan commando's, die elkander lijnrecht tegen spraken, en dus had ieder onderhoorige een schoone gelegenheid om te gelijk gehoor zaam en ongehoorzaam te wezen. Verschei dene stemmen trachtten elkander te over schreeuwen; in het kort, het geweld en ru moer, dat een brandtooneel recht levendig maakt, ontbrak ook nu niet. Onder de menigte toeschouwers, die een zoogenaamde „goede plaats" hadden, be vonden zich ook onze reizigers. Mijnheer Korenaar had zijn bril opgezet, en sloeg met aandacht de vlammen gade, die zich om de balken kronkelden, totdat zij door de nederstortende zoldering voor een oogen. blik werden uitgedoofd, om daarna mot vernieuwde kracht weer te voorschijn te komen. Ambrosino leunde op den arm van Torteltak en beefde van angst en ontzet ting. Zij klemde zich nader aan den jonge ling, als gevoelde zij bescherming te be hoeven, en die liever bij hem te zoeken dan bij mama, die haar aan de andere zijde vasthield, en vele onnoodigo jammerkreten uitte. De Mordcr stemde met haar in, dat het toch oen ijselijkheid is, om, wanneor men één nacht in een stad logeert, zulke din gen te moeten treffen. Hij wond haar ove rigens op, door haar te verzekeren, dat men den brand nog in geen tweemaal vier en twintig uren zou meester worden, dat mis schien do geheele stad wel een prooi der vlammen zou worden, en dat straks zeker do brandende balken op de hoofden der me nigte zouden neerstorten. Veervlug staarde het tooneel mot verrukking aan, sprak van den vuurkoning,- die thans alle elementen beheerschte, van massa's .water, die in vloeiende vuurstroomen werden opgelost, en eindigde alle 'Jergerlijke uitboezemingen met den uitroep: „Prachtig schouwspel I VerrukkelijkHeerlijk Een zeer hardhandig Nijmegenaar naast hom, geenszins in zijn verrukking deelende, en van zijn overige uitroepingen niets be grijpende, vond het gepast hem in deze uit- roepingen te storen, door hem een klap voor den mond te geven, welke handgreep, Veervlug eenigszins pijnlijk aandoende, tot vrij hevige onaangenaamheden aanleiding gaf. Gelukkig was het, dat de menigte heD een weinig van elkaar afdroog; anders weet ik niet wat de gevolgen zouden geweest zijn want Pols, nog steeds met de koffers bezig was niet tegenwoordig om te bevredigen. Holstaff stond, met één grooten traan in ieder oog, het akelig tooneel te aanschou wen. „Aah.acli, hoe ijselijk I" riep hij hij uit. „Die bloeden van kinderen, ine nu in dit huis zullen verbranden, en dio hopcloozo ouders, die hun dierbaarste panden op zulk een vreeselijke wijs verliezen, en ze niet kunnen redden, voor al het goud van de we reld niet kunnen redden. Die ongelukkige kinderen, geheel omringd door onmeedoo- gende vlammen den dood voor oogen zonder hun ouders alleen die arme, arme bloeden." „Hou toch je mond van die arme bloe den van kinderen," gromde een burger hem toe. „Denk jij, dat wij hier de men- schen laten verbranden? Daar zijn geen kinderen in huis. Daar wonen maar twee oude luitjes en een meid, cn die zitten al een uur in veiligheid." „Geen kinderen?" mompelde Holstaff, „oen raar huisgezin, zonder kinderen. Nu, ik kan het niet helpen. Dan verliezen de menschen alleen hun goed. Ik dacht, dat zij veel ongelukkiger waren." Het huis was intusschen tot den grond tce afgebranddoch daar het stil weder was, en men do noodigc voorzorgen voor de andere huizen nam, bepaalde zich het onheil tot dis ééne woning. Te halfvier was men den brand geheel meester, en zag men langzamerhand de menschen aftrek ken. De reizigers keerden weer in hun lo gement terug; velen bleven uit voorzich tigheid beneden, waar eenigen op sofa's cn stoelen insluimerden, terwijl anderen, onder een kalmeercnd kopje thee, over den brand van dien nacht, over de oorzake en gevol gen redeneerden cn ieder hunner een of meer dergelijke scènes had bijgewoond, zeer gcschiüt om onder zulke omstandigheden te worden meegedeeld en aangehoord, maar ook evenzeer geschikt, om verder geheel to .worden vergeten. IV. Het nachtelijk avontuur te Nijmegen be hoorde weer voor onze reizigers niet tot do vermak olijks to ontmoetingen; maar hen daarom ongelukkig te noemen, zooals som migen hunner zich verbeeldden to zijn, is misschien ecu weinig roekeloos omspringen met een term, die op vele omstandigheden des menschclijken levens met meer recht kan worden toegepast. Het is wel onaange naam, als men meer geld dan gewoonlijk besteedt, om 's naoht6 behoorlijk te kunnen slapen, die duurgekochte rust tc moeten opofferen, om niet misschien levend te ver branden maar moet men zulke brandtoo- neelen in een belendend huis zien opvoorea* dan hoeft dat in een logement dit voor, dat men zich gemakkelijk cn zonder veel scha de kan verwijderen, terwijl iemand, die on der dezelfde omstandigheden rustig zijn eigen huis in zijn eigen stad bewoont, door gaans te veel wil redden, on zich daardoor aan aanmerkelijke schade blootstelt. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5