DRAAIORGELS.
baden.
Wie zijn het meest vergeetachtig?
VEOUWEN CLUBS.
toen in automatische beweging met aan
eengesloten vingers aan do shako. Eerst
bleef hij onbeweeglijk staan, toen do jeug
dige mannen aan hem voorbijsnellen; hij
week niet af van zijn voorgcscbroven hou*
ding. Zijn hoofd echter begon zich nu te be
wogen, bij strekte den bals wat meer uit,
zoekend dwaalden zijn oogen over de me
nigte heen. Hij zocht zijn kind.
Een flink gebouwd, knap officier nader
de hem, plaatste zioh vlak vóór hem.
„Welnu?"
De sergoant ontstelde. Had hij ''«fes ver
zuimd? Zijn ongeduldige verwachting had
hem doen afwijken van do voorgeschreven
onbeweeglijke houding. Stellig had hij oen
berisping van zijn meerdere verdiend en
verlegen stamelde hij: „Luitenanti"
Doch de ander viel hem in de rode: „Wel
kent u mij niet meer?"
Toen keek vader Lenoir den jongen man
aan, mot zijn fijne uniformjas, met goud
versierd, de epauletten op den schouder, den
degen op zijde.
Die officier, die hem aansprak, dat zou
is het is het mogelijk Zoo mooi, zoo
krijgshaftig 1 Hij dacht, dat hij droomde.
Doch do tweede luitenant strekte de armen
nit on drukte den ouden sergeant aan bet
hart, aio zich uitte in een kreet van trots,
Tan liefdo: „Mijn zoon I"
Een en ander over afgoden.
Indie zou men ,,'t land van afgoden" kun.
nen noemen. Overal treft men ze aan, groot
en klein, van metaal, klei of steen, afge
werkt en ruw, duur en goedkoop. Hoeveel
afgodsbeelden er zijn, is niet te berekenen,
daar bet aantal goden „legio" is.
De Hindoes beweren, 330 millioen goden
godinnen te hebben, dus meer goden dan
het aantal bewoners van geheel Indië bo-
diaagt, dat op 300 millioen geschat wordt
Het aantal afgodsbeelden is zeker tienmaal
zoo groot In hoever de Hindoe wezenlijk
goddelijke eer aan die veelal afschuwelijke,
(grillige en phantastischo voorstellingen be
wijst, is een moeilijke vraag, en, zoo in het
(-algemeen opgezet, niet te beantwoorden.
De afgodenindustrio is een voorname tak
▼an nijverheid, en toen de geïllustreerde
briefkaart haar intrek deed, waren do -rsto
kaarten voorstellingen van goden en godin
nen, echter zoo weinig artistiek uitgevoerd,
dat do meeste lezeressen zo zeker niet in
haar verzameling zouden dulden. Ook in de
afgodenindustrie en -fabricatie ondervindt
Indië de mededinging van het buitenland.
Menig Indisch af godsbeeld jo wordt in Bir
mingham gemaakt, en zijn wat de En
gelse hen echt „Brummagem" noemen. Ook
in Amerika bestaan afgodenfabrieken. Het
is ook bekend, dat platen, Indische afgoden
voorstellend en bestemd om de godsvrucht
der Hindoes op te wekken, in Duitschland
gedrukt worden. Er zijn er in de bazaars,
waarop „printed in Germany" (gedrukt in
Duitschland) in een verborgen hoekje to le
zen staat.
De afgodenfabricatie en -handel voorziet
in het dagelijksch onderhoud van duizenden
ei duizenden Hindoes en de tooneelon van
Efeze bij Paulus' prediking zouden onge
twijfeld hier zich herhalen, indien ooit de
menschen in massa de g den aan den dijk
zetten. Vooral als een of ander rijke sinjeur
een bijzonder mooien god wil hebben met
gouden of zilveren oogen, mond en ooren,
zal er menig goudstuk aan verdiend wor
den.
De Hindoe brengt offers aan zijn goden.
Een gedeelte van het voedsel wordt hun toe
bedeeld en toegeheiligd, cn hierover volgen
hier eenige nadere bijzonderheden.
De bewoners van het Hindoe-Pantheon
kunnen geriefelijk in twee klassen verdeeld
worden: in vleescheters en vegetariërs. Dit is
een natuurlijke v.erdeeling, daar de priesters,
die voor de tafel dor goden zorgen, vleesch-
eters of vegetariërs zijn. Natuurlijk komt er
j weinig of niets van het geofferde aan het
adres terecht, want met recht kan men hier
van do afgodenpriesters zeggen, dat ,,hun
god him buik" is. De priester is misschien
een niet-Brahmaan, maar toch een vegeta
riër, terwijl de offeraar een Brahmaan is,
maar zijn offer uit vleesch bestaat. De goden
schikken zich echter naar den srai .k hunner
vereerders Indien de offeraar een volbloed
vegetariër is, vol afschuw van vleesch, kan
een god, dio anders wel van een lekker vot
boutje houdt, zich tevreden stellen met een
offerande, bestaande uit vruchten en groen
ten. Maar het tegenovergestelde komt niet
voor. Bij een vegetariër-god behoeft men
niet met vleesch aan te komen; zulk een offer
zal on kan hem niet aangenaam zijn. Dat do
offeraar zelf een vleescheter is, laat den god
koud, zoolang de overgave slechts naar zijn
vegetariër-smaak is. Deze verdeeling onder
de goden vindt haar oorsprong cn verkla
ring in de klassen, waarin de vereerders ver
deeld zijn.
Do goden der Brahmanen verafschuwen,
gelijk hun vereerders, alle vleesch en
vleeschspijzen; de goden der Sudra's zijn
verlekkerd op schapen vleesch, kippen en ei
eren, terwijl do godheden, die door do Par
riah's vereerd worden, zich te goed doen
aan buffelvlcesch on -bloed. Toen dc goden
dezen smaak aangeworven hadden, worden
dc bordjes verhangen, en nu beweren de ver
schillende klassen van Hindoes, dat zij zich
naar den smaak der goden richten. Zoo eten
sommige Hindoes honden-, paarden- en rat-
tenvleesch, en ziin er ook godheden, die
bijzonder op deze lekkernijen gesteld zijn.
Mensclienvleesch werd altijd voor een bij;
zonder© lekkernij gehouden en als de goden
er van tijd tot tijd om vroegen, stond het
hooger aangeschreven dan oenigo offerande.
De altaren dor af go- n dropen meermalen
van hot bloed der menschelijke slachtoffers
en vooral krijgsgevangenen liepen groot ge
vaar, als dank-, zoen- of smeekoffcr den
goden te worden aangeboden. Doch onder
het Engelsche bestuur hebben deze goden
óf wel hun smaak moeten wijzigen óf wer
den van de lijst geschrapt.
Over hot algemeen hebben do goden, of
zij vleescheters zijn of niet, liever gekookt
dan ongekookt eten. Sommigen echter heb
ben bet meer bijzonder op ongekookte lek
kernijen begrepen. Gonesa bijv., de god der
hinderpalen, zoon van Siva cn een der me°st
populaire en voornaamste goden, voorge
steld met eon olifantskop, een ontzaglijken
romp en een rat aan zijn voeten, is dol op
kokosnoten melk. Rijpe bananen, mango
vruchten en citroenen staan bij alle goden
hoog aangeschreven. Hetzelfde geldt voor
melk, honing en boter. De zonnegod Surya
heeft een bijzonder zwak voor suiker. Onder
de vleeschetende goden hebben eenigen een
zonderlingen smaak voor groenten aange
kweekt; zoo wordt de „pokkengod'' Mari
slechts met suikerstroop en zuro toddy in
een goede luim gebracht. De cholera-godin
Kali daarentegen geeft niets om de voort
brengselen van het plantenrijk, maar zij is
dol op geiten- en buffelvlcesch, op hanen en
visch.
Sommige goden zou men dorpsgoden kun
nen noemen. Zij worden verondersteld over
het dorp te wa^en, ongunstig weer te ver
hinderen, rampen en tegenspoeden af to
weren, terwijl de oogst op het veld staat.
De landbouwers hebben groot vertrouwen
in deze goden (ofschoon zij dikwijls bedro
gen uitkomen) en zij verwachten meer van
hun tusschenkomst dan van de moderne
landbouwgereedschappen of hulpmiddelen
voor landbesproeiing, enz., die de Europea
nen trachten in te voeren.
In sommige gedeelten van Indië wordt
tegenwoordig nog het offerdier van alle
kanten doorboord, totdat het dood neer»-
(min of mepr de gewone manier van vee-
slachten in dit land); daarna wordt het
heelc dier in kleine stukjes gehakt, die dan
roet gebeden en plechtigheden in do velden
begraven worden om den dorpsgod goed
gunstig te stemmen.
Muzieknijverbeid draaiorgelindustrie.
Vooropzettende, d-': dezo kunstvorm,
hos weinig aangenaam ook voor velen,
toch „in een bestaande behoeftedes voitvs
voorziet, verhaalde do Am.dcrdamsche cor
respondent der „N. R. Ct." het een en
ander over dezen tak van kunstnijverheid.
Drie firma's to Amsterdam, zei hij, Ter-
huren die muz::kinstrumcntcn.
De groot6to is L. Warnies op do Brou
wersgracht, en dan zijn er nog Nu^irg, in
do Goudsbloemstraat, die speoiaal z g.
piano-orgels verhuurt en Cijs, in de Palm
straat.
De weduwe Warnies want dj echtge
noot, die de oprichter der zaak was, is een
paar jaren geleden gestorven heeft veer
tig orgels, oude en nieuwe, en dat verte
genwoordigt in dezen tijd, nu üe straator
gels ól grooter on pompeuzer van aan Wee
ding worden, een heel kapitaal. Want er
zijn kleine orgels van niet meer dan f 200,
maar de prijs van de grootste is /1200 tot
1500.
Voor deze zaak heeft de oude Warnies
den grondslag gelogd door zijn handel in
mondharmonica's, die hij over de geheele
wereld aan den man bracht. Zoo reisde
hij een vijftien jaAmerika rond, ook na
dat hij door den bliksem getroffen
aan beide oogen blind was geworden. Met
zijn vrouw, twee kleine kinderen en een
vreemden knecht tro-£ hij van de eene
plaats naar de andere en ging, toen de za
ken wat grooter vlucht namen, ook naar
Duitschland, Frankrijk of België, om daar
orgels te koopen. Want hij had c fijn ge
hoor, en niemand beter dan hij kon in de
orgelfabrieken de beste keus doen. Maar
voor het gezin was het wel ccn angstig
iots, om dien blinde daar maar zoo op den
trein te zetten.
Orgeldraaier geboren is er zeker nie
mand. Men komt tot die broodwinning
door ziekte of gebrekkigheid, werkloos
heid en (zegt de co respondent) misschien
wel luiheid ook. Maar de gebrekkigen heb
ben bij de politie die de vergunningen
uitreikt terecht de voorkeur
Do nieuwste orgels zijn waarlijk geen
peulschilletjes in de behandeling Wij hoor
den zelfs een gewicht van 750 kilo noe
men. En nu - "«n do meeste grooto orgels,
waarmee wordt rondgereden, wel niet zóó
zwaar zijn, maar aJs een paar slecht ge
voede mannen, of een man en een vrouw,
don heelen dag met zoo'n bakbeest door
de straten hebben gezeuld en aan het
groote ijzeren vliegwiel gedraaid, dan kun
nen ze 's avonds toch ook waarlijk wel
met een gerust geweten Verklaren, dat
ze hun broodje in het zweet huns aan-
schijns verdiend hebben.
Daarentegen ha.m ze vaak aardig cen
ten op, zoodat menig werkman hen zou
kunnen benijden, cn op de feestdagen van
gen ze zelfs een bom duiten Dan trekt
een ieder er op uit, vergunning of geen
vergunning, en zo spelen tot in den nacht
toe. Dit jaar met den 31sten Augustus
was er (te Amsterdam) een orgeldraaier,
die zijn buideltje centen en klein zilver
geld voor geen f 30 wilde verkoopen.
Maar het orgeldraaien is ook al eeD seh
zocn-vak. De „season" begint na Paschen.
en duurt tot het laatst van Augustus. Dan
breekt het kwade jaargetijde aan^ komen
de schrale maanden, en voor wieD niet
heeft overgespaard velen verdienen
vrij geregeld f 12 k f 14 per week, dank
z',\ hun vasten klan!/* is armoe troef.
Orgellui, die zonder vergunning spelen,
komen nogal eens voor. Iemand, die het
weten kan, verzekerde ons, dat er zoo
minstens een vijfhonderd in Amsterdam
rondloopen. Worden zo geverbaliseerd en
veroordeeld, dan gaan zo maar zitten. Zoo
is het van één orgelman-zonder-vergunning
bekend, dat hij pas 236 dagen heeft geze
ten, en er nu weer voor ISO dagen in gaat!
De huurprijzen van de instrumenten
loopen natuurlijk zeer uiteen: de heel ge
wone met een matig geluid, afgezaagde
deuntjes en een heel poovere uitmonste
ring van doek mc' wat bloemetjes er op,
doen niet meer dan vijf kwartjes per week
maar de goed ordinaire, ^ol zware or
kestmuziek, met oen ridder, die de maat
slaat, en nimfen, die op harpen tokkelen,
kosten 4, 5 en 6 gulden.
De betaling geschiodt in den regel el-
ken avondalleen de onbetwistbaar ver
trouwbaren en die vormen de overwe
gende minderheid hebben langer kre«
diet bij don verhuurder, die bovendieo
ander risico loopt. Wij zagen ten minste
bij een hunner een paar instrumenten,
die door hun bestuurders ergens in Noord-
Holland pardoes to water waren gereden,
en toen maar, zonder meer, terug wai
gestuurd. Ze stonden nu te drogen, en za
gen er allermiserabelst uit.
De huurder bepaalt zelf, w hij te be
talen heeft. Bij weekhuur wordoD regenda
gen niet berekend; en wie zal uitmaken,
dat het ergens buiten de stad niet gere
gend heeft? Idom is het met ziekte-dagen,
die ook niet betaald worden.
De fatsoenlijkste, eerlijkste huurders
zijn dus de beste klanten van don orgel-
verhuurder, en de andere....»» van den
kroeghouder.
Het baden biedt gelegenheid genoeg om
excentriciteiten te begaan, waarvan wel de
allernieuwste vorm is het zandbad. In lo
vrije buitenlucht, terwijl de zon aan den he
mel brandt, graaft de badende zich in het
zand, totdat hij heelemaal door de glinste
rende en over elkaar buitelende korreltjes
bedekt is, uit welke hij, volgens een, die
uit ondervinding mag spreken, zegt, na een
poosje met nieuwe kracht en gezondheid we
der te voorschijn komt.
Reeds in de veertiende eeuw beval een Ita
liaan, Ciaoomo Di Dondis, het slijkbad aan
en heden ten dage trekt men in dichte
drommen naar 8t.-Amand les Caux, om
zioh, al naar het voorschrift, een halfuur,
tot vijf uron too, in do slijkerige, papperi
gs modderbaden op te houden. Het slijk
laat zich na afloop gemakkelijk door
middel van een warme douche van de huid
verwijderen.
In do Zuid-TyroUcho boerenbaden, met
name in St.-Peter, in Gröden, wordt in
den zomer het hooibad veelvuldig aange
wend tegen rhoumatiek. De patiënt wordt
ia bet geurig riekende hooi der Alpenlan
den tot den hals toe ingegraven cn moet
geruimen tijd daarin vertoeven. Daar de
broeiende lucht van het hooi slaapwekkend
werkt, moet do patiënt door opwekken
de gesprokken wakker gehouden worden.
Do Tyrolers schrijven aan de hooibaden
een wonderbaarlijke werking toe. Zieken,
die voor de kuur den St.-Poter opgedragen
moeten worden, wandelen na afloop met
lichten tred den berg af. Dat aan den an
deren kant hartaandoeningen daarbij
veelvuldig voorkomen, verzwijcren de
voorstanders der kuur maar al t: gaarne.
De weelde van een melkbad hebben zich
een beele recks van beroemdheden veroor
loofd, o. a- de hertog van Queensbury en
een bekende fat, met i ame Brummel, wel
ke laatste zelf?, toen hij zich in de gijze
ling bevond wegens schulden, eiken mor
gen een zekere hoeveelheid melk in de ge
vangenis bezorgd kreeg om zich te baden.
Poppea, de gemalin van N^r--, hield
vijfhonderd ezelinnen, die haar de noodi-
ge melk om zich te baden en te wasschen
leverden. Zelfs in de ballingschap kon zij
van deze gewoonte geen afstand doen;
alleen moest zij haar prac. tig porfieren
bad missen en zich met vijftig ezelinnen
tevreden stellen.
Isabella van Beieren wiesch zich even
eens met melk. Wij lezen van haar, dat zij
een bad in een afkooksel van muurkruid
als uitmuntend voor haar teint beschouw
de doch ook rozen, honingwater, meloen-
sap, de melkachtige bestanddeelen van
groene gerst, en verscheidene mot amande
len en eierdooiers saamgestelde mengsels
stonden bij haar in hoog aanzien.
Uit een afkooksel van veldthijm, laurier
bladen, wilde kwendel en marjolijn met bij
voeging van een beetje zeezout bestond het
bad van Marie Antoinette Mevrouw Tal-
lien gebruikte voor het hare geperste aard
beien en framboz.j. Bij een bad vr gepar
fumeerd water deed zij twintig pond aard
beien en twee pond frambozen en dit meng
sel maakte de huid zoo zacht als fluweel.
De Amerikaansche staatsman John Law
was gewoon bij zijn geparfumeerd bad nog
ccn honderd eierdooiers te voegen. Buiten
dien is nog van tal van andere middelen ge
bruik gemaakt, als bijvoorbeeld saus van
kalfsvleesch en wijn. Het eerste middel
sohijnt de oorsprong geweest te zijn van de
moderne wijze van verfraaiing van de ge
laatskleur door het opleggen van dunne
schijfjes kalfsvleesch.
Wijnbaden zijn veelvuldig aangewend. In
Frankrijk waren zij in de zeventiende eeuw
onder de dames van het hof bijzonder in
den smaak. Naar wij hopen, volgden zij niet
op de raadgevingen, die een onlangs in een
Fransch departement verspreide circulaire
aan de hand doet. Volgens deze moet cea
bad van twintig minuten lang in malvezij
van zoo uitstekende gevolgen zijn. Dezelfde
circulaire bevat de opmerking, dat dezelfde
wijm honderdmaal gebruikt kan worden als
men hem terstond na elk bad weer in het
vat doet.
Zelfs van goudbaden, on wel in den let
terlijken zin van het woord, wordt gewag
gemaakt: Paganimi, do beroemde vioolspe
ler, ontving eens van mevrouw Sola, op eon
concert van welke dame hij zijn medewer-
kirg had verleend, zijn aanzienlijk honora
rium in goud en wiesch zich letterlijk de
handen met de glinsterende dukaten, en een
Amorikaamsohe zilvermijneigenaar, die voor
eenige mijnaandeelen honderd duizend gul
den in baar geld ontving, nam het mee naar
zijn kamer in het hotel, wierp het in zijn
bad en baadde zioh tot aan den morgen in
zijn rijkdom.
Als betaling voor het eerste deel van zijn
„Herinneringen van den Duivel" ontving de
romanschrijver Frédéric Soulié van zijn uit
gever 10,000 frs. in gouden louis.' Thuis ge
komen, deed hij de muntstukken in zijn
bad, waarin hij vervolgens de voeten stak.
Een halfuur lang amuseorde hij zich met
dit zonderlinge voetbad en rookte daarbij
de grootste ha van n a-sigaardie hij vinden
kon.
Jammer, dat er geen nabob (rijk man)
in de wereld is, die op de beantwoording
dezer vraag: Wie zijn het meest vergeet
achtig, de mannen of de vrouwen? ©en
grooten prijs uitloofde.
Een uitvoerige en nauwkeurig© statis
tiek zou dan eindelijk vele kibbelarijen en
woordentwisten uit de wereld helpen en
veel hoofdbreken voorkomen. Om dezo
vraag toch is achter de biertafel en op de
koffie- en theekransjes al heel wat gere
dekaveld. Den jongen geleerden of toe-
komstigen candidaten op proefschrift, dio
dit hoogst actueele thema wellicht eens
willen uitwerken, willen wij reeds een
kleine vingerwijzing geven hoe en op wel
ke manier zij een betrouwbare statistiek
zouden kunnen opmaken. Deze psycholo-
gisch-statistieke arbeid kan reeds aan
merkelijk verlicht worden door de dagboe
ken en inleveringsjournalen van de bu
reaux der gevonden voorwerpen.
Men weet immers, dat de tram- en omni
busmaatschappijen, derpolitie en de spoor
wegdirecties geregelu aanteekening hou
den van de gevonden voorwerpen, die in
haar bezit komen. Uit alles, wat jaar in,
jaar uit verzameld wordt, kan men zeer
gemakkelijk de gevolgtrekking maken, of
het gevonden voorwerp aan een manne
lijk of vrouwelijk wezen behoort. Kan men
bijv. de ambtenaren van een dergelijk bu
reau van de groote Berlijnsche trambanen
gelooven, dan vergeten de vrouwen meer
dan de mannen.
InJerdaad worden hier door de afzon
derlijke stations van deze Maatschappij
dagelijks minstens vijftig parapluies afge
geven. Daarvan zijn op zijn hoogst vier
heerenparapiuies. Al de andere lieve din
getjes met hun fa-tasiekrokken hebben
de leden van het zwakke geslacht in de
tram vergeten.
Ook onder de vijftien of twintig por'ce-
monnaies, die in de electriscl tram da
gelijks worden gevonden, vor iHen de sier
lijke taschjes der dames de meerderheid.
Een half dozijn Pompadours dameswerk-
taschjes) vormden den ioventaiij yao
iedere tramleverai.tie.
Gedurende hecrschende warm.j lijkt het
bureau dor gevonden voorworpen dikwijls
op een bontwinkcl. Overal hangen pels-
boa's en omslagdoeken, die door hun
draagsters in den warmen wagen werden
ufgelegd en vergoten.
Ook kinderjasjee en -manteltjes worden
veel vergoten. De aanzienlijke hoeveel
heid eetwaren, die op de bureaux aange
bracht wordt, ia zeker ook wel meest
al door de vrouwelijke kunne vergoten. De
meeste papieren zakjes en pakje# bevat
ten namelijk koekjes.
Eetwaar, die spoedig bederft, wordt dat-
gelijks onder het personeel van de groote
Berlijnsche trammaatschappij bij opbod
verkocht.
Tot troost van onze lezeressen zij hier
evenwel aan toegevoegd, dat toch
klasse van mannen de vrouwen in vergeet
achtigheid weinig toegeeft: het kantoor
personeel. Aktonportofeuilles blijven in
zoo grooten getale in de eloetrische tram
liggen, dat zij bijna het getal der dames-
portemonnaies bereiken.
Bij de vele reistassohen, die in de wag
gons blijven liggen, is het bepaald moei
lijk te bepalen, of die dingen aan eige
naars of eigenaressen hebben toebehoord.
Nog moeilijker is dit vast te stellen
omtrent de jonge hondjes, levende konij
nen, kippeneieren enz., enz., dio zelfs zoo
nn ©n dan in de treinen worden achterge
laten.
Amerika is een raar lancï. Als je iets
hoort, wat heel vreemd is, op welk gebied
ook, dan is het Amerikaansch. Amerika
houdt er van het ~eheele overige gedeelte
van de were in verbazing te zetten.
Een van de merkwaardigste verschijnse
len in dit land zijn de vrouwenclubs, Merk
waardig niet alleen door do talrijkheid,
maar ook om de eigenaardigheid er van.
In Californië alleen telt de Bond van
Vrouwen 10,000 clubs 1
Iedere Staat van Amerika heeft meer
vrouwenclrbs dan er mannenclubs in heel
Engeland, afgezien van Londen, bestaan.
En deze vrouwenverenigingen zijn eerst in
de laatste jaren ontstaan. Slechts enkele
stammen uit het jaar 1865 cn '70.
De hoofdgedachl van iedere lub is oor
spronkelijk altijd de „emancipatie van het
zwakkere geslacht", maar deze bedoeling
is meestal op den achtergrond geraakt cn
de meest uiteenloopende beginselen zijn
daarvoor in de plaats getreden. Zoo is bijv.
de „Pionier-vrouw< iclub" uiterst exclu
sief; de leden moeten afstammen van de
eerste kolonisten van Amerika, willen ze in
dezo club worden opgenomen.
't Is wel opvallend, dat de beroemdste
en meesb geachte vrouwen van Amerika
geen voeling met de clubbeweging hebben.
Niet alleen vrouwen uit den gegoeden
stand, maar ook die T*an de onderste lagen
van den middenstand, wijden een groot ge
deelte van haar tijd aan bet clubleven. Dat
is te verklaren uit de gewoonte om op ge
meubileerde kamers te wonen e het eten
van den kok te laten komen, hetgeen aan
de vrouwen van arbeiders, commiezen,
winkeliers, enz. veel vrijen tijd laat.
Anderen willen graag „in gezelschap
pen" komen, en een gemakkelijke weg
daaxtoe zijn de clubs. De gebouwen van de
rijkere clubs zijn weelderig en overdadig
ingericht en hebben mannelijke bedienden
in livrei.
In do oostelijke Staten bestaan clubs,
waarvan de leden poker spelen, rooken, en
met alle ondeugden behept zijn, die men
vroeger uitsluitend tot de mannelijke re
kenden. Zelfs opium-rooken komt voor In
het westen is dat gelukkig onbekend.
Ongeveer de helft der clubs hebben in
het programma de studie, discussie ori
analyse van levende en gestorven auteurs,
waaronder Shakespeare en Browning het
mccit gewild zijn. Er zijn clubs voor schil-