DRAAIORGELS. baden. Wie zijn het meest vergeetachtig? VEOUWEN CLUBS. toen in automatische beweging met aan eengesloten vingers aan do shako. Eerst bleef hij onbeweeglijk staan, toen do jeug dige mannen aan hem voorbijsnellen; hij week niet af van zijn voorgcscbroven hou* ding. Zijn hoofd echter begon zich nu te be wogen, bij strekte den bals wat meer uit, zoekend dwaalden zijn oogen over de me nigte heen. Hij zocht zijn kind. Een flink gebouwd, knap officier nader de hem, plaatste zioh vlak vóór hem. „Welnu?" De sergoant ontstelde. Had hij ''«fes ver zuimd? Zijn ongeduldige verwachting had hem doen afwijken van do voorgeschreven onbeweeglijke houding. Stellig had hij oen berisping van zijn meerdere verdiend en verlegen stamelde hij: „Luitenanti" Doch de ander viel hem in de rode: „Wel kent u mij niet meer?" Toen keek vader Lenoir den jongen man aan, mot zijn fijne uniformjas, met goud versierd, de epauletten op den schouder, den degen op zijde. Die officier, die hem aansprak, dat zou is het is het mogelijk Zoo mooi, zoo krijgshaftig 1 Hij dacht, dat hij droomde. Doch do tweede luitenant strekte de armen nit on drukte den ouden sergeant aan bet hart, aio zich uitte in een kreet van trots, Tan liefdo: „Mijn zoon I" Een en ander over afgoden. Indie zou men ,,'t land van afgoden" kun. nen noemen. Overal treft men ze aan, groot en klein, van metaal, klei of steen, afge werkt en ruw, duur en goedkoop. Hoeveel afgodsbeelden er zijn, is niet te berekenen, daar bet aantal goden „legio" is. De Hindoes beweren, 330 millioen goden godinnen te hebben, dus meer goden dan het aantal bewoners van geheel Indië bo- diaagt, dat op 300 millioen geschat wordt Het aantal afgodsbeelden is zeker tienmaal zoo groot In hoever de Hindoe wezenlijk goddelijke eer aan die veelal afschuwelijke, (grillige en phantastischo voorstellingen be wijst, is een moeilijke vraag, en, zoo in het (-algemeen opgezet, niet te beantwoorden. De afgodenindustrio is een voorname tak ▼an nijverheid, en toen de geïllustreerde briefkaart haar intrek deed, waren do -rsto kaarten voorstellingen van goden en godin nen, echter zoo weinig artistiek uitgevoerd, dat do meeste lezeressen zo zeker niet in haar verzameling zouden dulden. Ook in de afgodenindustrie en -fabricatie ondervindt Indië de mededinging van het buitenland. Menig Indisch af godsbeeld jo wordt in Bir mingham gemaakt, en zijn wat de En gelse hen echt „Brummagem" noemen. Ook in Amerika bestaan afgodenfabrieken. Het is ook bekend, dat platen, Indische afgoden voorstellend en bestemd om de godsvrucht der Hindoes op te wekken, in Duitschland gedrukt worden. Er zijn er in de bazaars, waarop „printed in Germany" (gedrukt in Duitschland) in een verborgen hoekje to le zen staat. De afgodenfabricatie en -handel voorziet in het dagelijksch onderhoud van duizenden ei duizenden Hindoes en de tooneelon van Efeze bij Paulus' prediking zouden onge twijfeld hier zich herhalen, indien ooit de menschen in massa de g den aan den dijk zetten. Vooral als een of ander rijke sinjeur een bijzonder mooien god wil hebben met gouden of zilveren oogen, mond en ooren, zal er menig goudstuk aan verdiend wor den. De Hindoe brengt offers aan zijn goden. Een gedeelte van het voedsel wordt hun toe bedeeld en toegeheiligd, cn hierover volgen hier eenige nadere bijzonderheden. De bewoners van het Hindoe-Pantheon kunnen geriefelijk in twee klassen verdeeld worden: in vleescheters en vegetariërs. Dit is een natuurlijke v.erdeeling, daar de priesters, die voor de tafel dor goden zorgen, vleesch- eters of vegetariërs zijn. Natuurlijk komt er j weinig of niets van het geofferde aan het adres terecht, want met recht kan men hier van do afgodenpriesters zeggen, dat ,,hun god him buik" is. De priester is misschien een niet-Brahmaan, maar toch een vegeta riër, terwijl de offeraar een Brahmaan is, maar zijn offer uit vleesch bestaat. De goden schikken zich echter naar den srai .k hunner vereerders Indien de offeraar een volbloed vegetariër is, vol afschuw van vleesch, kan een god, dio anders wel van een lekker vot boutje houdt, zich tevreden stellen met een offerande, bestaande uit vruchten en groen ten. Maar het tegenovergestelde komt niet voor. Bij een vegetariër-god behoeft men niet met vleesch aan te komen; zulk een offer zal on kan hem niet aangenaam zijn. Dat do offeraar zelf een vleescheter is, laat den god koud, zoolang de overgave slechts naar zijn vegetariër-smaak is. Deze verdeeling onder de goden vindt haar oorsprong cn verkla ring in de klassen, waarin de vereerders ver deeld zijn. Do goden der Brahmanen verafschuwen, gelijk hun vereerders, alle vleesch en vleeschspijzen; de goden der Sudra's zijn verlekkerd op schapen vleesch, kippen en ei eren, terwijl do godheden, die door do Par riah's vereerd worden, zich te goed doen aan buffelvlcesch on -bloed. Toen dc goden dezen smaak aangeworven hadden, worden dc bordjes verhangen, en nu beweren de ver schillende klassen van Hindoes, dat zij zich naar den smaak der goden richten. Zoo eten sommige Hindoes honden-, paarden- en rat- tenvleesch, en ziin er ook godheden, die bijzonder op deze lekkernijen gesteld zijn. Mensclienvleesch werd altijd voor een bij; zonder© lekkernij gehouden en als de goden er van tijd tot tijd om vroegen, stond het hooger aangeschreven dan oenigo offerande. De altaren dor af go- n dropen meermalen van hot bloed der menschelijke slachtoffers en vooral krijgsgevangenen liepen groot ge vaar, als dank-, zoen- of smeekoffcr den goden te worden aangeboden. Doch onder het Engelsche bestuur hebben deze goden óf wel hun smaak moeten wijzigen óf wer den van de lijst geschrapt. Over hot algemeen hebben do goden, of zij vleescheters zijn of niet, liever gekookt dan ongekookt eten. Sommigen echter heb ben bet meer bijzonder op ongekookte lek kernijen begrepen. Gonesa bijv., de god der hinderpalen, zoon van Siva cn een der me°st populaire en voornaamste goden, voorge steld met eon olifantskop, een ontzaglijken romp en een rat aan zijn voeten, is dol op kokosnoten melk. Rijpe bananen, mango vruchten en citroenen staan bij alle goden hoog aangeschreven. Hetzelfde geldt voor melk, honing en boter. De zonnegod Surya heeft een bijzonder zwak voor suiker. Onder de vleeschetende goden hebben eenigen een zonderlingen smaak voor groenten aange kweekt; zoo wordt de „pokkengod'' Mari slechts met suikerstroop en zuro toddy in een goede luim gebracht. De cholera-godin Kali daarentegen geeft niets om de voort brengselen van het plantenrijk, maar zij is dol op geiten- en buffelvlcesch, op hanen en visch. Sommige goden zou men dorpsgoden kun nen noemen. Zij worden verondersteld over het dorp te wa^en, ongunstig weer te ver hinderen, rampen en tegenspoeden af to weren, terwijl de oogst op het veld staat. De landbouwers hebben groot vertrouwen in deze goden (ofschoon zij dikwijls bedro gen uitkomen) en zij verwachten meer van hun tusschenkomst dan van de moderne landbouwgereedschappen of hulpmiddelen voor landbesproeiing, enz., die de Europea nen trachten in te voeren. In sommige gedeelten van Indië wordt tegenwoordig nog het offerdier van alle kanten doorboord, totdat het dood neer»- (min of mepr de gewone manier van vee- slachten in dit land); daarna wordt het heelc dier in kleine stukjes gehakt, die dan roet gebeden en plechtigheden in do velden begraven worden om den dorpsgod goed gunstig te stemmen. Muzieknijverbeid draaiorgelindustrie. Vooropzettende, d-': dezo kunstvorm, hos weinig aangenaam ook voor velen, toch „in een bestaande behoeftedes voitvs voorziet, verhaalde do Am.dcrdamsche cor respondent der „N. R. Ct." het een en ander over dezen tak van kunstnijverheid. Drie firma's to Amsterdam, zei hij, Ter- huren die muz::kinstrumcntcn. De groot6to is L. Warnies op do Brou wersgracht, en dan zijn er nog Nu^irg, in do Goudsbloemstraat, die speoiaal z g. piano-orgels verhuurt en Cijs, in de Palm straat. De weduwe Warnies want dj echtge noot, die de oprichter der zaak was, is een paar jaren geleden gestorven heeft veer tig orgels, oude en nieuwe, en dat verte genwoordigt in dezen tijd, nu üe straator gels ól grooter on pompeuzer van aan Wee ding worden, een heel kapitaal. Want er zijn kleine orgels van niet meer dan f 200, maar de prijs van de grootste is /1200 tot 1500. Voor deze zaak heeft de oude Warnies den grondslag gelogd door zijn handel in mondharmonica's, die hij over de geheele wereld aan den man bracht. Zoo reisde hij een vijftien jaAmerika rond, ook na dat hij door den bliksem getroffen aan beide oogen blind was geworden. Met zijn vrouw, twee kleine kinderen en een vreemden knecht tro-£ hij van de eene plaats naar de andere en ging, toen de za ken wat grooter vlucht namen, ook naar Duitschland, Frankrijk of België, om daar orgels te koopen. Want hij had c fijn ge hoor, en niemand beter dan hij kon in de orgelfabrieken de beste keus doen. Maar voor het gezin was het wel ccn angstig iots, om dien blinde daar maar zoo op den trein te zetten. Orgeldraaier geboren is er zeker nie mand. Men komt tot die broodwinning door ziekte of gebrekkigheid, werkloos heid en (zegt de co respondent) misschien wel luiheid ook. Maar de gebrekkigen heb ben bij de politie die de vergunningen uitreikt terecht de voorkeur Do nieuwste orgels zijn waarlijk geen peulschilletjes in de behandeling Wij hoor den zelfs een gewicht van 750 kilo noe men. En nu - "«n do meeste grooto orgels, waarmee wordt rondgereden, wel niet zóó zwaar zijn, maar aJs een paar slecht ge voede mannen, of een man en een vrouw, don heelen dag met zoo'n bakbeest door de straten hebben gezeuld en aan het groote ijzeren vliegwiel gedraaid, dan kun nen ze 's avonds toch ook waarlijk wel met een gerust geweten Verklaren, dat ze hun broodje in het zweet huns aan- schijns verdiend hebben. Daarentegen ha.m ze vaak aardig cen ten op, zoodat menig werkman hen zou kunnen benijden, cn op de feestdagen van gen ze zelfs een bom duiten Dan trekt een ieder er op uit, vergunning of geen vergunning, en zo spelen tot in den nacht toe. Dit jaar met den 31sten Augustus was er (te Amsterdam) een orgeldraaier, die zijn buideltje centen en klein zilver geld voor geen f 30 wilde verkoopen. Maar het orgeldraaien is ook al eeD seh zocn-vak. De „season" begint na Paschen. en duurt tot het laatst van Augustus. Dan breekt het kwade jaargetijde aan^ komen de schrale maanden, en voor wieD niet heeft overgespaard velen verdienen vrij geregeld f 12 k f 14 per week, dank z',\ hun vasten klan!/* is armoe troef. Orgellui, die zonder vergunning spelen, komen nogal eens voor. Iemand, die het weten kan, verzekerde ons, dat er zoo minstens een vijfhonderd in Amsterdam rondloopen. Worden zo geverbaliseerd en veroordeeld, dan gaan zo maar zitten. Zoo is het van één orgelman-zonder-vergunning bekend, dat hij pas 236 dagen heeft geze ten, en er nu weer voor ISO dagen in gaat! De huurprijzen van de instrumenten loopen natuurlijk zeer uiteen: de heel ge wone met een matig geluid, afgezaagde deuntjes en een heel poovere uitmonste ring van doek mc' wat bloemetjes er op, doen niet meer dan vijf kwartjes per week maar de goed ordinaire, ^ol zware or kestmuziek, met oen ridder, die de maat slaat, en nimfen, die op harpen tokkelen, kosten 4, 5 en 6 gulden. De betaling geschiodt in den regel el- ken avondalleen de onbetwistbaar ver trouwbaren en die vormen de overwe gende minderheid hebben langer kre« diet bij don verhuurder, die bovendieo ander risico loopt. Wij zagen ten minste bij een hunner een paar instrumenten, die door hun bestuurders ergens in Noord- Holland pardoes to water waren gereden, en toen maar, zonder meer, terug wai gestuurd. Ze stonden nu te drogen, en za gen er allermiserabelst uit. De huurder bepaalt zelf, w hij te be talen heeft. Bij weekhuur wordoD regenda gen niet berekend; en wie zal uitmaken, dat het ergens buiten de stad niet gere gend heeft? Idom is het met ziekte-dagen, die ook niet betaald worden. De fatsoenlijkste, eerlijkste huurders zijn dus de beste klanten van don orgel- verhuurder, en de andere....»» van den kroeghouder. Het baden biedt gelegenheid genoeg om excentriciteiten te begaan, waarvan wel de allernieuwste vorm is het zandbad. In lo vrije buitenlucht, terwijl de zon aan den he mel brandt, graaft de badende zich in het zand, totdat hij heelemaal door de glinste rende en over elkaar buitelende korreltjes bedekt is, uit welke hij, volgens een, die uit ondervinding mag spreken, zegt, na een poosje met nieuwe kracht en gezondheid we der te voorschijn komt. Reeds in de veertiende eeuw beval een Ita liaan, Ciaoomo Di Dondis, het slijkbad aan en heden ten dage trekt men in dichte drommen naar 8t.-Amand les Caux, om zioh, al naar het voorschrift, een halfuur, tot vijf uron too, in do slijkerige, papperi gs modderbaden op te houden. Het slijk laat zich na afloop gemakkelijk door middel van een warme douche van de huid verwijderen. In do Zuid-TyroUcho boerenbaden, met name in St.-Peter, in Gröden, wordt in den zomer het hooibad veelvuldig aange wend tegen rhoumatiek. De patiënt wordt ia bet geurig riekende hooi der Alpenlan den tot den hals toe ingegraven cn moet geruimen tijd daarin vertoeven. Daar de broeiende lucht van het hooi slaapwekkend werkt, moet do patiënt door opwekken de gesprokken wakker gehouden worden. Do Tyrolers schrijven aan de hooibaden een wonderbaarlijke werking toe. Zieken, die voor de kuur den St.-Poter opgedragen moeten worden, wandelen na afloop met lichten tred den berg af. Dat aan den an deren kant hartaandoeningen daarbij veelvuldig voorkomen, verzwijcren de voorstanders der kuur maar al t: gaarne. De weelde van een melkbad hebben zich een beele recks van beroemdheden veroor loofd, o. a- de hertog van Queensbury en een bekende fat, met i ame Brummel, wel ke laatste zelf?, toen hij zich in de gijze ling bevond wegens schulden, eiken mor gen een zekere hoeveelheid melk in de ge vangenis bezorgd kreeg om zich te baden. Poppea, de gemalin van N^r--, hield vijfhonderd ezelinnen, die haar de noodi- ge melk om zich te baden en te wasschen leverden. Zelfs in de ballingschap kon zij van deze gewoonte geen afstand doen; alleen moest zij haar prac. tig porfieren bad missen en zich met vijftig ezelinnen tevreden stellen. Isabella van Beieren wiesch zich even eens met melk. Wij lezen van haar, dat zij een bad in een afkooksel van muurkruid als uitmuntend voor haar teint beschouw de doch ook rozen, honingwater, meloen- sap, de melkachtige bestanddeelen van groene gerst, en verscheidene mot amande len en eierdooiers saamgestelde mengsels stonden bij haar in hoog aanzien. Uit een afkooksel van veldthijm, laurier bladen, wilde kwendel en marjolijn met bij voeging van een beetje zeezout bestond het bad van Marie Antoinette Mevrouw Tal- lien gebruikte voor het hare geperste aard beien en framboz.j. Bij een bad vr gepar fumeerd water deed zij twintig pond aard beien en twee pond frambozen en dit meng sel maakte de huid zoo zacht als fluweel. De Amerikaansche staatsman John Law was gewoon bij zijn geparfumeerd bad nog ccn honderd eierdooiers te voegen. Buiten dien is nog van tal van andere middelen ge bruik gemaakt, als bijvoorbeeld saus van kalfsvleesch en wijn. Het eerste middel sohijnt de oorsprong geweest te zijn van de moderne wijze van verfraaiing van de ge laatskleur door het opleggen van dunne schijfjes kalfsvleesch. Wijnbaden zijn veelvuldig aangewend. In Frankrijk waren zij in de zeventiende eeuw onder de dames van het hof bijzonder in den smaak. Naar wij hopen, volgden zij niet op de raadgevingen, die een onlangs in een Fransch departement verspreide circulaire aan de hand doet. Volgens deze moet cea bad van twintig minuten lang in malvezij van zoo uitstekende gevolgen zijn. Dezelfde circulaire bevat de opmerking, dat dezelfde wijm honderdmaal gebruikt kan worden als men hem terstond na elk bad weer in het vat doet. Zelfs van goudbaden, on wel in den let terlijken zin van het woord, wordt gewag gemaakt: Paganimi, do beroemde vioolspe ler, ontving eens van mevrouw Sola, op eon concert van welke dame hij zijn medewer- kirg had verleend, zijn aanzienlijk honora rium in goud en wiesch zich letterlijk de handen met de glinsterende dukaten, en een Amorikaamsohe zilvermijneigenaar, die voor eenige mijnaandeelen honderd duizend gul den in baar geld ontving, nam het mee naar zijn kamer in het hotel, wierp het in zijn bad en baadde zioh tot aan den morgen in zijn rijkdom. Als betaling voor het eerste deel van zijn „Herinneringen van den Duivel" ontving de romanschrijver Frédéric Soulié van zijn uit gever 10,000 frs. in gouden louis.' Thuis ge komen, deed hij de muntstukken in zijn bad, waarin hij vervolgens de voeten stak. Een halfuur lang amuseorde hij zich met dit zonderlinge voetbad en rookte daarbij de grootste ha van n a-sigaardie hij vinden kon. Jammer, dat er geen nabob (rijk man) in de wereld is, die op de beantwoording dezer vraag: Wie zijn het meest vergeet achtig, de mannen of de vrouwen? ©en grooten prijs uitloofde. Een uitvoerige en nauwkeurig© statis tiek zou dan eindelijk vele kibbelarijen en woordentwisten uit de wereld helpen en veel hoofdbreken voorkomen. Om dezo vraag toch is achter de biertafel en op de koffie- en theekransjes al heel wat gere dekaveld. Den jongen geleerden of toe- komstigen candidaten op proefschrift, dio dit hoogst actueele thema wellicht eens willen uitwerken, willen wij reeds een kleine vingerwijzing geven hoe en op wel ke manier zij een betrouwbare statistiek zouden kunnen opmaken. Deze psycholo- gisch-statistieke arbeid kan reeds aan merkelijk verlicht worden door de dagboe ken en inleveringsjournalen van de bu reaux der gevonden voorwerpen. Men weet immers, dat de tram- en omni busmaatschappijen, derpolitie en de spoor wegdirecties geregelu aanteekening hou den van de gevonden voorwerpen, die in haar bezit komen. Uit alles, wat jaar in, jaar uit verzameld wordt, kan men zeer gemakkelijk de gevolgtrekking maken, of het gevonden voorwerp aan een manne lijk of vrouwelijk wezen behoort. Kan men bijv. de ambtenaren van een dergelijk bu reau van de groote Berlijnsche trambanen gelooven, dan vergeten de vrouwen meer dan de mannen. InJerdaad worden hier door de afzon derlijke stations van deze Maatschappij dagelijks minstens vijftig parapluies afge geven. Daarvan zijn op zijn hoogst vier heerenparapiuies. Al de andere lieve din getjes met hun fa-tasiekrokken hebben de leden van het zwakke geslacht in de tram vergeten. Ook onder de vijftien of twintig por'ce- monnaies, die in de electriscl tram da gelijks worden gevonden, vor iHen de sier lijke taschjes der dames de meerderheid. Een half dozijn Pompadours dameswerk- taschjes) vormden den ioventaiij yao iedere tramleverai.tie. Gedurende hecrschende warm.j lijkt het bureau dor gevonden voorworpen dikwijls op een bontwinkcl. Overal hangen pels- boa's en omslagdoeken, die door hun draagsters in den warmen wagen werden ufgelegd en vergoten. Ook kinderjasjee en -manteltjes worden veel vergoten. De aanzienlijke hoeveel heid eetwaren, die op de bureaux aange bracht wordt, ia zeker ook wel meest al door de vrouwelijke kunne vergoten. De meeste papieren zakjes en pakje# bevat ten namelijk koekjes. Eetwaar, die spoedig bederft, wordt dat- gelijks onder het personeel van de groote Berlijnsche trammaatschappij bij opbod verkocht. Tot troost van onze lezeressen zij hier evenwel aan toegevoegd, dat toch klasse van mannen de vrouwen in vergeet achtigheid weinig toegeeft: het kantoor personeel. Aktonportofeuilles blijven in zoo grooten getale in de eloetrische tram liggen, dat zij bijna het getal der dames- portemonnaies bereiken. Bij de vele reistassohen, die in de wag gons blijven liggen, is het bepaald moei lijk te bepalen, of die dingen aan eige naars of eigenaressen hebben toebehoord. Nog moeilijker is dit vast te stellen omtrent de jonge hondjes, levende konij nen, kippeneieren enz., enz., dio zelfs zoo nn ©n dan in de treinen worden achterge laten. Amerika is een raar lancï. Als je iets hoort, wat heel vreemd is, op welk gebied ook, dan is het Amerikaansch. Amerika houdt er van het ~eheele overige gedeelte van de were in verbazing te zetten. Een van de merkwaardigste verschijnse len in dit land zijn de vrouwenclubs, Merk waardig niet alleen door do talrijkheid, maar ook om de eigenaardigheid er van. In Californië alleen telt de Bond van Vrouwen 10,000 clubs 1 Iedere Staat van Amerika heeft meer vrouwenclrbs dan er mannenclubs in heel Engeland, afgezien van Londen, bestaan. En deze vrouwenverenigingen zijn eerst in de laatste jaren ontstaan. Slechts enkele stammen uit het jaar 1865 cn '70. De hoofdgedachl van iedere lub is oor spronkelijk altijd de „emancipatie van het zwakkere geslacht", maar deze bedoeling is meestal op den achtergrond geraakt cn de meest uiteenloopende beginselen zijn daarvoor in de plaats getreden. Zoo is bijv. de „Pionier-vrouw< iclub" uiterst exclu sief; de leden moeten afstammen van de eerste kolonisten van Amerika, willen ze in dezo club worden opgenomen. 't Is wel opvallend, dat de beroemdste en meesb geachte vrouwen van Amerika geen voeling met de clubbeweging hebben. Niet alleen vrouwen uit den gegoeden stand, maar ook die T*an de onderste lagen van den middenstand, wijden een groot ge deelte van haar tijd aan bet clubleven. Dat is te verklaren uit de gewoonte om op ge meubileerde kamers te wonen e het eten van den kok te laten komen, hetgeen aan de vrouwen van arbeiders, commiezen, winkeliers, enz. veel vrijen tijd laat. Anderen willen graag „in gezelschap pen" komen, en een gemakkelijke weg daaxtoe zijn de clubs. De gebouwen van de rijkere clubs zijn weelderig en overdadig ingericht en hebben mannelijke bedienden in livrei. In do oostelijke Staten bestaan clubs, waarvan de leden poker spelen, rooken, en met alle ondeugden behept zijn, die men vroeger uitsluitend tot de mannelijke re kenden. Zelfs opium-rooken komt voor In het westen is dat gelukkig onbekend. Ongeveer de helft der clubs hebben in het programma de studie, discussie ori analyse van levende en gestorven auteurs, waaronder Shakespeare en Browning het mccit gewild zijn. Er zijn clubs voor schil-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 14