delijko priorin van het Huis, zich weder meer gesterkt gevoelen tot de eentonige dagtaak, die den meesten onzer, thuisgeko men, weder wacht. Want, terwijl deze hooge vrouw als een nederige dienares de zalen met u doorwan delt, de kleinste bijzonderheden in deD grooton, doelmatig en smaakvol aangeleg- den tuin u mededeelt, ontvangt gij van haar levenslessen, die go nimmer weder zult .vergeten. Een enkel voorbeeld. Schrijver dezer, merkende aan het hijgen van haar boezem, dat zij vermoeid was, vroeg haar of zij niet even wilde rusten; wij hadden den tijd .wel. Zij zou toch wel moe zijn 1 Antwoord:Hoe mogen we alleen zijn, als wij 's avonds ter ruste gaan." Dit woord, met een eigenaardig Duitscb accent uitgesproken, echoct nog steeds voort in mijn ziel, het meest als des drijvers roede mij al te fel drijft, en schenkt mij. kracht tot volharden. Moge geen onzer het eenvoudig woord ooit vergeten. Wat adem de onder haar heerlijke leiding daar alles lieflijken vrede! Do koeien in den stal, bet zware Ardcn- ner werkpaard en de Russische pony luis- terden«*naar de zoete namen, hun door de vriendelijke moeder gegeven, en streelden de goede vrouw. Hans en Gretcher., de Jfcwee blanke zwanen ïn den vijver, lieten niet af haar als vriendelijke feeën te volgen, zelfs den heuvel op naar den stillen dooden- akker... Zullen ze haar niet eenmaal breed- wiekend willen dragen naar den troon van haar Heer en Heiland, aan Wien gelijk te zijn reeds hier haar lust was en haar kracht? Achter de vele gebouwen, eenvoudig en toch grootsch, lagen eenige hectaren gronds. eenmaal, zooals de moeder-overste ons me dedeelde, woeste grond, nu in een lusthof herschapen doortecdere vrouwenhan den. In dit huis waren zeer veel vrouwen, die, behalve, dat zij zich wijdden aan de op voeding der jeugd, zich bezighielden met den tuinbouw. Het maakte op ons een wonderlijken in druk tientallen van jonge vrouwen in eigen aardige kleedij in vollen ijver onvermoeid tuinarbeid te zien verrichten Zwijgend deden zij hun werk, de een niet minder ijverig dan de ander. Een beetje ondeugend vroëgen we of onder zoovele vrouwen de vrede steeds kon bewaard blijven. Moeder gaf tot bescheid: ,,Zij sprei:en onder den arbeid niet samen, alleen bidden zij, en onder gemeenschappelijk gebed krakeelt men niet." Eenmaal op den dag komen aden bijeen, des zomers buiten, des winters in de con versatiezaal en dc.11 spreken ze en vertellen ze elkander, doch zo twisten niet; elke oor zaak tot twist is buitengesloten. Jaloezie woont bier niet meer in de har'en. We zagen stil weemoedig c i bejaarde man en vrouw wandelen. Het waren de ouders van oen zuster, die leed aan de wreode kwaal, waarvoor nog geen kruid was gevondende tering. Zij voelde haar eii.de in vrede naderen en wenschte nu nog afscheid te nemen van haar vader en moe der. Zwijgend wandelden wij weiara mot de steeds vertellende en steeds leerende moeder-overste, maar, och, het interesseer de ons eigenlijk maar weinig, dat het kloos ter zijn eigen gasfabriek, een eigen melke- rij en bakkerij had, dat het brood er machi naal werd gesneden en de schoenen machi naal gepoetst, hoe vreemd zoo iets mocht voorkomen in dit overigens primitieve Zuiden. De geest is meerder dan de stof. Groot en grootsch is dit Moederhuistwee en een half uur hebben wij er doorgebracht, bijna altijd wandelend, onze geleidster nooit moede om inlichtingen te geven en zooals zij het vertelde, werd de nietigste bijzonderheid interessant. Dat wij eindelijk de.i wil te kennen gaven ook de kapel te mogen binnentreden eon kostbaar kunstwerk deed do vrome moe der goed, al had zij uic bescheidenheid er niet op willen aandringen, omdat zij be merkt had, dat wij protestanten waren. Laat ons ook bescheiden zij a en alleen zeggon, dat het ons goed is geweest in dezen tempel, door menschenhanden gemaakt. Ons afscheid van deze nederige, maar hoogstaande vrouw was recht hartelijk. Ons twaalfjarig dochtertje kreeg - l .-1 prentje ten geschenke en een teeder moederlijk woord medo voor de levensreis. Het prentje heeft een mooie plaats in een album. Hopen u ij dat de goede woorden een eereplaats hebben verkregen in het jonge hart. Wio ooit in Zuid-Limburg komt verzuimo niet een bezoek aan „Haus Loreto" te bren gen iu het simpele Simpelveld. De heerlijke zomer van_I905 is nu weder voorbijwij zijn den herfst ingetreden, straks komt de winter. Met nieuwen lust hebben wij allen'ons werlr^weer opgevat en onder de expansie van den arbcJd zullen de dagen snel voorbijgaan en spoediger dan wij het kunnen denken zal de zomer van 1906 er weer zijD. Wie dan plannen .wil maken voor een uitstapje, vergete Limburgs Zuiden niet en zoeko als middelpunt het stille dorpje Epen. BET POSTVEEKEEK. De gemakkelijke 7n regelmatige wijze, waarop wij tegenwoordig onze brieven ver zenden en onze courant ontvang ;n, bewijst reeds genoegzaam, dat het postwezen, zoo als het thans is, een groote plaats in het moderne leven inneemt. Wat zou de han del beginnen, wanneer brieven en mon sters niet zoo snel werden verzonden l Reeds bij enkele verstoring van het trein verkeer wordt allerwegen last en schade ondervonden. En toch, deze g ote, inge wikkelde administratie heeft zich in den loop der tijden uit de eenvoudigste commu nicatiemiddelen ontwikkeld. Reeds in de vroegste tijden kende men een instelling van het berichtverkeer, dat door snelle loopers werd onderhouden. Zoo waren er in het oude Egypte, Assyrië en Medië zulk soort van postverbindingen, en ook in China werd hot eenst zulk een verkeer onderhouden. Volgen3 Herodotus en Xenophon vond do post onder Gyrus, in het groote Perzische Rijk, reeds met zeer regelmatige verzendingen plaats, wiens systeem onder diens opvolgers werd voortgezet. Over het geheele Rijk waren stations gevestigd, waar de boden steeds versche paarden vonden. Regen, sneeuw, duisternis of slechte wegen konden hen niet terughouden, en zoodoende ging een bericht, door vele handen overgegeven, zeer Bnel van de eene plaats naar de andere. Onder Oaesar waB de bezorging in Galliè en Italië reeds zóó goed geregeld, dat twee brieven, die hij van uit Gallië naar Rome aan Cicero zond, de een ,,maar" 26 en de andere 28 dagen onderweg bleef. Ook hier werd de boodschap aan de ver schillende stations steeds aan een nieuwen bode overgegeven, die tot plicht had, zoo snel mogelijk naar het volgende te rijden, waar dan weder een andere bode klaar 6tond, om het bericht verder te bezorgen. Op deze wijze kon een bericht, dat des mor gens in het tegenwoordige Orleans was, des avonds reeds bij de bewoners van Auvergne zijn. Onder Augustus werd aan dezen koerier- dienst een groote uitbreiding gegeven. De ze boden, die een bijzonder kentecken droe gen, moesten door allo burgers kosteloos van voeding en logies voorzien worden, en s!j brachten ook hoofdzakelijk de officieele keizerlijke boodschappen over. Particulie re personen moesten hun brieve- aan een slaaf, een vriend of iemand anders toe vertrouwen, wat natuurlijk geen zekere be stelling ten gevolge had. In de brieven van Seneca en Plinius komcr» dan ook dik wijls klachten voor over laat-ontvangen of verloren geraakte brieven. Later kwam er een postinstelling van de overheid en den fiscus, een voor den mi litairen dienst en een voor particuliere personen. Voor do goede verzorging der hun toevertrouwdo zaken leggen de fijne gerechten, welke toenmaals uit de verst verwijderde plaatsen naar Rome gebracht werden, en die onbeschadigd aankwamen, een goede getuigenis af. Deze methode van het bezorgen van station tot 'station bleef zeer lang in stand. Bij de Turken, zoo verhaalt de Byzantijn- sche geschiedschrijver Ohaicondylos, had den de koeriers, -wier paarden vermoeid waren, het recht, van den eersten den bes ten ruiter, dien zij tegenkwamen, zijn paard op to eischen. Natuurlijk werd van dit pri vilege een grof misbruik gemaakt en wer den met het paard ook kleederen, edelge steenten en geld afgenomen. In Italië werd door Theodorjc den Groo ts een regelmatige postverbinding inge steld, waarna, in de middeleeuwen, de koerierdienst zich langzamerhand in de verschillende Europeesche landen ontwik kelde. Doch yoor partiouliere personen be stond nog geen gelegenheid hun brieven hiermede te verzenden, daar de koeriers Bteeds voor de be.orging van staatsstuk ken in beslag werden genome" De bur gers moesten zichzelven maar zien te hel pen; zoo hadden bijvoorbeeld do studenten van Duitschland en Frankrijk hun eigen boden om berichten naar hun families te zenden. Onder Lodewijk XIII werden de koninklijke boodschappen, die tot nu toe slechts met groote tusschenpoozen werden verzonden, regelmatig gestuurd terwijl aan de boden te gelijk de vergunning werd gegeven, brieven van partieel te. perso nen medo te nemen. Zoodoende was dus het eerste postvervoer van Staatswege ont staan. Hier te lande ontstDnd ook omtrent de zen tijd een geregelde postverbinding met het buitenland, waarna ook allengs tus- schen de verschillende steden een geregeld verkeer plaats greep. Ten tijde van de Ba- taafsche Republiek kwam hierin een be langrijke verbetering en in 1810 verscheen eoi „generale instructie van den post dienst", waarvan heden nog enkele bepa lingen van kracht zijn. Door Frans en Bernard Taxis werd in 1516 in Duitschland een postinstelling ge vestigd, die goede zaken maakte, en in de achttiend o eeuw reeds een jaarlij ksche winst van 3,000,000 opleverde. Toen had de onderneming ongeveer 20,000 personen en een nog veel grooter aantal paarden in dienst. Deze onderneming b'ief bestaan tot aan het midden der negentiende eeuw, toen het postverkeer do~ ue Staten zelf werd ter hand genomen. Het porto, dat door de TaJcische post werd geheven, was zeer verschillend, en werd ook door. de Staatsinstellingen overgenomen. Een belangrijke verandering werd in Engeland voorbereid door sir Rowland Hill, die het eerst op de gedachls kwam om een uniform-tarief in werking te stel len. In het begin ondervond Inj verbazendeD tegenstand, daar men vreeede, dat dkn de posterijen zeker met verlies zouden wer ken. Door volhouden echter, wist hij iede- ren tegenstand te overwinnen, en in 1839 werd in Engeland een uniform-tarief van een penny (5 cents) ingevoerd. Boven alle verwachting verdubbelde de opbrengst, gd weldra werd dit voorbeeld door andere landen gevolgd. Nadat hier te lande van 1850 af een tarief van 5, 10 en 15 cents had bestaan, werd in 1871 een uniform-tarief van 5 cents voor binnenlandsch yerkeer ingevoerd. Een belangrijke factor voor da uitbrei 'ding van het postverkeer was het tot stand-komen van de internationale posti unie op het congres, dat op initiatief van Duitechland, in 1874 te Bern gehouden werd. Door de overeenkomst, welke de daar vertegenwoordigde landen gesloten hebben is het porto voor buitenlandsche brieven voor alle landen tot een bedrag van onge veer 12^ cent voor brieven en 6 cents voor briefkaarten vastgesteld. Deze en vele an dere verbeteringen zijn oorzaak, dat het postverkeer thans in zulk een mate is toe genomen, en zoo vlug geschiedt, als men een vijftig jaar geleden niet kon verwach ten. Wat betreft de opbrengst der Neder- landsche Posterijen, in 1870 bedroeg de ontvangst op dezen tak van dienst /2,794,000 en voor 1905 was ze geraamd op 13,240,000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 12