leeren en Kinderkleding
Hoeren- en Kinderkleeding
1000
mmmwmm
H
Closets,
Speciale Afdeeling voor Kleeding naar
- - sa,EsomG naar maat -
Opening der Spekslagerij
J. L. GREYGNTON,
BADINRICHTINGEN
P rima Versche Sirasboter
Leidsohe Schouwburg.
NE ALPENTOtRISÏ.
voor liet a. s. Herfst- en Winterseizoen (ïEEEED is, welke uitmunt door uitgebreidheid
van nieuwe dessins, chique en solide afwerking en bijzonder lage prijzen.
©012© afd©eiSng
bevat een rijke collectie nieuwe STOFFEN. De vervaardiging geschiedt
tegen lage prijzen, onder garantie van elegant passen en vlugge levering.
in HEERE^-MODE-ARTiKELE.V, rds: Hoeden, Petten, Overhemden,
DllHjlUliUlHjlU Boorden, Manchetten, Dassen, Handschoenen, Sokkeu, Ondergoe
deren, Zakdoeken, Bretelles, Slobkousen, Fietsnianchetteu, enz.
VRIJDAGAVOND s* s.
Handel in Fijne Worst- en Vleeschwaren.
KOE EN BEUCrSTEECt 2.
duindam.
Keur van Ziekenwijnen, als-
Voorradig bij----------
Firma ML A. KLUIT. 5886b 20
Bijbank der 's-Graveniiaagsche
Voorschotbank.
J. HENRI BERKELJON.
Lange Mare 40, LEIDEN.
OESTERS,
QHRffALEÜ,
Waschlonteintjes,
Wed. J. STEENHAUER Zn,
Berichten, dat hun sorteering
EN 2945 30
Beloefd aanbevelond,
Kiivcloppcu 1.90, 1U00 KwilautWu of Nota's
2.50, 1000 Briefkaarten flate qiuiOUeit) 2 50.
alles bedrukt met iianm, adros, onz. Handelsdrukkery
firma KOOYK1211, Nlenw© Bijn ÏO.
es- By groote getallen ï'oordeeïls:© prUzen. 10480 10
ütiaiag», Spassesehe UMbJets, esüz.
Opgericht A°. 1825. Langebrug' 4, LEIDEN.
L. VAN LIMBURG.
Opgericht ISB4.
Nieuwsteey 29, Leiden.
Interc. Telefoonn. 000.
Verstrekt voorschotten tot
leder bedrag, (minste vooisohot f 25)
onder borgstelling van twee porso-
non, binnen tweo dagen na gedane
aanvraag. 1472 15
Kantoor goopond van Ouur.
Leeraar voor Piano.
8625 6
6 Gulden per SOO Stuks.
iO (Jts. per Ons,
bU C. VLIELAND Zn.,
2061 10 Mandeumakersstoog 3.
Heeren Collega's, werkgevers in de
bouwvakken ten platten lande worden
beleefd, doch dringend uitgenoodigd tot
bijwoning eener Uercjadet-ing op
Vrijdag den 29sten SepSeiro&er 1903, des avonds
7 uren, op de Bovenzaal van het ilotel „De Zwaan", te
Lisse, ten einde te hooren uiteenzetten of aansluiting bij
een Omslag-Vereeniging of Verzekering bij een Premie-
Maatschappij voor de werkgevers in het bouwvak het meest
aanbevelenswaardig is te achten, ter voldoening aan de hen
door de Ongevallenwet opgelegde verplichtingen.
Lisse, 25 September 1905. 2894 38
Namons eenigo Werkgevers:
N. A. PHJLIPPO ZONEiN, Hillegom.
L. DE VRIJER, Warmond.
B. ROTTEVEEL, Warmond.
J. P. OUDSHOORN, Sassenheim.
De Administratie van het „Leidsch
Dagblad" belast zieh met het plaatsen
van Advertentiën in alle Bladen.
VERKRIJGBAAR IN FLESSCHEN VAN
V\ LITER A
11
9»
f»
11
59
l/r,
S L «9
99
IS CT
Verkrijgbaar bij J. P. RIEDEL,
Boommsrkt 2, Leiden. 2963 17
WASCHTAFELS,
met Email of Zinken Baden.
Baden van speciaal model
vervaardigen wy in zeer korten tyd.
AALMARKT 25.
Installateur van Gas- en
Waterleidingen. 1100 20
f 9.50 per K.G.
Prima KEUKENBOTER
fl.40 per K.G.
4 bij de Waan.
Prima adres voor zuivere
Natuurboter, Goudscbe, Leldscho en
echte Edammer Kaas.
2886 13
[133
Buitengewone Voorstelling
op den Vooravond van den
Gedenkdag van Leidens
Ontzet.
Hei Rolterdamsch Tooneelgezelschap.
Dir.: P. D. VAN EYSDEN.
Maandag 2 October, halfacht:
Groot Lachsucces!
Klucht in 3 bedrijven van
CURT KRAATZ en MAX NEAL.
Optreden van
SaST" Mevr. Van Eysden-Vink.
Pry zon der plaatsen: Loge 2—,
Baignoire 1.70, Partorre 1.10,
2de rang 0.60, Amph. 0.40,
Qalerjj 0.25.
Leden der 3-October-Ver-
eeniging kunnen op vertoon van
diploma hoogstens vier plaatsen
bespreken tegen verminderde prijzen:
Loge 1.60, Baignoire ƒ1.80, Par
terre ƒ0.85, 2de Rang 0.40.
Plaatsbespreking van af Woensdag
10 uren by Mej. ANDREAE, Korte
Mare 30, op volgnummers; Zaterdag
on Maandag 10 2 aan den Schouw
burg. -634 37
FEUILLETON.
Zijn Moeder.
Stel.)
„Wat is er toch?'' vraagt mevrouw von
Brank verwonderd. Zij is met de anderen
blijven staan en moot de scène tusseh -i El-
leii- on haar bogcleider gezieu hebben.
Teil wordt zich van zijn toesta.iiI bewust;
hij wil zijn plicht vervullen, maar op zijn
wijze.
„Mevrouw ca u, mijnheer von Brank
zoide luj met gedempte stem, „ik heb u
een medcdeeling te doen; als u het goed
vindt, dan gaan wij daarhoen."
Hij wees op een zijweg, die leiddo naar
het belommerde gedeelte van het park.
Koert von Brank, die reeds lang begre
pen had, wat er aan do hand was, slaat
zwijgend den weg in. Do anderen volgen
hem. Do hier opgestelde post 1 t den
garde-uhlanen-uniform dragenden heer
ongehinderd passeeren. Toen men gekomen
is op een goeden afstand van don grooton
weg, zegt Teil: „Ik stel u hierbij mijn ver
loofde voor." Hij vat Ellen's hand cn gaat
voort: „Wij zij zooeven verloofd, x*. draag
wel is waar slechts een burgerlijken naam
en heb geen andore eerzucht dan gelukkig
te worden en mijn verloofde gelukkig te
maken; mijn gevoel van eigenwaarde ver
biedt mij voor den oud-adellijke® vrijheer
cn diens gemalin als ootmoedig smeekeling
te komen, en hun te smeekon mijn obscure
afkomst te vergeten en mij de hand hunner
dochter toe te staan. Daarom heb ik mij
zelfstandig tot deze dame hier gericht. Wilt
u ons uw zegen geven, dan zullen wij u
dankbaar de handen kussen; weigert u do
toestemming, dan zal ik weten te wachten,
totdat zij den leeftijd heeft bereikt, waar
op zij zelfstandig kan besluiten."
Koert von Brank, die den spreker met
gefronst voorhoofd had aangezien, laat een
gromraonden toon hooren; dan ziet hij naar
Ellen, on vraagt: „En welk besluit zou
mijn dochter in zulk een geval nemen?"
Maar Teil komt Ellen met het antwoord
voor en zegt: „Zij zou wel is waar smarte
lijk don zogen der ouders ontberen, maar
toch den weg gaan, dien het machtgchod
der ware, zegevierende liefde iedere edele
vrouw voorschrijft, den weg tot het hart
van den geliefde."
„Is dat zoo, mijn dochter?" vraagt de
vader.
De gevraagde doet een onderzoekenden
blik in 's vaders oogen en gerustgesteld
knikt zij met het hoofd.
„Nu, nu,'' zegt de vrijheer, ,,ik zio al,
hoe hot. met do zaak gesteld is. Wat meent
gij, Claire?" vraagt hij aan zijn vrouw,
„mogen wij aan dit vastbesloten paartje
nog langer onzen zegen onthouden?"
Reeds lag Ellen aan de borst van do ge
lukkig lachende moeder, en deze bedekte
het voorhoofd en dj wangen van haar kind
met innige kussen.
„Mijn geëerde heer schoonzoon,zegt
daarop de vrijheer, „weet u wel, dat u een
verduiveld hoogmoedige knaap zijt? Pst,
pstIk heb u kalm aangehoord, laat mij
nu ook eens vrij uitspreken. Wat u d.'.ar
van den boer en den oud-adollijken vrijheer
bazelt, dat zijn slechts verschillen, welke
uw trots en uw wantrouwen zelf hebben
opgebouwd. U zijt in het geheel geen boer.
U wilt er een zijn, omdat in uw aderen
Markisch boerenbloed vloeit? Nu, goed 1
Laten wij dat eens aannemen 1 Weet u dan
evenwel ook, dat de boer en de edelman
uaast elkaar behooren, de wettig geboren
zonen van denzelfden moederlijken grond?
De eerste edelman, wat was hij ander» dan
een tot macht en invloed gekomen boer?
Ik verheug mij, dat u een boer wilt zijn,
cn met vreugde geef ik aan den boer mijn
dochter. God gave, dat in ons vaderland
nog meer zulke trotsch© boeren waren als
u or een zijt I Een degelijke en beschaafde
boerenstand, welks zonen zich niet droogou
in hot proletariaat van het geleerden- en
kleinen beambtendom, maar na het ver
krijgen van een solide, wetenschappelijke
opleiding fier weder naar den vaderlijken
ploeg grepen, om dien met eere en in het
bewustzijn van den stand fco voeren, zou
oen gezonde bron voor ons geheele volk
worden, een bron van vernieuwing en we
dergeboorte van een echt nationalen geest.
Do zoogenaamde nivelleeriug der standen,
u weet, ik ben nu eenmaal een aristocraat
on u, mijn waarde, wat u ook zeggen wilt,
zijt er ook een die zoogenaamde nivel-
lcering is een utopie, de sprookjesdroom
van een kinderlijken dweper; de natuur
houdt van het ongelijke, opdat het in den
strijd tegen elkaar den vooruitgang van
het monschelijke geslacht vaststelde. Zoo
lang do wereld zal bestaan, zoo lang zullen
er standsverschillen zijn; do monschheid
zal oohter eerst Op de hoogte aangekomen
wezen, als elke stand zichzelf acht en
daarom ook niet vijandig tegenover de
andere standen staat. Maar nu is hetvoor-
loopig genoeg; geef uw meisje den arm en
kom met ons medo naar Giesdorf, waar
wij do rest zullen bespreken. Als wij niet
spoedig maken, dat wij hier van daan ko
men, worde® wij met geweld verwijderd."
Toen men door het groene traliohek ging,
drukte Walther von Brank zijn tockomsti-
gen zwager de hand, en op de nabijzijndo
kerk wijzende, zeide hij: „Zij is aan den
vrede gewijd, willen wij ook hier samen vre
de sluiten?"
„Van harte gaarne, mijnheer von
Brank I"
„Noem mij voortaan Walther, zooals ik u
William zal noemen, mijn beste vriend en
zwager 1"
„Niet William," zeide Ellen,, „ik kan de
buitenlandsche namen niet uitstaan, mijn
verloofde heet van nu af aan Wilholm."
„Top," zeide Teil.
„Dus Wilhelm," zeide Walther, „en dio
broederschap begieten wij nog hedenavond
met een glas wijn."
Reeds lang was de Ambrosisohe Juni-
nacht aangebroken, toen twee gelukkige
mensohenkinderen nog aan de® Giesdorf er
meeroever zaten. De beide linden, onder
welker breede kruinen zij de eenzaamheid
gezocht en gevonden hadden, gaven een
bedwelmenden bloemengeur af; zaoht
wiegde de vastgemeerde boot op do licht
bewogen golven. Het meer zong zijn slechts
pianissimo uitgebracht notturno.
„Hoe bedrieglijk is toch meestal ons zoo
genaamd voorgevoel," zoo verbreekt Teil
eindelijk het stilzwijgen; „dagenlang heb
ik mij niet kunnen verzetten tegen een
moededooze, gedrukte stemming, steeds
gonsde mij dat melancholische vers in de
ooren: „Verwelkt© rozen, verwelkt geluk!"
En nu is de won derroos der liefde zoo
plotseling voor mij opgebloeid."
„Wij zijn in de rozenrhaand, geliefde, dan
verbreken de knoppen hun omhulsel."
Hij trekt de spreekster aan zijn borst on
geeft haar een inmgen kus.
Dan gaat zij voort: „Mij is het geheel
verklaarbaar, dat gij moedeloos en gedrukt
waart; de dood van onzen beminden Kei
zer heeft voor u een ster der hope uitgo-
bluscht."
„Maar nog in den dood is de onvergete
lijke mij ten zegen geweest, daar toch de
gemeenschappelijke smart over hem ons
beiden heeft saam gebracht."
Ellen knikte.
Na een poos zeide zij: „Weet gij, Wil
helm, wij mogen ons aan don rouw over
den nu heengoganen lijder niet moedeloos
overgeven, het zou ondankbaar van ons
zijn. Niet alleen de ster. dor liefde is voor
ons verrezen uit de duisternis der droef
heid, .ook een nieuwe ster dor belofte
staat aan den hemel van ons vaderland
Do jeugdige erfgenaam van den troon."
„En hem zal alles toebehooren, wat gij,
geliefde, mij aan kracht en wil overlaat.
Ik ben een boer en een boer is altijd de
trouwste en meest vaste steun der monar
chie geweest."
„Zoo denk en gevoel ook ik, en het Is
mij een dubbel heilige plicht dien lief te
hebben en te vereeren, daar hij toch uw
naam draagt."
„Lieve Ellen!" zegt hij, haar omarmend.
„Het wordt tijd, William, dat wij op
breken," klinkt Vlotorine's stem. Zij heeft
in het slot reeds afscheid genomen en komt
na-der.
De zoo aangeroepene schrikt op.
„Zijt gij het, moeder? Ja, gij hebt gelijk.
H.et wordt tijd, dat mijn vermoeid duifje
ter raste gaat,".
Hij loopt naar het slot, om ook zijner
zijds afscheid te nemen. Spoedig keert hij
bij do twee dames terug.
„Daar bon ik! En nu, goeden na
Droom van mij en onze liefde
Nog een kus en dan springt hij in zijn
boot en reikt zijn moeder de hand, om
oveneens in te stijgen.
Spoedig drijft do boot op het meer. Aan
don oever staat een donkere gestalte, van
wie alleen het witte doekje tc herkennen is,
waarmede zij de vertrekkende® nawuift.
Midden op het meer houdt Teil met het
roeien op: bii heeft zijn hoed afgeworpen
ann zijn borst
en trekt de tegenover hem gezeten vrouw,
Heb dank, best moedertje I U, alleen u
dank ik mijn geluk! Wat zcu er van mij
geworden zijn zonder u cn uw onvermoeid
zorgende liefde en trouw."
„Dat is het rijkste uur van mij® leven,
William. God beloone u er voor, dat gij mij
dit geschonken hebt Nu kan ik in vrede
mijn laatste uur te gemoet zien: de dood
heeft geen verchrikking meer voor mij."
„Wat spreekt gij van den dood, ir.o-Jerf
Gij moet leven, nog lange, lange jaren,
om u in het geluk van' uw kinderen te
verheugen."
„Zoo God wil. Maar menigmaal voel ik
mij reeds echt moe; ik heb Veel meegemaakt
en geleden, wat mij waarlijk ni©t gemak
kelijk gevallen is. Maar nu is alles goed
geworden en ik behoef mij niet meer to
dwingen tot de rol van een man; „weet
ge, wat mij thans bijzonder aangenaam
is?" vroeg zij lachend.
„Nu?"
„Dat ik niet meer behoef te rooken."
„En ik meende, dat- hot een genot voor a
was."
„Beste jongen, het was mij altijd een gru«
wel, vooral die korte pijp mot de Mary
land."
„Maar waarom rooktet gij dan?"
„Om mij nog meer het aanzien van een
man te geven; ik heb altijd gesidd ',dai
men mijn ware geslacht zou ontdek!
„Goede, offervaardige moeder 1 God gevg
mij de macht u te beloone® voor wat gij
voor mij gedaan hebt. Thans zijn de dagen
van het geluk voor ons begonnen; than#
ben ik een boer, die zijn vrouw in zijn huis
mag binnenleiden. In den herfst is 't brui
loft en tót dien wil ik mij eelt in de handen'
werken, opdat mijn huis en erf in orde zij,
wanneer de meesteres haar intrede doel."
Nog een kus drukt hij op het voorhoofd
der moeder, dan vat hij dc riemen en drijft
de hoot met zulk een snelheid voort, alsof
hij bang was voor den beraamden arbeid td
laat te komen
Mot stralende oogen ziet Yietorinc hem
aanzij heeft geen wer.eoh meer, slechts een
groot gevoel van dank doet haar borst zwel
len, dat de jarenlang gedrageu-angst nu ein
delijk verdwenen is en zij den zoon heeft
teruggewonnen en met hem den zonneschijn'
zijner tweevoudige liefde.