AMSTERDAM: LEIDEN:
f 40 per anker netto a contant.
Wijnhandelaren,
No. 13987. LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 28 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD.
BÜBEIEKVOOB DE JEUGD.
op-
Hot Panopticum.
Anno 1905.
berichten, dat zij voorradig hebben, een partijtje 2694240
GEYABBN
De nachtelijke Btilte werd plotseling ver
broken door den onheilspellender kreet:
„Brand! brand!" en binnen enkele oogan-
blikken was eer gansche schare half geklee-
jde lieden bijeen ter plaatse waar het vuur
;was uitgebroken. Al spoeaig verscheen ook
jÜo brandweoT met spuiten en reddingswerk-
buigen. Alle oog en wendden zich naar de
bovenvensters van het huis en toen dö brand!
.weermannen uit die ramen te voorschijn
kwamen en de brandladders afklauterdem,
bezweet en half verstikt van den rook,
maar met de door hen geredde mensohen in
do armen, ging er een luid vreugdegeroep
Op hetzelfde oogenblik nep een jonge
man, die zioh mot geweld een weg door de
.menigte baande: „Hebt gij ook iemand van
mijn leeftijd gered, larg en knap met donker
baar?"
„Neen," antwoorddo men, „waar ligt
bij?"
„Op de achterzolderkamer."
„Dan is hij verlorensprak iemand, wij-
Eon'de op de vlammen die uit de vensters
(daaronder drongen.
„Uit don weg!" riep de dappere jonge
ling, „hij is mijn beste vriend; ik moet hem
redden
Hij klom onmiddellijk maar boven en
fenelde trots vuur en rook naar het zolder
kamertje, waar hij zijn vriend in zwaren
slaap gedompeld vond.
„George, word wakker, het huis brandt 1"
sdhreeuwdo hij en, geea antwoord ontvan
gende, schudde hij hem wakker, zijn waar
schuwing herhalend.
„Dat geloof ik niet", antwoordde de an-
'der on sliep onmiddelijk weer in. Zijm
vriend had nog juist den tijd zichzelf te
'redden. Of hij wilde of niet, hij moest hem
overlaten aan zijn lot.
Bij het lezon van dit voorval, dachten
wij onwillekeurig aan de vele waarschuwin
gen, die te vergeefs worden toegeroepenen
toch zoovele gevaren hadden kunnen bezwe
ren. Hoo menige volwassene boet thans
met een zware operatie de dwaze aardig
heid in zijn j'eugd vruchtenpitten te heb
ben ingeslikt. Nog onlangs vonden wij
iemand blind weder, die het als school
meisjo geestig vond, zich met eon speld in
het wit der oogen te prikken.
„Drink geen koud water als gij verhit
rijt!" waarschuwt men cn toch wordt het
gedaan en heeft meer dan een dat met den
dood betaald.
Maar ook op ander gebied laat men tel
kens waarschuwingen hooren: „verbeuzelt
uw tijd niet. De leerjaren keer en nooit
wedorEn zij worden lachend opgenomen
cm... zulk een kind verspeelt heel zijn toe
komst.
„Hob orde, leer op uw zaakjes passen 1"
'Welk een dwaasheid; alles komt van zelf
-terecht. En men eindigt in armoede.
„Wees lief voor de uwen, er zal een tijd
komen, dat gij ze niet meer bezit!" Gek
heid, vreemden hebben meer aanspraak op
onze vriendelijkheid. En op eenmaal staan
wij vol troosteloos zelfverwijt voor een pas
gedolven graf.
01 laten wij niet doof blijven voor waar
schuwingen I Zij worden gegeven door lie
den, dio het leven kennen, met al zijn ge
varen, die weten hoe duur men enkele za
ken betaalt. Laat ons luisteren naar oude
ren cn wijzeren on ons zal veel grievend
leed worden bespaard.
DE VERLOREN POP.
Lucie en Nel waren twee zusjes, die veel
van olkander hielden, maar in vele op
zichten verschilden zij van elkaar. Luoie
was zeer netjes op haar zaken en hield
haar poppen langen tijd keurig, terwijl
'Nel slordig was on haar speelgoed spoe
dig brak.
Lucie's geliefkoosde pop heette Agnes.
Het was een groot© porseleinen pop, die
zeker bestemd was geweest een koningin te
verbeelden, want in het porselein van
haar rokken droeg zij een kroon en zij droeg
ook een ketting en medaillon om den hals.
D© kinderen hadden nooit zulk een pop
gezien. Zij scheen hun een wonder toe. Nu
had de moeder Nel verboden ooit
Agnes aan to raken, uit vrees dat zij haar
breken zou. Dit was een gfoote beproeving,
maar Nol gehoorzaamde en kwam niet aan
de mooie pop, behalve nu en dan eens, als
men haar toestond haar een poosje heel stil
op den schoot te houden.
Op zekeren dag moest Nel met keelpijn
thuis blijven, terwijl Lucie naar school ging.
Een tijdlang maakte zij pleizier in de Pop-
penstad (de kinderkamer waar hot poppen
huis stond) en was zij daar rustig en tevre
den. Maar daarop zag zij opeens Agnes in
haar bedje liggen en dacht hoe heerlijk het
zijn zou, als zij met haar Spelen kon. Mama
en Lucie zouden er nooit iets van vernemen
en zij zou heel voorzichtig wezen met de pop.
Nog een poosje bleef zij naar haar kijken,
toen strekte zij de hand uit en nam Agnes
op. Zij kuste en streelde haar gezichtje en
wiegde haar in slaap. Reeds had zij verge
ten dat zij ongehoorzaam was, toen zij eens
klaps een stap in de gang hoorde en zoo
haastig sprong zij nu overeind, dat Agnes
op den vloer viel. De voetstappen gingen
voorbij en Nel bukte zich om Agnes op to
rapen.
Nu zij dat deed, bleef het bovenste ge
deelte van het hoofd en gezioht der pop,
aan stukken op den vloor liggen. Agnes was
gebroken I Nel kon het haast niet gelooven,
zoo vreeselijk schoen het haar toe. Zij durf
de niet huilen, maar liep naar de kleeren-
kast en verborg Agnes en do scherven onder
de schoenen die daarin stonden.
Daarna pas schreide rij, tot haar keel nog
meer pijn begon te doen. Hare moedor
kwam binnen en, meenende 'dat de pijn haar
zoo ongelukkig maakte, stepte zij haar in
bed on dwong haar zioh te gorgelen. Nel
trok de dekens over het hoofd, om onge
stoord uit to weenen, wat or niet beter op
werd, toen Luoie thuis kwam en naar do
pop begon te zoeken.
Na verloop van een poosje 'deed ieder
aan het zoeken mee: mama en Broertje en
Bctje de keukenmeid. Men wist dat Broer
tje Agnes niet had aangeraakt, want hij
was den heelen morgen bij zijne moeder ge
weest cn Nel had zioh altijd zoo gehoor
zaamd betoond, dat niemand er aan dacht
haar te verdenken. Zij lag onderwijl doodstil
te schreien. Het speet haar zoo voor Lucie
en ook dat Agnes kapot was, maar nog
meer dat zij iets verkeerds had gedaan.
Ten slotte hoorde zij Lucie luidkeels uit
roepen
O, mama, hier ligt Agnes aan" stukken
in de kast! Ooh, moesje, moesje!
Nu, dan weet ik wio 'dat heeft uitge
voerd, verklaarde Betje, terwijl Lucie in
de armen barer moedor nitechreide, hot
moet het doohtertje van de waschvrouw
zijn. Zij is hier geweest, om naar het pop
penhuis te kijken, terwijl hare moeder in
do keuken was
Ja, dat zal wol zoo zijn, zeide de moe
der, liet spijt mij erg, want wij zullen nooit
weer zulk een pop kunnen terugkrijgen.
Vat meent gij wel, dat er in Nel omging,
toen zij iemand ander3 van hare schuld
hoorde betichten Zij wierp de dekens van
zich af, sprong overeind en riep uit:
Neen, hot was niet het dochtertje van
de wa-sohvrouw. Ik heb het gedaan I en
daarop begon zij zoo luid to snikken, dat zij
niot meer spreken kon.
Luoio hield op met schreien en zeide:
Huil zoo niet, Nel. Ik weet dat je het
niet met opzet hebt gedaan en dat je net
zoo bedroefd bont als ik, dat Agnes is ge
broken.
Zoodra 1de vader thuis kwam vertelde
zijn vrouw hem het gebeurde en hij kwam
aan Nel'a bed zitten m sprak heel vriende
lijk met haar, tot zij hem beloofde voortaan
voorzichtiger om te zullen gaan met allee.
Den volgendem avond bracht de vader
twee doozen mee naar huis, een voor Lucie
en een voor Nel. Elk harer vccid daarin
eon mooie wassen pop mot krullen en oog
leden, die zioh sluiten konden.
„Luoie'e pop moet do plaats van Agnes
innemen," zeide hij, „en Nel krijgt er een
omdat rij vie waarheid bekende en om er
haar aan te herinneren nooit weder onge
hoorzaam aan haar moeder te zijn. Weet
je hoe je haar noemen moet, Nel? „Vio-
toria Verita*3".
„Dat is ecsi grappige naam", zeide Lucie.
„Hij beteekent de Zegevierende Waar
heid."
„Zoo zal rij heeten," verklaarde Nel,
„maar ik zal haar bij verkorting Victoria
noemen". En dat geschiedde.
Lucie noeoxle de hare weer Agnes, maar
nêoit leerde zij zooveel van haar houden
alB van de oude Agnes, met de porseleinen
kroon.
Een Japansch diner.
Een uit Japan teruggekeerd reiziger
sohrijft het volgende
Wanneer men zich voor het eerst in zijn
leven naar een diner in Japan moet bege
ven, is het raadzaam er zich vooraf op
voor te bereiden, dat men een zeer moei
lijk oogenblik te gemoet gaat.
Om te beginnen is men gedwongen op den
vloer plaats te nemen, want men gebruikt
geen stoelen in Japan. Mon knielt neder en
zet zich dan neer, de dichtgevouwen beenen
voor zich. In den aanvang gevoelt men er
zich trotsch op, dat dit zoo gemakkelijk
gaat, en geeft men or zich nog geen reken
schap van hoe ongemakkelijk deze houding
is.
Maar al spoedig beginnen de beenen pijn
tedoen, alsof men er kramp in had. Men
zegt hieiwan «iets, bedenkende, dat, in
dien do Japanners aldus een ganschen dag
kunnen doorbrengen, gij u wel voor korten
tijd goed moet weten te houden. Ten slotte
krijgt men slaap in de voeten en als men
denkt het geen 6econde langer te kunnen
dragen, moet men opstaan en het vertrek
op en neer loopen, om weer leven daarin
te krijgen, terwijl do aanwezige jonge dan
seresjes zich vermaken met u uit te lachen
om uw klcinzeerigheid.
Maar dit is geonszins uw eenigo beproe
ving. Gij krijgt geen ander werktuig om
mede te eten dan een paar stokjes en gij
verkeert voortdurend in gevaar, dat gij iets
op de witte vloermatten zult morsen.
De vloer in een Japansche woning is niet
uitsluitend een vloer. Hij dient evenzeer tot
stoel, tafel, sofa en ledikant. In Europa
zou men zich reeds sohamen aan het mid
dagmaal iets op den grond te laten vallen j
maar in Japan, waar de lieden op dien
vloer zitten en zelfs slapen, wordt dat nog
vrij wat orger.
Gij gevoelt u daarom doodongelukkig tot
de vrouwelijke bodienden, die bijna even
mooi aangekleed zijn als de danseresjes,
u lachend te hulp komen en u wijzen hoe
gij u van de houtjes bedienen moet. Nadat
gij or in geslaagd zijt zonder rampen uw
rijst cn omelet op te eten, zijt gij weer even
radeloos wat mot uw kip en visoh te be
ginnen want bij elke poging glijden de
houtjos daarop uit. De danseresjes, die
meisjes zijn van omstreeks twaalf jaar, ko
men tusschen haar dansen in bij u neer
knielen, om u daaxin bij te staan en kunnen
haar spotlust over uw hulpbehoevendheid
niet bedwingen, tot gij zelf mee gaat la-
ohen en dit het sein is, dat nu ook alle
aanwezigen in laohen mogen uitbarsten.
Een poppen-picnic.
Rosa on Margot woonden een sohool-pic-
nio bij in het begin van den zomer en had
don dion dag zulk een plezier, dat rij niet
ophielden er sedert over te praten.
„Het spijt mij tooh zoo, dat ik Ceoilia
niet meenam", zoide Rosa.
„Eo ik vind hot zoo jammer, dat ik
Louise thuisliet", verklaarde Margot: „die
arme poppen hebben nog nooit io haar le
ven een buitenpartij bijgewoond."
„LaAt ons eeme 'n poppen-picmio hebben",
stelde Rosa voor: „en de poppen der ando
re meisjes daarop inviteer on 1" Beidon hol
den naar haar moeder toe, die aanstonds
toestemde. Zij mochten een poppenpartij
geven in den tuin en zijzelve zou zorgen
voor taartjes, perziken, brood en boter en
limonade. Do twee kleine meisjes gingen
naar de buren, om de aldaar levende pop
pen uit te ooo-digen en begonnen daarna
de toebereidselen te maken voor hot feest.
Zij plaatsten een laag tafeltje in den tuin,
onder de schaduw van een lommerrijken
boom en zetten oen vaasje met bloomen in
het midden.
Toon al de kleine kopjes en schoteltjes
gereed stonden en de schaaltjes met taart
jes, boterhammen en gesneden vruchten
waren neergezet, plaatsten Rosa eïi Margot
en haar juist aangekomen buurtjes, Molly
en Genevieve, de poppen op de stoelen en
zeiden haar, dat zij alles moesten opeten
wat rij maar verlangden.
Scraps, de kleine smoushond, die vroolijk
om do tafel heen rende, alsof hij ovenzeor
als do anderen van hot buitenfeest genoot,
had zich nooit blijder betoond. Op eens
Koorden de kinderen een orgeldraaier de
straat doorkomen en zij stormden allen
naar hot voorhek eni te zien of hij mis
schien oen aap bij zioh had.
Zoodra zij bespeurden, dat dit waarlijk
het geval was, bleven rij zoolang naar de
kunstjes van het dier kijken, dat zij het
poppenfeest geheel en al vergaten, tot het
aapje beleefd het roode mutsje af had geno
men en haar vaarwel gezegd. Nu herinner
den zij zich weder Cecilia en Louise cn
Amanda en Arabella, die om de tafel zaten,
zonder iemand om ze te bedienen.
„Nu, het komt er niet op aan", zeide
Rcvsa: „want wij hebben zo gezegd alles to
eten wat zij wilden."
„En dat hebben ze gedaan ook 1" riep
Margot, die vooruitgesneld was.
En inderdaad toen zij bij de tafel geko
men waren, bleef er geen snippertje van al
het lekkers over, behalve de vruchten. Zelfs
het botervlootje was leeg.
,,Ik wist niet dat poppen heueah konden
eten" mompelde de kleine Molly verdrietig.
„Als zij dat doen kunnen, is het vreomd,
dat zij niet van een perzik houden", brom
de Rosa, En dat wae ook wel een beetje
zonderling, dunkt u ook niet?"
Toen Nannie's moedor haar vertelde, dat
zij haar en eenige andere damos dien mid
dag naar de wassen beelden mocht verge
zellen, was zij opgetogen van blijdschap.
Sedort dagen had zij telkens over dat
prachtige panopticum gehoord. Z'j had ook
vernomen hoe een Franschman die beelden
naar het stadje had ovorgebrocht en ziek
was geworden alvorens ze aan het publiek
te kunnen vertoonen. Hij waa een onbeken
de in do streek en gestorven zonder te zeg
gen wie hij was of vanwaar hij kwam. Do
wassen beelden waren in het logerrv- t ge
bleven, waar hij zijn intrek had genomen,
terwijl de eigenares van het huis ze had
opgesteld en teneinde de kosten zijnor be
grafenis te betalen, het publick toeliet,
om zc tegen twee kwartjes entréc to be
wonderen.
Bijna iedereen in de stad was er al
heen gewce&t, zoodat er voor het oogen
blik niemand was als Nannie, haar moeder
cn de twee dames, die mot haar mede ge
gaan waren.
Zoodra de deur geopend werd, zag Nan
nio boven aan de trap een vrceselijkeu
Roodhuid staan, die een strijdbijl hlield
opgeheven, om daarmede een slag toe to
brengen. Aan zijn voeten lag oen knaap
bloedend aan het hoofd, waar de Indiaan
hem getroffen had. Nannie verborg het go-
laat in de japon harer moeder en begon
te schreien, maar de dames lachten en
plaagden haar.
Wel, Nan, wees geen domoortje! Je
weet immers dat zij maar van was zijn 1
Nannie wist dat oven goed als zij, dus
droogde zij haar tranen en ging dapper de
trappen op, langs den Roodhuid, haar moe
der 'heel vast bij de hand houdende.
Ik houd niot van zulke figuren, zeido
de moeder, men moest die niet hebben ten
toongesteld.
Zij betraden nu een zaal en zogen langs
den wand een rij lieden staan, die hen aan
staarden. Nannie vroeg zich af hoe do ar
me Franschman, die in deze kamer gestor
ven was, hot had kunnen uitstaan dat zij
hem zoo aankeken terwijl hij ziek lag.
Maar de logementhoudsber verzekerde, dat
hij ze lief had gehad, aRof het levende
menschen waren Er wazen koningen en ko
ninginnen bij, met gouden kronen en kloe-
doren van rood en blauw fluweel. Ook
George Washington en zijn vrouw, Napo
leon en Poca-huntas, het mooie Indiaansche
meisje, stonden daar, maar het liefst van
allen vond Nannie een beeldschoon wassen
kindje, slapende in wieg. De juffrouw ver
klaarde, dat het eerste blanke kind
was, dat in Amerika geboren word.
Naast dozen zuigeling was iets zoo vree-
selijk, dat Nannie het bijna even erg vond
als den Roodhuid boven de trap. De vrouw
vertelde dat het de onthoofding was van
Maria Stuart. Wat Nannie zag was oen
prachtig gekleedc dame in een zwart flu-
weelen kleed, in de witte handen een gebo
denhoek en een rozenkrans geklemd hou
dende, en een man met boosaardig gelaat,
in een vuurrood pak, dio een bijl vasthield.
Tusschen hen in stond een groot blok cn
de juffrouw zeide dat de man daarop het
hoofd van do dame ging afslaan.
Dit scheen zoo ontzettend, dat Nannie or
den blik niet- van kon afwenden. Zij kwam
or weer naar kijken, toen zij al do rest had
gezion en bemerkte niot dat haar moeder
en do dames weer naar boneden waren go-
gaan; aan niets kon zij meer denken dan
aan de ongelukkige koningin ©n dion vroo-
6elijken beul. Maar plotseling viel het haar
op dat alles zoo stil om haar heen was go-
worden en werd zij banger dan ooit. Daar
hoorde zij opeens een stom.
In hot vertrok zelf, tusschen haar cn do
deur, riep oen stem „Ga wegl" Nannie
sloot de oogen en wilde gillen, maar weer
herhaalde de stem „Ga wegl"
Er was niets tor wereld, dat zij liever
zou hebben gedaan, maar zij durfde zich
niet verroeren, nu zij niet alleen dien af
schuwelijken Indiaan, maar ook die naro
atom voorbij moest gaan. Zij bleef dus
slaan en begon zoodanig to schreeuwen,
dat niet alleen haar moeder, maar ook do
twee dames naar boven snelden. Nannie
wierp zich in do armen harer mama.
Zij spreken J snikte zij. De wassen
beelden hebben gesproken
De dames keken olkander aan. mcenendo
dat het kind bet verstand verloren had.
Nan, zeide haar moeder, je hebt je
dat verbeeld. Deze dingen zijn niots anders
dan groote poppen. Jc weet oven goed als
ik, dat zij niet bunnen praten, evenmin als
je pop thuis.
Wat zeiden die beelden je? vroeg een
der dames.
Zij zeiden „Ga weg!" snikte Nannie.
Nu begon de logementhoudster to
lachen.
Hob kind beeft gelijk, zeide zij, zij
heeft dat hooren zoggen. Ziet maar eens I
Allen keken naar de aangeduide plek on
zagen, in een kooi achter de deur, eon
groote, groene papegaai hangen, dio op
hen ncerblikte. Het mcendo hot oogenblik
gekomen iets te eten to vragen en zeido nu:
Polly wil suiker 1
Neen, antwoorddo zijn meesteres,
Polly zul geen suiker hebben. Hot is veel to
stout hot kleine meisjo zoo te hebben ver
schrikt.
Ga wegriep de papegaai boos.
Allen begonnen to lachen Nannie alleen
niet. Zij was daartoe veel to beschaamd.
Polly had haar doen inzien, dat er niets
was om bang voor to wezon en toen zij
langs den Roodhuid kwam, was al haar
angst voorgoed voorbij.
Oplossingen der Raadsels
i.
Tentoonstelling.
II.
Apeldoorn.
III.
Winterswijk.
IV.
Aap paard koe ezel kat.
V.
Emma Karei Dina Annie.
BLANCKAERTS Co
i- Gastlinisinoleiist. 20, hoek Heei'engra cht, Breestraat 34,
Telefoonn. 5438, Telefoonn. 568,
CLdePic, entre deux mors, gewas1900.
Dezen bijzoiider goeden Bordeauxwijn Bieden wij tot nader toericlit aan, tot den
exceptioneel lagen prijs van