LEiDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 2 SEPTEMBER. 3 TWEEDE BLAD.
Anno 1905.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON,
Moeder.
Onder de driestar ,,0 p r e c li t poli
tiek", schrijft ,JDe Standaard" bet vol
gende
„Do vrijzinnigheid zit in angst over de
dubbeltjes.
Er dreigt een tekort, ten gevolge van de
groote uitgaven waarvoor de wetten van heb
Ministcrie-Pierson 's Rijks schatkist plaat
sten.
Uitgaven, waaromtrent de vrijzinnigheid
weigerde het afgotreden Kabinet in zijn
financieels voorstellen to steunen.
iWat tc doen
Een vraag, wier beantwoording geen uit
stel gedoogt, aangezien ook do sociale wet
ten zware geldelijke offers zullen cischen.
Het „Handelsblad" heeft inmiddels een
geniale vondst gedaan.
Welke? Och, heel eenvoudig: het nieuwe
Ministerie moet met sociale wetten komen'
dio weinig gold kosten. Dan zoo maakt
de redactie zich zelvo wijs komt alles te
recht-
Sociale wetten, die weinig geld kosten
geen wonder dat de sociaal-democraten
daarmede den spot drijven.
De vondst van het „Handelsblad" ver
dient echter meer dan spot; ze Kehoorb
door elk weldenkende, door ieder die prijs
stelt op waarheid in do politiek, scherp aan
de kaak gesteld to worden.
Vóór en tijdens de Juni-verkiezingen
(werd, ook door het „Handelsblad", het
Ministeric-Kuyper achtervolgd met hot ver
wijt, dat do voorgestelde ouderdoms-pen-
sionneering zoo beneden de wensehen van
den werkman was; dat die pensionneering
niet op G5-jarigen leeftijd een aanvang zou*
hemen.
En thans alles vergetende wat voor
gevallen is komt hot blad met hot advies
sociale wetten tc geven die weinig geld
kosten."
„Waar is vraagt „De Standaard" ten
slotte hier de oprechtheid?"
Betreffende do PI anncu der nieu
we Regeer ing wijst „De Tijd" er op
Idat het volgens do „N. Arh. Ot."' iu de be
doeling der Regeering ligt in do eerste
plaats de Drankwet te herzien cn de Oh-/
dorwijswet aan te vullen in dien geest,-dat
'do waarborgen voor goed volksonderwijs
ook bij de bijzondere echcol aanwezig zul
len zij-n, waaruit „De Tijd" opmaakt, dat
cb »»N. Amh. Ct." derhalve geen waarde
6ohijnt te hechten aan de vredelievende
verzekeringen van de „Zutphenscke Ct.,"
idie, naar men algemeen beweert, door Bor-
gesius wordt geïnspireerd van een regee
ring, welke er prijs op stelt de oppositie
aan haar gematigd' en verzoenend karakter
te doen gclooven, kan men toch moeilijk
verwachten meent „De Tijd" dat ze
zal beginnen met het werk van het
vorige Kabinet in haar geest te vervormen,
maa- de inzichten der oppositie vermoede
lijk tc m i svormen.
„Do Tijd" meant, dat, zoo het bericht
van de „N. Arnh. Ct." waarheid bevat, dan
tevens blijken zal, dat het „inderdaad de
mocratisch Ministerie" zooals de heer
iVan Aalten, voorzitter der vrijz.-clem. kies
vereniging to Rotterdam in zijn aanbeve
ling van den Kamercandidaat P. R. Mcea,
het Ministerie betitelde nog iets hooger
stelt dan de democratie met haar cischen
van sociale hervorming, of dat het Minis
terie zich althans niet in staat acht om
aan die cischen to voldoen.
„C h r i s t e 1 ij k beginsel" draagt tot
titel het volgende, dat ,,Het Volk" schrijft:
„Het gejammer van do clericalc pers
over do bij de stembus geleden nederlaag
wordt in het deel, dat de arbeiders bereikt
gezet op den toon der droefenis over de
yerschopte sociale wetgeving.
De arbeiders zijn doorl cta vereenigdo
vrijzinnigheid, socialisten meegerekend, uit
louter haat aan dc christelijke belijdenis,
beroofd van Kuypers kostelijke sociale wet
ten. De drie dikke doelen van Ncderbragt
zullen in den loop van den aanstaanden
.winter door de Sybrandy's worden rond-
gczeuld in volksvergaderingen, als stomme
G3)
Een man vap middeLbaro grootte met
.vriendelijke oogen, zwaren, blonden kne
vel cn een naar het scheen kromgetrokken
arm strompcldo hen tc gemoet cn vroeg
piet zachte stem:
„Zoo, juffrouw Mcerholt, wat verschaft
mij do hooge eer? U brengt mij werkelijk
zonneschijn in 'dit duistere hol!" Een krach
tige heest- vergezelde deze opmerking.
„Goeden dag, mijuheer Schmidt, ik heb
een verzoek aan u. Wilt u dezen heer wel
yoor eenigen tijd onderdak geven in uw
woning?"
De invalide, dio na den Franschen veld
tocht nog jarenlang wisselwachter aan een
spoorweg geweest was, en nu dubbel pen
sioen hacf, zag den vreemdeling onderzoe
kend aan, en oogenschijnlijk bevredigd door
Sdcn verkregen indruk, antwoordde hij op
vroolijken toon: „Waarom niet? Als Y t
mijnbeer hier niet al te ongcnoeglijk is;
daarachter in de tweede kamer is pla;.!s
genoeg; daar kan hij geheel alleen huizen."
„En wat moet ik aan huur betalen?"
.vroeg Peter, die in het geheim uitgerekend
had, hoeveel hij ongeveer nog door Sabi-
s vriendelijke bemiddeling van zijn broe
der zou kunnen krijgen.
'Do oude wierp het hoofd in den hek en
zeide: „Aan huur? In het geheel niets. "Ver
huren mag ik immers do kamer niet, al
thans niet zonder verlof van den eigenaar,
it zeker niet geven zou, maar een goe
den vriend voor een week of een maaDd
getuigen. Maar nu komt een feprekende
getuigo deze demagogie op het onverwachts
onthullen. Het is do antireyolutionnaire
„Rotterdammer", die alvast opwekt tot
oppositie tegen mogelijke sociale wetten
van het nieuwe ministerie. Het blad begrijpt
wel, dat de methode van Kuypers sociale
wetgeving, verzekeringsdwang, ook door
de liberalen zal worden nagevolgd, daar
Kuyper ze overnam van liberalen. Verzet
van clcricalen berust echter atijd op een
„beginsel"; daarover plegen de heeren geen
debat af te wachten en daarachter plegen
zij dus hun leelijkste reactionaire streken
te maskeeren. Zonder beginsel kan dus ook
nu de „Rotterdammer" bet niet stellen cn
zij begint met de klacht, dat „ons christe
lijk Ministerie" zich zag gesteld voor do
taak „om menig sociaal vraagstuk althans
aanvankelijk op te lossen, terwijl cr over
quaestiën van dozen aard nog zeer weinig
wetenschappelijk licht in verband met onze
Christelijke levensbeschouwing was opge
gaan."
Professor Eabius heeft in zijn boek
„Sociale Vraagstukken" iets van dat
licht gegeven.
En, laten wij het maar eerlijk zeggen, al
was er menigeen in onze antirevolutionaire
partij, die het gevoelde dat prof. Fabius in
verscheiden opzichten in dit boek den spij
ker op zijn kop sloeg, toch was het een
pijnlijke geschiedenis tot zet
moest worden aangeteekend tegen hot
streven van ons christelijk ministerie om
ons bij haar sociale wetgeving ook te „be
giftigen" met den bekenden pensioen-
dwang, zooals die vanwege het Kabinet
destijds werd voorgesteld.
„Dio werkelijk pijnlijke geschiedenis zal
echter, naar we van ganschor harte hopen,
wel weer door den tijd worden geboeid.
„Nu menigeen weer vrij kan oordcelen,
zonder vrees van aan een Christelijk Kabi
net onaangenaam te zijn, nu verklaren wij
ons niet te sterk, wanneer wij uitspreken,
dat het gros van onze antirevolutionaire
partij niet alleen, scherp gekant is tegen
een slinkschen vaccine-dwang, en tegen een
onhebbelijken Leerdwang, maar toch eigen
lijk even weinig wil weten van oen staats-
bemoeizieken pensioendwang. gelijk het
voorstel daartoe helaas door list ministe-
ric-Kuyper to kwader ure van het vorigo
liberale Kabinet werd overgenomen."
Aldus de „Rotterdammer"., Hier wordt
zoo vervolgt „Het Volk" dus erkend:
wij antirevolutionairen hebben ons aan de
sociale kwestie ook na het beroemde socia
le congres van 1890 niet laten gelegen lig
gen. Kuyper moest dus, om zijn beloften
aan dc arbeiders in te lossen, bij de pagar
nisten leentjebuur spelen. Wij antirevolu
tionairen zagen dat met weerzin, en wij lie
ten bet begaan, niet om den werklieden,
maar om Kuyper niet onaangenaam to zijn.
Nu wij echter alle reden hebtycu om liet li
berale Kabinet onaangenaam te zijn, zul
len wij ons aan de belangen der werklieden
even weinig storen als wij dat vroeger heb
ben gedaan, maar tegenwerken, op grond
van ons „beginsel".
Ziedaar, wat bet jammeren der clericalen
over het verongelukken van Kuyper's so
ciale wetten beteekent. Het zijn krokodil
lentranen, die de arbeiders mooten overtui
gen van den geest dos ontfermens, van de
ontzettende christelijke barmhartigheid,
die huist in hun schokkend gemoed.
Voor ons zegt „Het Volk" verder
wa3 Kuypers pensioenontwerp op verre
na geen ideaal; wij wensehen, dat ter
voorkoming van misverstand nog eens uit
drukkelijk te constatecren. Wij willen pen
sionneering van den ouden arbeider op kos
ten van den Staat, van do gemeenschap.
Maar de clericalen hebben het ontwerp
als een zegen voor do arbeiderswereld be
groet en verdedigd, ook tegen ons, en de
„Rotterdammer" erkent zelf, dat de cal
vinisten, bij gebrek aan studie, aan belang
stelling voor sociale kwesties nog niet we
ten wat zij dan wel willen. Alleen ter wille
van Kuyper kon hot christelijk beginsel
worden apart gezet, non-aotief verklaard.
Maar, zoo roept zij thans de liberale re
geering toe: als gij thans hetzelfde ontwerp
zoudt indienen, reken er niet op, dat wij
dan het beginsel in de doos zouden laten,
hie? te laten kampeeren, dat kan mij nie
mand verbieden, dat is een zuiver particu
liere aangelegenheid en gaat niemand aan."
,,U zijt een flink man, mijnheer Schmidt,"
zeide Peter cn hij klopte den wederom
hoestenden oude op den schouder, „u be
ziet do zaak zooals ik ze beschouwd wilde
zien. U zult dus mijn wensch vervullen en
mij niet bij de politie aanmelden, niet
waar V'
De invalide zag hem vam ter zijde aan en
vroeg: „Wat hebt u dan op het geweten?"
„Iets, dat u als oud-soldaat misschien
niet goed begrijpen zult; ik ben sociaal
democraat on men wil mij arresteeren."
„Dan kadt u uw verdiende loon 1" zeide
de oude met volkomen oprechtheid. „Hoor
eens, een socialist herberg ik niet, ik ben
een oudo krijger en heb voor mijn Keizer
en mijn vaderland mij hier dezen vleugel cn
hier dit wandelhout laten samenflansen,
zoodat ik nog rondkrab als een zieke pad,
maar met zulk een sociaal-democraat deel
ik mijn woning niet. Alle duivels! Ik ben
een koninklijke... een nieuwe hoestaanval
en voor mijn part kan de politie jou en
j.e gchecle bende van armelui-domboudcrs
in het cachot stoppen."
„Maar, mijnheer Schmidt", zeide Sabine,
„u miskent dezen mijnheer geheel en al;
juist, omdat hij niet zoo wil als de roode
partijleiders, 'daarom heeft hij twist met
hen, cn men heeft hom uitgestooteD, en nu
staat hij alleen en zonder aanhang, zonder
dat de politie zijn vroegere betrekkingen
vergeten wil 1"
„Hebben zij hem uitgestoofcen? Omdat
hij niet meer wil meedoen? Dat is wat
andersAls hij het met dat tuig niet meer
houdt, dan is hij mijn man en kan hij hier
ter wille van _u of bij geval yan de
.werklieden.
Men ziet hieruit weer eens precies zoo
besluit „Heb Yolk" wat liet christelijk
beginsel waard isA en waartoe heb dient in
de- politiek.
Over de aanschrijving van den
Min. van Oorlog, den heer Staal aan
de inspecteurs der wapens cn aan do chefs
der dienstvakken^ merkt het „N* y. d. D."
o.a. op:
„Er moet gezag zijn kortheidshalve.
Er is geen tijd om alles uit le leggen. Maar
zou, wie te gehoorzamen hooft later aan
het nadenken gaan, het waarom der bevelen
gaan uitvorschen dan moet hij aan het
eind van heb onderzoek terechtkomen op
wijsheid ën hartelijko belangstelling. Elk
bevel moet dat onderzoek kunnen lijden.
Zoo begeert heb minister Staal, cn die be-
begeertt eert den minister. Want op den
bodem er van ligt do erkenning van ieders
waarde als mensch. Wie mensch mag hee-
ten is geen machine. Redelijk wezen, heeft
hij recht op redelijke bejegening. En kan hij
van do bejegening, die hij heeft te ont-
moeten, het karakter niet begrijpen, dan
zou die bejegening hem als redelijk moeten
duidelijk worden, zoodra hij haar doorgron
den kón.
„Niet voor inspecteurs der wapens en
chefs van dienstvakken alleen behelst de
circulaire van den heer Staal bruikbare
wijsheid. Ook chefs in andere militaire
kringen kunnen er voordeel meo doen. Er is
zelfs stof tot nadenken in voor vaders cn
moeders.
Geen aanzien zoo wankel, als dat niet ge
dragen wordt door daaraan beantwoorden
de beteekenis. Vaderlijk gezag, en geen va
derlijk hart -het is zeker: wankel. Dc kin
deren, zwijgen als ze zwijgen; er zijn ook
kinderen, die niet zwijgen maar zij den
ken heb hunne. Die minister heeft de zaak
gepeild, luister: „Zal het gezag op goeden
grondslag berusten, dan moet do dra/-
gcr er van zijn recht op gehoorzaamheid
niet uitsluitend ontlcenenal kan hij het
voor de wetaan zijn rang."
Dat is een volzinnetje, ook voor vaders
en moeders geschreven. Niet uitsluitend
aan onzen rang als ouders moeten wij de
gehoorzaamheid onzer kinderen behoeven
te danken maai' allereerst aan do liefde,
die speelt door onze wensehen, en aan do
rechtvaardigheid van ons leven. Waar die
twee aanwezig zijn, worden toch dc orders
niet altijd verstaan. Maar daarom niet ge
treurd, indien hun zaak maar zal blijken
te berusten op liefde en rechtvaardigheid,
wanneer eenmaal, zij 't ook na hun dood
heb kind in staat is haar te onderzooken.
Het bewustzijn liefdevol en rechtvaardig
te hebben gehandeld is op zichzelf reeds
zóó heerb'jk, dat men do erkenning van zoo
te hebben gehandeld er niet nog bij moet
begeoren."
„De Nederlander" bespreekt de cirou-
lairo yan don afgetreden minis
ter van Marine inzake de dienstne
ming van jeugdig scheepsvolk bij 'de mari
ne, alsmede den raad van eenigen aan do
schoolhoofden om dio circulaire ter zijde
te leggen. Het blad kan in dietn raad niet
anders zien dan een bewijs van ziekelijk
heid. Had men gezegd: laat do onderwijzers
de jongens ook op de schaduwzijden wijzen
van het vak, knn duidelijk maken, dat
„het mooie schip" geen waarborg is voor
aangenamen dienst; dat een twaalfjarige
verbintenis niet behoort te worden aange
gaan zonder nadenken, dan zou „De Ned."
dit hebben toegejuicht. Maar ziekelijk is
h. i. te verlangen, dat jongens zich niet
verbinden voor een loopbaan, waarvan zij
zich geen voorstelling kunnen maken.
„Zekerlijk zou" schrijft „Do Ned."
voorts o. m. „de veroordeeling der cir
culaire gegrond zijn, indien noodelooze
hardheid daardoor word bevorderdindien
bijvoorbeold de marine evengoed bestaan
kan zonder langdurige en zonder zoo
vroegtijdige voorbereiding voor het vak.
Medewerking tot bevordering van noodo-
looze hardheid is onzedelijk.
Maar wie durft dat beweren? Wio ont
kennen, dat wij een marine noodig hebben,
blijven, zoolang hij wil, on als de politie
hem mocht zoeken, omdat hij vroeger eens
ter wille van die kerels domheden gedaan
heeft, zoo zal zij hem bij mij zeker niet
vinden; aanmelden zal ik hem niet; ik
mag dat volk van de politic niet lijden,
maar" cn hij wenddo zich tot Peter
„gij moet geen nieuwe domheden meer
doen en u een beetje stil houden."
„Dat wil zeggen overdag; des nachts
vergunt gij mij toch wel uit te gaan?" vroeg
Petor.
Schmidt glimlachte. „Als ik maar jon
ger was cn nog mijn gezondo ledematen
had, dan ging ik mede."
Zoo was de overeenkomst geslotendo
man had een logó en heb uitzicht op een
geschikt cadeau, en Peter ademde weder
vrijer, omdat hij voorloopig hier veilig
kon zijn voor het gevaar van arrestatie.
Gelijk dc vossen hun manieren hebben,
om hun spoor met sneeuw of zand to be
dekken, zoo neemt de door zijn slecht ge
weten of door den arm der wet bedreigde
misdadiger bijna altijd dezelfde stroken te
baat, om zich aan de wrekende aardsche
machten te onttrekken.
De met zijn bediende naar het; station
Fricdrichstrassc gereden markies Carvaiho
had onbewust een dergelijke komedie ge
speeld als Peter Dechner. Op zijn kisten
en koffers 6tond zijn volle naam; de ba
gagedrager vrceg den als livreiknecht dienen
den Frits, naar welk station te Londen
de bagage moest gedirigeerd worden.
Frits herhaalde de vraag aan zijn schijn
baren meester: „Naar welk station, mijn
heer de markies?" En Carvaiho antwoord
de: „Londen, Victoria-station."
Voor het loket, waar hij kaartjes moest
dat daarvoor scheepsvolk onontbeerlijk is,
dat dit reeds op jeugdigen leeftijd voorbe
reid, getraind moet wo-rden, en dat bet
billijk is, dat het land, hetwelk dio voorbe
reiding geheel moet bekostigen dan ook
eenig© vrucht trekke van hetgeen de pupil
heeft geleerd?
Of is Nederland te diep gedaald voor
een eigen marine; zijn onze jongens te slap
cn te weinig energiek om zich door de
moeilijkbeden des levens heen te slaan?
Mocton wij niet van jongsaf leeren slechts
zelden in ons leven naar eigen welgevallen
te zullen kunnen handolen, cn ons oefenen
in het verduren van hetgeen ons aange
naam is. Het is niet ziekelijke slapheid, dio
in vroegere eeuwen ons volk tot een groot
volk gemaakt heeft!
Katholieke ziekenverpleging
in do stad en op het land. De
„Nieuwo Koerier" bespreekt in een hoofd
artikel de v-enschëlijkheid dat ook do katho
lieke meisjes, die roeping gevoelen voor zie
kenverpleging, zich daaraan zullen wijden.
„Maar waar," vraagt het blad, „zal een
katholieke jongo dame haar opleimng ais
verpleegster kunnen ontvangen?"
„De voorzitter van het informatiebureau
voor R.-K. gediplomeerde leeken-zieken-ver
pleegsters, dr. Van Spanje, antwoordt hier
op in „Het Centrum":
„In onze R.-K. ziekenhuizen worden voor
loopig slechte geestelijke zusters opgeleid
voor het examen... Onze R.-K. jonge dames,
die geen kloostorvocatio hebben, moeten
dus nog haar toevlucht nemen tot de ncu-
trnlo ziekenhuizen.
Tegen dezen laatstcn raad komt 'Pater
Van Kerkhof in „De Tijd" met klem op.
O i. zeer terecht.
Do neutrale ziekenhuizen zijn geen ge
schikte opvoedingsscholen voor katholieke
jonge dames, die zich aan de ziekenverple
ging zouden willen wijden.
Verre van daar.
Maar het is niet genoeg af te keuren,
men moet ook een anderen weg wijzen.
En daarom hadden wij gaarne gezien,
dat Pater Van Kerkhof ook het eerste ge
deelte van dr. Van Spanje's antwoord aan
critiek had onderworpen„In onze Katho
lieke ziekenhuizen is geen plaate."
Zou er dan, met goeden .wil, geen plaate
te maken zijn?
Het is toch zoo treurig als men aan het
ziekbed van katholieken protostantsche
verpleegsters vindt, die toch onmogelijk oau
die zieken den troost kunnen geven, waaraan
zij, vooral in die dagen, zooveel behoefte
hebben.
Zou dan, het gewicht van do zaak den
doorslag gevend, in onze R.-K. ziekenhuizen
geen plaats te vinden zijn
Och, dat men hot toch beproevo 1
Ook voor onze dorpen aldus vorvolgfc
dj:. Van Spanje zou zulks vau zoo'n
groot belang zijn.
Wij spreken hier niet van verpleegsters,
die na driejarigo studie een diploma willen
behalen.
Neen, wij zijn hier met veel minder te
vreden.
In vele streken van Duitschland vindt
men op ieder dorp een of meerdere jonge
meisjes, dio b.v. een half jaar in een Katho
liek ziekenhuis hebben doorgebracht.
Terugkomend zijn zij in staat, om bij on
gelukken het eerste verband te leggen, of do
eerste verpleging op zich te nemen, totdat
do soms ver af wonende doktor ter plaatse
is.
En wanneer do dokter den patiënt behan
deld heeft, maar niet zoo dikwijls als wel
wenschelijk is kan terugkomen, dan krijgt
deze ziekenverpleegster haar inlichtingen,
opdat de zieke zaakkundig behandeld wor
de.
Het uitzenden van zulke jonge dorpsmeis-
j"c8 naar de katholieke ziekenhuizen gaat
uit van een katholieke verceniging, bv.
Vinccntius-verccnignng, ofwel van het Ker
kelijk Armbestuur. Do kosten worden door
zulko vercenigingen gedragen, en de opgelei
de verplicht zich haar hulp to verlcenen bij
plotselinge tongevallen, en wanneer haar
hulp door de geestelijken wordt noodig ge
acht.
koopen, herhaalde hij dezelfde seëne.
Frits vroeg twee biljetten naar Londen,
oen eerste en een tweede klasse. Do beamb
te vroeg: Naar welk station on Frits, die
zich hield alsof hij verstaan had voor wien?
paf duidelijk ten antwoord: „Voor markies
Carvahlo en bediening
De bagage werd ingeladen, heer en knecht
namen hun plaatsen in twee verschillende
compartimenten e'.i de trein vertrok.
Maar reeds te Charlottenburg steeg do
markies weder uit, overhandigde zijn be
diende, die bleef zitten, nog vlug hot baga-
gere^u, fluisterde hem heimelijk neg iets in
cn verliet dan zoo mogelijk ongezien het sta
tion. Frits reisde intusschen door naar
Londen.
In de Hcidelbergstrasso trad Carvaiho
een niouwon kapperswinkel binnen en liet
daar snor en knevel afscheren; hij moest,
zooals hij tot den barbier zeide, 'dit offer
biengen wegens een tooneel voorstelling,
waarin hij medewerken moest. Met een
geheel veranderd uiterlijk begaf hij zich
nu naar de Berlinerstrasse, sprong op do
paardentram, liet zich tot do Brandenbur
ger Tor mode rij don, verwiscel do daar
van wagen en reed naar het Potedamnv?r
station. Hij droeg nog do reismuts, welke
hij in den spoorweg-ooup5 had opgezet, en
hij had den kraag van zijn paletot tcgeD
do koude van den avond opgeslagen.
Aan het Potedammer station liet hij zich
door den portier een daar voor hem neer
gezet koffertje geven, ging daarmede naar
het perron, en toen juist een trein aan
kwam, mengde hij zich onder dc reizigers,
dio uitstegen. Zoo verliet hij het station
weder, nam een droschko en reed naar een
hotel van den tweeden rang in de nabijheid
En over bet algemeen is men uitstckcud
tevreden over de resultaten van dit schooni
werk van naastenliefde.
Dat cr roeping of neiffng tot het vcrple-
gen van zieken bij diegenen moet zijn, wclka
zich cr aan .wijden, staat vast.
Zonder zulke neiging, voortspruitende'
uit christelijke liefde, zal men niet geschikt
zijn voor een goede ziekenverpleegster, al
zou men nog zoo goed op do hoogte wezen*
Men kan dat het best zien bij dokters,
dio hun hoog en heerlijk ambt enkel cn al
leen als een kostwinning beschouwen. Zij
kunncu dan zoo knap ziju als ze willen, goe
de dokters zijn het niet. En zij ontvangen
dan ook de eer niet, die ook co schriftuur
wil, dat het volk den dokter zal toedragen.
Integendeel.
Maar al zou raen nog zooveel christelijk©
naastenliefde bezitten, deze is niet voldoen
de, om alle zieken te kunnen verplegen.
Liefde cn kennis moeten samengaan."
Eet blad besluit met don wensch uit to
spreken, dat door dcu aandrai.0 vau vele
zijden do katholieke ziekenhuizen zich zullen
openen, om zoowel katholieke gediplouicerdo
ziekenverpleegsters als dorpsziekcnvorplecg-
stera to vormen.
Over „kerkelijke verdeeldheid
schrijft „Do Nederlander" het volgeudc:
„De Banier" meent, dat wij op het gebied
van het II. O. geen fusie voorstaan, wel op
dat van het L. O.
Daarin vergist zij zich. Steedi hebben
wij ook op het gebied van het H. O. sa
menwerking van alle gcloovige Protestan
ten teu krachtigste voorgestaan, cn het is
niet ouze schuld, dat tot dusver daarvan
weinig is gekomen.
Hetzelfde deden wij steeds op hrt gebied
van het Lager Onderwijs. Niet-, dat wij
juist op grooto scholcu gesteld zijn, maar!
wij zouden wensehen, dat dc geloovigo pro
testanten het lager onderwijs zóó wisten in
te l ichten, dat hun schoten voor dezo allen,
onverschillig tot welke kerk of kerkgenoot
schap zij behooren, bruikbaar waren.
Dat kan niet, zegt „Do Banier" en met
haar zoo vete Christenen; cr behoort ver-
band to zijn tussehen school cn kerk.
Zeer zeker, autwoordt „De Ned."
maar slechts een indirect, oen meer "verwij
derd verband; do school moet niet staan
onder do kerk, maar onder haar cigon
schoolbestuur, dat zich vóór alles'1
moot boijvorou goöa ondorwijs te
doen gevon. Het verbaast ons dat k e r-
k olijk verband zóó op den voorgrond te
zien geplaatst juist door hen, dio eoa
christelijke openbare school begeeren,
waaronder zij dan oen school schijnen to
verstaan, waar vorsohiltendo predikanten
in do schooluren godsdienstonderwijs kun-
nen gevon. Indien diit begeerd wordt, welk i
bezwaar is cr dan bijzondere scholen to
stichten, dio ook met verse vlleoit km ken
in verband staan?
Het is zoo, in-migraaal zijn do veren?i^do
christelijke schelen niet tot bloei geraakt,
on natuurlijk verweet stjods do eenn /vfLij
aan do andere, dat deze de schuld wus der
oneenigheid. Wij weten zeer goed, dat do"'
oneenigheid, het verschil aan weerszijden'
vaak op clcn voorgrond gesteld wordt- Maar
dit mag ons niet verhinderen te zoggen,
dat naar onze meening daardoor de zaak,
dio wij verstaan, ten zeerste geschaad
wordt. Vclo geloovigo Protestanten zullen
ook ondanks onzo waarschuwingen daarmco(
doorgaan; velen zullen met „D.o Banier"
meenen, dat wij niet hebben te rekenen
met wat ovor 50 jaren zal zijn, ïliaar alleen
met het heden en dat ieder maar heb,
zij no moet doen; zij zullen er zich niet om
bekommeren, dab noodcloos onze scholen
zich splitsen in zooveel kleine schooltjes,,
dat cr, wegens do noodelooze geldverspil
ling, een reactie ontstaat tegen de thans
in onze schoolwet aangenomen bcginseleö-
Het is steeds do zwakheid geweest van het
althans van het Nedcrlandsch pro
testantisme, dat men geen oog had voor het
geheel cn geen oog voor do toekomst. Een
zwakheid noemen wij het, anderen noemen
het kracht. Men noeme het gelijk men wil;
maar als op den duur èn het openbaar èn
het R.-K. onderwijs beter aan <te eischen
van goed onderwijs zullen blijken tc vol
der „Linden.'' Dcu portier van het botcl
vroog hij dadelijk of or brieven voor hom ge
komen waren cn nocmcte daarbij zijn vol
adres: „Karl ltitto uit New-York." Do
portier beloofde te zullen gaan zien, bracht
evenwel na cenigo oogenblikken dc bood
schap, dat cr niets voor „den heer Ritter
uit Niouw-York" gekomen was. Nu eerst bo-
gaf zich Karl Ritter, die in zijn eenvou
dige rciskleeding, met zijn bescheiden kof
fertje cn zijn baardeloos, min of meer
schuchter gezicht den indruk van den ech
ten burgerman maakte, naar do hem op
de derde verdieping aangewezen kamer.
Hij vermoedde niet, dat hij nagegaan was
c.i dat zijn verblijf door iemand was opge
merkt, aan wiens aanwezigheid to Berlijn
hij zelfs niet in den droom gedacht zou heb
ben.
Fricdrich Just namelijk, die op zijn vcr-
geefschen onderzoekingstocht naar Peter
Dechner dien hij volstrekt in heb geheim
wild© spreken en aan wiens adres to Ham
burg -hij niet geloofde een valsch spoor
tot aan Charlottenburg gevolgd was, had'
toevallig uit clen barbierswinkel eon man
zien komen, bij wiens aanblik hij nauwelijks
zijn vreugd© bedwingcci kon. Dit baardeloos
gezicht kendo hij toch Dat was immers
dezelfdo schurk, dio eens den armen Karl
Dechner, alias William Tell, ginds in Ame
rika bij bedrieglijk spel onbarmhartig bad
uitgeplunderd I O, hoo had Just op het
oogenblik gewacht, dat hij den schurk we
der zou ontmoeten en hom ter verantwoor
ding roepen voor zijn 6chandaden 1 Nu waë
Eet oogenblik gekomen; zou hij hem een'
kogel door hot hoofd jagen? Do revolver
droeg hij sedert zijn Amerikaansche reizen
steeds bij zich. Wordt vervolgd.)