LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 31 AUGUSTUS. - TWEEDE BLAD. BUBRIEKVOOB DE JEUGD. VADERS EfêGEL* Ontoerekenbare roovers. Een avontuur in Griekenlaal Anekdoten. No. 13963, Anno 1905. „Wees..—, lief...... voor vader I'' Op zwakken, afgebroken toon kwamen 'deze woorden over de lippen der stervonde, terwijl haar oogen gevestigd waren op haar aan haar zijde neergeknield dochtertje. „Wees lief voor vader I" herhaalde fj in heel den angst, dien een moederhart moet gevoelen, bij het bewustzijn, dat binnen en kele uren een eenig kind moederloos zal zijn en overgelaten aan de zorgen van een dronkaard. En Lilly beloofde snikkend aan de ar me vrouw dat zij dit altijd zou wezen. Dien avond keerde do vader voor een maal nuchter van zijn werk terug, over- ijneestord door berouw zich zoo weinig om 1 de ziekte zijner vrouw ooaommerd te heb- Ben. Hij vond haar reeds overleden en de V kleine met het hoofd op het kussen naast haar in slaap gevallen. „Hij schijnt er toch wel iets van te voo- i.3en" fluisterden de buren, toen daarover weken verloopen waren, zonder dat het r voorhoofd van den man zich rimpelde, of 4 hij zelfs het kind kon toelachen. J Do kleine Lilly had inmiddels de zorg voor het huishouden op zich genomen en vergat haar belofte geen oogenblik. Dat viel haar in den aanvang ook niet zwaar; want na zijn groot verlies bleef de vader zich een tijdlang vcórbeoldig gedragen en .was hij, ofschoon altijd somber en in zich- zo., gekeerd, heel goed voor zijn dochtertje, maar gedurende de lente bezweek hij we derom voor den verkeerden raad zijner kameraden. *v Voor het open venster gezeten, om op zijn thuiskomst te wachten, hoorde Lilly door een van twee stilstmnde s. beiders zeggen: „Hij drinkt erger dan ooit. Het is maar goed, dat zijn vrouw dood is, want haar hart zou er onder breken." „Het is des te erger voor het kind", fentw. ddo 'do ander: „Arm kleintje, zij heeft het verro van goed, nu." „Gelukkig zit hij goed en wel in de go- lagkamer; laat ons hopen, dat hij zijn roes uitgeslapen heeft voordat zijn dochtertje hem tc zien krijgt. Goeden nacht I" Zij liepen in verscbillendo richting voort, het kind vol droefheid en schaamte achterlatende. „Het is vader, dien zij bedoelen", zuchtte feij: „ik heb moesje beloofd lief voor hem te zijn en ik moet probeeren hom nanr huis te krijgen voordat hij nog meer drinkt. Misschien zal hij wel meekomen, als hij mij ziet.'? Zij keek nog even naar liet avondeten en begaf zich toen op weg; maar zij bevond zich nog niet lang op straat, of zij bemerkte dat er iets ongewoons te doen was. Een menigte Heden spoedden zich iri dw-Jfde richting voort als zij. Onwillekeurig begon eij ook hard te loopen en een oogenblik flater zag zij een dichte rookwolk opstijgen uit do herberg, waar zij zich heen had willen begeven. Begrijpende, dat het huis in brand stond en haar vader in gevaar verkeerde, voelde zij haar hart van 'angst ineenkrimpen. Niemand sloeg acht op het kleine meisje, 'toen zij zich met koortsachtigcn spoed dooi de scharen heendrong. Bij den gloed dor ylammcn ontdekte iemand echter de ge daante van een kind, dat het brandende huis binnensnelde. In het volgende oogen blik had zij, hoestende en bijna verstikt 'door den rook, dio haar to gemoet sloeg, de gelagzaal bereikt. In een armstoel zag zij pen ineengedoken gestalte zitten. „Vader, word wakkergilde zij. Maar ^or volgde geen antwoord. De toenemende rook en het geknetter der V,vlammen brachten Lilly buiten zichzelve yan angst en met een laatste wanhopigo poging sprong zjj op de knieën van den dronkaard, sloeg de armpjee om zijn hals en riep a-n zijn oor: „Och, vader, va der 1" Daarop zonk zij bewusteloos op don yloer. Maar ditmaal was de man gewekt. Hij 'stond op en bleef een oogenblik duizelend stilstaan. Heb levensgevaar waarin hij zich bevond, ontnuchterde hem plotsoling. Hij kon niet meer om zich heen zien cn voelde slechts instinctmatig do richting der dour, daarbij over het lichaam van zijn doch tertje struikelde. Een vreugdekreet begroette hem toen hij .uit het brandende huis te voorschijn kwam. „Waar is je kind, Jaap riep een man 'die Lilly had zien binnengaan. „In bed, hoop ik," antwoordde de vader, zich het gelaat afwisschende. „Neen, neen, zij ging de galagzaal in 1" Nu verstond hij plotseling wat de kleine gedaan had, lio» zij haar leven had ge waagd om het zijne to redden en... achter gebleven was. In een Beconde tijd had hij zich omgewond en was hij door de vlammen heen teruggesneld. Vol wanhoop worstelde hij tegen verstikking cn vuur en toon hij wederkeerde met het bewuslooze kind in de armon, wendde hij zich tot de ontroerde toeschouwers en zeido luid: „Bidt God, mijn engel te sparen 1" Vele vochtige oogen aanschouwden dit tooncel, zagen de onuitsprekelijke smart waarmede do ongelukkigo zich over het rocrlooze lichaampje heenboog, de komst van don dokter, die vader en kind naar het ziekenhuis voerde. In den aanvang scheen alle menschclijke hulp machteloos do kleine to redden; toch verbeterde Lilly's toestand en mocht zij na verscheidene weken van hevige pijnen het gasthuis verlaten, ofschoon zij voor het le ven kreupel bleef. Niemand wist wat er gedurende die cin- delooze weken in het hart van den rader omging, terwijl hij dag en nacht de bittere vruchten zijner schuld moest plukken. Al- i -n echter dat hy een berouwvol en veranderd mensch was, van geen drank meer wilde weten. Na 4* thuiskomst van zijn dochtertje bleef hij een voorbeeldig werkman en keer de er zelfs welvaart in de kleine woning weer. Op Zon- cn feestdagen kan men hem altijd zien wandelen naast hst lieve kleine meisjo op krukken, dab in heel de buurt den naam verkregen heeft van „Vader's engel."- Eert uw ouders. Keizerin Maria Theresia was werkelijk een moeder voor haar volk. Aan elke nut tige instelling toonde zij haar belangstel ling. Ook de militaire academie bezocht zij cenige keeren por jaar. Daarin werden voornamelijk zonen van arme en verdienste lijke officieren op kosten des keizers voor den militairen st-and opgevoed. Y/io van mijn lieve zonen is de beste? vroeg ze dikwijls den directeur. Majesteit, antwoordde deze, zo zijn al len dapper en uw bescherming waard; de jonge Vockassovich is echter do dapperste. Ik hoorde den jongeling reeds vaker prijzen, zei de vorstin, ik wcnsch hem ook eens te zien vechten. Neem dus eens je ra pier l De jonge soldaat was niet erg bang en weldra toonde hij, dat geen der kameraden het togen hem kon houden in do scherm kunst. De keizerin zag het met genoegen. Kom hier, sprak ze, hem twaalf gou den geldstukken in de hand drukfbndc, hier is een bijzondere belooning voor je, kleine soldaat! Na zoo'n heet gevecht mag je ,wcl eens wat ontspanning hebben. De jongeling viel dankbaar op de knieën. Ze deed hem opstaan en bood hem haar band, die hij kuste. Na eenige weken kwam de keizerin weer eens op bezoek. Zij liet den jongen Vockas sovich eveneens weer voorkomen en vroeg he-u wat veer pret hij wel met liet geld had gehad. Nu werd de jonge man zeer verle gen en stotterde eenige woorden, waarvan de keizerin niets begreep. Heb je het verspeeld', of waarvoor heb je het gebruikt? vroeg de keizerin ccnigs- zins 6troef en haastig. Ik heb het mijn armen vader gezon den, antwoordde de jongeling bescheiden. Wie is jo vader? Hij was luitenant in dienst van Uwe Majesteit, heeft ontslag genomen cn leeft zonder pensioen zeer armoedig in Dalnxa- tië. Ik meendo het geld niet beter te kun nen besteden, dan door het hem te zenden. Dit was ook mijn grootste vreugde. Ik hoop dus dat u het goed zal vinden. Je bent een flinke zoon, geef inkt, pen en papier hier 1 Ga zitten en schrijf Bevend cn met kloppend hart dood Vockassovich wat hem bevolen werd. De keizerin dicteerde: „Beste 'Vader! De brief, dien ik hier schrijf, wordt me door dc keizerin zelf voorgezegd. Mijn vlijt, mijn vorderingen en vooral mijn kinderlij ke liefde en dankbaarheid jegens 11, mijn vader, zijn de keizerin zoo goed bevallen, dat U van dit uur af een pensioen van 500 gulden zult on'vangen en ik aanstonds wcor eon geschenk van 24 goudstukken krijg." Men kan zich de vreugde van Vockasso. vich voorstellen. Het papier .was nat van vreugdetranen. Op deze wijze worden dank. baarheid en kinderlijke liefde tegelijkertijd beloond. Grooter was nog het loon dat de toekomst bracht. Van de academie kwam hij in het leger, steeg langzamerhand hoo- ger cn hooger in rang en werd eindelijk veldmaarschalk, een der hoogste militaire waardighc-cn. In een buitonlandsch tijdschrift heeft een ooggetuige do volgende levendige be schrijving van den vooruitgang dor sprink hanen in Afrika gegeven; Door de lucht vloog een steeds toenemen de zwerm van bruine lichaampjes on wierp over het veld myriaden kleine beweeglijke schaduwen. Toen deze naderbij kwam, liet de zwerm zich overal zien en bedekte het bruinachtige gras em do groene struiken. De sprinkhanen bleken nu roodbruin te zijn. Al wat daar groeide verdween in een oogenblik, werd door hen verslonden. Elke grashalm, elke plant cn vrucht, al wat ge reed stond de moeite en arbeid van den landbouwer te loonen, was opgegeten door gluiperige, kleino ondieren, die bij millioe- non door de lucht fladderden of over den grond heen 6prongen. De flanken van deze levende wolk werden hevig aangevallen door heole scharen vogels en zelfs in hot hartje van de Toofbende richtten de vogels een heclo verwoesting aan; maar de groote maasa zette met sfcoï- cijnschc ongevoeligheid haar vaart door de lucht voort cn het gefladder der ontelbare vleugeltjes veroorzaakte een geluid, even sterk als het gebruis van vlammen, waarop water wordt geworpen. Kippen kakelen van vreugde, wanneer zij toe kunnen snellen om sprinkhanen te eten, zoodra deze zioh van vermoeienis laten neervallen en zelfs de inboorlingen smakken met de lippen, als tij zich kunnen voorzien van dezelfde lekkernij, waarmede Johannes do Dooper zich in de woestijn voedde. Evenals menschelijke roovers zijn sprink hanen des to gevaarlijker naarmate zij ten volle toegerust zijn tot hun vornielingstaak. Men streeft or dan ook op alle mogelijke wijzen naar ze te verhinderen hun be kwaamheid in het vliegen aan-de wenden. Het instinct der jonge sprinkhanen is recht voor zioh uit te vliegen; zij laten zich daarvan niet eens weerhouden wanneer zij aan een stroom komen. Maar nu doet zioh een merkwaardig iets voor, dat men zelfs bij de menschen niet zou weervinden. Aan de zandige, met kreu pelhout begroeide oevers der Afrikaanschc riv—ren genaderd, offeren de aanvoerders der bende zich op, loopen zij het water in en weldra liggen er talloozo oude sprink hanen te spartelen in het ondiepe water, pioniers en martelaren, die in den dood tot een brug dienen voor de onverstandige jon- go natuurgonooten, welke hun volgen. Begeven de sprinkhanen zich eenmaal op weg, dan leggen zij lange tochten af; een wolk, die meer dan een Engolsche mijl breed ia, trekt somtijds over een heel werelddeel. Deze dieren zijn in Afrika zoer leelijk en onaanzienlijk, hoogstens twee a drie duim lang, maar voorzien van een ongelooflijk sterk, bruin pantser, zóó hard, dat indien zij in hun haastige vlucht iemands gelaat of handen aanraken, men oen hevige, ste kende pijn gevoelt. Hoe -t&lrijk het reisgezelschap is op zulk een tocht, zal wol het feit doen inzien, dat het vier h vijf dagen duurt voordat de ge- Heole zwerm voorbij is getrokken. De verkenners der bende, die vooruit gaan, opeengepakt ab oen roode nevel, zijn reeds sterk genoog in aantal, om al wat er in een district groeit to verslinden. Do beweging hunner vleugeion doet een ver- fri8schende koelte ontstaan, zelfs op een drukkenden zomerdag. Toen mijnheor Dallas, een beroemde Athconsche advocaat, door zijn ambt rijk was gewondéR, kocht hij con mooie villa aan do kusten van de Golf van Lcpanto, ongeveer vier mijlen van de zeer kleine stad Nieuw Corintho. Enkele van zijn vrienden vroegen hem, of hij niet bang was in zoo'n eenzame 6treek te wonen. Wat heb ik te vreozen? vroeg do advo caat lachend. Ik heb geen i "janden cn ik denk, dat de roovers niet bij me zullen ko men. Jullie weet toch hoeveel ik in den loop van mijn leven hem yeiidodigd votofr do rechtbank. Er was echter een onaangenaam ding aan <le nieuwe woonplaats. Het was name lijk zeer moeiolijk verschillende soorten van voedsel te verkrijgen. In cnkolc dalen van Griekenland kon men bijvoorbeeld heel moeiclijk vlcesch krijgen, behalve schapen- of lam8vlocsch. Toen dus op een naburige boerderij toevallig eens een varken gedood werd, was de familie Dallas zeer blij, om dat er nu ten-minste eens eenigo afwisseling in hun vlccsohvoeding kwam. Ze kregen nu een flinke portie varkensvlcesch. Op de een of andere manier evenwel moet er iets niet in orde geweest zijn met het varkensvlcosch, want mr. Dallas, zijn vrouw, de twee dienst meisjes en do tuinman werdofl dien avond allen ziek. De kleine zoon des huizes even wel, Stephos genaamd, die niets had gege ten, was alleen ontkomen aan de vergifti ging. Stephoe besloot zoo spoedig mogolijk te paard naar Nieuw-Corintho te rijden cn eon dokter "te halen. Mr. Dallas durfde hom bijna niet te laten gaan, want het was in het jaar 1897, toen Griekenland nog in oor log was met Turkije cn do buurt was cenigs- zins onveilig. Maar de jonge Stophos vrees, de niets en begon flink on ferm zijn een zamen tocht. Hot was een heldere, wolkoloozc nacht, ofschoon het geen lichte maan was en de diepe blauwe wateren van de Golf van Lepanto schitterden van de weerkaatsing der sterren, die glinsterden aan den hemel. De knaap galoppoerdo langs den witten atoffigen weg, die langs de kust Imp. Hij ging de plaats waar eens het oude Corintho lag voorbij. Plotseling sprong een Albaioes uit een klein olijvenboschje aan den kant van den weg te voorschijn en greep de teu gels van het paard met de ceno hand Met do andere hand richtte hij den Toep van een pistool op het hoofd van don verbaasden kleinen ruiter. Aan ontkomen .ras geen den ken, maar gelukkig had de knaap wein'g hij zich, wat do moeite waard wa« c-ai gesto len te worden. Hij was juist vnn i lan den roovcr zijn slecht gcvulden beurs en zijn nikkelen horloge over te geven, toen iets in de sombere blikken van den roover hom tegonhield. Kijk hier, man, zei hij zonder vrees, dit is alles wat ik heb. Ge zult niet veel voor het horlogo krijgen en de beurs bevat slechts vijf drachmen (een drachmen is on geveer een halve gulden). Is je je naam van eerlijk man niet meer waard dan dat? Gij lijkt veel meer op een mensch, die in nood verkeert dan op een werkelijken roovor en ik wil je gaarne het gold zoo geven. Maar was het niet beter dat je mij de beurs en het horlogo liet houden en zelf een eerlijk man bleef? Do roover staarde lang cn ernstig op den ferraen knaap, schaarsch verlicht in het bleeke sterrelicht. De zwarte oogen, die op hem gericht waren met een blik van dccl- noming, medelijdend bijna, schenen hem zoo vreemd, zoo goed. Plotseling barstte hij in tranen uit en hij liet den teugel los. Je moet de zoon van den advocaat Dallas zijn, riep hij uit Jo lijkt sprekend op heml Voor zes maanden werd ik beschul digd van rooverij wat niet waar was. Hjj verdedigde mij met al de overtuiging en al zijn medelijden, dat hij voor mij gevoelde Maar de schijn was te veel tegen mij. Ik werd veroordeeld cn naar dc gevangenis in Thessaliö gezonden. Voor een weck, l.ij de nadering der Turken, werden we allen vrijgelaten, uit vrees dat we in handen van den vijand zouden vallen. Daar stond ik ontslagen uit de gevangenis, zonder een cent op zak, door de menschen verfoeid 1 Ik heb geloopen sinds dien, tevergeefs zoe kende naar werk, om iets te verdienen. Straks, toen ik jo hoorde aankomen langs de eenzame straat, dacht ik bij mijzelfJo bent veroordeold als een roover, toen je on schuldig was. Goed, nu ik toch eenmaal de kans heb, wil ik werkelijk een roover wor den. Ik dank God, dat hij mij redde door jou. Je vader, kon mij niet beschermen voor de straf, maar zijn zoon heeft mij werkolijk gered. Anders was ik een misdadiger ge wórden. Stophos had goen tijd zich langer op te houden, want hij c.oest naar den dok ter, maar hij zcide tegen den man, dat de ze den volgenden dag aan de villa moest komen. De dokter ging direct met Stophos terug. Mr. Dallas en zijn vrouw en ook dc beide dienstmeisjes waren spoedig weer genezen, maar de tuinman was te ver hoon en stierf nog denzelfden nacht. Heel toevallig was de roover ook tuinman geweest. Daarom nam mr. Dallas hem als zoodanig in dienst en hij heeft er nooit spijt van gehad, want de ongelukkige man deed steeds zijn best. Een profetische droom. Den avond voor het gevecht bij Dego, den löden April 1793, legdo zioh Murion, Na poleons lievclimgs adjudant, nadat hij des morgens mcor dan twintig mijlen bij do overbrenging van bevelen van zijn gene raal had afgelegd, to slapen, zonder zich to ontkleed en, cm op hot eorBto tecken des te gauwer bij do hand to zijn. Sedert eenige dagen had hij zioh 'Jruk beziggohoudon met toekomstplannen. Hij wilde namelijk na l ot eindo van den veldtocht den goner-ri om vorlof vragen, ten eindo een klein Landgoed bij Antibes to kunnen koopen. Nauwelijks was hij ingeslapen of Murion droomde, dat hij zich bevond op een mot lijken bedekt elagvolJ. Voor hem stond een van het hoofd tot do voeten gewapende rij zige ridder, met wicn hij streed. In plaats van een zwaard hanteerde hij een zeis en éón van diens houwen lind Murion diep in de linker al.aap getroffen. Daar in den strijd de wapenrusting van den ridder stuk voor stuk was weggovallen, zag Murion nog slechts een afschuwelijk geraamte, dat, al tijd nog met een zeis gewapend, zioh hoogor voor hem oprichtte on mot cem grafstom tot hem sprak: ,,Ik heb jo vandaag niet te pakken kunnen krijgen, maar je je lief ste vrienden ontnomen; an wat jezelf be treft, over acht maanden zal jo me terug zien. Murion ontwaakte, het voorhoofd met koud zweet bedekt. Dc dag begon aam to Breken; in hot kamp was alles rustig. Hij trachtte weer in te slaperi, maar de onheil spellende modedecling, die hem, on, naar hij meende, zijn beste kameraden, Junot en Marmont, destijds, o\cnals hij, adjudanten van Bonaparte, betrof, deed zijn opgewon denheid toenemen. Spoedig werd do beweging, welke een ge vecht voorafgaat rondom hom merkbaar. Hij begaf zich naar zija oolloga'e, wicn hij zijn droom modedeeldc, ca met wie hij van zijn vrees sprak. Zij maakten zich vroolijk ovor hom, Junot het meest. Hot gevecht werd gclcvord cn Junot ontving twee wonden aan hot hoofd. Wat Marmont betreft, in hot diohtit van don strijd van man tegen man was hij verdwe nen. In de meaning, dat zijn vriend gedood was, verviel Murion in een soort van ijl koorts, die de doktoren zeer ongerust maakte. Men stelde er Bonaparte van in kennis, dio zijn adjudant ccn bezoek bracht om hem gerust te stellen over Mar- monts lot; maar Murion, die niet in staat was ieta to begrijpen, riep in wanhoop: „Hij is dood, zeg ik u, hij is dood 1" Plotseling trad Marmont, de uniform met bloed bedekt, do tent binnan. Hij kwam nit bot hoofdkwartier te Massena, waarheen Napoleon hem had gezonden. Toen hij hem zag, stiet Murion een hartverBchourtendo kreet uit en bezwijmde in de armon van zijn vriend. Murion werd na dien voortdurend door zijn doodvrees vervolgd en hij hield niet op met Junot cn Marmont er telkens over te spreken. Do laatste antwoordde or telkens schouderophalend op. „Jo zult zion, herhaalde Murion, dat mijn droom, als do tijd gekomen is, in vervulling zal gaan." Marmont antwoordde hem eens op spottondon toon: „Zanik toch niet; bij Lodi, Borghetta, aan do Brenta, bij Caldiero, heb je gestre den als een leeuw. Jo hebt zelfs geon schram gekregen on niemand is gedood. Jij eo je dood zijn niet good wijs. „Omdat do acht maanden nog niot om zijn, maar geduld, dc tijd nadert." „Goed, maar laat jo nu raden, on klets niet over zulke zotternijen. Jo weet dat al les, wat men zelfe in vertrouwen tot elkaar zegt, aan den generaal wordt overgebracht. Hij gelooft niet aan oudewij ven praatjes, cm zou wel cons in do verzoeking komen „Mijn dood zal hora de moeite besparen', antwoordde Murion. Dit gesprek tusschen do bcido adjudanten werd gevoerd in don morgen van den slag bij Arcole. Toen 's avonds eenige officieren van den gênoraJen staf over den uitslag au do verliezen van dien dag spraken, herin nerde Marmont zioh, dat hij Murion nog niet gezien had. Do generaal zal hem waarschijnlijk mat eenige bevelen naar Angercau gezonden hebben, werd hom geantwoord. Een oogenblik later kwam Junot. Do buitengewone droefheid van zijn gs laat viel Marmont op en plotsoling dacht hij weer aan Murion. „Wat is or gebeurd mot Murion?" vroeg hij haastig, is hij hier of met bevelen weg?" Junot antwoordde niot; Marmont begreep hem. „Ach, riep hij wanhopig uit, Murion liad gelijk: de dood heeft zijn woord gehouden." Werkelijk was Murion door een Oostcn- rijksch officier gedood, dio hem vlak bij met een pistool door het hoofd had gescho ten, toen do adjudant Napoleon, die op dat oogenblik door vijanden omgeven was, ont zette. Het was den 15den November, juist aoht maanden, op den dag af, na den onheil- spellcndcn droom, dat deze verwezenlijkt werd. J- Rembrandt van Ryn. Jullie hebt allen wel eens den naam van dien grootsten schilder gehoord. Zijn naam zal worden geëerd, zoolang er nog liefhebbers van schilderijen zijn. Hij hooft dan ook zulke prachtige schilderstukken gemaakt, dat or niomand is dio liet hem na kan doen. Duizenden en duizenden guldens worden voor één klein schilderijtje van hem betaald. In Juli 190G is het 300 jaar gelo den, dat Rembrandt geboren werd. Dan zal men een monument op zijn graf zetten in do Westerkerk te Amsterdam. Dat gaat echter niet gemakkelijk, omdat-mon niet weet, waar hij begraven is. Men weet alleen, dat hij doodarm stierf in het jaar 1669. Niemand heeft er ooit aan godnoht do plaats van hot graf van zoo'n arm mensch to onthouden. In hot archief, oudo papioron van jaren herwaarts, vindt men slechts oangcteckcnd, dat Rembrandt overleden is en 2 kinderen naliet. Alle bo- graafrogisters zijn doorzocht; nergens is to vinden waar Rembrandt is begraven. In Amsterdam was hij bekend als een goed portretschilder. Meer was hij volgens do meening van dio dagen niet Dat is zeer jammer, —en weet thans dan ook wol boter. Standvastigheid. In den strijd van do Vendóors tegen do Republikeinen in Frankrijk ving oen troep jo Republikeinen een twaalfjarigen knaap uit do Vcndéc. Do knaap bracht juist in een korf levonsmiddeleu naar een schuilplaats. In dio schuilplaats had zich namelijk een priester verborgen, die niets van do Re publikeinen wilde weten. Hij "weigerde dan ook don eed van gehoorzaamheid af to log gen. Om niet gevangen genomon te wor den, verborg hij zich in bovengenoemde schuilplaats en liet zich eton brengen door don knaap. Een dor Republikeinen vroeg don knaap: Waar ga jo heen met den broodkorf? Wat moest do knaap? Zeggen waar hij heenging? Maar dan was do priester ont dekt. Dat ging niet. Hij stamel do angstig eenige woordon. Zeg mij dc waarheid, kleino dief, of ik laat jo doodschieten I riep do officier hom toe. Do knaap spartelde tegen, aarzcldo eorst eenigo "oogcnblikken. Dood I Dat was iets vrecsolijks voor hem. Toch nog licvor dan zijn gocdon vriend verraden. Doodt mij maar, doe wat je wilt, maar ik zeg jo goen woord meer. Do soldaten dreigden hem, plaatsten hem do bajonet op do borst, hot hielp alles niets. Dc knaap sprak geen woord meer. Toen kregen eonigon medelijden mot den armen jongen en werden geroerd door zijn stand vastigheid. 7jo lieten den braven knaap weor vredig zijn weg vervolgen. (Ingoz. "door J. v. d. Mcy, te Leiden). Uit oon damesbriof. Ten slotte deel ik je nog mee, dat wij allen opgewekt co gezond zijn. Onze kleino Piet kan al zoo aardig do trap opklimmen. Hetzelfde van jou hopende, groet ik je, Jo Mina. (Ingoz door Cor cn Gccrtjo, te Leider dorp) Een loge month ouder stond aan een gast een kamer af, waaa-in zich twee bedden be vonden. Maar dos morgens ontdekte bij, dat do gast op beide bedden had geslapen. Dat vond hij nu toch wel wat kras, cn min of meer verontwaardigd zeido hij: „Maar, mijnheer, hoe komt u er too, om in óón naoht dc beido bodden, die op uw kamer staan, in gebruik te nemen?" Waarop mijnheer antwoordde: „Hetwas buiten mijn schuld 1 Ik hoorde in mija droom duidelijk roepen: „Haarlemover stappen. En toen ben ik dan ook overge stapt". (Ingez. door Dina Verheggen, to Lei den.) Kinderlijk. Een kleine jongen naderde de apenkooi. „Pasop," zoidc zijn moeder, „anders eten ze jc op." „Waarom?" „Omdat ze jo niot kennen.'* „Welnu, zeg u hun dan, dat ik Jantje heet." (Ingeo. door Annie Backer, te Leiden.) Do drie perziken. De kunst, om vroeg bloemen eu vruchten te kweekon, heeft in den laatsten tijd groote vorderingen gemaakt. Twco jaar geleden kondigde ccn der eer ste tuinbouwkundigen van Parijs reeds o\t den 15dcn Februari aan, dat hij in zija broeikassen drie perz'cen had, welke vol- komon rijp waren cn van con verbazende grootte. Baron do Rothschild, die veel ran bloe men on vruchten houdt, haastte zich die ka&jcn to gaan bezoeken. Bij het zien van die prachtige vruchten herinnerde hij zich, dat hij voor den volgenden dag "c.iigc vrienden ten eton genoodigd had, cn hij wilde hun die eerstelingen aanbieden rï:j vroeg naar den prijs. „Voor u, mijnheer de baron, driehondeoj franken." „Driehonderd franken?" Óver dien uitroep gebelgd, keerde de" tuinbouwkundige den baron den rug teo cn ging heen. Do baron riep hem terug. „Als men or nog zeker van was, dat zd goed waren." „Is dat uw bezwaar? Maar gij kunt et u van vergewissen.,"-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5