LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 31 AUGUSTUS. - TWEEDE BLAD.
BUBRIEKVOOB DE JEUGD.
VADERS EfêGEL*
Ontoerekenbare roovers.
Een avontuur in Griekenlaal
Anekdoten.
No. 13963,
Anno 1905.
„Wees..—, lief...... voor vader I''
Op zwakken, afgebroken toon kwamen
'deze woorden over de lippen der stervonde,
terwijl haar oogen gevestigd waren op haar
aan haar zijde neergeknield dochtertje.
„Wees lief voor vader I" herhaalde fj in
heel den angst, dien een moederhart moet
gevoelen, bij het bewustzijn, dat binnen en
kele uren een eenig kind moederloos zal zijn
en overgelaten aan de zorgen van een
dronkaard.
En Lilly beloofde snikkend aan de ar
me vrouw dat zij dit altijd zou wezen.
Dien avond keerde do vader voor een
maal nuchter van zijn werk terug, over-
ijneestord door berouw zich zoo weinig om
1 de ziekte zijner vrouw ooaommerd te heb-
Ben. Hij vond haar reeds overleden en de
V kleine met het hoofd op het kussen naast
haar in slaap gevallen.
„Hij schijnt er toch wel iets van te voo-
i.3en" fluisterden de buren, toen daarover
weken verloopen waren, zonder dat het
r voorhoofd van den man zich rimpelde, of
4 hij zelfs het kind kon toelachen.
J Do kleine Lilly had inmiddels de zorg
voor het huishouden op zich genomen en
vergat haar belofte geen oogenblik. Dat
viel haar in den aanvang ook niet zwaar;
want na zijn groot verlies bleef de vader
zich een tijdlang vcórbeoldig gedragen en
.was hij, ofschoon altijd somber en in zich-
zo., gekeerd, heel goed voor zijn dochtertje,
maar gedurende de lente bezweek hij we
derom voor den verkeerden raad zijner
kameraden.
*v Voor het open venster gezeten, om op
zijn thuiskomst te wachten, hoorde Lilly
door een van twee stilstmnde s. beiders
zeggen:
„Hij drinkt erger dan ooit. Het is maar
goed, dat zijn vrouw dood is, want haar
hart zou er onder breken."
„Het is des te erger voor het kind",
fentw. ddo 'do ander: „Arm kleintje, zij
heeft het verro van goed, nu."
„Gelukkig zit hij goed en wel in de go-
lagkamer; laat ons hopen, dat hij zijn roes
uitgeslapen heeft voordat zijn dochtertje
hem tc zien krijgt. Goeden nacht I"
Zij liepen in verscbillendo richting
voort, het kind vol droefheid en schaamte
achterlatende.
„Het is vader, dien zij bedoelen", zuchtte
feij: „ik heb moesje beloofd lief voor hem
te zijn en ik moet probeeren hom nanr huis
te krijgen voordat hij nog meer drinkt.
Misschien zal hij wel meekomen, als hij mij
ziet.'?
Zij keek nog even naar liet avondeten en
begaf zich toen op weg; maar zij bevond
zich nog niet lang op straat, of zij bemerkte
dat er iets ongewoons te doen was. Een
menigte Heden spoedden zich iri dw-Jfde
richting voort als zij. Onwillekeurig begon
eij ook hard te loopen en een oogenblik
flater zag zij een dichte rookwolk opstijgen
uit do herberg, waar zij zich heen had
willen begeven. Begrijpende, dat het huis
in brand stond en haar vader in gevaar
verkeerde, voelde zij haar hart van 'angst
ineenkrimpen.
Niemand sloeg acht op het kleine meisje,
'toen zij zich met koortsachtigcn spoed dooi
de scharen heendrong. Bij den gloed dor
ylammcn ontdekte iemand echter de ge
daante van een kind, dat het brandende
huis binnensnelde. In het volgende oogen
blik had zij, hoestende en bijna verstikt
'door den rook, dio haar to gemoet sloeg, de
gelagzaal bereikt. In een armstoel zag zij
pen ineengedoken gestalte zitten.
„Vader, word wakkergilde zij. Maar
^or volgde geen antwoord.
De toenemende rook en het geknetter der
V,vlammen brachten Lilly buiten zichzelve
yan angst en met een laatste wanhopigo
poging sprong zjj op de knieën van
den dronkaard, sloeg de armpjee om zijn
hals en riep a-n zijn oor: „Och, vader, va
der 1" Daarop zonk zij bewusteloos op don
yloer.
Maar ditmaal was de man gewekt. Hij
'stond op en bleef een oogenblik duizelend
stilstaan. Heb levensgevaar waarin hij zich
bevond, ontnuchterde hem plotsoling. Hij
kon niet meer om zich heen zien cn voelde
slechts instinctmatig do richting der dour,
daarbij over het lichaam van zijn doch
tertje struikelde.
Een vreugdekreet begroette hem toen hij
.uit het brandende huis te voorschijn kwam.
„Waar is je kind, Jaap riep een man
'die Lilly had zien binnengaan.
„In bed, hoop ik," antwoordde de vader,
zich het gelaat afwisschende.
„Neen, neen, zij ging de galagzaal in 1"
Nu verstond hij plotseling wat de kleine
gedaan had, lio» zij haar leven had ge
waagd om het zijne to redden en... achter
gebleven was. In een Beconde tijd had hij
zich omgewond en was hij door de vlammen
heen teruggesneld. Vol wanhoop worstelde
hij tegen verstikking cn vuur en toon hij
wederkeerde met het bewuslooze kind in de
armon, wendde hij zich tot de ontroerde
toeschouwers en zeido luid:
„Bidt God, mijn engel te sparen 1"
Vele vochtige oogen aanschouwden dit
tooncel, zagen de onuitsprekelijke smart
waarmede do ongelukkigo zich over het
rocrlooze lichaampje heenboog, de komst
van don dokter, die vader en kind naar het
ziekenhuis voerde.
In den aanvang scheen alle menschclijke
hulp machteloos do kleine to redden; toch
verbeterde Lilly's toestand en mocht zij na
verscheidene weken van hevige pijnen het
gasthuis verlaten, ofschoon zij voor het le
ven kreupel bleef.
Niemand wist wat er gedurende die cin-
delooze weken in het hart van den rader
omging, terwijl hij dag en nacht de bittere
vruchten zijner schuld moest plukken. Al-
i -n echter dat hy een berouwvol en
veranderd mensch was, van geen drank
meer wilde weten.
Na 4* thuiskomst van zijn dochtertje
bleef hij een voorbeeldig werkman en keer
de er zelfs welvaart in de kleine woning
weer. Op Zon- cn feestdagen kan men hem
altijd zien wandelen naast hst lieve kleine
meisjo op krukken, dab in heel de buurt
den naam verkregen heeft van „Vader's
engel."-
Eert uw ouders.
Keizerin Maria Theresia was werkelijk
een moeder voor haar volk. Aan elke nut
tige instelling toonde zij haar belangstel
ling. Ook de militaire academie bezocht
zij cenige keeren por jaar. Daarin werden
voornamelijk zonen van arme en verdienste
lijke officieren op kosten des keizers voor
den militairen st-and opgevoed.
Y/io van mijn lieve zonen is de beste?
vroeg ze dikwijls den directeur.
Majesteit, antwoordde deze, zo zijn al
len dapper en uw bescherming waard; de
jonge Vockassovich is echter do dapperste.
Ik hoorde den jongeling reeds vaker
prijzen, zei de vorstin, ik wcnsch hem ook
eens te zien vechten. Neem dus eens je ra
pier l
De jonge soldaat was niet erg bang en
weldra toonde hij, dat geen der kameraden
het togen hem kon houden in do scherm
kunst. De keizerin zag het met genoegen.
Kom hier, sprak ze, hem twaalf gou
den geldstukken in de hand drukfbndc,
hier is een bijzondere belooning voor je,
kleine soldaat! Na zoo'n heet gevecht mag
je ,wcl eens wat ontspanning hebben.
De jongeling viel dankbaar op de knieën.
Ze deed hem opstaan en bood hem haar
band, die hij kuste.
Na eenige weken kwam de keizerin weer
eens op bezoek. Zij liet den jongen Vockas
sovich eveneens weer voorkomen en vroeg
he-u wat veer pret hij wel met liet geld had
gehad. Nu werd de jonge man zeer verle
gen en stotterde eenige woorden, waarvan
de keizerin niets begreep.
Heb je het verspeeld', of waarvoor heb
je het gebruikt? vroeg de keizerin ccnigs-
zins 6troef en haastig.
Ik heb het mijn armen vader gezon
den, antwoordde de jongeling bescheiden.
Wie is jo vader?
Hij was luitenant in dienst van Uwe
Majesteit, heeft ontslag genomen cn leeft
zonder pensioen zeer armoedig in Dalnxa-
tië. Ik meendo het geld niet beter te kun
nen besteden, dan door het hem te zenden.
Dit was ook mijn grootste vreugde. Ik hoop
dus dat u het goed zal vinden.
Je bent een flinke zoon, geef inkt, pen
en papier hier 1 Ga zitten en schrijf
Bevend cn met kloppend hart dood
Vockassovich wat hem bevolen werd.
De keizerin dicteerde:
„Beste 'Vader!
De brief, dien ik hier schrijf, wordt me
door dc keizerin zelf voorgezegd. Mijn vlijt,
mijn vorderingen en vooral mijn kinderlij
ke liefde en dankbaarheid jegens 11, mijn
vader, zijn de keizerin zoo goed bevallen,
dat U van dit uur af een pensioen van 500
gulden zult on'vangen en ik aanstonds wcor
eon geschenk van 24 goudstukken krijg."
Men kan zich de vreugde van Vockasso.
vich voorstellen. Het papier .was nat van
vreugdetranen. Op deze wijze worden dank.
baarheid en kinderlijke liefde tegelijkertijd
beloond. Grooter was nog het loon dat de
toekomst bracht. Van de academie kwam
hij in het leger, steeg langzamerhand hoo-
ger cn hooger in rang en werd eindelijk
veldmaarschalk, een der hoogste militaire
waardighc-cn.
In een buitonlandsch tijdschrift heeft
een ooggetuige do volgende levendige be
schrijving van den vooruitgang dor sprink
hanen in Afrika gegeven;
Door de lucht vloog een steeds toenemen
de zwerm van bruine lichaampjes on wierp
over het veld myriaden kleine beweeglijke
schaduwen. Toen deze naderbij kwam, liet
de zwerm zich overal zien en bedekte het
bruinachtige gras em do groene struiken.
De sprinkhanen bleken nu roodbruin te
zijn. Al wat daar groeide verdween in een
oogenblik, werd door hen verslonden. Elke
grashalm, elke plant cn vrucht, al wat ge
reed stond de moeite en arbeid van den
landbouwer te loonen, was opgegeten door
gluiperige, kleino ondieren, die bij millioe-
non door de lucht fladderden of over den
grond heen 6prongen.
De flanken van deze levende wolk werden
hevig aangevallen door heole scharen vogels
en zelfs in hot hartje van de Toofbende
richtten de vogels een heclo verwoesting
aan; maar de groote maasa zette met sfcoï-
cijnschc ongevoeligheid haar vaart door de
lucht voort cn het gefladder der ontelbare
vleugeltjes veroorzaakte een geluid, even
sterk als het gebruis van vlammen, waarop
water wordt geworpen.
Kippen kakelen van vreugde, wanneer zij
toe kunnen snellen om sprinkhanen te eten,
zoodra deze zioh van vermoeienis laten
neervallen en zelfs de inboorlingen smakken
met de lippen, als tij zich kunnen voorzien
van dezelfde lekkernij, waarmede Johannes
do Dooper zich in de woestijn voedde.
Evenals menschelijke roovers zijn sprink
hanen des to gevaarlijker naarmate zij ten
volle toegerust zijn tot hun vornielingstaak.
Men streeft or dan ook op alle mogelijke
wijzen naar ze te verhinderen hun be
kwaamheid in het vliegen aan-de wenden.
Het instinct der jonge sprinkhanen is recht
voor zioh uit te vliegen; zij laten zich
daarvan niet eens weerhouden wanneer zij
aan een stroom komen.
Maar nu doet zioh een merkwaardig iets
voor, dat men zelfs bij de menschen niet
zou weervinden. Aan de zandige, met kreu
pelhout begroeide oevers der Afrikaanschc
riv—ren genaderd, offeren de aanvoerders
der bende zich op, loopen zij het water in
en weldra liggen er talloozo oude sprink
hanen te spartelen in het ondiepe water,
pioniers en martelaren, die in den dood tot
een brug dienen voor de onverstandige jon-
go natuurgonooten, welke hun volgen.
Begeven de sprinkhanen zich eenmaal op
weg, dan leggen zij lange tochten af; een
wolk, die meer dan een Engolsche mijl breed
ia, trekt somtijds over een heel werelddeel.
Deze dieren zijn in Afrika zoer leelijk en
onaanzienlijk, hoogstens twee a drie duim
lang, maar voorzien van een ongelooflijk
sterk, bruin pantser, zóó hard, dat indien
zij in hun haastige vlucht iemands gelaat
of handen aanraken, men oen hevige, ste
kende pijn gevoelt.
Hoe -t&lrijk het reisgezelschap is op zulk
een tocht, zal wol het feit doen inzien, dat
het vier h vijf dagen duurt voordat de ge-
Heole zwerm voorbij is getrokken.
De verkenners der bende, die vooruit
gaan, opeengepakt ab oen roode nevel, zijn
reeds sterk genoog in aantal, om al wat
er in een district groeit to verslinden. Do
beweging hunner vleugeion doet een ver-
fri8schende koelte ontstaan, zelfs op een
drukkenden zomerdag.
Toen mijnheor Dallas, een beroemde
Athconsche advocaat, door zijn ambt rijk
was gewondéR, kocht hij con mooie villa
aan do kusten van de Golf van Lcpanto,
ongeveer vier mijlen van de zeer kleine stad
Nieuw Corintho. Enkele van zijn vrienden
vroegen hem, of hij niet bang was in zoo'n
eenzame 6treek te wonen.
Wat heb ik te vreozen? vroeg do advo
caat lachend. Ik heb geen i "janden cn ik
denk, dat de roovers niet bij me zullen ko
men. Jullie weet toch hoeveel ik in den loop
van mijn leven hem yeiidodigd votofr do
rechtbank.
Er was echter een onaangenaam ding
aan <le nieuwe woonplaats. Het was name
lijk zeer moeiolijk verschillende soorten van
voedsel te verkrijgen. In cnkolc dalen van
Griekenland kon men bijvoorbeeld heel
moeiclijk vlcesch krijgen, behalve schapen-
of lam8vlocsch. Toen dus op een naburige
boerderij toevallig eens een varken gedood
werd, was de familie Dallas zeer blij, om
dat er nu ten-minste eens eenigo afwisseling
in hun vlccsohvoeding kwam. Ze kregen nu
een flinke portie varkensvlcesch. Op de een
of andere manier evenwel moet er iets niet
in orde geweest zijn met het varkensvlcosch,
want mr. Dallas, zijn vrouw, de twee dienst
meisjes en do tuinman werdofl dien avond
allen ziek. De kleine zoon des huizes even
wel, Stephos genaamd, die niets had gege
ten, was alleen ontkomen aan de vergifti
ging. Stephoe besloot zoo spoedig mogolijk
te paard naar Nieuw-Corintho te rijden cn
eon dokter "te halen. Mr. Dallas durfde hom
bijna niet te laten gaan, want het was in
het jaar 1897, toen Griekenland nog in oor
log was met Turkije cn do buurt was cenigs-
zins onveilig. Maar de jonge Stophos vrees,
de niets en begon flink on ferm zijn een
zamen tocht.
Hot was een heldere, wolkoloozc nacht,
ofschoon het geen lichte maan was en
de diepe blauwe wateren van de Golf van
Lepanto schitterden van de weerkaatsing
der sterren, die glinsterden aan den hemel.
De knaap galoppoerdo langs den witten
atoffigen weg, die langs de kust Imp. Hij
ging de plaats waar eens het oude Corintho
lag voorbij. Plotseling sprong een Albaioes
uit een klein olijvenboschje aan den kant
van den weg te voorschijn en greep de teu
gels van het paard met de ceno hand Met
do andere hand richtte hij den Toep van een
pistool op het hoofd van don verbaasden
kleinen ruiter. Aan ontkomen .ras geen den
ken, maar gelukkig had de knaap wein'g hij
zich, wat do moeite waard wa« c-ai gesto
len te worden. Hij was juist vnn i lan den
roovcr zijn slecht gcvulden beurs en zijn
nikkelen horloge over te geven, toen iets
in de sombere blikken van den roover hom
tegonhield.
Kijk hier, man, zei hij zonder vrees,
dit is alles wat ik heb. Ge zult niet veel
voor het horlogo krijgen en de beurs bevat
slechts vijf drachmen (een drachmen is on
geveer een halve gulden). Is je je naam van
eerlijk man niet meer waard dan dat? Gij
lijkt veel meer op een mensch, die in nood
verkeert dan op een werkelijken roovor en
ik wil je gaarne het gold zoo geven. Maar
was het niet beter dat je mij de beurs en
het horlogo liet houden en zelf een eerlijk
man bleef?
Do roover staarde lang cn ernstig op den
ferraen knaap, schaarsch verlicht in het
bleeke sterrelicht. De zwarte oogen, die op
hem gericht waren met een blik van dccl-
noming, medelijdend bijna, schenen hem zoo
vreemd, zoo goed. Plotseling barstte hij in
tranen uit en hij liet den teugel los.
Je moet de zoon van den advocaat
Dallas zijn, riep hij uit Jo lijkt sprekend op
heml Voor zes maanden werd ik beschul
digd van rooverij wat niet waar was. Hjj
verdedigde mij met al de overtuiging en al
zijn medelijden, dat hij voor mij gevoelde
Maar de schijn was te veel tegen mij. Ik
werd veroordeeld cn naar dc gevangenis
in Thessaliö gezonden. Voor een weck, l.ij
de nadering der Turken, werden we allen
vrijgelaten, uit vrees dat we in handen van
den vijand zouden vallen. Daar stond ik
ontslagen uit de gevangenis, zonder een
cent op zak, door de menschen verfoeid 1
Ik heb geloopen sinds dien, tevergeefs zoe
kende naar werk, om iets te verdienen.
Straks, toen ik jo hoorde aankomen langs
de eenzame straat, dacht ik bij mijzelfJo
bent veroordeold als een roover, toen je on
schuldig was. Goed, nu ik toch eenmaal de
kans heb, wil ik werkelijk een roover wor
den. Ik dank God, dat hij mij redde door
jou. Je vader, kon mij niet beschermen voor
de straf, maar zijn zoon heeft mij werkolijk
gered. Anders was ik een misdadiger ge
wórden. Stophos had goen tijd zich langer
op te houden, want hij c.oest naar den dok
ter, maar hij zcide tegen den man, dat de
ze den volgenden dag aan de villa moest
komen.
De dokter ging direct met Stophos terug.
Mr. Dallas en zijn vrouw en ook dc beide
dienstmeisjes waren spoedig weer genezen,
maar de tuinman was te ver hoon en stierf
nog denzelfden nacht. Heel toevallig was
de roover ook tuinman geweest. Daarom
nam mr. Dallas hem als zoodanig in dienst
en hij heeft er nooit spijt van gehad, want
de ongelukkige man deed steeds zijn best.
Een profetische droom.
Den avond voor het gevecht bij Dego, den
löden April 1793, legdo zioh Murion, Na
poleons lievclimgs adjudant, nadat hij des
morgens mcor dan twintig mijlen bij do
overbrenging van bevelen van zijn gene
raal had afgelegd, to slapen, zonder zich
to ontkleed en, cm op hot eorBto tecken des
te gauwer bij do hand to zijn. Sedert eenige
dagen had hij zioh 'Jruk beziggohoudon met
toekomstplannen. Hij wilde namelijk na l ot
eindo van den veldtocht den goner-ri om
vorlof vragen, ten eindo een klein Landgoed
bij Antibes to kunnen koopen.
Nauwelijks was hij ingeslapen of Murion
droomde, dat hij zich bevond op een mot
lijken bedekt elagvolJ. Voor hem stond een
van het hoofd tot do voeten gewapende rij
zige ridder, met wicn hij streed. In plaats
van een zwaard hanteerde hij een zeis en
éón van diens houwen lind Murion diep in
de linker al.aap getroffen. Daar in den
strijd de wapenrusting van den ridder stuk
voor stuk was weggovallen, zag Murion nog
slechts een afschuwelijk geraamte, dat, al
tijd nog met een zeis gewapend, zioh hoogor
voor hem oprichtte on mot cem grafstom
tot hem sprak: ,,Ik heb jo vandaag niet
te pakken kunnen krijgen, maar je je lief
ste vrienden ontnomen; an wat jezelf be
treft, over acht maanden zal jo me terug
zien.
Murion ontwaakte, het voorhoofd met
koud zweet bedekt. Dc dag begon aam to
Breken; in hot kamp was alles rustig. Hij
trachtte weer in te slaperi, maar de onheil
spellende modedecling, die hem, on, naar
hij meende, zijn beste kameraden, Junot en
Marmont, destijds, o\cnals hij, adjudanten
van Bonaparte, betrof, deed zijn opgewon
denheid toenemen.
Spoedig werd do beweging, welke een ge
vecht voorafgaat rondom hom merkbaar.
Hij begaf zich naar zija oolloga'e, wicn hij
zijn droom modedeeldc, ca met wie hij
van zijn vrees sprak. Zij maakten zich
vroolijk ovor hom, Junot het meest.
Hot gevecht werd gclcvord cn Junot
ontving twee wonden aan hot hoofd. Wat
Marmont betreft, in hot diohtit van don
strijd van man tegen man was hij verdwe
nen. In de meaning, dat zijn vriend gedood
was, verviel Murion in een soort van ijl
koorts, die de doktoren zeer ongerust
maakte. Men stelde er Bonaparte van in
kennis, dio zijn adjudant ccn bezoek
bracht om hem gerust te stellen over Mar-
monts lot; maar Murion, die niet in staat
was ieta to begrijpen, riep in wanhoop:
„Hij is dood, zeg ik u, hij is dood 1"
Plotseling trad Marmont, de uniform
met bloed bedekt, do tent binnan. Hij kwam
nit bot hoofdkwartier te Massena, waarheen
Napoleon hem had gezonden. Toen hij hem
zag, stiet Murion een hartverBchourtendo
kreet uit en bezwijmde in de armon van
zijn vriend.
Murion werd na dien voortdurend door
zijn doodvrees vervolgd en hij hield niet op
met Junot cn Marmont er telkens over te
spreken. Do laatste antwoordde or telkens
schouderophalend op.
„Jo zult zion, herhaalde Murion, dat mijn
droom, als do tijd gekomen is, in vervulling
zal gaan."
Marmont antwoordde hem eens op
spottondon toon:
„Zanik toch niet; bij Lodi, Borghetta,
aan do Brenta, bij Caldiero, heb je gestre
den als een leeuw. Jo hebt zelfs geon schram
gekregen on niemand is gedood. Jij eo je
dood zijn niet good wijs.
„Omdat do acht maanden nog niot om
zijn, maar geduld, dc tijd nadert."
„Goed, maar laat jo nu raden, on klets
niet over zulke zotternijen. Jo weet dat al
les, wat men zelfe in vertrouwen tot elkaar
zegt, aan den generaal wordt overgebracht.
Hij gelooft niet aan oudewij ven praatjes, cm
zou wel cons in do verzoeking komen
„Mijn dood zal hora de moeite besparen',
antwoordde Murion.
Dit gesprek tusschen do bcido adjudanten
werd gevoerd in don morgen van den slag
bij Arcole. Toen 's avonds eenige officieren
van den gênoraJen staf over den uitslag au
do verliezen van dien dag spraken, herin
nerde Marmont zioh, dat hij Murion nog
niet gezien had.
Do generaal zal hem waarschijnlijk mat
eenige bevelen naar Angercau gezonden
hebben, werd hom geantwoord.
Een oogenblik later kwam Junot.
Do buitengewone droefheid van zijn gs
laat viel Marmont op en plotsoling dacht
hij weer aan Murion.
„Wat is or gebeurd mot Murion?" vroeg
hij haastig, is hij hier of met bevelen weg?"
Junot antwoordde niot; Marmont begreep
hem.
„Ach, riep hij wanhopig uit, Murion liad
gelijk: de dood heeft zijn woord gehouden."
Werkelijk was Murion door een Oostcn-
rijksch officier gedood, dio hem vlak bij
met een pistool door het hoofd had gescho
ten, toen do adjudant Napoleon, die op dat
oogenblik door vijanden omgeven was, ont
zette.
Het was den 15den November, juist aoht
maanden, op den dag af, na den onheil-
spellcndcn droom, dat deze verwezenlijkt
werd. J-
Rembrandt van Ryn.
Jullie hebt allen wel eens den naam
van dien grootsten schilder gehoord. Zijn
naam zal worden geëerd, zoolang er nog
liefhebbers van schilderijen zijn. Hij hooft
dan ook zulke prachtige schilderstukken
gemaakt, dat or niomand is dio liet hem na
kan doen. Duizenden en duizenden guldens
worden voor één klein schilderijtje van hem
betaald. In Juli 190G is het 300 jaar gelo
den, dat Rembrandt geboren werd. Dan
zal men een monument op zijn graf zetten
in do Westerkerk te Amsterdam. Dat gaat
echter niet gemakkelijk, omdat-mon
niet weet, waar hij begraven is. Men weet
alleen, dat hij doodarm stierf in het jaar
1669. Niemand heeft er ooit aan godnoht
do plaats van hot graf van zoo'n arm
mensch to onthouden. In hot archief, oudo
papioron van jaren herwaarts, vindt men
slechts oangcteckcnd, dat Rembrandt
overleden is en 2 kinderen naliet. Alle bo-
graafrogisters zijn doorzocht; nergens is to
vinden waar Rembrandt is begraven. In
Amsterdam was hij bekend als een goed
portretschilder. Meer was hij volgens do
meening van dio dagen niet Dat is zeer
jammer, —en weet thans dan ook wol
boter.
Standvastigheid.
In den strijd van do Vendóors tegen do
Republikeinen in Frankrijk ving oen troep
jo Republikeinen een twaalfjarigen knaap
uit do Vcndéc. Do knaap bracht juist in een
korf levonsmiddeleu naar een schuilplaats.
In dio schuilplaats had zich namelijk een
priester verborgen, die niets van do Re
publikeinen wilde weten. Hij "weigerde dan
ook don eed van gehoorzaamheid af to log
gen. Om niet gevangen genomon te wor
den, verborg hij zich in bovengenoemde
schuilplaats en liet zich eton brengen door
don knaap. Een dor Republikeinen vroeg
don knaap:
Waar ga jo heen met den broodkorf?
Wat moest do knaap? Zeggen waar hij
heenging? Maar dan was do priester ont
dekt. Dat ging niet. Hij stamel do angstig
eenige woordon.
Zeg mij dc waarheid, kleino dief, of ik
laat jo doodschieten I riep do officier hom
toe.
Do knaap spartelde tegen, aarzcldo eorst
eenigo "oogcnblikken. Dood I Dat was iets
vrecsolijks voor hem. Toch nog licvor dan
zijn gocdon vriend verraden.
Doodt mij maar, doe wat je wilt, maar
ik zeg jo goen woord meer.
Do soldaten dreigden hem, plaatsten hem
do bajonet op do borst, hot hielp alles niets.
Dc knaap sprak geen woord meer. Toen
kregen eonigon medelijden mot den armen
jongen en werden geroerd door zijn stand
vastigheid. 7jo lieten den braven knaap
weor vredig zijn weg vervolgen.
(Ingoz. "door J. v. d. Mcy, te Leiden).
Uit oon damesbriof.
Ten slotte deel ik je nog mee, dat wij
allen opgewekt co gezond zijn. Onze kleino
Piet kan al zoo aardig do trap opklimmen.
Hetzelfde van jou hopende, groet ik je,
Jo Mina.
(Ingoz door Cor cn Gccrtjo, te Leider
dorp)
Een loge month ouder stond aan een gast
een kamer af, waaa-in zich twee bedden be
vonden. Maar dos morgens ontdekte bij,
dat do gast op beide bedden had geslapen.
Dat vond hij nu toch wel wat kras, cn min
of meer verontwaardigd zeido hij: „Maar,
mijnheer, hoe komt u er too, om in óón
naoht dc beido bodden, die op uw kamer
staan, in gebruik te nemen?"
Waarop mijnheer antwoordde: „Hetwas
buiten mijn schuld 1 Ik hoorde in mija
droom duidelijk roepen: „Haarlemover
stappen. En toen ben ik dan ook overge
stapt".
(Ingez. door Dina Verheggen, to Lei
den.)
Kinderlijk.
Een kleine jongen naderde de apenkooi.
„Pasop," zoidc zijn moeder, „anders eten
ze jc op."
„Waarom?"
„Omdat ze jo niot kennen.'*
„Welnu, zeg u hun dan, dat ik Jantje
heet."
(Ingeo. door Annie Backer, te Leiden.)
Do drie perziken.
De kunst, om vroeg bloemen eu vruchten
te kweekon, heeft in den laatsten tijd
groote vorderingen gemaakt.
Twco jaar geleden kondigde ccn der eer
ste tuinbouwkundigen van Parijs reeds o\t
den 15dcn Februari aan, dat hij in zija
broeikassen drie perz'cen had, welke vol-
komon rijp waren cn van con verbazende
grootte.
Baron do Rothschild, die veel ran bloe
men on vruchten houdt, haastte zich die
ka&jcn to gaan bezoeken. Bij het zien van
die prachtige vruchten herinnerde hij zich,
dat hij voor den volgenden dag "c.iigc
vrienden ten eton genoodigd had, cn hij
wilde hun die eerstelingen aanbieden rï:j
vroeg naar den prijs.
„Voor u, mijnheer de baron, driehondeoj
franken."
„Driehonderd franken?"
Óver dien uitroep gebelgd, keerde de"
tuinbouwkundige den baron den rug teo
cn ging heen.
Do baron riep hem terug.
„Als men or nog zeker van was, dat zd
goed waren."
„Is dat uw bezwaar? Maar gij kunt et
u van vergewissen.,"-