PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Moeder.
No. 13953.
Anno 1905.
een valhoed aanschafte, om het zwakbee-
nige kindeke in zijn eerste loopproeven to
doen slagen.'7
„De Nederlander" schrijft:
Bij het optreden van een Kabinet geïdb
niet het spreekwoord: onbekend maakt on
bemind. Integendeel; in Nederland heeft
een ministerie nog de meeste kans op liefde
en waardeering op het oogenblik van zijn
eerste verschijning. Daarna gaat het sera-
pre decrescendo.
Wij mogen dan ook beginnen met den
mannen dankbaar to zijn, dio zich in de
gegeven omstandigheden er toe hebben wil
len leenen, om de nalatenschap van hot
Kabinet hetzij to aanvaarden, hetzij te ver
werpen. Zoowel het een als het ander is
lastig. Indien zij dio aanvaarden, zal men
hun vragen, waarom zij in de plaats treden
van hun voorgangers, en indien zij ze ver
werpen, zullen ze gereed moeten staan tor-
stond wat beters op te disschen. Want hot
praatje, dat het vorig Kabinet niets gedaan
of geleerd heeft, kan voor de kiezers wel,
maar in de Kamer niet worden voigehou-
houden. "Ork zullen do ministers moeten
duidelijk make j, hoe ze, zonder tariefver-
hooging, do noodige millioenen zullen kun
nen bijeenbrengen.
Natuurlijk heeft het nieuwe Kabinet dit
overwogen, en voor ziohzelf beantwoord.
Laat ons hopen dat het antwoord ook de
natie bevrc.- gen zal. Onze taak is het af
te wachten, en, op de waoht staande bij
onze beginselen, anderen den arbeid niet
noodeloos te bemoeilijken.
Onder de personen, die het Kabinet
vormen, zijn enkele Kamerleden, die, hoe
wel ver van ons af staande, toch niet. onder
onze onaangenaamste en onbillijkstc tegen
standers behooren, en het oud-Kamerlid
Veegens heeft zelfs op de erkentelijkheid
der christelijke partijen aanspraak, daar
hij het was, die het eerst de pensionneer!ng
der christelijke onderwijzers ter sprake
bracht, iets dat, wij erkennen het, vroeger
ons toescheen in onze staatsinstellingen en
staatsrechterlijke beginseleD niet wel te
passen, maar ten slotte toch, dank zij het
afgetreden Kabinet, op vrij bevredigende
wijze is tot stand gebracht.
De andere leden van het Kabinet zijn op
politiek gebied onbekend. Men zal te
wachten hebben op hun daden, alvorens een
oordcel over hen uit te spreken.
Zeker is, zoo schrijft de katholieke
„Maasbode", dat wij naar dit nieuwe stel
Ministers hebben op te zien als naar man
nen, die een grooten durf bezitten on voor
geen klein beetje schijnen vervaard to zijn.
Want om onder het schujntcl van de hui
dige politieke oonstellatio naar het stuur
uer Staatsliulk tc grepen waarlijk hier-
too behoorde eigenlijk de ruige i~_nd en het
gepantserd gemoed van den zeeman, die
alle zeeën bevaren heeft.
Als homines novi dat stuur tooli aan te
•durven, het verdient doD cijns onzer be
wondering, O ie het ons dan ook zeer ge
makkelijk is voor het ministerieel stellaad-
je neer to leggen.
Daar is voor ons cén punt van verblij
ding, hoewel negatief, en het is dit, dat
geen katholiek, in het algemceD geen man
der rechterzij ie, in dit Kabinet zitting ge
nomen heeft.
Stel eens: in dit Kabinet eon zetel inge
nomen door een positief Ghristen-geloovige
hoe treurige figuur zou zoo iemand slaan
in zulk gezelschap, dat door geen enkil
politieke gedachte bezield wordt 'dan door
die conc gemeenschappelijke, dat bet staats
beleid in Nederland weer gefundeerd en
gedragen moet worden door het politiek
atheïsme, God gebannen uit de wetgeving,
uit de rechtspraak-, uitdo algemeeneen lei
dende beginselen der regeerkunst.
Nu echter geen Christen zitting nam,
staan wij zuiver en principieel tegenover
dit Kabinet en hebben we dus af te \vach-
ton, wat men or.zal aanbieden, sterk en
onverwinhaar ons gevoelende in dc gedach
te, dat wij tot het politiek echec der linker
zijde onzerzijds noch dirc t, noch indirect
hebben meegewerk'
Nu het al buiten ons om ging, zal de
vrijzinnigheid zeer naar ons als naar
het Kabinet telkens met pijnlijk-angstige
blikken opzien en 't is niet twijfelachtig wie
uit zulke houding van het liberalisme heb
meeste munt zal daan.
In deze omstandigheden den nieuwen re
geerders do volle -vier jaren toedenken,
zou dunkt ons ccn wreedheid wezen, die
geen dezer achtbare mannen aan ons ver
diend heeft.
Het nieuwe ministerie aanvaardt geen
gemakkelijke taak, sohrijft het liberale „N.
v. d. D."
De meerderheid der Eerste Kamer be
hoort tot de rechterzijde. En nu ligt do
meerderheid in dc Tweede Kamer wel
links, maar die meerderheid bestaat uit
slechts 52 van de 100 stemmen. En die
meerderheid van 52 stemmen is nog ver
deeld in twee partijen: de liboraleD en do
soeiaal-demooraten, terwijl de liberalen, 45
in aantal, nog weer in drie schakecringen
onderve h?.eld zijn.
Daarenboven vindt hot nieuwe ministerie
zich geplaatst voor een der moeilijkste
vraagstukkenhot vraagstuk dor financiën.
Tegenover deze bezwaren staat, dat hot
nieuwe ministerie uit mannen is samenge
steld, wier bekwaamheid algemeen wordt
erkend, vooruitstrevende mannen, en wier
verleden en temperament waarborgen zijn,
dat. zij niet zullen liandelen zonder beleid.
En juist dat laatsto, beleid, is in de ge
geven omstandigheden eerste eisch. Ten al
len tijde is het aanbevelenswaardig alleen
naar het mogelijke tc trachten, maar
nooit was dat in die mate eerste voorwaar
de als thans. Zal ons vaderland heenkomen
door dezen moeilijken tijd, dan moet wor
den gezocht naar 'wt vereenigt en zooveel
maar mogelijk is worden vermeden wat
verdeelt.
Wij meenen, dat zuiks to verwachten is
van de mannen, door Hare Majesteit do
Koningin tot hoofden der voortaan negen
departementen benoemd.
Moge nu ook de Kamer, van dc uiterste
rechter- tot de uiterste linkerzijde daarin
medewerken.
Partij-fanatisme mogo in de eerstkomen
de jaren eenige rust nemen.
Samenwerking, waar dat met behoud van
beginselen is overeen te brongen, is thans
een plicht, opgelegd door de liefde tot hot
vaderland.
En liefde tot het vaderland zal voorzeker
bij alle honderd leden der Kamer meer zijn
dan een holle klank.
Hot oud-iiberalo „Utr. Dagblad" schrijft:
„De heer Goeman Jiorgesius heeft dan nu
een ministerie bij elkaar gekregen.
Het heeft een heclcn tijd geduurd.
Tut op het laatste boorde men van moei
lijkheden, die aan de fabel van de ratten
en het schijj deden den keu.
Mag men dc geruchten gelooven, dan zou
het aaaitaJ aangezochte personen liet aantal
tens lotte benoemde ministers eenige ma
len overtreffen.
't Is ook volkomen begrijpelijk, dat me
nigeen weinig roeping heeft gevoeld, zich
in een combinatie to laten opnemen, wier
basis van levensvatbaarheid wellicht even
problematisch zou kunnen zijn als haar
vermoedelijke levensduur.
En zoo is de combinatie, die thans aan
het land wordt voorgesteld, dan ook... een
combinatie van vraagteekens."
Vooreerst wat haar oorsprong betreft.
„Indien men aanneemt dat de heer
Goeman Borgesius kabinetsvormcr is ge
weest, dan rijst de vraag: waarom juist
hij
Misschien ging hot zoo.
„Op 28 Juni 1905 won links en in linker
zijde was de talrijkste groep dio der unio
nisten, welaan, haar aanvoerder was do
aangewezen man.
Maar hierbij 'werd ochter over het hoofd
gezien: hoe zal men op dien grondslag rc-
geeren1
Eon gematigd ministerie zou voor tal
van positieve maatregelen gemakkelijk in
de Tweede Kamer een ruime meerderheid
vinden, zoolang de oppositie niet in ob
structie over zou willen slaan.
Een unionistisch gekleurd kabinet daar
entegen kan naar gelang van omstandighe
den op 23, op 3-1, op 41 stommen rekenen;
zeker op niet moor".
En het blad vraagt daarom:
„Waarom is aan geen staatsman op
dracht tot kabinetsvorming gegeven, dio,
mot behoud van eigen program en begin
selen, een kabinet zou hebben kunnen vor
men, tot regeeren in staat?
Waarom is dc heer Goeman Borgesius
voor do taak gozet om een kabinet bijeon
te zoeken, waarvan nog niet blijkt of het
program en de beginselen zijner eigen
groep vertegenwoordigt?"
Do liberale „Prov. Gron. CtV schrijft
o. a. aldus:
Als goheel boezemt het nieuwe minis
terie hoop en vertrouwen in. Het telt zeer
bekwame mannen in zijn midden. De man,
die als tijdelijke leider optreedt, cu die mot
do minst zware taak in den eerstkomende»
tijd zal hebben te vervullen, is in onze stad,
waarin iuj zeven jaren met grooto eer het
ambt van secretaris der gemeente heeft
vervuld, een goede bekende en hooft hier
herinneringen aan zijn werkkracht achter
gelaten, dio geenszins reeds zijn uilge-
wischt. Onwaarschijnlijk is het niet, dut. do
urgentie van hot vraagstuk van den nood
der gemeenten, van hetwelk het vorig Ka
binet zich heeft afgemaakt met list benoe
men van een Staatscommissie, die tot nu
toe niets van zich liet hooren, op dezen
in dc politiek ganseh nieuwen bewindsman
dc bijzondere aandacht heeft doen. va-jon.
Dc mannen, die met eu naast hem plaata
nemen, hebben zonder onderscheid op het
gebied van dc bestuurswerkzaamheid aan
het hoofd waarvan zij komen to slaan
antecedenten, dio goeds beloven. En dat
alle do drie richtingen der vrijzinnigen
in het Kabinet zijn vertegenwoordigd, doet
onderstellen, dat liob uit de gezamenlijke
overleggingen is geboren en dat het mag
rekenen op den trouwen steun deer geza
menlijke) vrijzinnige groepen.
Maar die brengt nog niet een regeerings-
meerderheid ,zal men zeggen. Inderdaad:
die brengt hij niet. Zelfs indien, wat nu do
dagen van het eerste ministerie Thorbccko
niet meer is gezien, de vrijzinnigen zonder
onderscheid van nuance, zóó door en
dun mot de nieuwe regeering medegaan,
als dit de gecoaJiseerdc meerderheid hoeft
gedaan bij welker gratie dr. Kuyper en zijn
lijfwacht vier jaren hebben kunnen regee
ren, zelfs dan is voor vruchtbaren arbeid
de steun van andere groepen noodig. In do
eerste plaats valt daarbij het oog op do
socialistisch# fractie. Van haar gedragslijn
hangt in de naaste toekomst zeer veel af.
En deze gedragslijn zal naar men mag ho
pen want na de houding door de socia
listen in den verkiezingsstrijd aangenomen,
zal stellig van hen niet een stelselmatige
oppositie zijn te wachten door het werk
program van het kabinet worden be-
heerRcht, Daarom zal eerst als dit bekend
is met eenigo stelligheid eeno prognose
kunnen worden gewaagd nopens do vruch
ten- die onder dit kabinet kunnen worden
geplukt.
Hot nieuwe kabinet schijnt do katft.
„Geldorlander" toe te bestaan uit een kern
van politici met een omhulsel van techni
ci; „en dit vruchtvleesch moge zoo sappig
zijn als men wil, do pit zal, vreczen we, ve
len te steenhard naar den rmaak wezen.
Beeldspraak daargelaten: voor zoover
het kabinet kleur heeft, draagt het een ge
mengd karakter: Unie-liberaal on vrijzinnig,
democratisch, - een bosUard-type, dat
don oud-liberalen op den duur wel te rood
en den socialisten to bleek van pluimage
zal lijken.
Wat ons weinig zint in dit kabinet, is hot
verdoken staan van den man achter do
schermen.
Want wel verleende ïl. M. met ingang
van 15 dezer ontslag aan den heer Harto
als minister van financiën en benoeming te
vens aan den heer Do Meester, on stolt hot
Kon. besluit de wisseling van do overigo
portefeuilles op 17 dezer vast, hetgocn
vpor den officieclen vorm don heer De
Meester als kabinetsformoerder doet uit
komen; doch dien schijn zal geen politicus
voor liet wezen aanzien.
De Haagsehe Briefschrijver van „De
Standaard" is gestemd voor een wijzi
ging der Grondwet, waardoor de perio
dieke Kamerverkiezingen bijv.
in de maand Januari zouden vallen. „De
winter" meent hij „is de tijd voor de
politiek. Een beetje warmte door de poli
tiek tegenover de koude van buiten zou
geen kwaad doen. In Januari verkiezing,
in April opening der Staten-Generaal.
Vóór het zomerreces zouden de beide Ka
mers kunnea- geconstitueerd zijn, om half
September aan den parlementairen arbeid
te kunnen beginnen.
„Wat zou daartegen in te brengen zijn?
Naar het mij voorkomt, heeft een dergelijke
w ijziging van de Grondwet meer waarde
dan eeD blanco-artikel, dat, in ruzie gebo
ren, slechts ruzie zal voortbrengen. De
beide zomermaanden Juli en Augustus
konden alsdan werkelijk rust en ontspan
ning geven in do politiek. Zooals het thans
is, gaat het verkeerd, is het politieke on
weer nooit van de lucht en. gaan „de zonen
van hetzelfde vaderland" al meer als
grimmige tegenstanders, die elkaar het
licht in de oogen niet gunnen, tegenover
elkander staan. Bij een regeling als hier
aangegeven, kon de komkommertijd ook
voor onze courantenweer in volle eere
hersteld worden en konden de redacteuren
eens behoorlijk uitblazen. Dat zou voor hun
temperament, voor hun kijk op do dingen,
waarlijk niet kwaad zijn.
Onder heb hoofd: „Historische datum"
zei ,,De Standaard":
17 Augustus 187 8.
De Schoolwet van Kappeyne geteekend.
Naar heb zich liet aanzien, op dit gebied
althans de Christenen in Nederland voor
goed geslagen.
Maar 17 Augustus tèch de dag, die, on
der den zegen Govs, als een aer geboorte
dagen van ons Christenvolk op politiek ge
bied in de historie bewaard bleef.
Alee van dien dag af zijn we gewassen in
dit land.
Hebben we kracht ontvangen om den
strijd opnieuw' aan to binden en vol te hou
den om te overwi_nen, keer op keer.
Eerst heeft het Kabinet-Mackay onzen
druk voor een deel verlicht; toen kwam het
Kabinet-Kuypcr en zotte een belangrijke
schrede verder op den weg onzer vrijma
king.
En buiten dat al, wat rijke zegeningeu
verkregen we in allerlei opzicht; hoe is de
duisternis in licht veranderd; hoe zijn we
gegroeid en op kracht glekomen; wat de
menschen ten kwade hadden gedacht, heeft
God de. Heere ten goede doen keeren.
En nu, 17 Augustus 1905.
Een dag van pijnlijke teleurstelling op
nieuw voor wie in deze landen nog vragen
naar de eeuwige beginselen van Guüs
Woord, ook op het terrein ^.er Staatkunde.
Er gaat een Kabinet heen, dat veel, zéér
veel heeft tot stand gebracht; een Kabinet,
dat nog zooveel schoone verwachtingen
wekte; een Ministerie, dat zeker weergaloos
gesmaad is door den tegenstander, maar
dat de oprechte liefde bezat van ons volk;
dat met innigen dank aan den arbeid is ge
zien, cn waarvoor de dankbaarheid zal blij
ven leven in ons aller hart.
Die mannen hun taak onafgedaan te zien
neerleggen, het doet pijn.
Maar we richten den blik vooruit.
Toen we .1878 schreven, stonden wo er
giansch anders voor dan nu.
Welnu, we houden den datum van 17
Augustus in het geheugen.
En, oDB voordeel doende met do les9 2n
der historie, gaan we met onzen arbeii
yoort.
Het zaaien van het zaad is de vermoe'eu-
de arbeid, die, naar luid van het woo d
van den Psalmist, vaak niet zonder tra
nen wordt volbracht; maar „te goeier
ure" zal de oogst rijpen, we hebben n°t
reeds aans.nouwd, en onder Gods zeg >»i
zal ook in de toekomst dat uur der blijd
schap weer ons deel zijn.
37)
„Ook tweemaal." Zij lachte ondeugend,
gtend op en ging met hem dansen.
Toen bij haar slanko taille omvat hield,
doorstroomde hem een eigenaardig gevoel
van welbehagen. Hij dronk haar reinen
adem, cn hij voelde, hoe de atmosfeer, wel
ke dit lichaam uitwasemde, hem in een ge-
luksroes bracht, zooals hij dien in langen
tijd niet meer gekend had Zij is nog schoo
ner dan Ellen Onwillekeurig had hij deze
vergelijking gemaakt, maar reeds had hij
er spijt van, hoe kon hij thans aan Ellen
denken Hij had den geheelen avond niet
aan haar gedacht. Zijn betrekkingen met
Gicsdorf waren definitief afgebroken. Wat
ging hem de hoogmoedige landfreule aan,
■die hem lang uit haar herinnering zou heb
ben gewischt? Het meisje hier, dat met
Tfem danste, dat was waarschijnlijk van
anderen aard; het zou zich zeker geëerd
gevoelen, als hij om haar gunst dong; zij
was immers de dochter van een klein su
baltern ambtenaar; zij zag tot hem, den
gestudeerden man, zeker als tot een half
god op. Was hij een halfgod? Hij had wel
willen lachen, hij, de zoon van een rond
trekkend goochelaar en van een min of
meer op de tong geweest zijnde schoonc.
„Alle duivels! Hoe goed zou hij bij deze
Sabine passen." Of misschien paste hij niet
eens bij haar, misschien zou ook dit niet
pretensieuze meisje hem een blauwtje laten
loopen, zooals zij dit ook wel zijn stiefbroe-
„De Standaard" schrijft:
Toen de formatie van het nieuwe ka
binet bekend werd gemaakt, deelde men
mee, dat jhr. Van Tets van Goudriaan, de
nieuwe minister van buitenlandsche zaken,
behoorde tot de vrije liberalen.
Is dit juist, dan zou daaruit volgen, dat
het ministerie steun vindt bij drie groepen
der linkerzijde, en alzoo een minderheid
van 45 leden achter zich heeft.
Doch nu komt „De Nieuwe Oou-
r a n t" een blad, dat in dezen gezag
heeft vertellen, dat het verheugd is over
het feit, dat de vrij-liberale groep ge
meend heeft zich van medewerking bij de
kabinetsformatie te moeten onthouden.
ïs dat nu zoo, dan is hier in meer dan één
opzicht een belangrijk verschil.
Allereerst wel hierin, dat dan de minder
heid, waarop het ministerie vast rekenen
kan, slinkt van 45 op 35: en dat is nogal
van beteekenis.
Maar ook van beteekenis zou het zijn
voor het komende Itogeeriiigsprogram, dat
er allicht heel anders zal uitzien als de
vrije liberalen thuisbleven, dan wanneer
zij meedoen.
Eenige inlichting is hier niet overbo
dig-
We hebben nu zoo dikwerf en zoo luide
hooren verkondigen, dat „de natie" recht
heeft om volkomen van alles op de hoogte
te zijn, dat het niet buitensporig lijkt aan
de vrijzinnige pers te verzoeken de natie
op dit punt eens in te lichten.
Of moeten we daarop ook wachten tot
half {September?
Het nieuwe Kabinet.
„Dc Standaard'' noemt 't ministerie een
lang verbeid kindeke, maar het blad is or
verre gerust van, dat het kindeLe „welge
schapen" is, want een levensvatbaar kabi
net moet passen op een besliste Kamer
meerderheid, en dit is hier niet het geval..
Daar de sociaal-democraten hun man
niet in het kabinet hebben, is de meerder
heid van 52 in de Kamer geslonken tot een
minderheid van 45. Doch zelfs die 45 vor
men nog geen vast aaneengeklonken bond.
Na dit nader uitgewerkt te hebben, noemt
„De Standaard" ai3 tweede punt van
zwakheid, dat de kabinetsformateur zelf
buiten het kabinet blijft. Het blad acht dit
een zonderlinge exceptie.
Over de combinatie van de bronnen van
ons bestaan met den Arbeid zegt „De
Standaard":
„Tusschen beide categorieën bestaat een
zeer ernstige strijd van belangen, en waar
bet bij de Afdeeling Arbeid op bescher
ming van den werkman juist tegenover den
patroon aankomt, schijnt er voor deze
af deeling alleen hetzij bij Justitie, hetzij
bij Binnenlandsche Zaken een natuurlijke
plaats te vinden te zijn.
Nu zal allicht de chef van dit verzamel-
departement öf meer man van de nijver
heid, den handel en de landbouw zijn, cn
deswege minder geschikt en aangewezen
om de bescherming van den werkman
krachtig door te zetten, oftewel hij zal
bekend staan als een warm strijder voor do
rechten en belangen van den werkman,
maar dan ook aan nijverheid, handel cn
landbouw minder vertrouwen inboezemen
„Het zou een Uebermensch in
kracht en harmonie moeten zijn, die, wat
hier strijdig is, tot een allen bevredigende
oplossing bracht."
Gemeenlijk valt uit de samenstelling vap
het kabinet het program, dat te komen
staat, in het algemeen vrijwel tc gissen.
Maar ditmaal is dit niet het geval. „De
Standaard" besluit daarom
„Afwachten tot m e d i o-September zal
de boodschap zijn.
Eerst daarna zal ook de oppositie, in
haar onderscheidene deelen, haar houding
tegenover dit zonderlinge Kabinet bepaleü
kunnen.
Het zal heel wat tijd behoeven eer het
flink loopen leert.
Zelfs zouden we niet durven zeggen, dat
het overbodige bezorgdheid zou zijn., indien
men zich bijtijds, we zeggen nu niet de
krukken, maar dan toch een loop stoel en
der Poter zou hebben laten doen
Hij zag er mismoedig uit, toen zij weder
plaats genomeD hadden, en een lichte zucht
ontsnapte aan zijn hart.
„Zijt u ontevreden, mijnheer?" vroeg
Sabine.
Hoe verrukkelijk klonken hem deze woor
den in het oor 1 Hoe week en zoet drong dio
zilveren stem in zijn hart door!
„Wie is heden niet ontevreden, j'uffrouw
Meerholt?" zekle Teil „Of zijt u een Zon
dagskind, dat nog nooit de ernstige zijde
van het leven zag?
„O, ook ik weet dat wij niet voor ons
genoegen op de wereld zijn, maar een
meisje heeft zwijgend te lijden, Hoe benijd
ik u, mijnheerAls man kunt u strijden en
worstelen, om het geluk bij het hoofd te
vatten 1"
MerkwaardigIets dergelijks moest Ellen
hem ook eens gezegd hebben Verwekt dan
het verkeer met den man in alle meisjes
dezelfde gedachtenrecksen Bij welke gele
genheid had Ellen het ook weer gezegd?
Altijd weer Ellen Waarom drong de her
innering aan haar zich tusschen hera en
dit meisje?
Op ironischen toon herhaalde hij Sabines
laatste wooraen: „Om het geluk bij het
hoofd te vattenLieve HemelHet laat
zich niet zoo gemakkelijk vasthouden en als
men werkelijk gelooft, dat men het gevat
heeft, dan is het een schaduw, waarnaar
men gerepen lieeft en men heeft niets lu
de handen.
Sabine zweeg. Zij verwonderde zich in stil
te, dat Teil, dé trots van het Lamperische
huis, de aanzienlijke ambtenaar, die in de
voorname wereld verkeerde en hier wel
met het oog op rijn min of meer ijdeïe
pleegmoeder, een vluchtige gastrol vervulde
toch naar allen schijn ook niet gelukkig en
tevreden was. Zij zou hem gaarne moed in
gesproken hebben maar zij wilde voor den
gestudeerden man niet gaarne haar meisjes
domheid uitkramen Daarom stekte zij zich
tevreden met een warme en bemoedigenden
blik in zijn grootc eerlijke oogentoen
stond zij op liep in het midden der zaal
waar do heer Knoblauch een atlaskusseu
met bonte papieren ordeteekens op ccd ta
feltje gelegd had en zocht een zilveren ster
uit om dezo den officier met bekwame vin
gers op zijn rok te hechten.
De zoo geridderde knikte naar toe. „Nu
moet u mij nog een dans schenken.
Met zichtbaar genoegen voldeed zij aan
zijn uitnoodiging en vlijde zich in zijn ar
men.
Tegen drie uren was ue cotuilon afge-
loopen en de onvermoeide balmoedcra dron.
gen aan op onmiddellijk vertrek.
„Maar waarom zulk een haast?" vroeg de
gastvrouw ontevreden. „Nu komt eerst de
koffie en kon het recht genoeglijk worden
De dikke bediende kwam met verglaasde
oogen een reusachtig blad met boordevolle
koffiekopjes in de handen, in de zaal. Hij
was thans geheel dronken volgens Volkers
bewering „als een kanon") en bespeurde in
het geheel niet, dat bij zijn waggelende be
wegingen een deel van den inhoud stortte.
De collega, die hem vergezelde, droeg een
Glürnborasso van kleine ,in allerlei fantas
tische vormen gebakken rijk met vruchten
belegde koeken.
„Pas op, spotte de met zijn vriend Teil
pratende schilder „Mieseke begint ook nog
aan dien berg van koek. Na haar dood moet
zij bepaald naar die snijkamer, zij heeft be
slist een ratelslangmaag.
„William 1" hijgde mevrouw Julie, terwijl
zij den officier de hand op den arm legde.
Gij moot mij een genoegen doen én juffrouw
Meerholt en haar dochter thuis brengen, een
rijtuig zullen zij wel niet besteld hebben.
Gij begrijpt, om de kosten. Het zou Peters
plicht geweest zijn haar te vergezellen,
maar die is verdwenen. Ik begrijp in het
geheel niet wat er voorgevallen is.
„Pst pstl zeido de officier, „daarover
een andermaal. Wat de Meerholts betreft-,
wees onbezorgd, ik zal hen onder mijn be
scherming nemen.
„Dank, William, gij zijt altijd een attent
cavalier geweest. Ik zal het aan juffrouw
Meerholt zeggen.
Het was reeds bij vieren, toen de dames
Meerholt, in mantels en hoofddoeken wol
ingepakt, de richting van de Ghausscestras-
se insloegen. Teil ging naast hen en onder
hield zich op hoffelijke wijze met de oude
juffrouw Meerholt, die zeide, dat zij er voor
heden genoeg van had.
De volle maan glansde aan den onbe-
wolkten hemel; het was bitter koud. Een
nachtwacht keek niëuwsgierig de beide da
mes in het gezicht.
„Och, mijnheer de officier van justitie,
zeide juffrouw Meerholt met bijzondcreo
nadruk op den titel, „geef mijn dochter den
arm. Ik, oude vrouw, heb geen bescherming
noodig.
De nachtwacht schrikte en trad, beleefd
groetend, op zijde. Teil dacht in Btilte:
„Juffrouw Meerholt is een flinke vrouw,
die weet zich te helpen."
Met genoegen vervulde hij den ridder
dienst en bood het lieve meisje den arm,
dien zij niet weer losliet voordat men voor
do woning der MecrhoIt9 was aangekomen.
Juffrouw Meerholt ontsloot de deur, dank
te don officier voor zijn gezelschap on trad
de donkere gang oinnen. Sabine wilde haar
moeder volgen, toen Teil haar met do woor
den terughield: „Wacht, juffrouw Meerholt
hier zijn lucifers. Bedien u daarvan, an
ders vindt u de trap niet.
Hij gaf haar een doosje lucifers en door
de huisdeur voor do blikken der moeder be
schut, kuste hij haar snel op den mond. Had
zij werkelijk den kus beantwoord? Of was
zij slechts door zijn vermetelheid overrom
peld, niet in staat af te weren '2 Pijlsnel ver
dween zij in de gang, de deur sloeg dicht en
Teil hoorde hoe de sleutel van binnen in
het gat gedaan en tweemaal omgcdiaaid
werd.
Een oogenblik bleef hij staan; toen fluis
terde hij. „Foei, dat was slecht van je 1"
Zou hij een meisje, dat met zijn beide
stiefbroeders verloofd was geweest, ooit tot
zijn aanstaande begceren? Zou hij mogen
genieten, waar Adolf en Peter ook rced9
genoten hadden? Hij huiverde. Een gevoel
van haat tegen zichzelf kwam er in zijn
hart op. Die kus kwam hem thans als een
huichelachtig gegeven belofte voor, als een
gelofte, welko hij snood breken wilde. Maar
zij was zoo bekoorlijk in de bctoovoring
van haar frissche jeugd; zoo verleidelijk
met den gouden glans van haar blonden
baardos, zoo zin bedwelmend met den fonke
lenden sfelialkschen blik van haar viooltjes
oogen 1 Als bet zonde was zulk een paar
lippen te kussen, waar was do man, die in
dorgclijkcn toestand niet voor dc verzoe
king bezweken ware!
(Wordi vervolgd.)