1000
J. II.
Stoomtram HAARLEM-LEIDEN.
Een woord ter behartiging.
DIZHSTSI10E, P. 0.,
Voordrachten-avond
ffljj. tot Expl. van Znivelinriclitingen
No. 13951.
BPBB1EK VOOR DE JEPGD.
TMITE'S PARTBJ.
E¥EI SLIM.
VI ,iio<7ï-c3i.
Vervolg Advertentiên.
Bijbank uer 's-Oraveniiaagsche
Voorschotbank.
Keur van --------
mjü5« @k Süoeielwi]nen.
bij
Firma M* A. KLUUT. 5886 2o
Voorradig
Spoed 1
AFBRAAK.
Spoed
Adres: Hooge Rijndijk, Villa „Cornelia", Zoeterwonde.
J. HENRI BERKELJON.
Lange Mare 40, LEIDEN
Bad-Hotel „De Zwaan",
„DUG GEORGE",
„Neerlandia."
RUNSBURG ER SIN GEL 23.
Wegens de ongekend lage prijzen is het
vervoer van Bestel- en Vraclitsoe-
dei'e2i per Stoomtram het voordeehgst.
Goederen worden vervoerd naar Oegstgeest,
Sassenheim, Lisso, Hillegom, Bennebroek, Heem
stede en Haarlem om 7 u. 22 en II u. 15 V.M.
en 3 u. 10 en 7 u. 04- N.M. Amsterd. tijd.
Inlichtingen worden verstrekt aan het be-
stelkantoor Clarasteeg No. 2 nabij de Mare.
Anno 1905.
Tom was vreeselijk gehaast.
Het pak, dat hij overdroeg, had al min
stens een halfuur geleden aan het goede
renbureau van den spoorweg moeten zijn.
Toms chef, mijnheer Brinkman, had den
meesterknecht hevig beknord verzuimd te
hebben daarvoor zorg te dragen en Tom
was overeind gesprongen en had uitge
roepen, dat hij nog best naar het station
kon hollen, intijds tot het halen van den
avondtrein.
Hij was een flinke jongen en nam nooit
iets op zich of hij wend'de ook alle mogelijke
moeite aan om het te volbrengen. Dus
rende hij uit alle macht de straten door.
Maar op het oogenblik zelf, dat hij do deur
van het goederen-bureau wilde binnensnel
len, trad een armoedig gekleed© vrouw
daaruit te voorschijn. Hij had den tijd niet
meer haar to ontwijken en bonsde tegen
haar aan. Hoe vervelend 1 Hij had daarvoor
zeker eon halven minuut verloren, meende
hij en was boos op de arme ziel, die hiervan
de onschuldige oorzaak was geweest.
Maar hoera 1 hij kwam nog juist bijtijds;
de trein was nog niet vertrokken; hot pak
kon dien avond nog juist mede.
„Ja, als ze geen raad meer weten mot
de dingen, dan moet. men zioh maar wenden
tot mijdacht Tom vol trots, zoodra hij
zich goed cn wel van zijn opdracht gekwe
ten had: Tk red ze altijd uit den nood 1"
Hij had zich in lang niet zoo voldaan
over zichzelf gevoeld, zoo overtuigd «lat
niemand bij hem kon worden vergeleken.
Wacht eens even, mijn jongen," sprak
een ernstige stem, terwijl hij zich onver
wachts een hand op zijn schouder plaatste:
„want je moet mij één diDg vertellen. Ik
zag je daarstraks tegen die arme vrouw
oanstoofcen, hoe komt het, dat je haar niet
om verschooning hebt gevraagd?"
Tom keek met een hoogroode kleur op;
hij voelde al zijn zelfvoldoening verdwijnen,
bij het opblikken in het gelaat van een man
vaD jaren, mot vriendelijke doch err" '"re
trekken
„Ik had zulk een haast, mijnheer," gaf
hij ten antwoord: „en buitendien, was zij
niet de soort persoon, zich daarom t© be
kommeren."
„Niet de soort persoon, die zich daarom
bekommeren zou!" herhaalde de onbekende:
„hoe kan je dat weten? Moest je haar
daarom nog een beetje ongelukkiger maken,
omdat zij er doodarm en verdrietig uitzag?"
„Maar het was immers slechte een nie
tigheid, mijnheer..."
„Neen, beste jongen, daarmede moet je
niet trachten er jezelf uit te redden; de
zaak is of wel goed, of verkeerd. Een hand
jevol buskruit ziet er heel onschadelijk
uit, maar kan ecn~geheel gebouw in puin
doen storten Ik zou je gaarue een kleine
gebeurtenis mededeelen. Zeg maar welken
weg je uitmoet; dan ga ik een eindje met
mee."
Meer en meer verbaasd, wees Tom hem
do richting aan. Beiden begaven zich op
weg en de onbekende hernam:
„Op een somberen winteravond kroop
een jong meisje uit een donkere poort te
voorschijn, waar zij zioh uren achtereen
schuil gehouden had, maar die men nu
sluiten ging, en begaf -zich langzaam naar
de Theems, want het. was to Londen en zij
wilde trachten nog een zitplaatsje voor den
nacht te vinden op een der banken van de
bruggen.
Zoo jong als ze was, had men haar reeds
tweemaal wegens diefstal moeten veroor-
deelen. Zij bezat geen thuis, geen ouders
meer en moest zelf maar trachten, zoo
goed cu zoo kwaad als het ging, aan een
stuk droog brood te komen. Van lieverlede
was zij zichzelve gaan beschouwen als
alleen voor de gevangenis geschikt, cn zij
vond het al heel dom van de vrouw, die
haar gisteren had toegesproken, bij hot
verlaten van den kerker, en voorstelde haar
te helpen een nieuw leven te beginnen.
Er was geen beterschap mogelijk voor haar,
dacht Suzan ALs 'de honger al te hevig werd,
zou zij opnieuw 6telen en zoo zou het voort
gaan baar leven lang.
Op het oogenblik, dat zij London Bridge
bereikte, kwam er een dame op haar toe-
loopen, die een valies droeg en scheen te
vreezen, dat zij to laat zou komen voor een
trein. In haar haast zag zij Suzan niet en
bij ongeluk bonsde 't valies tegen 't meisje
aan. Onmiddellijk bleef de dame stilstaan.
„Och, vergeef mij," riep zij uit, met een
blik vol vriendelijkheid: „ik hoop dat ik
u geen pijn deed."
Daarna eerst snelde zij vorder; maar de
ongelukkige stond haar met groote oogen
na te staren.
„Zij...... zoo notjes gekleed; met zulk een
mooi, braaf gezioht, vroeg mij om vergif
fenis I Zij zag hoe vreeselijk vuil ik was
en toch deed zij het! Dus verachten alle
menschen mij nog niet, als zulk een dame
dat niet doet!
Als ik toch eens probeerde goed te wor
den, te verdienen dat men iets om mij
gaf, mij vertrouwdeh
Onwillekeurig tastte zij in haar zak naar
het kaartje, haar gegeven door de vrouw,
die baar op den goeden weg had willen
helpen. Zij vond er haar adres o,j, Na een
korte aarzeling begaf zij er zich heen, ver
telde het gebeurde en smeekte ditmaal om
bijstand, met de dure belofte zich te zullen
beteren.
En zij heeft woord gehouden. Suzan is
heden, een eerlijke, werkzame, algemeen
geachte vrouw Ziet gij, mijn jongen, zóó
veel vermag een enkel woord van veront
schuldiging; juist tegenover do armsten, de
ongelukkigsten
En ook Tom beloofde plechtig zich dat
altijd te zullen herinneren.
,,Ik ben op een partij geweest," zeide
tante Louise lachend, „een prachtig
feest".
Zij zat op de stoep en had al haar neefjes
en nichtjes om zich heen verzameld. Er
waren er niet weinig. Een der nichtjes zat
vlak naast haar, een kleinere editie had
zij op den schoot; de jongens hadden een
t,laatsj - gezocht aan haar voeten en nog
een kleiner nichtje, een echt tonnetje,
dribbelde voor baar op en neer, omdat zij
nooit stil ken blijven.
„Ja, een partij 1 Ik zie al aan Anneke's
oogen, dat zij er allee van hoor en wil."
„En wij ook, tante," riepen de jongens.
Allen herhaalden om het hardst die ver
klaring, en tante Louise li_alde haar brei
werk te voorschijn, wat beteokende, dat
zij een verhaal ging doen, het grootste ge
not, dat zij hun kon bezorgen.
„Een gekleede partij tante?" vroeg hot
oudste meisje, ongeloovig naar haar daag-
sche japon kijkend.
„Gekleed? O, zeker I Jo hebt nooit zulke
mooie toiletten gezien, ünd! Ze waren
prachtig 1 Iedereen was in purper en vuur
rood en goud gekleed."
De breinaald van tante Louisse werkten
ijverig voort aan een rokje voor een arm
kind.
„U hebt zeker een andere japon aange-
trokt-H bij uw thuiskomst?" klonk het oe-
deesd.
„Neen," antwoordde tante, „ik was ge
kleed zooals nu. Ik vergat té zeggen, dat
ik alleen mij niet mooi gemaakt had. Dat
was wel een beetje schande, maar ik had cr
niet aan gedacht en ik amuseerde mij
daarom oven goed. Het stond ook niet op
de in- tatie, 'dat men in galakostuum ver
schijnen moest."
„O," zeide Pauline, het oudste nichtje,
nadenkend, „men schreef u dus een echten
invitatiebrief Was het een kaart of wel
een heel velletje papier?"
„Niet een heel velletje. Zij was mair op
één blad geschreven. Het rolde in mijn
raam."
Er ging een heel koor van verbaasde uit
roepen op. Welk een vreemde manier van
invitaties zenden I
„Ja, ik zat aan het venster te sohrjj-, en,
toen het vlak op mijn schcót viel, maar
toch besloot ik de uitnoodïging aan to no
men en nu zal ik er eens alles van vertel
len. Kom hier, kleintje, leg je kopje maar
tegen mij aan en ga slapen. Je luistert al
tijd het best op die manier."
„Nu dan, ik nam mijn hood en begaf r 'j
op weg. Het was een buitenpartij, die in
de weide van mijnheer Van den Heuve ge
geven werd, een mooi lommerrijk plekje
voor een feest. Toen ik aankwam, waren
al do gasten bijeen. Zij droegen prachtige,
schitterende kleeren, die bij de minste be
weging ruisohten. i
Enkelen daarvan warton geheel en al in
het rood en een lange, bevallige gedaante
in lichtgeel, waar de zon op scheen, tot haar
japon een kostbaar goud weefsel scheen
Dat vond ik het mooiste toilet, maar <ie
scharlaken roode en karmozijnkleurige
kleederen waren ook beelderig. Er was
geen bepaalde gastvrouw. Al die dames
ontvingen gezamenlijk, ziet ge.
Een eindjo verder, dicht bij het hek,
stond een rij luchtige, sierlijke wezentjes,
die mij toewuifden met de roodo hand
schoentjes. Ik vond ze al heel bijzonder
vriendelijk cn gastvrij. Zij droegen allen
gelijke jurkjes van helder, glanzend rood.
Ik zag dadelijk, dat zij tot dezelfde familie
moesten bohooren."
Tante Louise zweeg een oogenblik cn keek
rond. Do nichtjes staarden haar aan, een
en al verbazing. Wat de jongens betreft,
zij zag iets in hun oogen flikkeren, als
begonnen zij te begrijpen.
„Nu," zeide zij vroolijk, „om voort te
gaan, ik had een heerlijken tijd cp dat
feest. Ik geloof niet ooit zulk een Bohittn
rende partij te hebben bijgewoond. Ieder
een was zoo hartelijk en. boo^ en knikte
zoo beleefd voor mij en zij fluisterden mij
zulke lieve dingen in het oor I Of er ook
muziek was? O, zeker, Anneke, er was
muziek, een heel orkestHet was zoo mooi J
Het waren alle blaasinstrumenten en toch
was de muziek zoo lieflijk on zacht als een
wiegeliedje Ikja, ik zal heb maar gul
weg bekennen, ik viel er bij in slaap."
„O, tante Louise."
„In slaap gevallen op een partij I"
Het koor van kinderstemmen gaf do
diepste tonen van afkeuring en verbazing
weer en verscheidene bruine handjes werden
van afschuw opgeheven. Voor het allerec.st
twijfelde men aan tantes goede manieren
en men had haar altijd voor zulk een toon
beeld van beschaving gehouden, dat het een
harde ontgc ;cheling was haar zoo onbe
leefd to weten.
Tante Louise boog het hoofd en zag hen
beurtelings met gekunstelde schaamte aan.
„Ja, dat gebeurde nu eenmaal," sprak
zij langzaam, „ik viel in slaap op het feest,
maar ik kon hat niet helpen; do muziek
van de blaasinstrumenten was zoo zacht. Ik
vrees wel, dat het niet heel beleefd was,
maar niemand scheen het kwabjk te nemen,
de partij ging even goed door on toen ik
de oogen weer opende, bogen cn knikten
allen mijeven beminnelijk.ala^te voren boe.
Ik ging allen de hand drukken en zij gaven
mij hun visitekaartjes mee naar huis.
Ik zal or het volgende jaar weer heengaan,
als er njhbs bussohenbeido komt, want ik ge
loof dat men van plan is ieder jaar een
partij op die weide te geven, maar dat
feest wordt niet aangericht, ter mijner ccre,
o I neon Paulino, wat denk jo wol Voor heel
iemand anders, al heb ik bem ook niet op
het feest gezien, ze hielden niet op van hem
te spreken."
„Tante Louise",, riep George, „u kunt mij
niet beet hebben. De p irtij was een feest
van herfstbladeren 1
„En de muziek was de wind die bliesI"
Tante LouH>' droeg de slapende kleine
naar haar wagentje en stopte haar warm
pjes toe. Zij rolde haar breiwerk weer op
en laahte.
„Goed geraden 1" riep zij vroolijk. „En nu
neem ik jelui mode naar mijn huis, om je
de mooie kaartjes to toonen, die ik van
het feest medebracht. Je moet mij zelf ver
tellen welk ik van den 6tatigen olmboom,
welk van de klap rozenfamilie en welk van
den roodbruine, doltigen eik ontving."
„En do zusjes op een rij bij het hek, die
allen gelijk in het rood gekleed waren V'
„Do zusjes Kastanje, kin oren, en de vi
sitekaartjes zijn do bladeren der boomen.
Wat mijn feest te leoron heeft, vraagt go
misschien Dit, lat de eerlijkst© feesten
niet in de benauwde zalen te vinden zijn,
waar men in kostbare toiletten moet komen
en niet altijd vriendelijke of blijde gezich
ten ontnoet, maar in de vrije, altijd mooie
natuur."
Zoo vaak er sprake was van het. sluiten
van een koop 'tusschen mijnheer Herpin on
onzen vriend Herbelin, poogde de een on
veranderlijk den ander om don tuin te lei
den. Mijnheer Herpin bezat op twee kilo
meter afstands van ons dorp een prachti-
gen boomgaard, waar de praohtigste appe
len bij menigte groeiden. Om echter nog
meer geld van zijn grond te maken, had hij
knollen on dor zijn fr uithoornen geplant.
Dat jaar, op het tijdstip dat de appels
rijp waren, hadden Herpin en onze. vriend
juist vrede gesloten en wel doordat Herbe
lin den grijsaard oen ekster ten geschenke
had gegeven, na het dier te hebben geleerd
heel duidelijk „goeden dag" te zeggen.
Herpin was verrukt over het bezit van zijn
vogel en had een groote kooi gekocht, die
overdag aan den muur zijner woning hing.
Zelfs liet hij em bij warm weder ook des
nachts buiten, want de vogel had slechts
één nadeel: hem «des morgens te vroeg wak
ker te schreeuwen.
Nu viel het onzen makker teg-n, dat
mijnheer Horpin zijn dankbaarheid over dit
geschenk alleen in woorden uitte. Hij ein
digde mot er aan te herinneren, dat orken-
telijk zijn ook wel degelijk eenigi verplich
ting oplegt.
„Ik ben dolblij u pleizier te hebben ge
daan, mijnheer," zeide hij, „maar krijg ik
ook niet eens iets van u V'
„Iets van mij krijgen?" herhaalde de slu
we oudo, „maar ik Lub niets 'dat ik je govcnE
kan, mijn jongen. Buitendien moot je ook
niet vergeten, dat een ekster nog zulk een
wonder niet is."
„Een gowone ekster niet, mijnheer, maar
deze vogel zegt al „goeden dag" cn ik be
loofde u hem nog verder te leeren spreken.
Wat ik iï vragen wilde in ruil is trouwens
niet veel, alleen maar een kleine provisie
appelen te mogen plukken in uw boom
gaard, waar er zoovele duizenden aan do
boomen hangen.
Herbelin dacht een oogenblik na, alvo
rens to antwoorden.
„Nu, misschien worden wij het wel eens.
Als je mij helpen wilt mijn knollen binnen
te halen, mag jc voor éénmaal, maar dan
ook voor eens, wat appels plukken voor jo
zeiven."
„Hoeveel krijg ik er?"
„Zooveel als je dragen kunt. Ik verwacht
.jo morgen."
Toen Herbelin den volgenden ochtend in
den boomgaard kwam, droog hij een groo
te mand bij zich.
„Waar moet die korf voor dienen 1" vroeg
de gierigaard verbaasd.
„Om mijn appels in weg to dragen."
De oudo zeide niets meer, doch liet don
knaap een groot aantal zakken met knollen
vullen en naar huis dragen en toen Herbe
lin eindelijk vertrekken zou, wees hij hem
zijn mand aan.
„Dat is do laatste portie knollen," zcido
hij, „breng zc, op weg naar jo ouders, naar
mijn woning. Wat je er nog aan appels bij
kunt dragen, is je loon."
Helaas I de korf was al zoo vol, dat er
geen twaalf gouden reinetlen bij konden I
Onze vriend wierp den bedrieger een som
beren blik toe, maar bewaarde het stil
zwijgen. Eerst toen hij hem vaarwel zcido,
na de knollen in den kelder te hebben ge
bracht, zeide hij:
„Gij hebt mij voor den gek gehouden,
mijnheer, maar het zal u berouwen, dat
voorspel ik u."
Herpin lachte hem uit en de jongen ging
heen. Den volgenden morgen was de ekster,
die den nacht buiten doorgebracht had,
verdwenen. Het deurtje zijner kooi stond
open. Zijn- meester mcendo dus niet anders
of hij was ontsnapt en ij verzocht nog den
zelfden avond Herbelin hem naar den ge-
kortwiekten vogel te helpen zoeken.
„Neen," antwoordde deze hoofdschud
dend, „ik doe niets meer voor u, na die
geschiedenis met de appels."
„Ik zal j er vijftig geven, als je me mijn
ekster terugbrengt, dat beloof ik je."
„Aangenomen 1" zei do knaap.
En na verloop van veertien dagen kwam
hij mot den vogel aanloopcn en werden hem
do vijftig appels voorgotold. Do cudo man
was overgelukkig en reeds den volgenden
morgen vroeg kwam hij naar zijn ekster kij
ken.
„Goeden dag, Margotl" zeide hij opge
ruimd.
„Goeden dag...oude vrokl" antwoordde do
vogol.
Herpin stond als aan den grond genageld.
Wat zou er gebeuren, als ioraand anders
het dior hoorde? Men zou hem uitlachen,
zijn leven lang.
Hij begreep al spoedig met een wraakno-
ming van Herbelin te doen te hebben en
bracht hern verwoed den ekster terug»
„Houd j- monster!" riep l.ij driftig.
Do knaap barstte in lachen uit.
„Neen, mijnheer, ik zal hem eenvoudig
zijn nieuw geleerde les weer afloeren, dat
gaat heel gemakkelijk, als gij do uwe maar
onthouden wilt."
En dat geschiedde. Tegenwoordig zijn
beiden uitstekende vrienden.
Hot regent I En dat nog wol geen voorbij
gaande bui, maar zoo rustig ion gestadig
door, dat het heel den dag aldus belooft
voort te duren. Grooter ramp kan men
zich haast niet voorstellen iu den zomer,
als mon zich vast en zeker voorgenomen
beeft; van elk zijner vacantiedageu to genie-
fann.C fifoor lange zwerftochten in den om*
ijkt dan ook wanhopig eerst uit
hü&speae» daarna uit het andere raam,
maar IBet dient nergens toe, hij ziet maar
al te goed in, dat hij dien dag goon wan
deling zal kunnen ondernemen. Hij heeft
wel oeoig schoolwerk af to maken en daar
toe zou het nu juist een uitstekende gele
genheid zijn, maar zijn vaeantictaak heeft
niet veel te beduiden, aangezien hij naar
buiten werd gezonden ter willo van
lichaamszwakte cn zijn meesters hem daar
om ook slechts heel weinig opgaven. Wat
nu te beginnen op dozen natten, grauwen
morgen? Van wanhoop strekte hij zich ten
slotto languit op don vloer uit cn b ;;on de
vliogen aan do zoldering te tollen.
Zes, zeven, acht... Maarl hij hield
plotseling met tellen op, getroffcu door
iets, dat hem nog nooit te voren was opge
vallen. Hoe gek, dat ik daar vroeger niet
op heb gelet, grootvader! Al die vliegen
aan het plafond wandelen rustig onderste
boven voort!
De toegesproken grijsaard keek glim
lachend op.
En dat schijnt je nog grooter kunst
toe, niet waar, dan to protooeren op jo
hoofd te staan, wat je verleden keer zoo
slecht gelukte.
Maar waarom doen zij het?
Nu, dat weet ik zoo precies niet te
zeggen, maar ik veronderstel dat zij ziel»
daarboven veilig achten, buiten het bereik
van vogcla en kleine jongens. Terwijl zij
daar zoo op cn neer langs do zoldering
loopen, kunnen zij goed uitkijken in allo
richtingen, om to zien of er niet hier of
daar ecnig gevaar dreigt. Maar nu wij toch
op dat onderworp gekomen zijn, Pa-ui. mo"t
jc mo eens vertollen of het je ooit gebeurde
de oogen van een vlieg te bestudeeren7/'\
heeft er zooveel, dat bijna haar nrheM/
kop er door ovordokt is.
Zooveel, grootvader? klonk het vol
verbazing. Een vlieg kan er toch niet meer
hebben dan twee I
Twee, jongen? neen, zij bezit er bij
dozijnen. Tallooze kleino oogjes, opeenge
hoopt in twee verhevenheden, die elk aan
weerszijden van het hoofd zijn geplaatst.
Dit ia geen grap, Paul. Vliegen hebben een
groot aantal oogen ontvangen, omdat zij
zc ook broodnoodig hebben, zoowel om op
hun hoede te zijn tegen allerlei gevaren,
als tot het vinden van voedsel. Maar gij
Gevraagd: een flinke, nette
en van goede getuigen voorzien. Moet
bekond zjjn mot all® liuisoiyke bezig
heden en met de wasch. Hoog loon,
klein gezin.
Adres: Mej. J. J. B. KONING,
Spokhofstede, Leiderdorp. 1431 10
I)
Verschillende perceelen
Bouwterrein te koop, gelegen
aan d®n Haarlemmerweg.
Conditiön naar keuze. 3946 12
Inlichtingen by de Directie Jonker-
fransatraat 35, Rotterdam, telefoon
Interc. 62, alsmede bj) den Agent
A. L, VERHOOG, Bouwkundige to
Leiden, telefoon interc. 636.
L. VAN LIMBURG.
Opgericht 1S94.
üieuwsteeg 29, Leiden.
Interc. Tolofoonn. 600.
Verstrekt voorschotten tot
ieder bedrag, (minste voorschot S3)
onder borgstelling van twee perso
nen, binneu twee dagen na gedane
aanvraag. 1472 15
Kantoor geopend van 3£ uur.
Enveloppen 1.90, lOOO Kviluntiën of Nota's
f 2.50, ÏOOO Briefkaarten (lste qimlitclO f 2.60.
alles bodrnki met naam, adres, enz. Handelsdrukkerij
firma C. KOOTKEB, Nieuwe Rijn 16.
By groote getallen voordeelige prijzen. 10480 10
Opgericht A°. 1825. Langebrug 4, LEIDEN.
Solide Afbraak te koop, afkomstig van 4 groote Houtloodsen,
onlangs door my gesloopt, als:
Binten en Moorbinten in vorschillende maten on lengton, waarby van
10 tot 12 M.
Voorts: Ribhout, Battems, Planken, enz., enz.
S t o o d 8 voorhanden: Raam-, Deurkozynen, marmeren Tegels en
Platen, Hardsteenen, alsmede o®n groote sorteoring Gootsteenen (naar ver
kiezing opgehakt, zoo goed als nieuw) oude, nieuwe Steen, Pannen, enz., enz.
Stophout voor H.H. Scheepsbouwers.
Aanbevelend: 6380 44
5
AANXEHEK VAN SLOOP WEKKEN.
Leeraar voor Piano.
3625 5
KATWIJK.AAN.ZEE.
Op verlangen:
op VRIJ1IAG 18 AUG. n. s.,
aanvang lialfacht,
te houdon door het
afgewisseld door Muziek.
BUREAU: halfzevén. 1402 20
Entróe: f 0.25 de persoon.
HARTESTEEG 2.
Per Liter.
Likeuren ƒ0.45
Jenever 0.70
Brandewyn 0.72
Nieuw Rood„ 0.70
Punch 0.80
Advocaat 0.80
Cognac 9 0.90
Boerenjong.,, 0.90
Oude Boll - 1.
Per Flesch.
Bessenwyn f 0.35
Meiwfln p 0.45
Grenadine 0.50
Roode WtJn 0.50
Madera 0.50
Roode Port 0.55
Witte 0.60
Malaga r 0.80
Vermouth 0.80
1062 11
Hiermede berichten wy aan onze geachte afnomors, dat heden onze
nleuwo installatie, tot pastourlseeren van Room, In gebruik gestold Is,
zoodat voortaan slechts Boter uit gepasteurlseerden, licht aangezuurdon
Room borold zal worden, waardoor ook de Karnemelk uit dien Room
vorkregen zonder gevaar voor het opnemen van ziekte*
kiemen ongekookt genuttigd kan worden.
J. JURLING BECK,
1433 34
Direct, afd. Leiden.
,,T—6743