1000 J. II. Stoomtram HAARLEM-LEIDEN. Een woord ter behartiging. DIZHSTSI10E, P. 0., Voordrachten-avond ffljj. tot Expl. van Znivelinriclitingen No. 13951. BPBB1EK VOOR DE JEPGD. TMITE'S PARTBJ. E¥EI SLIM. VI ,iio<7ï-c3i. Vervolg Advertentiên. Bijbank uer 's-Oraveniiaagsche Voorschotbank. Keur van -------- mjü5« @k Süoeielwi]nen. bij Firma M* A. KLUUT. 5886 2o Voorradig Spoed 1 AFBRAAK. Spoed Adres: Hooge Rijndijk, Villa „Cornelia", Zoeterwonde. J. HENRI BERKELJON. Lange Mare 40, LEIDEN Bad-Hotel „De Zwaan", „DUG GEORGE", „Neerlandia." RUNSBURG ER SIN GEL 23. Wegens de ongekend lage prijzen is het vervoer van Bestel- en Vraclitsoe- dei'e2i per Stoomtram het voordeehgst. Goederen worden vervoerd naar Oegstgeest, Sassenheim, Lisso, Hillegom, Bennebroek, Heem stede en Haarlem om 7 u. 22 en II u. 15 V.M. en 3 u. 10 en 7 u. 04- N.M. Amsterd. tijd. Inlichtingen worden verstrekt aan het be- stelkantoor Clarasteeg No. 2 nabij de Mare. Anno 1905. Tom was vreeselijk gehaast. Het pak, dat hij overdroeg, had al min stens een halfuur geleden aan het goede renbureau van den spoorweg moeten zijn. Toms chef, mijnheer Brinkman, had den meesterknecht hevig beknord verzuimd te hebben daarvoor zorg te dragen en Tom was overeind gesprongen en had uitge roepen, dat hij nog best naar het station kon hollen, intijds tot het halen van den avondtrein. Hij was een flinke jongen en nam nooit iets op zich of hij wend'de ook alle mogelijke moeite aan om het te volbrengen. Dus rende hij uit alle macht de straten door. Maar op het oogenblik zelf, dat hij do deur van het goederen-bureau wilde binnensnel len, trad een armoedig gekleed© vrouw daaruit te voorschijn. Hij had den tijd niet meer haar to ontwijken en bonsde tegen haar aan. Hoe vervelend 1 Hij had daarvoor zeker eon halven minuut verloren, meende hij en was boos op de arme ziel, die hiervan de onschuldige oorzaak was geweest. Maar hoera 1 hij kwam nog juist bijtijds; de trein was nog niet vertrokken; hot pak kon dien avond nog juist mede. „Ja, als ze geen raad meer weten mot de dingen, dan moet. men zioh maar wenden tot mijdacht Tom vol trots, zoodra hij zich goed cn wel van zijn opdracht gekwe ten had: Tk red ze altijd uit den nood 1" Hij had zich in lang niet zoo voldaan over zichzelf gevoeld, zoo overtuigd «lat niemand bij hem kon worden vergeleken. Wacht eens even, mijn jongen," sprak een ernstige stem, terwijl hij zich onver wachts een hand op zijn schouder plaatste: „want je moet mij één diDg vertellen. Ik zag je daarstraks tegen die arme vrouw oanstoofcen, hoe komt het, dat je haar niet om verschooning hebt gevraagd?" Tom keek met een hoogroode kleur op; hij voelde al zijn zelfvoldoening verdwijnen, bij het opblikken in het gelaat van een man vaD jaren, mot vriendelijke doch err" '"re trekken „Ik had zulk een haast, mijnheer," gaf hij ten antwoord: „en buitendien, was zij niet de soort persoon, zich daarom t© be kommeren." „Niet de soort persoon, die zich daarom bekommeren zou!" herhaalde de onbekende: „hoe kan je dat weten? Moest je haar daarom nog een beetje ongelukkiger maken, omdat zij er doodarm en verdrietig uitzag?" „Maar het was immers slechte een nie tigheid, mijnheer..." „Neen, beste jongen, daarmede moet je niet trachten er jezelf uit te redden; de zaak is of wel goed, of verkeerd. Een hand jevol buskruit ziet er heel onschadelijk uit, maar kan ecn~geheel gebouw in puin doen storten Ik zou je gaarue een kleine gebeurtenis mededeelen. Zeg maar welken weg je uitmoet; dan ga ik een eindje met mee." Meer en meer verbaasd, wees Tom hem do richting aan. Beiden begaven zich op weg en de onbekende hernam: „Op een somberen winteravond kroop een jong meisje uit een donkere poort te voorschijn, waar zij zioh uren achtereen schuil gehouden had, maar die men nu sluiten ging, en begaf -zich langzaam naar de Theems, want het. was to Londen en zij wilde trachten nog een zitplaatsje voor den nacht te vinden op een der banken van de bruggen. Zoo jong als ze was, had men haar reeds tweemaal wegens diefstal moeten veroor- deelen. Zij bezat geen thuis, geen ouders meer en moest zelf maar trachten, zoo goed cu zoo kwaad als het ging, aan een stuk droog brood te komen. Van lieverlede was zij zichzelve gaan beschouwen als alleen voor de gevangenis geschikt, cn zij vond het al heel dom van de vrouw, die haar gisteren had toegesproken, bij hot verlaten van den kerker, en voorstelde haar te helpen een nieuw leven te beginnen. Er was geen beterschap mogelijk voor haar, dacht Suzan ALs 'de honger al te hevig werd, zou zij opnieuw 6telen en zoo zou het voort gaan baar leven lang. Op het oogenblik, dat zij London Bridge bereikte, kwam er een dame op haar toe- loopen, die een valies droeg en scheen te vreezen, dat zij to laat zou komen voor een trein. In haar haast zag zij Suzan niet en bij ongeluk bonsde 't valies tegen 't meisje aan. Onmiddellijk bleef de dame stilstaan. „Och, vergeef mij," riep zij uit, met een blik vol vriendelijkheid: „ik hoop dat ik u geen pijn deed." Daarna eerst snelde zij vorder; maar de ongelukkige stond haar met groote oogen na te staren. „Zij...... zoo notjes gekleed; met zulk een mooi, braaf gezioht, vroeg mij om vergif fenis I Zij zag hoe vreeselijk vuil ik was en toch deed zij het! Dus verachten alle menschen mij nog niet, als zulk een dame dat niet doet! Als ik toch eens probeerde goed te wor den, te verdienen dat men iets om mij gaf, mij vertrouwdeh Onwillekeurig tastte zij in haar zak naar het kaartje, haar gegeven door de vrouw, die baar op den goeden weg had willen helpen. Zij vond er haar adres o,j, Na een korte aarzeling begaf zij er zich heen, ver telde het gebeurde en smeekte ditmaal om bijstand, met de dure belofte zich te zullen beteren. En zij heeft woord gehouden. Suzan is heden, een eerlijke, werkzame, algemeen geachte vrouw Ziet gij, mijn jongen, zóó veel vermag een enkel woord van veront schuldiging; juist tegenover do armsten, de ongelukkigsten En ook Tom beloofde plechtig zich dat altijd te zullen herinneren. ,,Ik ben op een partij geweest," zeide tante Louise lachend, „een prachtig feest". Zij zat op de stoep en had al haar neefjes en nichtjes om zich heen verzameld. Er waren er niet weinig. Een der nichtjes zat vlak naast haar, een kleinere editie had zij op den schoot; de jongens hadden een t,laatsj - gezocht aan haar voeten en nog een kleiner nichtje, een echt tonnetje, dribbelde voor baar op en neer, omdat zij nooit stil ken blijven. „Ja, een partij 1 Ik zie al aan Anneke's oogen, dat zij er allee van hoor en wil." „En wij ook, tante," riepen de jongens. Allen herhaalden om het hardst die ver klaring, en tante Louise li_alde haar brei werk te voorschijn, wat beteokende, dat zij een verhaal ging doen, het grootste ge not, dat zij hun kon bezorgen. „Een gekleede partij tante?" vroeg hot oudste meisje, ongeloovig naar haar daag- sche japon kijkend. „Gekleed? O, zeker I Jo hebt nooit zulke mooie toiletten gezien, ünd! Ze waren prachtig 1 Iedereen was in purper en vuur rood en goud gekleed." De breinaald van tante Louisse werkten ijverig voort aan een rokje voor een arm kind. „U hebt zeker een andere japon aange- trokt-H bij uw thuiskomst?" klonk het oe- deesd. „Neen," antwoordde tante, „ik was ge kleed zooals nu. Ik vergat té zeggen, dat ik alleen mij niet mooi gemaakt had. Dat was wel een beetje schande, maar ik had cr niet aan gedacht en ik amuseerde mij daarom oven goed. Het stond ook niet op de in- tatie, 'dat men in galakostuum ver schijnen moest." „O," zeide Pauline, het oudste nichtje, nadenkend, „men schreef u dus een echten invitatiebrief Was het een kaart of wel een heel velletje papier?" „Niet een heel velletje. Zij was mair op één blad geschreven. Het rolde in mijn raam." Er ging een heel koor van verbaasde uit roepen op. Welk een vreemde manier van invitaties zenden I „Ja, ik zat aan het venster te sohrjj-, en, toen het vlak op mijn schcót viel, maar toch besloot ik de uitnoodïging aan to no men en nu zal ik er eens alles van vertel len. Kom hier, kleintje, leg je kopje maar tegen mij aan en ga slapen. Je luistert al tijd het best op die manier." „Nu dan, ik nam mijn hood en begaf r 'j op weg. Het was een buitenpartij, die in de weide van mijnheer Van den Heuve ge geven werd, een mooi lommerrijk plekje voor een feest. Toen ik aankwam, waren al do gasten bijeen. Zij droegen prachtige, schitterende kleeren, die bij de minste be weging ruisohten. i Enkelen daarvan warton geheel en al in het rood en een lange, bevallige gedaante in lichtgeel, waar de zon op scheen, tot haar japon een kostbaar goud weefsel scheen Dat vond ik het mooiste toilet, maar <ie scharlaken roode en karmozijnkleurige kleederen waren ook beelderig. Er was geen bepaalde gastvrouw. Al die dames ontvingen gezamenlijk, ziet ge. Een eindjo verder, dicht bij het hek, stond een rij luchtige, sierlijke wezentjes, die mij toewuifden met de roodo hand schoentjes. Ik vond ze al heel bijzonder vriendelijk cn gastvrij. Zij droegen allen gelijke jurkjes van helder, glanzend rood. Ik zag dadelijk, dat zij tot dezelfde familie moesten bohooren." Tante Louise zweeg een oogenblik cn keek rond. Do nichtjes staarden haar aan, een en al verbazing. Wat de jongens betreft, zij zag iets in hun oogen flikkeren, als begonnen zij te begrijpen. „Nu," zeide zij vroolijk, „om voort te gaan, ik had een heerlijken tijd cp dat feest. Ik geloof niet ooit zulk een Bohittn rende partij te hebben bijgewoond. Ieder een was zoo hartelijk en. boo^ en knikte zoo beleefd voor mij en zij fluisterden mij zulke lieve dingen in het oor I Of er ook muziek was? O, zeker, Anneke, er was muziek, een heel orkestHet was zoo mooi J Het waren alle blaasinstrumenten en toch was de muziek zoo lieflijk on zacht als een wiegeliedje Ikja, ik zal heb maar gul weg bekennen, ik viel er bij in slaap." „O, tante Louise." „In slaap gevallen op een partij I" Het koor van kinderstemmen gaf do diepste tonen van afkeuring en verbazing weer en verscheidene bruine handjes werden van afschuw opgeheven. Voor het allerec.st twijfelde men aan tantes goede manieren en men had haar altijd voor zulk een toon beeld van beschaving gehouden, dat het een harde ontgc ;cheling was haar zoo onbe leefd to weten. Tante Louise boog het hoofd en zag hen beurtelings met gekunstelde schaamte aan. „Ja, dat gebeurde nu eenmaal," sprak zij langzaam, „ik viel in slaap op het feest, maar ik kon hat niet helpen; do muziek van de blaasinstrumenten was zoo zacht. Ik vrees wel, dat het niet heel beleefd was, maar niemand scheen het kwabjk te nemen, de partij ging even goed door on toen ik de oogen weer opende, bogen cn knikten allen mijeven beminnelijk.ala^te voren boe. Ik ging allen de hand drukken en zij gaven mij hun visitekaartjes mee naar huis. Ik zal or het volgende jaar weer heengaan, als er njhbs bussohenbeido komt, want ik ge loof dat men van plan is ieder jaar een partij op die weide te geven, maar dat feest wordt niet aangericht, ter mijner ccre, o I neon Paulino, wat denk jo wol Voor heel iemand anders, al heb ik bem ook niet op het feest gezien, ze hielden niet op van hem te spreken." „Tante Louise",, riep George, „u kunt mij niet beet hebben. De p irtij was een feest van herfstbladeren 1 „En de muziek was de wind die bliesI" Tante LouH>' droeg de slapende kleine naar haar wagentje en stopte haar warm pjes toe. Zij rolde haar breiwerk weer op en laahte. „Goed geraden 1" riep zij vroolijk. „En nu neem ik jelui mode naar mijn huis, om je de mooie kaartjes to toonen, die ik van het feest medebracht. Je moet mij zelf ver tellen welk ik van den 6tatigen olmboom, welk van de klap rozenfamilie en welk van den roodbruine, doltigen eik ontving." „En do zusjes op een rij bij het hek, die allen gelijk in het rood gekleed waren V' „Do zusjes Kastanje, kin oren, en de vi sitekaartjes zijn do bladeren der boomen. Wat mijn feest te leoron heeft, vraagt go misschien Dit, lat de eerlijkst© feesten niet in de benauwde zalen te vinden zijn, waar men in kostbare toiletten moet komen en niet altijd vriendelijke of blijde gezich ten ontnoet, maar in de vrije, altijd mooie natuur." Zoo vaak er sprake was van het. sluiten van een koop 'tusschen mijnheer Herpin on onzen vriend Herbelin, poogde de een on veranderlijk den ander om don tuin te lei den. Mijnheer Herpin bezat op twee kilo meter afstands van ons dorp een prachti- gen boomgaard, waar de praohtigste appe len bij menigte groeiden. Om echter nog meer geld van zijn grond te maken, had hij knollen on dor zijn fr uithoornen geplant. Dat jaar, op het tijdstip dat de appels rijp waren, hadden Herpin en onze. vriend juist vrede gesloten en wel doordat Herbe lin den grijsaard oen ekster ten geschenke had gegeven, na het dier te hebben geleerd heel duidelijk „goeden dag" te zeggen. Herpin was verrukt over het bezit van zijn vogel en had een groote kooi gekocht, die overdag aan den muur zijner woning hing. Zelfs liet hij em bij warm weder ook des nachts buiten, want de vogel had slechts één nadeel: hem «des morgens te vroeg wak ker te schreeuwen. Nu viel het onzen makker teg-n, dat mijnheer Horpin zijn dankbaarheid over dit geschenk alleen in woorden uitte. Hij ein digde mot er aan te herinneren, dat orken- telijk zijn ook wel degelijk eenigi verplich ting oplegt. „Ik ben dolblij u pleizier te hebben ge daan, mijnheer," zeide hij, „maar krijg ik ook niet eens iets van u V' „Iets van mij krijgen?" herhaalde de slu we oudo, „maar ik Lub niets 'dat ik je govcnE kan, mijn jongen. Buitendien moot je ook niet vergeten, dat een ekster nog zulk een wonder niet is." „Een gowone ekster niet, mijnheer, maar deze vogel zegt al „goeden dag" cn ik be loofde u hem nog verder te leeren spreken. Wat ik iï vragen wilde in ruil is trouwens niet veel, alleen maar een kleine provisie appelen te mogen plukken in uw boom gaard, waar er zoovele duizenden aan do boomen hangen. Herbelin dacht een oogenblik na, alvo rens to antwoorden. „Nu, misschien worden wij het wel eens. Als je mij helpen wilt mijn knollen binnen te halen, mag jc voor éénmaal, maar dan ook voor eens, wat appels plukken voor jo zeiven." „Hoeveel krijg ik er?" „Zooveel als je dragen kunt. Ik verwacht .jo morgen." Toen Herbelin den volgenden ochtend in den boomgaard kwam, droog hij een groo te mand bij zich. „Waar moet die korf voor dienen 1" vroeg de gierigaard verbaasd. „Om mijn appels in weg to dragen." De oudo zeide niets meer, doch liet don knaap een groot aantal zakken met knollen vullen en naar huis dragen en toen Herbe lin eindelijk vertrekken zou, wees hij hem zijn mand aan. „Dat is do laatste portie knollen," zcido hij, „breng zc, op weg naar jo ouders, naar mijn woning. Wat je er nog aan appels bij kunt dragen, is je loon." Helaas I de korf was al zoo vol, dat er geen twaalf gouden reinetlen bij konden I Onze vriend wierp den bedrieger een som beren blik toe, maar bewaarde het stil zwijgen. Eerst toen hij hem vaarwel zcido, na de knollen in den kelder te hebben ge bracht, zeide hij: „Gij hebt mij voor den gek gehouden, mijnheer, maar het zal u berouwen, dat voorspel ik u." Herpin lachte hem uit en de jongen ging heen. Den volgenden morgen was de ekster, die den nacht buiten doorgebracht had, verdwenen. Het deurtje zijner kooi stond open. Zijn- meester mcendo dus niet anders of hij was ontsnapt en ij verzocht nog den zelfden avond Herbelin hem naar den ge- kortwiekten vogel te helpen zoeken. „Neen," antwoordde deze hoofdschud dend, „ik doe niets meer voor u, na die geschiedenis met de appels." „Ik zal j er vijftig geven, als je me mijn ekster terugbrengt, dat beloof ik je." „Aangenomen 1" zei do knaap. En na verloop van veertien dagen kwam hij mot den vogel aanloopcn en werden hem do vijftig appels voorgotold. Do cudo man was overgelukkig en reeds den volgenden morgen vroeg kwam hij naar zijn ekster kij ken. „Goeden dag, Margotl" zeide hij opge ruimd. „Goeden dag...oude vrokl" antwoordde do vogol. Herpin stond als aan den grond genageld. Wat zou er gebeuren, als ioraand anders het dior hoorde? Men zou hem uitlachen, zijn leven lang. Hij begreep al spoedig met een wraakno- ming van Herbelin te doen te hebben en bracht hern verwoed den ekster terug» „Houd j- monster!" riep l.ij driftig. Do knaap barstte in lachen uit. „Neen, mijnheer, ik zal hem eenvoudig zijn nieuw geleerde les weer afloeren, dat gaat heel gemakkelijk, als gij do uwe maar onthouden wilt." En dat geschiedde. Tegenwoordig zijn beiden uitstekende vrienden. Hot regent I En dat nog wol geen voorbij gaande bui, maar zoo rustig ion gestadig door, dat het heel den dag aldus belooft voort te duren. Grooter ramp kan men zich haast niet voorstellen iu den zomer, als mon zich vast en zeker voorgenomen beeft; van elk zijner vacantiedageu to genie- fann.C fifoor lange zwerftochten in den om* ijkt dan ook wanhopig eerst uit hü&speae» daarna uit het andere raam, maar IBet dient nergens toe, hij ziet maar al te goed in, dat hij dien dag goon wan deling zal kunnen ondernemen. Hij heeft wel oeoig schoolwerk af to maken en daar toe zou het nu juist een uitstekende gele genheid zijn, maar zijn vaeantictaak heeft niet veel te beduiden, aangezien hij naar buiten werd gezonden ter willo van lichaamszwakte cn zijn meesters hem daar om ook slechts heel weinig opgaven. Wat nu te beginnen op dozen natten, grauwen morgen? Van wanhoop strekte hij zich ten slotto languit op don vloer uit cn b ;;on de vliogen aan do zoldering te tollen. Zes, zeven, acht... Maarl hij hield plotseling met tellen op, getroffcu door iets, dat hem nog nooit te voren was opge vallen. Hoe gek, dat ik daar vroeger niet op heb gelet, grootvader! Al die vliegen aan het plafond wandelen rustig onderste boven voort! De toegesproken grijsaard keek glim lachend op. En dat schijnt je nog grooter kunst toe, niet waar, dan to protooeren op jo hoofd te staan, wat je verleden keer zoo slecht gelukte. Maar waarom doen zij het? Nu, dat weet ik zoo precies niet te zeggen, maar ik veronderstel dat zij ziel» daarboven veilig achten, buiten het bereik van vogcla en kleine jongens. Terwijl zij daar zoo op cn neer langs do zoldering loopen, kunnen zij goed uitkijken in allo richtingen, om to zien of er niet hier of daar ecnig gevaar dreigt. Maar nu wij toch op dat onderworp gekomen zijn, Pa-ui. mo"t jc mo eens vertollen of het je ooit gebeurde de oogen van een vlieg te bestudeeren7/'\ heeft er zooveel, dat bijna haar nrheM/ kop er door ovordokt is. Zooveel, grootvader? klonk het vol verbazing. Een vlieg kan er toch niet meer hebben dan twee I Twee, jongen? neen, zij bezit er bij dozijnen. Tallooze kleino oogjes, opeenge hoopt in twee verhevenheden, die elk aan weerszijden van het hoofd zijn geplaatst. Dit ia geen grap, Paul. Vliegen hebben een groot aantal oogen ontvangen, omdat zij zc ook broodnoodig hebben, zoowel om op hun hoede te zijn tegen allerlei gevaren, als tot het vinden van voedsel. Maar gij Gevraagd: een flinke, nette en van goede getuigen voorzien. Moet bekond zjjn mot all® liuisoiyke bezig heden en met de wasch. Hoog loon, klein gezin. Adres: Mej. J. J. B. KONING, Spokhofstede, Leiderdorp. 1431 10 I) Verschillende perceelen Bouwterrein te koop, gelegen aan d®n Haarlemmerweg. Conditiön naar keuze. 3946 12 Inlichtingen by de Directie Jonker- fransatraat 35, Rotterdam, telefoon Interc. 62, alsmede bj) den Agent A. L, VERHOOG, Bouwkundige to Leiden, telefoon interc. 636. L. VAN LIMBURG. Opgericht 1S94. üieuwsteeg 29, Leiden. Interc. Tolofoonn. 600. Verstrekt voorschotten tot ieder bedrag, (minste voorschot S3) onder borgstelling van twee perso nen, binneu twee dagen na gedane aanvraag. 1472 15 Kantoor geopend van 3£ uur. Enveloppen 1.90, lOOO Kviluntiën of Nota's f 2.50, ÏOOO Briefkaarten (lste qimlitclO f 2.60. alles bodrnki met naam, adres, enz. Handelsdrukkerij firma C. KOOTKEB, Nieuwe Rijn 16. By groote getallen voordeelige prijzen. 10480 10 Opgericht A°. 1825. Langebrug 4, LEIDEN. Solide Afbraak te koop, afkomstig van 4 groote Houtloodsen, onlangs door my gesloopt, als: Binten en Moorbinten in vorschillende maten on lengton, waarby van 10 tot 12 M. Voorts: Ribhout, Battems, Planken, enz., enz. S t o o d 8 voorhanden: Raam-, Deurkozynen, marmeren Tegels en Platen, Hardsteenen, alsmede o®n groote sorteoring Gootsteenen (naar ver kiezing opgehakt, zoo goed als nieuw) oude, nieuwe Steen, Pannen, enz., enz. Stophout voor H.H. Scheepsbouwers. Aanbevelend: 6380 44 5 AANXEHEK VAN SLOOP WEKKEN. Leeraar voor Piano. 3625 5 KATWIJK.AAN.ZEE. Op verlangen: op VRIJ1IAG 18 AUG. n. s., aanvang lialfacht, te houdon door het afgewisseld door Muziek. BUREAU: halfzevén. 1402 20 Entróe: f 0.25 de persoon. HARTESTEEG 2. Per Liter. Likeuren ƒ0.45 Jenever 0.70 Brandewyn 0.72 Nieuw Rood„ 0.70 Punch 0.80 Advocaat 0.80 Cognac 9 0.90 Boerenjong.,, 0.90 Oude Boll - 1. Per Flesch. Bessenwyn f 0.35 Meiwfln p 0.45 Grenadine 0.50 Roode WtJn 0.50 Madera 0.50 Roode Port 0.55 Witte 0.60 Malaga r 0.80 Vermouth 0.80 1062 11 Hiermede berichten wy aan onze geachte afnomors, dat heden onze nleuwo installatie, tot pastourlseeren van Room, In gebruik gestold Is, zoodat voortaan slechts Boter uit gepasteurlseerden, licht aangezuurdon Room borold zal worden, waardoor ook de Karnemelk uit dien Room vorkregen zonder gevaar voor het opnemen van ziekte* kiemen ongekookt genuttigd kan worden. J. JURLING BECK, 1433 34 Direct, afd. Leiden. ,,T—6743

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5