ik verzoek u daarom ze terug te zenden aan mijnheer den commissaris (van de Bastille), hjj kap ze hquRpp, kap ZG gebrui- kep." Een dame Sauvé, opgesloten in de Bastil le. verzocht, dat mep haaf een japon van witte zijdo zou maken, met groene bloepien. De "rouw vap den commissaris I)e Roclie- bruno loopt eenige dagen alle magazijnen vap P&rijs af, dap teleurgesteld: „Geen enkele naaister heeft deze stof; het dichtst or |oij komt ecp witte zij mpt grpeno strepen; als de dame Sauyé zich 4&prpiee> tevredep wü stollen, zal men haar de maat komen nemen." Er warep verscheidenep, die er een spaarpotje maakten op het geld, dat te bupner beschikking gesteld werd voor opdorhoud, enz, En het wordt begrijpelijk, dat bet vpor velep heelemaal pjet zoo'p pleizier was er weer uit tp komen; ja, er \yaren er, die b^P vrijheid weigerden, als hijv. Leguay, of die, zooals Ettar de Soy- boprg, allo moeite deden om verlenging vap gevangenschap te krijgen. „Telen", schrijft Renneville, „verlieten den burcht, zeer bedroefd over hun ver trek." Le Maistre de Sacq en Fontaine verzekeren, dat de jaren, op de Bastille doorgebracht, de beste van hun leven wa ren, „In den grond van mijn hart", schrijft Mme. De Staal, „was ik er ver van af mijn vrijheid terug te verlangen." „Ik vertoefde in do Bastille zes weken", merkt pastoor Morellet op, „die, ik moet er nog om laeliep, zeer aangenaam voor mij verliepen.'' En later herhaalt Dumo- ricuz, dat hij er zeer gelukkig was en er zioh niet verveeld had. Ifc !E313Z ÏB w» Hüfc was Plinius, die de mensohheid uit zijn. tijd reeds aldus fypcerde: „Reislustig en begeerig naar het neg niet geziene." Het is een motto, dat nbg zou kunnen diepen boven menige stationsdeur. "Want sedert Plipilis is do reislust gebleven en weinigen zijn er, die niet begeerig zijn nieuwe landen to gaan zien. Van Plinius tot de twintigste eeuw!... En van de duizenden, die tegenwoordig op reis gaan, hetzij als vacantieplan, hetzij voor ontspanning, of om gezondheidsrede nen, of om meer van do wereld te leeren kennen, zijn zich sleolits weinigen bewust terwijl zij zioli zoo gemakkelijk verplaatsen, op welk een hooge trede van kultuuront- wikkeling het reizen in deze dagen geklom men is, vergeleken bij toen! Zoo lnng behoeft men niet eens terug te gaan. Hog geen tweehonderd jaar geleden zou men den man, die zijn medemenschen aangekondigd had, dat hij, niet om drin gende redenen, maar voor zijn genoegen, een plezierreis ging maken door de Alpen, o? in Egypte, voor ontqerekepbaar hebben gehouden. En in zoover hadden dan die medemen schen gelijk, dat het rezen in djen tijd be zwaarlijk als een genoegen kon worden aan gemerkt Van de heden ten dage zoo algemeen ver breide reismode, die sedert liet midden van de negentiende eeuw zoo reusachtig ia toegenomen, vindt men in de wereldge schiedenis slechts een voorbeeld bij de Ro meinen uit het einde van den Keizertijd. En zoo had Plinius in een goeden kijk op de dingen vap zijn tijd èn een raken, vooruitzien'den blik, toen hij zijn reismotto schreef. Nu was het reizen in den Romeinsohen Keizertijd nog een genoegen, dat tot de weeldezaken behoorde. Vlug ging het niet, maar de post- en straatwegen verkeerden reeds in goeden staat. Men logde toen per postwagen gemiddeld vijf mijlen, dat is ongeveer zeven en een halven kilometer per uur af. Vap Antiochië naar Byzaptium had men zes dagen noodig. Er waren ook snel- reizigers toen; menschcn, die altijd iets vlugger wilden reizen, of harder wilden rij den dan een ander. Zoo legde Oesar den weg van Rome naar de Rhóne af binnen acht dagen, hetgeen een evenement was voor I dien tijd. Ep de koerier, die het bericht van de verpipording van Masinrius uit Aquiloja paar Rome bracht, kwam reeds dep vierden dag aan, wat aeker eep kranig ruiterstukje pioet geweest rijp, ook vopr onzen sporttijd. Maar wie op zijn gemak reisde in cjifi da gen, uitsluitend voor zijn genoegen, richtte hot zeer weelderig in. Begeleid door een talrijken stoet hedjepdep, voerde men allo gemakken met zich piee. Een geschiedschrij ver van dien Romeinschen tijd vertelt zelfs ven Milo, die PP teie rijn eigen huiskapel meenam, en van Cesar, die een aparten mo zaïekvloer meevoerde. Marcus Antonips reisde met een onaf zienbaar gevolg pn Nero had duizenden karossep in zijn stoet en de hoefijzers van zijn muildieren waren met zilver beslagen, zoodat hij altijd baar geld' bij de hand had. Poppea liet steeds een kudde van 500 ezel innen meetrekken, opdat zij op reis dage lijks haar melkbad zou gereed vinden. En wat pracht betreft, ontmoette mep toen nog reisgezelschappen, waarbij geen Cook's het kan halen; het waren processies met een overdaad van kleur; voorop reden bontge- kleede Mooren, dan volgde een lange reeks rijk-versierde lastdieren, die het gouden vaatwerk ep de zeldzaamste kostbaarheden droegen, en de reiswagen zelf was ingericht met een verfijnde weelde; men kon er lezen, schrijven, eten, slapenmen had er vernuftige toestellen voor luchtafkoeling; voor het opmeten van den afgelegden weg; men voerde allerlei spelen en voorwerpen tot vermaak en ontspanning met zioh mee. Reeds toen had men landen, waarheen in het bijzonder de trek was vap de toe risten; Griekenland, Klein-Azië en Egypte waren reeds het doel voor de reizigers, die bepaald hun zinnen gezet hadden op vérre landenals besohridener golden Boneden- Italië en Sicilië. Men koos dan bepaalde reisrouten, die beroemd waren om hun na tuurschoon, er waren reisagenten, gidsen. En al evenzeer als heden trok de nieuws gierigheid het meost naar die plekken, wel ke een historische beteekepis droegener waren nog geen Tell6-kapellen, Loreley's, Teufelsbrücken, Pinakotheken, enz., enz. maar men had er toch reeds de als museum ingerichte tempels, beroemde overblijfselen eener vroegere kuituurperiode, reismotie ven genoeg vpor de gidsen om er hun uit hot hoofd geleerde lessen bij op to dreunen De reislust, waarvan Plinius gewaagde, verminderde, do tijden van weelde waren na dep vpl vap Rome voorbij; pas met clt» Renaissance para weer de lust tot rei zen toe, Naast de kooplieden, die van Neurenberg naar Florence reisden om hun zijde te verknopen, trokken- ook weer do jongelieden van goeden en rijken huize uit, om in Frankrijk of Engeland do zeden en levenswijzen to leeren kennen. Tot in het hartje van den winter reisde en trok men rond, en wij lazen ergens van een reistoilet van een aartsliefhebber van zwerven en trekken, zekeren Bartholoraeus Sastrof, die zich in een tenue had gestoken, waarbij vergeleken de dikst-behaarde win- ter-autemobilist nog maar in zomertoilet gestoken zou schijnen, Hoe slecht de wegen ook waren, hoe on zeker het reizen ook was met de straatroo- vers en ander gespuis, hoe slecht het ook gesteld was met de horbeTgen, toch krie- welde het den menschen als ze weer wat lang hadden moeten stil zitten, en men moest op reis, van huis, genieten van de natuur, van vreemde landen, van het nog niet-geziene, van de bekoring van reisoa- lèohes en pleisterplaatsen. Ook dht is alles a) weer veranderdmaar de „reislust" is gebleven. Papieren beddelakens en sloopen. De heer W. F. A. Loonen schrijft het vol gende aan de „Preanger-Bode" Nu de papierindustrie ook hier de aan dacht begint te trekken en de door mij in Holland aangewende pogingen, om tot de oprichting van een papierfabriek in Indië te kojpep, veel kans van slagen hebben, Bal het volgende zeker ook wel (de aandacht van belangstellenden verdienen. Het bekende Japansche papier dan, dat wij genoegzaam uit onze kopieboeken ken nen, wordt vervaardigd van de vezels van een struik, waarvan dc officieele benaming is Wickstrpemia Canescens en die tot de familie vLr Thymrieae behoort. Hij komt in Midden- ep Zuid-Japan algemeen voor. Of hij ook hier in Ned-Indië voorkomt of aan geplant zpu kunnen worden in de hoogere bergstreken, is mij niet bekend en daarom verzocht ik inlichtingen dienaangaande bij den Hortu6 Botanicus te Buitenzorg. Het van de Wickstroemia vervaardigde papier is nu voor de Japai.-iers van ontzet tend veel waarde; hc heeft aan taaiheid en lenigheid, gepaard aan lichtheid, zijn gelijke niet en er worden dan ook tal van zaken van vervaardigd, waarvoor men an dere papiersoorten niet zou kunnen gebrui ken, Zelfs is men er in den laatsten tijd too overgegaan om er het omhulsel voor medi cijnen van t maken in de plaats van ouwels en zilverpapier en het wordt ook reeds als verbandstof in de hospitalen gebruikt. Toch heeft men m.i. nog een zeer belang rijke toepassing over het hoofd gezien, mis schien juist omdat zij zoo eenvoudig is. Ik heb mij de moeite gegeven om de aandacht van onze cpnsulaire agenten te Kobe, te Nagasaki en te Jokohama ook op bet feit te vestigen, met verzoek de papierfabrikan ten in Japan ook verder te wiljep inlichten, en dat des te eerder, daar de verwachtingen voor het aanplanten van dit nuttige gewas en het vervaardigen van daaruit verkregen papier bier op Java wol niet zoo héél spoe dig zullen worden verwezenlijkt. De kwestie is deze. Evenals men dit papier reeds gebruikt heeft voor het vervaardigen van zakdoeken en servetten, die reeds algemeen in ge bruik zijn, zou mep er ook beddelakens en spreien, kussen- ep rolkussensloopen van kunncp maken. Daar nu de zakdoeken en de servetten aap cle fabriek ip Japan slechte van 1/10 tot 1 copt per stuk kostcD, in ver band met de daarop aangebrachte versie ringen of kleuren, veronderstel ik, dat op dezelfde wijze vervaardigde lakens en sloo pen, zij het dan ook van iets steviger op witter qualiteit, wel niet meer zullep koe ten dan wat wij nu voor de reiniging van ons beddegoed aan den waschbaas moeten betalen. Menige huisvrouw zal waarschijnlijk haar mooi linnepgoed blijven verkiezen, maar uit een hygiënisch ep sanitair oog punt heeft zij beslist ongelijk en zal hot papieren de voorkeur verdienen, daar het slechts eenmaal gebruikt behoeft to worden en ongetwijfeld zal het het voor de hospi talen, hotels en op de mailbooten, enz. tot nu toe gebruikte onmiddellijk vervan gen. Bovendien bieden de papieren nog het voordeel aan van zoo weinig ruimte in be slag te nemen, dat ieder reiziger, die ver plicht is den nacht door te brengen op plaatsen, waar het logies aan comfort en properheid te wenschon overlaat, en er zijn heusch heel wat zoogenaamde eerste» rangs-hotels, waar reeds beslapen bedde goed eenvoudig oven opgestreken wordt voor den nieuwen logé zijn eigen beddegoed in zijn koffertje mee zal kunnep nemen. Als men de zaak zoo van allo zijdon be schouwt en ziet welke voordeelen z"j moot aanbieden, baart het bepaald verwondering, ja, is het onbegrijpelijk, dat men er al nie% lang toe is overgegaan. EEN WARMTE-RECEPT. Menschen, die klagen, dat het te warm is om te eten en dat zij al hun eetlust verloren hebben, behoeven zich daarom nog niet ongerust te maken. Onder den invloed van een hooge tempo, ratuur verliezen al onze organen iets vaii hun werkkracht. Wij ademen minder zuur stof in dan anders en onze lichamen, ver hit door den omringenden dampkring, wor den niet langer geprikkeld om zooveel warmte voort te brengen. Als wij ons zei-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 13