Prentbriefkaarten
A°. 1905.
feze fëourantwordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
De Leidsche Lustrumfeesten.
N*. 1390 O
Zaterdag 17 JuivL
IDSCH
PRIJS DEZER COURANTt
Toor Leiden pei week 9 Gents per 8 maanden f L10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn i 9 1.30.
Franco per poBt L05.
Van 18 regels /"1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advortentiën van 30 woorden 40 Gents oontant; elk
tiental woorden moer 10 Gents.-Voor het inoasseeren wordt/" 0.05 berekend.
PRIJS DER ADVEKTENTÏËNi
Dit nommer bestaat uit
VIJF Bladen.
Eerste Blad.
van Personen,
in den Maskerade-stoet
voorkomende.
Deze prentbriefkaarten 20 ver
schillende soorten z|Jn op don dag
van da Maskerade verkrijgbaar by de
navolgende Firma's en Personen,
tegen betaling van 5 Cents.
LOUIS H. BECHERER.
A. J. BINNENDIJK.
C. DE BINK.
S. J. BOMERT.
J. FLEUR Jr., Pelikaanstraat 11.
J. C. C. HENDRICHS.
W. J. KAT Jr.
B. S. VAN KLOETEN.
H. J. J. LA BRÉE Jr.
H. LAM BOOY.
"Wed. J. P. D. LANCEL.
B. L. LANCEL.
J. W. v. LEEUWEN, Hoogew. 89.
G. LOS.
Sigarenmagazyn „De Tuifbel".
P. H. MASSA.
W. MATVELD.
L. H. F. J. MENNINQ.
Firma A. RATELBAND en Co.
J, B. RIENKS.
C. W. SCHIPPER.
H. WALENKAMP.
J. W. DE WEKKER.
GEORGE VAN DER WERF.
WIERDA's Boekhandel.
H. G. J. WOLFF.
J. G. WIJNBEEK.
j. F. VAN WIJNGAARDEN.
H. Z1RKZEE.
A. M. VAN ZWICHT.
I.
(De voorbereiding.)
Er loopt zelfs in onzen 'democratischen
tijd, nu zooveol hoogten zij a geslecht en
kloven gedampt nog een sohcrpe schei
dingslijn tussohen do zone i endoch-
toren van Mmcrva cn Leidens burgerij.
Daar is een r. .tithese van student en
burger al sedert eeuwen gemaakt, doch
waarover men niet twist, waarmede men
vollen vrede heeft, omdat zij berust op
natuurlijke overwegingen'. Wiat heeft de
Academieburger noodig mot den bakker
die zijn brood bakt, en den slager, die zijn
hospita biefstuk levert voor zijn tafel,
welke connectie zou hij kunnen hebben mot-
den eerbaren kruidenier of manufacturier.
Hij heeft zijn dag en zijn nacht to ver
deden tussohen de collegekamer van den
professor, do sociëteit „Miner va",
zijn clubs, zijn studeerkamer en zoo hij,
kind van zijn tijd, aan sport doet het
tennis-, cricket- en voetbalveld ©n het wa
ter.
Dio heerlijke jonge jaren van afgesloten
FEUILLETON,
ïn de Gruwelkamer.
10)
„Li Sing nog vijf minuten wachten,"
fluisterde hij me in het oor en telde toen
met luider stem: „Eén... twee... drie... vier...
vier en een kwart... vier en een half... vier
en drie Kwart... vijf 1 Nu de proef 1" riep hij
opgewonden."
Een woeste vreugde over toog zijn geen,
verwrongen gezicht; zijn tong sloeg schier
dubbel van den hartstocht; hij trok haastig
aan het koord dat de moordende valbijl in
beweging bracht. Ik sloot mijn oogenen be
val mijn ziel in Gods gcnaTlc, wetend, dat
thans mijn laatste oogenblik gekomen was.
„Heer in den hémel, geef, dat Edith het
nimmer verneme 1" bad ik.
Men kan er zich geen denkbeeld van maken
welk een eeuwigheid een secondo duurt, wan-
peer men onder do bijl der guillotine ligt.
Langzaam, ijsclijk langzaam scheen het
Bcherpe mes mijn hals te naderen. Ik hoorde
het knarsen in zijn voegen, en haakte naar
het oogenblik, dat het eindelijk snel zou
neerdalen en aan mijn kwelling een einde
maken. Ik durfde mijn oogen niet meer op
slaan, mijn polsen hielden op te kloppen,
mijn hart sloeg tot in mijn keel. Do seconde
werd een halve minuut, neen, een halve
J eeuwigheid. Ik sloeg ten laatste toch do
©ogen op en keek verwonderd omhoog.
Li Sing staarde eveneens met vertoornde,
teleurgestelde blikken naar de nauwelijks
nog een halven meter boven mijn hals we
*én<fe bijl, die in de machinerie was blij
zijn van de burgermaatschappij met haar
twisten en haarklooverijen over politiek
en geloof en over nog zooveel andere din
gen snellen al zoo ras voo bij, waarom geen
burger van Leidon het den studenten
kwalijk neemt, dat zij leven in een mooie,
vrije wereld part en dat zij maling heb
ben aan burgerlijke groot- on klein-doenerij.
Doch een onkelen keer wordt dat anders
Er zijn van die hoogtijden in het leven
onzer academieburgers, dat zij het voelen
dat „hun" hoogeschool er toch maar is
gekomen door de trouw der burgerij van
Leiden en dan voelen ze, rond en nobel
als zij zijn, de verplichtingen, die ze ook
ten opzichte dier burgerij hebben en zij
reiken haar de hand, welke hana laat
het ons maar bekennen door ons gaarne
wordt aangegrepen. En beiden gevoelen
zich gelukkig, dat voor eenige dagen de
antithese is weggedoezeld.
Zooals om iedere vijf jaren staat zoo
iets thans ook weder te gebeuren.
In vreugde en dankbaarheid voor de
stichting van onzo doorlucht© hoogeschool
zullen wij broederlijk vorcenigd herdenken
haar 330sten verjaardag.
Het lest heugt het best en wij menschen
zijn wel eens geneigd het verleden te mis
kennen voor het heden, maar zelfs met de
ze wetenschap voor den geest durven wij
gerust zeggen: het lustrum, aan welks
vooravond wij staan, zal luisterrijker en
indrukwekkender worden gevierd dan ooit
te voren. Hoe dat zoo komt? Gewis en
zekerlijk, omdat het zoo uitnemend is
overdacht en voorbereid.
Daarover willen wij het nu eens hebben.
Des voorjaars, wanneer de lentezon
eenige dagen warm heeft geschenen en een
milde lucht heeft gewaaid over de velden,
zien wij aan boomen en struiken do fris-
sche knoppen zwellen en als met een too
verataf aangeraakt verschijnt daaraan
het bottend groen. Wonderlijk mysterie
voor den oppervlakkigcn beschouwer,
niets vreemd voor den man der weten
schap, die is doorgedrongen in do geheime
schatkamer der uatuur en weet hoe in den
winter, toen alles werkeloos scheen en
dood, in stilte werd gearbeid met noeste
vlijt, want voor hem is dat wonder ver
klaarbaar.
Zoo is het ook met dit feest.
Wie daar heeft gelezen het kleine roode
boekje, waarin is afgedrukt het program
ma van de Maskerade, te houden door lo
den van het Leidsch Studentenkorps op
Dinsdag 20 Juni, staat reeds verwonderd
daarover, dat men het zoo heeft kunnen
ontwerpen en straks, wanneer de schitte
rende stoet door onze straten trekt, zal
die verwondering zich paren aan bewon
dering.
Maar hij alleen, die weet, hoe in stilte
niet weken, maar maanden daaraan is ge
werkt, kan hot begrijpen en om dat to we
ten, moet men hebben gelezen de histo
rische toelichting van den kundigen, wak
keren en werkzamen ab-actis der Maske
rade-Commissie, den heer E. J. Hasling-
huis: het boek, dat do herinnering aan j
clo Maskerade van 1905 ook voor het nar
geslacht zal bewaren.
Laat ons van dio voorbereiding iets
zeggen, mocht het zijn, tot een aansporing
cm wat in dc komende dagen t-o genieten
wordt gegeven, met meerdere waardeering
to smaken.
ven steken en ondanks alle pogingen van
mijn beul niet verder was te krijgen.
Deze vertraging in mijn terechtstelling
bereidde mij helsche pijnen. Kon or een
wreedere marteling worden uitgedacht? Zou
ik ten slotte nog door een gelukkig
toeval gered worden, of was dit eeü
nieuwe wreedheid van den Chinees,
dio mijn doodsstrijd wildo verlengen en met
mij speelde als de t-ut met een muis?
Neen, een gelukkig toeval, of liever de
Voorzienigheid kwam mij te hulp. De machi
ne wilde niet werken en was plotseling in
het ongereede gekomen. Li Sing trok de bijl
weer in do hoogte, onderzocht zeer nauw
keurig de gewichten, de valgeul en het koord
en liet vervolgens de bijl eenige malen snel
op en neer gaan maar ze bleef telken?
weer op dezelfde hoogte steken. Eindelijk
scheen hij do fout ontdekt te hebben, want
hij grinnikte vergenoegd, sprong op het po
dium, streek liefkoozend met de vingers over
het scherpe mes alles was nu voor het
laatste bedrijf gereed. Ten laatste zou aan
het vreeselijk uitstel een einde komen, en
mee ook mijn doodsstrijd ophouden. Bin
ncn twee seconden zou mijn ziel voor altijd
een wereld verlaten, die zulke monsters ii»
mcnschengcdaante, als dit geelgezicht Li
Sing, op haar bodem duldt
Gij vraagt, wat er verder geschiedde?
Met bevende vingers regelde Li Sing de
gewichten en legde mijn hoofd weer op
het blok hij had mij met den voet aan
den kant geschoven, toen hij de machine
onderzocht ik kon mij immers nog ver
dedigen nooh mij verroeren, evenmin om
hulp roepen. Wat er toen volgde, weet ik
slechte van hooren zeggen.
In het begin van den vorigen zomer
begaven zich praeses en ab-actis reed?
naar Londen, vergezeld van den heer Mol-
kenboer, om materiaal te verzaanelen, in
het bijzonder voor do plechtigheid van
den derden dag der Maskeradeweek, de
Investituur van den hertog van Zeil met
den Kouseband.
In Kensington, Hampton Court, Natio
nal Portrait Gallery en de Bibliotheek van
het British Museum in Windsor Chapel en
Herold College werd een schat van gege
vens bijeen gebracht. Mon wist zooals
reeds eerder vermeld werd, de hand te leg
gen op een antieke staatsiekoets, afkom-
etig uit de stallen vain wijlen Koningin
Victoria, die later door een schilder te
'a-Gravenhage in stijl bijgewerkt werd.
H. M. de Koningin steldo welwillend
Haar Huisarchief open en daar heeft de
CommiBBie tal van belangrijko bijzondorhe
den gevonden.
En vooroal was het de heer Anton Mol-
kenboer, bij wien de Commissie niet tever
geefs aanklopte en die als ontwerper van
veol artistieks en stijlvols dat een cachet
zal drukken op deze Maskerade, reeds
nu met eere en dankbaarheid moet worden
genoemd.
Yan prof. ~.ok's groote kennis op histo
risch gebied wist de Commissie door dr.
Blok's bekende welwillendheid to profitee-
ren; zij doorsnuffelde de bekende prenten-
verzamelingen van de heeren S. van Gijn
te Dordrecht en J. van Stolk Azn. te Rot
terdam, verzocht en verkreeg nuttige wen
ken, in het bijzonder aangaande kostuums
en uniformen van do heeren F. de Bos,
J. Hoynk van Papendrecht, dr. O. Hof
stede de Groot, dr. W. Martin en dr. Vink-
huizen te 's-Gravenhage, Yan Kol, Ten Itaa
to Haarlem cn G. van Rijn te Rotterdam.
In Engeland verleenden verschillende
personen, in het bijzonder omtrent de
Kouseband-orde, hun steun en zoo is het
gekomen, dat deze Maskerade niet alleen
ia historische belangrijkheid, maar ook iü
haar opzot on uiterlijke schittering het van
vele harer voorgangsters zal winnen.
En laton wij nu gaan naar het Van-dcr-
Werf-park, centrum van de feestviering cn
de aanstaande lustrumweek. Thans is het
geheel voltooid.
Dat hieraan een lange tijd van voorbe
reiding is voorafgegaan, hebben wij kun-
non waarnemen, al was hot alleen maar,
doordat het sinds weken voor het publiek
gesloten is geweest, in dien tijd zijn tim
merlieden, metselaars, tuinlieden, architec
ten, kunstenaars, collegium- cn maskerade-
commissie met krachtigen ijver bezig go-
Y7ee8t, om het te herscheppen in een uniek
feestterrein.
Natuurlijk werd vooral van het reuzen-
gioote feestgebouw werk gemaakt.
De groote zaal, 20 bij 50 M., is in Engcl-
sche gothiek opgetrokken, dc constructie is
van steen en hout, steenen wanden en pila
ren, houten binten. Aan den naar het oos-
teü gekeerden kant bevindt zich een ver
hoogd gedeelte, waarop de plechtigheid van
j do Investituur zal plaats hebben. Hier zijp
de groote vensters, waarvan het middelste
zelfs 8 M. hoog is van beschilderd glas,
dragende de conterfcitsels van 68 Engelschc
koningen, alle uitgevoerd door Anton Mol-
kenboer. Een kamertje naast het verhoogde
gedeelte is ook geheel in antieken stijl ge
houden. Dubbele zuilen schragen een groo-
VII.
Het wordt trouwens tijd, dat ik u thans
van Edith verhaal, want haar aankomst
hangt met mijn wonderbare redding sar
men. Van het nu volgcndo was ik natuur
lijk geen ooggetuige, doch vernam het uit
•den mond van mijn onovertreffelijkcn
vriend Joe. Een kapitale kerel, die Joe,
dat zeg ik nog eensl
Tegen acht uren des avonds werd de
„Sacramento" van do F"ralonni-oilandcn
gesignaleerd. Joe Ashley, 'die tot na do
ontscheping van alle passagiers dienst had
aan de haven, zond onmiddellijk een bode
naar mijn hotel met het bericht, dat ik
tegen middernacht Edith kon verwachten.
Precies twaalf uren wierp het schip dan
ook in de Gouden Porrt rijn ankera uit.
Het behoorde tot de taak van Joe, con
trole in de haven te oefenen, zoodat hij
zich doaT juist bevond, toen Edith aan
land stapte. Als hij er niot geweest was,
weet ik niet, wat het aruie meisje zou
hebben aangevangen. Hij herkende haar
terstond, daar ik hem reeds in Coopers
Tike herhaaldelijk haar portret getoond
had, nam beleefd den hoed af cn sprak
haar aan: „Al- ik mij niet vergis, heb ik
het genoegen, de eerste to zijn, die me
juffrouw Devcrcl mag begroeten. De heer
Freke schijnt zhh verlaat te hebben."
Edith knikte. De tranen stonden haar in
de oogen. Zij had er met'vol vertrouwen
op gerekend, dat ik haar aan de haven
/ou afwachten.
„Vreemd, dat mijnheer Freke nog niet
hier is. Ik heb hem vier uren geleden van
de aankomst der „Sacramento" verwit
te gaanderij, die boven langs de muren
loopt. In de zaal heerecht oen stemmig
licht; overdag getemperd door de gekleur
de vensters en voor den avond zijn in tegen
stelling met vroegere feestgebouwen, waar
in steeds groote booglampen een hard licht
afstraalden, voor het oog bedekte kleine
electrischa lampjes aangebracht, die een
zacht en gelijkmatig licht geven.
Verder op hot feestterrein eenige tenten
er kiosken, een Qrieksch tempeltje, waar
het feestnummer van het „Algemeen Neder-
landsch Studentenweekblad" zal worden to
koop gesteld en verder eenigo eveneens met
smaak opgetrokken en afgewerkte cham
pagne-, sigaren- en bloemen tenten.
Bijzondere zorg is besteed aan gazons en
bloemperken, dezo geven nan het feestter
rein een werkelijk feestelijk aanzien.
Als wij nu van hetgeen het publiek nog
niot heeft gezien, afstappen om to komen
tot hetgeen eiken dag reeds wordt bezich
tigd, mooi gevonden en becritiseerd, do toe
bereidselen, tot de versiering cn cte verlich
ting, dan kunnen wij kort zijn. Wat zullen
wij beschrijven wat voor een elk te aan
schouwen is I
Alleen willen wij er dit van zeggen, dat
zij zeer gunstig zal afsteken bij wat daar
voor bij "vorige lustrumfeesten moest door
gaan. De lange rij van versierdo bogen aan
de Breestraat vormt een schoon perspec
tivisch geheel, dat nog veel schitterender
zal uitkomen, wanneer in den stillen avond
daaraan duizenden lichtjes flikkeren cn een
niet minder mooi aspect zullen de geslinger
de guirlandes over het Rapenburg opleveren
als zij zich zullen weerkaatsen in heb
water. Dat dit nu aldus geschied is, hebben
wij te danken en hierbij komen wij tot
de burgerij, die gaarne samenwerkt met
studenten om dit feest to doen slagen
aan de Leidsche Vereeniging tot Bevordering
van het Vreemdelingenverkeer. Toen daar
aan nog niemand uaoht, was liet bestuur
reeds in contact gekomen met do Maske
rade-commissie eh de vrucht daarvan is dao
ook do royale financieele medewerking der
burgerij en do flinke subsidie der gemeente,
dat wij nu een versiering krijgen in over
eenstemming mot de Maskerade en harei
waardig.
Maar ook daarvoor is stille en openlijke
voor arbeid noodig geweest, dien wij nu niet
zullen pogen te beschrijven, maar waarvoor
wij dank zeggen
Moeten wij verder nog wijzen op het zoo
zeer gewaardeerde huldeblijk, dat onze jon
ge dames het Collegium zullen aanbieden?
Wij weten het immers al en we weten ook
dat het zeer op prijs zal worden gesteld,
omdat het Collegium er trot-sch op is den
band steeds hernieuwd te zien tusschen de
Leidsche schoou/u en het Leidsche Studen
tenkorps, ieder luslrum weder. Moeten wij
wijzen op de fecstmarschen, door onze Leid
sche musici in deze ook voor hen drukke da
gen het korps aangeboden, er aan herinne
ren hoe het beste deel der burgerij zich op
maakt tot een waardig contrarfeest eo dat i
het korps officieren der dd. schutterij het
Leidsch Studentenkorps zal aanbieden een
concert, allemaal bewijzen voor onze voorop
gezette stelling, dat zij het dan ook een
tijdelijke er een schoon verbroederings
feest door de grootste helft dc burgerij
en de kleinste helft de studenten
gevierd zal worden.
Wij behoefden het eigenlijk niet te doen,
tigd," ging hij voort. „De goedo jongen
heeft uw aankomst, mejuffrouw, gisteren
rcods met ongeduld vorbcid en schier den
geheelon nacht hier aan do haven doorge
bracht. Ook vandaag is hij reeds eenige
malen aan het bureau geweest..."
„Hij is dus toch in San Francisco?"
vroeg zij gelukkig.
„Hoe kon u daaraan twijfelen? Hij moet
in dit gewoel dor menigte verdoold zijn
goraakt. Neem als 't u belieft een oogen
blik op dit ineengerold kabeltouw plaats,
dan zal ik ccn3 aan do haven naar hom
gaan omzien. Misschien is hij ten laatste
in do wachtkamer van vermoeidheid inge
slapen. Het zou waarlijk geen wonder
zijn, daar hij reeds twee slapeloozo nachten
achter zich heeft en wellicht van de lan
ge reis uitgeput is. Heb maar geen zorg,
juffrouw; we zijn dadelijk weer terug."
De goedo jongen voelde, dat bij op de
een of andere wijze mijn afwezigheid voor
Edith moest verontschuldigen. Ondanks
zijn ruw omhulsel bezat hij een warm, fijn
gevoelig hart en had innig medelijden met
Edith, die slechts met moeite haar tra
nen kon bedwingen. Niets dan de buitenge
wone omstandigheden, waarmede ik mij op
datzelfde oogenblik doch natuurlijk
buiten haar weten bevond, konden in
Ediths oogen mijn afwezigheid verontschul
digen Zij had het volle recht zich go-
krenkt cn beleedigd te voelen.
Geen wonder, dat- het arme schepsel ont
stemd cn ongelukkig was, toen zij den ge
liefde, om wien zij haar veilig tehuis op
gegeven on zoo'n moeilijke en gevaarvolle
reis ondernomen had, niet op zijn po3t
vond. Allerlei booze vermoedens beangstig
den haar, terwijl zij daar omstreeks mid-
want wij vertellen dan immers bckendo
dingen. Wij eindigen dan ook met op een
heel© mooie voorbereiding to wijzen tot
de feesten hot preludium van de Maske
rade zouden wij het willen noemen do
opvoering van Schimmels' „Kind van
Staat" vanavond in den Schouwburg te
geven.
Het zal vol worden hedenavond in onzen
Schouwburg en dank zij do ocht zomerscho
temperatuur heel warm ook.
En als wij dan eens denken aan de Parij-
zenaars, die daar zoo heerlijk in de Champs
Elysées onder de boomen voorstellingen, zij
't dan ook van heel anderen aard, bijwonen,
clan zullon wij vanavond wel eens jaloersch
op hen worden. Maar wij voelen ons geluk
kig in do oude Academiestad Loiden on
hebben er een warmen avond voor ovor.
En nu tot Maandag, lezers; na dezeu
eersten dag zullen wij al iets wezenlijks mo
gen beschrijven en vertellen. Wo wenschon
u nu allen toe heerlijke feestda
gen bij schoon zomerweder, hot
eenige waaromtrent wij nog iets hebben
to hopen. En dat hopen wij vooral op den
dag der Maskerade cn niet minder op den vol
genden, die door de komst van H. M., onzo
geliefde Koningin, zeker ditmaal wel het
glanspunt van dc fccstweek zal vormen.
Offioieele Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Leiden,
Gelet op art. 08 der Kieswet;
Brengen tor algemeene kennis, dat het
proces-vorbaal van de zitting van hot
hoofdstomburcau, bedoeld bjj art. 93 der
Kioswet, tot liet vaststellen van den uit
slag der stemming ter verkiezing van een
lid van de Twoedo Kamer der Staten-Geno-
raai in het kiesdistrict Leiden, op dc groo
te pers van hot Raadhuis is aangeplakt cn
voor een iedr ter Secretario ter inzage is
neder gelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, 8ecrotnris
Leiden, 17 Juni 1905.
Do Burgemeester der gemeente Leiden,
Gelet op art. 55, laatste lid, der Kies
wet;
Brengt ter kennis van dc kiesgerechtig
den, dat de herstemming ter benoeming
van een lid van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Genoraal in het Kiesdistrict Leiden,
zal plaats) hebben op Woensd ag 2 8
J u n i a. s. van des voormiddags 8 tot des
namiddags 5 uren.
De lijst der candidaten bevat in alphabe-
tischc volgorde de volgende namen:
TH. G. DEN HOUTEIt
W. VAN DER VLUGT.
Art. 28 van het Wetboek van Strafrecht
luidt:
„Hij, die opzettelijk zich voor cc;i ander
I „uitgevende, aan een krachtens wettolijk
„voorschrift uitgeschreven ^verkiezing
„deelneemt, wordt gestraft met gevange
nisstraf van ton hoogste één jaar.
En geschiedt hiervan openbare kennisge
ving door plaatsing in het „Leidsch Dag
blad."
Do Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 17 Juni 1905.
dornacht, eenzaam en verlaten, ar.n de har
ven van San-Francitxro op een scheepstouw
zat neergehuilt. Wat kon er gebeurd zijn
Waaro~i liet haar verloofde haar nan do
genade van een vreemden man in een
vreemde stad over? Wat kon heai weerhou
den hebben haar persoonlijk af te hateu-
Waar vertoefde hij zoo lang?
Ik kan het haar met don hesten wil niet
ten kwade duiden, dat zij boos was op den
schijnbaar trouweloozcn verloofode was, ter
wijl zij aan c'on kant van d n weg vruchteloos
op hem wachtte. Tien minuten lang zat zij
sidderend op dc l aar aangewezen plaate.
Dat was een fraaie verwelkoming voor een
hoopvolle, beminnende bruid I Eindelijk
kwam Joe verlegen en ter neer geslagen te
rug.
„Ik begrijp niets van do gehccle geschie
denis, mejuffrouw", stamelde hij. „Ik heb
mijnheer Freke noch in de wachtkamers
noch aan de haven kunnen vinden. Hot is
hoogst merkwaardig 1 Ik kan u slechts ver
zekeren, mejuffrouw, dat mijn vriend sinds
zijn aankomst van Coopers Pike minstens
tienmaal vol ongeduld aan miju bureau
naar dc aankomst van de „Sacramento"
ii komen informeeren, om toch maar op
tijd ter plaatse te ziju en u waardig to
kunnen ontvangen. Wat mag hem toch
overkomen zijn?"
„Mijn Hemel 1" jammerde Edith, de han
den wringend en zich over do borstwering
buigend, „hij zal toch niet in de duisternis
een misstap gedaan hebben cn in de zes
zijn gestort?"
(Slot volgt.)