gemengd en met water verzadigd, of, zoo- ala de vakterm luidt, „gezoekt." AIr het water er nu uitgeloopen is, en men. een vaste slib verkregen heeft, wordt de klei gemalen. De gemalen klei gaat nu op wagentj»* een grootsn kelder in, waar zij een halfjaar ongeveer wordt bewaard en een rottingsproces ondergaat. Dit proces draagt er zeer veel toe bij, de pijp sterker en glanzen der te maken. Nu. kunnen wij aan het pijpen-maken be ginnen. A?m verschillende tafels zitten doodkalm de werklui met hoopjes van die geprepareerde klei voor zich. Met een on geloofKjke behendigheid nemen zij er wat aij jmst zooveel als zij voor een gegeven soort pijp noodig hebben en rollen uit de hand den steel en den kop tegelijk. Dan nemen ze een ijzerdraad, ter lengte van den pijpesteel, en duwen dien door den kleisteel. Vooraan bevindt zich een klem, bol knopje, waarmede de geoefende werk man voelen kan of bij precies in het mid den blijft. Dit eigenaardig en primitief in strument Doemt men „weier." De bewer king in deze afdeeling noemt rn^n „kas ten." Met een klein instrumentje, dat wel iets heeft van een groot©, sterk gekromde schoenmakersels, schrapt men de oneffen beden om den steel w=eg en bergt de heele pijp in een vorm, dien men niet beter ver gelijken kan 'dan bij een gewoon koperen en ijzeren pijpen-étni. Met een stopper geeft men dan aan den kop de holte en drukt de klei vast tegen de wanden van den kop. Die vormen woerden ook aan de fabriek gemaakt. Eerst worden zij in klei geboet seerd, in gips afgegoten en daarna in ko per, om op de gewone wijze met de vijl te worden bijgewerkt. In die vormen vindt men de treffend gelijkende portretten ge graveerd van staatslieden en bekende per sonen, voorstellingen uit het 'dieren, en plantenrijk, in één woord alles, wat de natuur aanbiedt of de mensohelïjke fanta sie ontwerpen kan. Er is hier ruimte en plaats voor een ongaloafKjke verscheiden heid, en dat de firma Goedewaagen er van partij weet te trekken, bemerkt men reeds oij den eersten blik in bet kantoor, waar oneindige variaties pijpen langs "de wamden zijn opgehangen. Hoe worden evenwel de gekruMe pijpe- etelen gemaakt? Heel eenvoudig. D© losse, buigzame steel wordt tl* r den werkman kalm om een hout-cn klos gedraaid tot bet gewenschte aantal krullen of knoopen verkregen is. Is de pijp, <ïie met rechten steel wel te verstaan, zoo ver r'creed, dan gaat de vorm tusschen een schroef, die wordt aan geperst. Het zuiver stellen van die schroef is een ding van groote beteekenis, omdat bij do minste oneffenheid de pijp scheuren zou. Er worden pijnen van respectabele afme- tingen gemaakt.. Zoo liet men mij een vorm 'zien van niet minder dan een meter lang. Komt nu de vorm uit de schroef en de pijp uit den vorm, dan vindt men natuur- lijk. nog oneffen randen aan den kop. De i pijpen gaan 'dan naaT een andere afdeeling, waar een heele verzameling da-mes aan het werk is, oude en jonge, maar meestal jonge, allen met het sprekende Goudsche type, dat ons doet denken aan sprits en kaas. Die vrouwen nemen heel handig en kalm den oneffen rand weg en maken dien mooi rond. Dit werk noemt men 1 „trommen." Het werk geschiedt bijna zonder dat er een geluid gegetven wordt. Zelfs de vrou- wen en meisjes houden haar mond. Zijn de broze voorwerpen, die pijpen i zullen worden, zoo ver gereed, dan worden ze netjes in bakken gelegd om een paar 'dagen uit te drogen, dat wil zeggen, tot water en olie er uit getrokken zijn. Er wordt voor dat drogen niet gestookt, doch de warmte uit den oven, die tweemaal per week wordt gestookt-, leidt men naar de verschillende lokalen door middel van .'groot© en wijde ijzeren toevoerbuizen. Men verkrijgt zoodoende een constante, zicli ge lijk blijvende temperatuur. Weer andere meisjes en vrouwen krijgen de pijpen dan in handen. Met een agaatsteen polijsten zij de pijp of liever glanzen haar. Op dat oogenblik is de pijp op zijn broost. Nu worden zij opgestapeld tegen een in strument, dat trompet heet en werkelijk den vorm heeft van een wijde bazuin, rond om beeet met riggeltjes. Eerst gaan de heel lange pijpen er tegen en daarna de kleinere. Is de trompet vol, dan plaatst men haar in een vuurvasten pot en legt er de pijpen met korte stelen boven op. Eigenaardig is het, dat die niet aan elk ander gaan kleven. De heele zaak wordt-nu in den oven gezet, waar plaats is voor ruim 500 gros pijpen, ongeacht de aarden potten en pannen, die de firma ook fa. briceert. Die oven wordt gestook met turf, zooals de gewon© steenovens; men bereikt 'daar mede een j.-ote van 1000 graden O. Vier en twintig uren lang staat alles te bakken. Als de pijpen er uit genomen zijn, doopt men ze in zt-epsop, wam^-oor men het kle ven der pijpen voorkomt. Dc pijpen heb ben, na het bakken, een witte kleur. In weer andere afdeelingen zijn vrouwen bezig de pijpen te sorteeren. Dit is een werk, waaraan zeer veel vast is- Van het juist en goed sorteeren hangt voor een groot deel af, bij welke kwaliteit de pijpen zullen worden ingedeeld. D© zuiver recht© stelen zijn beter dan die wat krom getrokken zijn. Óp allerlei klei nigheden moet hier gelet worden en het is gereedeJijk te begrijpen, dat een goed sor teerder of een goede sorteerster voor de fabriek geld waard is. Vóór men de pijpen gaat verpakken, wrijft men ze goed af met wollen lappen, waardoor zo een matten glans verkrijgen. Deze is een bijzonder kenmerk van 'de zui vere, goede Gouwenaar De fijnste soorten worden daarna voorzien van etiketten en de veipaii.King kan beginnen. Er is nog een afdeeling, waar sommige soorten pijpen worden gevernist, welke vernis mede ingebrand wordt en het doet voorkomen, als was 'de pijp geglazuurd. Het verpakken geschiedt eveneens met een ongelooflijke handigheid. De pakster neemt steeds een geEjk aantal pijpjes m haar hand en legt die in de kist, welke met houtkrullen wordt bijgevuld- In iedere kist pakt men, naar oud gebruik, een paar „brurdegomspijpen." Een enkele soort pijpen fabriceert men, welke niet gebrand worden, doch alleen ge droogd. Daarvoor is een bijzonder soort afnemers noodig. Hebben <Ee pijpen een paar jaar gestaan, dan kan men er zonder gewetenswroeging uit rocken, anders zet ik het den besten rooker te doen. In groote, aan elkander grenzende maga zijnen worden dan de kisten opgestapeld. Boven iedere soort hangt aan een touwtje of ijzerdraadje de soor pijp, welke de kist bevat, zoodat men er, om zoo te zeggen, bijna in den donker de juiste soort zonder veel rroeite kan uitkiezen. Ieder jaar trekken zeer veel mannen uit gemeenten in Twente naar Holland, om daar eenige weken met grasmaaien aardig wat te verdienen. Het midden van Juni ongeveer is de tijd van de afreize of iets eer óf iets la ter, al naar den stand van het gras en de gesteldheid van het weer. Bij zijn vertrek neemt de maaier, behalve zijn zeis en het gereedschap om deze te scherpen, mee zijn werkpak, zijn klompen, een paar hemden en tien tot vijftien pond spek. Voor twee kwartjes gaat hij van Zwolle per boot over de Zuiderzee tot bij de Oran jesluizen, waar de Twentenaars op de boot naar Hoorn stappen, welke hen voor een kwartje den man naar Hoorn brengt. Van die stad bereiken zaj de plaatsen, waar- ieder zijn vasten boer heeft, bij wien hij soms twintig en meer jaren gemaaid heeft. De nieuwelingen, dat zijn zij, die nog noodt naar Holland gingen, en dus nog werk moeten zoeken, zorgen des Donderdags te Hoorn te zijn, waar bet dan marktdag is. Op die markt zijn ook de omwonende lands lieden present, die maaiers zoeken, en met een: „Baas, knn je ook een maaier gebrui ken?" bieden zich de Twentenaars aan. Niet altijd gehikt bet hun werk te krijgen. Dan loopen zij half Noord-Holland af, tot het bun eindelijk gelokt aan bet werk t» komen. Met bun tweeën gewoonlijk personen uit dezelfde gemeente of buurtschap werken de maaiers bij één boer. Het werk wordt per morgen, iets minder dan een hect are, aangenomen, waarvoor de werkgever gewoonlijk f 6 betaalt. Twee personen kun nen in één dag zoote oppervlakte afmaaien, zoodat ieder dan f2 verdient; scans is de verdienste meer, scans minder. Iemand vertelde in den vorigen zomer in 20 dagen 65 verdiend te hebben. Des morgens voor dag en dauw, soms reeds om half drie, beginnen zij met bun werk. Om 7 oren nemen zq in bet land hun j ontbijt, dat bestaat uit roggebrood met spek; koffie brengt de boer. Het spek bren gen ze, zoo wozeideai, mee, het brood wordt ginds bij een bakker gekocht. Dan wordt de zeds gescherpt en men maait tot één uur, als wanneer brood en spek weer worden aangesproken. Als de zeisen zijn gescherpt, begint men weer en maait tot 5 uren. Weer eten en scherpen. Nu werkt men tot 8 uren en gaat dan, na een werkdag van 18 uren, naar de boerderij, waar men in de zooge naamde „boet" bet wertrek, waar <te kaas gemaakt wordt 'door 'den boer wordt onthaald op „brij" karnemelk met garsfc en daarna op zoete wed met meel en stroop. Omstreeks halftien gaat de maaier slapen op en onder een paar bossen stroo op den „boehzokJer", om tegen twee uren weer op te staan. Geen ongelukkige huwelijken meer. Om verschillende redenen worden er huwe lijken gesloten. Met of zonder liefde, mei of zonder fortuin, naam, gezondheid... Maar eert echtverbintenis, in hoofdzaak tot stand gekomen door dozaeleuharmoirie, is hier nog een nieuwtje, in Chicago reads een gewone zaak. Daar bestaat sinds jaren een vcreeni- ging tot bestudeering van den schedel, om daaruit iemands goede en slechte hoedanig heden af te leiden. Van het resultaat wordt aanteekening gehouden in een groot regis ter. Heeren en dames zijn van de vereeni- ging lid, waarvan een professor in de ge neeskunde de directeur is. In zijn taak wordt hij bijgestaan door twee andere ge- neesheeren, specialiteiten in zielsziekten. Zoodra een jonge dame of een joogmensch het verlangen te kennen heeft gegeven om zijn eenzaam leven om te scheppen in een paradijsje d©ttx'', wardt het register opge slagen waar beider karakter genoteerd staat van af hun toetreding tot lid der vereeni- ging. Men tracht steeds een karakter te vinden, dat het aangebodene completeert. D© hoedanigheden, die maar zwak vertegen woordigd zijn bij den een, worden in sterke mate gezocht bij den ander, zoodat bun ver- eeniging een schoon geheel vormt. Doch vóór men tot een kennismaking overgaat, wordt er wel degelijk rekening gehouden met beider maatschappelijke positie. Het resultaat schijnt verrassend, de dank betuigingen ran dankbare harten, door de vereeni ging aldus aaneengesmeed, zijn tal rijk en overvloeiende van loftuitingen. Toevallig woonden w© eens een lezing bij, waarop het doel en de tactiek der vereeni- ging uitgelegd werden aan degenen, die tot een lidmaatschap geneigd mochten zijn. Een jonkman trad vooruit. De professor onder zocht het hoofd en maakte aanteekerringen. Zoo deden ook de twee andere doctoren, waarna de conclusie geregistreerd werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 11