N«. 13842
13oii<lei*tlag 6 April,
A0. 1905.
feze (jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Wuziek-uiigave io.9
Offloieele Kennisgeving.
Uit de „Staatscourant."
FEUILLETON.
Het Beheim van liet Apothekershuis.
LEIBSCH
M&BLAD
PRIJS DEZER COURANTj
Tooi toldeo poi week 0 Osntti per 8 maanden i
Buiten Leiden, poi iooper en waar agenten gevestigd rijn
Franco per poet
f 1.10.
1.30.
1.66.
PIUJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.174. Qrootere letters near
plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oents contautolk
tiental woorden meer 10 Oents. Voor hot inoasseeren wordt 0.05 berekoad.
s in ons bezit gekomen cn voor onze abon-
ió's beschik baai.
De inhoud bcutaat uit:
HcroldZampadDuvcrture
Mozart: Don Juan icL
RoniniTancredo id.
In het blad van boden vinden onze lezers
iet bewijs, warop dit nummer verkrijgbaar
is.
Van vorig© nummers zijn er nog enkele te
verkrijgen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adree van COLLEGIUM CIV.
AOAD. LUGD. BAT. SUPR., houdende
verzoek om vergunning tot oprichting van
een Electrhcho Installatie ten behoeve van
de verlichting van heb Feestgebouw en het
Feestterrein op het Van der Werfpark al
daar;
Gelet op dc artt. 0 en 7 der Hinderwet;
Goven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek, met de bijlagen op de
Secretarie dezer gemeento tor visie gelegd
is; alsmede dat op Donderdag 20 April
a.a. 's voormiddags tc elf ureD, op het
Raadhuis, gelegenheid zal woiden gegeven
om oezwaren tegen dat verzoek in te bren
gen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Scoretaria.
Leiden, 6 April 1905.
Leiden, 6 April.
- Bij Koninklijk besluit is benoemd tot
hoogleer aar in de faculteit dor rechtsge
leerdheid aan de Rijks-universiteit te Lei
den, om onderwijs te geven in het in Zuid-
Afrika gelden do mater ieelo en formeelo
privaatrecht in verband met de beginselen
van het Engclschc recht, en het in Zuid-
Afrika geldende materieel© on fonneele
strafrecht, in verband met dc beginselen
van het Engelscho recht, en in de Engel-
8che bewijsleer, de heer M. do Villiers, lo
•Kaapstad.
Naar aanleiding dezor benoeming schrijft
heden ,,Do N. Ct.":
,,Den 27sten Maart berichtten wij, dat
Re heer Melius de Villiers, gewezen hoofd-
rechter van don voormaligen Oranje-Vrij
staat, de uitnoodiging tot hom gericht om
het professoraat in het Zuid-Afrikaansche
recht aan do Leidscho universiteit te komen
bekleeden, bad aangenomen.
„Den lston April dcoldo do „Nieuwe
•Rott. Ct." mede, dat dit bericht voorbarig
Ewas.
Uit het Kon. besluit, waarbij do lieer De
Villiers tot hoogleeraar te Leiden wordt
benoemd, welk besluit nu in de Staats
courant" voorkomt, mag worden opgemaakt,
dat de heer Do Villiers bereid gevonden is
zijn benoeming te aanvaarden, vat welk
foit trouwens, toen *vjj ons bef'.jbs plaat
sten, hier te lande mededecliog was ont
vangen."
De heer Melius üo Villiers, broeder van
den bekenden hoofdrechter dor Kaapkolo
nie, Sir George de Villiers, stamt uit een
der oudste en aanzienlijkste Afrikaanache
geslachten. In de Kaapkolonie geboren,
volbracht hij zijn rechtstudies in Engeland:
hij is gehuwd met een Britsche naar wij
meenen Schotsche vrouw en is thans on
geveer 50 jaar oud.
In den Vrijstaat behoorde hij tot de Vrij
zinnige patriotten gelijk o. a. genoeg
zaam kan blijken uit het belangwekkend
artikel van zijn hand: Englands advance
north of Orange River", voorkomend in de
Maartaflevering 1897 van de „Nineteenth
Century."
Na de inneming van Bloemfontein ves
tigde hij zich to Kaapstad, alwaar hij thans
sedert geruimen tijd als advocaat prakti-
zeerend is; een ambt ondor de Engelscho
rogeering to aanvaarden heeft hij gewei
gerd.
Aangaando zijn werkzaamheid op weten
schappelijk terrein valt te zeggen, dat hij
het recht, behalve in do praktijk, ook we
tenschappelijk heeft beoefend en in dc stu
dio van het Oudhollandsche recht veel be
langstelling heeft getoond. To Bloemfon
tein heeft hij een verzameling van bronnen
van het Oudhollandsche recht aangelegd.
Do benoeming van eon Afrikaander tot
den leerstoel in het Z.-Afrikaansche recht
komt cenigermat© als con ongetwijfeld"
aangenamo verrassing. Tot dusver was er
toch steeds sprake van geweest een Neder
lander tot dat professoraat te verheffen cn
de ,,Ned. Z.-Afr. Vereeniging" heeft zelfs
destijds een Ncderlandsch jurist in staat
gesteld zich door studie in dat recht voor
dat ambt te bekwamen. Maar in don laat-
sten tijd is men in Afrika naar den geschik-
sten persoon gaan omzien. Toch dient er op
gowozen, dat het denkbeeld niet nieuw is.
Reeds in 1899 werd het door dr. Hendrik
Mullor bepleit, die in een artikel, getiteld
,,Afrikaanders aan Neder]andscho univer
siteiton", verschenen in de ,,N. Rott. Ct."
van 16 December van dat jaar, o. a schroef:
,,Kon de Nedcrlandschc regeering eens
eon Afrikaander vinden, bereid en geschikt
om een Nederlandsch hoogleeraarsambt te
vervullen, evenals talloozo Nederlanders
staatsambten bekleeden in de beide repu
blieken, dan zou zij aan den Nederland
schen stam een dienst bewijzen, die niet
licht to overschatten is."
Ongetwijfeld zal de benoeming van den
heor De Villiers, van een man, wiens naam
om zijn rechtschapenheid en zijn bekwaam
heden, zoowel als om do hooge positio des
tijds door hem bekleed en zijn familierela
ties, in Afrika zulk een voortreff el ijken
klank bezit, in dat land een uitstekenden
indruk maken en kan men cr op rekenen,
dat zijn colleges tal van Afrikaanache stu-
donten naar Leiden zullen trekken.
Door het aanvaarden van deze benoeming
geeft de heer Do Villiers een schitterend
blijk van toewijding aan do Afrikaander-
zaak en aan zijn gevoelens jegens Neder
land. Want hij brengt ontegenzeglijk oen
groot offer, waar hij zijn schoon land en
klimaat vaarwel zegt, en 't wel is waar zeer
eervolle, maar, in tegenstelling met dc
hoog gesalarieerde Z.-Afrikaansche ambten
karig gehonoreerde, Ncderlandsche hoog
leeraarsambt aanvaardt.
Hierdoor alreeds heeft de aanstaando
hooglceraar zich recht op onze erkentelijk
heid verworven.
Genoegen doet het ons ook in zeker op
zicht zegt ,,De N. Ort." dat het een
gewezen Vrijstator is, dio do uitnoodiging
om don leerstoel te komen innemen ont
ving en aannam. Wjj zien er toch wederom
een toeken in, hoe men in Nederland den
Vrijstaat, die zulk een prachtigo houding
vóór cn gedurende den oorlog aannam,
met toenemende waardeering beschouwt.
De heer Melius do Villiers was echter
niet de eenigo gewezen Vrijstater, die voor
het hoogleeraarsambt werd aangezocht.
Niemand minder dan president Steyn is
over het aannemen van zulk een benoeming
gepolst; eerst door een bekend vriend van
den Vrijstaat hier te lande, terwijl later
ook door de Leidsche faculteit op zijn be-
nooming is aangedrongen. Steyn weigerde
hetgeen te verwachten was om gezond
heidsredenen, maar bovenal, omdat hij
meende, dat zijn plaats behoorde te zijn te
midden van zijn zwaar beproefd volk.
Het valt echter toe te juichen, dat men
gomeend heeft ook op deze wijze hulde tc
moeten bewijzen aan dezen groeten pa
triot.
Nog een ander bekwaam Vrijstater is
voor het ambt genoamd, nl. oud-rechter
Herzog, cïio zich tijdens den oorlog als
vechtgeneraal zoozeer ondorscheiddo cn
thans to Bloemfontein als advocaat is go-
vostigd. Herzog is Noderlandsch meestor
in de rechten, maar hij is nog jong en mist
do breede ervaring van den heer De Vil
liers, terwijl hem ook het prestige van het
hooge ambt, vroeger door dezen bekleed,
ontbreekt.
Nederland en Zuid-Afrika beide, meenen
wij, mogen met deze benoeming worden ge-
lukgowenscht.
- Voor het toelatingsexamen tot het ge
nootschap Mathesis Scicntiarum Geni-
trix", alhier, hadden zich aangegeven 68
leerlingen; hiervan werden toegelaten: tot
do eerste klasse 26, tot do tweede klaaso 7
en tot de vierdo klasso li leerlingen.
Afgewezen werdén 2-1 leerlingen.
Aan het eindexamen voor wis- cn na
tuurkunde namen 28 leerlingen deel.
Hiervan slaagden: A. v. Nugtcren, H.
Engels, W. J. Vollewens, C. Bol, W. H.
Smith, A. W. van der Horst, L. B. ten
(Feld, C. van Putton, J. F. W. Turion, J.
P. P. de Blécourt, O. S. W. Trip, M. J.
van Goeverden, G. Meyorink, D. W. Spar-
naay, C. N. P. Burghardt, J. de Jonge,
J. Kloeke, A. Kruit, A. Langeveld, J. La-
terveer, R Groenendijk, G. J. L. Smeenk,
J. van der Linde, P. van Bergen Hene
gouwen, O. Vos, W. F. van Biemen.
Aan het eindexamen voor beschrijvende
meetkunde cn perspectief namen 5 leerlin
gen deel. Hiervan slaagden A. Groenen
dijk, M. J. van Goeverdon en C. J Eg-
gink.
Do firma Burgcrsdijk en Niermans
brengt van 12 tot 19 April de belangrijke
en uitgebreide bibliotheken onder den ha
mer, nagelaten door dr. B. W. Hoffmann,
rector gymnasii te Haarlem, ds. S. Kutsch
Lojengo, predikant bij do Doopsgezinde
Gemeente, alhier, W. H. Vrijburg van der
Heil, controleur bij het binnenlandsch be
stuur op Java, J. H. Krelage, tuinbouw
kundige to Haarlem, dr. H. W. do Mon-
chy, arts to Rotterdam. Tal van gezochte
werken on periodieken vindt men onder do
afdcelingenklassieke philologie, godge
leerdheid, waarbij een verzameling Mcnno-
nitica, wijsbegeerte, rechtsgeleerdheid en
staatswetenschappon, Indisch recht, ge
schiedenis en aardrijkskuiiuj, taal- cn let
terkunde, kunst- en geïllustreerde werken,
plant- <m dierkunde, chemie, geneeskunde,
enz.
De bezichtiging is opengesteld op 10 cn
11 April, terwijl do catalogus gratis ver
krijgbaar is.
Tevens brengen wij onder de aandacht,
dat begin Juni do uitgebreid© historische
bibliotheek van wijlen dr. P. L. Muller,
hoogleeraar in de algemeen© geschiedenis,
alhier, door bovengenoemde firma zal wor
den verkocht.
Do „Staatscourant" van heden bovat
do 6tatuton van do Leidsche fedciatio van
Hengelaarsvereenigingon to Leiden en do
sociëteit „Eensgezindheid" to Alfen aan den
Rijn.
In do gehouden raadsvorgadoring tc
Domburg werd tot gomcentc-geneesheer be
noemd do lieei B. Vaandrager, med. docts.
arts to Leiden.
Het aldaar veelbesproken artikel uit dc
instructie is gewijzigd en luidt nu:
,,Hij verbindt zich bij de uitoefening der
praktijk buiton de gemeento do belangen
der ingezetenen niet to vorwaarloozen."
Naar wij vernomen zal do Ecvrsto Ka-
mei nog in dc volgende week bijeenkomen
om onder meer nog do Hooger Onderwijs
wet ai to doen.
Ten einde don minister van binnenland-
schü zaken gelegenheid te geven aan dc dis
cussies deel to nemen, zou de Tweede Kar
mer dan voor een paar dagen zich mot
oectie-arboid cn enkele andcio zaken, waar
bij do minister niet is betrokken, bezig
houden.
Het voornemen moet bestaan om de ver
gaderingen van do Tweede Kamor op Vrij
dag 11 dezei to sohoraen lot liet begin van
Mei, en zulks onverschillig of do behan
deling der onderwijs-novello op genoemden
datum al dan niet zal zijn afgeloopon.
(„L. en V.")
Bij do gisteren aan het hoofdbestuur
der posterijen en telegrafie gehouden aanbe
steding vanlo. het bijspannen van draden
aan do interlooale telefoonlijn tusschen Zo-
venhuizen on Oudihoorn met bijkomondo
werkzaamheden (bestek No. 7)2o. het on
derhoud van het directiogebouw voor de
Rijkspostspaarbank te Amsterdam, van den
dag dor kennisgeving van de goedkeuring
der aanbesteding tot on met 31 December
1907 (raming 23,000) was do laagsto in
schrijving ontvangen: voor liet werk sub
lo., van: P. v. d. Borg, te Waddingsveen
voor 6879; voor het werk sub 2o., van:
L van Zon, te Purmerend, voor 20,774.
Do kapitein dor infanterie P. Hintze
is met 1 Juli a.a verplaatst van het 29ste
landweerdistrict, standplaats Goucla, naar
het 31ste landweerdistrict, standplaats'
's-Gravcnhage.
Door de Amstordamscho Studcntou-
tooneelvereeniging is gisteravond voor een
groot, belangstellend publiek opgevoord
Vondels „Leeuwendalers." D© op voeling
had veel succes; do modewerkenden, als-
medo de heer L. H. Chrispijn, dio de re
gie gevoerd had, werden met bloemen ge-
eerd.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
bcnoem<i tot hoofd ccncr o. 1. s. den heor
A. Vroom, onderwijzer aldaar; tot onderwij-
zorC3 mcj. M. Kruiff to Haarlem.
Dc gewone audiëntie van den minister
van buitenlaaidtcho zaken,ad interim, op 7
dezer cu lio van den minister van koloniën
mode op 7 dezer en die van den minister var
binnenlandsch© zaken op 8 dezer zullen nioi
plaats 1. bben.
Het stoomschip „Kconiun" vertrok
31 Maart van Batavia naar Rotterdamdc
„Pak Ling" vertrok 30 Maait van Batavia
naar Amsterdam; do „Siudoro", van Rot
terdam naar Batavia, vertrok 5 Api il van
Southampton; de „Rijndam" vertrok 5
April van Now-York naar Rotterdamdo
„Prinses Sophie", van Batavia naar Am
sterdam, vortrok 4 April van Sabnng; do
Ambon" airivcerde 4 April van Amster
dam te Batavia»
Katwijk. heer T. E. Meerburg al
hier word gisteren bij enkele candidaat-
stelling bcnoomd tot lid van 'don gemeen
teraad, ter vei vulling in do vacature door
het overlijden vn.i zijn vader.
Kntwijk-ftnn-Zoo. Naar men ons mode-
dcolt, zal /rijdag 7 Apm n.s., des middags
tc halfvior, in tegen woord ighcid van vor-
aohillende autoriteiten, waaronder do Ge
meenteraadsleden, do Co omissie van To<s
zicht, cnr., do off'cieolc opening van do
nieuwe bewaarschool alhier door Ucu burge
meester plaats vinden.
Lissc. Ds. W. H. Snethlago, predikant dor
Nod.-Horv. Gemeente te Llsso, zal den 6den
Juni a. s. den dag hordonken, waarop hj
Yóór 25 jaar het predikambt mocht aanvaarden.
Ds. Snethlagd was predikant te Qaaetmeer,
Surhuizum, Acblum, on aanvaardde zUn dionst-
work ln de Nod.-Ilerv. kerk to Lisso op 16
Juni 1895.
Zwaiumerdam. Oudergewoonte hooft hot
bcstuui van dc „Vrouwen vereeniging voor.
Weldadigheid, tc Zwanmerdam" aan haar
loden en begunstigers het jaarverslag van
haar werkzaamheden over 1904 toegezonden.
Hierin licht liet een woord van dank tot
de Dia^oniebesturcn r Herv. Gemeenten
van Alfen en Zwammcrdam cn der Itcmon-
strantscho Gemeente alhiei, tot dc Douics-
bestuurdorsssen derVrouwenvciconiging té
Alfen, zoomede tot het Nutsdcpartcmcnt
van Zwammcrdam cn Aarlandorvcen voor
dc milde subsidicn der Veiccniging go'
schonken. Verder wordt medegedeeld, dat
aan 82 hoofden van gezinnen on op zich
zelf staande personen icoding- en ligging-
stukken werden uit-geicikt en aan minver-
mogendo zieken of herstellenden melk cn'
eieren tot ccn totaal van 26-12 liter melk on
1276 eieren. Dc uitgaven waren 548.33} on
do inkomsten 550.20.
Het behoeft geen betoog, dat dezo hoogst
nuttigo instelling den steun cn do sym
pathie van icdeicn weldenkende Ion volle
waardig ia
Bij Kon. besluit is goedgekeurd, dat D.
Teer, burgemcoster der gemeente Oostzaan,
is benoemd tot sccrctalis 'dier gemeento.
Do navolgend© pensioenen verleend, al®
aan: A. Griffijn, landmeter van liet kadas
ter, f 1867; A. J. van der Stok, rijksklork
12)
„Is dat zeker?"
„Heel zeker. Ik heb daarover met den
onderchef gesproken; dat ia een speciale
vriend van Langehij kan zich heel goed her
inneren, dat hij dien nacht dienst heeft ge
daan, en had dus Lange moeten zien in- cn
uitstappen."
„U schijnt wol veel belang in die zaak le
stellen
Ortman zag bij dezo woorden zijn over
buurman conigszins spottend aan.
Wat echter de ontvanger had willen
antwoorden, bleef ongezegd; want juist
kwam May binncu en begroette den pro
visor op hartelijke wijze. De ontvanger,
dio May slechts zeer oppervlakkig kende,
ging naar zijn tafeltje terug en de twee
vrienden konden dus ongestoord samen
6preken.
„U ziet er bijzonder opgewonden uit",
zoide de jonge man tegen den provisor, cn
deze antwoordde:
„Hetzelfde wilde ik juist van u zeggen."
May knikte.
„Ik heb ook veel reden om opgewon__n
te zijn Ik heb nu mijn man en ben zeker
van mijn zaak."
Ortmann zette het glas bier, dat hij juist
naar den mond wilde brengen, neer.
„Spreekt u over Meisburg?" vroeg hij
Aarzelend.
„Ja, over Meisburg."
,»U bent vasthoudend," merkte Ortmann
op, het hoofd schuddend, en hij voegde
er toen op koelen toon aan too: „Boven-
dion schijnt u er zich niet om te bekom
meren of u iemand in de gevangenis
brengt."
„Meisburg is een schurk, daarbij nog een
laffo schurk; want hij zou heel kalm de
schuld op een ander werpen", zeide hij
rustig. „Met dergelijk soort mcnschen heb
ik geen medelijden. Dit zal ik, wanneer
en waar ik kan, onschadelijk maken."
Hij nam zijn glas en dronk het in één
teug leeg.
„Ik heb in twaalf uren niet gegeten of
gedronken cn zoo zult u wel kunnen begrij
pen, dat ik, vóór ik verder vertel, eerst
mijn avondmaaltijd ga gebruiken. Hé, kell-
ner, spoedig. Iets, dat klaar is 1" riep May
en begon alvast het brood, dat op tafel lag
op te eten.
Ortmann, dio hem niet wilde storen,
vergenoegde er zich -mede, hem lachend aan
ta kijken.
Overigens behoefde hij niet lang geduld
to hebben, want May had de spijzen, die
men hem bracht, spoedig verorberd en
was toen dadelijk bereid om inlichtingen
te geven.
„U weet niet, waar ik vandaan kom?"
begon hij.
„Natuurlijk weet ik dat niet", antwoord
de Ortmann. „Dus!" Waar van daan?"
„Van Briinn".
„Wat hadt u daar te doen?
„Ik wilde met Otto Lange spreken".
„Is die daar?"
„Dat wist ik al drie dagen geleden. Ik
heb namelijk reeds van het begin af naar
hem geïnformeerd.
„Zoo?" Men of liever juffrouw Martha
denkt, dat hij ergens in het buitenland is.
„Waarom gelooft zij dat?"
„Zij dacht dat zcxcr. Een brief, dien hij
haar
„Op den avond voor haar verjaardag op
tamelijk romantische wijzo deed toeko
men", viel May hem in do rede, waarop
do provisor antwoordde:
„Weet u dat ook reeds?"
„Natuurlijk, want ik heb Lange gespro
ken".
„Weet u dan ook al, dat hij in den
nacht van den 17den op den l8den October
hier geweest is?"
„Is mij ook al bekend, natuurlijk, want
don l8deu October is juffrouw Martha
jarig."
„Ja en toen heeft Lange haar een ridi
cule doen toekomen met een brief cr in,
dien Martha mij heden heeft laten lezen."
„Over den brief heeft hij niet gesproken.
Dat komt er ook niet op aan; ik hen maar
al to blij, dat ik mijnheer Lango er toe heb
kunnen krijgen, hier naar toe te komen. Dat
alleen reeds zal het gemompel over hem
doen verstommen."
„Komt hij hierheen?"
„Waarom dan niet?"
„Weet u, wat men hier sedert vandaag
hardop zegt?"
„Nu?"
„Dat hij, Otto Lange, misschien ja, zoo
goed als zeker, do moordenaar van Vclius
is."
„Ik wist dat cu daarom ging ik naar
Brunn. Meisburg zelf 1 eoft aan den com
missaris Horn medegedeeld, welk gerucht
hier in omloop was."
„Gaat Meisburg zelf dc zaak aanroeren?"
vroeg Ortmann verbaasd
May knikte.
„Ik begrijp dat zeer goed. Hij weet ver
moedelijk 'door juffrouw Velius, dat Lango
ergens in het buitc 'and cn niet gemakke
lijk te bereiken is en hij tracht op die ma
nier niet zelf in verdenking tc komen.
Des to onbevangener hij zich voordoet, des
te zekerder gelooft hij zich. Ik was May
bloosde eohter ongezien getuige van het
onderhoud, dat Meisburg met mijn chef
had. Hij gedroeg zich zeor verstandig. Als
geheel toevallig, verschafte hij zich voor
alles do zekerheid, dat nu onmogelijk van
wege de politie iets ondernomen kon wor
den en dat men om to besluiten af or zelf
moord, of wel een moord gepleegd was, da
delijk eon onderzoek had moeten instellen.
Overigens, 'dat Vclius door vergif stierf cn
door welk vergif hij stierf, is nu eenmaal
vastgesteld cn de politie zoowel als do dok
ter cn allo huisgenooten hadden dc vaste
overtuiging, dat hier zelfmoord gepleegd
was en deze overtuiging kon door geen fei
ten meeT gestoord wordon want or waren
eenvoudig geen feiten, die dit tegenspra
ken."
„Dat zcidc Horn tegen den dokter on
deze ging innig vergenoegd weg."
„Zonder verlof te vragen, ging ik naar
Brunn, want ik vond hot goed, om Otto
Lange hier te hebben, als dc zaak tot een
uitbarsting komt, cn dat zal morgen reeds
zijn."
„Morgen reeds? Bent u al soo ver?"
Ortmann zog bewonderend den jongon
man aan, die met zooveel energie arbeidde.
May knikte. Hij lachte ironisch.
„Iets belangrijks. Het belangrijkste eoh
ter ontbreekt mij nog, do eigenlijke oorzaak
tot den moord," zeido bij„maar daar ik
reeds zooveel gegevens bij elkaar heb cn ook
Meisburg tamelijk good doorzie, hij is eon
spolcr, ik heb bewijzen daarvoor zoo wil
ik hem ontmaskeren."
May haalle diep adem. Gedurende conigo
oogenblikkcn bleef het zeer fctil aan het ta
feltje; toen vroeg do provisor ernstig:
„Is u dan zoo geheel zeker van uw zaak?
Do papieren, die Velius heeft nagelaten,
spreken toch duidelijk van een zelfmoord."
„Maar Velius leefde toch nog, toon hij
ze schreef, cn niemand weet vooruit onder
welke omstandigheden hij sterven zal. Ook
Velius dwaalde, toen hij dacht door eigen
hand to zullen sterven. Een ander is hom
vóór geweest. En ik ben er thans zeker
van overtuigd, dat dio ander Meisburg is."
„Wat wil je?" vroeg dc heer May hot
volgende oogenblik aan een man als poli
tic-agent gekleed, die naar hem toekwam.
„Ik zoek u reeds den geheelon dag,"
zeide de man, nadat hij gegroet had, op
vertrouwclijken toon: „Waar bent u toch
geweest?"
„Moet ik jou dat vertollen?" Muller?
antwoordde do heer May, „maar in allen
ernst waarom zoek je mij dan?"
„De commissaris heeft het mij bevolen;
hij is woedend op u."
„Omdat ik zonder verlof te vragen opi
reis ben gegaan?"
„Ook daarom; maar bij 6chijnt ook nog
iets anders tegen u te hebben. U moot van
daag nog, al is het ook nog zoo laat, op,
het bureau komen."
(Wordt vervolgd.)