N«. 13842 13oii<lei*tlag 6 April, A0. 1905. feze (jCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Wuziek-uiigave io.9 Offloieele Kennisgeving. Uit de „Staatscourant." FEUILLETON. Het Beheim van liet Apothekershuis. LEIBSCH M&BLAD PRIJS DEZER COURANTj Tooi toldeo poi week 0 Osntti per 8 maanden i Buiten Leiden, poi iooper en waar agenten gevestigd rijn Franco per poet f 1.10. 1.30. 1.66. PIUJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.174. Qrootere letters near plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oents contautolk tiental woorden meer 10 Oents. Voor hot inoasseeren wordt 0.05 berekoad. s in ons bezit gekomen cn voor onze abon- ió's beschik baai. De inhoud bcutaat uit: HcroldZampadDuvcrture Mozart: Don Juan icL RoniniTancredo id. In het blad van boden vinden onze lezers iet bewijs, warop dit nummer verkrijgbaar is. Van vorig© nummers zijn er nog enkele te verkrijgen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adree van COLLEGIUM CIV. AOAD. LUGD. BAT. SUPR., houdende verzoek om vergunning tot oprichting van een Electrhcho Installatie ten behoeve van de verlichting van heb Feestgebouw en het Feestterrein op het Van der Werfpark al daar; Gelet op dc artt. 0 en 7 der Hinderwet; Goven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeento tor visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag 20 April a.a. 's voormiddags tc elf ureD, op het Raadhuis, gelegenheid zal woiden gegeven om oezwaren tegen dat verzoek in te bren gen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Scoretaria. Leiden, 6 April 1905. Leiden, 6 April. - Bij Koninklijk besluit is benoemd tot hoogleer aar in de faculteit dor rechtsge leerdheid aan de Rijks-universiteit te Lei den, om onderwijs te geven in het in Zuid- Afrika gelden do mater ieelo en formeelo privaatrecht in verband met de beginselen van het Engclschc recht, en het in Zuid- Afrika geldende materieel© on fonneele strafrecht, in verband met dc beginselen van het Engelscho recht, en in de Engel- 8che bewijsleer, de heer M. do Villiers, lo •Kaapstad. Naar aanleiding dezor benoeming schrijft heden ,,Do N. Ct.": ,,Den 27sten Maart berichtten wij, dat Re heer Melius de Villiers, gewezen hoofd- rechter van don voormaligen Oranje-Vrij staat, de uitnoodiging tot hom gericht om het professoraat in het Zuid-Afrikaansche recht aan do Leidscho universiteit te komen bekleeden, bad aangenomen. „Den lston April dcoldo do „Nieuwe •Rott. Ct." mede, dat dit bericht voorbarig Ewas. Uit het Kon. besluit, waarbij do lieer De Villiers tot hoogleeraar te Leiden wordt benoemd, welk besluit nu in de Staats courant" voorkomt, mag worden opgemaakt, dat de heer Do Villiers bereid gevonden is zijn benoeming te aanvaarden, vat welk foit trouwens, toen *vjj ons bef'.jbs plaat sten, hier te lande mededecliog was ont vangen." De heer Melius üo Villiers, broeder van den bekenden hoofdrechter dor Kaapkolo nie, Sir George de Villiers, stamt uit een der oudste en aanzienlijkste Afrikaanache geslachten. In de Kaapkolonie geboren, volbracht hij zijn rechtstudies in Engeland: hij is gehuwd met een Britsche naar wij meenen Schotsche vrouw en is thans on geveer 50 jaar oud. In den Vrijstaat behoorde hij tot de Vrij zinnige patriotten gelijk o. a. genoeg zaam kan blijken uit het belangwekkend artikel van zijn hand: Englands advance north of Orange River", voorkomend in de Maartaflevering 1897 van de „Nineteenth Century." Na de inneming van Bloemfontein ves tigde hij zich to Kaapstad, alwaar hij thans sedert geruimen tijd als advocaat prakti- zeerend is; een ambt ondor de Engelscho rogeering to aanvaarden heeft hij gewei gerd. Aangaando zijn werkzaamheid op weten schappelijk terrein valt te zeggen, dat hij het recht, behalve in do praktijk, ook we tenschappelijk heeft beoefend en in dc stu dio van het Oudhollandsche recht veel be langstelling heeft getoond. To Bloemfon tein heeft hij een verzameling van bronnen van het Oudhollandsche recht aangelegd. Do benoeming van eon Afrikaander tot den leerstoel in het Z.-Afrikaansche recht komt cenigermat© als con ongetwijfeld" aangenamo verrassing. Tot dusver was er toch steeds sprake van geweest een Neder lander tot dat professoraat te verheffen cn de ,,Ned. Z.-Afr. Vereeniging" heeft zelfs destijds een Ncderlandsch jurist in staat gesteld zich door studie in dat recht voor dat ambt te bekwamen. Maar in don laat- sten tijd is men in Afrika naar den geschik- sten persoon gaan omzien. Toch dient er op gowozen, dat het denkbeeld niet nieuw is. Reeds in 1899 werd het door dr. Hendrik Mullor bepleit, die in een artikel, getiteld ,,Afrikaanders aan Neder]andscho univer siteiton", verschenen in de ,,N. Rott. Ct." van 16 December van dat jaar, o. a schroef: ,,Kon de Nedcrlandschc regeering eens eon Afrikaander vinden, bereid en geschikt om een Nederlandsch hoogleeraarsambt te vervullen, evenals talloozo Nederlanders staatsambten bekleeden in de beide repu blieken, dan zou zij aan den Nederland schen stam een dienst bewijzen, die niet licht to overschatten is." Ongetwijfeld zal de benoeming van den heor De Villiers, van een man, wiens naam om zijn rechtschapenheid en zijn bekwaam heden, zoowel als om do hooge positio des tijds door hem bekleed en zijn familierela ties, in Afrika zulk een voortreff el ijken klank bezit, in dat land een uitstekenden indruk maken en kan men cr op rekenen, dat zijn colleges tal van Afrikaanache stu- donten naar Leiden zullen trekken. Door het aanvaarden van deze benoeming geeft de heer Do Villiers een schitterend blijk van toewijding aan do Afrikaander- zaak en aan zijn gevoelens jegens Neder land. Want hij brengt ontegenzeglijk oen groot offer, waar hij zijn schoon land en klimaat vaarwel zegt, en 't wel is waar zeer eervolle, maar, in tegenstelling met dc hoog gesalarieerde Z.-Afrikaansche ambten karig gehonoreerde, Ncderlandsche hoog leeraarsambt aanvaardt. Hierdoor alreeds heeft de aanstaando hooglceraar zich recht op onze erkentelijk heid verworven. Genoegen doet het ons ook in zeker op zicht zegt ,,De N. Ort." dat het een gewezen Vrijstator is, dio do uitnoodiging om don leerstoel te komen innemen ont ving en aannam. Wjj zien er toch wederom een toeken in, hoe men in Nederland den Vrijstaat, die zulk een prachtigo houding vóór cn gedurende den oorlog aannam, met toenemende waardeering beschouwt. De heer Melius do Villiers was echter niet de eenigo gewezen Vrijstater, die voor het hoogleeraarsambt werd aangezocht. Niemand minder dan president Steyn is over het aannemen van zulk een benoeming gepolst; eerst door een bekend vriend van den Vrijstaat hier te lande, terwijl later ook door de Leidsche faculteit op zijn be- nooming is aangedrongen. Steyn weigerde hetgeen te verwachten was om gezond heidsredenen, maar bovenal, omdat hij meende, dat zijn plaats behoorde te zijn te midden van zijn zwaar beproefd volk. Het valt echter toe te juichen, dat men gomeend heeft ook op deze wijze hulde tc moeten bewijzen aan dezen groeten pa triot. Nog een ander bekwaam Vrijstater is voor het ambt genoamd, nl. oud-rechter Herzog, cïio zich tijdens den oorlog als vechtgeneraal zoozeer ondorscheiddo cn thans to Bloemfontein als advocaat is go- vostigd. Herzog is Noderlandsch meestor in de rechten, maar hij is nog jong en mist do breede ervaring van den heer De Vil liers, terwijl hem ook het prestige van het hooge ambt, vroeger door dezen bekleed, ontbreekt. Nederland en Zuid-Afrika beide, meenen wij, mogen met deze benoeming worden ge- lukgowenscht. - Voor het toelatingsexamen tot het ge nootschap Mathesis Scicntiarum Geni- trix", alhier, hadden zich aangegeven 68 leerlingen; hiervan werden toegelaten: tot do eerste klasse 26, tot do tweede klaaso 7 en tot de vierdo klasso li leerlingen. Afgewezen werdén 2-1 leerlingen. Aan het eindexamen voor wis- cn na tuurkunde namen 28 leerlingen deel. Hiervan slaagden: A. v. Nugtcren, H. Engels, W. J. Vollewens, C. Bol, W. H. Smith, A. W. van der Horst, L. B. ten (Feld, C. van Putton, J. F. W. Turion, J. P. P. de Blécourt, O. S. W. Trip, M. J. van Goeverden, G. Meyorink, D. W. Spar- naay, C. N. P. Burghardt, J. de Jonge, J. Kloeke, A. Kruit, A. Langeveld, J. La- terveer, R Groenendijk, G. J. L. Smeenk, J. van der Linde, P. van Bergen Hene gouwen, O. Vos, W. F. van Biemen. Aan het eindexamen voor beschrijvende meetkunde cn perspectief namen 5 leerlin gen deel. Hiervan slaagden A. Groenen dijk, M. J. van Goeverdon en C. J Eg- gink. Do firma Burgcrsdijk en Niermans brengt van 12 tot 19 April de belangrijke en uitgebreide bibliotheken onder den ha mer, nagelaten door dr. B. W. Hoffmann, rector gymnasii te Haarlem, ds. S. Kutsch Lojengo, predikant bij do Doopsgezinde Gemeente, alhier, W. H. Vrijburg van der Heil, controleur bij het binnenlandsch be stuur op Java, J. H. Krelage, tuinbouw kundige to Haarlem, dr. H. W. do Mon- chy, arts to Rotterdam. Tal van gezochte werken on periodieken vindt men onder do afdcelingenklassieke philologie, godge leerdheid, waarbij een verzameling Mcnno- nitica, wijsbegeerte, rechtsgeleerdheid en staatswetenschappon, Indisch recht, ge schiedenis en aardrijkskuiiuj, taal- cn let terkunde, kunst- en geïllustreerde werken, plant- <m dierkunde, chemie, geneeskunde, enz. De bezichtiging is opengesteld op 10 cn 11 April, terwijl do catalogus gratis ver krijgbaar is. Tevens brengen wij onder de aandacht, dat begin Juni do uitgebreid© historische bibliotheek van wijlen dr. P. L. Muller, hoogleeraar in de algemeen© geschiedenis, alhier, door bovengenoemde firma zal wor den verkocht. Do „Staatscourant" van heden bovat do 6tatuton van do Leidsche fedciatio van Hengelaarsvereenigingon to Leiden en do sociëteit „Eensgezindheid" to Alfen aan den Rijn. In do gehouden raadsvorgadoring tc Domburg werd tot gomcentc-geneesheer be noemd do lieei B. Vaandrager, med. docts. arts to Leiden. Het aldaar veelbesproken artikel uit dc instructie is gewijzigd en luidt nu: ,,Hij verbindt zich bij de uitoefening der praktijk buiton de gemeento do belangen der ingezetenen niet to vorwaarloozen." Naar wij vernomen zal do Ecvrsto Ka- mei nog in dc volgende week bijeenkomen om onder meer nog do Hooger Onderwijs wet ai to doen. Ten einde don minister van binnenland- schü zaken gelegenheid te geven aan dc dis cussies deel to nemen, zou de Tweede Kar mer dan voor een paar dagen zich mot oectie-arboid cn enkele andcio zaken, waar bij do minister niet is betrokken, bezig houden. Het voornemen moet bestaan om de ver gaderingen van do Tweede Kamor op Vrij dag 11 dezei to sohoraen lot liet begin van Mei, en zulks onverschillig of do behan deling der onderwijs-novello op genoemden datum al dan niet zal zijn afgeloopon. („L. en V.") Bij do gisteren aan het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie gehouden aanbe steding vanlo. het bijspannen van draden aan do interlooale telefoonlijn tusschen Zo- venhuizen on Oudihoorn met bijkomondo werkzaamheden (bestek No. 7)2o. het on derhoud van het directiogebouw voor de Rijkspostspaarbank te Amsterdam, van den dag dor kennisgeving van de goedkeuring der aanbesteding tot on met 31 December 1907 (raming 23,000) was do laagsto in schrijving ontvangen: voor liet werk sub lo., van: P. v. d. Borg, te Waddingsveen voor 6879; voor het werk sub 2o., van: L van Zon, te Purmerend, voor 20,774. Do kapitein dor infanterie P. Hintze is met 1 Juli a.a verplaatst van het 29ste landweerdistrict, standplaats Goucla, naar het 31ste landweerdistrict, standplaats' 's-Gravcnhage. Door de Amstordamscho Studcntou- tooneelvereeniging is gisteravond voor een groot, belangstellend publiek opgevoord Vondels „Leeuwendalers." D© op voeling had veel succes; do modewerkenden, als- medo de heer L. H. Chrispijn, dio de re gie gevoerd had, werden met bloemen ge- eerd. De gemeenteraad van Amsterdam heeft bcnoem<i tot hoofd ccncr o. 1. s. den heor A. Vroom, onderwijzer aldaar; tot onderwij- zorC3 mcj. M. Kruiff to Haarlem. Dc gewone audiëntie van den minister van buitenlaaidtcho zaken,ad interim, op 7 dezer cu lio van den minister van koloniën mode op 7 dezer en die van den minister var binnenlandsch© zaken op 8 dezer zullen nioi plaats 1. bben. Het stoomschip „Kconiun" vertrok 31 Maart van Batavia naar Rotterdamdc „Pak Ling" vertrok 30 Maait van Batavia naar Amsterdam; do „Siudoro", van Rot terdam naar Batavia, vertrok 5 Api il van Southampton; de „Rijndam" vertrok 5 April van Now-York naar Rotterdamdo „Prinses Sophie", van Batavia naar Am sterdam, vortrok 4 April van Sabnng; do Ambon" airivcerde 4 April van Amster dam te Batavia» Katwijk. heer T. E. Meerburg al hier word gisteren bij enkele candidaat- stelling bcnoomd tot lid van 'don gemeen teraad, ter vei vulling in do vacature door het overlijden vn.i zijn vader. Kntwijk-ftnn-Zoo. Naar men ons mode- dcolt, zal /rijdag 7 Apm n.s., des middags tc halfvior, in tegen woord ighcid van vor- aohillende autoriteiten, waaronder do Ge meenteraadsleden, do Co omissie van To<s zicht, cnr., do off'cieolc opening van do nieuwe bewaarschool alhier door Ucu burge meester plaats vinden. Lissc. Ds. W. H. Snethlago, predikant dor Nod.-Horv. Gemeente te Llsso, zal den 6den Juni a. s. den dag hordonken, waarop hj Yóór 25 jaar het predikambt mocht aanvaarden. Ds. Snethlagd was predikant te Qaaetmeer, Surhuizum, Acblum, on aanvaardde zUn dionst- work ln de Nod.-Ilerv. kerk to Lisso op 16 Juni 1895. Zwaiumerdam. Oudergewoonte hooft hot bcstuui van dc „Vrouwen vereeniging voor. Weldadigheid, tc Zwanmerdam" aan haar loden en begunstigers het jaarverslag van haar werkzaamheden over 1904 toegezonden. Hierin licht liet een woord van dank tot de Dia^oniebesturcn r Herv. Gemeenten van Alfen en Zwammcrdam cn der Itcmon- strantscho Gemeente alhiei, tot dc Douics- bestuurdorsssen derVrouwenvciconiging té Alfen, zoomede tot het Nutsdcpartcmcnt van Zwammcrdam cn Aarlandorvcen voor dc milde subsidicn der Veiccniging go' schonken. Verder wordt medegedeeld, dat aan 82 hoofden van gezinnen on op zich zelf staande personen icoding- en ligging- stukken werden uit-geicikt en aan minver- mogendo zieken of herstellenden melk cn' eieren tot ccn totaal van 26-12 liter melk on 1276 eieren. Dc uitgaven waren 548.33} on do inkomsten 550.20. Het behoeft geen betoog, dat dezo hoogst nuttigo instelling den steun cn do sym pathie van icdeicn weldenkende Ion volle waardig ia Bij Kon. besluit is goedgekeurd, dat D. Teer, burgemcoster der gemeente Oostzaan, is benoemd tot sccrctalis 'dier gemeento. Do navolgend© pensioenen verleend, al® aan: A. Griffijn, landmeter van liet kadas ter, f 1867; A. J. van der Stok, rijksklork 12) „Is dat zeker?" „Heel zeker. Ik heb daarover met den onderchef gesproken; dat ia een speciale vriend van Langehij kan zich heel goed her inneren, dat hij dien nacht dienst heeft ge daan, en had dus Lange moeten zien in- cn uitstappen." „U schijnt wol veel belang in die zaak le stellen Ortman zag bij dezo woorden zijn over buurman conigszins spottend aan. Wat echter de ontvanger had willen antwoorden, bleef ongezegd; want juist kwam May binncu en begroette den pro visor op hartelijke wijze. De ontvanger, dio May slechts zeer oppervlakkig kende, ging naar zijn tafeltje terug en de twee vrienden konden dus ongestoord samen 6preken. „U ziet er bijzonder opgewonden uit", zoide de jonge man tegen den provisor, cn deze antwoordde: „Hetzelfde wilde ik juist van u zeggen." May knikte. „Ik heb ook veel reden om opgewon__n te zijn Ik heb nu mijn man en ben zeker van mijn zaak." Ortmann zette het glas bier, dat hij juist naar den mond wilde brengen, neer. „Spreekt u over Meisburg?" vroeg hij Aarzelend. „Ja, over Meisburg." ,»U bent vasthoudend," merkte Ortmann op, het hoofd schuddend, en hij voegde er toen op koelen toon aan too: „Boven- dion schijnt u er zich niet om te bekom meren of u iemand in de gevangenis brengt." „Meisburg is een schurk, daarbij nog een laffo schurk; want hij zou heel kalm de schuld op een ander werpen", zeide hij rustig. „Met dergelijk soort mcnschen heb ik geen medelijden. Dit zal ik, wanneer en waar ik kan, onschadelijk maken." Hij nam zijn glas en dronk het in één teug leeg. „Ik heb in twaalf uren niet gegeten of gedronken cn zoo zult u wel kunnen begrij pen, dat ik, vóór ik verder vertel, eerst mijn avondmaaltijd ga gebruiken. Hé, kell- ner, spoedig. Iets, dat klaar is 1" riep May en begon alvast het brood, dat op tafel lag op te eten. Ortmann, dio hem niet wilde storen, vergenoegde er zich -mede, hem lachend aan ta kijken. Overigens behoefde hij niet lang geduld to hebben, want May had de spijzen, die men hem bracht, spoedig verorberd en was toen dadelijk bereid om inlichtingen te geven. „U weet niet, waar ik vandaan kom?" begon hij. „Natuurlijk weet ik dat niet", antwoord de Ortmann. „Dus!" Waar van daan?" „Van Briinn". „Wat hadt u daar te doen? „Ik wilde met Otto Lange spreken". „Is die daar?" „Dat wist ik al drie dagen geleden. Ik heb namelijk reeds van het begin af naar hem geïnformeerd. „Zoo?" Men of liever juffrouw Martha denkt, dat hij ergens in het buitenland is. „Waarom gelooft zij dat?" „Zij dacht dat zcxcr. Een brief, dien hij haar „Op den avond voor haar verjaardag op tamelijk romantische wijzo deed toeko men", viel May hem in do rede, waarop do provisor antwoordde: „Weet u dat ook reeds?" „Natuurlijk, want ik heb Lange gespro ken". „Weet u dan ook al, dat hij in den nacht van den 17den op den l8den October hier geweest is?" „Is mij ook al bekend, natuurlijk, want don l8deu October is juffrouw Martha jarig." „Ja en toen heeft Lange haar een ridi cule doen toekomen met een brief cr in, dien Martha mij heden heeft laten lezen." „Over den brief heeft hij niet gesproken. Dat komt er ook niet op aan; ik hen maar al to blij, dat ik mijnheer Lango er toe heb kunnen krijgen, hier naar toe te komen. Dat alleen reeds zal het gemompel over hem doen verstommen." „Komt hij hierheen?" „Waarom dan niet?" „Weet u, wat men hier sedert vandaag hardop zegt?" „Nu?" „Dat hij, Otto Lange, misschien ja, zoo goed als zeker, do moordenaar van Vclius is." „Ik wist dat cu daarom ging ik naar Brunn. Meisburg zelf 1 eoft aan den com missaris Horn medegedeeld, welk gerucht hier in omloop was." „Gaat Meisburg zelf dc zaak aanroeren?" vroeg Ortmann verbaasd May knikte. „Ik begrijp dat zeer goed. Hij weet ver moedelijk 'door juffrouw Velius, dat Lango ergens in het buitc 'and cn niet gemakke lijk te bereiken is en hij tracht op die ma nier niet zelf in verdenking tc komen. Des to onbevangener hij zich voordoet, des te zekerder gelooft hij zich. Ik was May bloosde eohter ongezien getuige van het onderhoud, dat Meisburg met mijn chef had. Hij gedroeg zich zeor verstandig. Als geheel toevallig, verschafte hij zich voor alles do zekerheid, dat nu onmogelijk van wege de politie iets ondernomen kon wor den en dat men om to besluiten af or zelf moord, of wel een moord gepleegd was, da delijk eon onderzoek had moeten instellen. Overigens, 'dat Vclius door vergif stierf cn door welk vergif hij stierf, is nu eenmaal vastgesteld cn de politie zoowel als do dok ter cn allo huisgenooten hadden dc vaste overtuiging, dat hier zelfmoord gepleegd was en deze overtuiging kon door geen fei ten meeT gestoord wordon want or waren eenvoudig geen feiten, die dit tegenspra ken." „Dat zcidc Horn tegen den dokter on deze ging innig vergenoegd weg." „Zonder verlof te vragen, ging ik naar Brunn, want ik vond hot goed, om Otto Lange hier te hebben, als dc zaak tot een uitbarsting komt, cn dat zal morgen reeds zijn." „Morgen reeds? Bent u al soo ver?" Ortmann zog bewonderend den jongon man aan, die met zooveel energie arbeidde. May knikte. Hij lachte ironisch. „Iets belangrijks. Het belangrijkste eoh ter ontbreekt mij nog, do eigenlijke oorzaak tot den moord," zeido bij„maar daar ik reeds zooveel gegevens bij elkaar heb cn ook Meisburg tamelijk good doorzie, hij is eon spolcr, ik heb bewijzen daarvoor zoo wil ik hem ontmaskeren." May haalle diep adem. Gedurende conigo oogenblikkcn bleef het zeer fctil aan het ta feltje; toen vroeg do provisor ernstig: „Is u dan zoo geheel zeker van uw zaak? Do papieren, die Velius heeft nagelaten, spreken toch duidelijk van een zelfmoord." „Maar Velius leefde toch nog, toon hij ze schreef, cn niemand weet vooruit onder welke omstandigheden hij sterven zal. Ook Velius dwaalde, toen hij dacht door eigen hand to zullen sterven. Een ander is hom vóór geweest. En ik ben er thans zeker van overtuigd, dat dio ander Meisburg is." „Wat wil je?" vroeg dc heer May hot volgende oogenblik aan een man als poli tic-agent gekleed, die naar hem toekwam. „Ik zoek u reeds den geheelon dag," zeide de man, nadat hij gegroet had, op vertrouwclijken toon: „Waar bent u toch geweest?" „Moet ik jou dat vertollen?" Muller? antwoordde do heer May, „maar in allen ernst waarom zoek je mij dan?" „De commissaris heeft het mij bevolen; hij is woedend op u." „Omdat ik zonder verlof te vragen opi reis ben gegaan?" „Ook daarom; maar bij 6chijnt ook nog iets anders tegen u te hebben. U moot van daag nog, al is het ook nog zoo laat, op, het bureau komen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 1