BUITENLEVEN. RECEPT. Wekelijksche Kalender. Stofgoud. Raadgeving. ALLERLEI arbeiders heeft op het aantal ongelukken, valt bij deze gegevens sterk in het oog en het valt trouwens niet moeilijk, dit te verklaren, als men aanneemt, dat de oplettendheid van den weikman vermindert en langzamer hand verstompt, naarmate hij vermoeider wordt. De conclusie, welke de beide genoemde heeren hieruit trekken, is, dat het niet moeilijk zou vallen, het aantal ongelukken vrij wat te beperken. Men zou reeds een goed iesultaat zien, als op de helft van dea morgen en den namiddag een rustpoos ge houden werd, minder lang dan de middag rust, maar welke nauwkeurig vastgesteld zou moeten worden. Wie zou niet gaarne buiten wonen, Daai buiten, tus9cheD bosoh en hei, Bij heuvelen en bij hooge hoornen, Bij korenveld en groene wei? Wie zou niet daad'lijk willen ruilen, Als hij 't maar voor het zeggen had, En 't fiissche buitenleven kiezen In plaats van de benauwde stad? In stad, daar loop je op harde keien Langs hemelhooge huizen heen, Ze staan in lange, rechte iijen; 't Is alles steen en nog eens steen. Ja, af en toe zie je ook wel boomen En ook wel bloemen en wat groen. En gras is hier en daar gekomen Op plein cn park en in plantsoen., Maar neen, de mooie frissche kleuren Van buiten zijn in stad1 ei' niet. 't Is, of de bloemen minder geuren, Als hadden zij een stil verdriet. Want bloemen net zoo goed als men- schen En dieren hébben ook gevoel; Veel zouden zij wel anders wenschen In 't etofiig-diukke stadsgewoel! Gelukkig, dat 't in de stad ook regent'! Dat is een troost voor bloem en blad I Dan spoelt het stof weer van de bladen, Dan zijn zij weei' eens fri'seb van 't nat. Maar voor de menschen in 'de stedeo Zijn regenbuien 'n ware plaag, De modder epatfcert om je henen, Uit goten stroomt het naar omlaag.: Je parapluïe vliegt om de hoeken Der stiaten dikwijls in de lucht. Je weet niet waar je het moet zoeken, En pmttelt na en dan gedneht. Maar buiten stoor je je aan geen regen. Een parapluie? Neen, dank je, hoor! Mijn legenjas kan er wel tegen, 'k Heb er een extra mutsje voor. Je vrije uren ben je buiten, Door weer en wind trek je er1 op uit. Zóó is de winter omgevlogen En zie je weer naar 't voorjaar uit. Want na Nieuwjaar' zie je aan 'de boomen Nieuw leven al. Heel zachtjes aan Zie je 't uit dorre takjes komen, AI weet je wel, ;t zal langzaam gaan. 0, heerlijk is het buitenleven De stad, die keer ik graag den rug. Och, dat wij altijd buiten bleven 1 i *k Verlang niet naar de stad terug. Huzarensla. Koud kalfs- of ossenvleesch wordt zeer fijn gesneden en met fijn gewreven koude aardappelen, hard gekookte eieren, wat gehakte sjalotten en augurken gemengd. Alles goed dooreen roeren en aanmaken met <M ucijn, pepet, tout en mosterd. Zondag. De zucht naar waarheid voert niet zel den tot wantrouwen en het wantrouwen kweekt liefdeloosheid. Maandag. Om zich ongelukkig te gevoelen heeft een ieder reden; gelukkig hij, die geen tijd daartoe heeft. Dinsdag. Voor een man, die zich door zijn vrouw beheerschen laat, is het beslist goed dat hij beheerscht wordt. Woensdag. Onverstandige vrouwen achten zicH ge woonlijk niet begrepen vrouwen. Donderdag. Een egoïst kan zich geen denkbeeld vor men van een liefdewerk zonder dat zijn eigen ik de hoofdrol speelt. Trtydag. Wanneer men achter de coulissen de scherpste woorden heeft te verduren ge had, dan valt het zoo zwaar om de teerbe minde voor het voetlicht te spelen, daD snakt men naar het oogenblik, waarop het klatergoud kan worden afgelegd en met het blanketsel ook de valsche glimlach verdwijnen mag. Zaterdag. Wie niemand beleedigt en toch vijanden heeft, moet geen alledaagsch mensch zijn. Hoe snel groeien onze nagels? 'Uit de onderzoekingen van een Fransch physioloog, den heer A. M. Berch, blijkt, dat de groei der nagels afhankelijk is van den ouderdom en meer afwijkingen vertoont dan men vroeger dacht. Tot op heden nam men aan, dab de dagelijksche groei der nagels 9 k 10 honderdste millimeter bedroeg; iD werkelijkheid echter ligt dit getal tusschen 4 en 14 honderdste millimeter. De invloed van den ouderdom is zeer duidelijk te be merken. Beneden 3 jaren groeit de nagel zeer lang zaam de vermeerdering bedraagt nog lang geen tiende millimeter per dag. Eerst op 3- jarigen leeftijd wordt dit getal bereikt. Het 6nelst groeien de nagels bij personen tus schen 5 en 30 jaren. Gedurende die periode bedraagt de vermeerdering 12 k 14 honderd ste millimeter per dag, dut- meer dan een tiende millimeter. Tusschen 30 en 60 jaren is de groei wee«r even groot als op 3-jarigen leeftijd, dus een tiende millimeter. Na 60 ja ren treedt een duidelijk merkbare vertaging in, zoodat op 70- of 80-jarigen leeftijd de vermeerdering slechts 6, 5 of 4 honderdste millimeter per dag bedraagt. Naarmate de levenskracht afneemt, vermindert dus ook de groeikracht dex nagels. Ieder manneke heeft zijn wulvetandeke en ieder vrouwke heeft zijn katteklauwke, Guido Gezelle. De beweerde voorkeur voor anderen arbeid dan ons wordt opgedragen is niet zelden afkeer van allen arbeid. Multatuli. Wacht u er voor, te lang en te dikwijls ziek te zijn, want medelijden duurt niet lang. Niet zee h e. Alle kinderen zijn diamanten; doch niet «.1L» ouders zijn diamantslijpers. Knop pers. Om wagensmeer uit een kleedingstuk te verwijderen, wanneer er niet te lang mee gewacht is, kan men het volgende middel aanwenden; Doop een wollen lapje in benzine of naphtha en wrijf daarmede over de vlek. Daarna bedekt men de vlek met ee i papje van koolzure magnesia, vermengd met wa ter. Laat dit goed drogen, waarna de mag nesia zeer gemakkelijk met een schuier af geborsteld kan worden. Wat de muls kostte. Frederik Wilhelm III van Pruisen waa gewoon eiken moigen mot de Koningin te ontbijten. Op zekeren morgen zag hij op haar werktafeltje een nieuwe mute liggen, 'die hem bijzonder fraai toescheen. ,,Wat kost die muts, Mevrouw?" vroeg de Koning glimlachend. ,,'t Is niet goed, dat de mannen alles weten," antwoordde de Koningin sahert- send. „Zij vinden het doorgaans te duur, omdat zij van die 'dingen geen veratand hebben." „Nu ja, maar zeg eens, wat kost due muts?" „Vier Thaler (dat is in onze munt f 7.20), als gij het dan weten wilt," sprak de Koningin. „Ontzettend, wat een geld voor zoo'n ding," schertste de Koning. Tegelijkertijd ziet hij een oudgediende voorbijgaan, dien hij binnenroept. „Biandes," zegt de Koning, „de dame, die daar op de sofa zit, heeft veel geld. Wat denk je wel, oude kameraad, dat zij voor die muts betaald heeft? Maar laat je niet foppen door dat mooie roode lint." „Och, Sire, i^. heb van zulke dingen geen verstand", geeft do soldaat schouderopha lend ten antwoord, „maai' ik geloof wel, dat hij een Mark (60 cents) zal kosten." „Een Markl" riep de Koning lachend uit, „neen, vriend, dat ding kost 4 Thaler. Zoo ziet gij, dat deze dame niet zoo heel bang is om geld uit te geven. Laat u daar om 'door haar deze som maai' eens cadeau geven." De Koningin opent glimlachend h^-g-r beurs en geeft den soldaat 4 blanke Tha- lers. „Maar", voegt zij er schalks bij, „ziet gij wel dien grooten heer, die daar' voor het raam staat-? Hij heeft veel meer geld dan ik. AJ wat ik heb, heb ik van hem en hij geeft gaarne. Laat u van hem het dub- bele geven." De Koning geeft nu den oudgediende acht Thalers, die den veteraan bijzonder goed te pas komen. De Koning vergat dit vooiVal nooit. Als hij later na den dood der Koningin, dezen bejaarden krijgsman te Potsdam in het oog kreeg ,was hij altijd gewoon hem iets te geven, terwijl hij op weemoedigen toon vroeg: „Brandes, weet gij het nog?" Eifersueht ist eine Leidenschaft, die mit Eifer sucht, was Leiden schafft. Beeldspraak. Het Parijsche „Journal", anders goed geschreven, ver oorloofde zich over de Russische revolutie de volgende beeldspraak. „Een regeering, die bajonetten zaait, moet een oogst van bommen en dolken ver wachten". En een jong vrijzinnig lid in den Duit schen Rijksdag sprak: „We zullen met het ontleedmes der cri- tiek deze misstanden belichten." „Waar wachten wij op met eten?" vroeg hij. „Je bent niet met een keukenmeid ge trouwd", was haar antwoord. Er verliep eenige tijd. De avond viel en de jongens uit de buurt begonnen zich onledig te houden met belletjestrekken, enz. „Waarom sta je niet op om die rakkers weg te jagen?" vroeg zij. „Je bent niet met een politieagent gm, trouw d," sei hij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 12