De knoop in den zakdoek.
Hebt gij bet wel eens bij de band gehad,
dat gij een knoop in den zakdoek hadt
gelegd en n naderhand met geen mogelijk
heid meer te binnen kondet brengen, wat
daartoe aanleiding gegeven had? Gij krabt
u aohter het oor, stompt u voor het voor
hoofd, gist en zoekt, gaat het rijtje van
uw bekenden na, roept de onbelangrijkste
gebeuitenissen van de laatste dagen in
uw geheugen terugtevergeefs I Waaraan
'die fatale knoop zijn ontstaan te danken
heeft, blijft mysterie. Zijt ge erg con-
.scientieus, dan bezorgt ge u op zoo'n ma-
1 nier een razende hoofdpijn en een slape-
loozen nacht en zijt ge zoo nauwgezet als
•Doms Klokkeman, dan wordt ge er zelfs
2iek van.
Ja, dat was een nare geschiedenis met
>dien Klokkeman. Verbeeld u nu, dak hij
'al jarenlang vertrouwd had op dien knoop
in zijn zakdoek, wanneer hij iets wilde
onthouden. Hij kon op die manier letter
lijk alles in zijn geheugen terugroepen,
,2elfs de transacties, die hij op de Eeurs
gesloten had. Wat een stumperds, die col-
i lega's van hem, die met een notitieboekje
stonden te knoeienSoms konden zij la
ter uit hun eigen geschrijf niet meer wijs
worden, terwijl Klokkeman, al was het
den anderen morgen, zijn zakdoek maar
Ite voorschijn behoefde te balen om onmid-
.dellijk alle orders aan zijn bediende te
kunnen opgeven.
Maar op een morgen scheen het hem of
•hij door den grond zou zinken. Daar haal
de hij zijn zakdoek te voorschijn, verbeeld
,u met een flinken, zwazen knoop er in,
en met geen mogelijkheid kon hij zich her
inneren, welke orders hom den vomgen
jdag ter Beurze waren opgegeven. Het kou-
;de zweet brak hem uit. Daar haperde iets
in zijn bovenkamerdat was duidelijk.
Wel een uur lang ijsbeeide hij hoe lan
ger hoe zenuwachtiger zijn kantoor op en
•neer, dronk wel drie liter water uit en
besloot eindelijk tot een wandeling in dc
buitenlucht. Maar toen hij terugkeerde,
was die fatale knoop nog niet verklaaid.
Hij sprak geen drie woorden tot zijn
vrouw en kroop dien avond vroeg onder
de wol. Doch geen verkwikkende slaap
'frisohte zijn memorie op; hij droomde van
een zakdoek vol knoopen, die bij maar niet
'losmaken kon, en toen hij des moigena
voor dag en voor dauw uit do veeren
'kroop, leek er een oentenaarslast op zijn
hersenpan te liggen.
Het regende buiten en om zijn verhit
brein wat ai te koelen, liep hij half ge
kleed en blootshoofds zijn tuin in.
's Middags raakte hij het eten niet aan.
„Wat scheelt er toch aan, man?" vroeg
zijn viouw, die op een dergelijke vraag al
vijfmaal geen antwoord gekregen had.
,,'k Ben m'n geheugen kwijt 1" gaf hij
somber ten bescheid.
„Maar mijn hemel, waarom denk je
dat?" informeerde zij verder.
Klokkeman deed haar het verhaal van
'den knoop en wel een uur lang putto nu
ook zijn vrouw zich uit met alle mogelijk
heden te veronderstellen.
Helaas, er kwam geen licht 1
Toen Klokkeman dien avond bleek als
een doodo naar zijn slaapkamer wankelde,
ptuurde zijn vrouw de meid om den dok
ter.
Deze onderzocht hem, maar vond niets
dan een zware verkoudheid.
,,Een paar dagen onder do dekens blij
ven 1" luidde zijn advies.
Dat waren dagen van ellende voor" Klok
keman, die nooit ziek geweest was. Hij
woelde onrustig heen on weer en nam zich
voortdurend examen af om te weten of
hij nu toch inderdaad zijn geheugen kwijt
was.
Vreemd! Do tafels van vermenigvuldi
ging kon hij nog op z'n duimpje opzeggen
yn bij het opdreunen van zijn oude school
versjes haperde hij ook niet één keer.
Ben derden dag kwamen een paai' ken
nissen van de Beurs hem bezoeken.
„Hé, Klokkeman," zei er een, „waar
blijft toch de suiker, die je mij sturen
zou?"
„Suiker?" stamelde de zieke.
„Welja! Verleden week, toen je voor het
laatst op de Beurs was, heb ik een partij
tje suiker van je gekocht Je hebt nog een
knoop in je zakdoek gelegd om het niet
te vergeten."
„Dan... heeft m'n geheugen... me in den
steek gelaten 1" bekende Klokkeman aai zo
lend.
„En ik heb m'n' weddenschap gewon
nen 1" riep de ander triomfantelijk uit,
zich tot de andere bezoekers wendend.
Daar begon het licht te worden in 3e
hereenen van den zieke.
„Een weddenschap!" stoof hij op. „Ge-
meene schavuiten, hebt jullie dus den
knoop in mijn zakdoek gelegd?"
Maar het gelach van de anderen 'deed
hem verstommen. Hij bedacht zich daar
ook, dat hij zich niet langer ongeiust be
hoefde te maken over het verlies van
zijn geheugen.
En eer er een halfuur vecloopen was,
had Klokkeman zijn beuiskennissen ver
geven en begaf hij zich opgeruimd aan
zijn gewonen arbeid.
Maar zijn eerste weik was zijn bediende
om een notitieboekje te sturen I
Zonnebloem-pruimers.
Onder het Russische volk wordt evenals
onder het Hollandsche ontzettend vee] ge
pruimd. Maar zet de Hollander zijn tan
den liefst op Beste Zware Knauwtabak, de
Kus heeft een bijzonder zwak voor het
pruimen van enorme hoeveelheden zaad van
zonnebloemen, dat een olicachtigen en niet
onaangenamen smaak moet hebben. De
buitenste vliezen woTden door de tanden
Bij bet kauwen losgemaakt en daarna uit
gespuwd. En evenals bij ons de Keesjes,
omringd van sierlijke bruino speekselster-
ren, overal waar men zich op straat be
vindt de pruimgewoonte verraden, zoo zijn
het in Rusland de zaadhulzen, die op de
bestaande gewoonte van het zaadkauwen
wijzen, mot dit onderscheid, dat men de
uitgespuwde vliezen niet alleen op den
openbaren weg vindt, maar ook in spooi-
wegcoupés, tramwagens, rijtuigen, ja zelfs
op den vloer van eetzalen in eerste-rangs
hotels. Verbeeld u een tabakspruim aan de
table d'höte Shocking
Op dagen van openbaar feesfcvertoon is
overal, waar men komt, de grond met zon-
nc-bloemkeesjes bezaaid, zoo dik, zegt do
Fiansche geleerde dr. Marcou, die op het
gevaarlijke van de gewoonte wijst, als de
straten van Parijs met confetti in den tijd
van het carnaval.
Op eiken hoek van een straat wordt een
levendige handel in het zaad gedaan, door
oude vrouwen. Hoe sterk de bedoelde harts
tocht is iets anders is het inderdaad
niet bij den Russischen boer, kan wel het
beste blijken uit het feit, dat de Tsarina
klaarblijkelijk niets wist te bedenken, dat
den soldaten in Mandsjoerije aangenamer
zou zijn dan een reusachtige zending zon
nebloemzaad. Zij besteedde niet minder
dan 384,000 aan dit goedje, en daar het
zaad goedkoop is, volgt hieruit, dat de
soldaten een heelen tijd hebben kunnen
pruimen, voor zoover er geen Japansche
kegels een eind aan het genot maakten.
Als men den Rus uit de volksklasse
vraagt, waarom hij eigenlijk zoo graag het
zaad kauwt, dan moet hij toegeven, dat er
geen voedsel in zit, dat het den mond zelfs
pijnlijk aandoet, maar laat hij er op vol
gen de gewoonte geeft eeDige afleiding
aan de gedachte.
In dit verband zij herinnerd aan do uit
spraak van een dokter, die 't rooken daar
om zoo aantrekkelijk verklaarde, omdat het
den man in staat stelde niets te doen,
terwijl het scheen alsof hij wèl iets deed.
Dit is dus ook, naar mag worden aange
nomen, de bekoring van het pruimen van
zonnebloomzaad. Iets, wat er heel nabij
kemt, is de gewoonte van het gom-kauwen,
in de Yereenigde Staten erg in zwang. Het
zonnebloemzaad-pruimen is voor de men-
scben, die aan de gewoonte verslaafd zijn,
niet bijzonder gevaarlijk, maar dx. Marcou
ziet het gevaar voor de volksgezondheid
voornamelijk in het overal neerspuwen
yan het speeksel met de vliezen.
Hoe leeft men lang?
Eenige F.ngelecho oudjes beantwoorde»/
deze vraag in het „Grand Magazine"
volgt:
Lord Gwydr, 95 jaren ouR: Niet rooken,
lichamelijke oefeningen in de fzissche
luoht, matigheid.
Lord Grimthorpe, 88 jaren oud: Nirt1
rooken, matigheid in eten en drinken.
Earl Nelson, 82 jaren oud: Niet rooken,
vroeg opstaan, matigheid, geen geneesmid
delen.
Sir Huggins, 81 jaren oud: Niet rooken,
weinig vleesch, veel melk.
Sii' Drinkwater, 92 jaren oud: Niet roo-
ken, lichaamsoefeningen in de frissche
lucht, zeven uren slaap.
Professor Mayor, 81 jaren oud: Niet;
rooken, streng vegetariër zijn, geen li-
ch aamsoefeningen.
Dr. George Keith, 86 jaren oud: Twee
maaltijden dagelijks, drie sigaren, een
eetlepel whiskey en geregelde lichaams-
oefeningen.
H. G. Davis, 82 jaren oud: Niet roo
ken, drie goede maaltijden, geregelde li
chaamsoef en i ngen
Sir linden, 86 jaren ond: Zeven uren
in bed, weinig vleesch en weinig wijn.
Namen op liet platteland.
Uit dc Betuwe schrijft iemand:
Dezer dagen ontving ik door een mijner
leerlingen do boodschap: „Meneer, Jan'
van Driek kan niet kommen, went hij het
pijn in de kop
Deze medcdeeling was voor mij volko
men begrijpelijk: Jan, wiens moeder Driek
heet, wiens vader voor een oortje thuis I
ligt, kan wegens ongesteldheid dc school,
niet bezoeken. Zij wijst op de eigenaardige
manier ten plattelande, waarop door het
volk met namen omgesprongen wordt.
Uiteraard zijn hier de verhoudingen intie
mer dan io dc groote centra; men kent
elkander van nabij, kan vrij nauwkeurig
eikaars doopceel lichten en het weglaten
van den familienaam is van 'die groote
vertrouwelijkheid het gevolg; men noemt
iemand bij zijn voornaam; ook do kinderen,
onder bijvoeging van den naam van vader
of moeder: van vader, wanneer deze zich
werkelijk bet hoofd des gezïns toont te
zijn; van moeder, als deze „do broek aan
heeft." In do medcdeeling hierboven was
die laatste bet geval. „Jan van Trui": ge
kunt er op aan, dat moeder de lakens uit
deelt. „Geurt van Jan", vader is baas.
Soms is iemands persoonlijkheid zóó
sprekend, dat de voornaam voldoend© is,
om hem of haar voor do geheelc gemeente
aan te duiden. Wie zou hier „Koba" niet
kennen, onze Koba?
Ook in het geven van bijnamen is men
vlug en wel eens raak ookWat al van die
naampjes hoort men in do gemeenzame
taal elkaar niet toevoegen I En wie er een
ontvangt, raakt hem niet meer kwijt. Toch
moet men zich wel eens afvragen, hoo de
ze of die komt aan zoo'n „alias", die alles
behalve slap toont te zijn; een „hert", die
niets van het slanke en lenig© van dit
dier heeft.
Gebruikt men al eens don familienaam,
dan is het een gehaspel tusschen dien van
man en vrouw, waaruit een vreemdeling,
die afgaat op do registers van den burger
lijken stand, niet wijs zou kunnen worden.
Ter illustratie van bovenstaande nog het
volgende:
In mijn jeugd werd ons, jongens, op weg
naar school, een huis aangeduid als te zijn:
„Trien-en-Toono-Jan Willem zien hui3". Of
wc het wisten: Bewoner was Jan Willem,
ds zoon van Toon, de kleinzoon yan Trien.