No. 13799.
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 15 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1905
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
ZIJN NOVELLE.
Burgerlijke Stand.
„Do Tijd" wokt de Christelijke kie-
ier's op, het eog niet te sluiten voor het
kwakke punt in do linie dei
Christelijko partijon. Er ie in die
linio een vleugel, die maar zwak verband
houdt met het gios der strijdmacht.
„Men keit de gebeurtenissen, die zich
}n de christelijk-historische partij bobben
jvoorgedaan", schrijft ,,Do T ij d
Van zeer onbetrouwbaar in 1897, is zij
in 1901 omgeslagen tot betere vei stand
houding met de verbonden anti-revolu
tionaire en christelijko partijen; en se
idert dien had eon nog nauwere aaneen-
aluiting plaats,, waaibij een fractie dier
partij onder leiding van de heeren dr. De
Visser en mr. Verkouteren, zich min of
ïneer samensmolt met de vrij-antirevolutio-
iiairo gioep van jhr. De Savornin Lohman.
Bij dezo laatste beweging ia in onze
kringen wel wat veel uit het oog verlo
ren, dat het hier slechts gold de toenade
ring, niet van de Christelijk-historische
partij, maar van een deel daaivan, do
zgn. Hollandscho fractie. De Friescho
groep, van het type-Schokking, bleef een
meer zelfstandige, ietwat wantrouwige
houding aannemen; cn de Utrechtsche, van
de kleur Bronsveld, toonde zich meer dan
ooit vijandelijk gezind tegen de samenwer
king der Übiistelijko partijen.
Nu is hot een verblijdend feit, dat do
jUtrochtscho fractie, al laat haar aanvoer
der ook luide zijn stemme weerklinken,
weinig volgelingen tolt; en vooral sinds de
opzienbarende staatkundige bekeering van
zijn vriend, ds. Simon Buytendijk, mag
met meer recht dan ooit op ds. Bronsveld
het meer Hollandsch dan hoffelijk gezegde
worden toegepast: dat hij ,,in zijn hemd"
Staat.
Anders is het evenwel met do Friescho
.Christelijk-histoiischen gesteld. Dezen zijn
nog niet van zienswijze veranderd. Even-
j.wcl de z.g. „Friesohe" Christelijk-histori-
'schen vormen buiten Friesland slechts do
minderheid hunner partij. Zij mogen als
enkelingen hun stemmen in de bussen doi
verschillende districten doen gelden, op
het beeld der ChristLijkdiiatorisoho kies-
yereenigingen buiten Friesland oefenen zij
i geen overwegenden invloed uit.
Anders staat het echter in Friesland
zelf. Do Bond van Ohristelijk-histoiischo
kiesvoieonigingcn in Friesland beschikt
Over een groot ledental en vooral over
vcol invloed op de talrijke kiezers van
Hervormde belijdenis in dat gewest.
Deze paitij, zegt „Do Tijd", is niet
i geestdriftig voor het beleid van hot huidig
ministerie. Vooral de Hooger-Onderwijs-
i wet, waarbij de Gereformeerde universi-
l teitguELston, den Hervormden thcologio-
I professoraten aan do openbare hoogcscho-
i Jon oon xnixLboduidondo rol waa toebedacht,
heeft haar geprikkeld. Nu weigert deze
partij weliswaar geen samenwerking, maar
zij biodt ze sleohtg aan vooi loopig en
■Voorwaardelijk.
Voorloopig wil hier zeggen: gedurende
het eerstvolgende vierjarig tijdvakvoor
waardelijk heeft dezen zin: dat de Chris-
(ielijko meerdeiheid rekening houde met
haar wenschcn.
Intusschen is „De T ij d" van oordeel,
jdat in dezen vorm het aanbod van nieuwe
j samenwerking aan to nemen is.
1 Ton slotte meent dit blad, dat de Frie
scho Christelijk-historische partij, ook al
wilde ze, nog niet zoo heel veel kwaad
kan uitrichten en de redactie beredeneeit
'dit aldus.
j „Yan de zeven Friescho Kamerzetels zijn
j'er drie: Franeker, Schotorland en West-
stellingwerf, tamelijk vast in linkscho han
den. Sneek, waar de Ohiistelijk-histori-
schen een onbeduidende minderheid uit-
maken, ie ook zonder hen, door de anti-
revo 1 utionnai renmet behulp der katho
lieken, te behouden. Onmisbaar daaren
tegen is hun medewerking in Harlingen,
Dokkum en Tietjerksteiadoel. Welnu, voor
Harlingen zit hun eigen leider, mr. Schok-
king; een loslaten, door hen, van de beide
andere districten zou den zetel van hun
jlB)
Beatrice beeag zich met critische oOgen in
een spiegel, die tusschen twee van de groo-
to muren hing, en wendde haar hoofd heen
en weer, om het effect te bewonderen van
een nieuwen hoed. Het was een bijzonder
•mooie hoed, als het oordeel van een man
hier van waarde is, en zeker was het een
zeer ingewikkelde hoed; er was een zwarte
'strik op, en een wuivende, zwarte, slaphan
gende veer en een witte aigrette, die uit
dagend rechtovereind stond, zooals bij den
Shah van Perzië, en er schemerde hier
en daar nog wat rood in.
De priester zat in een armstoel, een van
dio stijve, rechte Romeinsche armstoelen,
die men nooit een gemakkelijken stoel zou
'kunnen noemen, met een hoogo leuning van
hard leer en stalen nageltjes versierd en
bekeek haar met een toegevend, vriendelijk
Jachtje.
Hij was' een oude priester, zestig of vijf
ou zestig jaren oud. Hij was klein, licht
gebouwd, met een smal gelaat en vaste,
,doch fijne trekken: een vooruitstekenden,
fijngevormden neus en kin en grooten
!prettigen mond mot fijnbesneden lippen, een
hoog, smal voorhoofd, vriendelijke diep-
liggende grijze oogen, on zij-zacht, zilver-
Wit haar.
Zonder twijfel was hij een ontwikkeld
,jnan, een fijnbeschaafd man; maar vooral
ijvas hij een zachtaardig, vriendelijk, aan-
jgenaam man.
Hij droeg een eenvoudige, zwarte toog...
eigen vertegenwoordiger in groot gevaar
biengen. Hierbij komt, dat er voor hen
al zeer weinig reden is, om niet in Dok
kum do herkiezing te bevorderen v.n mr
Van Yeen, die, al moge hij dan ook bij
de groep-Lohman zijn aangesiocen, de
Friesche Christelijk-Hietorisohen zeer
nauw in gevoelens verwant is. En wat
bctieft Tietjerksteradeel, waarvoor os
Talma thans zitting heeft, de omstandig
heid, dat deze anti-revolutionnaire voor
man zelf een predikant is van de He cv.
Kerk, wiens belangen de Bond zoo ijverig
voorstaat, zou het bemoeilijken zijner hec
nieuwde candidatuur van Ghristelijk-hi.'
toiische zijde zeer bezwarend maken. Wij
kunnen ons dus de door den Bond voer
genomen houding ten volle verklaren.
Eil is dus voor do jreohtorrijde grond
om de houding van den Frieschcu Boud
niet somberder aan te zien dan noodig is/'
Prof. mr. D. P. D. Fabius merkt in „De
Rotterdammer" op, dat de Regeering
haar voorstel heeft gehandhaafd om van
Staatswege aan bijzondere onder
wijzers, die niet zijn in publieken dienst,
pensioen uit te keeren, en dezulken aan
pensioendwang te onderwerpen,
trots de bedenkingen, die tegen een en an
der ook in de afdeelingen der Tweede Ka
mer waren geuit en die gerekend mogen
worden van anti-revolutionnaire zijde af
komstig te wezen.
,,Het is een in hoogo mate bedenkelijke
stap", schrijft hij, „om uit de Staatskas
pensioen te gaan toeleggen aan menschen
in hot vrije bedrijf.
Dit past bij de socialistische opvatting
van den Staat als gemeenschap, zoodat al
len, die maatschappelijke werkzaamheid
verrichten, in dienst der Staatsgemeen-
schap zijn; ambtenaren in dienst van het
socialistische geheeL
En in die door en door verderflijke
beschouwing voegt het eveneens aan vrije
burgers pensioendwang op te leggen.
Maar wie weigeren de maatschappij kort
weg in den Staat te laten opgaan, kun
nen en mogen in dit spoor niet mede
gaan."
Het antwoord van de Regeering op de in
het Voorloopig Verslag geopperde bezwaren
neemt do schrijver niet serieus.
„Principieel zoude tegen den pensioen
dwang geen bedenking kunnen bestaan, om
dat de onderwijzers ook wat ontvangen
Tegenover de lusten moeten ook de lasten
staan.
Met dergelijke redeneering heeft de Staat
slechts eenigen lust aan to bieden, op te
dringen, om alle inbreuk op het private
leven, om allen dwang te rechtvaardi
gen.
Dit is een heerlijke stelling voor den
Staateabsolutist.
Maar eeu absoluut verwerpelijke stel
ling voor wie op zelfstandigheid van leven
prijs stolt, on voor vrijheid voelt.
En op de bedenking, dat dorgelijke
dwang tegenover vrije burgers, die niet in
bijzondere rechtsbetrekking tot den Staat
vorkeeren, ongeoorloofd is, wordt geant
woord, dat die betrekking juist door dezen
maatregel geschapen wordt 1
Men wijst er op, dat zulk pensionneeren
slechts geoorloofd is, als er een bijzon
dere betrekking bestaat, de bijzondere
betrekking van ambtenaar, en dan
luidt het bescheid, dat het pepsionneeren
zelf een bijzondere betrekking vormt.
Dit is niets meer dan een sofisme.
Het is jammer, dat de Regeering, wel
licht vertrouwende op den steun der vrij
zinnigen, die voor een goed deel rechts-
bezwaren minder tellen, or toe verleid
is geworden om de principieole
bedenkingen van althans een deel harer
vrienden aldus en bagatelle te be
handelen.
Dergelijke handelwijze is voor een Kabi
net hoogst bedenkelijk.
Zoo ondermijnt het zelf zijn bestaan.
Voor de anti-revolutionnaire Kamerle
den wordt de zaak thans zeker eenigszins
moeilijk.
Eenigszins. Toch niet alleszins.
Een betere weg is ook in het Yerslag
aangegeven. Door van Staatswege te be-
heel en al niet nieuw, maar bruin aan
de zoomen en glimmend door langdurig
gebruik. Zelfs zonder zijn toog zoudt ge
in hem dra een geestelijke ontdekt heb
ben, doordat ik weet niet wat herderlijks
dat ieder geestelijke typeert, zonder dat
men juist kon zeggen, waar het in zit. In
het gewaad van een Anglicaan daar zijn
gelaat op het eerste gezicht niet on-En-
geUch of bijzonder Italiaansch was had
men hem voor een vriondelijken, verstandi-
gen, ouden dominee gehouden van de
ouderwetsche, ernstige soort, met een nei
ging tot vriendelijke scherts. Maar, wat
men zeker niet vermoed zou hebben, of
men moest in het twijfelachtig licht zijn
roode sjerp ©n den ametist aan zijn vinger
hebben gezien was zijn rang als Kerk
vorst. Ik heb de eer u voor te stellen Zijne
Eminentie Egilio Maria .Kardinaal Ude-
Schini, vroeger bisschop van Cathareggio,
prefect van do congregatie der Archieven
en Inscripties.
Dat was zijn kerkelijke titel. Maar hij
had nog twee andore titels. Door geboorte
was hij prins Udeschini, maar zijn derde
titel was misschien wel de eigenaardigste;
die was hem verleend door de bevolking
der Romeinsche achterbuurt, waarin zijn
titelkerk, St.-Maria met de Lelie, was ge
legen; de kleino oom der armen.
In Italiaansch© oogen was kardinaal
Udeschini een rijk man; zijn eigen fortuin
en zijn inkomen gaven hem de beschikking
over een som van honderd duizend lire
jaarlijks. Yijf duizend lire gebruikte hij
daarvan yoor zichzelf aan voedsel, klee
ding en andere uitgaven. In het paleis
zijner familie had hjj vrije woning. En de
rest van zijn budget; wel, titels kunnen
vorderen, 'dat de schoolbesturen pension
neeren.
Terwijl bij verbetering van de geldelijke
positie der onderwijzers zij in staat zullen
wezen daarvoor ook zeiven te zorgen, gelijk
dit nu reeds ten deele, gebrekkig, ge
schiedt.
En in elk geval mogen onze Kamerleden
bedenken, dat steun aan een Kabinet
met prijsgeving van beginsel en
bedrieglijk is.
Wezenlijke kracht biedt alleen steun in
overeenstemming met, op
grond van gemeenschappelijk beleden
beginselen."
Met grooto ingenomenheid heeft de re
dactie van „Patrimonium" do Memo
rie van Toelichting ontvangen met het ge
wijzigde ontwerp arbeidscontract;
zij brengt don Ministei van Justitie hulde
voor do royalo wijzo, waarop hij aau ver-
sahillendo bezwaren is te gemoet gekomen.
„Tal van adressen zijn naar het depar
tement van Justitie en naar do Tweede
Kamer gezonden cn van den inhoud daai
van is gebruik, gemaakt om het wetsont
werp te verbeteren.
De Workliedenvereenigingen, die den
gezonden weg van gemeenschappelijk over
leg zijn ingeslagen, kunnen met tevreden
heid zien op het resultaat hunner bemoei
ingen.
Natuurlijk blijven dc meeningen nog wel
velschillen over enkele onderdeelen va i 't
ontwerp, maar het geheel is belangrijk
verbeterd en meer in overeenstemm ug ge
bracht met de ciechen van dc praktij*. Op
krachtige wijze heeft de Minister van
Justitie daardoor bewezen, dat allo bewe
ren, als zou de Regeering met dit ontwerp
niets anders bedoelen dan een snoorien
aanslag op de vrijheid der arbeiders, vuige
laster is.
Zelfs wijst hij, gelijk we reeds oven aan
haalden, op liet ongemotiveerd wantiouwen
waarmee enkelen zijn eerste ontwerp wa
ren te gemoet getreden.
Met fierheid kan de Minister dan ook
alle dergelijke verdachtmaking afweren
Ock laat hij er zich niet dooi van streek
brengen. Kalm gaat hij door, zeker van het
goede der zaak, die hij voorstaat; hoeveel
hij ook heeft toegegeven, de hoofdbeginse
len houdt hij vast."
Het blad toont dan in b jzondorheden
aan, dat de Minister op het hoofdbeginsel
geen schrede teruggaat, en niet voor ccni-
gerlei concessie is te vinden; doch in de
piaktijk is hij zoo toeschietelijk mogelijk
geweest.
„Wat evenwel met het oog op de prak
tijd de resultaten van do wettelijke rege
ling van het arbeidscontract ten bato van
de werklieden meer kon waarborgen, heeft
hij gaarne als verbetering aangcgiepcn.
Het treffendst komt dit uit bij dit bezwaar
togen de gewone praktijk van ons proces
recht. Volmondig ia dit erkend. En al
blijft de kantonrecht»;*' gehandhaafd als
de aaDgewezcn man om icchtsgeschillen,
voorfcvloeicndo uit de Arbeidsovereenkomst,
te beslechten, do weg tot rcchteverkrijging
is voor den werkman zoo gemakkelijk mo
gelijk gemaakt. Een nieuwe regeling is
daartoe aan het wetsontwerp toegevoegd.
En deze icgoling is zoo breod, zoo vrijgo-
vig opgevat, dat nu reeds in het orgaan
der Yrijz.-Dem, een stem ie gehoord, dat
de arbeiders daardoor een belangrijken
voorspiong krijgen op de patroons."
Zoo gaat het blad voort in bijzondor
heden aan te tooncn, dat hot gewijzigde
ontwerp inderdaad in tal van opzichten
aan do wenschcn der arbeiders te gemoet
komt.
De raad van „De Standaard", om
tor bespoediging van de behandeling uit
het Lage r-0 n d e r w ij s-o n t w e r p
to lichten de paragraaf over do kweek
scholen, vindt geen instemming bij
„Do Maasbode"; om twee redenen:
„Vooreerst om do belangrijkheid der
ruimere kweekschool-subsidieering op zich
zelf, die in gevaar komt. Degelijke oplei
ding is voor den bloei van het bijzonder
onderwijs een onafwijsbare oisch. Zullen
onze Katholieke Bcholon do vergelijking
in Italië gekocht worden en zonder twijfel
was dit de prijs, dien hij voor zijn laatsten
titel betaalde.
Maar kardinaal Udeschini betaalde niet
alleen in gold er voor. Hij gaf ook zichzelf.
Ik zoido reeds, dat zijn titelkerk in een
achterbuurt was. Rome had geen gevaar
lijker, bedorvener achterbuurt: een warnet
van halsbrekende straatjes ten zuiden
van het Ghetto, langs den oever van den Ti
ber. lederen avond ging hij met zijn for-
schen, jongen kapelaan, Don Qeorgio Ap-
polloni, daarheen en werkte ©r als do ijve
rigste geestelijke; bezooht do zieken,
troostte de bedroefden, vermaande do
boozen, dreef de dronkaards uit de kroe
gen, maakte vrede tusschen do twistenden.
En dikwijls wanneer hij thuiskwam, voeg
de hij een paar „silettos" bij de verzame
ling, die hij van zulke soort relequieën
reeds' bezat. Gewoonlijk kwam hij heel laat
thuis, bijna altijd na middernacht, en som
tijds wel in de morgenschemering, het uur,
zooals hij eens lachend tot Don Giorgio
zeide, waarop de vermoeide roover rust
zoekt. En iedoren Zaterdagavond zat de
Prins-kardinaal drie uur in zijn biecht
stoel in St.-Maria met de Lelie, als een ge
woon parochie-geestelijke, waar zijn biech
telingen hun geheimen hem toevertrouw
den en zijn vaderlijke raadgevingen ont
vingen, en, vergeef mij maar men moot
aan de lompen en vuilheid van Lazarus
denken, wanneer hjj dien rechterstoel bin
nentreedt.
Ik zeg niet, dat 'de kardinaal een heili
ge was; niettegenstaande zijn werkzaam
leven was het toch een loven van weelde,
als men het met het leven van een echten
heilige vergelijkt. Hij droeg geen haren
met het openbaar onderwijs op den duur
glansrijk doorstaan, dan moet de opleiding
bij ons even goed zijn als daar ginds.
De normaalschool nu kan, zooals wij
reeds vroeger hebben uiteengezet, om ver
schillende redenen aan de stijgende eischen,
die onzen adspirant-onderwijzer op het
stuk van wetenschappelijke ontwikkeling
©n vakkennis gesteld worden gesteld
moeten worden ook niet meer naar be-
hooren voldoen. En aangezien zonder groo-
ter Rijkssubsidie dan tot heden aan de al-
gemeene invoering van kweekschool-oplei
ding voor de bijzondere school niet te den
ken valt, is do kweekschool-paragraaf in
het ontwerp een gedeelte, dat wij maar
zeer ongaarne zelfs tijdelijk zouden willen
missen.
Yerder moet niet worden vergeten, dat
bij subsidieering der bijzondere kweekscho
len, ook bij het openbaar onderwijs dezo
vorm van opleiding meer algemeen zal
worden en daardoor het on wikkel ingspeil
der onderwijzers in het algemeen 6terk zal
zal stijgen, wat hard noodig is.
Onze tweede reden is dezo:
In de pers en ook in de afdeelingen der
Tweede Kamer is de vraag opgeworpen,
of mot ruimer subsidieering der bijzondere
kweekscholen niet vooruitgeloopen wordt
op het werk der Regeeringscomraisrie, die
betere ineenschakeling van lager, middel
baar en hooger onderwijs voorbereidt En
dan bedoelt men meer bepaald dit punt, of
het niet wenschelijk ware do aanstaande
onderwijzers tot hun zestiende jaar het ge
woon middelbaar onderwijs te doen volgen,
waarbij dan een tweejarige speciale vak
opleiding kon aansluiten.
Voor het oogenblik de kwestie ter zijde
latend, of een tweejarige bepaalde vakop
leiding voldoende mag heeten, meoncn wij
toch, dat een dergelijke regeling der oplei
ding tot onderwijzer voor ons, Katholieken,
vooral onaannemelijk moet worden geacht.
Immers, doordat Katholiek middelbaar on
derwijs slechts voor do meergegocden onder
ons te verkrijgen is, wordt hot gevaar zeer
groot, dat de tweejarige vakoploiding zou
worden voorafgegaan door oenigo jaren van
neutraal onderwijs, waardoor dan die aan
staande onderwijzers voor de Katholieke
School zeker woinig geschikt zouden wol*
den."
Tegenover den raad van het anti-rev.
hoofdorgaan stelt „D e Maasbode" het
denkbeeld ter bekorting van de behande
ling hot jus promovendi uit de on
derwijswetten te lichten, daar dezo zaak
zeer goed op zichzelf kan worden geregeld.
„De Tijd" besprak de klacht van vele
Katholieke onderwijzers in het Zuiden des
lands ov©r de concurrentie, die do reli
gieuze n-o ndorwijzors en -onder-
wijzerosscn het leekenpersoneol
aandoen.
Do geestelijken cn de voorstanders van
Katholiek onderwijs strijden niet volgens
„De Tijd" tegen de openbare, maar te
gen d© neutrale school; niet vóór religieu
zen-onderwijzers, in tegenstelling van lee-
ken-ondorwijzcra, maar in de allereerste
plaats voor echt Katholiek onderwijs.
De geestelijkheid ziet in do religieuzen een
uitnemende gesohiktheid voor do volksop
voeding cn do ouders wenschen dan ook
voor hun dochters de Godgewijde maagden
tot onderwijzeressen. Maar voornamelijk
wil men zulks, omdat de openbare schDol
goed Katholiek onderwijs niet kan geven
of feitelijk niet geeft uit vrees voor liberale
schoolmannen of wegens gebrek aan den
echt Katholieken geest cn aan goeden wil
in den onderwijzer.
Waar de middelen ontbreken om voor de
bijzondere school leekenpersoneel te bekos
tigen, daar ziet men natuurlijk uit naar de
kloosterlingen, dio uit hoogero beweegreden
zich aan de Katholieke opvoeding der jeugd
wijdon. Men mag de Katholieken niet ver-
oordeelen om dit kostbaar kapitaal van
godsdienst cn offervaardigheid onbenut te
laten.
Onjuist is het ovorigens, dat eeu ruimere
subsidieering van het bijzonder onderwijs
noodzakelijk hot aantal scholen met religi
euzen-personeel zal vermeerderen; integen
deel zullen door grooter Bubsidio de onder
kleed, hij had zijn eigenaardige gewoonten,
zijn zwakheden, zijn fouten, als ge wilt.
Ik zeide reeds, dat hij heel graag scherts-
te. Hij hield dol veel van muziek. En ook
van snuif.
,,'t Is een heel leelijke gewoonte," zeide
hij, „feitelijk kan ik ze ook niet uitstaan
in anderen. Toen ik bisschop van Cath-
reggio was, verbood ik het ten strengste
voor mijn geestelijkheid. Maar voor mij
zelf, nu, er zijn natuurlijk bijzondere om
standigheden. Maar vreemd genoeg vond
al heel spoedig ieder lid van mijn geeste
lijkheid ook dio bijzondere omstandighe
den voor zichzelf. Ik heb getracht om hot
op te geven, maar dio poging bedierf mijn
humeur on maakte mij tot een ouden knor
repot. Daarom, ter wille mijner vrienden,
neem ik nu en dan een snuifje. Ziet ge,
tabak is antiseptisch. Het ia een uitste
kend middel om vriendelijk en zachtmoedig
te blijven."
Zijn vrienden voorzagen hem dus van
goede rappéo. Grappen cn muziek, daar
zorgde hij zelf wel yoor. Hij speelde piano
en orgel en hij zong. Hij had een zacht,
helder, wat versleten tenorgeluid. Van dc
profane componisten dweepte hij het meest
met Scarlotti en Bach. Maar zijn liefste
muziek was Gregoriaansch. In St.-Maria
met de Lelie wilde hij geen andere hooren.
Hij had daar zijn priesters en zijn koor
govormd cn zij zongon het prachtig go hadt
er de Vespers moeten hooron I ©n zelf
zong hij het ook prachtig. Wanneer hij do
H. Mis zong, dan moest ge zijn mooi oud
tenorgeluid bewonderen in de Prefatie en
den Pater Noster.
Beatrice stond dus voor den spiegel ein
bekeek haar neuwon hoed; terwijl de kar-
wijskrachten in dio mate kunnen wordoa
bezoldigd, dat ook leeken in het uitbetaal*
do salaris een behoorlijk onderhoud vinden,
en dus eerder dan voorheen voor do be
trekking van onderwijzor aan do bijzo'ndero
school in aanmerking kornon.
Hoe dit zij: do leeken-ondorwijzers moo-
ten maar een zoo goed Katholiek on
derwijs geven aio zij kunnen. Een zeer on
geschikt middel om do concurrentie te wo-
ren, is alles, wat ook maar den schijn hoeft
van een agitatie tegen hot onderwijs der re
ligieuzen. Zulk een agitatie stemt tot na
denken I
Men dient overigens eindigt „D«
T ij dniet te vergeten, dat de onderwij
zers er zijn voor do kinderen en de maat
schappij, niet omgekeerd. Geven de ouders
de voorkeur aan religieuzen boven leeken,
het staat hun heelcmaal vrij hon en geen
anderen te kiezen; zij zijn daarvoor nie
mand verantwoording schuldig.
De „Mi li tail o Gids" geeft het
volgende staaltje van nauwgezette zorg
voor onze weorbaarhoid.
Toen een milicien, dio gehuwd wtu cn
dio voor licrhalingsoofoningon ondor do
wapenen moest komen in het garnizoen,
waar hij woonde, hot verzoek deed oiu
thuis te mogen slapen, had dit hot vol
gende verloop
De kapitein liet ccn schriftelijk vei zoek
-.opmaken door den iU^goantiuajoor tl. r
compagnie, liet dit door den milicien tce-
kenen on zette op het stuk zijn beschou
wingen en het advies om de gevraagde
gunst to Ycrleonon.
Den volgonden dag werd het 6tuk terug
ontvangen, omdat do zaak niet behandeld
was op een „rapport op veizook" ^gjdrukt
model, waarop allo mogelijke gegev ,us, den
verzoeker betreffend, voorkomon, zcods;
einde van don dienststijd, lengte van den
verzoeker, klasse van schijfschieten, uiter
lijk voorkomen, enz.).
Het vorlangde „ïapport op verzoek"
werd nu opgemaakt en ingediend.
Den volgenden dag verlangde men daar
enboven ccn schriftelijk verzoek van
den milicien.
Dit werd ingediend, geschreven op J vol
papier.
Den volgenden dag werd medegedeeld,
dat dit verzoek op een half vol papiei go-
schreven moot zijn.
Het alsnu aan do (te voren niet bekendo)
oischen voldoende verzoek bereikte einde
lijk don commandeerenden officier, dio do
beslissing te nemen had, en... word af go-
wezen.
Geen wonder, dat de schrijver oi bij
voegt: „Een ieder, dio onbevooroordeeld
dene afhandeling van een zoo eenvoudig'
zaak ovordenkt, kan gevoelen welk eei
hoeveelheid onaangenaam werk, zoowe.
van den sergeant-majoor als ven den ka
pitein, hierdoor gcvoidcrd word, cn hoo
de gemoedsgesteldheid van dien milicion
geweest zal zijn bij hot vernomen van den
uitslag, nadat hij, tot hot geven van in
lichtingen en hot teekonen van de stukken,
vijfmaal op het bureau ontboden was 1"
UAAKLEMMbitVJEER. Ondertrouwd: A.
J. Speyker on A. Roman. A. Hou bos on J. J.**
Vordoes. J. Millonaar en J. Dood. P. J,
Yerdoganl en L. van dor Geest.
Gehuwd: J. van Bookel wodr. on M. A. van
dor Wilt wod. II. C. van Raam en G. M.
Knmporman.
Bevallen* T. M. Trouwen gob. Van Ooijon
Z- W. Bothoven geb. Vastenhout Z. At, i
Koorn goh. b'choonrok Z. E, Gouweleouw gob,
Kres Z. 0. Kot gob. Von Wieringen Z. AL
li. Kamp geb. Do Bonto Z. C. Spoets gob.
Schotsman Z. C. Oaworkork gob. Overboek
D. E. Koch gob. Broortjos D. Al. Qeertsoma
geb. Smit D. W. S. Wilderom geb. Do Krijgor
Z. L. vnn Ujjn gob. Kluyt D. W. Q. Willem»®
gob. Kees Z. J. N(Jonhui8 geb. Krijgsman D.
0. F. van Kxtor gob. Van Raam Z. E. liooker
gob. Piators Z. A. AI. Qiesko geb. Vorbruggen 1
Z. A. Camfferman gob. Standor D. D.
Klootwijk geb. Bakkor Z.
Overleden: AI. G. don Droejon 7 j. 0.
Moolblok 10 ra. E. Snaters# 10 w. G. W.
van dor Spruit 11 m.
WARAiOND. Goboron: Alaartjo, D. van H.
van der Wilk on AI. Barondrogt. Cornolis, Z.
van AI. van Niouwkoop on AI. Uulsbos. Catbarina
Agatha, D. van Th. W. van Niekerk en P. AL
Kerkvliet.
dinaal toegevend lachend in zijn armstoel
zat en haar bekeek.
„Wel? Wat dunkt u?" vroeg zij, rich tot
hom kcorendc.
„Viaa# jo het mij als iemand, die er.
vorstand van heeft?"
Zijn spreekstem was even als zijn zing-
stem welluidend, maar met een scherpen ntU
klank, die er karakter aan gaf.
„Steker ala iemand, die raad kan govon,"-
zeide zij.
„Welnu", zeide hij. Hij nam zijn kin ia'
zijn hand, en keek haar nadenkend aan,
terwijl de lijnen om zijD mond, „do humo-
ristische lijnen", dieper werden. „Welnu,
ik geloof dat de veer van voréh wat hoogo» 1
en van achteren..." i
„Lieve hemel 1 Ik spreek niet over" mij af
hoed," riep Beatrice, „wat zou zoo'n goed
oud man als u van hoeden afweten."
Hij glimlachte.
„Een kardinaal moet ceker van alles ai-
weten. Is hij niet „de wijsheid van den
ganschcn stam," zooals je dichter Byroii
zegt?"
Nu lachte Beatrice. „Byron" zei ze meb|
een verbaasden blik.
De kardinaal wuifde met Je liand, als.
teeken van vriendelijkheid.
„Nu, Shakespeare dan, als jo dat lievefl
hebt. In het Engekch is alles óf van derf
een óf van 'den acder. Wij zullen er niofT
over twisten. De vraag is alleen of ik com*
hoed kan beoordeel en."
Hij nam een snuifjb.
„Het is schande, dat u geen mooie snuif
doos hebt," zeide Beatrioe, naar het houterii
leelijke ding kijkende, waaruit hij zich be^
diende. (Wordt vervolgd.)