No. 13799. LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 15 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1905 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. ZIJN NOVELLE. Burgerlijke Stand. „Do Tijd" wokt de Christelijke kie- ier's op, het eog niet te sluiten voor het kwakke punt in do linie dei Christelijko partijon. Er ie in die linio een vleugel, die maar zwak verband houdt met het gios der strijdmacht. „Men keit de gebeurtenissen, die zich }n de christelijk-historische partij bobben jvoorgedaan", schrijft ,,Do T ij d Van zeer onbetrouwbaar in 1897, is zij in 1901 omgeslagen tot betere vei stand houding met de verbonden anti-revolu tionaire en christelijko partijen; en se idert dien had eon nog nauwere aaneen- aluiting plaats,, waaibij een fractie dier partij onder leiding van de heeren dr. De Visser en mr. Verkouteren, zich min of ïneer samensmolt met de vrij-antirevolutio- iiairo gioep van jhr. De Savornin Lohman. Bij dezo laatste beweging ia in onze kringen wel wat veel uit het oog verlo ren, dat het hier slechts gold de toenade ring, niet van de Christelijk-historische partij, maar van een deel daaivan, do zgn. Hollandscho fractie. De Friescho groep, van het type-Schokking, bleef een meer zelfstandige, ietwat wantrouwige houding aannemen; cn de Utrechtsche, van de kleur Bronsveld, toonde zich meer dan ooit vijandelijk gezind tegen de samenwer king der Übiistelijko partijen. Nu is hot een verblijdend feit, dat do jUtrochtscho fractie, al laat haar aanvoer der ook luide zijn stemme weerklinken, weinig volgelingen tolt; en vooral sinds de opzienbarende staatkundige bekeering van zijn vriend, ds. Simon Buytendijk, mag met meer recht dan ooit op ds. Bronsveld het meer Hollandsch dan hoffelijk gezegde worden toegepast: dat hij ,,in zijn hemd" Staat. Anders is het evenwel met do Friescho .Christelijk-histoiischen gesteld. Dezen zijn nog niet van zienswijze veranderd. Even- j.wcl de z.g. „Friesohe" Christelijk-histori- 'schen vormen buiten Friesland slechts do minderheid hunner partij. Zij mogen als enkelingen hun stemmen in de bussen doi verschillende districten doen gelden, op het beeld der ChristLijkdiiatorisoho kies- yereenigingen buiten Friesland oefenen zij i geen overwegenden invloed uit. Anders staat het echter in Friesland zelf. Do Bond van Ohristelijk-histoiischo kiesvoieonigingcn in Friesland beschikt Over een groot ledental en vooral over vcol invloed op de talrijke kiezers van Hervormde belijdenis in dat gewest. Deze paitij, zegt „Do Tijd", is niet i geestdriftig voor het beleid van hot huidig ministerie. Vooral de Hooger-Onderwijs- i wet, waarbij de Gereformeerde universi- l teitguELston, den Hervormden thcologio- I professoraten aan do openbare hoogcscho- i Jon oon xnixLboduidondo rol waa toebedacht, heeft haar geprikkeld. Nu weigert deze partij weliswaar geen samenwerking, maar zij biodt ze sleohtg aan vooi loopig en ■Voorwaardelijk. Voorloopig wil hier zeggen: gedurende het eerstvolgende vierjarig tijdvakvoor waardelijk heeft dezen zin: dat de Chris- (ielijko meerdeiheid rekening houde met haar wenschcn. Intusschen is „De T ij d" van oordeel, jdat in dezen vorm het aanbod van nieuwe j samenwerking aan to nemen is. 1 Ton slotte meent dit blad, dat de Frie scho Christelijk-historische partij, ook al wilde ze, nog niet zoo heel veel kwaad kan uitrichten en de redactie beredeneeit 'dit aldus. j „Yan de zeven Friescho Kamerzetels zijn j'er drie: Franeker, Schotorland en West- stellingwerf, tamelijk vast in linkscho han den. Sneek, waar de Ohiistelijk-histori- schen een onbeduidende minderheid uit- maken, ie ook zonder hen, door de anti- revo 1 utionnai renmet behulp der katho lieken, te behouden. Onmisbaar daaren tegen is hun medewerking in Harlingen, Dokkum en Tietjerksteiadoel. Welnu, voor Harlingen zit hun eigen leider, mr. Schok- king; een loslaten, door hen, van de beide andere districten zou den zetel van hun jlB) Beatrice beeag zich met critische oOgen in een spiegel, die tusschen twee van de groo- to muren hing, en wendde haar hoofd heen en weer, om het effect te bewonderen van een nieuwen hoed. Het was een bijzonder •mooie hoed, als het oordeel van een man hier van waarde is, en zeker was het een zeer ingewikkelde hoed; er was een zwarte 'strik op, en een wuivende, zwarte, slaphan gende veer en een witte aigrette, die uit dagend rechtovereind stond, zooals bij den Shah van Perzië, en er schemerde hier en daar nog wat rood in. De priester zat in een armstoel, een van dio stijve, rechte Romeinsche armstoelen, die men nooit een gemakkelijken stoel zou 'kunnen noemen, met een hoogo leuning van hard leer en stalen nageltjes versierd en bekeek haar met een toegevend, vriendelijk Jachtje. Hij was' een oude priester, zestig of vijf ou zestig jaren oud. Hij was klein, licht gebouwd, met een smal gelaat en vaste, ,doch fijne trekken: een vooruitstekenden, fijngevormden neus en kin en grooten !prettigen mond mot fijnbesneden lippen, een hoog, smal voorhoofd, vriendelijke diep- liggende grijze oogen, on zij-zacht, zilver- Wit haar. Zonder twijfel was hij een ontwikkeld ,jnan, een fijnbeschaafd man; maar vooral ijvas hij een zachtaardig, vriendelijk, aan- jgenaam man. Hij droeg een eenvoudige, zwarte toog... eigen vertegenwoordiger in groot gevaar biengen. Hierbij komt, dat er voor hen al zeer weinig reden is, om niet in Dok kum do herkiezing te bevorderen v.n mr Van Yeen, die, al moge hij dan ook bij de groep-Lohman zijn aangesiocen, de Friesche Christelijk-Hietorisohen zeer nauw in gevoelens verwant is. En wat bctieft Tietjerksteradeel, waarvoor os Talma thans zitting heeft, de omstandig heid, dat deze anti-revolutionnaire voor man zelf een predikant is van de He cv. Kerk, wiens belangen de Bond zoo ijverig voorstaat, zou het bemoeilijken zijner hec nieuwde candidatuur van Ghristelijk-hi.' toiische zijde zeer bezwarend maken. Wij kunnen ons dus de door den Bond voer genomen houding ten volle verklaren. Eil is dus voor do jreohtorrijde grond om de houding van den Frieschcu Boud niet somberder aan te zien dan noodig is/' Prof. mr. D. P. D. Fabius merkt in „De Rotterdammer" op, dat de Regeering haar voorstel heeft gehandhaafd om van Staatswege aan bijzondere onder wijzers, die niet zijn in publieken dienst, pensioen uit te keeren, en dezulken aan pensioendwang te onderwerpen, trots de bedenkingen, die tegen een en an der ook in de afdeelingen der Tweede Ka mer waren geuit en die gerekend mogen worden van anti-revolutionnaire zijde af komstig te wezen. ,,Het is een in hoogo mate bedenkelijke stap", schrijft hij, „om uit de Staatskas pensioen te gaan toeleggen aan menschen in hot vrije bedrijf. Dit past bij de socialistische opvatting van den Staat als gemeenschap, zoodat al len, die maatschappelijke werkzaamheid verrichten, in dienst der Staatsgemeen- schap zijn; ambtenaren in dienst van het socialistische geheeL En in die door en door verderflijke beschouwing voegt het eveneens aan vrije burgers pensioendwang op te leggen. Maar wie weigeren de maatschappij kort weg in den Staat te laten opgaan, kun nen en mogen in dit spoor niet mede gaan." Het antwoord van de Regeering op de in het Voorloopig Verslag geopperde bezwaren neemt do schrijver niet serieus. „Principieel zoude tegen den pensioen dwang geen bedenking kunnen bestaan, om dat de onderwijzers ook wat ontvangen Tegenover de lusten moeten ook de lasten staan. Met dergelijke redeneering heeft de Staat slechts eenigen lust aan to bieden, op te dringen, om alle inbreuk op het private leven, om allen dwang te rechtvaardi gen. Dit is een heerlijke stelling voor den Staateabsolutist. Maar eeu absoluut verwerpelijke stel ling voor wie op zelfstandigheid van leven prijs stolt, on voor vrijheid voelt. En op de bedenking, dat dorgelijke dwang tegenover vrije burgers, die niet in bijzondere rechtsbetrekking tot den Staat vorkeeren, ongeoorloofd is, wordt geant woord, dat die betrekking juist door dezen maatregel geschapen wordt 1 Men wijst er op, dat zulk pensionneeren slechts geoorloofd is, als er een bijzon dere betrekking bestaat, de bijzondere betrekking van ambtenaar, en dan luidt het bescheid, dat het pepsionneeren zelf een bijzondere betrekking vormt. Dit is niets meer dan een sofisme. Het is jammer, dat de Regeering, wel licht vertrouwende op den steun der vrij zinnigen, die voor een goed deel rechts- bezwaren minder tellen, or toe verleid is geworden om de principieole bedenkingen van althans een deel harer vrienden aldus en bagatelle te be handelen. Dergelijke handelwijze is voor een Kabi net hoogst bedenkelijk. Zoo ondermijnt het zelf zijn bestaan. Voor de anti-revolutionnaire Kamerle den wordt de zaak thans zeker eenigszins moeilijk. Eenigszins. Toch niet alleszins. Een betere weg is ook in het Yerslag aangegeven. Door van Staatswege te be- heel en al niet nieuw, maar bruin aan de zoomen en glimmend door langdurig gebruik. Zelfs zonder zijn toog zoudt ge in hem dra een geestelijke ontdekt heb ben, doordat ik weet niet wat herderlijks dat ieder geestelijke typeert, zonder dat men juist kon zeggen, waar het in zit. In het gewaad van een Anglicaan daar zijn gelaat op het eerste gezicht niet on-En- geUch of bijzonder Italiaansch was had men hem voor een vriondelijken, verstandi- gen, ouden dominee gehouden van de ouderwetsche, ernstige soort, met een nei ging tot vriendelijke scherts. Maar, wat men zeker niet vermoed zou hebben, of men moest in het twijfelachtig licht zijn roode sjerp ©n den ametist aan zijn vinger hebben gezien was zijn rang als Kerk vorst. Ik heb de eer u voor te stellen Zijne Eminentie Egilio Maria .Kardinaal Ude- Schini, vroeger bisschop van Cathareggio, prefect van do congregatie der Archieven en Inscripties. Dat was zijn kerkelijke titel. Maar hij had nog twee andore titels. Door geboorte was hij prins Udeschini, maar zijn derde titel was misschien wel de eigenaardigste; die was hem verleend door de bevolking der Romeinsche achterbuurt, waarin zijn titelkerk, St.-Maria met de Lelie, was ge legen; de kleino oom der armen. In Italiaansch© oogen was kardinaal Udeschini een rijk man; zijn eigen fortuin en zijn inkomen gaven hem de beschikking over een som van honderd duizend lire jaarlijks. Yijf duizend lire gebruikte hij daarvan yoor zichzelf aan voedsel, klee ding en andere uitgaven. In het paleis zijner familie had hjj vrije woning. En de rest van zijn budget; wel, titels kunnen vorderen, 'dat de schoolbesturen pension neeren. Terwijl bij verbetering van de geldelijke positie der onderwijzers zij in staat zullen wezen daarvoor ook zeiven te zorgen, gelijk dit nu reeds ten deele, gebrekkig, ge schiedt. En in elk geval mogen onze Kamerleden bedenken, dat steun aan een Kabinet met prijsgeving van beginsel en bedrieglijk is. Wezenlijke kracht biedt alleen steun in overeenstemming met, op grond van gemeenschappelijk beleden beginselen." Met grooto ingenomenheid heeft de re dactie van „Patrimonium" do Memo rie van Toelichting ontvangen met het ge wijzigde ontwerp arbeidscontract; zij brengt don Ministei van Justitie hulde voor do royalo wijzo, waarop hij aau ver- sahillendo bezwaren is te gemoet gekomen. „Tal van adressen zijn naar het depar tement van Justitie en naar do Tweede Kamer gezonden cn van den inhoud daai van is gebruik, gemaakt om het wetsont werp te verbeteren. De Workliedenvereenigingen, die den gezonden weg van gemeenschappelijk over leg zijn ingeslagen, kunnen met tevreden heid zien op het resultaat hunner bemoei ingen. Natuurlijk blijven dc meeningen nog wel velschillen over enkele onderdeelen va i 't ontwerp, maar het geheel is belangrijk verbeterd en meer in overeenstemm ug ge bracht met de ciechen van dc praktij*. Op krachtige wijze heeft de Minister van Justitie daardoor bewezen, dat allo bewe ren, als zou de Regeering met dit ontwerp niets anders bedoelen dan een snoorien aanslag op de vrijheid der arbeiders, vuige laster is. Zelfs wijst hij, gelijk we reeds oven aan haalden, op liet ongemotiveerd wantiouwen waarmee enkelen zijn eerste ontwerp wa ren te gemoet getreden. Met fierheid kan de Minister dan ook alle dergelijke verdachtmaking afweren Ock laat hij er zich niet dooi van streek brengen. Kalm gaat hij door, zeker van het goede der zaak, die hij voorstaat; hoeveel hij ook heeft toegegeven, de hoofdbeginse len houdt hij vast." Het blad toont dan in b jzondorheden aan, dat de Minister op het hoofdbeginsel geen schrede teruggaat, en niet voor ccni- gerlei concessie is te vinden; doch in de piaktijk is hij zoo toeschietelijk mogelijk geweest. „Wat evenwel met het oog op de prak tijd de resultaten van do wettelijke rege ling van het arbeidscontract ten bato van de werklieden meer kon waarborgen, heeft hij gaarne als verbetering aangcgiepcn. Het treffendst komt dit uit bij dit bezwaar togen de gewone praktijk van ons proces recht. Volmondig ia dit erkend. En al blijft de kantonrecht»;*' gehandhaafd als de aaDgewezcn man om icchtsgeschillen, voorfcvloeicndo uit de Arbeidsovereenkomst, te beslechten, do weg tot rcchteverkrijging is voor den werkman zoo gemakkelijk mo gelijk gemaakt. Een nieuwe regeling is daartoe aan het wetsontwerp toegevoegd. En deze icgoling is zoo breod, zoo vrijgo- vig opgevat, dat nu reeds in het orgaan der Yrijz.-Dem, een stem ie gehoord, dat de arbeiders daardoor een belangrijken voorspiong krijgen op de patroons." Zoo gaat het blad voort in bijzondor heden aan te tooncn, dat hot gewijzigde ontwerp inderdaad in tal van opzichten aan do wenschcn der arbeiders te gemoet komt. De raad van „De Standaard", om tor bespoediging van de behandeling uit het Lage r-0 n d e r w ij s-o n t w e r p to lichten de paragraaf over do kweek scholen, vindt geen instemming bij „Do Maasbode"; om twee redenen: „Vooreerst om do belangrijkheid der ruimere kweekschool-subsidieering op zich zelf, die in gevaar komt. Degelijke oplei ding is voor den bloei van het bijzonder onderwijs een onafwijsbare oisch. Zullen onze Katholieke Bcholon do vergelijking in Italië gekocht worden en zonder twijfel was dit de prijs, dien hij voor zijn laatsten titel betaalde. Maar kardinaal Udeschini betaalde niet alleen in gold er voor. Hij gaf ook zichzelf. Ik zoido reeds, dat zijn titelkerk in een achterbuurt was. Rome had geen gevaar lijker, bedorvener achterbuurt: een warnet van halsbrekende straatjes ten zuiden van het Ghetto, langs den oever van den Ti ber. lederen avond ging hij met zijn for- schen, jongen kapelaan, Don Qeorgio Ap- polloni, daarheen en werkte ©r als do ijve rigste geestelijke; bezooht do zieken, troostte de bedroefden, vermaande do boozen, dreef de dronkaards uit de kroe gen, maakte vrede tusschen do twistenden. En dikwijls wanneer hij thuiskwam, voeg de hij een paar „silettos" bij de verzame ling, die hij van zulke soort relequieën reeds' bezat. Gewoonlijk kwam hij heel laat thuis, bijna altijd na middernacht, en som tijds wel in de morgenschemering, het uur, zooals hij eens lachend tot Don Giorgio zeide, waarop de vermoeide roover rust zoekt. En iedoren Zaterdagavond zat de Prins-kardinaal drie uur in zijn biecht stoel in St.-Maria met de Lelie, als een ge woon parochie-geestelijke, waar zijn biech telingen hun geheimen hem toevertrouw den en zijn vaderlijke raadgevingen ont vingen, en, vergeef mij maar men moot aan de lompen en vuilheid van Lazarus denken, wanneer hjj dien rechterstoel bin nentreedt. Ik zeg niet, dat 'de kardinaal een heili ge was; niettegenstaande zijn werkzaam leven was het toch een loven van weelde, als men het met het leven van een echten heilige vergelijkt. Hij droeg geen haren met het openbaar onderwijs op den duur glansrijk doorstaan, dan moet de opleiding bij ons even goed zijn als daar ginds. De normaalschool nu kan, zooals wij reeds vroeger hebben uiteengezet, om ver schillende redenen aan de stijgende eischen, die onzen adspirant-onderwijzer op het stuk van wetenschappelijke ontwikkeling ©n vakkennis gesteld worden gesteld moeten worden ook niet meer naar be- hooren voldoen. En aangezien zonder groo- ter Rijkssubsidie dan tot heden aan de al- gemeene invoering van kweekschool-oplei ding voor de bijzondere school niet te den ken valt, is do kweekschool-paragraaf in het ontwerp een gedeelte, dat wij maar zeer ongaarne zelfs tijdelijk zouden willen missen. Yerder moet niet worden vergeten, dat bij subsidieering der bijzondere kweekscho len, ook bij het openbaar onderwijs dezo vorm van opleiding meer algemeen zal worden en daardoor het on wikkel ingspeil der onderwijzers in het algemeen 6terk zal zal stijgen, wat hard noodig is. Onze tweede reden is dezo: In de pers en ook in de afdeelingen der Tweede Kamer is de vraag opgeworpen, of mot ruimer subsidieering der bijzondere kweekscholen niet vooruitgeloopen wordt op het werk der Regeeringscomraisrie, die betere ineenschakeling van lager, middel baar en hooger onderwijs voorbereidt En dan bedoelt men meer bepaald dit punt, of het niet wenschelijk ware do aanstaande onderwijzers tot hun zestiende jaar het ge woon middelbaar onderwijs te doen volgen, waarbij dan een tweejarige speciale vak opleiding kon aansluiten. Voor het oogenblik de kwestie ter zijde latend, of een tweejarige bepaalde vakop leiding voldoende mag heeten, meoncn wij toch, dat een dergelijke regeling der oplei ding tot onderwijzer voor ons, Katholieken, vooral onaannemelijk moet worden geacht. Immers, doordat Katholiek middelbaar on derwijs slechts voor do meergegocden onder ons te verkrijgen is, wordt hot gevaar zeer groot, dat de tweejarige vakoploiding zou worden voorafgegaan door oenigo jaren van neutraal onderwijs, waardoor dan die aan staande onderwijzers voor de Katholieke School zeker woinig geschikt zouden wol* den." Tegenover den raad van het anti-rev. hoofdorgaan stelt „D e Maasbode" het denkbeeld ter bekorting van de behande ling hot jus promovendi uit de on derwijswetten te lichten, daar dezo zaak zeer goed op zichzelf kan worden geregeld. „De Tijd" besprak de klacht van vele Katholieke onderwijzers in het Zuiden des lands ov©r de concurrentie, die do reli gieuze n-o ndorwijzors en -onder- wijzerosscn het leekenpersoneol aandoen. Do geestelijken cn de voorstanders van Katholiek onderwijs strijden niet volgens „De Tijd" tegen de openbare, maar te gen d© neutrale school; niet vóór religieu zen-onderwijzers, in tegenstelling van lee- ken-ondorwijzcra, maar in de allereerste plaats voor echt Katholiek onderwijs. De geestelijkheid ziet in do religieuzen een uitnemende gesohiktheid voor do volksop voeding cn do ouders wenschen dan ook voor hun dochters de Godgewijde maagden tot onderwijzeressen. Maar voornamelijk wil men zulks, omdat de openbare schDol goed Katholiek onderwijs niet kan geven of feitelijk niet geeft uit vrees voor liberale schoolmannen of wegens gebrek aan den echt Katholieken geest cn aan goeden wil in den onderwijzer. Waar de middelen ontbreken om voor de bijzondere school leekenpersoneel te bekos tigen, daar ziet men natuurlijk uit naar de kloosterlingen, dio uit hoogero beweegreden zich aan de Katholieke opvoeding der jeugd wijdon. Men mag de Katholieken niet ver- oordeelen om dit kostbaar kapitaal van godsdienst cn offervaardigheid onbenut te laten. Onjuist is het ovorigens, dat eeu ruimere subsidieering van het bijzonder onderwijs noodzakelijk hot aantal scholen met religi euzen-personeel zal vermeerderen; integen deel zullen door grooter Bubsidio de onder kleed, hij had zijn eigenaardige gewoonten, zijn zwakheden, zijn fouten, als ge wilt. Ik zeide reeds, dat hij heel graag scherts- te. Hij hield dol veel van muziek. En ook van snuif. ,,'t Is een heel leelijke gewoonte," zeide hij, „feitelijk kan ik ze ook niet uitstaan in anderen. Toen ik bisschop van Cath- reggio was, verbood ik het ten strengste voor mijn geestelijkheid. Maar voor mij zelf, nu, er zijn natuurlijk bijzondere om standigheden. Maar vreemd genoeg vond al heel spoedig ieder lid van mijn geeste lijkheid ook dio bijzondere omstandighe den voor zichzelf. Ik heb getracht om hot op te geven, maar dio poging bedierf mijn humeur on maakte mij tot een ouden knor repot. Daarom, ter wille mijner vrienden, neem ik nu en dan een snuifje. Ziet ge, tabak is antiseptisch. Het ia een uitste kend middel om vriendelijk en zachtmoedig te blijven." Zijn vrienden voorzagen hem dus van goede rappéo. Grappen cn muziek, daar zorgde hij zelf wel yoor. Hij speelde piano en orgel en hij zong. Hij had een zacht, helder, wat versleten tenorgeluid. Van dc profane componisten dweepte hij het meest met Scarlotti en Bach. Maar zijn liefste muziek was Gregoriaansch. In St.-Maria met de Lelie wilde hij geen andere hooren. Hij had daar zijn priesters en zijn koor govormd cn zij zongon het prachtig go hadt er de Vespers moeten hooron I ©n zelf zong hij het ook prachtig. Wanneer hij do H. Mis zong, dan moest ge zijn mooi oud tenorgeluid bewonderen in de Prefatie en den Pater Noster. Beatrice stond dus voor den spiegel ein bekeek haar neuwon hoed; terwijl de kar- wijskrachten in dio mate kunnen wordoa bezoldigd, dat ook leeken in het uitbetaal* do salaris een behoorlijk onderhoud vinden, en dus eerder dan voorheen voor do be trekking van onderwijzor aan do bijzo'ndero school in aanmerking kornon. Hoe dit zij: do leeken-ondorwijzers moo- ten maar een zoo goed Katholiek on derwijs geven aio zij kunnen. Een zeer on geschikt middel om do concurrentie te wo- ren, is alles, wat ook maar den schijn hoeft van een agitatie tegen hot onderwijs der re ligieuzen. Zulk een agitatie stemt tot na denken I Men dient overigens eindigt „D« T ij dniet te vergeten, dat de onderwij zers er zijn voor do kinderen en de maat schappij, niet omgekeerd. Geven de ouders de voorkeur aan religieuzen boven leeken, het staat hun heelcmaal vrij hon en geen anderen te kiezen; zij zijn daarvoor nie mand verantwoording schuldig. De „Mi li tail o Gids" geeft het volgende staaltje van nauwgezette zorg voor onze weorbaarhoid. Toen een milicien, dio gehuwd wtu cn dio voor licrhalingsoofoningon ondor do wapenen moest komen in het garnizoen, waar hij woonde, hot verzoek deed oiu thuis te mogen slapen, had dit hot vol gende verloop De kapitein liet ccn schriftelijk vei zoek -.opmaken door den iU^goantiuajoor tl. r compagnie, liet dit door den milicien tce- kenen on zette op het stuk zijn beschou wingen en het advies om de gevraagde gunst to Ycrleonon. Den volgonden dag werd het 6tuk terug ontvangen, omdat do zaak niet behandeld was op een „rapport op veizook" ^gjdrukt model, waarop allo mogelijke gegev ,us, den verzoeker betreffend, voorkomon, zcods; einde van don dienststijd, lengte van den verzoeker, klasse van schijfschieten, uiter lijk voorkomen, enz.). Het vorlangde „ïapport op verzoek" werd nu opgemaakt en ingediend. Den volgenden dag verlangde men daar enboven ccn schriftelijk verzoek van den milicien. Dit werd ingediend, geschreven op J vol papier. Den volgenden dag werd medegedeeld, dat dit verzoek op een half vol papiei go- schreven moot zijn. Het alsnu aan do (te voren niet bekendo) oischen voldoende verzoek bereikte einde lijk don commandeerenden officier, dio do beslissing te nemen had, en... word af go- wezen. Geen wonder, dat de schrijver oi bij voegt: „Een ieder, dio onbevooroordeeld dene afhandeling van een zoo eenvoudig' zaak ovordenkt, kan gevoelen welk eei hoeveelheid onaangenaam werk, zoowe. van den sergeant-majoor als ven den ka pitein, hierdoor gcvoidcrd word, cn hoo de gemoedsgesteldheid van dien milicion geweest zal zijn bij hot vernomen van den uitslag, nadat hij, tot hot geven van in lichtingen en hot teekonen van de stukken, vijfmaal op het bureau ontboden was 1" UAAKLEMMbitVJEER. Ondertrouwd: A. J. Speyker on A. Roman. A. Hou bos on J. J.** Vordoes. J. Millonaar en J. Dood. P. J, Yerdoganl en L. van dor Geest. Gehuwd: J. van Bookel wodr. on M. A. van dor Wilt wod. II. C. van Raam en G. M. Knmporman. Bevallen* T. M. Trouwen gob. Van Ooijon Z- W. Bothoven geb. Vastenhout Z. At, i Koorn goh. b'choonrok Z. E, Gouweleouw gob, Kres Z. 0. Kot gob. Von Wieringen Z. AL li. Kamp geb. Do Bonto Z. C. Spoets gob. Schotsman Z. C. Oaworkork gob. Overboek D. E. Koch gob. Broortjos D. Al. Qeertsoma geb. Smit D. W. S. Wilderom geb. Do Krijgor Z. L. vnn Ujjn gob. Kluyt D. W. Q. Willem»® gob. Kees Z. J. N(Jonhui8 geb. Krijgsman D. 0. F. van Kxtor gob. Van Raam Z. E. liooker gob. Piators Z. A. AI. Qiesko geb. Vorbruggen 1 Z. A. Camfferman gob. Standor D. D. Klootwijk geb. Bakkor Z. Overleden: AI. G. don Droejon 7 j. 0. Moolblok 10 ra. E. Snaters# 10 w. G. W. van dor Spruit 11 m. WARAiOND. Goboron: Alaartjo, D. van H. van der Wilk on AI. Barondrogt. Cornolis, Z. van AI. van Niouwkoop on AI. Uulsbos. Catbarina Agatha, D. van Th. W. van Niekerk en P. AL Kerkvliet. dinaal toegevend lachend in zijn armstoel zat en haar bekeek. „Wel? Wat dunkt u?" vroeg zij, rich tot hom kcorendc. „Viaa# jo het mij als iemand, die er. vorstand van heeft?" Zijn spreekstem was even als zijn zing- stem welluidend, maar met een scherpen ntU klank, die er karakter aan gaf. „Steker ala iemand, die raad kan govon,"- zeide zij. „Welnu", zeide hij. Hij nam zijn kin ia' zijn hand, en keek haar nadenkend aan, terwijl de lijnen om zijD mond, „do humo- ristische lijnen", dieper werden. „Welnu, ik geloof dat de veer van voréh wat hoogo» 1 en van achteren..." i „Lieve hemel 1 Ik spreek niet over" mij af hoed," riep Beatrice, „wat zou zoo'n goed oud man als u van hoeden afweten." Hij glimlachte. „Een kardinaal moet ceker van alles ai- weten. Is hij niet „de wijsheid van den ganschcn stam," zooals je dichter Byroii zegt?" Nu lachte Beatrice. „Byron" zei ze meb| een verbaasden blik. De kardinaal wuifde met Je liand, als. teeken van vriendelijkheid. „Nu, Shakespeare dan, als jo dat lievefl hebt. In het Engekch is alles óf van derf een óf van 'den acder. Wij zullen er niofT over twisten. De vraag is alleen of ik com* hoed kan beoordeel en." Hij nam een snuifjb. „Het is schande, dat u geen mooie snuif doos hebt," zeide Beatrioe, naar het houterii leelijke ding kijkende, waaruit hij zich be^ diende. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5