Toiletkosten in Amerika.
mochfc zijn dan de gemiddelde opbrengst
over de laatste tien voorafgaande jaren.
Alles saamgenomen, heeft de Sub-way
jijn ontetaan te danken aan Sir August
Belmont, den voorzitter der „Interbo-
rough Rapid transit Company", aan Sir
M. Macdonald, den commissaris, en aan
den ingenieur William Bearclay Parsons,
den ontwerper der baan.
Hadden deze aanleggers van den kant
der verschillende spoorwegmaatschappijen
financieelen steun verwacht, daarin werden
zij zeer teleurgesteld. Hezen toch weiger
den zelfs de kleinste bijdrage, omdat zij
vreesden voor weinig succes, deels door de
technisoho moeilijkheden van d^n rotsach-
tigen bodem, deels door het gevaar van
verzakking der skyscrapers: de 30 k 40
verdiepingen hooge gebouwen.
Zware tijden had de stoute onderneming
te doorstaan. Sir M. Macdonald zou zijn
waarborgsom, groot 100,000 dollars, bepaald
verloren hebben, ware niet Sir August
Belmont als bemiddelaar opgetreden. Na
vooraf ontheffing to hebben verkregen van
eenige al te bezwarende voorwaarden, had
hij de millioenen van zijn privaat vermogen
veil voor de stichting van den Rapid
transit sub-way."
Een korte beschrijving van het reuzen
werk der Amerikanen is hier zeker niet
misplaatst.
Do ondergrondsehe spoorweg zal zich
uitstrekken over een lengte van 35 mijlen,
d.w.z. 75 kilometers. De gezamenlijke kos
ten van het geheel, met alle bij rekeningen,
zullen zijn 75 millioen dollar, dat is
187,500,000 Ned. of per kilometer
2,600,000.
Het werk is thans zoo ver gevorderd,
dat reeds 32 kilometers geopend zijn voor
het verkeer. Bij den bouw beeft men er op
gerekend, dat er een druk gebruik van de-
zen spoorweg gemaakt zal worden. Daar-
om zijn er breedere wagens genomen dan
op den „Métropolitain" van Parijs; meer
naar het Londensche model van den Elec-
trischen Centraal. Bovendien zijn de cir
kelvormige tunnels gebouwd voor vier-dub-
bel spoor; do twee buitenste dienen voor
het lokaal verkeer, de twee binnenste voor
de sneltreinen.
Natuurlijk zijn de diverse stations ïngc-
l richt naar de laatste eischen des tijds,
daarom loopen zij slechts bij voorkeur on
der de straten der stad, waarvan zij
slechts zijn gescheiden door een aardlaag
of rotslaag van anderhalven meter. Het
gevolg daarvan is, dat men steeds, als do
behoefte zich voordoet nieuwe stations of
halteplaatsen zal kunnen bijmaken.
Naar het voorbeeld van den Londenschen
i sub-way zijn de wagens niet verdeeld in
klassen. Eenmaal op het perron gekomen,
werpt de reiziger zijn biljet in een daar
voor bestemde bus, onder toezicht van een
beambte. Daarna neemt hij plaats en zorgt
er zelf voor, aan de goede halte uit te
Btappen. Indien ergens het spreekwoord:
„Help yourself" g L.t, dan is het zeker in j
Amerika.
De sneltreinen evenals de lokaaltrcinen
zullen uit zes waggons bestaan; daardoor I
is het mogelijk, desnoods 100,000 personen
per uur te vervoeren, indien iedere 2 of 3
minuten een trein afrijdt.
Ten gerieve van het reizend publiek Fieeft
men, om de reizigers niet te noodzaken di
overvolle straten door te moeten gaan,
tunnels geboord naar de boven gron cl schc
hotels en kantoren.
Derhalve zaJ men zoodra het reuzen
werk geheel zal ziju tot stand gekomen, en
ook de tunnel geboord zal zijn onder de
Hudson-rivier, die den Pennsylvania-Rail- I
way verbinden moet met den nieuwen Sub- j
way en den Great-Central uit alle dee-
Jen van Amerika naar eenig hotel van New-
York, naar een kantoor of theater kunnen
gaan, zonder een voet op New-Yorks stra
ten gezet te hebben.
Is het niet meer dan natuurlijk to noe
men, dat de Gemeenteraad van New-York
in het geheel niet ingenomen is met een
werk, dat de reizigers buiten de eigenlijke
stad houdt?"
De verfijnde weelde, -die het toilet der
Ameri kaant che dames kenmerkt, wordt
zelfs voor menige millionnaire langzamer
hand bezwaarlijk vol to houden. Een dame,
die in de groote wereld van New-York
naar de mode gakh ;1 wil gaan, moet in den
loop van het jaar minstens zestig kos-
tumes hebben: vijf w .adelkostumes, vijftien
avondtoiletten, tien japonnen voor diners,
zet van zijdj of dunne wol om te dragen
bij het ontvangen der namiddagvisites, vijf
tien zomertoiletten, rijk met kant bezet, en
ongeveer een half dozijn dunne linnen klee-
dingstukken voor den tijd der grootste hitte.
Nu kosten wandelkostumes van 250 tot
900 guldenzij zijn gewoonlijk zeer eenvou
dig van sniï, maar de eisch, dat ze moetcu
passen als handschoenen, veroorzaakt den
hoogen prijs. Geen deftige damesklcerma-
ker levert avondjaponnen onder de ƒ400,
terwijl 1800 voor een evening-dress vol
strekt geen zeldzaamheid is. De mousselinen
zomerjaponnen kosten 200 a ƒ400; de lief
hebberij voor echte, met de hand gewerkte
kant ïfc' mede een der voornaamste oorzaken
van deze hooge prijzen.
Schoenen koopen de dames gewoonlijk bij
abonnement; per paar zouden zo al min
stens 30 kostennu echter wordt er on
geveer ƒ20 voor betaald. Tweemaal per jaar
levert de schoonmaker zes paar sierlijke
laarsjes of f-choentjes: de leverancier zorgt
wel, dat aanpassen niet noodig is. Het
spreekt vanzelf, dat die twaalf paren slechte
het allernoodzakelijkste is cn dat op di
ners, soupers, badreisjes, enz- nog afzonder
lijk schoeisel moet werden gedragen. Zeer
in den smaak vallen ook de pantoffels met
kant bezet, die gemiddeld ƒ200 kosten.
Ook handschoenen worden bij abonne
ment gekocht; in den laatsten tijd worden
zo met de hand beschilderd, soms zelfs door
bekende meesters. Visitehandechoenen wor
den nooit meer dan éénmaal gedragen van
daar, dat men de dienstboden van million-
nairs altijd zoo deftig geganteord ziet.
Voiles kosten gemiddeld ƒ30, parasols
twee dozijn per jaar' komen op 60 tot
500. Mevrouw Goellet moet soms kousen
hebben van 2500
Is het wonder, dat de toiletkosten dezeT
dames per jaar zeer dikwijls de ƒ100,000 te
boven gaan? Een noo buitensporige weel
de mag in verscheidene opzichten een maat
schappelijk euvel heetcn.
De korte broek voor
gekleed kostuum.
Onlangs werd bericht, dat ,,mcn zich
in Engoland bezighoudt met de vraag over
het opnieuw invoeren van de korte broek
voor gekleed kostuum", en dat „thans een
der heeren van de gioote wereld, graaf De
Carteville, in het St.-James-Theatre" te
Londen verschenen was in korte broek en
schoenen met gespen."
Dat bericht wekte herinnering aan het
opsbel, hetwelk ten jare 1897 in het „Jaar
boekje van Alberdingk Thym" te lezen
stond naar aanleiding van bet feit, dat
toen juist de lange broek of pantalon als
gckl kostuum haai eeuwfeest kon vie
ren.
De schrijver liet toeD al zien, dat ge
zegde modedracht aan algemeenheid reeds
verloren had, wijl ze uit het gelileede kna
pen-kostuum zoo goed als verdwene-i was.
En overigens werd in dat opstel juist geen
roemrijke geschiedenis van de pantalon go-
schetst. ,,De bekleeding tooh van het man
nelijk been", zoo werd onder meer gezegd,
,,met de evenwijdige iuime en lange.oroek-
pijp was, als beschaafde dracht in de
oudheid en de middeleeuwen vrij ongebrui
kelijk, in het laatst der middeleouwcn
slechts komjodie- on maskerade-kostuum,
ca is eerst met de Fransehe Revolutie in
de mode gekomen, als erfstuk der Sans-
c u lotte n".
,,In de oudheid", zoo leest men verder,
„was dese been bekleeding slechts krh'gs- of
—^ggggggiP—g/?
jachtkostuum, en herders- of werkmai
draoht. In het beschaafde Europa der mid-
jdJaleauwen had die: fboklieeding algemeen
den nauwsluitenden vorm, en de wijdere
bleef uitsluitend dracht der armen. Eerst
in de zestiende eeuw vond de pantalon haar
oorsprong in Italië, bij de vertooningen
van zekere volkskomedie, in welke een vier
tal typen van mannelijke rollen optrad,
altijd onderscheiden door kleodij en ma»
kor. Zij heetten: Arlecchmo, Brighella^
Dottore cn Pantalone. De eerste, als har
lekijn nog onder ons bekend, droeg een
pak, dat-het lichaam overal nauw omsloot,
cn uit lappen van allerlei kleur was samen-
genaaid, kort gesneden haar, een masker,
dat voor de helft zwart was, zeer licht
schoeisel en een houten zwaard in den gor
del. Hij speelde de snaakfcche bedienden-
rol, waa gewoonlijk onnoo-zel, somwijlen
dom snugger, en ondeugend tegen de tweq
andere typen, den Pantalone en den Dot
tore. Brighella speelde ook een kncchtsroj
en was gekleed in wit en groenzijn ka
rakter was list en geslepenheid; zijn taai
gekenmerkt door tarcaslische zetten en ba
rokke vergelijkingen. Gewoonlijk dacht Bri
ghella de intriges uit, die hij door Arleo-
chino liet afspelen. Dottore stelde den pe
danten geleerde voor en was gekleed ala
doctor van Bologna; zijn masker had den
neus zwart met roode wangen. Pantaloue
eindelijk is de oude heer, de bedrogen va
der, in de oud-Ycnetiaansche koopmana-
dracht der Zimaera (zwarte lange mantel
rok, samaar, met korte mouwen) en roode,
lange broek.
Dat do Franfcchcn aan dit kleedingstuk
iete hijzonder opzichtigs en kluchtigs ge
vonden moeten hebben, blijkt uit het feit,
dat zij in de 17de eeuw de Italianen spot
tenderwijs P antalons noemden. Wat
echter niet belette, dat zij onder Hendrik
III en Lodewijk XIII zeiven do pantalone
als maskerade-kostüum gebruikten bij dan»
partijen aan het hof. De poging om haar
tot wandelkostuum te maken mitlukte. Daar
ging nog anderhalve eeuw overheen.
In de Fransehe Revolutie namelijk ver
kreeg de pantalon politieke beteeken is te
genover 'de royalistische kniebroek (culot-
te) of korte broekvandaar do spotnaam
van Sansculotten voor hen die pan
talons droegen. Bij de pantalon werd het
korte wambuh, de carmagnole, e"1 meestal
de roode muts gedragen. Aanvankelijk vond
de nieuwe mode slechts ingang bij de dolste
revolutiehelden, de incroyables, terwijl de
ma*sa des volks zioh nog aan de oude knie-,
broek hield, totdat eindelijk Frcderik Wil
lem III van Pruisen in 1797 te Teplitz in(
do lange broek verscheen, en haar tot ge
kleed kostuum verhief.
Dat het intusschen nog lang duurde eer
de lange broek onder alle standen alleen-
heenscheres was, blijkt wel uit een werk
dat in 1841 verscheen. (De Nederlanden,
Karakterschetsen, klcedordragten, houding
en voorkomen van verschillende standen,
200 houtgravuren van Brown.) Daarin
komen minstens elf offioicele typen voor
(de geestelijkheid is daar niet eens onder),
bij welke de kniebroek tot Eet kostuum bo-
hoort.
Als we bij dit alles iD aanmerking ne
men, dat de lange broek, al moge ze zooge
naamd „practisch" weren en veel „onge
rechtigheid" toedekken, op zichzelf geno
men toch allesbehalve schilderachtig en
smaakvol i3 (men kan er gerust schilders
en beeldhouwers op navragen), en als we
zien hoe onze wielrijders op alle manieren
•do pantalon onhinderlijk moeten maken,
dan mag waarlijk op de vraag, aan het
eind van het berichtje gesteld: „of de
nieuwe dracht mode wordt of niet", op
goede gronden ja gezegd worden, misschien
zelfs wel ia dien zin, dat, gelijk we het in
de kinderkostumen hebben zien gebeuren,
alleen do lagere standen ten langen leste
aan de pijp^roek vasthouden. Dan mag ook
vel onze Kol land schc R.-K. geestelijkheid
geprezen worden, omdat zij den goeden
smaak heeft gehad, door alle politieke wis
selingen heen de ante (niet anti) revolu-