PERSOVERZICHT.
FEUILLETON,
No. 13793.
Anno 1905.
Een lid der redactie van „Het Cen
trum" heeft het Kameilid Kolkman,
president der Katholieke Kamerclub, ecni-
ge vragen gedaan over den politiek on
toestand.
Do eerste vraag gold de ooncentratie der
„Unic'Mibeialcn en Vrijzinnig-democra-
J^Ik vind die conoentratie, zooals zij tot
stand gekomen is, gewoon-weg erger
lijk", zeide de afgevaardigde van Rheden.
,De heer Borgesius zit nu niet meer in
het kattebakje van den verkiezingskaros
met de parade-paarden, maar op den bok,
•waar de heer Troelstia afgedrongen ia.
De eerlijkheid had gevorderd, dat de hee-
ren Troelstra en Drucker naast elkander
hadden plaats genomen. Zij willen Grond
wetshei ziening mot een bepaald doel en
krachtens bun beginsel. Maar om het
principe schijnt men zich in deze campa-
gne voor een blanco-artikel 80 in het go-
heel niet te bekommeren."
„Maar de oud-liberalen doen toch niet
mee
„Neen, dat juist niet. Het blanoo-arti-
kcl is üun blijkbaar nog te machtig. Bij de
verkiezingen, en vooral bij de herstemmin
gen, zal echtei wel al wat links is te hoop
loopen".
Daarom meende de heer Kolkman, dat
„bloc" tegenover „blcc", concentratie te
gen over concentratie, moest gesteld wor
den on de zittende leden van de rechter
zijde niet moeten worden bestreden. Te
Loosduinen bijv. mag de anti-revolu
tionaii niet door ec i katholiek, te Hon-
tenisse de katholiek niet door een anti
revolutionair verdrongen worden; daarmee
zou do Regeering niets winnen.
'Een nieuw program achtte do heer Kolk
man niet noodig.
„De wetsontwerpen, die nog onafge
daan zullen zijn, als de vei kiezingen hun
beslag hebben gekregen, vormen feitelijk
ons program van actie voor de volgende
vier jaren. En een flink program ook,
dunkt mij Als deel der meerderheid en der
Regeeringspartij mooten wij op de verwe
zenlijking daarvan aansturen."
Volgens den heer Kolkman was cr
niets bekend van plannen bij dezen of
genen minister orn af te ticden cn zich
weder beschikbaar te stellen voor een
Kamerverkiezing.
Do Tarielwet zou, hoopte dc heer K.,
worden aangenomen. Ei is veel geld noo
dig voor de sociale wetten, met name vo >r
de arbeiders-pensionneering, en hij ver
klaard© niet te begrijpen, hoe de liberalen
het noodige geld willen verkiijgen uit ge
wone belastingverhooging, waar hun geest
verwant, mr. Pierson, als minister verze
kerd had, dat de uiterste grens dei directe
belastingen was bereikt.
Wat de door den heer Treub ontwikkel
de plannen aangaat, zeide mr. Kolkman
nieuwsgierig to zijn, hoe diens denkbeeld,
om de boeren in de bedrijfsbelasting te
betiokken, ten plattelande zal worden ont
vangen.
De heer K. weerlegde daarop het verwijt
van den schralen oogst-, die na afloop van
de vierjarige periode van de werkzaam
heid dezer Regeering zal woideD binnen
gehaald.
Men doet zijn best om de Lager-onder-
wijs-novolle nog vóór de verkiezingen af
te doen. Zoo werd door den heer Talmo,
vooizittor der Commissie van Rappor
teurs, niet ingegaan op hot vorzoek van
het lid dier Commissie, den heer De
Stuers, die'ziek was, om uitstel van be
handeling.
„Maar of daarom „het ontwerp vóór de
verkiezingen in openbare behandeling
komt, is een kwestie van tijd cn omstan
digheden. Ei valt nog zooveel te doen I"
„En de -olgordc?"
„Als de Kamer deze maand bijeenkomt,
ia eerst het arbitrage-verdrag met Dene
marken aan de beurt. Dan het arbeidscon
tract (denk aan het „spicektalent" der
socialisten Vervolgens het ontwerp der
onderwijzcrs-pensK en. Dan de Hooger-
onderwijs-wefc en de instelling van land
bouwraden. Denk u dit clles cn vraag u
zelf dan af, of er nog veel tijd zal ovei-
blijven voor andere zaken 1"
Over het plan van eenige dames, zich
beschikbaar te stellen tot het g ev e n van
raad en inlichtingen aan vrou
wen in zaken van rechtskund igen
aard, wordt een en ander gezegd in
„Belang en Recht" van 1 Februari.
De redactio van dit blad had mr. Van
Dorp om eenige nadere toelichting van
haar meening verzocht in verband met
hetgeen zij indertijd in het „Sociaal
Weekblad1' van 13 Juni 1901 had ge
schreven over de „Rechteschutzstclle"
door vrouwen in Duitsche steden.
Onze vrouwelijke rechtsgeleerde acht
het denkbeeld van andere hulp, raad en
voorlichting in rechtszaken dan dio van ad
vocaten alleen, eon denkbeeld van de
grootste sociale beteekenis en van steeds
stijgend belang bij den toenemenden om
vang onzer wetgeving, waarbij vooral de
minvermogende betrokken is. Rechtskun
dig advies aan de onbemiddelde vrouw
ma-akt van dit onderwerp een onderdeel
uit; het optreden der „Rechtsschutzstel-
len für Frauen" werd in Duitschland alge
meen toegejuicht.
Mr. Van Dorp meent verder, dat de
kostelooze bijstand van den advocaat in
bet geding de behoefte aan rechtskundigen
raad niet bevredigt. Velen weten niet tot
wien zij zich moeten wenden en hebben al
lereerst daartoe voorlichting! noodig. De
groote massa van onontwikkelden kent-
den weg niet, waarlangs zij hulp moeten
zoeken; die hulpeloosheid sticht groote
ellende en het is dus wenschelijk daaraan
te gemoet te komen. De gevorderde hulp
zal tot meer vrouwen komen, zoo zij ook
van vrouwen komt, en dus verdient het
toejuiching, dat vrouwen dit sociale werk
ter hand nemen. „Zij noemen zich niet
rechtskundigen, d.w.z. zij zijn geen juris
ten van haar vak, geen meesters in de
rechten; maar zij bedoelen dan ook niet
rechtskundig advies te geven, in plaats van
den jurist te treden. Zij willen slechts als
ontwikkelde vrouwen, die, zooal geen vak
kennis, dan toch een summier inzicht in
onze wetgeving hebben, voorlichting ge
ven."
Mr. Van Dorp ziet in dat alles slechts
een begin. Wat zij wenscht, zou zijn een
net van georganiseerde bureaux over het
gcheele land, bestaande uit vrouwen, die
voor het meerendeel één of twee jaar colle
ge aan de universiteit gevolgd hebben e:i
bijgestaan door enkele jurist-en. Mr. Van
Dorp acht zoodanige vrouven genoeg «>p
de hoogte om de gevallen te onderkennen,
waarin zij zeiven raad kunnen ge /en of lot
de competente raadslieden inoïten oerwij
zen. In dergelijke tegemoetkomende hulp
wordt grooter vertrouwen gesteld dan de
knapste jurist kan afdwingentegenover
dozen is meest wantrouwen aan het woord.
En „dit vertrouwen is een sterke factor
in de sociale beteekenis dezer instellin
gen."
Het „Weekblad van het Recht",
dat een afkeurend oordcel uitsprak over
het plan der dames, merkt bij het boven
staande het volgende op:
„Wij treden thans niet in de kwestie te
rug, hoezeer zij daartoe zou Iverleiden
Slechts één vraag: Kan het nuttig zijn een
wantrouwen waarvan wij trouwens het
bestaan betwijfelen aan te moedigen in
den raad van werkelijk bevoegden en te
bevorderen vertrouwen in de adviezen
van vrouwen, die met een summier inzicht
in onze wetgeving voorlichting geven?"
Onder het opschrift: „Goede tac
tiek" schrijft „De Standaard":
„Onlangs wezen wo er op, dat er wel
aanleiding is, om ditmaal met het voorloo-
pig stellen van candidaten niet te wachten
tot de Deputaten-vergadering bijeen was
geweest.
Natuurlijk sloeg dit alleen op die dis
tricten, die nu reeds een candidaat der
rechterzijde naar de Tweede Kamer af
vaardigen.
Allengs toch is men het daarover wel
eens goworden, dat het geen zin zou heb
ben thans in zulke districten opnieuw een
strijd uit te lokken, of de zetel zou gegund
worden aan den anti-revolutionair, een
christelijk-historische of een roomsch-ka-
tholiek.
Wat reeds hier en daar opdook, dat men
nogmaals boproeven wilde elkander een
zetel af to snoepen, zou geen ander resul
taat hebben, dan dat de zetel gevaar liep
naar links over to gaan.
Op goede tactiek komt hier alles aan, en
eenmaal in coalitie, moet elk der drie ver
bonden partijen den cisch van alle coalitie
naleven.
Maar anders staat het in districten, die
thans links zijn; zete.s, die we nog verove
ren moeten.
Ook zulke zetels zijn er in belangrijk
aantal; en de hoop is geenszins gering, dat
in Juni een zevental van deze zetels van
links naar rechts zullen overgaan.
Doch juist voor deze zetels moeten nu
nog candidaten worden gesteld.
Bij goede coalitie toch is het eisch, dat
men over deze zotels onderling overleg
pleegt.
Zulk overleg kan alleen gepleegd door
enkele verkoren mannen, die door de drie
Centrale Comités zullen worden aangewe
zen.
Dezen zullen dan een zeer moeilijk pro
bleem hebben op to lossen.
Maar juist daarom is het zaak, dat men
aan deze mannen het overleg niet door
overijlde handeling bijna onmogelijk ma
ke.
En daarom kan ons advies geen ander
zijn, dan om in deze districten rustig af ie
wachten, wat vrucht en uitkomst van dat
overlog zal zijn."
De „Goesche Courant" heeft in
een der bladen gelezen, dat dc R.-K. poli
tieke propagandaclub te Utrecht besloten
heeft de vereeniging den naam „Aalber-
s e" te geven.
Naar aanleiding daarvan schrijft het
blad:
Dit voorde ons tot de conclusie hoe wei
nig er tegenwoordig voor noodig is, om bij
de clericalen beroemd te worden. Mr. Aal-
berse is ontegenzeglijk een ontwikkeld en
knap man, maar als zijn bescheidenheid
evenredig is aan zijn knapheid, kan hij
door dit bewijs van hulde, dunkt ons, niot
aangenaam getroffen zijn. Hij zal zelf be
seffen, dat men om zijn naam als schild
van een politieke club te zien, een grooter
politicus dient te zijn dan hij nog is.
Bij de anti-revolutionairen gaat het
beroemd wordeD nogal vlugger; een mr
Sybrandi, die een paar jaar geleden nau
welijks bij name bekend was, ziet zich na
zijn geruchtmakende redevo ringen terstond
een Kamer-candidatuur aangeboden.
Dat is een bewijs van weinig timmerhout
aan die zijde en het kan «en aansporing
zijn voor jongelieden, die eenmaal van die
richting zijn, om zich toe te 1 eggen op dc
politiek.
Hier is op zichzelf niet veel tegen, maar
anders wordt het, wanneer een regeering,
door bij voorkeur baantjes te geven aan lo
den van een bepaald kerkgenootschap, ook
al zijn dezen daarvoor niet berekend, jon
ge lieden in de verzoeking brengt het ge
loof te misbruiken tot wereldscho doelein
den
Dan wordt het bedenkelijk.
Zoo kennen wij, om eens een voorbeeld
te noemen, een gemeente van circa acht
duizend zielen, waarvan de overgrootc
meerderheid liberaal is, aan wior hoofd
deze Regeering een man heeft durven stel
len, die het op zijn dertigste jaar nog niet
verder had gebracht dan tot volontair op
een dorpssecretarie; een man, wiens weten
schappelijke ontwikkeling gelijk nul is,
docb die tot de Gereformeerde Kerk be
hoort
In de Raadsvergaderingen hoor men de
zen edelachtbare spreken van „gratisfica-
ties"; hij verzekert u soms, dat hij in een
moeilijk „karpet" zit; hij deelt mede dat er
een aanvraag is ingekomen van een hande
laar in limonades en gracieuze dran
ken; spreekt over n i m i n u m-loon, enz.,
enz.
Dit alles wordt nu niet medegedeeld uit
speculatie op den lachlust onzer lezers
hot zou trouwens een goedkoope speculatie
zijn maar alleen om him een blik te
gunnen in het wetenschappelijk peil van
dezen burgemeester, wiens particuliere
briefjes dienst zouden kunnen doen bij wij-
zo van cacographie op lagere scholen.
Dit is het diep treurige: nipt, dat voor de
lidmaten der Gereformeerde Kerk alle
ambten bereikbaar zijn, maar dat er voor
het verkrijgen van die ambten veelal niets
anders noodig is dan dat lidmaatschap.
Een dergelijk systeem moet noodzakelijk
tot huichelarij leiden. Dat verleidt jongelie
den zich een witte das om te doen en, on
der don schijn van vroomheid, to trachten
zich to vergewissen van de dingen, dio
des tcgenwooidigen levens zijn.
Dit is ook mede een der punten, waarom
deze Regeering verderfelijk wordt geacht
voor ons volk, omdat zij do karakters bo-
dorffc.
„Do Tijd" schrijft:
'fc Schijnt, dat in een paar districten
pogingen worden aangowend, om oen z i t-
tingnemond (hebbend) 1 id der rech
terzijde door eon andor te vervangen.
Het komt ons voor, dat al zeer krachtige
en afdoende redenen moeten aan te vocicn
zijn, om dergelijk streven te rechtvaardi
gen.
Geheel op eigen autoriteit ruogo daartoe
geen enkelo kies re reen iging overgaan 1
Men bedenke, dat het geheel gaat boren
een deel 1 Een partieelo overwinning zou
te duur gekocht zijn, als de eindoverwin
ning in den bcslissenden veldslag, welke in
Juni a.s. moet geleverd worden, daaidoor
in gevaar zou worden gebracht.
Indien ergens of ooit, aan zekor bestaat
hier voor kiesvereenigingon, in welko de
kwestie van vervanging van een zitting-
nemend (hebbend) lid zich opdoet, alles
zins aanleiding zich om advies to wendon
tot het bestuur van den onlangs opgerich-
ten Algcmeonen Bond van R.-JöL Iviesver-
eeuigingen.
Alleen, nadat do politieke verhoudingen
orei het gcheele land, mot slechts die in
een onkel district, overzien zijn, mag een
L^slisnug genomen worden, dio bij beviien-
de partijen vorbittering opwekken kan en
daardoor tot tweespalt aanleiding zou kun
nen geven,.
De heer A. K(crdijk) schrijft in het „So-
ciaal Weekblad":
„Er 'doet zich op dit oogenblik een oo n-
fliot voor, binnen onze (sociaal-domo-
cratitcho) partij, tusschon paitijge-
nooton in dc Kamer en daarbuiten, dat in
zijn gevolgen mistjohion tot ernstiger dingen
aanleiding kan geven, dan men thans zou
vermoeden."
Aldus, in „Het Volk",' do heer Spiek
man mot liet oog op het gewijzigde wets
ontwerp Arbeid scon tract.
Volgons don heer Tak „zijn er wat ver
anderingen gemaakt", maar „do aange
brachte verbeteringen komen in onvoldoen
de mate te gemoet aan de rechtmatige ver
langens der arbeiders". „Het geheel is een
zuiver kapitalistisch stuk woik gebleven".
„Deze nieuwe wet cal don arbeiders worden
opgedrongen als een nieuwe last, onder do
vermomming van een weldaad". Do Minis
ter moet dan ook „stuiten op do besliste
uitspraak der arbeiders" En wie hun wijs
maakt, dat door het web-worden van dit
ontwerp „werkolijk veel zal bereikt zijn",
„tracht hen te bedriegen". Vooral wegcn3
het feit, dat dc rechlrcpraak zal blijven bij
don kantonrechter.
Juist dit weegt bij den heor Spiekman
zelf wat minder zwaai Want al „komt een
aparte rechtspraak, waarin leeken rechte re
en dus ook werklieden zitting hebben, hem
oneindig sympathiek voor"tooh erkent
hij: „de prooeduio is zeer vereenvoudigd,
on waar dat het geval is en wc onze Bureaux
voor arbeidsrecht gereed hebben om voor
de arbeiders op te treden, zou er in menig
opzicht in, veigclijking met nu, een betere
verhouding kamen". Niettemin wil ook hij
van het Regeeringsontw p uiet weten. Zijn
standpunt is dat van hot orgaan der Duit-
echo jonkers, do „K r c u z z e i t u n g"„een
werkstaking staat met een oorlog gelijk, en
het algemcono recht houdt met den oorlog
op". Daarom rijn do, in het gewijzigde wets
ontwerp wel is waar tot een minimum te
ruggebrachte, maar toch niot gehéél vorval-
len bepalingen omtrent staangeld en op
zeggingstermijn voor hem dermate uit den
booze, dat ook hij het wetsvoorstel „onaan
nemelijk" verklaart: „voor feilo appositie
bestaat nog wol degelijk alle aanloiding."
Dilt echter betwist on ontkont do heer
Sahapor: mot name wat dit laatste punt
betreft. Want juist dio „groote steen vlos
aanstoots is veerdwenen". Ook overigens
hooft volgons hem „do arbeidersbeweging
goeddeels gezegevierd". Zijn slotsom is:
„Nog staan er minder goodo 'dmgon in hot
wetsontwerp, maar voorworp van folio op
positie kan heb nu niet moor zijn, en do
sociaal-dcmooratische Kamerleden zullen
nu rustig kunnen overwegen, hoe zo ten slot
te zullen stemmen".
Of ik geloof, dat het, als heb in de Ka-
mor tot een beslissing komt over hot wets
ontwerp, zoo'n vaart zal loopen met heb
„conflict", waarop de heer Spiekman doek
Neen, dat geloof ik niet. Ook /ondor dat
het heilig oonoilie van hot partijcongres di
onfeilbare waarheid vaststelt, zal bij do
stemming de heerlijke censgezindhoid van do
sociaal-d emoe ratirwlto volksvwtegenwoordi-
gers wel blijken. En alt* do nood aan dei
man komt-, ook dan cal deze of gene «ol oven
uit do zaal wegloopen, zoools onlange do
heor Van Kol deed.
Maar het ernstige verschil van oordeel,
dat cr busschen do vrienden is', mocht, toch
wel worden geconstateerd.
CELEBES?
Do correspondent .«n do „N. R. Ct." to
Batavia tcindc Zaterdag:
„Mórgen vertrekt resident Brugman
mot- 30 man onder luitenant Davis por
„Borneo" naar Kondari, om den Bonischcn
prins Pa Tanfa en 70 volgelingen to arros-
tooren te Kendari, waar zij het dor bevol
king lastig maken."
Het blad toekent daarbij aan:
Kendari is de naam van een uit houten
lnusjoa opgetr kkon onaanzienlijk plaatsje,
gelogen aan de baai van Kondari (ook wei
Votmaer-baai gohcoten,) een smalle, inbiun
aan dc Oostzijde van het Zuidoostelijk
schiereiland van Celebes. Plaatt en baai
behooren tot hot rijkje Kcnu.a-i, dat doel
uitmaakt van do vcreenigdo landschappen,
die tc zame bet landschap Laiwoci vormen.
Vorst en rijksraad (hodat) van Kendari
vonmen het hoofdbestuur van Laiwoci.
Een der ernstige grieven tegen den vorst
cn do rijksgrooten van Boni is, dut rij
zich telkens wederrechtelijk mengen in do
aangelegenheden van naburige rijkjes en
dc bevolking daar voxccren. Daarover
werd den vorst reeds meermalen de ernttigo
ontovredenhoid van ons bestuur betuigd.
Kendari genoot reetb in Maart 1903 de twij
felachtigs eer van hot bezoek van Bonisclic
zendelingen, dio de bevolking daar overlast
aandoden cn door den gouverneur van Ce-
lobos daar werden aangetroffen. Bij die ge
legenheid viel don gouverneur tevens een
formcolo lastbrief van Kraöng Sogeri in
handen.
Gelet op dit feit cn het stadium, waarin
het Bonifcche vraagstuk thans verkeert,
heeft het geseinde feit een ongewoon ern
stige beteekenis en draagt vrijwel hot ka
rakter van een uitdaging, die, zoodra de
gunstigo tijd daarvoor 's aangebroken, wel
mot een militaire oxpeditic zal worden be
antwoord. Dc ingewijden hebben dan ook
niet ernstig goloofd, dat do Bonischo po
tentaat voor minder krachtigj argumenten
zou bezwijken.
De „Borneo", dio resident en troepen
naar de baai van Kendari zal overbrengen,
is een flottieljevaartuig van de Indischs
militaire mnrino, zoodafc ook de marinc-
1 an dingsdr visie van dat schip zoo noodig
hulp zal kunnen verlcenen. Het detache
ment infanterie is geleverd door het garni
zoensbataljon van Celebes, Mcnado on
Timor.
ZIJN NOVELLE.
i)
„Wol," voelde Peter zich gedwongen te
verklaren, „ik geloof wel, dat Marietta
ook onvermoeid luisteren kan. In één op
zicht heeft zij mij slechts teleurgesteld.
„O?" zeidê do Duchessa op vragenden
toon.
„Zij verzekert mij, dat zij geen dolk in
haar gordel draagt, zelis nooit van zoo
iete gehoord heeft," zoido Peter. „Nu zul
len wij eens zien," zeide hij tot zichzelf,
„of onze gastvrouw ook op dc hoogte der
moderne literatuur is."
Do Duchessa lachte maar weer. En het
scheen wel, dat zij op de hoogte der mo
derne literatuur was. Ten minste- „Dat
zijn „onze Lombardische landmeisjes langs
de kust", herinnerde zij hem. „Wij zijn
vreedzame plattelandsbewoners, mijlen ver
van zee af. Maar u moogt toch wel op uw
hoede zijn," Zij schudde waarschijnlijk het
hoofd. „Iecereen zegt hier, dat de oude
Marietta tooveron kan."
„Als zij tooveren kan', zeide Peter bo-
daard, „zal zij dubbel nuttig voor mij zijn.
Ik ga het dadelijk probeeren als ik thuis
kom."
„Wilt u haar met wijwater besprenke
len?" lachte do Duchessa. „Pas maar op.
Wanneer zij in_ een zwarte kat verandert
en op een bezemsteel wegvliegt, zult u het
uzelf nooit kunnen vergeven."
En claarop ging zij in haar rijtuig, door
paar jonge gezellin gevolgd.
De vurige paaiden doden hun tuig rin
kelen. De lakei klom achter op het rijtuifl
en het rolde weg.
Maar Peter stond een gansche minuut
onbeweeglijk op den drempel, keek naar
rechte doipsstraat-, met haar popols. baar
brug, haar oud steencn huis, haar onregel
matige ro6e en gele huisjes; een straat, die
alleen maar in een „opéra bouffc" moge
lijk scheen. Een kleine stofwolk vloog ach
ter het rijtuig op, een kleine witte stof
wolk, die in de zon tot zilveren nevel werd.
„Ik geloof iemand te kennen, die mis
schien niet tooveren kan, maai wel betoo-
verend is", reide hij eindelijk. En toen
ging hij, diep in gedachten, het postkan
toor binnen.
VI.
Toen hij op zijn villa terugkwam, vroeg
hij Marietta, wie het aardige jongo meisje
mocht zijn.
„Dat is Signorina Emilia", zeide Ma/
r'ietta dadelijk.
„Wezenlijk en waarlijk?" vroeg hij.
„Ong", bevestigde Marietta met den
daarbij behoorenden hoofdknik, Signorina
Emilia Manpedieen nichtje van den Du
chessa".
„Zoo", zeide Peter.
„Ja, een arm nichtje; zij is zoo goed als
een aangenomen kind."
„Men zou daaiuit afleiden, dat Duches
sa's hart op de rechte plaats zit."
„Ga", bevestigde Marietta.
„Wat kan mij ook de rechte plaats sche
len riep hij^uit. „Wat geeft het of ik al
vertel, dat haar hart op dc rechte plaats
zit, als die rechte plaats toch onbereikbaar
is?"
Mari-tte keek buitengewoon verschrikt.
Hij leefde in rijn tuin, bleef er voortdu
rend aan de rivierzijde, hij maakte een da-
gelijksche wandeling naar het postkantoor
cn verwaarloosde geheel en al het werk,
waarvoor hij op dit kalme plokje was- geko
men. Maai er ging een weck voorbij cn
zelfs de schaduw van de Duchessa kreeg hij
niet te zien.
Des Zondags maakte hij den zonnigen
heuvel ach tégen weg naar de kerk, niet al
leen voor de fcwee Missen, maar ook voor de
Vespers en het Lof.
In geen van deze godsdienstoefeningen
wat- zij tegenwoordig.
Wat een heidin riep hij uit.
VII.
In het kasteel, op het hoog» marmeren
terras, waar clematis cn jasmijn zich om
de kolommen wonden, waar in groot mar
meren vazen oleanders bloeiden, die hun
roode bloesems rond zich strooiden, wan
delde Beatrice heen cn weer; zij was yóoï
het diner gekleed, geheel in het wit met
parels in hour haar en parels om haar hals;
rij lat* een brief.
„Er is een Petei Marchdale, ik weet
niet, of het jouw Peter Marchdale is, bes
te, maar de naam is niet algemeen een
zoon van den onlangs overleden mr, Archi
bald Marchdale, Q. 0., c-en neef van den
ouden generaal Marchdale, te Whitsiohe.
Een zeer geziene, ouderwetscho Norfolk-
schc familie. Ikzelf h b den man nooit go-
zien; maar men vertelde mij, dat hij zich
amuseert met reizen cn boeken schrijven
(novellen, geloof ik), dio niemand, zoover ik
wcot, ooit leest Hij schrijft onder een
pseudoniem Felix Mildmay of Wildmay.
Hij ging corst in de diplomatie, was atta
ché in Berlijn of in St.-Pctersburg of daar
ergons. Of hij nu ei uitliep of cr niet go-
schikt voor was, dat durf ik niet zeggen.
Hij zal zoowa*t in de dertig zijn en over een
dluibond pond 's jaars hebben to beschik
ken. In ioder geval, zijn vader was bij do
balie zeer ge-zieh cn zal wel gooi wat nage
laten hebben. Het eenige, wat ik nog meer
van hem weet, is, dat hij een groot vriend
is van die geestige Margaret Winchficld,
hetgeen bewijzen kan, dat hij, ofschoon
schrijver zonder naam, in den omgang toch
wel goede eigenschappen moet hebben,
want mevrouw Winchficld voelt niet veel
voor alledaagschc mannen. En daar gij dat
ook niet doet, wel „verbum sat", zooals
mijn broertje Freddie zegt."
Beatrice keek over de zonnige laan met
haar schaduwvolle boomen, kleurige bloem
bedden, marmeren banken en nagebootste
ruïne; over het meer met glijdende schepen;
over de vallei, naar Monte Sfiorito cn de
diep blauwo lucht daarachter. Zij plukte
ten takje jasmijn cn streek de koele witte
Uoesems langs haar wangen, terfrijl zij den
tieten geur inademde.
„Een schrijver, een uovcllensehrijver zon-
ïcr naam" zei zo nadenkend. „Wel, wij zijn
novellen-lezers zonder naam. Ik zal naar
Londen schrijven om de werken van mi.
Felix Mildmay-Wildmay."
VIII.
Op Maandagavond vroeg de oude Marict-
to, terwijl zij hem na zijn diner vruchten
bracht: „Wil de Signorino koffie hebben?"
Peter zag naar de vruchten, vijgen en per
ziken, zeer nauwkeurig gerangschikt om een
tros doorschijnende, gclo druiven.
„Zijn dit do voortbrengselen van mijn
eigen wijngaard en vijgeboom?' vroeg hij.
„Ja, Signorino, en ook van uw perzikc-
boom."
„Perziken groeien niet aan vijgebooinon,
bè?" vroeg hij.
„Neen, Signorino", zeide Marietlc.
„Noch druiven aan distclen. Waarom
niet?" zeide Hij.
„Dat is niet natuurlijk", zeide Marietto
vertrouwelijk.
„Marietto Cignolcai", zeide Poter
streng, haar doordringend aanziende; „men
heeft mij gezegd, dat jo tooveren kunt."
„Neen," zeide Marietto eenvoudig, zonder
verwondering, zonder ontroering.
„Ik begrijp het wel", hield hij vol. „Ont.
kennen hoort er bij. Maar ik zal jo niet met
wijwater besprenkelen; wees dus maar niet
bang. Daarbij wanneer j'e iets vreeselijkfl
zou doen, in een zwarte kat veranderen en
een bezemsteel wegvliegen, bijv., zou A
het mijzelf nooit kunnen vergeven. Maar ik
zou toch wel eens willen, dat je je toover-
macht voor mij gebruikte. Jk heb iets verlo
ren, kostbaarder dan robijnen, kostbaarder
dan fijn goud."
Mariet-te's gelaat drukte een geweldigen'
schrik uit.
„In dc villa? In den tuin?" riep zij ang
stig.
(Wordt t 'rvolgd.)