c Ko. 13778. Anno 1905. FEUILLETON. De Johannes-Passion. In het algemeen is er natuurlijk allee Ijroor te zeggen een werk als dit in een kerk !te doen uitvoeren. En op welke zou het •oog van hot bestuur der Leidsche Toon- jkunstafdeeling eerder vallen dan op de mooie, groote Hooglandscho kerk, waar in (vroeger tijd door de „Leidsche Zangveree- niging" van Wetrens ook menigmaal be- j roemde uitvoeringen van gewijde muziek hebben plaats gehad'! Een grooter aantal jnienschcn konden nu van repetitie en uit- .voering genieten- En bovendien: deze Pas- Bionsmuziek behoort in zulk een niet-we- Boldóohe, stille ruimte met haar hooge ge- wclven. Maar in deze koude en met deze plaatsing van koor en orkest gelijkvloers in het zoogenaamde koor deden zich toch ook de slechte zijden van de locali- teit niet weinig gevoelen. Velen zullen bij zichzelf de verzuchting geslaakt hebben: „zaten wij op dit oogenblik maar in de goed verwarmde Gehoorzaal." En niet al leen om de temperatuur. Vooral ook om ,don klank. Er zijn in deze kerk verscheiden 'godeolten, waar men nu slecht aoordc, waar bet to veel resonneert en do geluiden door heen golven, en alles te mat en zielloos klinkt. En met al zijn uitnemende eigen- Behappen heeft het Leidsche koor took één gebrek: het is eigenlijk to zwak voor een jwerk als dit in een ruimte als deze. Nooit 1 kreeg men eens, ook waar het dringend ver- '©Lscht werd, den indruk van een fortissi- i mo, of zelfs zelden van een forto. Zoo was 'het beginkoor (bij do herhaling ging het .trouwens beter) al zeer mat. Het koor: ^„Laszost du diesson los" werd ook te veel [door het orkest overstemd. In een zaal zou ook de heerlijke begeleiding van hot Ario so voor Bas: „Betrachte, meine Seel' veel meer aangegrepen hebben. Er zal wel een reden zijn, waarom men \lde uitvoerenden hier geplaatst heeft, en niet zooals vroeger (naar het schijnt) in het kruis of onder het orgel of van de zijde van de Hoog! Kerkgracht op een grooto ©n oploopende verhevenheid. Maar naar wij vernamen konden nu de zangers met die geweldige ruimte boven on om hen dikwijls een groot aantal maten achtereen noch van elkaar, noch van het orkest of orgel iets verstaan, en omgekeerd. Dat moet een ge voel van onzekerheid geven en ook niet bevorderlijk zijn voor de samenstemming en bezieling. Inderdaad liet het invallen, de rhythmisohe vastheid, de samenwerking vau koor en orkest naar het ons voorkwam, Dog wol eens een enkele maal te wensohen ©ver. Met dat al zijn wij bijna den geheelen avond sterk onder den indruk geweest van Baoa s onvergetelijke, diepe, reine en ver hoven muziek. Het koor onder de leiding van den heer Dan. de Lange zong over het geheel uitnemend. Bijzonder mooi klonken: „Sei gegrüsset, liober Judenkönig" en het prachtige: „Ware dieser nicht ein Uebel- thatcr" en dan niet te vergeten liet heerlij ke slotkoor. Ook do koralen meest allen a cappella, waren steeds zuiver en edel van klank en werden vaak met ontroerend ge voel gezongen. Jammer, dat de vrouwen- Bternmcn (met name do sopranen) tegenover de mannen stommen niet sterk genoog zijn- Vooral hinderde dit b. v. in het overigens indrukwekkende „Wir diirfen Niemand tödten." Ook in de keuze der solisten was men gelukkig geweest. Mevrouw Oldeboom maakte, hoewel wij niet gelooven, dat zij door den aard harer stem voor deze muziok do meest aangewezen vertol kater is, toch door haar mooi geluid en talentvolle voor dracht in de beide sopraan aria's een gun- Btigen indruk. De begeleiding der houten blaasinstrumenten bij de laatste was niet geheel zuiver. Mevrouw De HaanManifarges had ©veneens twee aria's te zingen. Waar het aan lag, ia ons onbekend, maar in de eer ste van deze maakte de andora zoo klank en zielvolle altstem der zangeres niet den minsten indruk. Alles was even zwak en kleurloos. Zeer mooi daarentegen was do laatste, met de droevigo oello-begeleiding. Voor den heer Rogmans was de heer Renaud ingesprongen- Dezen zanger met zijn mooi getimbreorde, zuivero tenor-stem hebben wij ondanks zijn niet zeldzame ver gissingen met erkentelijkheid de veel- eischcndo tenorpartij hooren vervullen. In de hcorlijko aria „Ach, mein Sinn" de aria's waren over hot algemeen niet de glanspunten van deze uitvoering kon hij ons echter niet bevredigen. Hier was de klank zwak en viel ook misschien door het onverwachte van dit optreden. een groote onzekerheid waar te nemen. De heer J. zong zeer verdienstelijk met goed klinkende stem de Pilatus-partij. En eindelijk hebben wij nog te spreken over den heer Van Oorfc, die de vroeger gere geld door Meaaohaert zoo bewonderenswaar dig gezongen baspartij vervulde. Deze jongo Utrechtsche zanger, die in den laafc- eton tijd steeds meer door zijn mooie stem en bijzonder warme, gevoelige, echt muzi kale voordracht de aandacht op zich ves tigt nog onlangs moet bij te Rotterdam bij een uitvoering van Elgar's Apostel ook naar het oordeel van den aanwezigen com ponist een der hoofdpartijen op zeer aan grijpende wijze gezongen hebben deze zanger heeft op ons door zijn hooge, reine diepernstige weergavo van Jezus' woorden in do eerste plaats, maar ook verder een grooten indruk gemaakt. Ongetwijfeld zou den zijn aria's in een andere localiteit ook noj beter en voller geklonken hebben. Bij het buitengewoon moeilijke „Kilt, ihr angc- fochtnen Seelcn" betreurden wij het ook zeer, dat door de groote ruimte zooveel van de werking verloren ging en de klank zoo weinig tot ons sprak. Het „wohin" van het koor had meer van een verlegen gefluister dan van een angstig klagend vragen. Ten slotte mag een woord van dank aan het Utrechtsche orkest voor de over het algemeen uitnemende begeleiding niet achterwege blijven. O. Gemcenieraad van Hazerswouda. Afwezig met kennisgeving de heeren A W. Straathoff, A. de Jong, G. C. de Joug en J. B. Wesselingh Sr. Voorzitter de burge meester: mr. C. S. van Dobben de Bruijn. Opening met gebed. Lezing en goedkeuring der notulen. Ingekomen stukkenlo. Goedkeuring van de kohieren van den H. O. en der honden belasting dienst 1904. 2o. Missive van mej» J A. Rosbergen te Boskoop, houdende dankbetuiging voor het in haar gesteld ver trouwen, dankbetuiging voor ontvangen be noeming, terwijl zij tevens mededeelde, dat zij wellicht met 1 Februari in functie zou kunnen treden. 3o. Missive van Ged. Sta ten, houdende mededeeling van den minis- tor van Binnen! Zaken betreffende de uit- keering in de kosten van het openbaar on derwijs in deze gemeente, welke uitkeering over 4 kwartalen plus minus 7000 gld. be loopt. 4o. Mededeeling van heeren regenten van het St.-Jozefs-Krankzinnigengesticht te Delft, houdende mededeeling van het over lijden van den ten koste der emer :'.o Ha- zerswoude verpleegde Gerard Brouwer. 5o. Proces-verbaal der kasopneming bij den ge meente-ontvanger, den heer W. van der Poe! 6o. Mededeeling van Ged. Staten na mens den minister van binnenlandsche za ken betreffende een verschil tusschen bet inzicht van sommige gemeenten en de be doeling dor Wet betreffende de reductie aan tappers, die van Zaterdagavond 6 urea den. De verordering, in de vorige vergade ring voorloopig vastgesteld, wordt i.a dien tot Maandagmorgen hun zaak gosloten hou geeBt gewijzigd. Met de aanneming dier wijziging was men reeds met punt 1 van de agenda klaar, ter wijl de overige ingekomen stukken voor kennisgeving waren aangenomen. Punt 2 der agenda was een uitvloeisel der Woningwet en betrof het maken van een verordening op den bouw van woningen binnen onze gemeente na 1 Augustus 1905. D© voorzitter was van gevoelen, dat het nut tig kon zijn, met die zaak nu reeds een aanvang te maken, aangezien, èn de gezond heidscommissie èn de Inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht nog inzage van de bouw- en woningverordening moeten hebben, voor zij definitief kan worden vast gesteld. De verordening, door den Voorzitter in bespreking gebracht, bevat in verschillende artikelen de navolgende bepaling. Iedere woning, die na 1 Augustus 1905 ge bouwd wordt, moet een grondvlak beslaan van minstens 24 M2. Daarvan moet een woonkamer worden afgenomen van minstens 16 M2., die geen slaapstee, kasten of berg plaatsen voor levensmiddelen mag bevatten. De overige 8 M2. kunnen benut worden voor genoemde zaken, als slaapplaatsen, berging, enz. Een portaal van minstens 1 M2. moet het woonvertrek van do straat schoiden, ten eindo den kouden wind te beletten, zich onmiddellijk in de woonkamer te versprei den. De woonkamer moet hebben een hoogte van 2 M. 85, terwijl de zolder van een be schoten kap moet voorzien zijn tor hoogte van 2 M en rustende op een borstwering van minstens 60 cM. Ieder huis moet voorzien zijn van een stankvrij privaat, hetzij binnen of buiten de woonruimte; maar in geen geval mogen meerdere gezinnen van hetzelfde privaat ge bruik maken. Ook moet ieder huis voorzien zijn van een regenbak van minstens 2 M3. en een beerput van minstens 1 M3. Regen put en beerput mooten minstens 3 M. van elkaar liggen. De aanbrenging ran licht en do luchtvorvcrsching moet zijn naar genoe gen van B. en Ws. Do buitenmuren der min ste huizen moeten nog van een heelen steon dik zijn, d. i. 18 cM., terwijl grootere hui zen van anderhalven steen moeten worden gebouwd, d. 27 cM. dikte moeten hebben. .Alleen do muren van bijgebouwen onder af dakjes mogen gebouwd van een Waalschen mop en dus een dikte hebben van 11 cM. Als de beerput voor meerdere gezinnnon dient, is natuuri.j- meer kubieke inhoud gebiedend geëischt. Bovendien mag na 1 Aug. 1905 geen enkel privaat meer op sloot- of dorpswater uitloozen en moeten ook de oude woningen evengoed als de nieuwe van een regenbak volgens verordening zijn voor zien. D© geheele verordening wordt voorloo pig vastgesteld. Bij het artikel regenputten vond de Voor zitter gelegenheid mede te deelen, dat van de waterleiding voorloopig niets zou komen. D© poreusheid van den natuursteen toch is zoo groot, dat de bacteriën door do poriën medegaan. Twee monters van ons dorps water gefiltreerd in den filter van den heer C. Filippo, werden naar verschillende labo ratoriums gezonden en uit de analyse bleek, dat in een cM3 ongefiltreerd water 23,000 bacteriën aanwezig waren en in een cM. ge filtreerd water nog 18,000 waren overgeble ven. Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering gesloten. Gemeenteraad vau Itynsburg. Voorzitter: de burgemeester, de heer R. van Ham. Aanwezig allo leden. Na opening worden do notulen dor vorige vergadering gelezen en onveranderd goedge keurd. Ingekomen was: lo. Goedkeuring van God. Staten van do verordening op het heffen en innen van ha vengeld 2o. van de bouwverordening 3o. me>t een kleine aanmerking, waaraan werd tegemoetgekomen van de verordening op het vergunningsrecht; 4o. bericht van de Commissie tot wering van schoolverzuim, dat op do laatstgehouden vergadering dier commissie zijn gekozen tot voorzitter en 6©crcta.is resp. de heeren J. G. Vreeswijk en W. v. d. Weg; 6o. Verslag van do Commissie tot wering van schoolverzuim van haar werkzaamheden in 1904. Voor kennisge.ing aangenomen. 6o. Een afwijzende beschikking van Ged. Staten op de aanvraag tot verhooging van het salaris van don gemeente-ontvanger. Dr. v. Walsem stelle voor nogmaals die aanvraag bij Ged. Staten in te zonden ©n wol op de volgende argumenten: lo. heeft genoemde ambtenaar reeds 28 jaar de gemeente gediend, waarin hij steeds mot onkreukbare eerlijkheid zijn ambt heeft waargenomen 2o. dat de de uitbreiding tijnor work- zaamheden een verhooging van salaris al leszins rechtvaardigt; ten slotte, dat de heer Van Egmond door do wijze, waarop hij met het publiek omgaat, en zijn bereidwil ligheid, ook van de zijdo van het publiek» do volle sympathie heeft verworven. Do heoren dr. A. J. v. Waleei i cn Anth. v. d. Eykel A2n. bodc.i aan persoonlijk bij Ged. Staten te bepleiten hun goedkeuring aan de verlangde vorhooging te schenken; 8o. Dankbetuiging van H. M. de Ko ningin-Moeder voor huldeblijk. Besloten werd aan den rijksveldwachter L. alhier, een grotificatio te geven van f 10, die, evenals do f 13.25 voor vie verbetorings- kostcn tijdens do raadsvorgaderingen uit do Onvoorziene Uitgaven zullon worden bo- streden. Goedgekeurd werd een overschrijving van 20 voor verplegingsko6ten van een krank zinnige. Benoemd werd tot havenmeester do heer Hendr. De Mooy op een tegemoetkoming van 20 pCt. dor te innen havengelden (mi nimum f 50 's jaars). Tot leden van het stembureel voor de ver kiezing leden der Tweede Kamer, worden gekozen vie heeren H. v. Egmond on H. Ho- gowoning, voor dat der verkiezing van lo den van den gemeonter vd do heeren dr'. A. J. van- Walsem en nth. v. d. Eykel Azn. Nog deelde de Voorzitter den uitslag medo van de aanbesteding van grind voor de ge meente. Die uitslag was als volgt. v. d. Wal 2.14; P. R. de Jong f 2.17; Georling f 2.79; D. v. Baarsen 2.29; Versloot 2.23, en Lips f 1.70, 1.72$ cn 1.80. De levering werd gegund aan den heer Lips to Nijmegen. Hierna ging men over tot een vergadering met gesloten deuren ter behandeling van reclames in zako Hoofdelijken Omslag. Na heropening der openbare vergadering werd besloten, het belastbaar inkomen der requestanten te brengen van: A. den Hoijer van 900 op f 800; H. de Koijzer blijft f 500; J. do Koijzer blijft f 500; J. v. d Meij Gz. van 600 op f 550; S. v. d. Kwaak van f 550 op /500; J. Glasbergen van 600 op f 500; H Looi jen tein van f 550 op f 500; P. v. d. Kwaak Jr. van f 500 op 450; T. Zandbergen van 600 op f 550; Jac. Heems kerk geroyeerd; J. Cederhout Sr. van 500 op f 450; J. Cederhout Jr. van f 500 op f 450; J. v. Kralingen van 550 op 450. Hiorna werd de vergadering gesloten. Gemeenteraad vau Yoorscliotca. Aanwezig allo leden, behalve de heeren J. Steen void en J. C. do Graaf, met konnis geving afwezig. Na lozing en goedkeuring der notulen d<x>t do vo-rzitter mededeeling van den be- kendon brief van H. M. do Koningin-Moe der in zako bot huldeblijk van het Nodor- landsche Volk. Ingekomen is 'n adres yan A. ©n van O. v. Egmond, houdende bezwaren tegen hun aan slag in don Hoofdelijken Omslag op het suppletoir kohier, dienst 1904. Woidt gesteld in hi...don van B. cn Ws. om daarop to praeadviaeorcn. Nog is ingekomen een verslag van dr. J. W. Lcly omtrent „Noorthey", ingevolge de Wet op hot Hoogor Ondorwijs, en een vor- slag van B. cn We. van hetgeen met betrek king tot verbetering dor Volkshuisvesting in deze gemeente gedurende het jaar 1904 it» vei rioht. Aangenomen voor kennisgeving. Tot leden der Commissie voor de reclames Hoofdelijken Omslag worden benoemd 'de heeron v. Kempen, v. Santen en v. Wissen. Tot leden van het stembureel voor do a.s. verkiezingen do heoren De Graaf en Stee- nevcld. Nadat besluiten tot het doon van ver schillende af- en overtchrijvingen en tot vol doening uit den post »r v^nvooiziene Uit- gavon zijn vastgesteld is weder en thans voor de derdo maal, aan do orde de wijzi ging der verordeni g op de heffing van vergunningsrecht, thans naar aanleiding van eon opmerking ran den minister van binnenlandsche zaken. Nadat do wijziging, die hodoelt scherper te doen uitkomen, dat ïedncftie van vergun ningsrecht ook voor bijzondere vergunnin gen bij Zondasrssluiting wordt vorlcond, mot algemeen© stemmen is aangenomen, is nog aan de orde hot in de vorige vorgadoring in handen van B. en Ws. gesteld adres van L. van Lochum, caféhouder te Alkemade, daar. bij in beroep komende van oen besluit van 6. en Ws. dezer gemeente, waarbij zijn ver zoek tot plaatsing van een hek slechts ge deeltelijk is ingewilligd. De voorzitter geeft een overzicht van dezs zaak, in het kort hierop neerkomende, dat, nadat v. L. eerst eigenmachtig een hek had geplaatst, hij dit na een waarschuwing van B. en Ws. woei heeft afgebroken. Daarna heeft hij ccn verzoek gericht tot B. en Ws. om zijn hek te mogen verlengen zoodanig, dat oen gedeelte daaivan zou komon te staan op het terrein van zijn buurman J. Köhlor. Dit hebben B. en Wa niet toegestaan, om dat weliswaar v. L. beweert, dat eon ge deelte van het koffiehuis van K. op zijn ter rein is gebouwd, maar zoolang deze zaak niet in rechten is uitgemaakt, aangenomen moei worden, dat K. wettig eigenaar is vai het door hem indertijd aangekochte perceel, al tiacht v. L. door een tcckening van een fandmeter aan to toonen, dae in dien ver koop indertijd abusievelijk een gedeelte van □jn gTond it begrepen, zijndo dit een zaak, die door den rechter moet wordon beslist. Nadat nog gesproken is over ccn gange tje tuschen de beide porcoelen, waarover ook al qunestio is tusschen do beide koffiehmt- houdeis, wordt de beslissing van B. en Ws. nvt alge.moeno ttommen gohandhnafd, waar bij het verzoek is toegestaan zoover het be trof! het terrein van v. L. Niota meer n-on do orde zijndo, sluit dê voorzitter de vergadoring. Alfen. Op don katholieken districtsdaf te Alfen zijn, volgens „Do Tijd", de volgende moties aangenomen: Motie-Ter Aar: „Gehoord de bespreking vand en heer mr. A. baron van Wijnbergen, „overtuigd van do dringende noodzake lijkheid tot betere organisatie, „overtuigd van dc gunstige gelegenheid, „besluit dat het wenschelijk is, dat in allen gemeenten plaatselijke kiesvereeni- gingen worden opgericht en dat allo kiezers dier vereenigingen lid worden." Motio-Boskoop: „Het is plicht van allo katholieken, zoo veel als in hun vermogen is, te helpen me dewerken aan alles, wat de kath. zaak kan bevorderen. Dit kan o. o. geschieden: a. door het lez^n cn verspreiden van k ith. dag- en weekbladen, b. door er op aan to dringen, dat op do leestafels in café's, aan stations en kios ken, steeds ook katholicko dag- en weekbla den te verkrijgen zijn, o. door het oprichten van katholieke kio©. vereenigingen op plaatson, waar zo nog niet zijn Motie-Alfen „Wijl er zooveel gedaan wordt om d© mcnschheid van Christus, den ecnigen Mid delaar af to trekken en wij christenen naar het woord van den H. Paulus geroepen zijn alles to horstellen in Christus, zoowel do leek als de geestelijke, moeten wij aan ka tholieke actie doen. „Die katholieke actie moet bestaan en zich uiten volgens de vermaning van Leo XIII cn Pius X, door het gebed, door eens gezindheid onder elkaar, door kennis en wetenschap, vooral van ons geloof, door bet steunen van de katholieke pers eu aan do stembus." Waddingsveen. Tot tijdolijke onderwijze res aan de Oponbaro School (Dorp) is be noemd Mej. A. B' .-baart, van Gouda, in' do plaat» van mej. Grendel, die wegens on gesteldheid con onbepaald verlof had aange vraagd. DE STOMME. 8) „Wat is er toch?" vroeg Lolla, die hem nam de deur begroette. „Gij ziet er zoo komiek uit." „Als gij hot good vindt," bagon Dodaz ki, wil ik vandaag uw nra.m«. om uw hand vragen." Lolla blooede, zag hom met groote oog en aan en begon toen luid te lachen. „Wijst ge mij ai?" „Neen... neen... maar het is toch te grappig, om mij dat zoo te zeggen." „Hoe zou ik anderB moeten doen?" „Kom dan I" ,,Ik mag dus?" „Ja, jal" Dodazki greep haar hand en kuste ze. Toen gingen zij naar de moeder, die, met ©enig handwerkje bezig, in haar salon eat. De kleine vrouw, die zeer dik, maar daarbij buitengewoon beweeglijk was, keek nu eens Dodazki, dan weer Lolla met haar zwarte oogen nan en verzocht hem, genadig en minzaam, plaata te nemen. Zij was op de aangenaamste wijze ver rast over het aanzoek, dat Dodazki stuks gewijze, tufcschenbeide aan zijn manchet ten plukkend, voor den dag bracht zij had overluid kuunen lachen, maar zij bedwong cich. Toen hij had uitgesproken, antwoord de zij met de stem van een ouden korpo raai, die sinds twintig jaar rocruten af richt: „Het is ont een genoegen, ja zelfs ©en eer, en ik geef u en Lolla van gaa- acher harte mijn zegen. Ja, van ganseher harte; maar ik kan onmogelijk toelaten, dat do jongste zusben vóór de oudste trouwt. Het moet dus voor ons een punt van groote zorg zijn, voor Nadine een passenden man te vinden. Zij is, zooak ge weet, zeer kieschkeurig, helaas I" Mevrouw Dunin keek, terwijl zij sprak, niet naar Dodazki, doch voor zich op de tafel, en streek met haar fraaie blanke hand het tafelkleed glad. Toen zij geëin digd had, verborg zij snel haar handen in de zaken van haar kazabaika en schoof tot aan de rugleuning van de divan achteruit, evenals eem kat, die zich den rug dekt en met opgerezen haar den aanval afwacht. „Maar, mama..." begon Lolla. „Het is zoo, ik kan het niet veranderen." „En als juffrouw Nadine bloode blijft zooals tot dusverre-.." „Dan mogen wij nooit trouwen," barst te Lolla loe. „Dat zeg ik niet," meende mevrouw Du nin, „maar wij moeten een poging doen. Dodazki zal wel een man voor Nadine vinden." „Maar alfi zij hem afwijst?" riep Lolla, „of zich zoo gedraagt, dat hij zich terug trekt?" Mevrouw Dunin haalde de schouders op. „Dan mag zij voor mijn part in een kloos ter gaan, dan geef ik de zaak ééns voor al op." „En wij?" „Jelui kunt dan trouwen." Lolla keek Dodazki aan. Hij knikte even. „Dus ja," sprak zij „wij nemen het aan." Zij kuste haar moeder, die tevreden glim lachte. Nadat Dodazki mevrouw Dubin de hand had gekust, greep Lolla zijn arm en nam hem mco naar den tuin. Zij lie pen vlug voort tutschen de aalbeeeestruiken tot aan het kleine paviljoen met de ge kleurde vensters, klommen drie treden op, sloten de deur en waren eindelijk voor de eerste maal alleen. „Gij hebt dus een ideo?" begon Lolla, terwijl zij door het gele glas naar buiten keek. De wereld scheen haar op dit oogen blik zoo ziekelijk en zoo aleoht toe, terwijl Dodazki, die toevaLig voor een roode ruit stond, rondom vreugdevuren zag branden. „Zeker, tien mannen voor één," gaf hij ten antwoord, „doch hierover later, als gij het goed vindt." „Neen, neen, dit in de eerste plaats." Lolla keek zenuwachtig rond, alsof zij een fraaicn vlinder gevangen had en nu te vergeefs n^ar een speld zocht om hem op te prikken, vol vrees, dat hij haar ontsnap- pr mooht. Maa* de vlinder had daar voor loopig hcelemaal geen lust in; integendeel wel om zich in de brandende lamp te storten en dan met verzengde vleugels er om heen le fladderen. „Terstond, lieve Lolla", mompelde Dodaz ki, terwijl hij zijn armen uitspreidde om haar te omhelzen." „Neen, neen," riep zij, gleed tusschen zijn armen door en ontsnapte hom. „Yerioer u niet," sprak zij, den vinger dreigend opste kend. Zij vatte hem bij de armen, drong hem in een hoek en noodzaakte hem zich daar op een ouden rieten stoel neer te zet ten. Klein, blank, blond en knap, had zij be wegingen als een duifje, dat men in de hand vasthoudt cn dat ongedulffg fladdert. Nadat zij in den tegenoverliggcnden hoek had plaata genomen, kruisto zij do aimon over de borst en zag L/odazj.x aan. Haar blauwe pogen hodd n verschillende blikken: blikkon, die liefkoozen, die als met naalden steken, 'die een mensch bij levenden lijve van do ingewanden ontdoen, tn nog veel andere Nu was het alsof zij Dodazki met haar oogen aan den stoel wilde vastnagelen. „Ziezoo, nu kunnen wij praten," begon zij weer. „Hebt gij een man voor Nadine? Voor mijn part een vogelverschrikker, als hot maar een man ia" „Laat mij nadenken." „Denk maar na!" Hij keek voor zich en zij bekeek hem. Werkelijk, hij was hoel knap, bijna te knap voor een man, deze Boris mot zijn zwarte, licht gekrulde haren on zijn dweperige biuino oogen. Hoe ooquet was zijn -dunne knovel I En dio handen I Menige vrouw kon hem daarom benijden. Wat was hij mooi gekleurd I Do galante Jenny Bangalska had er op l&ngo na niet zooveel verstand van cich op te schilderen. Plotseling knipte Dodazki met do vin gers en sprong op. „Wat is er?" vroeg Ld!la. „Blijf toch zit ten 1" „Ik heb den man voor Nadine." „Wie is het?" „Salvator Wolkof f." „Die kan immere 'de vrouwen niet uit staan." „Een des to belangwekkend et' taak voor Nadine." „En dan mist hij een oor." „Daarvoor heeft hij een ridderorde „Enfin," zei Lolla, „men kan er over donken." „Uw zaak is het Nadine over to halen," hernam Dodazki, „ik zal Wolkoff bewer ken." „Als hij naar twee ooren had I" zuchtte Loflio. „Het is nog lang geen vogelverschrik- kor," antwoordde Docazki, terwijl hij op stond op Lolla toeging. „En gij hebt een vogelverschrikker aannemelijk gevonden." „Wij cullcn dus alles in het werk stel* Ion." „Ja alles." Nu stond Dodazki vóór Lolla. „Wat wilt gij tooh eigenlijk?" Hij glimlachte en liet zich voor haar op een knie neervallen. Nu glimlachte zij ook, en haar roode, aanlokkelijke lippen trilden. „Wees gcDadig Lolla 1" Zij sloeg de armen om zijn hals, terwijl hij haar naar zich toetrok en haar kuste. Zij rilde even. Hij kuste haar nog eens, toen sprong zij op en vloog weg in den georigen' zonneschijn van den tuin. V. Naar gelang Nadine minder aanbidden had, werd zij meer en meer door buiten sporige liefhebberijen bchcerseht. Een van haar dolle grillen was alleen de steppe in t© rijden, het lief »t in storm en onweer, en dan, door den wind, door de grooto vallend» regendruppels en haar eigen loshangend© vlechten voorgczwcept, in woesten galop j huiswaarts to keeren. Zoo was het ook op dezen avond, nu Lc.la haar met ongeduld afwachtte un zij eindelijk, nat als poedel, onde hofc flikkeren der bliksemstralen enl het rollen van den donder terugkwam. (Wordt vcrvolod.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 13