c Ko. 13778.
Anno 1905.
FEUILLETON.
De Johannes-Passion.
In het algemeen is er natuurlijk allee
Ijroor te zeggen een werk als dit in een kerk
!te doen uitvoeren. En op welke zou het
•oog van hot bestuur der Leidsche Toon-
jkunstafdeeling eerder vallen dan op de
mooie, groote Hooglandscho kerk, waar in
(vroeger tijd door de „Leidsche Zangveree-
niging" van Wetrens ook menigmaal be-
j roemde uitvoeringen van gewijde muziek
hebben plaats gehad'! Een grooter aantal
jnienschcn konden nu van repetitie en uit-
.voering genieten- En bovendien: deze Pas-
Bionsmuziek behoort in zulk een niet-we-
Boldóohe, stille ruimte met haar hooge ge-
wclven. Maar in deze koude en met deze
plaatsing van koor en orkest gelijkvloers
in het zoogenaamde koor deden zich
toch ook de slechte zijden van de locali-
teit niet weinig gevoelen. Velen zullen bij
zichzelf de verzuchting geslaakt hebben:
„zaten wij op dit oogenblik maar in de
goed verwarmde Gehoorzaal." En niet al
leen om de temperatuur. Vooral ook om
,don klank. Er zijn in deze kerk verscheiden
'godeolten, waar men nu slecht aoordc, waar
bet to veel resonneert en do geluiden door
heen golven, en alles te mat en zielloos
klinkt. En met al zijn uitnemende eigen-
Behappen heeft het Leidsche koor took één
gebrek: het is eigenlijk to zwak voor een
jwerk als dit in een ruimte als deze. Nooit
1 kreeg men eens, ook waar het dringend ver-
'©Lscht werd, den indruk van een fortissi-
i mo, of zelfs zelden van een forto. Zoo was
'het beginkoor (bij do herhaling ging het
.trouwens beter) al zeer mat. Het koor:
^„Laszost du diesson los" werd ook te veel
[door het orkest overstemd. In een zaal zou
ook de heerlijke begeleiding van hot Ario
so voor Bas: „Betrachte, meine Seel' veel
meer aangegrepen hebben.
Er zal wel een reden zijn, waarom men
\lde uitvoerenden hier geplaatst heeft, en
niet zooals vroeger (naar het schijnt) in
het kruis of onder het orgel of van de zijde
van de Hoog! Kerkgracht op een grooto
©n oploopende verhevenheid. Maar naar
wij vernamen konden nu de zangers met die
geweldige ruimte boven on om hen dikwijls
een groot aantal maten achtereen noch van
elkaar, noch van het orkest of orgel iets
verstaan, en omgekeerd. Dat moet een ge
voel van onzekerheid geven en ook niet
bevorderlijk zijn voor de samenstemming
en bezieling. Inderdaad liet het invallen,
de rhythmisohe vastheid, de samenwerking
vau koor en orkest naar het ons voorkwam,
Dog wol eens een enkele maal te wensohen
©ver.
Met dat al zijn wij bijna den geheelen
avond sterk onder den indruk geweest van
Baoa s onvergetelijke, diepe, reine en ver
hoven muziek. Het koor onder de leiding
van den heer Dan. de Lange zong over het
geheel uitnemend. Bijzonder mooi klonken:
„Sei gegrüsset, liober Judenkönig" en het
prachtige: „Ware dieser nicht ein Uebel-
thatcr" en dan niet te vergeten liet heerlij
ke slotkoor. Ook do koralen meest allen a
cappella, waren steeds zuiver en edel van
klank en werden vaak met ontroerend ge
voel gezongen. Jammer, dat de vrouwen-
Bternmcn (met name do sopranen) tegenover
de mannen stommen niet sterk genoog zijn-
Vooral hinderde dit b. v. in het overigens
indrukwekkende „Wir diirfen Niemand
tödten."
Ook in de keuze der solisten was men
gelukkig geweest. Mevrouw Oldeboom
maakte, hoewel wij niet gelooven, dat zij
door den aard harer stem voor deze muziok
do meest aangewezen vertol kater is, toch
door haar mooi geluid en talentvolle voor
dracht in de beide sopraan aria's een gun-
Btigen indruk. De begeleiding der houten
blaasinstrumenten bij de laatste was niet
geheel zuiver.
Mevrouw De HaanManifarges had
©veneens twee aria's te zingen. Waar het
aan lag, ia ons onbekend, maar in de eer
ste van deze maakte de andora zoo klank
en zielvolle altstem der zangeres niet den
minsten indruk. Alles was even zwak en
kleurloos. Zeer mooi daarentegen was do
laatste, met de droevigo oello-begeleiding.
Voor den heer Rogmans was de heer
Renaud ingesprongen- Dezen zanger met
zijn mooi getimbreorde, zuivero tenor-stem
hebben wij ondanks zijn niet zeldzame ver
gissingen met erkentelijkheid de veel-
eischcndo tenorpartij hooren vervullen. In
de hcorlijko aria „Ach, mein Sinn" de
aria's waren over hot algemeen niet de
glanspunten van deze uitvoering kon
hij ons echter niet bevredigen. Hier was
de klank zwak en viel ook misschien
door het onverwachte van dit optreden.
een groote onzekerheid waar te nemen.
De heer J. zong zeer verdienstelijk met
goed klinkende stem de Pilatus-partij.
En eindelijk hebben wij nog te spreken over
den heer Van Oorfc, die de vroeger gere
geld door Meaaohaert zoo bewonderenswaar
dig gezongen baspartij vervulde. Deze
jongo Utrechtsche zanger, die in den laafc-
eton tijd steeds meer door zijn mooie stem
en bijzonder warme, gevoelige, echt muzi
kale voordracht de aandacht op zich ves
tigt nog onlangs moet bij te Rotterdam
bij een uitvoering van Elgar's Apostel ook
naar het oordeel van den aanwezigen com
ponist een der hoofdpartijen op zeer aan
grijpende wijze gezongen hebben deze
zanger heeft op ons door zijn hooge, reine
diepernstige weergavo van Jezus' woorden
in do eerste plaats, maar ook verder een
grooten indruk gemaakt. Ongetwijfeld zou
den zijn aria's in een andere localiteit ook
noj beter en voller geklonken hebben. Bij
het buitengewoon moeilijke „Kilt, ihr angc-
fochtnen Seelcn" betreurden wij het ook
zeer, dat door de groote ruimte zooveel van
de werking verloren ging en de klank zoo
weinig tot ons sprak. Het „wohin" van het
koor had meer van een verlegen gefluister
dan van een angstig klagend vragen.
Ten slotte mag een woord van dank aan
het Utrechtsche orkest voor de over het
algemeen uitnemende begeleiding niet
achterwege blijven. O.
Gemcenieraad van Hazerswouda.
Afwezig met kennisgeving de heeren A
W. Straathoff, A. de Jong, G. C. de Joug
en J. B. Wesselingh Sr. Voorzitter de burge
meester: mr. C. S. van Dobben de Bruijn.
Opening met gebed. Lezing en goedkeuring
der notulen.
Ingekomen stukkenlo. Goedkeuring van
de kohieren van den H. O. en der honden
belasting dienst 1904. 2o. Missive van mej»
J A. Rosbergen te Boskoop, houdende
dankbetuiging voor het in haar gesteld ver
trouwen, dankbetuiging voor ontvangen be
noeming, terwijl zij tevens mededeelde, dat
zij wellicht met 1 Februari in functie zou
kunnen treden. 3o. Missive van Ged. Sta
ten, houdende mededeeling van den minis-
tor van Binnen! Zaken betreffende de uit-
keering in de kosten van het openbaar on
derwijs in deze gemeente, welke uitkeering
over 4 kwartalen plus minus 7000 gld. be
loopt. 4o. Mededeeling van heeren regenten
van het St.-Jozefs-Krankzinnigengesticht te
Delft, houdende mededeeling van het over
lijden van den ten koste der emer :'.o Ha-
zerswoude verpleegde Gerard Brouwer. 5o.
Proces-verbaal der kasopneming bij den ge
meente-ontvanger, den heer W. van der
Poe! 6o. Mededeeling van Ged. Staten na
mens den minister van binnenlandsche za
ken betreffende een verschil tusschen bet
inzicht van sommige gemeenten en de be
doeling dor Wet betreffende de reductie
aan tappers, die van Zaterdagavond 6 urea
den. De verordering, in de vorige vergade
ring voorloopig vastgesteld, wordt i.a dien
tot Maandagmorgen hun zaak gosloten hou
geeBt gewijzigd.
Met de aanneming dier wijziging was men
reeds met punt 1 van de agenda klaar, ter
wijl de overige ingekomen stukken voor
kennisgeving waren aangenomen.
Punt 2 der agenda was een uitvloeisel
der Woningwet en betrof het maken van
een verordening op den bouw van woningen
binnen onze gemeente na 1 Augustus 1905.
D© voorzitter was van gevoelen, dat het nut
tig kon zijn, met die zaak nu reeds een
aanvang te maken, aangezien, èn de gezond
heidscommissie èn de Inspecteur van het
geneeskundig staatstoezicht nog inzage van
de bouw- en woningverordening moeten
hebben, voor zij definitief kan worden vast
gesteld.
De verordening, door den Voorzitter in
bespreking gebracht, bevat in verschillende
artikelen de navolgende bepaling.
Iedere woning, die na 1 Augustus 1905 ge
bouwd wordt, moet een grondvlak beslaan
van minstens 24 M2. Daarvan moet een
woonkamer worden afgenomen van minstens
16 M2., die geen slaapstee, kasten of berg
plaatsen voor levensmiddelen mag bevatten.
De overige 8 M2. kunnen benut worden voor
genoemde zaken, als slaapplaatsen, berging,
enz. Een portaal van minstens 1 M2. moet
het woonvertrek van do straat schoiden,
ten eindo den kouden wind te beletten, zich
onmiddellijk in de woonkamer te versprei
den. De woonkamer moet hebben een hoogte
van 2 M. 85, terwijl de zolder van een be
schoten kap moet voorzien zijn tor hoogte
van 2 M en rustende op een borstwering
van minstens 60 cM.
Ieder huis moet voorzien zijn van een
stankvrij privaat, hetzij binnen of buiten
de woonruimte; maar in geen geval mogen
meerdere gezinnen van hetzelfde privaat ge
bruik maken. Ook moet ieder huis voorzien
zijn van een regenbak van minstens 2 M3.
en een beerput van minstens 1 M3. Regen
put en beerput mooten minstens 3 M. van
elkaar liggen. De aanbrenging ran licht en
do luchtvorvcrsching moet zijn naar genoe
gen van B. en Ws. Do buitenmuren der min
ste huizen moeten nog van een heelen steon
dik zijn, d. i. 18 cM., terwijl grootere hui
zen van anderhalven steen moeten worden
gebouwd, d. 27 cM. dikte moeten hebben.
.Alleen do muren van bijgebouwen onder af
dakjes mogen gebouwd van een Waalschen
mop en dus een dikte hebben van 11 cM.
Als de beerput voor meerdere gezinnnon
dient, is natuuri.j- meer kubieke inhoud
gebiedend geëischt. Bovendien mag na 1
Aug. 1905 geen enkel privaat meer op sloot-
of dorpswater uitloozen en moeten ook de
oude woningen evengoed als de nieuwe van
een regenbak volgens verordening zijn voor
zien. D© geheele verordening wordt voorloo
pig vastgesteld.
Bij het artikel regenputten vond de Voor
zitter gelegenheid mede te deelen, dat van
de waterleiding voorloopig niets zou komen.
D© poreusheid van den natuursteen toch is
zoo groot, dat de bacteriën door do poriën
medegaan. Twee monters van ons dorps
water gefiltreerd in den filter van den heer
C. Filippo, werden naar verschillende labo
ratoriums gezonden en uit de analyse bleek,
dat in een cM3 ongefiltreerd water 23,000
bacteriën aanwezig waren en in een cM. ge
filtreerd water nog 18,000 waren overgeble
ven. Niets meer aan de orde zijnde, werd
de vergadering gesloten.
Gemeenteraad vau Itynsburg.
Voorzitter: de burgemeester, de heer R.
van Ham.
Aanwezig allo leden.
Na opening worden do notulen dor vorige
vergadering gelezen en onveranderd goedge
keurd.
Ingekomen was:
lo. Goedkeuring van God. Staten van do
verordening op het heffen en innen van ha
vengeld
2o. van de bouwverordening
3o. me>t een kleine aanmerking, waaraan
werd tegemoetgekomen van de verordening
op het vergunningsrecht;
4o. bericht van de Commissie tot wering
van schoolverzuim, dat op do laatstgehouden
vergadering dier commissie zijn gekozen tot
voorzitter en 6©crcta.is resp. de heeren J.
G. Vreeswijk en W. v. d. Weg;
6o. Verslag van do Commissie tot wering
van schoolverzuim van haar werkzaamheden
in 1904. Voor kennisge.ing aangenomen.
6o. Een afwijzende beschikking van Ged.
Staten op de aanvraag tot verhooging van
het salaris van don gemeente-ontvanger.
Dr. v. Walsem stelle voor nogmaals die
aanvraag bij Ged. Staten in te zonden ©n
wol op de volgende argumenten:
lo. heeft genoemde ambtenaar reeds 28
jaar de gemeente gediend, waarin hij steeds
mot onkreukbare eerlijkheid zijn ambt heeft
waargenomen
2o. dat de de uitbreiding tijnor work-
zaamheden een verhooging van salaris al
leszins rechtvaardigt; ten slotte, dat de
heer Van Egmond door do wijze, waarop hij
met het publiek omgaat, en zijn bereidwil
ligheid, ook van de zijdo van het publiek»
do volle sympathie heeft verworven.
Do heoren dr. A. J. v. Waleei i cn Anth.
v. d. Eykel A2n. bodc.i aan persoonlijk bij
Ged. Staten te bepleiten hun goedkeuring
aan de verlangde vorhooging te schenken;
8o. Dankbetuiging van H. M. de Ko
ningin-Moeder voor huldeblijk.
Besloten werd aan den rijksveldwachter
L. alhier, een grotificatio te geven van f 10,
die, evenals do f 13.25 voor vie verbetorings-
kostcn tijdens do raadsvorgaderingen uit do
Onvoorziene Uitgaven zullon worden bo-
streden.
Goedgekeurd werd een overschrijving van
20 voor verplegingsko6ten van een krank
zinnige.
Benoemd werd tot havenmeester do heer
Hendr. De Mooy op een tegemoetkoming
van 20 pCt. dor te innen havengelden (mi
nimum f 50 's jaars).
Tot leden van het stembureel voor de ver
kiezing leden der Tweede Kamer, worden
gekozen vie heeren H. v. Egmond on H. Ho-
gowoning, voor dat der verkiezing van lo
den van den gemeonter vd do heeren dr'.
A. J. van- Walsem en nth. v. d. Eykel Azn.
Nog deelde de Voorzitter den uitslag medo
van de aanbesteding van grind voor de ge
meente. Die uitslag was als volgt. v. d. Wal
2.14; P. R. de Jong f 2.17; Georling f 2.79;
D. v. Baarsen 2.29; Versloot 2.23, en
Lips f 1.70, 1.72$ cn 1.80.
De levering werd gegund aan den heer
Lips to Nijmegen.
Hierna ging men over tot een vergadering
met gesloten deuren ter behandeling van
reclames in zako Hoofdelijken Omslag.
Na heropening der openbare vergadering
werd besloten, het belastbaar inkomen der
requestanten te brengen van: A. den Hoijer
van 900 op f 800; H. de Koijzer blijft
f 500; J. do Koijzer blijft f 500; J. v. d Meij
Gz. van 600 op f 550; S. v. d. Kwaak van
f 550 op /500; J. Glasbergen van 600 op
f 500; H Looi jen tein van f 550 op f 500;
P. v. d. Kwaak Jr. van f 500 op 450; T.
Zandbergen van 600 op f 550; Jac. Heems
kerk geroyeerd; J. Cederhout Sr. van 500
op f 450; J. Cederhout Jr. van f 500 op f 450;
J. v. Kralingen van 550 op 450.
Hiorna werd de vergadering gesloten.
Gemeenteraad vau Yoorscliotca.
Aanwezig allo leden, behalve de heeren
J. Steen void en J. C. do Graaf, met konnis
geving afwezig.
Na lozing en goedkeuring der notulen
d<x>t do vo-rzitter mededeeling van den be-
kendon brief van H. M. do Koningin-Moe
der in zako bot huldeblijk van het Nodor-
landsche Volk.
Ingekomen is 'n adres yan A. ©n van O. v.
Egmond, houdende bezwaren tegen hun aan
slag in don Hoofdelijken Omslag op het
suppletoir kohier, dienst 1904.
Woidt gesteld in hi...don van B. cn Ws.
om daarop to praeadviaeorcn.
Nog is ingekomen een verslag van dr. J.
W. Lcly omtrent „Noorthey", ingevolge de
Wet op hot Hoogor Ondorwijs, en een vor-
slag van B. cn We. van hetgeen met betrek
king tot verbetering dor Volkshuisvesting
in deze gemeente gedurende het jaar 1904
it» vei rioht.
Aangenomen voor kennisgeving.
Tot leden der Commissie voor de reclames
Hoofdelijken Omslag worden benoemd 'de
heeron v. Kempen, v. Santen en v. Wissen.
Tot leden van het stembureel voor do a.s.
verkiezingen do heoren De Graaf en Stee-
nevcld.
Nadat besluiten tot het doon van ver
schillende af- en overtchrijvingen en tot vol
doening uit den post »r v^nvooiziene Uit-
gavon zijn vastgesteld is weder en thans
voor de derdo maal, aan do orde de wijzi
ging der verordeni g op de heffing van
vergunningsrecht, thans naar aanleiding
van eon opmerking ran den minister van
binnenlandsche zaken.
Nadat do wijziging, die hodoelt scherper
te doen uitkomen, dat ïedncftie van vergun
ningsrecht ook voor bijzondere vergunnin
gen bij Zondasrssluiting wordt vorlcond, mot
algemeen© stemmen is aangenomen, is nog
aan de orde hot in de vorige vorgadoring in
handen van B. en Ws. gesteld adres van L.
van Lochum, caféhouder te Alkemade, daar.
bij in beroep komende van oen besluit van
6. en Ws. dezer gemeente, waarbij zijn ver
zoek tot plaatsing van een hek slechts ge
deeltelijk is ingewilligd.
De voorzitter geeft een overzicht van dezs
zaak, in het kort hierop neerkomende, dat,
nadat v. L. eerst eigenmachtig een hek had
geplaatst, hij dit na een waarschuwing van
B. en Ws. woei heeft afgebroken. Daarna
heeft hij ccn verzoek gericht tot B. en Ws.
om zijn hek te mogen verlengen zoodanig,
dat oen gedeelte daaivan zou komon te staan
op het terrein van zijn buurman J. Köhlor.
Dit hebben B. en Wa niet toegestaan, om
dat weliswaar v. L. beweert, dat eon ge
deelte van het koffiehuis van K. op zijn ter
rein is gebouwd, maar zoolang deze zaak
niet in rechten is uitgemaakt, aangenomen
moei worden, dat K. wettig eigenaar is vai
het door hem indertijd aangekochte perceel,
al tiacht v. L. door een tcckening van een
fandmeter aan to toonen, dae in dien ver
koop indertijd abusievelijk een gedeelte van
□jn gTond it begrepen, zijndo dit een zaak,
die door den rechter moet wordon beslist.
Nadat nog gesproken is over ccn gange
tje tuschen de beide porcoelen, waarover ook
al qunestio is tusschen do beide koffiehmt-
houdeis, wordt de beslissing van B. en Ws.
nvt alge.moeno ttommen gohandhnafd, waar
bij het verzoek is toegestaan zoover het be
trof! het terrein van v. L.
Niota meer n-on do orde zijndo, sluit dê
voorzitter de vergadoring.
Alfen. Op don katholieken districtsdaf te
Alfen zijn, volgens „Do Tijd", de volgende
moties aangenomen:
Motie-Ter Aar:
„Gehoord de bespreking vand en heer mr.
A. baron van Wijnbergen,
„overtuigd van do dringende noodzake
lijkheid tot betere organisatie,
„overtuigd van dc gunstige gelegenheid,
„besluit dat het wenschelijk is, dat in
allen gemeenten plaatselijke kiesvereeni-
gingen worden opgericht en dat allo kiezers
dier vereenigingen lid worden."
Motio-Boskoop:
„Het is plicht van allo katholieken, zoo
veel als in hun vermogen is, te helpen me
dewerken aan alles, wat de kath. zaak kan
bevorderen.
Dit kan o. o. geschieden:
a. door het lez^n cn verspreiden van k ith.
dag- en weekbladen,
b. door er op aan to dringen, dat op do
leestafels in café's, aan stations en kios
ken, steeds ook katholicko dag- en weekbla
den te verkrijgen zijn,
o. door het oprichten van katholieke kio©.
vereenigingen op plaatson, waar zo nog
niet zijn
Motie-Alfen
„Wijl er zooveel gedaan wordt om d©
mcnschheid van Christus, den ecnigen Mid
delaar af to trekken en wij christenen naar
het woord van den H. Paulus geroepen zijn
alles to horstellen in Christus, zoowel do
leek als de geestelijke, moeten wij aan ka
tholieke actie doen.
„Die katholieke actie moet bestaan en
zich uiten volgens de vermaning van Leo
XIII cn Pius X, door het gebed, door eens
gezindheid onder elkaar, door kennis en
wetenschap, vooral van ons geloof, door
bet steunen van de katholieke pers eu aan
do stembus."
Waddingsveen. Tot tijdolijke onderwijze
res aan de Oponbaro School (Dorp) is be
noemd Mej. A. B' .-baart, van Gouda, in'
do plaat» van mej. Grendel, die wegens on
gesteldheid con onbepaald verlof had aange
vraagd.
DE STOMME.
8)
„Wat is er toch?" vroeg Lolla, die hem
nam de deur begroette. „Gij ziet er zoo
komiek uit."
„Als gij hot good vindt," bagon Dodaz
ki, wil ik vandaag uw nra.m«. om uw
hand vragen."
Lolla blooede, zag hom met groote oog en
aan en begon toen luid te lachen.
„Wijst ge mij ai?"
„Neen... neen... maar het is toch
te grappig, om mij dat zoo te zeggen."
„Hoe zou ik anderB moeten doen?"
„Kom dan I"
,,Ik mag dus?"
„Ja, jal"
Dodazki greep haar hand en kuste ze.
Toen gingen zij naar de moeder, die, met
©enig handwerkje bezig, in haar salon
eat. De kleine vrouw, die zeer dik, maar
daarbij buitengewoon beweeglijk was, keek
nu eens Dodazki, dan weer Lolla met
haar zwarte oogen nan en verzocht hem,
genadig en minzaam, plaata te nemen.
Zij was op de aangenaamste wijze ver
rast over het aanzoek, dat Dodazki stuks
gewijze, tufcschenbeide aan zijn manchet
ten plukkend, voor den dag bracht zij had
overluid kuunen lachen, maar zij bedwong
cich. Toen hij had uitgesproken, antwoord
de zij met de stem van een ouden korpo
raai, die sinds twintig jaar rocruten af
richt: „Het is ont een genoegen, ja zelfs
©en eer, en ik geef u en Lolla van gaa-
acher harte mijn zegen. Ja, van ganseher
harte; maar ik kan onmogelijk toelaten,
dat do jongste zusben vóór de oudste
trouwt. Het moet dus voor ons een punt
van groote zorg zijn, voor Nadine een
passenden man te vinden. Zij is, zooak ge
weet, zeer kieschkeurig, helaas I"
Mevrouw Dunin keek, terwijl zij sprak,
niet naar Dodazki, doch voor zich op de
tafel, en streek met haar fraaie blanke
hand het tafelkleed glad. Toen zij geëin
digd had, verborg zij snel haar handen in
de zaken van haar kazabaika en schoof tot
aan de rugleuning van de divan achteruit,
evenals eem kat, die zich den rug dekt en
met opgerezen haar den aanval afwacht.
„Maar, mama..." begon Lolla.
„Het is zoo, ik kan het niet veranderen."
„En als juffrouw Nadine bloode blijft
zooals tot dusverre-.."
„Dan mogen wij nooit trouwen," barst
te Lolla loe.
„Dat zeg ik niet," meende mevrouw Du
nin, „maar wij moeten een poging doen.
Dodazki zal wel een man voor Nadine
vinden."
„Maar alfi zij hem afwijst?" riep Lolla,
„of zich zoo gedraagt, dat hij zich terug
trekt?"
Mevrouw Dunin haalde de schouders op.
„Dan mag zij voor mijn part in een kloos
ter gaan, dan geef ik de zaak ééns voor al
op."
„En wij?"
„Jelui kunt dan trouwen."
Lolla keek Dodazki aan. Hij knikte even.
„Dus ja," sprak zij „wij nemen het aan."
Zij kuste haar moeder, die tevreden glim
lachte. Nadat Dodazki mevrouw Dubin de
hand had gekust, greep Lolla zijn arm
en nam hem mco naar den tuin. Zij lie
pen vlug voort tutschen de aalbeeeestruiken
tot aan het kleine paviljoen met de ge
kleurde vensters, klommen drie treden op,
sloten de deur en waren eindelijk voor de
eerste maal alleen.
„Gij hebt dus een ideo?" begon Lolla,
terwijl zij door het gele glas naar buiten
keek. De wereld scheen haar op dit oogen
blik zoo ziekelijk en zoo aleoht toe, terwijl
Dodazki, die toevaLig voor een roode ruit
stond, rondom vreugdevuren zag branden.
„Zeker, tien mannen voor één," gaf hij
ten antwoord, „doch hierover later, als
gij het goed vindt."
„Neen, neen, dit in de eerste plaats."
Lolla keek zenuwachtig rond, alsof zij een
fraaicn vlinder gevangen had en nu te
vergeefs n^ar een speld zocht om hem op
te prikken, vol vrees, dat hij haar ontsnap-
pr mooht. Maa* de vlinder had daar voor
loopig hcelemaal geen lust in; integendeel
wel om zich in de brandende lamp te storten
en dan met verzengde vleugels er om heen
le fladderen.
„Terstond, lieve Lolla", mompelde Dodaz
ki, terwijl hij zijn armen uitspreidde om
haar te omhelzen."
„Neen, neen," riep zij, gleed tusschen zijn
armen door en ontsnapte hom. „Yerioer u
niet," sprak zij, den vinger dreigend opste
kend. Zij vatte hem bij de armen, drong
hem in een hoek en noodzaakte hem zich
daar op een ouden rieten stoel neer te zet
ten.
Klein, blank, blond en knap, had zij be
wegingen als een duifje, dat men in de hand
vasthoudt cn dat ongedulffg fladdert.
Nadat zij in den tegenoverliggcnden hoek
had plaata genomen, kruisto zij do aimon
over de borst en zag L/odazj.x aan. Haar
blauwe pogen hodd n verschillende blikken:
blikkon, die liefkoozen, die als met naalden
steken, 'die een mensch bij levenden lijve
van do ingewanden ontdoen, tn nog veel
andere Nu was het alsof zij Dodazki met
haar oogen aan den stoel wilde vastnagelen.
„Ziezoo, nu kunnen wij praten," begon
zij weer. „Hebt gij een man voor Nadine?
Voor mijn part een vogelverschrikker, als
hot maar een man ia"
„Laat mij nadenken."
„Denk maar na!"
Hij keek voor zich en zij bekeek hem.
Werkelijk, hij was hoel knap, bijna te knap
voor een man, deze Boris mot zijn zwarte,
licht gekrulde haren on zijn dweperige
biuino oogen. Hoe ooquet was zijn -dunne
knovel I En dio handen I Menige vrouw kon
hem daarom benijden. Wat was hij mooi
gekleurd I Do galante Jenny Bangalska had
er op l&ngo na niet zooveel verstand van
cich op te schilderen.
Plotseling knipte Dodazki met do vin
gers en sprong op.
„Wat is er?" vroeg Ld!la. „Blijf toch zit
ten 1"
„Ik heb den man voor Nadine."
„Wie is het?"
„Salvator Wolkof f."
„Die kan immere 'de vrouwen niet uit
staan."
„Een des to belangwekkend et' taak voor
Nadine."
„En dan mist hij een oor."
„Daarvoor heeft hij een ridderorde
„Enfin," zei Lolla, „men kan er over
donken."
„Uw zaak is het Nadine over to halen,"
hernam Dodazki, „ik zal Wolkoff bewer
ken."
„Als hij naar twee ooren had I" zuchtte
Loflio.
„Het is nog lang geen vogelverschrik-
kor," antwoordde Docazki, terwijl hij op
stond op Lolla toeging. „En gij hebt een
vogelverschrikker aannemelijk gevonden."
„Wij cullcn dus alles in het werk stel*
Ion."
„Ja alles."
Nu stond Dodazki vóór Lolla.
„Wat wilt gij tooh eigenlijk?"
Hij glimlachte en liet zich voor haar op
een knie neervallen. Nu glimlachte zij ook,
en haar roode, aanlokkelijke lippen trilden.
„Wees gcDadig Lolla 1"
Zij sloeg de armen om zijn hals, terwijl hij
haar naar zich toetrok en haar kuste. Zij
rilde even. Hij kuste haar nog eens, toen
sprong zij op en vloog weg in den georigen'
zonneschijn van den tuin.
V.
Naar gelang Nadine minder aanbidden
had, werd zij meer en meer door buiten
sporige liefhebberijen bchcerseht. Een van
haar dolle grillen was alleen de steppe in
t© rijden, het lief »t in storm en onweer, en
dan, door den wind, door de grooto vallend»
regendruppels en haar eigen loshangend©
vlechten voorgczwcept, in woesten galop j
huiswaarts to keeren. Zoo was het ook op
dezen avond, nu Lc.la haar met ongeduld
afwachtte un zij eindelijk, nat als poedel,
onde hofc flikkeren der bliksemstralen enl
het rollen van den donder terugkwam.
(Wordt vcrvolod.)