SCerstpuMssigen. banden weer saamgevoegd door een liefde, die in haar lijden niet was verbitterd, maar geleerd had te vergeven. Hij komt, die allen Alles is. Uw Mi dei la ar kooit 1 Schept nioed, gij harten, Die siddert voor den vloek der wet, Wie de ijzeren last der zondesmarten Met duideloos gewicht verplet! Hij nadert, die u los zal koopen Van 't slavenjuk, waarin ge u kromt 1 Nu moogt gij vrece en vrijheid hopen: Hij komt de Hemel staat u open... Uw liefdevolle Middlaar komt! Uw Leeraar komtOntsluit uw ooren l Zijn onderwijs is zielsgenot. Hij toont den weg, door u verloren: Hij is do weg: Hij voert tot Godl Hij spreekt uw twijfel is verdreven, Uw klagend ongeloof verstomt. 'Hij geeft u kracht tot strijden, streven, Tot heilig en waarachtig Leven... Uw goddelijke Leerraar komt! Uw Koning komt! Maar stil, zacht moedig, In aardschc nooddruft u gelijk; Toch deelt Hij, mild en overvloedig, De schatten van Gods Koninkrijk. 'Hij zal u hoeden en bestieren, Hoo laag gij vielt, bo? hoog gij klomt; •Hij zal u onder Zijn banieren Op dood on graf coen zegevieren... Uw langverwachte Koning komt! Uw Alios komt! Zijt gij do Zijne, Gelijk Hij de uwe wezen zal Do wereld met haar glans verdwijne, Hij is u meer dan 't gansch Heelal. Hij is uw rust, uw lust, uw zegen, Uw Eeuwige Verrijzenis .Strooit mirt en palmen op Zijn wegen! Gij, Menschenkindren, snelt Hem tegen... Hij komt, die aJlon Alles is! J. J. L. TEN KATE. De oorsprong van don Kerslboom. De Kerttboom is van Duitschen oor sprong. Mogelijk is hij een 'duistere herin- nering aan den mysterieuzen Yggdrasil, of reusachtigen iepoboom uit de mytholo gie, wdlke, volgens de fabel', aarde, hel en hemel te zamen verbond. De Duitsche tra ditie schrijft evenwel het planten van den Kerstboom toe aan Maarten Luther. Op Kerstavond, zoo zegt 'de geschiedenis, reisde hij alleen door een met sneeuw be dekt landschap en werd hij diep getroffen door het contrast, dat het sneeuwveld vormde met den helderen sterrenhemel. Thuis gekomen, trachtte hij tevergeefs dien indruk aan vrouw en kinderen mee te dee- len. Plotseling kreeg hij een idee. Hij liep den tuin in, kapte een k/.einen pijnboom, droeg dien naar de kinderkamer, zette een paar kaarsen op de ati en stak die aan. Een dear meest populaire Duitsdie platen stelt Luther voor, zittende in den familie kring met een verlichten Kerstboom op den voorgrond. De oudheidkunde leert, dat de Kerst boom in Luthers tijd bestond en dus kan 'het gebruik van den boom in des hervor mers tijd ontstaan zijn. Een handschrift nit 160S, dat in een particuliere verzame ling te Friedburg, Essen, bewaard wordt, 'beschrijft een verlichten denneboom als een geliefd deel der feestelijkheden op Kerstfeest in dat deol van Duitschland. Twee eeuwen had de gewoon^ om een Kerstboom te zetten zich in de Rijnstre ken gehandhaafd, toen plotseling, m het begin der vorige eeuw, het gebruik zich 'over Duitschland verspreidde, en vijftig jaren later heel Europa veroverd had. Hertogin Helena van Orleans voerde het gebruik in ÏS40 binnen de Tuilerieën te Parijs in en ook keizerin Eugénie was er een voorstandster van. Tegenwoordig worden er met elk Kerstfeest te Parijs omstreeks- vijftig duizend boomen gebruikt. De Fran- sahen planten den gehcedcn boom in een tobbe, om hem goed frisoh te houden tot Nieuwjaar, en dan wordt hij onder groote vroolijkheid „geplunderd." Kerstmaaltij den. Men weet, dat er met de Kerstdagen in alle huizen waar het maar even kan, een extra^maaltje op tafel komt. JL»at ia niet alleen hier, maar in aDe gechristlaniseerde landen. In Engeland vooral wordt van den Kerstmaaltijd altoos veel werk gemaakt. Wat daarbij verbruikt wordt is bij bena dering te gissen, als men weet, dat alleen te Londen aan rundvlecsch gebruikt wordt viermaal de zwaarte vaji do kolom van Nelson, het bekende standbeeld van Trafal gar Square, en dat dit gewicht zelfs nog met 720 ton wordt overtroffen. De zwaar te van dit standbeeld wordt op 1500 ton be rekend. Hierbij is nog niet begrepen wat aan gevogelte, meelspijzen, fruit en derge lijke wordt verorberd. In Rusland wordt het Kerstfeest gevierd met een ontzaglijke hoeveelheid brood met honig, gevolgd door een mengsel, zóó sa mengesteld, dat het gemakkelijker zou zijn te zeggen wat or niet, dan wat er wèl is. Op de tafel staan echter sinaas- en gewo ne appelen, velerlei ander ooft en natuur lijk honig ad libitum. In Frankrijk wordt, behalve veel, dat op dc Engelsohe tafel gelijkt, vooral ook de oester op den disch gezien. Daarvan wor den enorme massa's verorberd, terwijl meer en meer de Engelsohe plumpudding in eere komt. De voornaamste karaktertrek van het New-Yorksche Kerstfeest zijn ongetwijfeld de vrije maaltijden voor de armen, waar van sommige op reusachtige schaal wor den georganiseerd. Enkele jaren geleden weiklbn bijzonderheden gepubliceerd om trent een dergelijken maaltijd, door het Le ger des Heils verstrekt aan een 25,000 ar men. Daarbij werden gebruikt 4000 pond aan gevogelte, 9000 pond aan kiekens, 5000 pond aan rund-, en sohape- en varkens- vleesch, 2000 kop aardappelen en 3000 pond groenten. In Napels wordt gesoupeerd met. aal, vermicelli en mosselen, terwijl in Berlijn een maaltijd, hoofdzakelijk bestaande uit karper met biersaus, wordt opgedischt. De hoeveelheid viscfa, die bij deze gelegenheid wordt gebruikt, zou, kop aan staart naast elkaar gelegd, een afstand van meer dan vijftig Engelsohe mijlen beslaan. DE KERSTEQQRN. Een oud, karakteristiek gebruik in Twen te is zeker het blazen op den Kerst- (hier Middewinters-) hoorn. Met het begin van den Advent tot Kerstmis, ook soms tot Driekoningen, weerklinkt dee avonds over Twentes eenzame velden het eigenaardige, harmonieuze gejodel van den Kersthooin. De boerenzoon of -knecht heeft niet zoodra zijn bezigheden geëindigd, of hij neemt zijn instrument, gaat naar buiten, legt het eene eind op den rand van den waterput, en uren ver en uren lang klinkt in de eenzame en vaak koude winteravonden zijn gejodel. Do tonen zijner muziek verschillen zelden van de hoogste tot de laagste tonen meer dan een octaaf. En geen wonder 1 Het een voudige, ongekunstelde instrument brengt slechts door de verschillende mondstanden van den muzikant hooger of lager tonen voort. Dat instrument, eenigszins den vorm vertoonendc van een hoorn dee over- vloeds, is meestal vervaardigd uit wilgen-, vlier- of beukenhout. Het mondstuk is ge woonlijk een uitgeholde vliertak en 1 2 c M. in middellijn; verder loopt Je hoorn tot op drievierden zijner lengte recht uit en buigt dan eenigszins- om. De eindope- ning is gewoonlijk 1 a li d. M. wijd. En waarom nu het blazen op dien hoorn? Zeer zeker, om 'net blijde Kerstfeest aan te kondigen; om den christenen het heuglijk fee6t van Ohristus' geboorte in herinnering te brengen. Een oud schrijver zegt hiervan het volgende: „Weleer^bestond bij de Israëlieten de ge. woonte, om de gasten -door middel' cener tuba ter bruiloft te roepen. Ook konk zijn geluid, als de dappere legioenen ten veste uit togen, om de vijanden te bevechten. Dit aloude gebruik is door christenen met een ander 'doel overgenomen. Zij steken de trompet en noodigen do volkeren uit om te komen ter bruiloft van den Zoon Gods, die, zich door zijn menschwording huwen de aan -de menschelijke natuur-, zijn ge trouwe legerscharen tegen den helse! -*i vij and oproept." In Drente, in de omstreken van Koevor den, bestaat ook nog de gewoonte op den Hiddowintershoorn te blazen, doch op Kerstnacht voor het laatst. Dan trekken de jongelingen van huis tot huis gezamen lijk al blazende ter Nachtmis. Is deze afge- loopen, dan gaat men op dezelfde wijze naar huis- en de hoorn wordt tot het vol gend jaar begin Advent opgeborgen, om dan weder dienst te doen. De door' alle tijden heen, mot nam© in Engeland, vereerde Kerstpuddingen, vleestchpsHbaien, enz., zonder welke daar geen Kerstmis, althans geen Kerstfeest, bestaanbaar ig hebben een heele geschiede nis aohter den rug. Reeds in het begin der Christenheid zou- cen ze welkome geschenken geweest zijn in het oud© Rome voor de waardigheidsbo kJeedors dor Kerik. In don loop der tij de werd de zoogenaamde Kerstpudding zulk een onafscheidelijk en Voornaam c.oeJ van het heele Kerstfeest, dat de Puriteinen tot een ander uiterste oversloegen en voor de Kerstpuddingen een bijgeloovige vrees begonnen t© koesteren. Bunyan weigerde eenmaal een Kerstpudding aan te raken, overtuigd, dat hij daardoor zich zedelijk zou bezoedelen. Dr. Johnson zegt in een van zijn werken: „Het leven van Butler", dat de antipathie zoo diep geworteld was onder de rechtzin nige EngeJschen, dat er geen redeneeren tegen was. Er is altijd heel wat te doen geweest over het goede, het echte recept voor het maken van Kerstpuddingen, ofschoon Mis- son, schrijver uit het begin der vorige eeuw, zegt, dat ze meestal werden samen gesteld uit oasetong, kuikens, eieren, -u\- ker, krenten, citroenen en oranjeschillen, met velerlei specerijen. Hoe dit zij, dit is zeker, dat het hakmes niet gemist kan wer den. Daarvoor hebben wij het bewijs in een aardig verhaal uit Fields oudo komedie: „Wenken voor dames", waarin lord Tee- simple, een verwijfd heer, als vele lords, vertelt, hoe hij in de keuken, in zijns va- ders huis, terwijl de kok den pudding klaar' maakte, zijn vingers onder het hak mes stak om de krenten weg te halen. Men vermoedt het resultaat en gelooft hem onvoorwaardelijk, als hij zegt, dat hij sedert een schrik had van hakmessen ©n allen plumpudding voorzichtig at, altijd bang er een vinger van den eeai of ander in te vindon. Do Kerstpudding schijnt, wat gedaante en afmeting betreft, te zijn gewijzigd. Volgens Solden was hij oorspronkelijk een afbeelding van dc kribbe, waarin het Christuskind in Bethlehems stal werd neergelegd. Het schijnt, dat l>escherming togen diefachtige vingers noodig was. Op den avond vóór Kerstmis bestond althans de gewoonte van het „waken over den Kerstpudding", waarop een versje van Henick betrekking heeft, waarvan een paar regels, vrij vertaald, aldu3 luiden: Bewaken wij dit Kerstgebak Do dief, hoe ook op zijn gemak, Blijv' met zijn vingers van den bak; Hij zal niet gappen. Want hij, die, stil alleen, zit, hier. Die heeft zijn oog op eiken kier, Dio is niet bang, gelijk een pier, En zal hem snappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 10