Ho. 13752. LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 21 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1901
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Be Millionnaïr.
Ingezonden.
Aeademienieuws.
te waken voor de handhaving van rust en
orde. De toestemming, 200 voegt hij daar
bij, is laatstelijk geweigerd op het daartoe
strekkend advies van den resident van Me
nado."
Thans daarentegen van den kant van
de Indiaohe Rogeering een besliste wen
ding verklaarbaar in zekeren zin,
meent „De Nieuwe Courant",
hierdoor, dat generaal Rooosboom door
generaal Yan Heutsz is vervangen, doch
niet te vorklaren, wanneer men bedenkt,
dat de resident van Menado „laatstelijk."
dus niet lang geleden, tegen de vergunning
geadviseerd heeft en men rich afvraagt,
hoo een landvoogd, met de plaatselijke toe
standen noodzakelijkerwijs niet of slechte
gebrekkig bekend, nog niet langer dan een
paar maanden aan het bewind, in een voor
een gewest zoo belangrijke zaauk dwars te
gen het advies van den resident kan in
gaan.
„Twee vragen rijzen dan ook onwille
keurig op", zoo schrijft het blad verder.
„Ten eerste of de lieer Van Heutaz bedoeld
besluit heeft genomen zonder dat tusschon
hem en den Minister op een zoo gewichtig
punt, dat zoo vérstrekkende gevolgen kan
hebben, overeenstemming was verkregen».
Maar welke zijn dan do motie von van den
landvoogd geweest? Of, ten tweede: Heeft
men hier met een schikking van politieken
aard te doen, waartoe dc Minister wel zijn
medewerking heeft verleend? Wordt de
rust in do Minahassa, worden de degelijk
heid, de heilzame gevolgen der protes-
tantuehe zending aldaar door een protes-
tanfcseh minister geofferd aan de rust in de
gelederen der regeer ingreoalitic in Neder
land 1
Wij zullen hier geen beantwoording van
deze twee vragen beproeven, noch in be
vestigenden, noch in onlkennendcn zin.
Gouverneur-generaal Van Heutsz is een
man, die zich niet gemakkelijk tot duistere
concessies zal laten bewegen, cn dien wij
liever zouden willen verdenken van het be
gaan eener fout, da1 van het deelnemen
aan politieke konkolarijen. En ook minis
ter Idenburg zouden wij van het bowandc-
len van dergelijke konkolarijen niet gaarne
aanstonds verdenken.
Toch is een antwoord op de bovengestel
de, bij velen gerezen vragen, zeer noodig.
Het zou een heilzame geruststelling zijn
uit 's Ministère mond tc vernemen, dat
do „hoogere politiek" niets met cle dienst
reis van den bissohop naar Menado te ma-
kon heeft on ook, te zijner tijd, te billijken
motieven te hooren, welke er den Gouver
neur-Generaal toe gebracht hebben het ad
vice van den resident van Menado ter zij
de to schuiven en met de zoo volkomen
door do voorzichtigheid cn gezond staats
beleid gewettigde gedragslijn zijner ambts
voorgangers tc breken.
De beban-deling der Indische bogrooting
in 'de Eerste Kamer, welke tussohen Kerst
mis en Nieuwjaar pleegt te vallen, zal den
Minister daartoe een welkome gelegenheid
bieden."
Verschenen ia heb zes do nummer van m r
S. Van Houtons „S t aa t k u n d i g 0
Brieven."
Het vangt aldus aan:
Do hoofdpunten van socialen aard, dio
van een liberale Rcgecrirg kunnen en moe
ten gevraagd worden zijn geenszins nieuw.
De verdeeldheid wordt onder do hervor-
roingsgozinden alechtö veroorzaakt door de
genen, die volstrekt reglemcntceren en
straffen willen en die gratuite uitkeerin
gen uit do openbare kassen willen doen,
zonder dat nijpende armoede er toe dwingt.
Kon men van die zijdo er eens toe beslui
ten don voorrang te laten aan sociale
maatregelen, die grootendeols don Staat
geen geld kosten, die gcon uitbreiding van
politie on gevangenissen cischen en waarbij
armenzorg tot armen beperkt en armenzorg
gonoemd blijft, wat toch geen zware
oisch is dan zou er vruchtbare werk
zaamheid geboren worden. Ik noem vier
onderwerpen
a. uitbreiding van het onteigeningsrecht
volgens de vereenvoudigde regelen der wo
ningwot tot andore doeleinden dan woning
bouw, n.l. het vestigen van werkplaatsen,
tuinbouw en ontginnii en voorts fisco-
ring der schadeloosstelling op de waarde
op het tijdstip van invoering der nieuwe
regeling, vermeerderi met latere kapi-
toalssianwcnding. voor zoover de waarde
daardoor is verhoogd;
b. verbetering van den rechtstoestand
der vrouw, bepaaldelijk der gebrouwdo
vrouw;
c. oprichting eener Rijks-1 ijfrentebank
door welker bemiddeling tot kostenden
prijs kleine lijfrenten voor levensonder
houd van porsonen bovon bijv. 00 jaar ten
laste van den Staat kunnen worden, ver
kregen, dio niet mogen worden vervreemd
cn vrij van beslaglegging zijn;
d. een regeling tusaohen Rijk, (provin-
cio?) gemeente en bijzondere instellingen
van liefdadigheid tot verzorging geheel of
gedeeltelijk van ouden van dagen, gebrek-
kigen on ongcneeslijlrcn, voor zoover hun
tot levensonderhoud vorplchte familiebe
trekkingen hiertoe niet in staat zijr.
De schrijver herinnert dan, dat hot niet
noodig is, uitvoerig over doze onderwerpen
te spreken, daar zc reeds meermalen zijn
behandeld. Do Staats-lijfrentebank zou door
het Ministerie-Roei! worden ingevoord, doch
bleef achterwege door een gemakkelijk op
te lossen verschil tusschon do Ministers in
dit Kabinet.
Verder komt do schrijver terug op zijn
wensohen, inzake do aan gemeentebesturen
toe to kennen bevoegdheid, om, onder zeke
re voorwaarden, gronden to onteigenen,
waarvoor hij reeds zoolang propaganda
maakt.
,,In 1893 weigerde Tak mij bij mijn ini
tiatief te steunen; op het beperkte pro
gram van het ministerie-Roei] kon het on
derwerp niet toegelaten worden; het ini-
nistorie-Pierson beperkte het slechtere, het
beter© kennende; Kuypor denkt slechts aan
Kerk en sohooï ©n volgt overigens dc ver
keerde methode van den dag. Maar het bo-
tere zal toch moeten komen.
De schrijver noemt dan een paar voor
bedden om aan te toonen, dat zijn denk
beelden profijtelijk zijn. Waren zo gereali
seerd, dan, zoo berekent hij, zou men nu
voor den grond ten behoeve van het Vre
despaleis in Den Haag niet meer behooven
tc betalen dan f 15,000 per Hectare; terwijl
men nu 70,000 besteden moot. Ook zou, in
schrijvers lijn, het plaatsen van kazernes,
onz. buiten de gemeenten wat gemakkelij
ker zijn.
Het is niet, zoo besluit hij,
,,Hot is' niet, omdat in deze dingon do
hoofdzaak van mijn w.-o. ligt, dat ik zo
hier vormend. Maar zij zijn sprekend en
schudden misschien dc kiezers eens wakker.
Met dommelige kiezers vermag ook dc meest
vooruitziende wetenschap niet».
Dc hoofdzaak van mijn ontwerp ligt cr
in, dat do bodem daardoor voor allo klas
sen der bevolking alê' werkplaats toegankc-
lijkor wordt, en dat do eigenaar, dio geen
lust heeft zijn grond productief to maken,
indien deze woest is, of beter productief
te makon, indien deze door hem slechts ex
tensief gebruikt wordt, dien niet aan betere
exploitatie onttrekken kan. En dat hij ook
niot door hot eischen van prijzen voor den
grond, dio buiten verhouding staan tot het
voordcol, hotwo.k doze hem oplevert, het
voordcol eenor toekomstige hetero exploi
tatie aan zich trokken lean.
Dc bodem moet woon- en werkplaats der
natie zijn, geen voorwerp van spcculatio
voor hot kapitaal; allereerst niet voor het
kapitaal van particulieren, maar ook niet
voor dat van Staat of gemeente."
CELEBES.
Do oorrospondont tc Batavia van dc .,N.
R. Ct." seint ons gisteren:
„Allo vorston in Dongola sloten concrac-
ten, behalve twee onder do suzereiniteit
van don vorst van Benawa, dio weigerden
hun opwachting bij den gouverneur tc ma-
kon.
„Bij eon poging tot dwang maakte het
govolg amok43 van hen sneuvelden. On.
zorzijds werden drie minderen gewond..
De „Van-'liag-tot-dag:"-schrijver in het
„Handelsblad" besprak onder het
opschrift: „Liberalen met korten en langen
naam" het standpunt dear v r ij z i n-
n i g-d e m o c r a t e n, 'die boter deden don
ouden naam van radicale liberalen to voe
ren. Dan had ieder begrepen, dat ze 'do
voorhoede der liberalen uitmaakten, do weg
bereiders, en dat zo alleen een weinig radi
caler, d. i. minder omzichtig, de gemeen-
schappelijke beginselen toepasten."
„Maar die mond vullende nieuwe naam
stichtte verwarring.
Do twee fractie* te zamen zouden zeer
veel vermogen.
Wat echter eendrachtig samengaan het
meest belet, is, dat do radicalen te veel ge
neraals en do liberalen er te weinig heb
ben.
De „vrijzinnige democraten" welk een
naamwelk oen naamzijn flinke wer
kers, rustelooze drijvers ©n baanbrekers,
©n hun „public spirit is in vele opzich
ten to prijzen. Maar ze doen en ze spreken
ie haastig en te veel en zo geven daardoor
telkens den indruk ten onrechte wat do
groote meerderheid aangaat van verkap
te socialisten te zijn... in elk geval naar liet
socialisme te leiden.
En de liberalen schijnen mij kloeke, va
derlandlievende soldaten toe, niet volkomen
gedisciplineerd en met tc weinig gezagheb
bende opperbevelhebbers.
Als wij hierin eens verandering konden
brengen 1
Ik geloof echter niet, dat die opc-pi bevel
hebber door ona op de schilden zal worden
opgeheven, die mot de partij der generaals
wil gaan wedijveren in goavanoeordheid."
De leuze besprekende, waaronder ver-
ecnigd door vrijzinnig-democraten cn libe
ralen zou kunnen worden opgetrede gaat
hij voort:
„Alt- de vereenigde partij der liberalen
een krachtige strijdleus wil hebben, dan
behooren ze niet aan onmiddellijke grootere
uitbreiding van het kiezerskorps kracht tc
verspillen, maar te pogen in do eerste
jaren ietd practkch tot stand te brengen.
Een blanco-artikel' kan geen strijdleus
zijn. Wok daarmede cc-ns geest-drift! Neen,
wij hebben er andere, dio vrij wat beter
rijn:
lo. Vei banning van alle godsdienstige
geschillen uit den staatkundigen strijd.
2o. Opkomen voor de eenheid van ons
volk, cn niet voor dozen of genen stand.
3o. Handhaving van den vrijen handel.
4o. Vrijheid van het onderwijs tegenover
dc zoogenaamde vrijmaking, die niets is
dan juist het omgekeerde daarvan.
Wc hebben pas een groote uitbreiding
van het kiezerskorps gekregen. Duizen
den van hen gebruiken het nog niet, cn la
ten zioh zelfs niet inschrijven.
Als wij nu weer gaan tijdverspillen aan
Grondwetsherziening om een andere kies
wet, dan gaan weer jaren om, dat niets ge~
dan wordt.
Uitbreiding van kiesbevoegdheid is geen
doel, dooh slechts een middel, een gereed
schap. Een goed timnierman verknoeit zijn
tijd niet met het zoeken naar telkens' scher
per beitel, maar werkt met het gereedschap,
dat hdj heoft. Laat ons dit nu ook eens een
jaar of wat doen."
De schrijver besluit mot den wensah, dat
al de onderdeelen van de groote liberale
partij zullen leoron van 'e tegenstanders
voorbeeld, en door 's tegenstanders mees
terlijke tactiek godrevcn en gedwongen
zullen worden te zamen alt' één leger op te
trekken tegen dc tegenstanders links en
reohts.
Bij do medcdeeling van den. inhoud van
het onlangs ingediende ziektever zok&-
ringsontwerp, schrijft de „Kroniek
schrijver" in „De (Deoember) Econo
mist":
Met de invoering der verplichte ziektever
zekering worat aan liet beginsel der ge
dwongen verzekering een zeer gewichtige,
en op zichzelf stellig niet onbedenkelijke
uitbreiding gegeven. Gold het bij de invoe
ring der verplichte ongevallenverzekering,
84)
„Dat i weer te algemeen. Geld beteekent
velerlei dingen. Vooral macht. Kan u een
man laag noemen, dio dorst naar macht?
Is hot wonder, dat iemand voor die verzoe
king bezwijkt? Die bezwijkt, is zwak, na
tuurlijk; maar uiet bepaald laag. De vrou
wen, die Gibson begeerden to trouwen, ge
loofden ongetwijfeld te goeder trouw, dat
geluk onbereikbaar is zonder geld, en is
het laag, te streven naar geluk? De man
nen, die hun overtuiging verkochten,
kenden ongetwijfeld het knagen dei ar
moede, en niet alleen in hun eigen per
soon het is veel pijnlijker, hen, die wij
liefhebben te zien lijden. „Ie iemand te
laken, wij'! hij tracht te ontkomen aan die
marteling?"
„Sommigen van hen hebben mogelijk die
marteling geleden," stemde Harold aarze
lend toe. Hij dacht aan de oude moeder en
de zusjes van den ex-anarohi&t, nu million-
nair Herr Schmall. Maar niet allen. De
meeste huichelaars, die hem omzwermden,
hadden aan niets behoefte dan aan weelde.
„Weet u zeker, dat het allen huichelaars
waren? Bodenk, dat geen van allen gele
genheid hadden, hem te zien zooals hij was.
Do glans van zijn goud moest hun geestes
oog wel verblinden, zoodat ze in hem aller
lei goddelijke^ eigenschappen meenden te
zien, dio hij niet beizat. Het is een gewoon
geval van auto-suggestie."
het uitdrukking geven aan en in zijn gevol
gen organiaeeren van het beginsel, dat de
gevolgen van ongevallen, in en door het be
drijf geleden, door het bedrijf be
kostigd behooren te worden, bij de ziekte
verzekoring wordt aan een zeer groot deel
der Nederlandsche bevolking (er zullen
naar raming ongeveer 1,200,000 verzekering-
pi ichtigen zijn) voorgeschreven, dat en hoe
zij zioh tegen de kwade kansen van ziekteen
overlijden langs den weg aor verzekering
zullen trachten te dekken. Evenals ons een
gedwongen ouderdoms- en invaliditeitsver
zekering ongeoorloofd dunkt, zouden wij
ook dc verplichte ziekteverzekering een niet
toelaatbare inbreuk achten op de vrij
machtige voorziening, mit^ met inachtne
ming dor algemeene rechtoordo, in de eco
nomische behoeften voor zich en zijn gezin,
ware het niet, dat overwegingen van bij
zonderen aard nopen in beginsel te berus
ten in do regeling dezer aangelegenheid.
Dc:;- overwegingen zijn, dat in zéér ruimen
kring de bij dit wetsontwerp rechtetrceksch
belanghebbenden rcods hebben getoond, den
weg der verzekering tegen ziekte en overlij
den op te willen, zoodat de wet slechts alge
meen maakt een toestand door co arbeiders
zelf gowcmsciht; voorts, dat bij de thans be-
ttaande en vrij van alle toezicht werkende
fondsen zoovele on zoo ernstige misbrui
ken worden aangetroffen, dat invooring
van een wettelijk geregeld toezicht in ieder
geval noodig was; eindelijk en bovenal, dat
el'oohts door invoering eonor verplichte
ziekteverzekering een eind kan komen aan
do onhoudbare, en in velerlei opzicht ver
derfelijk werke-nde regeling der Ongevallen
wet, welke alle ongevallen, ook dc klein*tc
rnite een ongeschiktheid tot werken van
meer dan twee dagen veioorzakend, doet
behandelen door de Rijksverzekeringbank.
„Do Nieuw o Courant" spreokt
over het besluit van gouverneur-generaal
Van Houtz, om aan den i ulairen bis
sohop, apostolisch vicaris te Batavia,
toe te staan, een dienstreis naar de
Minahassa te doen. Er is, meent zij,
reden voor vrees, dat dit besluit schade
lijk zal zijn voor den godsdienstvrede on
dus ook voor de algemeene belangen der
Minahassa.
„Al bleek de Indische regeoring ook dc
mcening toegedaan", aldua schrijft het
blad, „dat het niet op haar weg kan lig
gen de zending eener kerkelijke gezindte te
beletten op een gebied tc trc, en, waar dio
eener andere reeds vasten voet heeft ge
kregen, zoo heeft zij tocIT lot dusver steeds
geweigerd een tweetal maatregelen, om
welke dc katholieke geestelijkheid in In-
diè dringend vroeg, maar van welke een
versterking der propaganda en dientenge
volge opflikkering van onrust in de Mina
hassa verwacht kon worden, goed te keu
ren. Zij betroffen de toestemming aan den
a-pocitoliaolion vioaria to. J3ato-\-io Lot
doen eener dienstreis naar de Minahassa
en do oprichting eener zustersschoo! te
Tomohon. Gevreesd werd toch, dat- do reis
van een zoo hooggeplaatst geestelijke als
een bisschop in een stil landje als de Mi
nahassa groote opschudding zou verwek
ken on zijn komst het sein zou geven tot
een opnieuw ontbranden dor godsdienst-
vcoten, misschien wel tot ernstigo rustver
storing.
De Nederlandsche regeering harerzijds
trad in deze zaak niet tusGohenbeide, liet
de beslissing aan het beleid der Indische
over."
Het blad herinnert cr aan, dat bij do
behandeling in de Tweede Kamer der be
grooting voor 1902 de toenmalige minis
ter Van Asch van Wijck tegenover do heo-
ren Roeesingh en Yorhoy het stelsol van
niet-inmenging der Regeering verdedigd
heoft en zijn opvolger Idenburg in 1902
in de Eerste Kamer een zelfde standpunt
innam.
„Ook in de Memorie van Antwoord,
vóór de behandeling der bogrooting over
1905 ingediend, zegt dc Minister, dat de
beslissing in de kwestie nopens de dienst
reis van den apostolischcn vicaris te Bata
via naar Menado stoat ter beoordeeling
van de Indische autoriteiten, die hebben
„Ach, u vindt een excuus voor iedereen,"
zei HaroCd ongeduldig. „U zoudt een
zwartste zelfs schoonwasschen."
„Dat weet ia niet; maar ik deel de mee
ning van iemand, die heeft gezegd, dat,
als een daad honderd aangezichten heeft,
hot be&te is, het mooiste daarvan alleen te
zien."
IV.
Harold verliet dien dag het palazzo in
een niet al te best humeur. Zijn gevoel van
eigenwaard© was niet buitensporig, maar
het had een vrij sterken, sohok gekregen.
Zijn rol in het verleden verscheen hem in
een geheel nieuw licht, en zelfs zijn gelief
koosde grief tegen de menschheid raakte
aan het wankelen.
Een cn andei echter was niet in staat,
hem verwijderd te houden van het vriende
lijke huis; integendeel, hij voelde zich
meer daarheen getrokken. Het vurig ver
langde geld was gekomen, maar hij had
geen trek, zijn zwerftochten te her vatton.
Voor het eerst had hij in zijn leven een
rustplaats gevonden. De eerste zuivere
vriendschap van een vrouw is altijd een
heerlijke gewaarwording, on al de vrouwen,
die hij tot dusver had ontmoet, wilden óf
zelf hora trouwen óf hem winnen voor haar
dochters of vriendinnen; de eenige uitzon
dering was gevormd door de vrouw, die
hij zelf liefhad.
Do vrouw, wier vriendschap hij nu had
verworven, was in alle opzichten superi
eur. De kracht van haar menschlievend-
hedd verdreef de bitterheid uit zijn ziel.
Zonder preoies te weten, hoeveel hij haar
had te danken, voelde hij zich meer en meer
tot haar m igotrokken, aU de zieke tot den
dokter, die hij in het bezit acht van hot
ware geneesmiddel.
Dat de belangstelling wederkeerig was,
de contessa zelf zou de laat*te geweest zijn
om het te ontkennen. Van het eerste oogen-
blik af was zij getroffen door zijn ernst.
In haar oogen was hij een jonkman met
beperkte middelen, maar die de hoedanig
heden voor een echten philanthroop in zich
had. Zij hield hem voor iemand van goede
opvoeding, die betore dagen had gekend.
Dit was het eenige misverstand tusschen
hen; in alle andere opzichten sohonen zo
elkaar volmaakt te begrijpen. Zoowel do
jong© Engelschman als de Italiaansche van
middelbaren leeftijd behoorden tot de klas
se van mensohen, wier oogen niet zijn ver
vuld van wat ze zien en wier ooien niet zijn
verzadigd door wat ze hooren, en die soort
menschen herkennen elkaar op het eerste
gezicht.
Ondanks hun toenemende vertrouwelijk
heid, had do oontessa nooit over haar ver
leden gesproken. De dag, waarop zij dit
voor het eerst deed, was or een van groote
beproeving in verschillende opzichten.
Het was op het einde van een brandend
heeten namiddag. Zelfs kort voor zonson
dergang had hot Harold nog groote in
spanning gekost, den heuvel te beklimmen.
De contessa was geroepen bij iemand in
de buurt, en natuurlijk had zij aan het
verzoek voldaan. Wetende, in welke rich
ting zij was gegaan, wandelde Harold Kaar
tegemoet.
Hij ontmoette haar op een smal bergpad,
dat de toegangsweg was naar een gehucht,
't Was een heel ongeschikt© plaats om een
gesprek tc voeren; want dc landslieden,
die juist op weg waren naar huis, schenen
allen kennissen van de oontctsa. Nu eens
hoorde Harold haar informeeren naar dc
geit van een oude vrouw, het varkentje
vap een andere; zij beloofde quininc-poe-
dors aan een man, zaad voor planten aan
een ander. Het verbaasde hem, hoo zij al
die kleinigheden onthield cn het meest ver
baasde hem, hoo vriendelijk zij deed met dc
kinderen, die zc even op den arm nam, om
van die zoete, wonderlijke woordjes to zeg
gen, welke vanzelf over dc lippen komen
der moeders van alle natiën.
„Zoo moet zij gespeeld hebben met haar
kleintjes," dacht Harold. „En nog kan zij
lachen, als ze nu doet?"
„Raakt u nooit in de war met al die
dingen?" vroeg hij eensklaps.
„Welke dingen?"
„Ik bedoel, informeert u nooit bij ver
gissing naar een geit in plaats van naar
een big? En zendt u nooit het bloemcn-
zaad aan iemand, wien u do poeders be
loofde?"
't Moet lastig zijn zooveel kleinigheden
uit elkaar te houden."
„O neen, als men ze maar één voor één
doet. En buitendien, wat zijn kleinigheden
cn wat is er groot? Kan iets menschel ij ks
werkelijk groot zijn, en iets, dat in het
godaelijk plan ligt, werkelijk klein? Men
moet de wcreldschc zaken in vogelvlucht
bezienzich opwerken tot een hoogte, waar
alles slechts een molshoop lijkt; grootere
en kleinere molshoopen, anders niet."
„Is dat uw geheim?"
Zij antwoordde niet, maar wcc;i op een
brug, die lag over een ravijn, in welks
ciepte slechts een heel smal streepje water
„De colonne Viijft voorloop ig in Dongo
la."
[Tot toelichting van dit telegram zegt
het blad hot volgende: s
Dongola is do standplaats van onzen
posthouder, besture,, do nfdceliug Palo©-
baai.
Borichten uit Ind-J vermeldden, dat een
poging gedaan zou wordon om het geschil
met Sigi langs vrodeliovenden weg te be
slechten. De mobiele colouno uit Maknsser
zal naar Dongola gedirigeerd zijn en ver
schillende vorstjes zullen daarheen zijn
ontboden, om, gesteund door do aanwezigo
troepenmacht van hen hot tceikenen van een
nieuw oontract te oischen. De eerste ciseh
zal wel rijn geweest afstand van het recht
tot het heffen van belastingen. Sigi cn an
deren bobben daaraan blijkbaar voldaan.
Met Benawa is wellicht bedoeld Binoo
wang, een bondgenootschappelijk land, bo-
hoorondo tot Mandar en golegen aan de
golf van Mandar.
Vordor zou uit het te kg ram blijken, dat
men tot bezegeling van liet niouwo con
tract heoft geëischb liet maken van opwach
ting bij den gouverneur to Makasscr. Bij
dwang tot ombarkoment heeft dan het go-
volg dor weigerachtige potentaten amok
gemaakt-, waardoor het optreden der mili
taire macht noodig was on do modegedeel-
do verliezen worden geleden.]
Aan do Rodactiel
Als getrouw lezor van uw blad, vind ik
stcods des Zaterdags in uw orgaan onder
do rubriek odvcitcnticn een advertentie,
dio behelst een aanmaning tot do ingezete
nen, oiri toch zoo min mogelijk do Zondags
rust aan andoren tc onthouden of die te
veratoren.
Nu kan gezegd worden, dat menig burger'
cn burgeres daarnaar luistert.
Ik zou evenwel gaarno zien, dat ovoinJ
waar maar ecnigszins mogelijk, do Zou-
dagsarboid vormedon of ingekort werd.
Altijd wordt daai niet in voldoende ma
te naar gestreefd. Als ik 's Zondagsmorgens
een wandeling maak en wonsoh te gonioton
van do natuur cn do stilte, wordt vaak dio
stil to onderbroken cn dan is heb onaange
naam tc zien, dat vei schillende dienstmeis
jes verplicht worden do stoep voor hun
huis to schrobben en to dweilen.
Er zijn bezigheden, die beslist moeten ge
schieden, maar of daar het schrobben on
dweilon ondci hoort, betwijfel ik sterk. To-
meor, waar ik wol cons on willekeurig ge
tuige ben, dat zulks 's Zaterdags ook ge
schiedt.
Laten do dame3 toch bedenken, dat ook
haar dienstboden, zooveel als het kan, van
do Zondagsrust toekomt. Na con weck wor-
ken willon die meisjes ook wol cc us rusten
zij hebben ook govool on het zijn toch geen
woi kbeosten.
Rust geeft nieuwe levenskracht.
Ik hoop dan ook, dat dezo letteren or
too mogen bijdragen, om zulk een work op
don Zondag niet te laten verrichten.
U, mijnheer do Redacteui, beleefd d.nnk-
zoggendo voor do vorlconde plaatsruimte,
heb ik do cor t© zijn
Uw ubonné
W. O.
Lelden. Geslaagd z]jn voor het doctoraal
examen in do rechtswetenschap do hooren
M. G. do Marez Oyens on W. L. Troost; voor
het 2de candldaate-examon in do theologie
(eerste gedeelte) de hoer D. Los, uit Loid~n,
De heer I. Vriosendorp promovoordo gistoren
in de geneeskundo met don hoogsten graad:
cum 1 a u d e.
Utrecht. Bevorderd zijn: tot doctor In
do rechtswetenschap do lieeron 0. L. de Jonge,
geb. to 's-Qravenhago, en M. J. A. Moltzor,
geb. te Deventer, belden op Stellingen.
Lolden: Bethlehemskork. Donderdag
avond 8 uren: Bijbellezing.
Christ. Qorof. Gemeento Donderdagavond
te lialfacbt Bijbellezing Ds. Janssen. Ingang
Breestraat naast No. 161.
vloeido.
„Kijk, bij mooi weer hebben wij die brug
niet noodig; maar als do zwaic regens ko
men, wordt dat smaüo waterloopje een ge
weldige bergstroom, on dan is dio brug
onze ccnigo rodding. Zoo is het ook in het
loven. Wij moeten de omstanc igheden voor
zien en bijtijds onzo brug bouwen."
„En u heoft uw brug gebouwd vroeg
Harold, getroffen door do ontroering, dio
zioh afspiegelde op haar gelaat, „En hot
water heeft u niet verzwolgen?"
„Neen, het heeft mij niet verzwolgen,
maar het was heel diep."
Het bleef ccn oogenblik stil.
Plotseling sidderde Harolc' cn hij zuchtte
zwaar. Do hoofdpijn, die hem den gchcelen
dag reeds gekweld had, werd ond:aag-
lijk.
„Wat is ei vroeg zij snol.
„Niets, enkel een zware hoofepijn."
„Serraraonte is u to machtig, dat dacht
ik wel. Geen vreemdeling, die zijn verstand
gebruikt, blijft een zomer hier. Alleen ver
stokte zondaars alt' wij inbooilingcn houden'
het uit."
„O, zeg mij niet, dat ik moet heen
gaan I" smeekte Haiold, met werkelijk*
smart in zijn stom.
„Ik moest het u zeggen," antwoorddo
zij, langzamer dan gewoonlijk on met iet»
aarzelenc"a in haar anders zoo beslisten
toon.
„Ik zou u niet gehoorzamen, als u het
dcedt."
„Waarom niet?"
(Wordt vervolgd.) -