Ho. 13752. LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 21 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1901 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Be Millionnaïr. Ingezonden. Aeademienieuws. te waken voor de handhaving van rust en orde. De toestemming, 200 voegt hij daar bij, is laatstelijk geweigerd op het daartoe strekkend advies van den resident van Me nado." Thans daarentegen van den kant van de Indiaohe Rogeering een besliste wen ding verklaarbaar in zekeren zin, meent „De Nieuwe Courant", hierdoor, dat generaal Rooosboom door generaal Yan Heutsz is vervangen, doch niet te vorklaren, wanneer men bedenkt, dat de resident van Menado „laatstelijk." dus niet lang geleden, tegen de vergunning geadviseerd heeft en men rich afvraagt, hoo een landvoogd, met de plaatselijke toe standen noodzakelijkerwijs niet of slechte gebrekkig bekend, nog niet langer dan een paar maanden aan het bewind, in een voor een gewest zoo belangrijke zaauk dwars te gen het advies van den resident kan in gaan. „Twee vragen rijzen dan ook onwille keurig op", zoo schrijft het blad verder. „Ten eerste of de lieer Van Heutaz bedoeld besluit heeft genomen zonder dat tusschon hem en den Minister op een zoo gewichtig punt, dat zoo vérstrekkende gevolgen kan hebben, overeenstemming was verkregen». Maar welke zijn dan do motie von van den landvoogd geweest? Of, ten tweede: Heeft men hier met een schikking van politieken aard te doen, waartoe dc Minister wel zijn medewerking heeft verleend? Wordt de rust in do Minahassa, worden de degelijk heid, de heilzame gevolgen der protes- tantuehe zending aldaar door een protes- tanfcseh minister geofferd aan de rust in de gelederen der regeer ingreoalitic in Neder land 1 Wij zullen hier geen beantwoording van deze twee vragen beproeven, noch in be vestigenden, noch in onlkennendcn zin. Gouverneur-generaal Van Heutsz is een man, die zich niet gemakkelijk tot duistere concessies zal laten bewegen, cn dien wij liever zouden willen verdenken van het be gaan eener fout, da1 van het deelnemen aan politieke konkolarijen. En ook minis ter Idenburg zouden wij van het bowandc- len van dergelijke konkolarijen niet gaarne aanstonds verdenken. Toch is een antwoord op de bovengestel de, bij velen gerezen vragen, zeer noodig. Het zou een heilzame geruststelling zijn uit 's Ministère mond tc vernemen, dat do „hoogere politiek" niets met cle dienst reis van den bissohop naar Menado te ma- kon heeft on ook, te zijner tijd, te billijken motieven te hooren, welke er den Gouver neur-Generaal toe gebracht hebben het ad vice van den resident van Menado ter zij de to schuiven en met de zoo volkomen door do voorzichtigheid cn gezond staats beleid gewettigde gedragslijn zijner ambts voorgangers tc breken. De beban-deling der Indische bogrooting in 'de Eerste Kamer, welke tussohen Kerst mis en Nieuwjaar pleegt te vallen, zal den Minister daartoe een welkome gelegenheid bieden." Verschenen ia heb zes do nummer van m r S. Van Houtons „S t aa t k u n d i g 0 Brieven." Het vangt aldus aan: Do hoofdpunten van socialen aard, dio van een liberale Rcgecrirg kunnen en moe ten gevraagd worden zijn geenszins nieuw. De verdeeldheid wordt onder do hervor- roingsgozinden alechtö veroorzaakt door de genen, die volstrekt reglemcntceren en straffen willen en die gratuite uitkeerin gen uit do openbare kassen willen doen, zonder dat nijpende armoede er toe dwingt. Kon men van die zijdo er eens toe beslui ten don voorrang te laten aan sociale maatregelen, die grootendeols don Staat geen geld kosten, die gcon uitbreiding van politie on gevangenissen cischen en waarbij armenzorg tot armen beperkt en armenzorg gonoemd blijft, wat toch geen zware oisch is dan zou er vruchtbare werk zaamheid geboren worden. Ik noem vier onderwerpen a. uitbreiding van het onteigeningsrecht volgens de vereenvoudigde regelen der wo ningwot tot andore doeleinden dan woning bouw, n.l. het vestigen van werkplaatsen, tuinbouw en ontginnii en voorts fisco- ring der schadeloosstelling op de waarde op het tijdstip van invoering der nieuwe regeling, vermeerderi met latere kapi- toalssianwcnding. voor zoover de waarde daardoor is verhoogd; b. verbetering van den rechtstoestand der vrouw, bepaaldelijk der gebrouwdo vrouw; c. oprichting eener Rijks-1 ijfrentebank door welker bemiddeling tot kostenden prijs kleine lijfrenten voor levensonder houd van porsonen bovon bijv. 00 jaar ten laste van den Staat kunnen worden, ver kregen, dio niet mogen worden vervreemd cn vrij van beslaglegging zijn; d. een regeling tusaohen Rijk, (provin- cio?) gemeente en bijzondere instellingen van liefdadigheid tot verzorging geheel of gedeeltelijk van ouden van dagen, gebrek- kigen on ongcneeslijlrcn, voor zoover hun tot levensonderhoud vorplchte familiebe trekkingen hiertoe niet in staat zijr. De schrijver herinnert dan, dat hot niet noodig is, uitvoerig over doze onderwerpen te spreken, daar zc reeds meermalen zijn behandeld. Do Staats-lijfrentebank zou door het Ministerie-Roei! worden ingevoord, doch bleef achterwege door een gemakkelijk op te lossen verschil tusschon do Ministers in dit Kabinet. Verder komt do schrijver terug op zijn wensohen, inzake do aan gemeentebesturen toe to kennen bevoegdheid, om, onder zeke re voorwaarden, gronden to onteigenen, waarvoor hij reeds zoolang propaganda maakt. ,,In 1893 weigerde Tak mij bij mijn ini tiatief te steunen; op het beperkte pro gram van het ministerie-Roei] kon het on derwerp niet toegelaten worden; het ini- nistorie-Pierson beperkte het slechtere, het beter© kennende; Kuypor denkt slechts aan Kerk en sohooï ©n volgt overigens dc ver keerde methode van den dag. Maar het bo- tere zal toch moeten komen. De schrijver noemt dan een paar voor bedden om aan te toonen, dat zijn denk beelden profijtelijk zijn. Waren zo gereali seerd, dan, zoo berekent hij, zou men nu voor den grond ten behoeve van het Vre despaleis in Den Haag niet meer behooven tc betalen dan f 15,000 per Hectare; terwijl men nu 70,000 besteden moot. Ook zou, in schrijvers lijn, het plaatsen van kazernes, onz. buiten de gemeenten wat gemakkelij ker zijn. Het is niet, zoo besluit hij, ,,Hot is' niet, omdat in deze dingon do hoofdzaak van mijn w.-o. ligt, dat ik zo hier vormend. Maar zij zijn sprekend en schudden misschien dc kiezers eens wakker. Met dommelige kiezers vermag ook dc meest vooruitziende wetenschap niet». Dc hoofdzaak van mijn ontwerp ligt cr in, dat do bodem daardoor voor allo klas sen der bevolking alê' werkplaats toegankc- lijkor wordt, en dat do eigenaar, dio geen lust heeft zijn grond productief to maken, indien deze woest is, of beter productief te makon, indien deze door hem slechts ex tensief gebruikt wordt, dien niet aan betere exploitatie onttrekken kan. En dat hij ook niot door hot eischen van prijzen voor den grond, dio buiten verhouding staan tot het voordcol, hotwo.k doze hem oplevert, het voordcol eenor toekomstige hetero exploi tatie aan zich trokken lean. Dc bodem moet woon- en werkplaats der natie zijn, geen voorwerp van spcculatio voor hot kapitaal; allereerst niet voor het kapitaal van particulieren, maar ook niet voor dat van Staat of gemeente." CELEBES. Do oorrospondont tc Batavia van dc .,N. R. Ct." seint ons gisteren: „Allo vorston in Dongola sloten concrac- ten, behalve twee onder do suzereiniteit van don vorst van Benawa, dio weigerden hun opwachting bij den gouverneur tc ma- kon. „Bij eon poging tot dwang maakte het govolg amok43 van hen sneuvelden. On. zorzijds werden drie minderen gewond.. De „Van-'liag-tot-dag:"-schrijver in het „Handelsblad" besprak onder het opschrift: „Liberalen met korten en langen naam" het standpunt dear v r ij z i n- n i g-d e m o c r a t e n, 'die boter deden don ouden naam van radicale liberalen to voe ren. Dan had ieder begrepen, dat ze 'do voorhoede der liberalen uitmaakten, do weg bereiders, en dat zo alleen een weinig radi caler, d. i. minder omzichtig, de gemeen- schappelijke beginselen toepasten." „Maar die mond vullende nieuwe naam stichtte verwarring. Do twee fractie* te zamen zouden zeer veel vermogen. Wat echter eendrachtig samengaan het meest belet, is, dat do radicalen te veel ge neraals en do liberalen er te weinig heb ben. De „vrijzinnige democraten" welk een naamwelk oen naamzijn flinke wer kers, rustelooze drijvers ©n baanbrekers, ©n hun „public spirit is in vele opzich ten to prijzen. Maar ze doen en ze spreken ie haastig en te veel en zo geven daardoor telkens den indruk ten onrechte wat do groote meerderheid aangaat van verkap te socialisten te zijn... in elk geval naar liet socialisme te leiden. En de liberalen schijnen mij kloeke, va derlandlievende soldaten toe, niet volkomen gedisciplineerd en met tc weinig gezagheb bende opperbevelhebbers. Als wij hierin eens verandering konden brengen 1 Ik geloof echter niet, dat die opc-pi bevel hebber door ona op de schilden zal worden opgeheven, die mot de partij der generaals wil gaan wedijveren in goavanoeordheid." De leuze besprekende, waaronder ver- ecnigd door vrijzinnig-democraten cn libe ralen zou kunnen worden opgetrede gaat hij voort: „Alt- de vereenigde partij der liberalen een krachtige strijdleus wil hebben, dan behooren ze niet aan onmiddellijke grootere uitbreiding van het kiezerskorps kracht tc verspillen, maar te pogen in do eerste jaren ietd practkch tot stand te brengen. Een blanco-artikel' kan geen strijdleus zijn. Wok daarmede cc-ns geest-drift! Neen, wij hebben er andere, dio vrij wat beter rijn: lo. Vei banning van alle godsdienstige geschillen uit den staatkundigen strijd. 2o. Opkomen voor de eenheid van ons volk, cn niet voor dozen of genen stand. 3o. Handhaving van den vrijen handel. 4o. Vrijheid van het onderwijs tegenover dc zoogenaamde vrijmaking, die niets is dan juist het omgekeerde daarvan. Wc hebben pas een groote uitbreiding van het kiezerskorps gekregen. Duizen den van hen gebruiken het nog niet, cn la ten zioh zelfs niet inschrijven. Als wij nu weer gaan tijdverspillen aan Grondwetsherziening om een andere kies wet, dan gaan weer jaren om, dat niets ge~ dan wordt. Uitbreiding van kiesbevoegdheid is geen doel, dooh slechts een middel, een gereed schap. Een goed timnierman verknoeit zijn tijd niet met het zoeken naar telkens' scher per beitel, maar werkt met het gereedschap, dat hdj heoft. Laat ons dit nu ook eens een jaar of wat doen." De schrijver besluit mot den wensah, dat al de onderdeelen van de groote liberale partij zullen leoron van 'e tegenstanders voorbeeld, en door 's tegenstanders mees terlijke tactiek godrevcn en gedwongen zullen worden te zamen alt' één leger op te trekken tegen dc tegenstanders links en reohts. Bij do medcdeeling van den. inhoud van het onlangs ingediende ziektever zok&- ringsontwerp, schrijft de „Kroniek schrijver" in „De (Deoember) Econo mist": Met de invoering der verplichte ziektever zekering worat aan liet beginsel der ge dwongen verzekering een zeer gewichtige, en op zichzelf stellig niet onbedenkelijke uitbreiding gegeven. Gold het bij de invoe ring der verplichte ongevallenverzekering, 84) „Dat i weer te algemeen. Geld beteekent velerlei dingen. Vooral macht. Kan u een man laag noemen, dio dorst naar macht? Is hot wonder, dat iemand voor die verzoe king bezwijkt? Die bezwijkt, is zwak, na tuurlijk; maar uiet bepaald laag. De vrou wen, die Gibson begeerden to trouwen, ge loofden ongetwijfeld te goeder trouw, dat geluk onbereikbaar is zonder geld, en is het laag, te streven naar geluk? De man nen, die hun overtuiging verkochten, kenden ongetwijfeld het knagen dei ar moede, en niet alleen in hun eigen per soon het is veel pijnlijker, hen, die wij liefhebben te zien lijden. „Ie iemand te laken, wij'! hij tracht te ontkomen aan die marteling?" „Sommigen van hen hebben mogelijk die marteling geleden," stemde Harold aarze lend toe. Hij dacht aan de oude moeder en de zusjes van den ex-anarohi&t, nu million- nair Herr Schmall. Maar niet allen. De meeste huichelaars, die hem omzwermden, hadden aan niets behoefte dan aan weelde. „Weet u zeker, dat het allen huichelaars waren? Bodenk, dat geen van allen gele genheid hadden, hem te zien zooals hij was. Do glans van zijn goud moest hun geestes oog wel verblinden, zoodat ze in hem aller lei goddelijke^ eigenschappen meenden te zien, dio hij niet beizat. Het is een gewoon geval van auto-suggestie." het uitdrukking geven aan en in zijn gevol gen organiaeeren van het beginsel, dat de gevolgen van ongevallen, in en door het be drijf geleden, door het bedrijf be kostigd behooren te worden, bij de ziekte verzekoring wordt aan een zeer groot deel der Nederlandsche bevolking (er zullen naar raming ongeveer 1,200,000 verzekering- pi ichtigen zijn) voorgeschreven, dat en hoe zij zioh tegen de kwade kansen van ziekteen overlijden langs den weg aor verzekering zullen trachten te dekken. Evenals ons een gedwongen ouderdoms- en invaliditeitsver zekering ongeoorloofd dunkt, zouden wij ook dc verplichte ziekteverzekering een niet toelaatbare inbreuk achten op de vrij machtige voorziening, mit^ met inachtne ming dor algemeene rechtoordo, in de eco nomische behoeften voor zich en zijn gezin, ware het niet, dat overwegingen van bij zonderen aard nopen in beginsel te berus ten in do regeling dezer aangelegenheid. Dc:;- overwegingen zijn, dat in zéér ruimen kring de bij dit wetsontwerp rechtetrceksch belanghebbenden rcods hebben getoond, den weg der verzekering tegen ziekte en overlij den op te willen, zoodat de wet slechts alge meen maakt een toestand door co arbeiders zelf gowcmsciht; voorts, dat bij de thans be- ttaande en vrij van alle toezicht werkende fondsen zoovele on zoo ernstige misbrui ken worden aangetroffen, dat invooring van een wettelijk geregeld toezicht in ieder geval noodig was; eindelijk en bovenal, dat el'oohts door invoering eonor verplichte ziekteverzekering een eind kan komen aan do onhoudbare, en in velerlei opzicht ver derfelijk werke-nde regeling der Ongevallen wet, welke alle ongevallen, ook dc klein*tc rnite een ongeschiktheid tot werken van meer dan twee dagen veioorzakend, doet behandelen door de Rijksverzekeringbank. „Do Nieuw o Courant" spreokt over het besluit van gouverneur-generaal Van Houtz, om aan den i ulairen bis sohop, apostolisch vicaris te Batavia, toe te staan, een dienstreis naar de Minahassa te doen. Er is, meent zij, reden voor vrees, dat dit besluit schade lijk zal zijn voor den godsdienstvrede on dus ook voor de algemeene belangen der Minahassa. „Al bleek de Indische regeoring ook dc mcening toegedaan", aldua schrijft het blad, „dat het niet op haar weg kan lig gen de zending eener kerkelijke gezindte te beletten op een gebied tc trc, en, waar dio eener andere reeds vasten voet heeft ge kregen, zoo heeft zij tocIT lot dusver steeds geweigerd een tweetal maatregelen, om welke dc katholieke geestelijkheid in In- diè dringend vroeg, maar van welke een versterking der propaganda en dientenge volge opflikkering van onrust in de Mina hassa verwacht kon worden, goed te keu ren. Zij betroffen de toestemming aan den a-pocitoliaolion vioaria to. J3ato-\-io Lot doen eener dienstreis naar de Minahassa en do oprichting eener zustersschoo! te Tomohon. Gevreesd werd toch, dat- do reis van een zoo hooggeplaatst geestelijke als een bisschop in een stil landje als de Mi nahassa groote opschudding zou verwek ken on zijn komst het sein zou geven tot een opnieuw ontbranden dor godsdienst- vcoten, misschien wel tot ernstigo rustver storing. De Nederlandsche regeering harerzijds trad in deze zaak niet tusGohenbeide, liet de beslissing aan het beleid der Indische over." Het blad herinnert cr aan, dat bij do behandeling in de Tweede Kamer der be grooting voor 1902 de toenmalige minis ter Van Asch van Wijck tegenover do heo- ren Roeesingh en Yorhoy het stelsol van niet-inmenging der Regeering verdedigd heoft en zijn opvolger Idenburg in 1902 in de Eerste Kamer een zelfde standpunt innam. „Ook in de Memorie van Antwoord, vóór de behandeling der bogrooting over 1905 ingediend, zegt dc Minister, dat de beslissing in de kwestie nopens de dienst reis van den apostolischcn vicaris te Bata via naar Menado stoat ter beoordeeling van de Indische autoriteiten, die hebben „Ach, u vindt een excuus voor iedereen," zei HaroCd ongeduldig. „U zoudt een zwartste zelfs schoonwasschen." „Dat weet ia niet; maar ik deel de mee ning van iemand, die heeft gezegd, dat, als een daad honderd aangezichten heeft, hot be&te is, het mooiste daarvan alleen te zien." IV. Harold verliet dien dag het palazzo in een niet al te best humeur. Zijn gevoel van eigenwaard© was niet buitensporig, maar het had een vrij sterken, sohok gekregen. Zijn rol in het verleden verscheen hem in een geheel nieuw licht, en zelfs zijn gelief koosde grief tegen de menschheid raakte aan het wankelen. Een cn andei echter was niet in staat, hem verwijderd te houden van het vriende lijke huis; integendeel, hij voelde zich meer daarheen getrokken. Het vurig ver langde geld was gekomen, maar hij had geen trek, zijn zwerftochten te her vatton. Voor het eerst had hij in zijn leven een rustplaats gevonden. De eerste zuivere vriendschap van een vrouw is altijd een heerlijke gewaarwording, on al de vrouwen, die hij tot dusver had ontmoet, wilden óf zelf hora trouwen óf hem winnen voor haar dochters of vriendinnen; de eenige uitzon dering was gevormd door de vrouw, die hij zelf liefhad. Do vrouw, wier vriendschap hij nu had verworven, was in alle opzichten superi eur. De kracht van haar menschlievend- hedd verdreef de bitterheid uit zijn ziel. Zonder preoies te weten, hoeveel hij haar had te danken, voelde hij zich meer en meer tot haar m igotrokken, aU de zieke tot den dokter, die hij in het bezit acht van hot ware geneesmiddel. Dat de belangstelling wederkeerig was, de contessa zelf zou de laat*te geweest zijn om het te ontkennen. Van het eerste oogen- blik af was zij getroffen door zijn ernst. In haar oogen was hij een jonkman met beperkte middelen, maar die de hoedanig heden voor een echten philanthroop in zich had. Zij hield hem voor iemand van goede opvoeding, die betore dagen had gekend. Dit was het eenige misverstand tusschen hen; in alle andere opzichten sohonen zo elkaar volmaakt te begrijpen. Zoowel do jong© Engelschman als de Italiaansche van middelbaren leeftijd behoorden tot de klas se van mensohen, wier oogen niet zijn ver vuld van wat ze zien en wier ooien niet zijn verzadigd door wat ze hooren, en die soort menschen herkennen elkaar op het eerste gezicht. Ondanks hun toenemende vertrouwelijk heid, had do oontessa nooit over haar ver leden gesproken. De dag, waarop zij dit voor het eerst deed, was or een van groote beproeving in verschillende opzichten. Het was op het einde van een brandend heeten namiddag. Zelfs kort voor zonson dergang had hot Harold nog groote in spanning gekost, den heuvel te beklimmen. De contessa was geroepen bij iemand in de buurt, en natuurlijk had zij aan het verzoek voldaan. Wetende, in welke rich ting zij was gegaan, wandelde Harold Kaar tegemoet. Hij ontmoette haar op een smal bergpad, dat de toegangsweg was naar een gehucht, 't Was een heel ongeschikt© plaats om een gesprek tc voeren; want dc landslieden, die juist op weg waren naar huis, schenen allen kennissen van de oontctsa. Nu eens hoorde Harold haar informeeren naar dc geit van een oude vrouw, het varkentje vap een andere; zij beloofde quininc-poe- dors aan een man, zaad voor planten aan een ander. Het verbaasde hem, hoo zij al die kleinigheden onthield cn het meest ver baasde hem, hoo vriendelijk zij deed met dc kinderen, die zc even op den arm nam, om van die zoete, wonderlijke woordjes to zeg gen, welke vanzelf over dc lippen komen der moeders van alle natiën. „Zoo moet zij gespeeld hebben met haar kleintjes," dacht Harold. „En nog kan zij lachen, als ze nu doet?" „Raakt u nooit in de war met al die dingen?" vroeg hij eensklaps. „Welke dingen?" „Ik bedoel, informeert u nooit bij ver gissing naar een geit in plaats van naar een big? En zendt u nooit het bloemcn- zaad aan iemand, wien u do poeders be loofde?" 't Moet lastig zijn zooveel kleinigheden uit elkaar te houden." „O neen, als men ze maar één voor één doet. En buitendien, wat zijn kleinigheden cn wat is er groot? Kan iets menschel ij ks werkelijk groot zijn, en iets, dat in het godaelijk plan ligt, werkelijk klein? Men moet de wcreldschc zaken in vogelvlucht bezienzich opwerken tot een hoogte, waar alles slechts een molshoop lijkt; grootere en kleinere molshoopen, anders niet." „Is dat uw geheim?" Zij antwoordde niet, maar wcc;i op een brug, die lag over een ravijn, in welks ciepte slechts een heel smal streepje water „De colonne Viijft voorloop ig in Dongo la." [Tot toelichting van dit telegram zegt het blad hot volgende: s Dongola is do standplaats van onzen posthouder, besture,, do nfdceliug Palo©- baai. Borichten uit Ind-J vermeldden, dat een poging gedaan zou wordon om het geschil met Sigi langs vrodeliovenden weg te be slechten. De mobiele colouno uit Maknsser zal naar Dongola gedirigeerd zijn en ver schillende vorstjes zullen daarheen zijn ontboden, om, gesteund door do aanwezigo troepenmacht van hen hot tceikenen van een nieuw oontract te oischen. De eerste ciseh zal wel rijn geweest afstand van het recht tot het heffen van belastingen. Sigi cn an deren bobben daaraan blijkbaar voldaan. Met Benawa is wellicht bedoeld Binoo wang, een bondgenootschappelijk land, bo- hoorondo tot Mandar en golegen aan de golf van Mandar. Vordor zou uit het te kg ram blijken, dat men tot bezegeling van liet niouwo con tract heoft geëischb liet maken van opwach ting bij den gouverneur to Makasscr. Bij dwang tot ombarkoment heeft dan het go- volg dor weigerachtige potentaten amok gemaakt-, waardoor het optreden der mili taire macht noodig was on do modegedeel- do verliezen worden geleden.] Aan do Rodactiel Als getrouw lezor van uw blad, vind ik stcods des Zaterdags in uw orgaan onder do rubriek odvcitcnticn een advertentie, dio behelst een aanmaning tot do ingezete nen, oiri toch zoo min mogelijk do Zondags rust aan andoren tc onthouden of die te veratoren. Nu kan gezegd worden, dat menig burger' cn burgeres daarnaar luistert. Ik zou evenwel gaarno zien, dat ovoinJ waar maar ecnigszins mogelijk, do Zou- dagsarboid vormedon of ingekort werd. Altijd wordt daai niet in voldoende ma te naar gestreefd. Als ik 's Zondagsmorgens een wandeling maak en wonsoh te gonioton van do natuur cn do stilte, wordt vaak dio stil to onderbroken cn dan is heb onaange naam tc zien, dat vei schillende dienstmeis jes verplicht worden do stoep voor hun huis to schrobben en to dweilen. Er zijn bezigheden, die beslist moeten ge schieden, maar of daar het schrobben on dweilon ondci hoort, betwijfel ik sterk. To- meor, waar ik wol cons on willekeurig ge tuige ben, dat zulks 's Zaterdags ook ge schiedt. Laten do dame3 toch bedenken, dat ook haar dienstboden, zooveel als het kan, van do Zondagsrust toekomt. Na con weck wor- ken willon die meisjes ook wol cc us rusten zij hebben ook govool on het zijn toch geen woi kbeosten. Rust geeft nieuwe levenskracht. Ik hoop dan ook, dat dezo letteren or too mogen bijdragen, om zulk een work op don Zondag niet te laten verrichten. U, mijnheer do Redacteui, beleefd d.nnk- zoggendo voor do vorlconde plaatsruimte, heb ik do cor t© zijn Uw ubonné W. O. Lelden. Geslaagd z]jn voor het doctoraal examen in do rechtswetenschap do hooren M. G. do Marez Oyens on W. L. Troost; voor het 2de candldaate-examon in do theologie (eerste gedeelte) de hoer D. Los, uit Loid~n, De heer I. Vriosendorp promovoordo gistoren in de geneeskundo met don hoogsten graad: cum 1 a u d e. Utrecht. Bevorderd zijn: tot doctor In do rechtswetenschap do lieeron 0. L. de Jonge, geb. to 's-Qravenhago, en M. J. A. Moltzor, geb. te Deventer, belden op Stellingen. Lolden: Bethlehemskork. Donderdag avond 8 uren: Bijbellezing. Christ. Qorof. Gemeento Donderdagavond te lialfacbt Bijbellezing Ds. Janssen. Ingang Breestraat naast No. 161. vloeido. „Kijk, bij mooi weer hebben wij die brug niet noodig; maar als do zwaic regens ko men, wordt dat smaüo waterloopje een ge weldige bergstroom, on dan is dio brug onze ccnigo rodding. Zoo is het ook in het loven. Wij moeten de omstanc igheden voor zien en bijtijds onzo brug bouwen." „En u heoft uw brug gebouwd vroeg Harold, getroffen door do ontroering, dio zioh afspiegelde op haar gelaat, „En hot water heeft u niet verzwolgen?" „Neen, het heeft mij niet verzwolgen, maar het was heel diep." Het bleef ccn oogenblik stil. Plotseling sidderde Harolc' cn hij zuchtte zwaar. Do hoofdpijn, die hem den gchcelen dag reeds gekweld had, werd ond:aag- lijk. „Wat is ei vroeg zij snol. „Niets, enkel een zware hoofepijn." „Serraraonte is u to machtig, dat dacht ik wel. Geen vreemdeling, die zijn verstand gebruikt, blijft een zomer hier. Alleen ver stokte zondaars alt' wij inbooilingcn houden' het uit." „O, zeg mij niet, dat ik moet heen gaan I" smeekte Haiold, met werkelijk* smart in zijn stom. „Ik moest het u zeggen," antwoorddo zij, langzamer dan gewoonlijk on met iet» aarzelenc"a in haar anders zoo beslisten toon. „Ik zou u niet gehoorzamen, als u het dcedt." „Waarom niet?" (Wordt vervolgd.) -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5