Wekeiyksche Kalender. receptT" Raadgeving;. Stotgoud. alle lei. Zondag* Eer uw leven, maar vergeet het niet; Gebruik uw heden, maar •verzuim het niet; Bereid uw toekomst, maar verhaast haar niet. Maandag. Met lang werken bereikt men veel, met hard werken bereikt men meer, met doelmati g werken bereikt men het meest. Dinsdag. Aan eiken leeftijd past eerbaarheiddie van den grijsaard uit zich door waardig heid. Woensdag. Ieder onzer zal op een gegeven oogen- blik een hand zien, een stem hooren, dio hem den weg wijzen; hij, die deze stem herkent, die hand volgt, moet de hem daar door bewezen dienst op zijn beurt nan an deren bewijzen. Donderdag. Wie geen tijd vindt om zijn kleine plidv ten te vervullen zal ook zijn groote plich ten onvervuld later. Vrijdag. Zij zijn niet waarlijk dood, die in ons hart leven. Zaterdag. Zoek het licht in het lioht. De msasten zoeken het in ce duisternis. Koehoep. Snijd tv o uien en fruit zo in boter, snijd nu e®n halve savoyokool aan snippers, kook de kool af en ververach ze in koud watqr, laat ze goed uitdruipe i en doe ze dan bij de gefruite uibevochtig ze met on- afgevetten bouillon en laat ze een uur lang in de oven gnarsmoren. Neem nu eenige gekookte aarcappelen, maak ze fijn, verdun z met bouillon en het kooknat van de kool, zoodat dit is als gebon den soep, doe er de kool in, bind ze met eierdooiers, een maatje room, een weinig nootmuskaat en pep^r, en dien ze met ge bakken dobbelsteenen van brood. Opstelling van thermometers. Als het bijzonder warm of scherp koud is, blijkt veelal, dat verschillende menschen sems vrij sterk uiteenloopende cijfers voor de temperatuur hebben en ttijf en 6trak aan hun cijfer vasthouden. Dat kan ook dan, ais hun thermometer*' alle in orde zijn, wat dikwijls echter niet het geval is. Want het zuiver opnemen van de temperatuur is niet zoo eenvoudig als het schijnt. Vooreeret deugen daarvoor de meeste thermometers in den handel niet. De schaal moet van melkglas of een andere besten dige stof vervaardigd zijn en in een glazen buis zijn opgesloten; de bol moet. geheel vrij zijn en hot boveneinde vrij zichtbaar cn niet door metalen of houten kapjet' oin- geven. Maar ook de opstelling der thermometers is een der hoofdzaken, waarbij men in bet oog 'dient te houden, dat deze beschermd moeten worden tegen bestraling door do zon of door verwarmde voorwerpen, tegen I teruggekaatste warmtestralen, te groote af koeling door uitstraling en tegen neerslag. Binnenplaatsen en nauwe straten zijn voor temperatuurbepalingen geheel ongeschikt. Ook dan, ais het niet om wetenschappe lijk precieze waarnemingen te doen is, moet men op verschillende voorwaarden let ten. Voor wcerwaarnemingen moet het in strument geplaatst zijn op het Zuiden, binnen een thermometer-kooi, wit geschil derd, voorzien van een dubbel dak en ja loezieën, twee meters boven den grond, op palen, in een genoegzaam open terrein. Maar ook voor gewoon gebruik is het op hangen van een thermometer tegen een raamkozijn af te keuren; hij moet aan ijze ren stangetjes en niet tegen een plankje bevestigd zijn. Heeft men geen gelegen heid hem zoo op te stellen, dat zulks geheel voldoet aan de wetenschappelijke eischen, dan is het het best, hem te plaatsen binnen een 'draaibaren wit geverfden blikken cy- lindermantel, de onderzijde daarvan geheel open, de bovenzijde gedekt 'door een loste overstekende kap, zoodat ruime toetreding van lucht plaats heeft. Men bevestigt dezen mantel tegen een op het Noorden gelegen muur in de nabijheid van een venster cener niet verwarmde kamer. Do voornaamste eischen zijn, dat de omhullende mantel zich op voldoende hoogte boven den grond be vindt en niet tijdens of kort vóór de waar neming door de zonnestralen of door tegen muren teruggekaatste stralen verwarmd is geworden. De schaal van een thermometer moet nu en dan gecorrigeerd wordenalleen die van Jc-naër glas zijn bijna vrij van dit euvel en daarom zeer aan te bevelen. Het is bepaald af te keuren, zelf den thermometer in smel tend ijs of stoom te onderzoeken. Om zeker te zijn, dat de correcties niet veranderen, moet men te zijner tijd vergelijken met een standaardthermometer, alhans met een goe den kwikthermometer, waarvan de correctie nauwkeurig bekend is. Wij moeten niet haastig «na eigen ldt kiezen en willen bepalen, maar waohUn, dat God ons geleide. 6. Elliot. De waarheid laat zich niets door geweld ontnemen en dringt zich aan niemand op maar zij deelt zich mede, waar zij met ootmoed on zelfvoi loochening wordt ge zocht Matthias Claudius De algemeene vooruitgang is het resul taat der kleinere overwinningen. Ernest Legouvé. Een surprise. Twee lieve zusjes uit een Leidsoh gezin Schepten er veel behagen in Haar oom op diens verjarings'dag Dat hij 'm nog dikwerf vieren mag I Een mooi geschenk to geven. Den dag dus voor Sint-Nicolaas, Den grooten datum voor den baas, Ging 't paar op weg naar het perceel, Waar woont de pa van Piet en Ne 1. Yóór 't heengaan evenwel bad Ma Uit al de pakjes uit een la, Gereed al voor December vijf, Er één genomen; buiten kijf, Zoo daoht gewis het goede mensch: Het pakje met ooms hartewensch. (Want, lezer, gij gelooft het wel: Een Kamper ui was niet in 't spel). Zij geeft het aan een van de twee En beiden snelden vlug er mee, Zooals gezegd, naar haren oom, Wien zij het spoedig zonder schroom Na een lief woord en flinken zoen In 't rechterhandje dalen doen. Oom, van to voren reeds verrast, Ontsluit nu de papieren kast-, En ziet, tot zijn verwondering. Een broahe of zoo'n soort van ding D© goede man, eerst van zijn etuk, Merkt dan, dat straalt van groot geluk 't Gezicht ran een der nichten. Daar moet zijn ernst voor zwichten Hij Laoht, in d'eene hand dat ding, Maar vraagt dan om opheldering. De zaak stond zoo: 'de goede Moe Had in de drukte van 't gedoe 'n Verkeerde doos gegrepen. En zoo gaf nu do lieve nicht, Niet in 't geheim, maar onbenepen, 't Geschenk, door zus voor haar bedoeld, En zorgzaam in een wat gewoeld, Zelf aan haar oom, reeds meer vermeld, In stede van een heerenspeld (H istor isch.) Een Volzinnetje. Wij klagen wel eens over Lange zinnen, maar in de 18- de eeuw wist men er ook te maken. De „Amigoc" van Curasao geeft het volgende: Alsoo de brutaliteit, der moelatten en ne gers, zoo vrijen als slaven, onverdragelijk wordt en dezelvon zich genoegzaam niet meer en schamen, om bij dag en bij nacht, de goed© ingezetenen alhier te ontrusten, kwalijk te bejegenen ende met verachting te behandelen, boven en behalve het onbe hoorlijk leven van dezelfde moelatten en negers, zoo(wel) die in ce stad, als aan de Overzijde van deze haven hun woning heb ben, en dewelke zij L.j dag en nacht laten spelen op instrumenten en zich aldaar mot dansen en dronken drinken bezig houden, welke bijeenkomsten van schacelijke gevol gen zijn en occasién geven tot vechtpartij en met messen, stokken, vuisten en dergo lijken, mitsgaders van nog andere en meer dere pernicdeuse contequentiën, welker voortgang behoort te worden belet ende eeu betere discipline onder de mcelatten en ne gers, zoo vrijen als slaven onderhoucen, zoo is 't dat Gouverneur en Raden dezer eilanden 't zelve in overweging heb bende genomen, hebben hun Edel Achtba ren ter dezer zake goed gevonden ends ge ordonneerd, zooals hun Ed- Achtbaren or- donneeren end© goedvinden bij decen, dat voortaan onder de moelatten en negers ral moetoü worden geobserveerd de volgende punten: nieuw gedocoreerde wil zijn nor- trefc ten voeten uit laten maken. Hij laat hiervoor don photograaf bij zich aan huis komen. ,,o.k moot visitekaart-formaat van u heb ben," zegt hij, en, na een oogonblik pein- zens: ,,Maar het lint in zijn natuuilijke grootte." Jager: ,,Wat drommel, poelier, zoo iet6 is tot nu toe nooit gehoord. Ik bestel hier na 'de jacht een haas en je zendt mijn vrouw ec-> worst met de boodschap: ZooevcD door mijnheer geschoten." Slim: ,,'t Is wel opmerkelijk, dat, ale iemand een ortganisch gebrek heeft, dit door de meerdere ontwikkeling van eenig ander orgaan vergoed wordt. Een blinde bijv. hoort en voelt scherper dan een ziende." Snugger: Juist, dat heb ik ook opge merkt. Als bijv. iemand één kort been heeft, dan ia altijd het andere been langer." Een dokter deelde zijn vrienden in een groote sociëteit mee, dat hij voor acht da gen op i eis was geweest. ,,Ja," zei een van het gezelschap, „het heeft in de courant gestaan." „Zoo," zei.de dokter, zijn ooren spit send. „Hoe stond het er?" „Nu, zoover ik me kan herinneren al dus: „Vorige week waren er zeven en zeventig dooden minder dan de week te voren." Leer om leer. Lina: „Waar ga je naar toe, Marie?" Marie: „Naar de tentoonstelling van pluimgedierte." Lina: „Blijf maar, daar zijn aJ genoeg ganzen." Marie: „Zoo, hebben ze je al wegge jaagd?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 12