SLicharcü. Wagmer. verschrikkelijke hand, welke op die van Tropmann geleek, werd op sterk water iu .de Ecole de módecine bewaard! Ik trouwde Cathérine en er werden geen gelukkiger mem6ohen gevonden dan wij. Zij had haar vader gewroken, haar doel poreikt, en kon nu L* vrede van haar ge- hik genieten 1 Rechtbanken voor jeugdige misdadigers. Toon ik zoo las men dezer dagen in :t Sociaal Weekblad" in 1896 voor de eer- 'ete maal in de gevangenis te Middelburg iwerd opgesloten wegens weigering van den schuttersplicht moest ik tegen wil en dank ,het gezelschap van cenige wegens dronken schap vei oordeelden deelen. Mijn ervaring was toen van dien aard, dat ik, toen mij bij mijn tweede opsluiting de keuze werd gelaten tusschen de heohteniszaal en de cel, zonder (aarzelen de laatste koos. Bij de eerste gelegenheid heb ik ervaren, hoe ont- ïzottend verdeifelijk de opsluiting van ver oordeelde kinderen met volwassen gevange- inen is. Op een dag versohenen in de hecli- teniszaal een paar knapen van, als ik mij niet vergis, dertien jaar, die te Ainemui- .den eenig kwaad hadden misdreven. Het was geen erg misdrijf, waarvoor de jongens !twee dagen gevangenisstraf moesten boeten. •Maar het moreele kwaad hunner opslui ting met een half dozijn ruwe gevangenen ,was oneindig grootor. Ik huiver nog, als iik denk aan de gemeene gesprekken, die de knapen, ondanks mijn gedurig protesteer ren, moesten aanhooren. En deze gesprek- jken waren het ergerlijkst, als wij des javonds in de ijzeren slaap kooien waren op gesloten. Van af dien tijd ben ik een steik voorstander geweest van een speciale behan deling en strenge afzondering van jcug- jdigo misdadigers. De opsluiting van kin- ideren in gewone gevangenissen is op zich zelf al verderfelijk. Maai: erger is het, als •zij, zij het ook slechts voor twee of drie da lgen, met ruwe volwassenen in één lokaal vertoeven en daar op de platste wijze on derwezen woidcn in ondeugden. In Engeland begint men te beseffen, dat ;iinet alléén een strenge scheiding der ge strafte kinderen dringend noodig is, maar itevens, dat zij voor speciale gerechten, voor izoogenaamde Children's Courts" dienen ;te worden terechtgesteld. Dergelijke „Courts" bestaan reed3 14 ja- jïten in do Zuidaustralisclie kolonie, waar tevens een afzonderlijk rogeeringsdeparte- jment, de „State Children's Council," is be- ilast met het toozioht op alle, door den Staat -\erzorgde, verwaarloosde, verlaten en misdadige kinderen. Wanneer een kind wegens een of ander vergrijp of misdrijf is gearresteerd, wordt het niet in de gewone 'gevangenis opgesloten, maar in bewaring gebracht in genoemde departementen en l onder toezicht gehouden van civiele be- ambten. De terechtstelling heeft tevens in ieen reohtzaal van dat departement plaats, jwaajrbij niemand anders dan de noodige beambten, de kinderrechter en de oudeis tegenwoordig zijn. Een inspeoteur van den „Children's Council" leidt dc zaak, waar- !van de procedure gelijk is aan de gewone. De kinderrechter heeft een ruime macht; hij mag den kleinen delinquent met een waarschuwing heenzenden, op ,.probation"'i i. op voorwaarde eener proefneming, in j vrijheid stellen, of veroordeelcn tot ecnige j stokslagen (een „whipping"), verblijf in een „probationar y school", een tuchtschool of in een verbcteringsgestioht („reforma- jtory"). Wanneer' het wordt gezonden naar ,een der laatste instituten, verblijft het daar tot den 18-jarigen leeftijd. Wordt een kind op „probation" vrijgelaten, dan staat het niet onder toezicht der politic, maar onder controle van de civiele inspecteurs van den „Council." Dc „whipping", die in alle Engelsclie landen nog te veel wordt toegepast-, wordt in 't kinderdepartem. uit gevoerd. En de toepassing eener hechtenis, tot vervanging eener niet betaalde boete, geschiedt niet in de gevangenis. maar in een „reformatory". Het kindevcepar te- ment kan ten allen tijde een kind ver plaatsen van het eene naar het andere in stituut. Alvorens een rechter de straf be paalt, raadpleegt hij de ouders en onder zoekt het karakter van dezen en het kind, opdat een vonnis worde geveld, dat het best geschikt is om den kleinen misdadiger voor een beter leven op te leiden. Do werking van dit kindergerecht is zoo voortreffelijk gebleken, dat de kolonies- Nieuw-Zuid-Wales en Nieuw-Zeeland het voorbeeld van Zuid-Australie volgden, ter wijl ook in Canada, te Toronto, een kin derrechtbank werd opgericht. Ook in ver schillende Amcrikoansohe steden bestaan reeds dergelijke Courts", o.a. te New- York, Brooklyn, Chicago, Indianapolis en Boston. Te Boston werd echter geen af zonderlijk gerecht ingesteld. Daar worden jeugdige misdadigers terechtgesteld in de gewone rechtbanken, nadat de andere za ken afgeloope® zijn en de rechtzaal is ont ruimd. Ook hier wordt geen publiek toe- géLaten. Te Indianapolis zijn twee gesalarieerde vrouwelijke beambten aan do „Juvenile Court" verbonden. Eén dezer is de vtouw van een professor. De taak dezer „proba tion officers" is, om een volledig onderzoek naar de geschiedenis en omgeving van ge arresteerde kinderen in te stellen, en toe zicht te houden op de kinderen, die op „probation" werden vrijgelaten. Zij bezoe ken die kinderen op school, moedigen ze aan en bewegen do kinderen tot eon goed gedrag. Van do onderwijzers krijgen zij rapporten over hot gedrag der gecontro leerde leerlingen, welke wekaliiksche rap porten zij maandelijks aan 't kindergerecht inzenden. Werken de gecontroleerde kin deren, dan worden zij door haar in hun botrekkingen bezocht en moederlijk gera den. Deze aanstelling van vrouwelijke be ambten lijkt mij een uitnemende zaak om do kinderen van het slechte pad te brengen. In Ierland is men ook begonnen met do kindorgereohten. Te Dublin bestaat een afzonderlijke „Court" voor de terechtstel ling van jeugdige misdadigers; te Belfast en Cork wordt do instelling van Boston toegepast. Wanneer worden de Kinderwetten inge voerd, die voor Nederland iets dergölijkf' beoogen? In de periode, dat Wagner zoozeer met geldzorgen had te kampen, was hij heel blijde voor zijn „Fliegende Hollander" voor óO dukaten per voorstelling to kunnen contracteeren. Evenzoo voor „Tannhauser" er. „Lohengrin". Toen het publiek later ook met aandrang „Tristan" ging vragen, be proefde de zaakwaarnemer van Wagner, de heer Batz, dit traotaat gewijzigd te krij gen, en, evenals men aan andere componis ten betaalde, tien percent van de bruto- ontvangst te verkrijgen. De intendant, de lieer von Gunzert, was wel een zeer zorg vuldig administrateur, maar gevoelde niets voor kunst en kwam ook zelden in het thea ter. Toen hij dit voorstel hoorde, riep hij uit: „Wat, mijnheer Wagner heeft mij reedv drie van zijn opera's verkocht en wil hij ze mij nu nog eens en veel duurder ver- koopen? Zeg aan dien mijnheer Wagner, dat hij voortaan schrijven kan wat hij wit, maar te Stuttgart wordt niets meer van hem opgevoerd." De pressie op den intendant werd echter tteeds grooter, waarop hij wanhopig uit riep: ,„Hoe kan ik nu een nieuw werk van den heer Wagner uitvoeren? Hij schrijft zulke lange opera's, dat die schatten aan gas kosten en dan wil' hij nog tien percent van de recette hebben Gedurende die onderhandelingen kreeg de regisseur, de bekende Lautensohlager, bericht, dat Wagner te Stuttgart kwam en gaarne een opvoering in den schouwburg zou bijwonen. Hij ging naar den intendant, om twee plaatsen voor Wagner te vragen, cl och deze zeide: „Hoe langer hoe fraaier; cle man, die mij e-chatten aan gas kost en zijn werken tweemaal wil verkoopen, vraagt nog vrijbiljetten?" Na veel heen en weer praten gaf hij twee plaatsen op een boven- galerij, en toen Lautensohlager hem aan het verstand bracht, dat het een eer voor het theater was, dat een man als Wagner kwam, cn dat het niet aanging hesm op het schellinkje te plaatsen, zeide hij: „Een eer ia het alleen voor ons, wanneer de Koning of zijn familie komt." Eindelijk kreeg de regisseur dan toch twee stalles, die hij dadelijk aan den mees ter zond. Wagner kwam en bewonderde vooral de regie van Lautenschlager; men gaf juist een toover-opera: Undine", van .uort- zing. Wagner voolde zich verplicht den inten dant toch een beleefdheidsbezoek te bren gen, hoewel hij den man niet kon uitstaan, maar hoopte belet te zullen krijgen, en meldde zich dus aan met zijn kaartje -eeds in de hand. Tot zijn teleurstelling werd hij echter ontvangen. Als hoffelijk man roem de hij zeer het theater, het orkest en de zangers. Toen werd de intendant wat vriendelijker, cn beproefde de kwestie over de opvoeringen van W-agners'opera's in der minne te schikken. „Men vraagt mij gedurig" zeide de heer von Gunzort „uw „Tristan" op te voeren, maar mag ik u eer-Jt vragen, is die even lang als uw andere werken?" „Ik vrees van ja", zeide Wagner. „Welnu, mijnheer, dan zal ik u een voor stel' doen. Uw muziek kost mij schatten aan gas. Maak in ieder van uw sl.ikten een coupure van een halfuur, dan zal ik „Tristan" opvoeren en v '..en percent van de recette geven. Wat ik dan aan gas uit win, kan ik u als tantième betalen." En zeker van een gunstig antwoord zag de in tendant Wagner aan. 1- »«ïh dwe ze id»», uiet zonder een tatyrieken glimlach: „Het spijt mij wel, maar dat is onmogelijk. Niet alleen zal ik geen coupure maken, maar ik ben verplicht u te verbieden één noot uit een mijner werken te schrappen, want ik zal het u maar bekennen, ik ben een der groot ste aandeelhouders van dc Gas-Maatschap- pij". Met een diepe buiging vertrok Wag ner. De intendant keek hem verbaasd na en zeide eindelijk tot zijn secretaris--: „Ik ge loof waarlijk, dat -die meneer Wagner een loopje met mij genomen heeft." De moderne StofEioudmg van den KSa&sadia. Aan de beweging voor de bevordering der westersche beschaving in Japan, afge scheiden van den godsnienst, heeft de kei zer van Japan in de allereerste plaata trouw meegedaan door zelf zijn privaat leven naar Europeesche gebruiken en ge woonten in te richten. Terwijl zijn onder danen wel te verstaan zijn lagere onder danen nog op den grona slapen, rust Z M. op een bed, 'dat uit Parijs af komstig is, welks symboliek do brug tus schen de beide werelren vormt, dc oude en de nieuwe beschaving in Japan voorstel lend. De Mikado eet voorts aan een tafel, die gedekt is als bij ons, wel te verstaan met lepel, vork en mes. Zijn menu bestaat nietr meer uit de gebruikelijke visch en rijst; hij is een fijnproever en een liefheb ber van de genietingen, door de Fransche keuken aan het verhemelte geboaen. Zoo heeft hij onlangs den chef der keizerlijke tafel en keuken, Oysgni, met een zending van vertrouwen belast, welke hoegenaamd geen politiek of militair karakter had. Deze „britengewone gezant" want de titel van lioofdkok zou voor zulk een perso nage niet passend wezen begaf zich meermalen naar Frankrijk en van half- officieele aanbevelingen voorzien, bezocht hij Médoo en Champagne, om de verschil lende gewassen te proeven, hun eigen schappen met elkanoer te vergelijken sn zich door die vergelijkende studie een grondige zaakkennis vcor toekomstige be velen van zijn keizerlijken meester ta ver schaffen. Ja, hij heeft zelfs de vergunning weten machtig te worden, de officieel© groote feesten op het Elysée van zeeir nabij te mo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 10