No. 13731. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 26 NOVEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1904. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. So Milliosmair. over het liberaal strijd- en werk program voor 19 0 5. „Nog eenmaal" zegt de schrijver ,,wil ik een poging doen, om voor de be ginselen der liberale richting het overwicht op het bestuur terug te erlangen, hetwelk het ministerie-Piarson heeft doen verloren gaan door: a. zijn toegeeflijkheid tegenover clerical© eisohen op onderwijsgebied; b. medewerking van twee zijner leden tot de motie-Troelstra ten gunste van alge meen, in den zin van allcmans-kiesrecht; a de plagerijen der leerplichtwet; d. zijn luchthartige financieel© politiek cn het ongelukkig voorstel tot verhooging der invoerrechten om de schatkist te stij ven; e. de duurte der OngovaKonwet, ten gevol ge van het opdrijven der uitkeoringen en de hoog© kosten van de administratie en van geneeskundige hulp ook bij de geringste ongevallen f. de opdrijving der militaire lasten, zonder evenredig resultaat voor onze krachtsontwikkeling bij buiten- en binnen- landsche moeilijkheden; g. de veelbelovende, maar ondoeltreffen de, zelfs voor de volkshuisvesting schade lijke Woningwet; h. zijn afschuwelijk ontwerp-Drankwot, wegbereider voor de pas aangenomen plaagwet-Kuyper, enz." De schrijver beklaagt zich, dat de waar schuwingen, welke hij indertijd togen de „misslagen" van dat ministerie heeft doen hoorem, in den wind zijn geslagen; en hoopt, dat zijn woorden thans meer ingang zullen vinden, „nu de gevolgen dier mis slagen meer en meer voor ieder zichtbaar worden en het land als indirect gevolg daarvan bedreigd wo<rdt mot een nieuwe reeks anti-liberale maatregelen, tot welke thans inzonderheid do invloed der katho lieke geestelijkheid heb geheel van haar afhankelijk ministerie-Kuyper drijft." Moaht ons land slechts do keuze hebben, om hetzij door de olerioaJen, hetzij door de socialisten en hun aanhang de hooge spel ling te verliezen, die het in do rij dor vol keren in de tweede helft der vorige eeuw veroverd heeft, hot zal dc schuld zijn der liberale kiezers, omdat zij niet genoeg heb ben toegezien op hun eigene candid aten en zich laten winnen door personen, die zich vóór de verkiezingen als liberalen voordoen, maar, als ze de mocht hebben, de liberale beginselen verloochenen Dit bij do verkiezingen van 1S05 te voor komen, is hot doel van do serie „Staatkun dige Brieven", die do schrijver aanvangt. Hij hoopt, dat de liberalen in den Lande, die noah door Kuyper o.s., nook door Troel stra c.e. op sleeptouw genomen willen wor den en zich de kleine uitgave van een gld. kunnen getroosten, deze serie Brieven koo pen en bewaren, om ze ook in hun verband te kunnen nalezen, wanneer do tijd dor ver kiezingen aanbreekt, en om ze dan altijd alg een politieko huisapotheek tor hand te hebben tegen de miasmen coner verkiezings periode. Aan de uiteenzetting van hetgeen te doen staat laat de schrijver de volgende korte schets van den stand der zaken en partijen in ons land voorafgaan: „Do katholieke geestelijkheid ontwikkelt steeds meer haar bekende zucht om over het geestelijk leven en het familie-loven, ook van andersdenkenden, te keorschon en haar niet minder bekende hebzucht naar geld uit do openbare kassen voor haar Kerk cn haar kerkelijk onderwijs. Zij helpt, waar zij kan, haar volgzame creaturen aan invloed rijke betrekkingen en relation. De doleeren- den laten hen bij dit alles begaan, mits zij wederkeorig door do katholieken geschou derd worden. Met dr. Kuyper als woordvoerder, be- heorsoht een coaJitie van deze twee groepen thans het land, dank zij do meegaandheid dor christelijk-historische en vrij-antirevo- lubionaire richtingen, met toepassing van den bakenden Amerikaansohen politieken regelspolia victori, aan den overwinnaar de buit. Hoe talrijk deze groepen op zichzolven zijn, is niot zuiver te bepalen. Vooral om dat er zich. onder de katholieken een aantal bevinden, die ract leedwezen do toenemende macht en. invloed der geestelijken op het gebied van het onderwijs, misschien ook op hun eigen familieleven gadeslaan en on dervinden." Uit de toelichting van een request, dezer dagen tot den minister van binnenlands-' o zaken gericht uit naam van een 300-taf oa- derwijzers in Limburg, citeert de schrijver don aanhef, „die tevens doet zien, hoeveel kwaads de houding van Borgcsius op on derwijsgebied veroorzaakt en voorbereid heeft." Adressanten vragen goede vorzorgiog door wachtgeld, ingeval zij ontslagen wor den. „Of dit in het algemeen billijk zij, laat ik hier onaangeroerd, maar zeker is hot niet noodig voor hon te zorgen, indien zij als staatsburgers hun stem geven aan af gevaardigden, die niet alleen hun persoon lijk dit koopje leveren, maar ook bet alge meen belang 6chaden door met staatsgeld het katholieke leekenonderwija p'aats te doen maken voor dat van orde-broeders en -zustors. Met lieden, dio do roede kussen, waarmede zij gestriemd worden, heb ik al thans geen modelijdon. Maar ook al reken ik deze latente oppo sitie in oe katholieko wereld weg, dan zou vlcn katholieken on doleerenden te zamen nog slechts over ongeveer een derdo der zetels in do Tweede Kamer kunnen beschik ken. Het aantal zetels, hetwelk ée Regec- ringspartij thans meer inneemt, bestaat uit of is verworven door hulp van ^ij-anti revolutionairen, christelijk-historischen en anti-socialistische liberalen. Deze groepen laten zioh tegenwoordig wei-dg gelden. Zij beginnen echter ietwat in gisting te komen, nu zij zien, dat de quasi-christelijko politiek allereerst en al lermeest aan do katholieke geestelijkheid ten goede komt. Hot is tooh eigenlijk ridi cuul, de strenggeloovige protestanten bij dragen uit de Staatskas te zien votceren, om bij do katholicL-oi. het leckon-onderwijs te vervangen -door onderwijs van orce-broe- dera on -zusters on allen onafhankelijken zin in de katholieke wereld in de geboorte te 6moren. Wanneer bun voorts meor en meer duidelijk wordt, dat het Hooger-On- derwijs-wetjo slechte schijnbaar door de katholieken met onverschilligheid bejegend in werkelijkheid een ótappo is naar hun, reeds voor jaren door dr. Scbaepman vor- raden desideratum, dat Utrecht een Katho lieke Universiteit worde, zal da socialisten- vrees bij deze bonógcuooten al zeer zicke- kelijk ontwikkeld moeten zijn, om hen nog langer in bun meegaande houding te doen volharden." In „Do Volksbod e", orgaan tot handhaving van hot Christelijk-historisoh karakter der natie, schrijft Ph. J. H(oede- maker) over do opnieuw ingediende hoo- g e r-o n d e r w ij s-w e t. Hij mcont, dat daaraan slechte één arti kel ontbreekt, con nl. van dezen inhoud: ,,Do artikelen betreffende de faciliteiten, aan bijzondere inrichtingen van liooger onderwijs geschonken, worden eerst van kracht, zoodra hot hoofdstuk „Hooger On derwijs" zal zijn herzien." Dit raakt, vol gens hom, een beginsel, waarvan do Her vormde, dio niet in een valsoho positie wil geraken, geen afstand kan of mag doen. De verhouding is nu zoo, dat wij aan '8 lands hoogesohcen hebben de indifferen te wetenschap on daarbij ook een spot beeld van een theologisch© faoulteit. Daartegenover staat een bijzondere in richting van hooger onderwijs, met een ge loofsbeginsel in den bepaalden vorm van een gebondenheid der personen aan wat men „Gereformeerde beginselen" noemt, en met een theologie, die gebonden is aan de doleantie en daardoor aan de afwijking van art. 36 dor Ned. geloofsbelijdenis. D© schrijver wensoht nu, dat do Rijks universiteit, gedacht als dén geheel, het ge loofsbeginsel zal opnemen in den eonigen vorm, waarin zij dit kan doen, door wer kelijk to geven, wat zij nu heet to hebben: een bona-fide-theologische faculteit. Zij, die vóór dc wet stemmen, zooals zij daar ligt, aanvaarden feitelijk èn dc in differente wetenschap èn het modern be ginsel in de theologie. Het privaat belang (dat van de voorstan dera dor Vrije Universiteit), dat door do tegenwoordige wet gediend wordt, moet zich velzetten tegen het herstel der thcologi- echo faculeit. Er is maar één motief, dat do niet-Hervormde Kamerleden handel baar kan maken, hot motief nl.: Aia gij het niet doet, kunt gij niet op do Hervormde stemmen rekenen. En opdat bodoeldo Ka merleden weten, waarop het staat, moeten do man non, die het wèl met onze Kerk en ons volk meenen, zich in onafhankelijko kiesvoreenigingen organiseoren, niet om de Christelijke Regeering te laten vallen, maar om voor do Hervormde belangen to waken. Laat men zich wegcijferen, dan zal men straks over de gevolgen van zoodanige ka rakterloosheid in den rouw kunnen gaan. „De Nieuwe Courant" bepleit do toetreding van ons land tot do Bornor Conventie. Zij merkt op, 'dut onze wet gever hot beginsel van böschorming van letterkundige werken hoeft aanvaard, door vaststelling van de Auteurswet van 1881, en ook heb beginsel van internationale bescherming, door het sluiten van reci- prociteits-tractaten mot België, Frankrijk en Spanje. Door tot de Unie van Bern too to treden, zou ons land feitelijk niot anders doen dan met één slag tractaten sluiten met al de daartoe behoorendo lan den. Het gevolg zou zijn, dat do schrijvers dier landen ten onzent dezelfde rechten vorkregen als do ->dorlandschj wet den onzen toekent, en omgekeerd, wij daar ginds. Behalve hij do hardnekkige ontkennors van olk recht van auteurs op hun conmaal „door den druk geur a geraakte" werken, kan zulk oen regeling, naar hot oordeel van het blad, geen bestrijding vinden Het grooto struikelblok voor velen tegon do aansluiting, is intusschcn de interna^ tionalo regeling van het uitfluitend recht van vertaling. „Door toe to treden," zoo schrijft het blad, „zou Nederland ook aan vreemde lingen verleenen, wat het zijn eigen inge zetenen geeft: vreemdelingen zijn hier to lande, voor zoover do vertaling bunnor werken betreft, volkomen rechteloos. En daar wordt door onzen handel ge ducht gebnuik van gemaakt 1 Ongehoord groot b* do massa slecht vertaalde feuille tons, verhaaltjes, romans on tien-cents novellen, dio jaarlijks hier te lande uit komt. Dit benadeelt onzen sohrijvors en brengt ons volk geen enkel voordeel, inte gendeel schade too. Gaat bet don uitgever gold kosten, moet hij zich het vcrtalings- recht van dien prullenboel eerst koop en, hij zal zich conige malen bedenken cn eerst eons toezien wat hij zich oigcnlijk aan schaft. Maar do goede worken dan, aio in het buitenland verso nen I zoo roept men uit. Dat is immers juist het mooio van hot „vrijo vertaalrecht (I), dat men zonder hoog koeten alles aan het volk kan aonbiodon, wat op bot gebied van kunst en wetensohap over do grenzen ver- aohijntw Mon zal het blijven kunnen. Vooreerst blijft alles vrij vertaalbaar, wat langer dan tien jaar geleden is versch nen. Maar bovendien wordt bij onze toetreding, het vertaalrecht voor onze uitgcveis een han delsartikel waarvan do ruilwaarde o.a. be paald wordt door vraag en aanbod. Men behoeft waarlijk niet to vrcezon, dat bui- tenlandsohe sohrijvors aan N oucrlandscho uitgevers on tooncelgezelsohappen buiten sporige vertalings-oischen zullen 6tollen: zo zouaon in dat geval eenvo-dig mot hun werk, onvertaald, blijven zitlen. Benadeeld door onze toetreding zouden dus worden: de uitgevers van prulvcrta- lingen met groot debiet cn do tooneel-ei- recties, 'die do praktijk volgen haar bui- tonlandschon of bin cnlardschen collega's du door dozen opgevoorde werken eenvou dig, hetzij langs slinkscho wegen of door Onder het opschrift: „Een nog steeds Onopgelost vraagstuk" bespreekt „D o Verzekeringsbode" do kwestie van het medische geheim, welke dezei 'dagen weder aan de orde is. Voorop stelt het blad, dat iedere verzeker- Ide, wil de levensverzekering populair blij ven, volstrekt 6tollig weten moet, dat hem 'wordt gegarandeerd wat zijn po.is belooft; hij moet, als hij eenmaal ten doode is opge- schreven, met gerustheid het hoofd kunnen neerleggen in de heilige overtuiging, dat zijn naaste botrekkingen niet onverzorgd achterblijven, dank aan zijn promiën, jaren lang met zolfontzegging geofforcL Hij moet look overtuigd zijn, dat de uitkeering met bekwamen spoed zal geschieden, omdat lang oponthoud de weduwe in groote ongolegen- beid kan brengen. Doch daartoe is noodig, dat de geneesheer ■He Maatsohappij ter wille zij. Een Maat- •ehappij mag haar financieeCe kracht niet verminderen door uitbetalingen te doen, waartoe zij (bijv. in geval van bedrog) niet verplicht is; daarmede doet zij haar ove rigen verzekerden, die behoorlijk betalen en later vollo recht op uitkeering hebben, te kort. Wordt aan den eisch der 40 Maatsohap- pijon niet voldaan, dan blijft de zaak zooals cij is. Onze raad, in dubieuze gevallen do uitkeering uit to stellen cn lange westelij ken weg to doen bewijzen, dat er zelfmoord ïs gepleegd of opzettelijk bedrog, lijkt den Bchrdjver nidb zeer aan to bevelen. Wio waarborgt (vraagt hij) dat de kosten van het proces door de rechtverkrijgenden ge- Idragen kunnen worden? En heeft men ook wel eenig idee van don omvang der sohadc, Hoor processen aan het vak toegebracht? 'Pr o codeer on do Maatschappijen staan in een kwaden reuk; men verliest in haar hob vertrouwen, ook al worden zij door do rechtbanken in hot gelijk gesteld. Hot pu bliek gelooft spoedig: „Met mijn vorzeke- ring zal hot later ook zoo gaan; ik verze ker mij liever bij een andere lovonsvorze- keringabank, waarvan do coulance alge meen bekend en do royaliteit boven iedere bedenking verheven is." Wanneer vorder zelfmoord wettelijk niet meer ea-kend zou worden als reden van wei gering tot uitbetal ing, doch de Maatschap pijen zich het recht voorbehouden kunnen om in haar poliswaarden to vermelden, dat binnen drie jaar toch geen uitkeering ge- eohiedt, indien do verzekerde zichzelf van kant maakt, kijven wij even ver. Wio be wijst dan den zelfmoord? De dokter ia er evenmin too verplioht als thans, cn de Maatschappij blijft in donker rondtasten. Zij b.ijft evenmin als thans gevrijwaard voor fraude of bedrog in opgaven. ALleen ide opgave van den modieus kan haar uit 'de onzokorheid redden. Do sohr. verwondorfc zich, dat vele gcnecs- hceren de zaak zoo somber inzien, dat zij zich zoo heftig verzetten tegen, de goede bedoelingen der Nederlandsohe levensvor- verzckeringmaatelLappijen, en haar streven trachten te qualifioearen als egoïstisch en in strijd met de bolangen van het a gemeen, en dat daartegenover de medische advi seurs van grooto Maatschappijon, die ja renlang ervaring hebben, juist het over leggen van do doodakte met vermolding van de doodsoorzaak een hoogst onmisbaar iets achten onmisbaar voornamelijk met het oog op do statistiek. Uit een wetenschappelijk oogpunt, zegt \,De Verzekeringsbodo" ten slotte, i., hot noodig, dat do oorzaak van den dood bekend worde, ter wille van hen, dio thans nog als minderwaardig worden afgewezen, die wellicht zeer goed aanneembaar zouden rijn, indien de gebrekkige kennis van den invloed, dien hun kwalen of huu abnormale lichaamsbouw op hun lovens-Iu ïr hebben, grooter ware. Daartoe behoeven wij geen wetswijziging, maar alleen do welwillende medewerk] vg van alle doctoren. Er is weer een „Staatkundigo Brief" van mr. S. van Houton sverchenen, en wel Do twee voogden, dio juist geheel tegen overgestelde meeningen wisselden over de qualitoit van den port, staakten hun ge sprek. en richtten beiden hun gezicht naar hem. Hoewel het hem physiek onmogelijk v.as, niet uit de hoogte neer te zien op zijn pcrvenunccfjo, kon de edele lord toch moeilijk onbewogen blijven bij de gedaohte aan hetgeen die jongen zou doen als hij groot was. Buitendien, Harold had toch ook goed bloed in zijn aderen; het was heel aannemelijk, dat men do ontroering, die de lord mocht gevóelen in zijn nabijheid, mooht toeschrijven aan liefde voor do over leden moeder. Er was dus ictö zachts en weeks in zijn fltem, als hij Harold toesprak. Ditmaal echter sprak Brady het eerst. „Neen, jo zult er nooit heengaan jam mer genoeg. Jo vader heeft heb uitdrukke lijk bepaald." Lord Elwood nam haastig bet woord. „Noemt u dat jammer? (In 'den grond van zijn hart vond hij hot zolf ook jammer; maar nimmer zou hij heb eens zijn met mo- near Brady.) Ik vind, dat mijn ovorleden zwager zeer goed wist, wat hij deed, toen hij dat punt regelde. Zelfs do eerste-klasse- pcholen zijn zeer gemengd." „En ik vind zelfs de scholen van lagere klasse beter voorbereiding voor het leven dan deze broeikas-manier." ,,Wo zullen n u maar niet disputeeren I over het oordeelkundigo van 'dio beschik kingen, vindt u wel?" vroeg Elwood, rood wordend met een blik op Harold. Brady zag, dat hij een mispas had ge daan, maar raakte daarom niet uit zijn humeur, zooals de Lord zou gedaan hebben. „Bedoel je, dat je graag naar school zou gaan?" vroeg hij den knaap. „Ja; 't zou zoo heel wat anders wezen", zei het kind. „Vind je hot wat vervelend in den laab- sten tijd?..." Brady kon niet nalaten, een schuinen blik to richten op zijn tafelge noot. „Dan zullen wo naar een middeltje moe ten zoeken om je wat op to vroolijkei. „Zeker door hem nog meer sommen op to geven?" gisto lord Elwood weer mefc 'do vingers aan rijn das. 't Was te gek, dat die man sprak van „opvroolijkcn". „Je zoudt op school nog veel moeilijker sommen moe ten maken can thuiB, Harold, on dat zou je tooh niet bevallen, wel „Dat weet ik niet. Maar ze tpelen daar ook." „Hal Algy beeft je zeker verteld van de spelen; maar ik twijfel of het jo zou be vallen, nu en dan een opstopper te krij gen." „O, om do opstoppers geef ik niet, als zij mij maar niet altijd „Wat 1" vroegen beide voogden met aan moedigende glimlachjes. „Als ze mij maar niet altijd aanstaar den." Twee luide lachen volgden* „Ik denk, dat ze je wel veel zouden aan staren", meende Brady, ongewoon vriende lijk. Harold begreep wel, dat er van de tchool niets inkwam. Hij wist niet, of hij bedroefd of blij moest zjjn. 't Was weer een zelf de gesohic- cenis als van de eendenkom; hij verlangde naar gezelschap van andore jongens en wa* tegelijk bang er voor. Hetzij lord Elwood aan het roer stond of de heer Brady, geen andere geest dan dio van Gibson bestuurde den koers van diens erfgenaam „Het beste van alles", had ce millionnair altijd aan zijn zoon be loofd, en deze kieeg nu, volgens do inzioh- ten van wijlen zijn vader, de bsêfc denkbare opvoeding. Wat geld kon doen, om eersto- klasse-on dor wijzers in elk vak te krijgen, deed gele. De talen namen een brcedo plaats in op bet programma. Maar uit spanning en lichaamsoefening werden niet vergeten. Daarvoor waren weer andere lei ders, gesteund door eon ttal vol goed-go- trainde poniea, een boothuis met schuitjes van allerlei grootte, een arsenaal van cri cket-bats en tennis-raokete, en later ook vuurwapenen. Cricket kon natuurlijk niet gespeold worcen in eenzame grootheid. Len lijst (opgemaakt niet door Brady) bevatte de namen van jongen? van den vereischten leeftijd en andere vereischten dio binnen bereik waren. Deze jongens kwamen gewoonlijk als er om ben gestuurd werd, maar hoewel rij hem bereidwillig alle kunst grepen van spel en sport leerden, schenen ze te veel te behooren bij het algemeene op voedingsplan om gemeenzaam met hen te worden. Bij deze met zorg gekozen speelkamera den vielen twee houdingen op te merken. Er waron jongens, wier ruggegraat stijf scheen to worden, zoodra zo het park van Tongerton betraden; en er waren er, wier ruggegiaat integendeel ongemerkt een kromming aannam. Do eersten staken hun neus in den winc en waren hier als het wa re onder protest; do anderen iaapten Ha rolds ballen voor hem op cu getuigden steeds van peisoonlijko toewijding. Do eersten tohonon geen lust to hebben, vrien den met bom te worden, en hij voelde geen lust, vrienden to worc en met de tweede ca tegorie. Tuasohen dio twee groepen bleef Algy de eenige, met wicn hij op intiemon voet ver keerde; maar Algy viel enkol te benaderen, als rijn vacanties samenvielen met het diensthalfjaar van zijn vader. In aanmerking genomen zijn schitteren de omgeving; in aanmerking genomen, dat hij slechts oen wensch had uit te spreken (mits deze niet indruiechto tegen het pro gramma) en hij werd vervuld, leek het vreemd, dat Harold niet volmaakt geluk kig was; toch vond hij, dat er meer spra ke was van stille onderwerping dan van opgeperste gelukzaligheid. Hij begon to begrijpen, dat het geld hem niet alleen verhief, maar ook isoleerde en als een slagboom stond tusschen hem en „gewone" jongens. Wat hij nog niet begreep was zijn hoedanigheid als publiek persoon. De dag, warop hij deze ontdekking deed, met nog een paar andere, bleef een van do his torische dagen in rijn leven.. III. Verscheidene dingen leidden tot den ge moedstoestand, welke voerde tot het avon- op het gehoor af te kopieeren, af te gap pen. De uitgevers van werkelijke kunst werken of in ander opricht belangrijke boeken zouden hun koeten niet aanmerko- lijk vorhoogd zien on hun uitsluitend recht om het aangekochte werk in vorto- ling uit te geven, g. vaarborgd. Er rijn dan ook, ondanks meerde rhoidsbesl ui ten van hun verconïgingon, onder onzo uitgevers velen, die de aansluii ng van Ne derland bij de Benier Conventie ernstig begeeren. Voor onzo schrijvers echter is hot belang nog grooter. Hun werk zal beter betaald kunnen worden en ruimer debiet vinden- En zij zullen ree -.ton verkrijgen ook buiten onzo grenzen." Verder zegt het blad nog: „Onze naam in Europa mag ons, oinclo- lijk, toch waarlijk ook in dezen niet onver- sohillig zijn. Wij staan tegenwooraig bo- kond als een litirair© roofstaat, die wei gert zich aan ccnigcn gcmcenscbappolijkou rcgol betreffende do kaporij to onderwar pen; die zich aan r«Ie bijeenkomsten en ■medewerking tot verzekering ^an weder zijdse!'3 rechten onttrokt; dio zich hard nekkig blijft toeëigonon, zonder ecnigo schadeloosstelling, wat (althans voor een •deol) aan een ander behoort cn tegenovei wion do vreemdeling zich dus ook niet be hoeft to genecren. Allerlei kleine landen, België, Zwitserland, Skandinaviö, zijn ons voorgegaan. Zullen we ons eindelijk ccm een weinig gaan schamen?" Dr. Nolens schreef in do „Vcnloo- sohe Courant": Tot de onderwerpen, dio in do Troonro- do van 1901, wedko als hot ltegoei ingspro- gram beschouwd kan worden, voorkomen, behoort ook het ondorwija En nu komt hot mij voor, dat in dit opzioht do Regccring een goed deol van haar plannen heeft ton uitvoer gebracht, en de Kamers in do gologonheid heeft ge stold, van haar kant mcdowoiking te ver leenden. Wat liet lagor onderwijs betreft: hot wo'sontworp, daarop betrokking hebbende, is in do afdeolingon onderzocht en het kan tuasohon Kerstmis on Ensclion beet in open- ba. böhandoiing komen. Zoodat bet, ge wijzigd ou aangevuld, waar dit na bet ge meen overleg noodig blijkt, voor bet eindo dor legislatieve pcriodo in het „Staats blad" kan staan. Het ontwerp middelbaar-onderwijs is go- reed voor de openbare btihandoling. Do hooger-onderwijs-wet werd voor ongo- weer vior maanden door do Eerste Kamer! verworpen. Thans is het ontwerp in ongo- wijzigden vorm opnieuw ingediend. Dat ontwerp is geheel gclijkluidond aan hot ontwerp ,dat op 2' Maart 1001 door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan do Eerste Kamer werd toegezonden. Toelichtingen van do gronden, waarop het wetsontwerp rust, acht de Regccring na de uitvoerige zoo schriftelijke aJs monde linge god&chtcnwissriing tusschen do Sta- ten-Gcnoraal cn haar over het vorige ont werp overbodig. Natuurlijk staat het <le Twr lo Kamer vrij, weer in uitvocrigo schriftelijke cn mondelingo gcdaehtenwisseling le treden over hot nieuwe ontwerp. Allicht zal do Kamer echter den stelregol t-oepassen: „non bi3 in idem." Deed zo dit niet, dan zou het resultaat geen ander zijn allicht dan tijdverlies. Do Eerste Kamer staat or anders voor. Dezo is na de ontbinding, die het gevolg was dor verwerping, anders samengesteld. Lang behoeft die behandoling, ook in do Eerst© Kamer, niot op te houden. Zoodat ook do booger-ondcrwijs-wet op dc creditzijde der wetgovondo macht zal kunnen gebracht worden. Onder bet opschrift: „Waar moet het heen?" schrijft „Do Nieuwe Sprokke laar": Ja, waar moet bet heen met dc open bare veiligheid? Hocvccl dagen van dc week gaan er voorbij, dat men in do oourantcn niet leest van doodslag ca moord? Dezo gruweldaad is tegen woor- tuur, dat weer leidde bot do ontdekking bovcngenoemc. Een van dro dingen s een brand ia het dorp, dio verscheidene woningen in asch legde en verscheidene gezinnen in ellende bracht. Het dorp had geen recht- strcckscho aanspraken op de mildheid van Tongerton: maar de omstandighoden in aanmerking nemende, zag do goede dominee er geen bezwaar in te werken op Haroloa gemoed en door hem op lord Elwood, in wiens hznden op dat moment do koordca vi i do beurs berustten. Hij sLaagdo er ia zonder moeite. Harold, toen twaalf jaar oud, werd diep getroffen door do schildering van do ellen de. „Ik zal u alles geven, wat van mijn zak geld nog over is," zei do knaap,,maar het is niet veel." Hij leegde zijn portemonnaio op de ta fel. Inderdaad het was niet veel l Jc toe komstige gebieder over millioenen had nog geen vijf shilling in zijn zak. Gibsons ulo© over bet geschikt maken van iemand, ora •mot een fortuin om te gaan, was blijkbaar, dat hij zijn vingers er af mooi houdent tot hij volwassen is, „Ik zal oom vragen cr brood been tM sturen en vleesch en aardappelen cn..* wat zou er m~er noodig rijn, denkt u?' „Wij moeten lord Elwood niet te zeer verschrikt maken", glimlachte 'do dominee- „Hij heeft niet de handen vrij." „Dus u denkt, dat ik hem niet vragcA kan de huisjes weer op te bouwen?" Do dominee lachte eerst, toen zuchtte hij* Wordt vervoJffd.J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5