No. 13731.
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 26 NOVEMBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1904.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
So Milliosmair.
over het liberaal strijd- en werk
program voor 19 0 5.
„Nog eenmaal" zegt de schrijver
,,wil ik een poging doen, om voor de be
ginselen der liberale richting het overwicht
op het bestuur terug te erlangen, hetwelk
het ministerie-Piarson heeft doen verloren
gaan door:
a. zijn toegeeflijkheid tegenover clerical©
eisohen op onderwijsgebied;
b. medewerking van twee zijner leden
tot de motie-Troelstra ten gunste van alge
meen, in den zin van allcmans-kiesrecht;
a de plagerijen der leerplichtwet;
d. zijn luchthartige financieel© politiek
cn het ongelukkig voorstel tot verhooging
der invoerrechten om de schatkist te stij
ven;
e. de duurte der OngovaKonwet, ten gevol
ge van het opdrijven der uitkeoringen en de
hoog© kosten van de administratie en van
geneeskundige hulp ook bij de geringste
ongevallen
f. de opdrijving der militaire lasten,
zonder evenredig resultaat voor onze
krachtsontwikkeling bij buiten- en binnen-
landsche moeilijkheden;
g. de veelbelovende, maar ondoeltreffen
de, zelfs voor de volkshuisvesting schade
lijke Woningwet;
h. zijn afschuwelijk ontwerp-Drankwot,
wegbereider voor de pas aangenomen
plaagwet-Kuyper, enz."
De schrijver beklaagt zich, dat de waar
schuwingen, welke hij indertijd togen de
„misslagen" van dat ministerie heeft doen
hoorem, in den wind zijn geslagen; en
hoopt, dat zijn woorden thans meer ingang
zullen vinden, „nu de gevolgen dier mis
slagen meer en meer voor ieder zichtbaar
worden en het land als indirect gevolg
daarvan bedreigd wo<rdt mot een nieuwe
reeks anti-liberale maatregelen, tot welke
thans inzonderheid do invloed der katho
lieke geestelijkheid heb geheel van haar
afhankelijk ministerie-Kuyper drijft."
Moaht ons land slechts do keuze hebben,
om hetzij door de olerioaJen, hetzij door de
socialisten en hun aanhang de hooge spel
ling te verliezen, die het in do rij dor vol
keren in de tweede helft der vorige eeuw
veroverd heeft, hot zal dc schuld zijn der
liberale kiezers, omdat zij niet genoeg heb
ben toegezien op hun eigene candid aten en
zich laten winnen door personen, die zich
vóór de verkiezingen als liberalen voordoen,
maar, als ze de mocht hebben, de liberale
beginselen verloochenen
Dit bij do verkiezingen van 1S05 te voor
komen, is hot doel van do serie „Staatkun
dige Brieven", die do schrijver aanvangt.
Hij hoopt, dat de liberalen in den Lande,
die noah door Kuyper o.s., nook door Troel
stra c.e. op sleeptouw genomen willen wor
den en zich de kleine uitgave van een gld.
kunnen getroosten, deze serie Brieven koo
pen en bewaren, om ze ook in hun verband te
kunnen nalezen, wanneer do tijd dor ver
kiezingen aanbreekt, en om ze dan altijd
alg een politieko huisapotheek tor hand te
hebben tegen de miasmen coner verkiezings
periode.
Aan de uiteenzetting van hetgeen te doen
staat laat de schrijver de volgende korte
schets van den stand der zaken en partijen
in ons land voorafgaan:
„Do katholieke geestelijkheid ontwikkelt
steeds meer haar bekende zucht om over het
geestelijk leven en het familie-loven, ook
van andersdenkenden, te keorschon en haar
niet minder bekende hebzucht naar geld
uit do openbare kassen voor haar Kerk cn
haar kerkelijk onderwijs. Zij helpt, waar zij
kan, haar volgzame creaturen aan invloed
rijke betrekkingen en relation. De doleeren-
den laten hen bij dit alles begaan, mits zij
wederkeorig door do katholieken geschou
derd worden.
Met dr. Kuyper als woordvoerder, be-
heorsoht een coaJitie van deze twee groepen
thans het land, dank zij do meegaandheid
dor christelijk-historische en vrij-antirevo-
lubionaire richtingen, met toepassing van
den bakenden Amerikaansohen politieken
regelspolia victori, aan den overwinnaar
de buit.
Hoe talrijk deze groepen op zichzolven
zijn, is niot zuiver te bepalen. Vooral om
dat er zich. onder de katholieken een aantal
bevinden, die ract leedwezen do toenemende
macht en. invloed der geestelijken op het
gebied van het onderwijs, misschien ook op
hun eigen familieleven gadeslaan en on
dervinden."
Uit de toelichting van een request, dezer
dagen tot den minister van binnenlands-' o
zaken gericht uit naam van een 300-taf oa-
derwijzers in Limburg, citeert de schrijver
don aanhef, „die tevens doet zien, hoeveel
kwaads de houding van Borgcsius op on
derwijsgebied veroorzaakt en voorbereid
heeft."
Adressanten vragen goede vorzorgiog
door wachtgeld, ingeval zij ontslagen wor
den.
„Of dit in het algemeen billijk zij, laat
ik hier onaangeroerd, maar zeker is hot
niet noodig voor hon te zorgen, indien zij
als staatsburgers hun stem geven aan af
gevaardigden, die niet alleen hun persoon
lijk dit koopje leveren, maar ook bet alge
meen belang 6chaden door met staatsgeld
het katholieke leekenonderwija p'aats te
doen maken voor dat van orde-broeders en
-zustors. Met lieden, dio do roede kussen,
waarmede zij gestriemd worden, heb ik al
thans geen modelijdon.
Maar ook al reken ik deze latente oppo
sitie in oe katholieko wereld weg, dan zou
vlcn katholieken on doleerenden te zamen
nog slechts over ongeveer een derdo der
zetels in do Tweede Kamer kunnen beschik
ken. Het aantal zetels, hetwelk ée Regec-
ringspartij thans meer inneemt, bestaat
uit of is verworven door hulp van ^ij-anti
revolutionairen, christelijk-historischen en
anti-socialistische liberalen.
Deze groepen laten zioh tegenwoordig
wei-dg gelden. Zij beginnen echter ietwat
in gisting te komen, nu zij zien, dat de
quasi-christelijko politiek allereerst en al
lermeest aan do katholieke geestelijkheid
ten goede komt. Hot is tooh eigenlijk ridi
cuul, de strenggeloovige protestanten bij
dragen uit de Staatskas te zien votceren,
om bij do katholicL-oi. het leckon-onderwijs
te vervangen -door onderwijs van orce-broe-
dera on -zusters on allen onafhankelijken
zin in de katholieke wereld in de geboorte
te 6moren. Wanneer bun voorts meor en
meer duidelijk wordt, dat het Hooger-On-
derwijs-wetjo slechte schijnbaar door de
katholieken met onverschilligheid bejegend
in werkelijkheid een ótappo is naar hun,
reeds voor jaren door dr. Scbaepman vor-
raden desideratum, dat Utrecht een Katho
lieke Universiteit worde, zal da socialisten-
vrees bij deze bonógcuooten al zeer zicke-
kelijk ontwikkeld moeten zijn, om hen nog
langer in bun meegaande houding te doen
volharden."
In „Do Volksbod e", orgaan tot
handhaving van hot Christelijk-historisoh
karakter der natie, schrijft Ph. J. H(oede-
maker) over do opnieuw ingediende hoo-
g e r-o n d e r w ij s-w e t.
Hij mcont, dat daaraan slechte één arti
kel ontbreekt, con nl. van dezen inhoud:
,,Do artikelen betreffende de faciliteiten,
aan bijzondere inrichtingen van liooger
onderwijs geschonken, worden eerst van
kracht, zoodra hot hoofdstuk „Hooger On
derwijs" zal zijn herzien." Dit raakt, vol
gens hom, een beginsel, waarvan do Her
vormde, dio niet in een valsoho positie wil
geraken, geen afstand kan of mag doen.
De verhouding is nu zoo, dat wij aan
'8 lands hoogesohcen hebben de indifferen
te wetenschap on daarbij ook een spot
beeld van een theologisch© faoulteit.
Daartegenover staat een bijzondere in
richting van hooger onderwijs, met een ge
loofsbeginsel in den bepaalden vorm van
een gebondenheid der personen aan wat
men „Gereformeerde beginselen" noemt,
en met een theologie, die gebonden is aan
de doleantie en daardoor aan de afwijking
van art. 36 dor Ned. geloofsbelijdenis.
D© schrijver wensoht nu, dat do Rijks
universiteit, gedacht als dén geheel, het ge
loofsbeginsel zal opnemen in den eonigen
vorm, waarin zij dit kan doen, door wer
kelijk to geven, wat zij nu heet to hebben:
een bona-fide-theologische faculteit.
Zij, die vóór dc wet stemmen, zooals zij
daar ligt, aanvaarden feitelijk èn dc in
differente wetenschap èn het modern be
ginsel in de theologie.
Het privaat belang (dat van de voorstan
dera dor Vrije Universiteit), dat door do
tegenwoordige wet gediend wordt, moet
zich velzetten tegen het herstel der thcologi-
echo faculeit. Er is maar één motief, dat
do niet-Hervormde Kamerleden handel
baar kan maken, hot motief nl.: Aia gij het
niet doet, kunt gij niet op do Hervormde
stemmen rekenen. En opdat bodoeldo Ka
merleden weten, waarop het staat, moeten
do man non, die het wèl met onze Kerk en
ons volk meenen, zich in onafhankelijko
kiesvoreenigingen organiseoren, niet om
de Christelijke Regeering te laten vallen,
maar om voor do Hervormde belangen to
waken.
Laat men zich wegcijferen, dan zal men
straks over de gevolgen van zoodanige ka
rakterloosheid in den rouw kunnen gaan.
„De Nieuwe Courant" bepleit do
toetreding van ons land tot do Bornor
Conventie. Zij merkt op, 'dut onze wet
gever hot beginsel van böschorming van
letterkundige werken hoeft aanvaard, door
vaststelling van de Auteurswet van 1881,
en ook heb beginsel van internationale
bescherming, door het sluiten van reci-
prociteits-tractaten mot België, Frankrijk
en Spanje. Door tot de Unie van Bern
too to treden, zou ons land feitelijk niot
anders doen dan met één slag tractaten
sluiten met al de daartoe behoorendo lan
den. Het gevolg zou zijn, dat do schrijvers
dier landen ten onzent dezelfde rechten
vorkregen als do ->dorlandschj wet den
onzen toekent, en omgekeerd, wij daar
ginds.
Behalve hij do hardnekkige ontkennors
van olk recht van auteurs op hun conmaal
„door den druk geur a geraakte" werken,
kan zulk oen regeling, naar hot oordeel
van het blad, geen bestrijding vinden
Het grooto struikelblok voor velen tegon
do aansluiting, is intusschcn de interna^
tionalo regeling van het uitfluitend recht
van vertaling.
„Door toe to treden," zoo schrijft het
blad, „zou Nederland ook aan vreemde
lingen verleenen, wat het zijn eigen inge
zetenen geeft: vreemdelingen zijn hier to
lande, voor zoover do vertaling bunnor
werken betreft, volkomen rechteloos.
En daar wordt door onzen handel ge
ducht gebnuik van gemaakt 1 Ongehoord
groot b* do massa slecht vertaalde feuille
tons, verhaaltjes, romans on tien-cents
novellen, dio jaarlijks hier te lande uit
komt. Dit benadeelt onzen sohrijvors en
brengt ons volk geen enkel voordeel, inte
gendeel schade too. Gaat bet don uitgever
gold kosten, moet hij zich het vcrtalings-
recht van dien prullenboel eerst koop en,
hij zal zich conige malen bedenken cn eerst
eons toezien wat hij zich oigcnlijk aan
schaft.
Maar do goede worken dan, aio in
het buitenland verso nen I zoo roept
men uit. Dat is immers juist het mooio
van hot „vrijo vertaalrecht (I), dat men
zonder hoog koeten alles aan het volk
kan aonbiodon, wat op bot gebied van
kunst en wetensohap over do grenzen ver-
aohijntw
Mon zal het blijven kunnen. Vooreerst
blijft alles vrij vertaalbaar, wat langer
dan tien jaar geleden is versch nen. Maar
bovendien wordt bij onze toetreding, het
vertaalrecht voor onze uitgcveis een han
delsartikel waarvan do ruilwaarde o.a. be
paald wordt door vraag en aanbod. Men
behoeft waarlijk niet to vrcezon, dat bui-
tenlandsohe sohrijvors aan N oucrlandscho
uitgevers on tooncelgezelsohappen buiten
sporige vertalings-oischen zullen 6tollen:
zo zouaon in dat geval eenvo-dig mot hun
werk, onvertaald, blijven zitlen.
Benadeeld door onze toetreding zouden
dus worden: de uitgevers van prulvcrta-
lingen met groot debiet cn do tooneel-ei-
recties, 'die do praktijk volgen haar bui-
tonlandschon of bin cnlardschen collega's
du door dozen opgevoorde werken eenvou
dig, hetzij langs slinkscho wegen of door
Onder het opschrift: „Een nog steeds
Onopgelost vraagstuk" bespreekt „D o
Verzekeringsbode" do kwestie van
het medische geheim, welke dezei
'dagen weder aan de orde is.
Voorop stelt het blad, dat iedere verzeker-
Ide, wil de levensverzekering populair blij
ven, volstrekt 6tollig weten moet, dat hem
'wordt gegarandeerd wat zijn po.is belooft;
hij moet, als hij eenmaal ten doode is opge-
schreven, met gerustheid het hoofd kunnen
neerleggen in de heilige overtuiging, dat
zijn naaste botrekkingen niet onverzorgd
achterblijven, dank aan zijn promiën, jaren
lang met zolfontzegging geofforcL Hij moet
look overtuigd zijn, dat de uitkeering met
bekwamen spoed zal geschieden, omdat lang
oponthoud de weduwe in groote ongolegen-
beid kan brengen.
Doch daartoe is noodig, dat de geneesheer
■He Maatsohappij ter wille zij. Een Maat-
•ehappij mag haar financieeCe kracht niet
verminderen door uitbetalingen te doen,
waartoe zij (bijv. in geval van bedrog) niet
verplicht is; daarmede doet zij haar ove
rigen verzekerden, die behoorlijk betalen
en later vollo recht op uitkeering hebben,
te kort.
Wordt aan den eisch der 40 Maatsohap-
pijon niet voldaan, dan blijft de zaak zooals
cij is. Onze raad, in dubieuze gevallen do
uitkeering uit to stellen cn lange westelij
ken weg to doen bewijzen, dat er zelfmoord
ïs gepleegd of opzettelijk bedrog, lijkt den
Bchrdjver nidb zeer aan to bevelen. Wio
waarborgt (vraagt hij) dat de kosten van
het proces door de rechtverkrijgenden ge-
Idragen kunnen worden? En heeft men ook
wel eenig idee van don omvang der sohadc,
Hoor processen aan het vak toegebracht?
'Pr o codeer on do Maatschappijen staan in een
kwaden reuk; men verliest in haar hob
vertrouwen, ook al worden zij door do
rechtbanken in hot gelijk gesteld. Hot pu
bliek gelooft spoedig: „Met mijn vorzeke-
ring zal hot later ook zoo gaan; ik verze
ker mij liever bij een andere lovonsvorze-
keringabank, waarvan do coulance alge
meen bekend en do royaliteit boven iedere
bedenking verheven is."
Wanneer vorder zelfmoord wettelijk niet
meer ea-kend zou worden als reden van wei
gering tot uitbetal ing, doch de Maatschap
pijen zich het recht voorbehouden kunnen
om in haar poliswaarden to vermelden, dat
binnen drie jaar toch geen uitkeering ge-
eohiedt, indien do verzekerde zichzelf van
kant maakt, kijven wij even ver. Wio be
wijst dan den zelfmoord? De dokter ia er
evenmin too verplioht als thans, cn de
Maatschappij blijft in donker rondtasten.
Zij b.ijft evenmin als thans gevrijwaard
voor fraude of bedrog in opgaven. ALleen
ide opgave van den modieus kan haar uit
'de onzokorheid redden.
Do sohr. verwondorfc zich, dat vele gcnecs-
hceren de zaak zoo somber inzien, dat zij
zich zoo heftig verzetten tegen, de goede
bedoelingen der Nederlandsohe levensvor-
verzckeringmaatelLappijen, en haar streven
trachten te qualifioearen als egoïstisch en
in strijd met de bolangen van het a gemeen,
en dat daartegenover de medische advi
seurs van grooto Maatschappijon, die ja
renlang ervaring hebben, juist het over
leggen van do doodakte met vermolding
van de doodsoorzaak een hoogst onmisbaar
iets achten onmisbaar voornamelijk met
het oog op do statistiek.
Uit een wetenschappelijk oogpunt, zegt
\,De Verzekeringsbodo" ten slotte,
i., hot noodig, dat do oorzaak van den dood
bekend worde, ter wille van hen, dio thans
nog als minderwaardig worden afgewezen,
die wellicht zeer goed aanneembaar zouden
rijn, indien de gebrekkige kennis van den
invloed, dien hun kwalen of huu abnormale
lichaamsbouw op hun lovens-Iu ïr hebben,
grooter ware.
Daartoe behoeven wij geen wetswijziging,
maar alleen do welwillende medewerk] vg
van alle doctoren.
Er is weer een „Staatkundigo Brief" van
mr. S. van Houton sverchenen, en wel
Do twee voogden, dio juist geheel tegen
overgestelde meeningen wisselden over de
qualitoit van den port, staakten hun ge
sprek. en richtten beiden hun gezicht naar
hem. Hoewel het hem physiek onmogelijk
v.as, niet uit de hoogte neer te zien op zijn
pcrvenunccfjo, kon de edele lord toch
moeilijk onbewogen blijven bij de gedaohte
aan hetgeen die jongen zou doen als hij
groot was. Buitendien, Harold had toch
ook goed bloed in zijn aderen; het was heel
aannemelijk, dat men do ontroering, die de
lord mocht gevóelen in zijn nabijheid,
mooht toeschrijven aan liefde voor do over
leden moeder.
Er was dus ictö zachts en weeks in zijn
fltem, als hij Harold toesprak.
Ditmaal echter sprak Brady het eerst.
„Neen, jo zult er nooit heengaan jam
mer genoeg. Jo vader heeft heb uitdrukke
lijk bepaald."
Lord Elwood nam haastig bet woord.
„Noemt u dat jammer? (In 'den grond
van zijn hart vond hij hot zolf ook jammer;
maar nimmer zou hij heb eens zijn met mo-
near Brady.) Ik vind, dat mijn ovorleden
zwager zeer goed wist, wat hij deed, toen
hij dat punt regelde. Zelfs do eerste-klasse-
pcholen zijn zeer gemengd."
„En ik vind zelfs de scholen van lagere
klasse beter voorbereiding voor het leven
dan deze broeikas-manier."
,,Wo zullen n u maar niet disputeeren I
over het oordeelkundigo van 'dio beschik
kingen, vindt u wel?" vroeg Elwood, rood
wordend met een blik op Harold.
Brady zag, dat hij een mispas had ge
daan, maar raakte daarom niet uit zijn
humeur, zooals de Lord zou gedaan hebben.
„Bedoel je, dat je graag naar school zou
gaan?" vroeg hij den knaap.
„Ja; 't zou zoo heel wat anders wezen",
zei het kind.
„Vind je hot wat vervelend in den laab-
sten tijd?..." Brady kon niet nalaten, een
schuinen blik to richten op zijn tafelge
noot.
„Dan zullen wo naar een middeltje moe
ten zoeken om je wat op to vroolijkei.
„Zeker door hem nog meer sommen op to
geven?" gisto lord Elwood weer mefc 'do
vingers aan rijn das. 't Was te gek, dat die
man sprak van „opvroolijkcn". „Je zoudt
op school nog veel moeilijker sommen moe
ten maken can thuiB, Harold, on dat zou
je tooh niet bevallen, wel
„Dat weet ik niet. Maar ze tpelen daar
ook."
„Hal Algy beeft je zeker verteld van de
spelen; maar ik twijfel of het jo zou be
vallen, nu en dan een opstopper te krij
gen."
„O, om do opstoppers geef ik niet, als
zij mij maar niet altijd
„Wat 1" vroegen beide voogden met aan
moedigende glimlachjes.
„Als ze mij maar niet altijd aanstaar
den."
Twee luide lachen volgden*
„Ik denk, dat ze je wel veel zouden aan
staren", meende Brady, ongewoon vriende
lijk.
Harold begreep wel, dat er van de tchool
niets inkwam.
Hij wist niet, of hij bedroefd of blij
moest zjjn. 't Was weer een zelf de gesohic-
cenis als van de eendenkom; hij verlangde
naar gezelschap van andore jongens en
wa* tegelijk bang er voor.
Hetzij lord Elwood aan het roer stond
of de heer Brady, geen andere geest dan
dio van Gibson bestuurde den koers van
diens erfgenaam „Het beste van alles",
had ce millionnair altijd aan zijn zoon be
loofd, en deze kieeg nu, volgens do inzioh-
ten van wijlen zijn vader, de bsêfc denkbare
opvoeding. Wat geld kon doen, om eersto-
klasse-on dor wijzers in elk vak te krijgen,
deed gele. De talen namen een brcedo
plaats in op bet programma. Maar uit
spanning en lichaamsoefening werden niet
vergeten. Daarvoor waren weer andere lei
ders, gesteund door eon ttal vol goed-go-
trainde poniea, een boothuis met schuitjes
van allerlei grootte, een arsenaal van cri
cket-bats en tennis-raokete, en later ook
vuurwapenen.
Cricket kon natuurlijk niet gespeold
worcen in eenzame grootheid. Len lijst
(opgemaakt niet door Brady) bevatte
de namen van jongen? van den vereischten
leeftijd en andere vereischten dio
binnen bereik waren. Deze jongens kwamen
gewoonlijk als er om ben gestuurd werd,
maar hoewel rij hem bereidwillig alle kunst
grepen van spel en sport leerden, schenen
ze te veel te behooren bij het algemeene op
voedingsplan om gemeenzaam met hen te
worden.
Bij deze met zorg gekozen speelkamera
den vielen twee houdingen op te merken.
Er waron jongens, wier ruggegraat stijf
scheen to worden, zoodra zo het park van
Tongerton betraden; en er waren er, wier
ruggegiaat integendeel ongemerkt een
kromming aannam. Do eersten staken hun
neus in den winc en waren hier als het wa
re onder protest; do anderen iaapten Ha
rolds ballen voor hem op cu getuigden
steeds van peisoonlijko toewijding. Do
eersten tohonon geen lust to hebben, vrien
den met bom te worden, en hij voelde geen
lust, vrienden to worc en met de tweede ca
tegorie.
Tuasohen dio twee groepen bleef Algy de
eenige, met wicn hij op intiemon voet ver
keerde; maar Algy viel enkol te benaderen,
als rijn vacanties samenvielen met het
diensthalfjaar van zijn vader.
In aanmerking genomen zijn schitteren
de omgeving; in aanmerking genomen, dat
hij slechts oen wensch had uit te spreken
(mits deze niet indruiechto tegen het pro
gramma) en hij werd vervuld, leek het
vreemd, dat Harold niet volmaakt geluk
kig was; toch vond hij, dat er meer spra
ke was van stille onderwerping dan van
opgeperste gelukzaligheid. Hij begon to
begrijpen, dat het geld hem niet alleen
verhief, maar ook isoleerde en als een
slagboom stond tusschen hem en „gewone"
jongens. Wat hij nog niet begreep was
zijn hoedanigheid als publiek persoon. De
dag, warop hij deze ontdekking deed, met
nog een paar andere, bleef een van do his
torische dagen in rijn leven..
III.
Verscheidene dingen leidden tot den ge
moedstoestand, welke voerde tot het avon-
op het gehoor af te kopieeren, af te gap
pen. De uitgevers van werkelijke kunst
werken of in ander opricht belangrijke
boeken zouden hun koeten niet aanmerko-
lijk vorhoogd zien on hun uitsluitend
recht om het aangekochte werk in vorto-
ling uit te geven, g. vaarborgd. Er rijn
dan ook, ondanks meerde rhoidsbesl ui
ten van hun verconïgingon, onder onzo
uitgevers velen, die de aansluii ng van Ne
derland bij de Benier Conventie ernstig
begeeren.
Voor onzo schrijvers echter is hot belang
nog grooter. Hun werk zal beter betaald
kunnen worden en ruimer debiet vinden-
En zij zullen ree -.ton verkrijgen ook
buiten onzo grenzen."
Verder zegt het blad nog:
„Onze naam in Europa mag ons, oinclo-
lijk, toch waarlijk ook in dezen niet onver-
sohillig zijn. Wij staan tegenwooraig bo-
kond als een litirair© roofstaat, die wei
gert zich aan ccnigcn gcmcenscbappolijkou
rcgol betreffende do kaporij to onderwar
pen; die zich aan r«Ie bijeenkomsten en
■medewerking tot verzekering ^an weder
zijdse!'3 rechten onttrokt; dio zich hard
nekkig blijft toeëigonon, zonder ecnigo
schadeloosstelling, wat (althans voor een
•deol) aan een ander behoort cn tegenovei
wion do vreemdeling zich dus ook niet be
hoeft to genecren. Allerlei kleine landen,
België, Zwitserland, Skandinaviö, zijn ons
voorgegaan. Zullen we ons eindelijk ccm
een weinig gaan schamen?"
Dr. Nolens schreef in do „Vcnloo-
sohe Courant":
Tot de onderwerpen, dio in do Troonro-
do van 1901, wedko als hot ltegoei ingspro-
gram beschouwd kan worden, voorkomen,
behoort ook het ondorwija
En nu komt hot mij voor, dat in dit
opzioht do Regccring een goed deol van
haar plannen heeft ton uitvoer gebracht,
en de Kamers in do gologonheid heeft ge
stold, van haar kant mcdowoiking te ver
leenden.
Wat liet lagor onderwijs betreft: hot
wo'sontworp, daarop betrokking hebbende,
is in do afdeolingon onderzocht en het kan
tuasohon Kerstmis on Ensclion beet in open-
ba. böhandoiing komen. Zoodat bet, ge
wijzigd ou aangevuld, waar dit na bet ge
meen overleg noodig blijkt, voor bet eindo
dor legislatieve pcriodo in het „Staats
blad" kan staan.
Het ontwerp middelbaar-onderwijs is go-
reed voor de openbare btihandoling.
Do hooger-onderwijs-wet werd voor ongo-
weer vior maanden door do Eerste Kamer!
verworpen. Thans is het ontwerp in ongo-
wijzigden vorm opnieuw ingediend.
Dat ontwerp is geheel gclijkluidond aan
hot ontwerp ,dat op 2' Maart 1001 door de
Tweede Kamer der Staten-Generaal aan do
Eerste Kamer werd toegezonden.
Toelichtingen van do gronden, waarop
het wetsontwerp rust, acht de Regccring na
de uitvoerige zoo schriftelijke aJs monde
linge god&chtcnwissriing tusschen do Sta-
ten-Gcnoraal cn haar over het vorige ont
werp overbodig.
Natuurlijk staat het <le Twr lo Kamer
vrij, weer in uitvocrigo schriftelijke cn
mondelingo gcdaehtenwisseling le treden
over hot nieuwe ontwerp.
Allicht zal do Kamer echter den stelregol
t-oepassen: „non bi3 in idem."
Deed zo dit niet, dan zou het resultaat
geen ander zijn allicht dan tijdverlies.
Do Eerste Kamer staat or anders voor.
Dezo is na de ontbinding, die het gevolg
was dor verwerping, anders samengesteld.
Lang behoeft die behandoling, ook in do
Eerst© Kamer, niot op te houden.
Zoodat ook do booger-ondcrwijs-wet op
dc creditzijde der wetgovondo macht zal
kunnen gebracht worden.
Onder bet opschrift: „Waar moet het
heen?" schrijft „Do Nieuwe Sprokke
laar":
Ja, waar moet bet heen met dc open
bare veiligheid? Hocvccl dagen van
dc week gaan er voorbij, dat men in do
oourantcn niet leest van doodslag ca
moord? Dezo gruweldaad is tegen woor-
tuur, dat weer leidde bot do ontdekking
bovcngenoemc.
Een van dro dingen s een brand ia
het dorp, dio verscheidene woningen in
asch legde en verscheidene gezinnen in
ellende bracht. Het dorp had geen recht-
strcckscho aanspraken op de mildheid van
Tongerton: maar de omstandighoden in
aanmerking nemende, zag do goede dominee
er geen bezwaar in te werken op Haroloa
gemoed en door hem op lord Elwood, in
wiens hznden op dat moment do koordca
vi i do beurs berustten. Hij sLaagdo er ia
zonder moeite.
Harold, toen twaalf jaar oud, werd diep
getroffen door do schildering van do ellen
de.
„Ik zal u alles geven, wat van mijn zak
geld nog over is," zei do knaap,,maar
het is niet veel."
Hij leegde zijn portemonnaio op de ta
fel. Inderdaad het was niet veel l Jc toe
komstige gebieder over millioenen had nog
geen vijf shilling in zijn zak. Gibsons ulo©
over bet geschikt maken van iemand, ora
•mot een fortuin om te gaan, was
blijkbaar, dat hij zijn vingers er af mooi
houdent tot hij volwassen is,
„Ik zal oom vragen cr brood been tM
sturen en vleesch en aardappelen cn..*
wat zou er m~er noodig rijn, denkt u?'
„Wij moeten lord Elwood niet te zeer
verschrikt maken", glimlachte 'do dominee-
„Hij heeft niet de handen vrij."
„Dus u denkt, dat ik hem niet vragcA
kan de huisjes weer op te bouwen?"
Do dominee lachte eerst, toen zuchtte hij*
Wordt vervoJffd.J