No. 13731. LEiDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 26 NOVEMBER. - VIERDE BLAD. Anno 1904. DE SCHEEPVAART DOOR LEIDEN OF LANGS LEIDEN. Gemengd Nieuws, FEUILLETON, Se Milliosmair. IV. (Slot.) Wij hebben in do vorige artikelen aan bovenstaand onderwerp gewijd het ontstaan van de zoogenaamde Nieuwe Vaart door onze gemeente en haar geschiedenis sedert 1883 tot op heden geschetst. De gegevens daarvoor verzamelden wjj uit de officieele Btukken. Daaruit is ons gebleken, dat deze vaart aan do gemeente heel wat heeft ge kost, doch niet heeft beantwoord aan de hooge verwachting, die men er zich aan vankelijk van voorstelde. Men heeft van den beginne af de indirecte voordeelen, die uit do vermeerderde doorvaart zouden volgen zeer overschat. Wij maken daarvan de man nen, die toentertijd zeggenschap haddon daarvan geen verwijt. Ongetwijfeld hebben vele neringdoenden in stilte hotaelfdo ge hoopt en verwacht cn het wellicht ook wel eens openlijk uitgesproken. Een dr uk verkeer en veel verbier zal over het algemeen neringdoenden ten goede ko men. Zoo bestond er oppervlakkig geoor deeld ecnigeu grond dat een toenemend scheepvaartverkeer ook meer of minder aanzienlijke voordeelen zou opleveren, in de eerste plaats aan hen, die aan do vaart zelve een nering dreven. Er waren echter omstandigheden die, bij dieper nadenken, konden doen vermoeden, dat liet met die voordeelen niet zou meevallen. Wie, van buiten do stad bezoekt, doet dit met een bepaald doel, veelal om iets te ver- koopen cn inkoopen te doen; niet zelden het een en het ander verbindend. Met de doorvaicndo schipperij, die toevallig de stad aandoet, omdat haar weg er langs voert is dit geheel anders. Wanneer zij iets uit onze winkels betrekken is het een ge bruik maken van de gelegenheid cn een voldoen aan een oogcnblikkelijko behoefte. Alleen wanneer, wie geen haast hadden mochten blijven liggen, zoolang ze wilden, zouden dezo daardooi wezenli.il- klanten van de--) of gene neringdoende kunnen worden. Een tijd van vier uren, de uiterste termijn, om zonder havengeld verschuldigd te we zen in de gemeente te vertoeven, ia daar voor niet lang gcooeg. Het i3 bovendien dooi do controle van den havendienst bewe zen, dat slechts weinigo der doorvarendo schippers hun verblijf in de gemeente zoo lang rekken. Een bewijs, dat zij Leiden niet meer noodig hebben. En daarvoor is ook een redon. Men behoeft cn vooral do schippers wiei behoeften zich meestal tot zeer dagelijksche dingen bepalen niot meer in de steden te wezen om inkoopen te'doen. Men kan schier overal terecht. En wie in Leidsohcndam bekend is weet, dat men daar veel meer van de scheepvaart profi teert dan hier. Trouwens rcdcnceringen zijn hier niet noodig. Het oordcel van do neringdoenden zelf, die weten welke klan ten zo hebben, kan oveiwegcnd zijn. En zelf» winkels, die aan dc vaart zelve liggen geven er niets om. Het is meermalen gezegd dat deze voor deelen niet onder oijferg to brengen zijn, doch dit wil nog niet zeggen, dat deze cij fers zouden meevallen. Op grond van het bovenaangevoordo zou men iechfc hebben het tegendeel aan te nemen. Een ander voor deel vermogen wij van do doorvaart niet te ontdekken. Wel do nadoelen. Do gemeente zou, indien do overeenkomst roet do provincie word verbioken en de sohepen een anderen weg kozen, gerust 6 a 8 brugwachters kunnen afschaffen. Een onmiddellijk voordeel van pl. m. 3000 Een ander niet in bepaaldo cijfers uit te drukken doch door 'deskundigen zeker wel te bepalen nadeel is het moordoro ondorhouc der bruggen, wegens alijtago door het veelvuldig gebruik. Dit We willen daarmede niefc zeggen, dat men deze mannen aan den dijk zou moeten zetten. Men zou ze voor een anderen tak van dienst in de gemeente moeten gebrui ken. zal zeker een groot bedrag zijn cn heb wordt uitgespaard als do bruggen niet zoo dikwijb worden bedient. Eindelijk noemen wij volledigheidshalve ieder onzer lezers weefc het anders wel bij onderbinding het ongerief, te last en... do 6chade, dio voor voet- gangorsen rijtuigen ontstaat door bet herhaald opendraaien der bruggen. Zoolang nog voor ce meeste menschen tijd, geld is, gaan ook hier mede ongetwij feld schatten verloren, ongeacht het onge rief en het kribbig humeur uoor het lange wachten. ,,Maar zou bij opheffing van do doorvaart er niet een groot deel der /ll.000 dio oe gemeente jaarlijks aan havengelden int, verloren gaan?" is ons gevraagd. Wel neen, is ons antwoord, dat bedrag blijft gelijk. Schepen, die in onze gemeente moe ten zijn, 't zij om te laden of te lossen, komen er dan evengoed als nu. Zij kunnen niefc aan het havengeld ontkomen.. gewone mcnschelijke behoudzucht den ge meenteraad toenmaals partijen gespeeld. Doch do gelegenheid komt nu weder. Zoo als wij reeds kortelijks mededceldon, heb ben. God. Staten van Zuid-Holland weder om een missive aan B. en Ws. gericht, waarin zij een voorste, tót vaartvcrlegging doen, tenzij de gemeente bereid is de be- staando vaart belangrijk meerdere breecte en -diepte te geven. Daar die voorstellen van Ged. Staten nog niet gepublioeord maar om advies in h. nden van de Kamer van Koophandel gestolc zijn, kunnen we er op het oogenblik niota anders van zeggen, dan dat hot gerucht loopt, 'dat deze vaart- verbetering de gemeente minstens een h a 1- ve ton zou kosten. En dit is genoeg om onzerzijds met beslistheid te racen de in 1883 mot do provincie gesloten overeen komst te ontbinden en zonder lecdo oogen aan te zien, dat do doorvaart voortaan langs Leiden plaate heeft,, daaruit niefc duidelijk, dat do vaart langs hot nieuw ontworp-kanaal eon veel korto ren en beteren waterweg is dan die door onze staal Moeten wij Qed. Staten niet golijk geven, wanneer zij ijveren voor deze vaart en altlians van onze gemeente ver langen dat zij, indien ze do vaart wil bo- houden daaraan alle mogelijke hinderpalen ontneemt 1 Do scheepvaart langs Leiden is inder daad ook in het belang eer schipperij. Ton slotte nog iets ten voordeclo der ver legging. Men noemo het het toekomstmuziek; ons wel. Wanneer het nieuwe kanaal van do Zijl naar de Lommebrug door don Roden- burger cn Cronesteinschcn polder wordt gegraven cn daar langs zich een drukke scheepvaart) beweegt zullen daar weldra huizen gebouwd worc.cn en mensohen zich vestigen en moge dit aanvankelijk ten goede komen aan de gemeente Zoetorwoude, in do toekomst, wanneer do gemeente Lci- Ontslagcn van den band haar door do provincio aangelegd zou oo gemeente van do schepen, dio nog zouden moeten passee- ren om bijv. naar Katwijk te komen brug geld kunnen heffen en daardoor een nieu- wo, niet onaanzicnlijko bron van inkom sten scheppen. Wij zeggen niet dat de ge meente daartoe zou moeten overgaan, maar constateeren ecnvouoig, dat de moge lijkheid daartoe zal zijn geopend. „Maar dan hadden wij do nieuwe vaart nooit moeten hebben 1" zal men beweren. Dat hadden wij ook niet, doch gedane zaken nemen geen keer. Uit eigen beweging ruaar verandering te streven in dezen, zou voor de gemeente wat veel gevergd zijn, waar zij in 1883 zoo haar best heef t gedaan do doorvaart te hebben en to behouden. Doch dat men in 1D01 van do betrekkelijk gunstige gelegenheid, om er van af te ko men, toch nog hefc behoud heeft gekozen, heeft ons verwonderd. Misschien heeft do Kunnen daarbij eonigo voordeelen ver kregen worden, dooals do Kamer van Koop handel ~ib in 1901 reeds beoogde, toen zij voorstelde bij eventuccb verlegging to be dingen, dat de provincie het geoeelte van do nieuwe vaart, gelegen tusechcn Oudon en Nieuwen Rijn op de duobelo brcedto van de Zijl zou te maken, opdat do eono helft als doorvaart cn de andore helft als haven dienst kan doen, 'dan is het ons wol, maar met 50,000 er op too dc duro coorvaart to behouden daartoe behoort men tot geen prijs over te gaan. Laat do gemeente zich dat voor gezegd houden. Tot dusverro be schouwden wij co zaak eenvoudig uit het oogpunt van gemeentebelang, doch wc mo gen ook wel eens letten op het bolang der scheepvaart), vooral wanneer dit niet in botsing komt met de belangen der gemeen te. Daarvoor verzoekon wij onzo lezers nog eens ccn blik to slaan op het schetskaartje, cat wij nogmaab laten afdrukken. Blijkt den tot ccn nieuwe annoxatio overgaat, zal in deze richting wellicht ccn aanzien lijke uitbrcicing dor gemeente mogelijk zijn. Wellicht zal het algemeono uitbreidings plan, dat nog altijd voor het groote pu bliek een verborgenheid is, als het openbaar wordt, daaromtrent meer licht kunnen geven. Doch afgezien van alles wat ook te dien opzichte de toekomst in haar schoot bergt, lettende op liet heden alleen, zooals het geworden is uit het verleden, is 'dit onzo slotsom: het is in het belang der gemeente cn der scheepvaart beidcy dat de algemccne vaart door de stad verlegd worde langs de stadzooals de prov'veie, dit reeds in 1883later in 1901 en nu laatstelijk in 1904 wil tot stand brengen. Dc gemeente strib- bele daar niet langer tegen. Hf et machtiging van den bur- gemceetcr van Rotterdam is op attest van ccn geneesheer naar het hulpziekenhuis op do Hoogstraat aldaar overgebracht dc baa> bior G. H. V., wonen do aan de N aseau- haven O.Z., dio door voortdurend mis bruik van sterken drank in ccn aan waan zin grenzenden toostend verkeert. Nadat aanvankelijk do hulp der politie was inge- rocpon, zijn op advies van don geneesheer do vrouw en do kinderen uit dc woning van dezen barbier vorwijderd, dio binnens huis met een bijl al zijn meubilair cn vor der alles wat van hout was, kort on kloin had gehakt. Later, toen hij alleen over bleef cn cr niets meer te vernielen was, heeft de politic ook hem uit zijn woning gehaald. »»(N. R. Ct.") Uit Tiel meldt men aan do ,,N. R. Ct." Hot aantel zioko kinderen is hier buitengewoon groot. Do aanvangsklas- 6cn der scholen zijn voor ongeveer do helft ontvolkt cn nog breidt het aantal zioh uit. Eenigc sterfgevallen aan mazelen on croup deden zich reeds voor. Een apotheker schat liet aantal zieke kinderen op duizend. B ij oo ii drijfjacht op «en lto- densteinsolicn Berg te Amcrongon zijn dmte reecn geschoten, terwijl cr bovendien nog elf horten zijn opgejaagd. Het getal dezer dieren is do laatste jaren in die streek, evenals op do Veluwe, sterk vermeerderd. Te Beek bij Prinsonhago moest het zoontje van don arbeider D zijn 1-jarig zusje wiegen. Dit deed de knaap zoo woest cn wild, dat liet schaapje uit do wieg werd geslingerd cn in de brandende haard viol Op het gesqjiréi der kleine schoot do mol dor toe, doch het kind had rcods zulke ho- vige brandwonden bekomen, dat haar toe stand hopeloos ia. Noodlottige vergissing. Men moldl aan de „N. R Ct.": Lei ren tenier to Nieuw-St.-Joostland was door zekoro G. aldaar met lichamelijk leisel be dreigd. Gisteren kwam nu zekere D. bij den rentenier huishuur betalen. De meid zag dezen persoon aan voor genoemden G. en vluchtte naar binnen. Zonder zich van do juistheid to overtuigen, nam do rente nier zijn revolver en vuurde op den in do donkere gang wachtenden persoon, met het ongelukkig gevolg, dat hem onkolo vingers verbrijzeld worden. Tegen don rentenier, dio natuurlijk vcol spijt van hot gobeurdo heeft, is proces-verbaal opgemaakt. Een fabrikant to Tilburg heeft ccn groote bestelling ontvangen tea bohoovo van liet Russische leger. Mon moldt uit Krommenie aan de „N. R. C.": In verbond mot het plotseling vertrek van den notaris J. van Wermcekerken, loopen hier allerlei geruohten. Als vrij zeker kan worden aangonomon, dat hij naar het buitenland is vertrokken. Men golooit, hior echter algemeen, dat hij het notariaat in goedo orde heoft achter gelaten cn geen personen of instellingen financieel schado zullen lijdon door zijn vertrek. Een vrij aanzienlijk bedrag van do vereen iging „Hulp in Lij don", dat on der zijn berusting was, vond mon in zijn kantoor onaangeroerd liggen en voorzoovor bekend is, had hij geen geulen van vrcoandon onder zijn bewaring. Het schijnt aan zijn klerk na zijn vertaok nog instructies te hebben gezonden, hoo bij vorschillcndc zaken meet worden gehandeld, en voor den officior van justitio moot hij een brief hebben achtergelaten met do mc- dedeoling, dat het notariaat te Krommo- nic, wegens zijn vertrek naar het bui ten- lac o, vacant was, waarop de officier Woens dagmiddag alhier is gekomen, on tot be waarder der minuten heeft aangesteld den heer Tjccnk Willink, notaris te Wormor- vcor. Dat hij hot vermogen van zijn tweedo vrouw cn haar minderjarigen zoon heeft medegenomen, zooals aan do ,,0. H. O." is gomcld, berust op gissingon. Do heor Van Wormcskorkcn was wcthou-* dei' dezer gemeente. 6) ,,Ik vrees van niet. Zelfs wat do levens middelen uetreft, moet hij den heer Brady raadplegen, denk ik, daar van eiken pen ning, gedurende uw minderjarigheid be steed rekening en verantwoording moet ge daan worden." „Wat geeft het dan, rijk to zijn. als 'men niet eens .emand kan helpen 1" vroeg Harold bijna boos. ,,0, u zult het goede cr in ontdokken, als ii volwassen is. U zult dan zooveel men schen kunren helpen, als u wilt, als u or lust in heeft; maar dat zult u wel, niet waar?" Het was dezelfde dominco, die eens het gelvl do wortel van allo kwaad had ge noemd. Dio overtuiging bestond zeker nog, maar zo werd waarschijnlijk getemperd door do overweging, dat kwaad somtijds veranderd kan worden in het tegenoverge stelde. In het belang zijner gemeente was het goed, het zaad dor philanfcropio te zaai en in zulk een veel belovenden bodem. „Geen beter werk voor een rijk man dan een philantroop," legde hij uit; ,,en u zult eenmaal' do rijkste man van Engeland zijn." Harold zag hem verbaasd aan. Hij had aJ eerder gehoord, dat hij, als hij groot was, „alles" kon doen, hoewel de voorbe reiding blijkbaar er op ingericht was dat hij niets zou doen. Do dominee sprak verder, en door dion3 woorden werd zijn macht hem duidelijker, duidelijk, dat do wensch om er mot iemand over te spreken, spoedig zegepraal de óver zijn gewone terughoudendheid. Op eon goeden dag zei hij tegen een zij ner leermeesters „Ik weet aJ, wat ik worden zal, als ik groot ben." De keuze was gevallen op den l'eeraar in het Duitsch, een vrij grimmig joogmonsch, met een bleek gezicht en groote, roodo snor. Zijn haar, van dezelfde bloedige kleur was zoo dik, dat hot wol con pruik leek, en soheen op slechten voet met den borstel. Lord Elwood, wien zijn uiterlijk tegen stond, had hem genomen om zijn prachti ge getuigschriften. Do edele Lord zou nog veel meer bezwaar gemaakt hebben tegen do beginselen van den jongon man zoo hij had kunnen vermoeden, welke die waren want het rood zijnor haren verbleekte bij dat zijner politieke meeningon. Tot dusver had hij in dezo onvermijdelijk vijandigo omgeving zorg gedragen zo niot te luchten, zoodat boido voogden in een gezegende on- wetendhsid bleven van de anarchistische slang, die binnengedrongen was in dit pa radijs. Thans echter werd Harolds uitbarsting van vertrouwelijkheid een gelegenheid om de campagne to beginnen, waarover hij in den laatsten tijd had gedaoht; want de jonge Duitseher was overtuigd van den plioht, propaganda te maken voor zijn be ginselen. „ZaJ je iets andere worden dan een rijk man?" vroeg hij met een sarcasme, dat nog niet besteed was aan Harolds argeloozo jeugd. „Ja, ik wil een groot philantroop wor den. Ik ga kleeren en voedsel uitdeden aan allo armo menschen. Niemand zal meer honger hebben als ik mijn geld krijg." Tot Harolds teleurstelling begon Herr SabmaJ minachtend to lachen. „Waarom lacht u?" vroeg hij koel'. „Omdat je spreekt over iets, dat niet meer behoordo te bestaan tegon den tijd, als jo -olwasscn bont ofschoon ik erg vrees, dat hot ons beiden wel zal ovorleven." „Wat zal ons overleven?" „Do zaak, dio verkeerdelijk philanthro pic wordt genoemd of liever do noodzake lijkheid daarvan. Als eons de wereld is in gericht zooala wij die willen hebben zal or "weldoener noch bcwoldadigdo bestaan, rijk noch arm." „Ik begrijp niet..." „Hoe zou jo het ook begrijpen, jongen, als niemand hot jo uitlegt? Ik zou hot je kunnen uitleggen maar ik heb geen zin or an, dat mijn gedachten herhaald worden tegenover mijnheer Brady of lord Elwood." „Ik zal or niets van overtellen." En nu begon do jongo man to spreken, zacht cn rad eerst, maar langzamerhand luider. Terwijl hij zijn anarchistische leer ontwikkelde kleurdo het bleeke gelaat on de witte hand maakte zenuwaehigc bowegin- gn in den rooden haardos. Harold begreep or wel niet allea van, maar hij zag, dat Herr Sohmal het zeer ernstig meen do, en het zien van een ernstig mensch laat nooit na, indruk te maken. Hij begon in Schraal iets van den apostel tc raden. En toen dezo sprak over zijn eigen armoede cn het bit tere van zijn lot», droeg hij in do oogen van den knaap al een martelaarskroon. „Eer ik reedg was aangenomen, wist ik niet, hoe rijk jo was. Zoodra ik dat ver nam, was mijn eerste godacktc, to bedan ken voor mijn betrekking, maar" cn plotseling daalde zijn stom, terwijl do glooi ende oogen op Harold gericht werden „ik heb een moeder in Duitschland en vijf zusjes cn broertjes. Voor mijzelf kon ik mij' niefc zoo vernederen, maar voor hen..." ,,0, kan ik hun niot iets sturen?" riep Harold opgewonden. Wear trof hom do glooiende blik. „Hun iots sturen? Jij? Hou ik jo niet juist gezegd, hoo hot mij hindert, liet brood van een njko te eten? Denk jo dat ik den last van jo liefdadigheid zou kunnen dra gon? Maar ach, ik vergoot... jo kunt dat nog niet begrijpen. Jo wildo mij niet kwet sen, nietwaar?" Schraal glimlachte; hij dood dit zelden, cn liet gaf een heel eigenaardige uitdruk king aan zijn gelaat. Harold voeldo plot- ssling, dat het moeilijk zou zijn, veel van dien man te houden. „Wat do rijken verkeerdelijk liefdadig heid noemen", hernam 'do Duitecher, weer vlug sprekend, „is niets meer dan een brok, toegeworpen aan het monster Armoede, in de hoop, hot eon poos onsohadolijk to ma ken. Do rijkdom zelf is do buit van don sterkste, of den oneerlijkste, in het ge vecht. Enkel door bot beoifc van dien buit wordt do rijko do vijand van hot mcnsch- dom. Jij persoonlijk bezit meor dan iemand in dit land; daarom hob jo niets dan vij anden om je heon." Harold achtte zioh tot tegenspraak ver plicht. „0 neen, dat kan niet! Ik voel mij vol- sterkfc niefc als de vijand van iemand. In tegendeel, iedereen is altijd vriendelijk te gen mij, to vriendelijk soms." „Zij rijn niot vriendelijk om jou, maar om jo geld, den buit, waarvan zo, direct of indirect een deel hopen te krijgen." „Dat geloof ik niet!" zei Harold, wiens wangon gloeiden. „Je zult het leeren gelooven. Zoolang hot geld verzameld kan worden in handen van enkelen, zoo lang zal do menigte dio onke len achterna loopen. Eerst wanneer gelijk heid heoraoht, zal iodor j>rccies weten hoe veel hij zijn vrienden waard is." Nog con halfuurtje van die oonvereat'0 gaf voedsel genoeg voor ietwat droovo ovorpcinzingen. Do verdeoling der aard- scho goederen werd voorloopig op zij gezet, tot later onderzoek een zuivor per soonlijke overweging hield Harold3 aan dacht in do eerste plaate herig. Zou hot mogelijk zijn, dat niomand wat om hom gaf? Zouden do menschen niet vriendelijk tegen hom zijn, als hij niet rijk was? Hij liad cr altijd van gehouden door te dringen tot den grond der 'dingen, cn hij wilde ook nu tot den grond gaan. Was er geen middel, om zoodoende to komen tot een bevredigende oploseing? Het leek heel moeilijk; maar het ideo liet hom niefc los, cn zoo begon or ccn plan te rijpen in zijn brein. Op het eerste gozicht leek het lo stoufc- om aan uitvoering to denken. Hij moest op do een of andcro manier hot huis ver laten, alleen natuurlijk cn zoo slecht go kleed als do omstandigheden hefc zouden toelaten; hij moest trachten con plaate te* bereiken, ver genoeg buiten het rayon van* zijn gewono uitstapjes, om niet herkond fc) worden. Dan zou hij spelen, zoo gocrd het ging voor een moeden cn hongerigen* zwerver (dat zou heel natuurlijk gaan, zoodra hij den noodigon afstand had goloo-. pen) en do gastvrijheid inroepen van het eoreto huis, dat hij zag. Als hij vriendelijk werd opgenomen en onthaald, ondanks zijn armoedig uiterlijk, dan had Herr Schraal, ongelijk; werd hij weggejaagd van de dour# dan had die misschion gelijk. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 13