Een nieuwe tak vair Bestaan voor
vrouwen en meisjes.
Niet slonzig en slordig, met afgetrapte
pantoffel^ aan de voeten en een vuil flar-
denechort voor; neen, niet zoo'n vruchten-
of groen ten-verkoopster: eon heel andere
eoort, een nieuwe soort!
Hoe bevallig, ongedwongen en netjes ziet
zij er uit, een bloe van gezondheid op de
wangen, levenslust en levenskracht in haar
geheale wezen 1 Gekleed in een eenvoudige,
nette, losse blouse, en een korten serge-rok,
zeemleeren handschoenen en flinke leeren
laarzen, de hakken met spijkers on dubbele
teenstukken. Deze nieuwe soort van groen
te nvrouw, eigenlijk „groenten-dame", is een
toonbeeld, van vrouwelijkheid en gezondheid.
Het is geen tuinierster „spelen", het is
echt tuinierster „zijn": tuinieren ftls vak.
Moeder Eva had niet veel aanleg voor tui
nieren; haar moderne dochters brengen het
er beter af. Zij worden in het tuiniersvak
•opgeleid. Dichte arbeid op hot land, ver-
zorging van kippen, en andJer gevogelte
en. daardoor kan zij zich een bestaan vor-
zekeren. Door te werken in tuinen, bak
ken'en zaa'dbedden is zij gehard tegen
arbeid in de open lucht. Zij heeft geleerd
houweel en hark, schoffel en spade te han
te eren; dit, gepaard aan kennis en initi
atief van een welonderrichte vrouw, als
mede practische ervaring door eigener
handen werk, stelt haar in staat zich een
gezond, aangenaam, nuoiMg en goed bestaan
to verschaffen.
Deze nieiuwe groenten-dame" ia in En
geland zoo deelde iemand aan „De Nieu
we Courant" mede voortgesproten uit
de beweging om ook landbouw door vrou
wen te doen verrichten. Zij is in het leven
geroepen docxr tuin- en landbouwscholen,
landbouwcoUcges voor vrouwen thans
krachtig voortgeholpen door het bestuur
van lancjlbouw-districten en door vclo be
schermers en beschermvrouwenvoorname
lijk door „l'ady Warwick".
Ziehier, hoe de nieuw-modische groen-
tenvTouw werkt! Zij werd opgeleid in een
z.g. „landbouwkolonie" in Kont, „den
tuin van Engeland." Daarna huur do zij
.met nog vijf of zes andoren negen of tien
morgen lands, alles bouwgrond.
Zij hadden er wel eonigo huisjes bij wil
len hebben, maar 'dat ging niet, en nu werd
in een hoek van het terrein een soort hou
ten loods met zinkon dak gebouwd, op stee-
uen fundament rustend. Daar wonen alle
meisjes samen, wat veel goedkooper uit
komt dan alléén wonen; zij worden moeder
lijk verzorgd en bediend door een soort
meid-huishoudster van den ouden stempel.
Iedere" jongedame heeft haar oigen stuk
grond in den landbouwtuin, en vestigt
daarin met haar industrie tevens haar
kapitaaltje.
Elke jonge vrouw arbeidt volkomen vrij
'binnen haar eigen grenzen, wint of ver
liest als gevolg van haar eigen bekwaam
heid en verstand; maar allen werken samen
(in coöperatieven geest als groote uitgaven
te doen zijn, bijv. boren en putten graven,
opladen van zware lasten, vervoer naar de
markt, extra-arbeid in zekere jaargetijden,
koopen van zaden en stammen, bemesting,
enz.; wanneer daarbij wordt samengewerkt,
dan komt het voor ieder afzonderlijk goed-
kooper uit.
Ik schrijf geen droom of ideaal; het is
alles waarheid; ik zou het u kunnen laten
zien en u in kennis brengen met vrouwen
en meisjes, die daar een gezond en werk
zaam leven leiden zonder lijden, want
het is geen „zwaar" werk. Ik zou u de groo
te bodden spinazie en bloemkool, uien en
sla, pepermunt en pieterselie, komkom
mers, asperges, artisjokken, alles in zijn
tijd kunnen wijzen. Gij kunt het zelf zien
hoe spoedig het een op het ander volgt; hoe
geen stukje grond onbebouwd blijft. Gij
kunt zelf de bloementuinen komen bewon
deren, narcissen en lelietjes, primulas en
margrieten, rozen en anjers; en als deze
alle voorbij zijn, dan groote kerstrozen,
(die goed betaald worden. En dit is nog
niet alles. In dezen vrouwenarbeid is veel
variatie; dit is juist een der grootste
voordeelen, want het geeft afwisseling van
arbeid en opent nieuwe bronnen van in
komsten, terwijl het eigen bestaan er goed
kooper 'door wordt. Twee van mijn vrien
dinnen houden er kippen op na ieder
een twintigtal; een andere jongedame
maakt een specialiteit van champignons-
kweeken een vierde maakt een extra-voor
deeltje uit tomaten. Nog een andere trekt
groot profijt uit eenige biggen aan
staande varkens die zij er op na houdt.
Maar de solide grondslag van bestaan is
de bloemen-, groenten- en vruchtentuin,
waarvan do producten voortdurende en
goede inkomsten opbrengen.
Deze meisjes hebben een bestaan gevon
den; geen luxe, maar zij voorzien in ieder
geval in oigon onderhoud door een gezon
den werkkring en aangenamen arbeid. Zij
hebben tijd genoeg voor een pretje nu en
dan, een paar weken vacant ie, en wat
meer is, zij zijn geheel onafhankelijk en heb
ben den grondslag gelegd voor „een goede
zaak en relation." Het is een werk, dat
duizenden meisjes en vrouwen kunnen ver
richten. Zij doen aangenamer en veel ge
zonder arbeid dan de vrouwen in fa
brieken en op kantoren; dan zij, die op de
schrijf machine werken., en dan gouvernan
tes 1
Veel kapitaal is ar niet voor noodig:
men kan gemakkelijk beginnen met een
300 of f 400, de voorbereiding is noch
lang, noch duur. Maar men moot van natu
re aanleg en handigheid hebbon, voorts
een beetje geld om te beginnen. De nieuwe
„groentenvTouw" behoeft vooral orde en
regel, verstand, belangstelling en geduld-
Veel physieke krachft is niet noodig; door
voortdurend buiten te weaken zal zij in
kracht en gezondheid winnen. Wat onder
vinding aangaat, die woerdt voortdurend
grooter door eigen arbeid en door het gar
deslaan van don arbeid dor anderen. Zij
kan al een zekere ondervinding opgedaan
hebben als kind door het werken in haar
eigen tuintje, maar om tuinierster,
bloemen-, groenten- en vruchienkweek-
ster en -verkoopster te worden, trls
beoefenaarster van een „vak" doet zij goed
een geregelde opleiding te volgen, nu in een
der vele plaatsen in Engeland opgericht,
of in een der landbouwcolleges voor vrou
wen. Als zij hier gestudeerd heeft, dan
kan zij voor zichzelf beginnen.
Goed beginnen is meestal slagen. Sinds
ontelbaro eeuwen in beschaafde tijdon is
de vrouw altijd geslaagd bij het verzorgen
van bloemen en planten. Het fedt alleen,
dat zij „vrouw" is, vonmt reeds een waar
borg van slagen. Haar netheid, haar orde,
haar geregelde gewoonten, haar volhar
ding, letten op kleinigheden, geduld en
spaarzaamheid, deze natuurlijke gaven, ge
paard aan kennis en handigheid, wijzen
haar 'de plaats aan, die zij als volmaakte
tuinierster in de wereld moet innemen.
Wenken voor de gezond-
i held in de balzaal.
Niet het dansen, op zichzelf maakt de
hestudeerders' dor hygiëne beangst, maar
het onverstand der menschen, dat geen
grenzen kent, of alle voorzichtigheid met
voeten treedt, zoodat vaak ernstige ziekten
er het gevolg Aan zijn. Matig, voorzichtig
dansen schaadt nooit; alleen de helaas
zoo dikwijls voorkomende overdrijving is
slecht. Alle nadeelen, die het dansen ten
gevolge heeft, zijn de schuld van de ge
woonte, om den heelen nacht tot aan den
morgen door te dansen, en dat nog wel,
n& de balpauze, met gevulde maag; verder
de dolle snelheid van sommige dansen, het
sterke rijgen, de ondoelmatige kleeding,
het lichtzinnig afkoelen door koudo dran
ken en koelo lucht. Wie van het dansen
voordeel voor de gezondheid hebben wil,
altham- geen nadeelige gevolgen, neme
do volgen do wenken in acht:
1.. Gelijk elke gezonde beweging lafs-
zaam-aan haar hoogtepunt moet bereiken,
zoo zij dit ook bij het dansen het gevaL
Men holle daarom niet terstond in aea
wirwar van een galop, maar danse zich
als het ware langzamerhand eer in. Zoo-
dra een dame duizeligheid, misselijkheid
of borstbeklemming gevoelt, houde zij op
met dansen en wandele zoolang op en
neer, dat zij zich weder wèl gevoelt.
2. Men oanse nooit met een. Amllo
maag, derhalve niet meer na het souper,
tot de dag aan den hemel komt. Helaas
wordt na do pauze op de meeste bals
eerst recht dol gedanst.
3o. Men hoede zich voor sterke afkoe
ling, en dit is het gewichtige punt
men OA-erdrijve het dansen met, noch door.
heftigheid, noch door langen duur, men.
stelle zich niet aan tocht bloot, men ver
hitte zich niet, drinke niet plotseling ietaj
kouds, ga niet, onmiddellijk na den dam-,
zitten en zoo meer. De beste drank bij het;
dansen, om den dorst te lcsschen en de!
zenuwen op te sterken, is amandelmelk ofi
limonade; punch en thee vexhitten sterk
enI vermeerderen slejchts de zenuwachtig
heid*. Nooit moet anen een portie ijfc* ge-,
bruiken, of door ijs afgekoelde limonade.
4. Het verderflijkste voor onao jonge;
meisjes is de op de meeste bals heerschen-'
do gewoonte, om met eiken: aan haar voor-i
gestolden heer te dansen, als hij do damei
daartoe uitnoodigt. De moedert' onderrich
ten vaak de meisjes, met grooten nadruk,
toch in 's hemels naam niet „neen" te zeg
gen, want dat zou de he eren maar kunnen
kwetsen en clan zou het meisje spoedig
verlaten, als muurbloempjes, aan don wand
zitten. Yan den eenen arm in don andoren
te vliegen, nauwelijks cp acem te komen,
en eiken dans twee-, driemaal bezet te
hebben, is, helaas", het ideaal van vele
dansgrage schoonen. Dit gebruik moet
mon laten varen. Een' dame, die te ver
moeid is of zich niet heelemaol wèl gevoelt,
moet het recht hebben, den clans te wei-j
geren. Het komt immer» toch maar op;
den vorm aan, in weikon zaj dit doet I Eonj
'promenade, als vergoeding,; zaj iedereen
gaarne acceptceren, want onze jongehee-
ren zijn boveodien, gelijk men weet, niet
zoo bovenmatig op het dansen verzot
Tot slot eenige woorden ovOr d© hygië
nische inrichting van de balzaal. In vele
balzalen wordt niet gestookt, deels uit
spaarzaamheid^ deels omdat (men meent,
dat het tc heet zou worden. Verwarmd
moet een balzaal altijd' zijn, want juist hij
den aanvang van het bal vatten de licht-
gekleede dames het snolst kou. Een ideale
balzaal mag echter niet ondraaglijk warm
worden, al zijn er ook nog zooveel men
schen bijeen. Daarvoor moet een doelma
tige, geregel»! d ventilajbie zorgen. Einde
lijk mag do balzaal nooit overvol wezen.
Het karakter der menschen, die lachen.
Volgens een Fransdh blaadje zijn er vijf
soorten van lachen, evenals er vijf klinkers
zijn. Er zijn rremsahen, die lachen op A, E,
op I, op O en U, en deze verschillende soor
ten van lachen gevea heel goed een denk
beeld van het karakter dei! lachera Lachen
op A is, naar het schijnt, tegelijkertijd zijn
vrijheid, zijn liefde en eoma ook zijn. wispel
turig humeuT doen kennen.
Het lachen op E ia het kenmerk van een
flegmatisch temperament en neigt tot den
melancholischen kant over.
Het lachen op I ia aan de kinderen eigen
en ook meestal aan eenvoudige, naïeve er
aanhankelijke naturen.
Edelmoedigo en krachtige naturen lachen
op O.
Wat do lachers op U betreft, dezen zijn
meestal menschenhateas.
Dus nemen we, voor een nieuwen levensre
gel, dit beginsel aan: laat eerst de men
schen, die je niet genoeg kent, lachen, vóór
je vriendschap met hen aanknoopt. Jam
mer genoeg zijn er ook menschen, -dia ftrwft
lachen