LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 22 OCTOBER. TWEEDE BLAD; Anno 1904. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De Diama>ntendieffetal. De Nederlander geeft in zake liet 1 age r- ondcr wij s-on t we r p voorshands een enkel woord" over den beweerden strijd roet de Grondwet en over het feit, dat in 1869 verklaard is, dat met de wct-Maokay een einde was gemaakt aan den politieken schoolstrijd. Vroeger meende men ter linkeizijdd," zoo schrijft het blad, ,,dat het Grondwets artikel, hetwelk het openbaar onderwijs tot een voorwerp van aanhoudende zorg der Regeeiing maakt, alle subsidieoreu van bijzondere scholen uitsloot. Immers, zcide men. het bijzonder onderwijs is een concurrent van heb openbaar ouderwijs. Alles, wat aan het eerste gedaan wordt, breekt dus het laatste af. Dat hij, aan wien de speciale „zorg" vooi het laatste is op gedragen, zelf aan dit afbreken meehelpt, ware derhalve de ongerijmdheid zelve. Later is men daarvan teruggekomen. Hefc denkbeeld van concurrentie" is opgege ven. Men heeft de openbare en de bijzon dere school niet meer als on verzoen lij ko antipoden beschouwd, maar als" naast elk ander werkende aan do volksopvoeding. Daardoor kon do ccno gesteund, zonder dat do „zorg" voor de andere in het gedrang kwam. Do subsidies en wel, wat het Lijk aan gaat, in gelijko mate als die aan do open bare? school verleend werden due met de Grondwet vereenigbaar geacht. Het is moeilijk in to zien, waarom dit veranderen zou bij een andere regeling der subsidies. De Grondwefcskwesfcio raakt niet het bedrag of de wijze van subridieeron, maar het subsi die-verlcencn zelf." Het i3 juist, zegt het blad verder, dat het einde van den politieken schoolstrijd in 18S9 dddr was. „Het feit van L.t subsidieeren der bij zondere school ber ekende maar niet alleen een wat ruimer ademhalen voor die scholerf, het betcekendo ook een verandering van positie; een geplaatst worden naast de openbar© schoolcon erkenning in beginsel van rechtsgelijkheid; een prijsgeven van de gedachte, dat de bijzondere school was een nauw geduld instituut tot ondermijning van de volksschool; een erkenning van Staatswege, dat zij mee een clement van do volksschool vormde. Dat was het einde van den politieken schoolstrijd. Want het beginsel, dat in dien strijd in geding was, was cr mee beslecht. Te gewisser beslecht, nu deze regeling tot stand gekomen was onder de huidige Grondwet." Naar aanleiding van hot aanhangige ont werp schrijft do heer Sohook in lier' School blad o.a. het volgende: ,,Er liggen voor mij in dit ontwerp twee tegenstrijdige elementen: het cone is do mogelijkheid om het aantal tokte-schol en zeer stork uit te breiden, heb andere de uit breiding dor staatsbemoeiing met do bijzon dere scholen. Tegenstrijdig noem ik die ele menten, omdat het eene van den goeden weg afvoert, het andere daarheen leidt. Dat de sekteschool mijn sympafchio niet heeft, ligt niet voornamelijk in hefc dog matisch karakter van haar onderwijs; wel acht ik dogmatische leerstellingen eener Kerk geen geschikte leerstof voor kinderen inaar ik stel dogma's gelijk met allo andere leerstof, die boven de bevatting van het kind ligt en geen invloed hoeft op het kin dergemoed- Onbegrepen en niob gevoeld, hebben zij slechte uiterst gormgen invloed en zouden na den leertijd vervliegen, als geen andere invloeden gingen werkon om de vage indrukken te verscherpen. Moest do Kerk liaar aanhangers enkel door do school krijgen, ze zou spoedig in verval ko men. Het kwaad, dat de sekteschool sticht, ligt voor mij in den verdeelenden invloed, dion zij op de volkseenheid heeft, en in de slech te voorwaardendio zij onder do tegen woordige wetgeving schept voor goed onder wijs. Do Nederlanders hebben reeds lang verleerd zich Nederlanders te gevoelen; geen groote nationale gebeurtenissen hebben hen in den laatsten tijd vereen igd en voor al treedt op den voorgrond wat, hen ver deelt. In de steden heeft de klassenstrijd scherp tegenover elkander staande partij en in het leven geroepen en op het platte land doet de Kerk iets dergelijks-. Men is in de eerste plaats werkgever of arboidor en aLs de Kerk er in slaagt het verdeelings- werk voort te zotten, geen Ncderlandsche werkgever of arboideimaar Loomsch-Ka tholieke werkgever of arbeider, Hervormde werkgever of arbeider, Gorefoi meerde werkgever of arbeider; van LuthorsChe, Doopsgezinde, enz. heb ik nog niet ge hoord. In kleine plaatsen, die zich daar toe leenen, is de bevolking verdeeld naar de kerkgenootschappen, wier leden soms allesbehalve vredelievend tegenover elkan der staan. En wat niet door economische beginselen en kerkelijke dogma's geschei den wordt, is> naar politieke partijen vor- deeld. De politieke strijd is gelukkig nog niet tot de school doorgedrongende economi sche vond in de steden bij haar opkomst de tookomstigo strijde ra reeds gescheiden in standenscholen. Wat in kleine plaatsen vaak de felheid tempert, de aangename herinneiingcn aan persoonlijken omgang (zij het ook uit de jongensjaren) met den man, als vertegenwoordiger zijner partij of klasse onzen tegenstander, ontbreekt in ide steden. De school kan geen onderlinge genegenheid tusschcn de verschillende stan den aankweeken, doordat zij dio zorgvul dig scheidt in twee, drie en meer kampen, afgesloten door schoolgeldregolir.gen. Het eenige, wat zij doen kan, is zich onthou den van het aanwijzen der verschillende belangen, die de klassen scheiden, en dat heefb ze tot nog toe gelukkig gedaan. Maar nu komt in het laatste derdo deel der vorige eeuw do Kerk verdeelen, wat do school ten plattelande lang vercenigd hield. Zij verdeelt niet alleen do kinderen naar gezindten, maar doet dit met do bedoeling ze op to leidon tot tegenstanders van ande re gezindten. Reeds vroeg loeren zij, dat de Kerk, welker school zij bezoeken do ware of alleen-zaligmakende leer verkondigt., dat de bezoekers eener andere school opge voed worden in een dwaalleer, want (het woord is van dr. Sdiaopman) „geen ge loofsleer duldt, dat iedere geloofsleer met haar gelijk sta." Waar nu de standenschool nog leeren kan, dat allo standen gelijk waardig zijn in het maatschappelijk samen stel en alzoo nog iets kan doen om den strijd niet aan te wakkeien, kan do ker kelijke school niet ceDs de gclijkwa.ardig- hoid der kerkgenootschappen verkondigen. Zij moet den kinderen zoggen, dat cleze tot do meerwaardige categorie behooren en, daar dit op alle sektescholen geschiedt, zal het niet weinig bijdragen om da menschen laag op elkaar te doen neerzien. Ondorlin- ge waardeering van godsdienstige meenin gen kan do sekteschool niet leoren en zij zal daardoor sterker verdeelend werkon dan do standenschool ooit gedaan hcoft. Niet wat in het belang van don Staat, niet wat in het belang dor maatschappij go- daan behoort to worden, zal men ei op den voorgrond zotten; maar hot belang dor Kerk, welker leer niofc duldt, dat een ando- ro met lioar gelijk gesteld worde. Daar ligt voor mij een dor grooto bezwa ren tegen de bijzondere schoolwat ik in haar afkeur is nieb haar godsdienstig, maar haar sektarisch loarakteir. Zij verdeelt en onderverdeelt do jeugd en roept in ver band met do voortgaande vordeoling der vakverenigingen naar kerkelijke gezind ten, verschillen in hot leven, dio niet 'dan noodlottig kunnen worden voor do zoo hoog noadige tamonwerking op economisch on staatkundig gebied." Ter zake do voorgestelde aanvul ling van de Postwet betoogt de Jlaafjsche Courant dat geen wettelijke be paling noodig is om to machtigen tot het onder couvert doorzenden van niot-goslo- ten verzonden stukkon van onzodclijkcn aard, en dat geen wettelijke bepaling bij machte is, to voorkomen, dat zulk verzen den toch in den regel zal geschieden. Wat de „goede zeden" aangaat, acht zij daarom het wetje eenvoudig een doelloos vertoon, dat door een mini-terieele aan schrijving vroeger zoover ei' dan iets to be reiken is vlugger on eenvoudiger ware te vervangen. Er is echter, naar haar meening, grooter beswaar tcgon hot wetsontwerp. De veilig heid van den Staat en de openbare orde worden or op zeer bedenkelijko wij zo door verzorgd, „Zeer bedenkelijk, omdat do ontworpen regeling nieb strookt met den geert der Grondwet, omdat zij, indien gewenscht, in elk geval niet in de Postwet behoort, maar in hefc Strafwetboek, en, niet liet minst, omdat zij tot oen censuur van de allergevaarlijkste tooit cn tot de grootste willekeur zal kunnen leiden." Do Grondwet, zoo morkt liet blad op, heeft voor de onschendbaarheid van do Post bijzondore waarborgen gesteld. „Hot zou onzinnig zijn," schrijft het ver der, „afgescheiden nog van allo andere overwegingen, de bcoordceUng van .,de vei ligheid van den Staat", „de openbare or de" cn „de goede zeden" over te dragen aan burgerlijko ambtenaren, hoog of laag, die daaromtrent allerlei eigenaardige op vattingen zouden kunuen hebben. Neen, wil do wetgever do open pornogra fie tegengaan, dan is er slechts dón weg: in het Strafwetboek, niet door Waterstaat, maar door Justitie, uitgebreider strafbe palingen tegen verspreiding van zulke stukken op to nemen, die ook het verzen den daarvan door wie ook, vei biedt, en daarna den rechter te doen optreden met beslag on strafvordering De Minister hcoft dit zelf gevoeld, toen hij schreef, die verzendingen te willen treffen, waarbij van in-beslag-nemen of strafvervolging geen sprake kan zijn. Maar deze opmerking zelve spreekt het reeds duidelijker dan iets anders uit, dabde Minister op den verkeer den weg is, vraar hij iets, waarvan geen sprake kan zijn, toch maar wil doen." De hoofdzaak dei bedoeling schuilt dan ook inderdaad, naar het blad vreest, in het middenmootje van hot voorgestelde nieuwe artikeldo openbare orde. Niet alleen do plattelands-ambtenaar is bier een gevaar voor dc vrijheid van drukpers. (Art. 7 der Grond\v;t: „Nie mand heeft voorafgaand verlof noodig om idoor do drukpers gedachten cf gevoelens te openbaron," zelfs niet als die in strijd zijn met do openbare orde „be houdens ieders verantwoordelijkheid vol gens de wet"). De hoogste autoriteit even zeer. Do directeur-generaal der Post of do Minister van Waterstaat kan oordcolen, dat Tiet Anker of Het Volk of welk blad ook stukken bevat, in strijd mot do open bare orde naar zijn opvatting, zonder dat daarom nog van een strafvervolging spro- ko kan zijn; cn op grond van do porsoon- lijko opvatting, zou hij eenvoudig, volgens dit wetsontwerp, bevoegd zijn bevoogd zelfs zonder cenig hooger beroep voor den belanghebbende om het overbrengen van zulk eon niet gesloten stuk to vorbioden I Waarlijk, men heeft, dunkt ons, de zaak maar eenvoudig aldus to stellen, om, zon der dat er voider één woord aan is te ver spillen, tot do slotsom to komen, dat wij hior staan voor een dor nooctionnaixsto, on- grondwettigsto en zonderlingste pogingen tot wetgeving, in do laatste halve eeuw verschenen. Komaan, Excellentie 1 stuit do verdere verzending van dit opon stuk, uit overwe ging, dat zijn inhoud door do aan hun vrijheden gehechte Nederlanders in strijd wordt gocchb met dc Grondwet van den Staat, do openbaro rechtsorde cn het go- zond verstand." De Nieuwe AnnJiemsche Courant schrijft: „Zoo is dan eindelijk een eerste solircdo gezeb op den goeden weg. Nog enkele jaron van christelijk bestuur, en we zullen aan andere gobencdijdo nati on, als Duitschers, Russen cn Spanjaarden, niefce mee<r te benijden bobben. Onderdanig aan het Gezag ,als do mili- tariseh goschooldo Duitschors, zullen we toonbeelden van zedelijkheid zijn als de Bel gen, vrijheidlievend op do wijze dor Rus sen en vroom als de onderdanen van koning Alfonsua van Spanje. Zooala wo zeiden, een grooto solircdo in die goede richting wordt thans gezet door do voorgestelde wijziging dor Postwet en dat wel go herkent daaiaan het genie, dat zich van den Hoofdminister heeft over geplant op zijn ondergeschikten Minister van W., H. en N door een enkele, een voudige aanvulling van één enkel arti kel." Verder „Geweigerd of gestuit." „Dit is een meesterzet. Het verbod van liet verspreiden van onchristelijke lektuur door middel van „niet gesloten stukken", couranten, tijdschriften, bookon, strooibil jetten, zou zijn belemmering van de grond wettige drukpersvrijheid. Daarom wordt -don ook hot „verspreiden" geheel vrij gela ten alleen weigert de postadministratie zich daartoe to leenen en wijl de ver spreiding op ruime schaal zonder haar tua- schonkomst niet kan geschieden, is dc uit werking precies dezelfde. Denk u bijv. hoo het gaan zal bij de ver kiezingen. Den laatsten dag worden or door do velschillende partijen nog karro- vrachten bladen en strooibiljetten aan het postkantoor becorgd ter verzending. Dio tor aanbeveling van ohristclijkc oandidaton bevatten natuurlijk nict-s wat geacht kan worden in strijd tJ zijn met dc veiligheid van den Staat, de openbare orde cn do goodo zeden, en kunnen dus onverwijld verzonden worden. Do vrijzinnige en soci aal-dornocratischo geschriften daarentegen dienen vooraf nauwgezet gelezen en bestu deerd; honderd tegen één, dat zij iets ver dachts bovattenhet overbrengen moet dan voorloopig worden geweigerd of gestuit en mocht do administratie der posterijen ten slotte van oordeel zijn, dat de inhoud niet staatsgevaarlijk is, zoodat het over brengen geschiedt, dan is het te laat om do inhoud nog een nadecligcn invloed op do kiezers te doen uitoefenen. Zoo wordt het „listig als do slangen" toegepast tot grooter winstc van dc gocdo zaak liet Centrum 6prce»kt van con „oven cen- voudigo ,als urgente wetswijziging." Vol gens haar is hob eon feit, dat in verschil lende andere landen sinds long vigcorcnd is, wat thans hier wordt voorgesteld. „Do Rogeoring," zegt zij, „vervult met do indiening van dit ontwerp een plicht, waaraan zij zich niet langer mocht onttrek ken, en waarvoor allen, die do publieko eerbaarheid en do orde cn veiligheid van den staat gehandhaafd willen zien, haar dank moeten woten. De toestand is thans van dien aard, dat-, golijk de Minister m zijn Memorie van Toelichting doet opmer ken, clo postadministratie hot plegen van strafbare feiten mogelijk maakt-, al go- sohiedt dit natuurlijk onopzettelijk," Verder schrijft hot blad onder meer nog: „Men heeft do opmorking gemaakt, dat aan do postadministratie een al te groote bevoegdheid zal worden toegekend. Zal de ze administrate o steeds met juistheid we ten to booordcel'cn, wat in 6trijd is met do veiligheid van den Staat, do openbare or de en de goedo zeden? Komt baar dit oor deel tooi... Het is inderdaad denkbaar, dat zioli moeilijkheden voordoen; maar met welke wot is dit niet het geval? Bovendien, aan wie andera zou men deze taak kunnen toevertrouwen En zal niet doorgaans mot zokerheid zijn uit te maken, dat een of an der drukwerk dc goeds zeden aanrandt of orde on veiligheid bedreigt'? In geval van Wij fel zal men zeker niet te streng zijn. Veeleer golooven wo, dat er ook na aanneming van het aanhangige wotjo nog menig stuk zal worden verzonden, dat eigenlijk onder do nieuwe bepaling diende to vallen. In ande.ro Tanden heeft trou wens, gelijk wij zeiden, do postadministra tie reeds lang een bevoegdheid verkregen, als thans hier wordt voorgesteld haar te verleemen, zonder dat daaruit groote be- zworen zijn geboren." Wat in do oppositie-pers over het ont werp geschrovcn wordt, noemt Tiet Cen trum een jammerlijk pors-kabaal, dat zoor bijzonder geschikt is, om do meest zotte on onwaro bogrippen omtrent dezo wetswijzi ging ingang tc doen vinden. In de „Kroniek" van do jongste Stem men voor Waarheid cn Vrede bespreekt dr. BronsvcUt dc vierde t roonrodo on der dit Kabinet en don toostand van land en volk zooals hij zich aan zijn oog voordoek Mot den besten vril ter wereld kan hij niet inzien, dat de arbeid dezer Regeering op wetgevend gebied zeer vruchtbaar is go- weert en uit een zedelijk oogpunt be schouwd, vindt hij evenmin reden tot te vredenheid. Van grooto partijdigheid bij benoemingen zal liij maar zwijgen. Dat een staatkundige partij, meerderheid gewor den, haar slag slaat, en do vrienden niet vergeet, die in verkiezingsdagen en in do pel's haar aanpiczen, ligt voor do hand. Maar zelfs do vrienden zijn nu verbaasd over menige keuze, vermeld in do Staats courant. Ook in het toekennen van ridder orden cn andcro onderscheidingen is dit ministerio ongewoon mild en in het oog vallend partijdig gcwcert. Het slimste govolg van het optreden de zer „Ohristlijko" regcoring is wel do toe- noming vai) do vordeoldhcid onzes volks. Onder do leus „christelijk" wordt nu alles bijeen vergaderd, wat deze „ohristclijkc" regecring steunt en volgt, cn wie dat nicfc doet, wordt zonder meer tot do ongeloovi- gen on socialisten gerekend. Na vcrvolgons nador to hebben uiteenge zet waarom hij ccn verbond met- do R.-K. Kerk sterk blijft afkeuren en er een voort-durendo bron van verdeeldheid ir ziet, tciwijl hij in do wijze, waarop do Ge reformeorden te werk gaan tegen do Nod.- Hcrv. Kerk hot- gevolg ziot van den in vloed van dr. Kuypor, dio hier als een splijtzwam werkt, wijst dr. Bronsveld waar schuwend op d© gevolgen, dio uit do vor- cenzelving van politiek en godsdienst kun nen voortvloeien. Hij schrijft nl. „Wanneer ik hoor sproken van Calvinis ten cn „stoere" puri .oinen, en ik zie dan dio gofrizeerde on geparfumeordo heertjes aan, dio Hcoro leerden zeggen, en geen go- zangen zingen, cn zich oefenen in dat ge reformeerd argob van Standenen He raut, en dio wonder wol weten hoo zij door die aanwensels zich aangenaam maken bij velen, dan wordt kc ons droef te moedo. Dr. Kuypor hcoft worcl'dscho manieren, we- reldschc praktijken gebracht op do erve van Christus' belijders; do vora werd be waard en hoog geschat, maar het wezen verdween. Wij vreczcn daar nog meer van tc zullen zien, wanneer do Yiije Universiteit den effect us civilin zal hebben vorkro- gcn. Dan trekken naar dio inrichting van hooger onderwijs velen, dio nu studecrcn aan eon rijl universiteit. Hoo voorspoedig zal nu hun bevordering wezen, indien zïj zullen gekeurd zijn door mr Fabius, dr. Woltjcr cn mr. Aneiaa. Over wcinigo jaren zal do mcoiderheid in onze rechterlijke colleges, de Hooge Raad daaronder begrepen, bestaan uit kwcekolin- gen der Yrijo Unive.steit, geflankeerd door Roomsohe juristen, dio flink ondei geeste lijke controle staan, cn dan zal men eerst good afrokenen met do Hcrvormdo Kerk. En tot dio droeve toekomst wordt dc weg mee gebaand door voorgangers en ledon van genoemde Kerk zelf. Zij boToiden mede con nieuwo zegepraal voor aan dezo „chris- tclijko" rogecring, wit energiekste wet ia een aanslag op onzo universiteiten." Het soc.-dem blad Vooruit schrijft: Het was liet voornemen der commissie van rapporteurs inzake do Arbeidswet gedurende de zomorvaoantio het Yoorloopig Verslag over dit ontwerp van wet samen to stellen. Dat kon evenwol niet gebeuren, omdat art. 135 von hot Rcgl. van Ordo dor Twecdo Kamer luidt: „Allo werkzaamheden der Kamor of van 48) Sidonio h.a/1 echter na den dood van haar eerloozen man ineor en meer gehoor gegeven aan prins Ludwigs aanzoeken, die voor een jaar op den her togelijken troon gekomen was. Er werd! algemeen verteld, dat zij op de binnen- en buitenlandscho politiek van den hertog greoten invloed uitoefende. Daarbij gor bourdc het merkwaardige, dxt, omgekeerd als anders bij dergelijke verhoudingen, het land over het algometn daaraan zich niet eigerdc, haar oigon bloedverwanten echter eiken omgang met haar afbraken. Want juist die maatregelen, welke ziek in do algemeeno goedkeuring verheugden, schreef men aan haar in.loed too; dsn meesicn lof bracht haar evenwel do om standigheid, dat zij geen misbruik maakte van haar macht. Het was bekend, dat niets haar bewegen kon voor eenige perso nen de protectie van den hertog in te roe pen. Lander en Ernestine varen er zeer be- aro-f'i onder ;nog meer evenwel leed Hans er onder' drio vrouwen waren cr ge weest, die voor hem het kort bogrip van c vrouwelijke volmaaktheid vormden; do ^ene, Perciita ,h. s een perdita, een ror- rene in den volsten zin des woords R-as v°oi hom verdwenen; do tweede leef- ae 'n stille melaneholi voort; de derde, buioaie, wafi van hct hoogo voetgtuk> tvaarop zij zoo long gestaan had, vrijwillig afgedaald. Daarbij kwam, dat do brieven van Hilde&scrn van toenemende droefgees tigheid en menschenhaat getuigden en het schriftelijk verkeer met Max Ingram sedeit langen tiju geheel opgehoudon had zoo voelde Eana zich meer en meer een zaam, waarbij alleen do hoop Perdita te rug te vindon, hem staande hield. Deze afwisselende en steeds rustcloozo stemmingen, dit wankelen tusschen haat en liefde, tusscuen sanguinische hoop cn pessimistische neerslachtigheid, vergunden hem nooit lang op één plaats to blijven; hij reisde rond, zooals do luim het hem ingaf; uit het rumoerige leven te Parijs, Weenen of London brak hij dikwijls od, om in stillo Alpendalen, op lange zeerei zen do afwiseeliag te zoeken, welke aan zijn rusteloozen en nooit voldanen geest tot behoefte geworden was. Gelukkigerwijze had het bankiershuis Lander en Zoon, zooals het thans heette, juist in deze jaren zeer fortuinlijk gespeculeerd en zich een vorstelijk vermogen verzameld, dat Hans voroorloofde, geheel naar zijn goeddunken te leven. Eenige dagen was hij weder thuis ge weest en toon naar een badplaats aan de Noordzee verdokken, die thans de eerste schuchtere poging maakte, met haar oude re zusters in concurrentie te treden. Reeds lang was het aan het pirate je gelukt zich een eervolle plaats te verwerven, maar, zooals do vrees voor de wrok der klein stedelingen den waren naam van Graf en- haan liet verzwijgen, zoo moet de bezorgd heid, dat het noemen van den werkelijken naam als reclame voor hefc zeebad uitge legd kan worden, hier leiden tot dezelfde handelwijze., Wat aIus beroemds van Golf- dal en zijn bewoners bericht wordt, kan do lozer altijd op hefc hem bekende Noord zeebad X of Y toepassen. Hans had een grooten afkeer van de mo derne kaïavanscra's dor groote steden, cn, als hij genoodzaakt was zich tijdelijk daar in op te houden, legdo hij zijn vijandschap tegen vole inrichtingen dikwijls op dras tische wijze aan den dag. Toen aan Hans in 'n Berlijnsoh hotol, dat aan een oeticn-maateohappij behoorde, do dineofcie op don eersben morgen mededeel- do, dat hom, zooals het daar gewoonte was, de niot-gebruikte koffie met een mark op de rekening gebracht zou worden, ging hij dadelijk heen en verklaarde aan dsn direc teur, dat hij draen post niet zou betalen en elke poging om de betaling af te dwingen met gerechtelijke vervolging beantwoor den, daar hij het ais bedrog aanzag, als voor iets, dat niet gebruikt was, betaling verlangd wond. De directeur liet hom onge hinderd heengaan en voor zijn oogen gaf Hans den aan de actiën-maatschappij ont houden mark aan den huisknecht als een extra-fooi. Zulk» gebeurtenissen had Hans in groot aantal op te tecknnen. Hij had van Hildessam geleerd met zijn geld vrijge vig te sijn, maar zich aan geen verkwis ting, al ware het maar een penning, schul dig te maken. Daar hij nu Zwitsorsche, Rijnsahe, Holaadscho on andore hotels ken de, ook met dio moderne roofridderburch ten, welke men euphemietisch Kurhaus, converoatie>-huis of badhotel belieft te noe men, kwade ervaringen had opgedaan, huurdo hij zich in Golfdal, door bemid deling van den dokter, bij een bewoner van het dorp, die een net huis van één verdie ping bezatj twee comfortable kamera. Op een stormachtigcn Juni-namiddag liep do salonboot, dio van Curdiaven uit de verbinding met do badplaats onderhield, de kleino haven van Golfdal' binnen cn zet te met andere pasagiers ook Hans aan land. Aan 't strand wachtte hem de to voren gewaarschuwdo Hein Petersen, do schipper, bij wion hij voor geruimen tijd zijn tent wilde opslaan. De krachtige oude man, hefc echfco type van een zeerob,, nam den koffer van Bhus op den rug en liep mot hem langs het Kurhaus cn ovoi do duinen. Het huis van Petersen lag hefc ver6fc land waarts in op een kleino, zandige hoogte, van waar uit men zoowel do zee tusschcn het eiland cn het vasteland, nis naar het w®t<»n de Noordzee kon zien. Met vol doening bespeurde Hans deze ligging, den netten aanblik der woning on do goed on- derhoudon, met rozen, papavers, anjelieren en balsaminen bezetten voortuin. En juist wilde hij aan Petersen zijn tevredenheid betuigen toen hefc woord hem in den mond bestierf. In de deur was een jong meisje gekomen, welks gelaatstrekken hem zoozeer nan de verloren Perdita herinnerden, dat hij als het ware een oleofcrisohen schok kreeg. De roodo hoofddoek bedekte slechts onvolkomen het haar Perdita'8 goud blond haar en do tot aan do voeten rei ken do geplooide rok kon evenmin de slank heid dor hoog opgegroeide gestalte verber gen. Indien Perdita Nora zou oud gewor den ware als dit meisje, dan zou zij er sprekend op hebben geleken. „Dat ia Stina, mijnheer, mijn dochter," zoide do tchipper; Stinkt knikte vriende lijk en lachte den vreemdeling met zulk een onschuldige vertrouwelijkheid toe, dat dit hem wol is waar aan do Perddfca van toen herinnerde, dan ochtor ook, daar geen toe ken van herkenning in haar trekken tc lo zen was, weder geheel op een dwaalsp< or bracht. Hans herstelde zich spoodig; zijn gave met lieden vjan iedcron 6tand te verkeoren* kwam hem to pna. Hij trad op de knappe Friezin toe, gaf haar de hand cn zeide: „Goeden dag, juffrouw Stina. Ik hoop, dafc wij goedo vrienden z.ulleD worden." Do lachende biuino oogen Pcrdita's oogen zagen hem open aan Pcrdita's onbeschroomde bliken terwijl zij Hate lijk de aangeboden hand drukte, antwoord* de zij: „Wij zullen alles doen om hot u be haaglijk te maken, mijnheer Lander. Voor namer dan bij ons kunt u hefc gewoon zijn, maar hartelijker zeker niet." „Kom binnen, mijnheer, en bezichtig uw kamers", zcif'e Petersen. Stina cn Hans volg den hem over het mot roodo sfceenen be legde voorploin on do trap op naar do eer ste verdieping. Ja, dat waren kamers, die gezien moch ten worden! Behaaglijk gemoublileerd en zeer zindelijk. In do slaapkamer een bed zoo breed on groot als de Noordscho plat telander dat verkiest, daarbij hefc uitzicSt op do zeo, welker schuimende golfkammon onder den sfcormachtigen zuidwestenwind in Lango Teekson tcgon hot zandige atrard optrokken als scharen krijgers met witte helmen. (Wordi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5