LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 22 OCTOBER. - VIERDE BLAD. Anno 1904 No 13701. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De Diamantendiefstal. Het Utrechtsch Dagblad bespreekt in een tweetal artikelen de drie middelen, die voorgesteld woiden om do langademig- lioid van do parlementaire de batten ten onzent tegen to gaan. De wcnschelijkkeid van het eerste mid- dolverlenging der legislatieve periode, geeft het blad toe. Dat geschiedde voor ettelijke jaren in den Duitsehen Rijksdag, wiens periode van /vier op vijf jaren werd gebracht. Maai ten onzent zou voor dergelijken maatregel Grondwetsherziening worden iveroiscnt. Wie zou de verantwoording willen dragen, een geheele Grondweteher ziening enkel om u.c punt te ondernemen! viaagt het Utrechtsch Dagblad. „Het euvel ware trouwens aanmerkelijk grooter dan do kwaal. Om den tragen gang dor wetgevende ma chine te verbeteion, zou men beginnen met, ter willo coner grondige herziening, heel de machine uit elkaar te nemen; niet beden kende, dat zij inmiddels volledig stil zou et aan Of betere voorbereiding dor wetten af doend paal en perk zou stellen aan de breedsprakigheid van het parlement, be twijfelt het blad ook wel eenigszins. Van beide tot nu toe aanbevolen middelen stelt het zich wel eenige, maar allerminst een krachtige werking voor. Er is evenwel een remedie, dat aan stonds kr..i worden toegepast en slechte- vraagt een wijziging van het reglement van orde. De geschiedenis van art. 111 der Grond wet in herinnering bieng^nd, wijst het Utr. Dagb. er op, dat reeds prof. Buys aanbeval om aan een commiseie de taak op to dragen de vergadering zelfstandig voor te lichten En op dien grond zegt het Utr. Dagblad: „Ongetwijfeld zal dit betoog van prof. Buys er het zijne toe hebben bijgedragen, om in hot tegenwoordige artikel 111 de Kamer vrij te laten een wetsvoorstel te on derzoeken op de wijze, die haar goed dunkt. Het reglement van orde blijft inmiddels ïn onveranderlijke sleur van afdeelingen gewagen. Hot kont cvonwcl ook een Commissie van Voorbereiding. Deze onderzoekt een wetsontwerp zelf- etandig, stelt zoo noodig een leiddraad vast, waarnaar liefc onderzoek ia de afdee lingen zal plaats hebben cn overweegt eelfstandig het iu de afdeelingen behandel de en bovendien al wat verder tot een juis te konnis cn waardeering van het wets voorstel kan bijdragen. Ook kan de oom missie, gelijktijdig met haai verslag, amen dementen op het rogeeringsvoorstcl indie nen. Pleegt zulk een oommissie van voorberei ding met* de Regeering, resp met den Mi nister, die hot wetsontwerp samenstel de, dan ook nog mondeling overleg, dan is buiten eenigen twijfel eon aanmerkelijke verbetering boven het gewone afdeolings- onderzoek verkregen. Intusschon, hoe voortreffelijk een com missie van voorbereiding geschikt moge zijn voor de behandeling van wetsontwer pen van buitengewoon belang, dat haar optreden een bij uitstek vlugge afdoening van zaken meebrengt, zal niemand bewe ren. Een vlugger, tegelijk flinker en dieper wijze van werken zal de Kamer slechts kunnen verkrijgon, als zij, eindelijk bre kend met een meer dan vijftigjarige, door niemand verdedigde sleur, haar organisa tie wijzigt. Het groote bezwaar, aan dc inlichting der commissie van voorbereiding verbon den, ligt klaarblijkelijk in het feit, dat zij aan het onderzoek in do afdeelingen toch nog gebonden blijft." „Welnu" adviseert bet Utr. Dagbl „sohrap de bopaling, dat de commissie van voorbereiding pci se uit vijf loden moet be- *9) „Ziezoo, mijnheer, maak u het na be haaglijk, wasch u en kom dan beneden kof fie drinkenhier' oven zult u die tooh wel niet willen drinken. Want ik zeg altijd, men kan wel alken eten, maar niet koffie drinken." „Zoo is het, ik zal dadelijk gereed zijn," antwoorddo Hans. Toen beiden heengegaan waren, trad Hans voor het raam en zag naar het ïcgenach- tige landsohap, waarin de meeuwen* krij- schcnd heen en weer vlogen. „Hier zou ik in eeuwigheid willen blijven," fluisterde hij. „Met het uitzicht daarbuiten cn Stina daarbinnen..nauwelijks waagde hij het aan de hem bestormende gedachten gehoor te geven. In de woonkamer komende, had hij hetzelfde gevoel als bij den eersten aan blik van Stina: do gelijkenis mot Perdita wai zoo treffend, vooral nu zij den hoofd doek had afgelegd. De koffie was voortreffelijk, evenals het brood en de goudgele boter, en Hans deed der tafel allo eer aan. In don loop van het gesprek vernaai hij, dat Petersen vroeger verre reizen gedaan had en het tot kapi- ■eiu gebracht had, on Stina een stadsche school had t>ezocht; zij spiak goed Hoog- uitech. Als Hans haar Langen tijd aan- "teng Perdita op den achtergrond, aar zoodi hij den blik afwendde, en lo-ter haar weer aanzag, trad Jta ale hot ware lovend te voorschijn. ataan, en er staat niets meer in den weg om haar onderzoek te stellen in plaats van dat in de afdeelingen. Zij komt in hoofdzaak overeen mot. dc methode van werken, door den Duitschcn Rijksdag gevolgd." De kern van de regeling, die het blad zou wenschen, ligt in een officieole erken ning der partijen. Een lationeele organisa tie zou dan volgens het Utr. Dagbl. hierop neerkomen „De partijen vergaderen, gelijk zij cok nu reeds vanzelf, maar soms in stilte doen, elke voor zich ter bespreking van het in gediende wetsontwerp. Dc Kamei beslist dan óf tot onmiddel lijke behandeling dan wel tot verwijzing naar een oommisaio zal worden overgegaan. In dit laatste geval wordt een commissio samengesteld, zooveel mogelijk met in-acht- neming der sterkte der partijen. De partij en zeiven wijzen het lid of de leden aan, die haar in deze commissie zullen vertegen woordigen. Deze commissio vcrgadeit zelfstandig. Zij kan dc Regecring uitnoodigen mondeling overleg met haar te plegen. Zij kan amen dementen opstellen, waarover, zoo de Re geering ze niet overneemt, in de volle ver gadering zal worden beslist. Zij is vrij in de samenstelling van haar rappoit cn in de Lcslissing of zij dit mondeling, dan wel schriftelijk wil uitbrengen. Heeft de commissie haar taak volbracht, dan heeft de beraadslaging in de openbare vergadering der Kamer plaats. Elke partij wijst de sprckeis aan, die namens haar het woord zullen voeren. Namens iedere partij mogen in het debat over één en hetzelfde onderwerp niet meer dan twee sprekers optreden. Ten slotte wordt in deze verga- dei ing de stemming over het wetsontwerp gehouden. Een derde lezing heeft ten doel voor do eindstemming enkele redactiewijzigingen mogelijk to maken; openbare discussie heeft daarbij in den regel niet meer plaats." Het blad meent, dat een zoodanige rege ling zoowel het tijdverlies, door do om slachtige schriftelijke instructie veroor zaakt, als de vcelpiaterij in de openbare vergadering zou wegnemen cn bovendien het ook niet te versmaden voordcel zou meebrengen, dat zij een einde zou maken aan het verbazend slechte spreken in onze Tweede Kamer. Het blad maakt een uitzondering voor sprekers als minister Kuyper en do heeicn Yan der Vlugt, Van Houten en Rocll, „maar de groote meerderheid is niet aan te hooren". De sprekers spreken te lang .Dat komt eensdeels door de natuurlijke lijzigheid on zer sleurige, wauwelende natie, ander deels door gebrekkigo voorbereiding Als telkens van iedere partij slechts één of twee sprekers opdracht kregen, zou ook dat uit zijn." De Nederlander maakt de opmerking, dat in den jongsten tijd, meer dan vroeger, de part ij politiek in de Eerste Kamer schijnt binnen te dringen, on dat die Kamer iet*1 van dc hoogc stelling, waarop ze zich zoo lange jaren gehandhaafd heeft, begint te verliezen. „In de Eerste Kamer was vanouds de po litiek, die de partijen in het land gedeeld hield, slechte in zeoi verdunde mate aan wezig. Zij was tot zekere hoogte een objec tieve jury buiten de partijen. Zij kon daar door, ook al was haar meerderheid homo geen met die in de Tweede Kamer, als cor rectief dienen tegen mogelijke struikelingen of uitwasten dier meerdeiheid (men denko bijv. aan de Ongevallenwet), en kon, ook al was zij niet eensgezind met de meerder heid in do andere Kamer ,toeh vaak steun verlcenen aan bclangrijko wetten door do meerderheid gevoteerd, (men denke bijv. aan de 6choolwet-Mackay). Door zichzelf op zekeren afstand van het ooncrcte paitij- gewoel te houden, en dc wetten bovenal aan algemeene beginselen van regeerings- beleid to toetsen, behield zij hot gezag cn „Hebt u slechts één dochter, mijnheel Petersen!" vroeg Hans, toen Stina opstond om de tafel op to ruimen. „Slechts die een. En ik zou er niet meer willet hebben. Vele kinderen, vele zorgen." „Maar ook v. .1 vreugde." „O, ja, zooals men het neemt. Dat is wel zoo.Van ons drie jongens hebben do oude lui niet veel pleizier gehad. De con is in den oorlog anno 1&49 doodgeschoten, de an der is verdronken, on ik ben weggeloopcn, toen ik tien jaar oud was, op een schip gegaan, en toen ik terugkwam, waren de oude lui dood! En met meisjes moet dat nog veel erger zijn; men kan er niet ge noeg op passen." „Vooral, als zij zoo schoon zijn als juf frouw Stina." „O, die past op zichzelf, die komt nie mand te na Rookt u, mijnheer?" Hans stak een sigaar aan, Petersen rook- to zijn pijp. Buiten stormde hot lustig en de icgen kletterde tegen de ramen; binnen was het behaaglijker dan in eenig huis. dat Hans nog had leeren kennen. Beide mannen hadden de wereld gezien, stof tot onderhoud hadden zij genoeg. Daar luisterde Hans eensklaps; uit de zijkamer klonken de tonen van een piano, het was een van Mendelssohn's „Liedor ohno Worte," dat met onberispelijke tech niek en mot veel gevoel gespeeld werd. „Ja, wij hebben een piano", zoide Pe tersen, die den verbaasden blik van zijn gast wel bespeurde. „En Stina speelt zon der ondei-wijzer." „En zij speelt goedl" riep Hans. „Allo hulde I" Buiten werd het donkerder en storm whi- tiger. In het gesprek der mannen klonken do zedelijke kracht om haar heilzame func tie uit te oefenen. Zij werd geen kopie van de Tweede Kamer, manjublcef zichzelve- Daardoor wekte zij vertrouwen cn werkto nuttig in, alleen reeds dooi haar enkele bestaan, op de verrichtingen der Tweede Kamer". Er zijn nu symptomen van een bedenke lijk ver vooruitdringen van den politiekon baccil. Eerst is bij partijstemming dc Hoo- ger-Onderwijs-wot verworpen. Daarna is, bijna bij partijstemming, do motie-Van Houten verworpen om dc weikzaamheden te staken, totdat de Ovc :j*9elscho kwestie beslist zou zijn. En eindelijk is bij partij stemming de Drankwet aangenomen. Dit is voor de Eerste Kamer iets zeer ongewoons, waarom De Nederlander den volgenden wonsch uit: „Wij zouden willen, dat men tijdig tot bezinning kwam. Als vermoedelijke oorza ken der dieigende politieke besmetting meenen wij een drietal te mogen aanwij zen. Vooreerst de felle, rustelooze bestrij ding, door een groot deel der liberale pers tegen het tegenwoordig ministerie ge- voord een bestrijding, die met. „loyale op positie" weinig meer gemeen heeft en eoms men zie bijv. het dwaze stukje van het Handelsblad over ..groot-vizier" den indruk maakt, dat do grieven letterlijk ge zocht worden. In do tweede plaats het bin- uonkomen in de Eeretc Kamer van een ouden liberalen strijder, dio in de Tweede thuisbehoort en die nu zijn strijdlust geen baas kan worden. In do derde plaats waar- echijnlijk ook wel do ontbinding, die als vanzelf do Eerste Kamer meer dan te vo ren ïn het teeken der politiek heeft- ge plaatst. Wij oonstateeren hier tleohts, cn spreken ten slotte het vertrouwen uit, dat men de ongunstige factoren allengs meester zal worden en dc Eerste Kamer op den duur de eigen etelling zal blijven innemen, wélke haar in onze staatsinrichting toekomt en waarop zij alleen, maar dan ook stellig, het groote nut kan afwerpen, dat steedf in haar bestaan is gezien." Men leest in het Weekblad van het Hecht', No. 8120: .,Do dagbladen meidon dat dc twee bo den van het Minitterie van Kolo niën, die veroordeeld worden wegens het misdrijf van art. 363 Strafr., na hun straf te hebben ondergaan door den Minister weder in hun betrekking hersteld zijn. Wij mogen niet verzuimen don Minister van Koloniën mot dit besluit goluk te wen schen. Wij verheugen er ons over, dat aldue van hoogor liand modegowerkt wordt aan den moeilijken arbeid, om porsonen, die do gevangenis hebben verlaten, weder do gele genheid to openen voor zichzelf en voor vrouw en kinderen het ondoihoud te ver dienen." De Nieuwe Courant tcokcnt hierbij aan: Wij hebben bij het bedoelde bericht, dat enkele dagen goleden in de dagbladen ver scheen, geen aantcckening gemaakt, omdat het niot goed is, met den vinger te wijzen op monschcn, die misdreven en hun schuld door straf geboet hebbon. Nu echter van zoo gezaghebbende zijde als de hoofdredactie van het Wi\ h. R. hot besluit van den Minister van Koloniën uit een algemeen oogpunt beschouwd en luid geprezen woidt, mogen wij niet nalar ten te zeggen, dat het ons aanstonds in hooge mate verbaasd heeft. Niet natuur lijk ddórom, wijl de Minister zich verge vingsgezind getoond cn de gestrafte beamb ten met hun gezinnen voor ondergang be waard heeft. Waren zij geplaatst in de een of andere ondergeschikte betrekking, ge ringer cn in een ander milieu dan waar in zij ontrouw pleegden, do Minister had- de genade betoond en tevens don lof ver diend, dio hem hierboven werd toege zwaaid wegens het voorbeeld dat hij gaf door voor ontslagen gevangenen dc gelegen heid te heropenen om in hun onderhoud cn dat van hun gezinnen te voorzien. Maar dat dc Minister het mot het belang do droomcrige tonen, en af en toe het hui len cn fluiten dor zware regenbuien, welke over hot eiland suisden. De oudo man klopte zijn pijp uit en 6tond op. „Stina moet u de lamp bi ei gen," zeido hij. „Ik moet nog even naar het strand. Men kan ni°t weten of er de zen nacht niet wat te doen is. Ik wil eens zien, of alles in orde is." „Ik ga mede, als u het goedvindt, in storm en regen loop ik gaarne." „U kunt mijn oliojas krijgen en een Zuid wester. Ik eb er drio hangen." Opzettelijk of niet, Hans had door dozo kleinigheid de achting en het vertrouwen van den ouden zeeman gewonnenhet be viel dezen in de eersto plaate, dat zijn nieu we huisgenoot wind en weei niet schuwde, en in do tweede plaats, dat hij van do eer ste gelegenheid om met Stina alleen te blij ven, geen gebruik maakte. In de volgende dagen werd aan wierszij den do bij de eerste ontmoeting verkregen indruk versterkt; Hans voelde zich steeds behaaglijker, Petersen cn zijn dochter slo ten zich steeds hartelijker bij hem aan. -J.COT dan eons was hij in verzoeking Stina als Perdita aan te spreken on zich door een directe vraag de overtuiging te ver schaffen of hier werkelijk slechts een op vallende speling der natuur was, dan of niet achte Stina de verloren Perdita No ia school. Telkens evenwel schrikte hij er van te rug, omdat het hem voorkwam ala een breuk van rouwen. Wilde het her.i een onmogelijkheid toeschijnen, dat twee ver- sohillende personen zoo buitengewoon op elkaar geleken, dan kwam hom in het vol gende oogenblik de veronderstelling niot van den staatsdienst^ met de ambtolijko orde en met de handhaving van een goe den geest onder hot personeel vercenigbaar heeft kunnen acïïlen, beambten, die straf rechterlijk veroordeeld zijn wegens mis bruik van vertrouwen, te herstellen in d o- z o 1 f d o betrekking, waarin zij hun ambts plicht schonden, dat is ont onverklaarbaar en komt ons in een bewindsman geenszins prijzenswaardig voor. Wat moeten zouden wij willen vragen do gevoelens wel zijn van een „trouwen bode en concierge" als bijv. gisteren zijn 45-jarig feest aan het gerechtshof alhier vierde cn door den president van het Hof met een persoonlijk geschenk werd vereerd wanneer hij ziet, dat zijn collega's, dio hun plicht op erge wijze overtraden cn het in hen gestelde vertrouwen misbruikten, na hun straftijd eenvoudig hersteld worden in eenzelfde plaats als door hem gedurende zoovele jaren mot eerc werd bekleed? Het Vredespaleis. Blijkens het lieden verschenen afdeel ings- vorslag dor Tweedo Kamer over Hoofdstuk III (Buitenlaüdsoho Zaken) der Sfcaatsbe- gioobing voor 1905, was men vrij algemeen van gevoelen 'dat de gang van zaken met betrekking tot den bouw van het Vredes paleis een zeor bedroevonden indruk maakt. Do wijze waarop in deze aangelegenheid is to werk gegaan noemde men treurig. Do minister stelt ons land bloot aan allerlei praatjexs in het buitonlajid; in de buiten- landsoho pers wordt hier en «daar reeds to verstaan gegeven dat Nederland de vredee zaak niot gunstig gezind is en weinig ge neigd zou zijn aan een oventuecle tweedo vredesconferentie gastvrijheid to vcrleonen Ligt het, vroegen enkelen, nu ook niet op don weg van onze Regeering om 'do juist- licid van geruchten van dezen aard bij vreemde regeoringon tegen to sproken? Hoewel men toejuichte dat de zaak thans uit handen dee ministers is geraakt cn in die van liet bestuur der Camegie-stichting is overgegaan, wensohto men toch to vra gen, waarom ten vorigen jaro de commissie van advies door den minister is ingesteld. Do loop van zaken, meende men, doet zien dat de maatregel louter tijdverlies ton ge volge heeft gehad. Sommige loden betreurden het dat do Re geering de gemeente 's-Gravenhage niet lieeft woten te bewegen om het gebouw voor het Hof van Arbitrage to doen plaateen in den Koekamp. Nu de gemeente 's-Gra vonhage blijkbaar slechts hoekjes van afge legen terreinen voor den bouw wil afstaaa, kwam bij deze leden hot denkbeeld op, of het niot op den weg dor Rogeering zou liggen een terrein to koopen on beschikbaar te stollen. Mon meldt nog uit Den Haag: Naar verzekerd wordt, stelt mon zioh voor, wanneer voor don aankoop door do Rogeering van hot terrein aan 'Jon Ben ooi'- denlioutechen weg voor don bouw van het vredespaleis do goedkeuring van do Staten- Gcinoraal zal zijn verkregen, dit gebouw, waarvoor, zooals men weet een internatio nale prijsvraag zal worden uitgeschreven, inwondig in te riohten in don trant van het paleis van justitio te Brussel. Men berekent dat hot gebouw ongeveer vier millioen guldon kan kosten. Het plan zou bestaan do verschillende mogendheden, dio de Haogsoho conventio mode onderteeikond hebben, uit to noodigen een zeker bedrag mon spreekt van onge veer een half millioen bij te dragon tot vorming van een kapitaal, uit welks renten do onderhoudskosten zouden worden bestre den. Aan liet gebouw zou een koetshuis met stalling worden verbondon. Over 'de kous dor plaate voor liet Vredes paleis schrijft eon Haagsoh oorrespondent van hot „Handelsblad" nader: Uit drieërlei oogpunt moet de zaak wor den bezien: uit een finanoieel, een praotisch en een aesthotisch oogpunt. Om financleele redenen verviel reeds aan stonds oen dor meest aanlokkolijko denk beelden: plaatsing op „Zorgvliet". Gezwe gen nog van hot bekende sorvituut van niet-bebouw ing. Om dozelfdo redonen óók dio weilanden van freule Van By landt, die liggon langs het kanaal. Voorts werd ook het Alexander veld uit de gedachte gezet, omdat do afwikkeling van moeilijkheden met do militaire over heid cn met do gemeente te veel tijd zou vorderen en men nu zeker vooral op spoed moest zinnen. Restten dus alleen de drie door do ge meente aangeboden duin terreinen benevens dio weilanden van freule Van Bylandt die tusschen Wassenaarsdicii ou Benoordcu- boutschon Weg liggen. En nu is voornamelijk uit een pmctisch oogpunt dc keus gevallen op laatstbedoeld terrein Er moest rekening worden gehou den met de omstandigheid dat eon gebouw zooals het tc stichten Vredespaleis, dat toch in olie goval grooter dan het Paleis te Am sterdam zal worden, een groote ruimte oia zich heen vergt. Reeds die ov '-weging doei oen der denkbeelden \an de Gemeente (plaatsing op bet duin bij don Wagca.uvr- weg) vervallen Voorts moest eveneens re kening worden gehouden met de gerieflijk heid van de rechters die in 1 t gebouw nu en dan zouden bijeenkomen, en daarbij diende to worden b.dadit dat het verdrag van '99 volstrekt niet verplicht tot hot hou den van zittingen in Den Haag, zoodat het wel zaak was om de toch al niot zoo heel grooto aantrekkelijkheden, die Don Haag aan wereldlingen biedt, nog t verminde ren door bet gebouw moeiiijk bereikbaar te maken voor do rechters. Vooral werd daarbij gedacht aan do noodzakelijkheid voor die heerou om in do pauze van bun werkzaamheden gemakkelijk een restaura tie te kunnen bereiken, terwijl het telkens inrichten van een tijdelijke restauratie in het gebouw zelf allicht te kostbaar zou worden. Eu eindelijk moest do mogelijkheid in aanmerking worden genomen dat do bibliotheek mettertijd ee:i instelling van be- teekenis zou worden, de mogelijkheid ook dat dio boekerij voor andoren dan alleen voor de rechters toegankelijk zou wezen, en met het oog op die mogelijkheid werden de oischen, aan het gebouw als dienstgebouw te stellen, des te hoogcr. De bcreikbaarhoid nu van eon gebouw op hot duin van Petit St -Hubert zoowel als van een op hot Bel védèreduin word te gering geacht. Maar behalve als dienstgebouw moest liet gebouw ook verrijzen als monument. Ook uit een aesthotisch oogpunt diende de quaca- tie dus te worden bezien, en d<wn vreesde men dat een zoo geweldige massa aJs het Vredes paleis moet worden, op onze duintoppen, die zioh meer eigenen tot hot dragen van luchtige villa's, lang niet het mooie effect zou maken dat menigeen or van vorwaohb, dat het te zwaar zou staan op de duinen on dat hot er ook te guur on to kaal zou uit zien, terwijl do mogelijkheid zou ontbreken om op dien zandgrond ceoi omgeving van zwaar geboomte te doen opgroeien. Vandaar dat ten slotte de keus viel op bet terrein van freulo Van Bylandt aan don Benoord en houtsclicn Weg. Het gebouw zal daar wel is waar wat achteraf liggen voo»r het oog, maar gemakkelijk bereikbaar zijn (vooral als do nieuwo tramlijn daarheen zal loidon), terwijl het 0 hectaren groote ter rein do mogelijkheid biedt van een vol doenden parkaanleg. Het besluit van hot Stichtingsbestuur is dap ook ten slotte eenstemmig genomen. Itljksmuut. In hot afgeloopcn jaar worden aan 's Rijks Munt vervaardigd: 90,820 stuks dukaten; 000,000 aan 10-centstukken; 300,000 aan 25-centstukkcn, 500,000 aan 1/10 guldens Ncd.-Indic, 500,000 aan i guldens Ncd.-Indië, 100,000 aan 2£-ocnt>- stukken voor Nederland c-n 50,000 aan A-contstukkcn voor Nederland. Koperen munt werd niet geslagendaar entegen wat' de hoeveelheid vervaardigdo gouden, zilveren en b onzen munt aanzien lijk grooter dan in 1902. In 1903 werd door slijtage, beschadiging, enz. aan dc circulatie onttrokken tot cea bedrag van 1,311,551.78. minder ongerijmd voor, dat Stina en Poi- dita identisch zou zijn. Dit eono evenwel wist Han9, dat Stina in zijn hart gedroDgon was on Perdita daaruit verdreven had. Hans had onder de badgasten cenige ken nissen aangetrofen en vele moeders wier pon verlangende blikken naar een zoo gc- wenschten schoonzooD. Maai' do schoono Stina Petersen heerschto zóó onbeperkt in zijn hart, dat geen andere daarnaast kon opkomen. Slechts zelden kwam hij op dc etrandpromenado; hij doorliep liever opt zijn eentjo het eiland of slenterde met Sti na en haar vader in den kleinen tuin rond. En langzaam lcgdo zich een zijden dijaadjo van Hans' naar Stina's hart, tot dat con onvencchcurbaar net zich gevormd had. Stina bleef ondanks haar onbeschroomde oogen en het open gezicht een ondoordring baar raadsel voor Hans. Zij vertoefde blijkbaar gaarne in zijn gezelschap, maai anders verried niet het minste tcekon, dat de blijde vriendelijkheid, waarmede zij hem steed8 behandelde, do uitdrukking van ech te vriendschap of do sluier voor warmere gevoelens was. Weder was het Zondag geworden en Hans had, in een leunstoel in den tuin gezeten, met die kostelijko tiaagheid, waaraan men zich in do zeelucht zoo gaarne overgeeft, zijn sigaar rookend, den terugkeer van zijn huiBgenooton uit do kerk afgewacht. Hot zachte ruischen van do branding in do verte, het gonzen dor bijen om do struiken cn heesters buiten den tuin wae het eeni ge leven, dat tot hem doordrong. Petersen en Stina kwamen uit de kerk terug cn voegden zich bij hem. Na een poosje kwam er ovenwol een oudo loods, met wien Petersen het huis binnenging, om een „kleintje" te pakken. Stina bleef Hans alleen. „Waarom gaat u nooit naar do kerk?" vroeg zij. „Hoo y.-cct u, dat ik daar nooit heen ga 1" „Gaat u ei' dus werkelijk heen?" „Om u dc waarheid te zeggen, neen." „Waarom tracht u mij tc misleiden! Dan liob ik toch goed geraden." „Wij, stedelingen, zijn niet kerksoh. In dien allo mcnschcn geregeld de kerk wildon bozoekon, dan moesten er tienmaal zooveel zijn, en waren de kerken in overeenstem ming met het gehalte der bezoekers, dan zou het tiendendeel van haar grootte vol doende zijn." „Is dat niet ontzettend?" „Zooals men het neemt. Ik heb mij mot deze kwestie nooifc veel beziggehouden; dat laat ik aan do dominees over." „U spreekt slecht en ik hoor dat niet gaarne van u. In hot vorige jaar was hier een heer üij ons, die ook niet naar do kerk ging en moi ons den spc. dreef, omdat wij het deden. Hi; sprak zooals u nu doet; nu, van hom kon ik hot vcrdiagen, maar van u niet." Do openliartigheid van het j'onge meisje herinnerde Hans weder zeer aan Perdita. „Ik wil trachten boter tc worden," zeido hij op ernstigen toon. „Niet beitcr r_oet u wordefi, maar ern stiger." „Ernstiger? Elders heeft men mij al tijd verweten, dat ik voor mijn jaren te ernstig was." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 17