LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 22 OCTOBER. - VIERDE BLAD. Anno 1904
No 13701.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De Diamantendiefstal.
Het Utrechtsch Dagblad bespreekt in een
tweetal artikelen de drie middelen, die
voorgesteld woiden om do langademig-
lioid van do parlementaire de
batten ten onzent tegen to gaan.
De wcnschelijkkeid van het eerste mid-
dolverlenging der legislatieve periode,
geeft het blad toe.
Dat geschiedde voor ettelijke jaren in
den Duitsehen Rijksdag, wiens periode van
/vier op vijf jaren werd gebracht.
Maai ten onzent zou voor dergelijken
maatregel Grondwetsherziening worden
iveroiscnt. Wie zou de verantwoording
willen dragen, een geheele Grondweteher
ziening enkel om u.c punt te ondernemen!
viaagt het Utrechtsch Dagblad.
„Het euvel ware trouwens aanmerkelijk
grooter dan do kwaal.
Om den tragen gang dor wetgevende ma
chine te verbeteion, zou men beginnen met,
ter willo coner grondige herziening, heel de
machine uit elkaar te nemen; niet beden
kende, dat zij inmiddels volledig stil zou
et aan
Of betere voorbereiding dor wetten af
doend paal en perk zou stellen aan de
breedsprakigheid van het parlement, be
twijfelt het blad ook wel eenigszins. Van
beide tot nu toe aanbevolen middelen stelt
het zich wel eenige, maar allerminst een
krachtige werking voor.
Er is evenwel een remedie, dat aan
stonds kr..i worden toegepast en slechte-
vraagt een wijziging van het reglement van
orde.
De geschiedenis van art. 111 der Grond
wet in herinnering bieng^nd, wijst het
Utr. Dagb. er op, dat reeds prof. Buys
aanbeval om aan een commiseie de taak op
to dragen de vergadering zelfstandig voor
te lichten En op dien grond zegt het
Utr. Dagblad:
„Ongetwijfeld zal dit betoog van prof.
Buys er het zijne toe hebben bijgedragen,
om in hot tegenwoordige artikel 111 de
Kamer vrij te laten een wetsvoorstel te on
derzoeken op de wijze, die haar goed
dunkt.
Het reglement van orde blijft inmiddels
ïn onveranderlijke sleur van afdeelingen
gewagen.
Hot kont cvonwcl ook een Commissie
van Voorbereiding.
Deze onderzoekt een wetsontwerp zelf-
etandig, stelt zoo noodig een leiddraad
vast, waarnaar liefc onderzoek ia de afdee
lingen zal plaats hebben cn overweegt
eelfstandig het iu de afdeelingen behandel
de en bovendien al wat verder tot een juis
te konnis cn waardeering van het wets
voorstel kan bijdragen. Ook kan de oom
missie, gelijktijdig met haai verslag, amen
dementen op het rogeeringsvoorstcl indie
nen.
Pleegt zulk een oommissie van voorberei
ding met* de Regeering, resp met den Mi
nister, die hot wetsontwerp samenstel
de, dan ook nog mondeling overleg, dan
is buiten eenigen twijfel eon aanmerkelijke
verbetering boven het gewone afdeolings-
onderzoek verkregen.
Intusschon, hoe voortreffelijk een com
missie van voorbereiding geschikt moge
zijn voor de behandeling van wetsontwer
pen van buitengewoon belang, dat haar
optreden een bij uitstek vlugge afdoening
van zaken meebrengt, zal niemand bewe
ren.
Een vlugger, tegelijk flinker en dieper
wijze van werken zal de Kamer slechts
kunnen verkrijgon, als zij, eindelijk bre
kend met een meer dan vijftigjarige, door
niemand verdedigde sleur, haar organisa
tie wijzigt.
Het groote bezwaar, aan dc inlichting
der commissie van voorbereiding verbon
den, ligt klaarblijkelijk in het feit, dat zij
aan het onderzoek in do afdeelingen toch
nog gebonden blijft."
„Welnu" adviseert bet Utr. Dagbl
„sohrap de bopaling, dat de commissie van
voorbereiding pci se uit vijf loden moet be-
*9)
„Ziezoo, mijnheer, maak u het na be
haaglijk, wasch u en kom dan beneden kof
fie drinkenhier' oven zult u die tooh wel
niet willen drinken. Want ik zeg altijd,
men kan wel alken eten, maar niet koffie
drinken."
„Zoo is het, ik zal dadelijk gereed zijn,"
antwoorddo Hans.
Toen beiden heengegaan waren, trad Hans
voor het raam en zag naar het ïcgenach-
tige landsohap, waarin de meeuwen* krij-
schcnd heen en weer vlogen. „Hier zou ik
in eeuwigheid willen blijven," fluisterde
hij. „Met het uitzicht daarbuiten cn Stina
daarbinnen..nauwelijks waagde hij het
aan de hem bestormende gedachten gehoor
te geven. In de woonkamer komende, had
hij hetzelfde gevoel als bij den eersten aan
blik van Stina: do gelijkenis mot Perdita
wai zoo treffend, vooral nu zij den hoofd
doek had afgelegd.
De koffie was voortreffelijk, evenals het
brood en de goudgele boter, en Hans deed
der tafel allo eer aan. In don loop van het
gesprek vernaai hij, dat Petersen vroeger
verre reizen gedaan had en het tot kapi-
■eiu gebracht had, on Stina een stadsche
school had t>ezocht; zij spiak goed Hoog-
uitech. Als Hans haar Langen tijd aan-
"teng Perdita op den achtergrond,
aar zoodi hij den blik afwendde, en
lo-ter haar weer aanzag, trad
Jta ale hot ware lovend te voorschijn.
ataan, en er staat niets meer in den weg
om haar onderzoek te stellen in plaats
van dat in de afdeelingen.
Zij komt in hoofdzaak overeen mot. dc
methode van werken, door den Duitschcn
Rijksdag gevolgd."
De kern van de regeling, die het blad
zou wenschen, ligt in een officieole erken
ning der partijen. Een lationeele organisa
tie zou dan volgens het Utr. Dagbl. hierop
neerkomen
„De partijen vergaderen, gelijk zij cok
nu reeds vanzelf, maar soms in stilte doen,
elke voor zich ter bespreking van het in
gediende wetsontwerp.
Dc Kamei beslist dan óf tot onmiddel
lijke behandeling dan wel tot verwijzing
naar een oommisaio zal worden overgegaan.
In dit laatste geval wordt een commissio
samengesteld, zooveel mogelijk met in-acht-
neming der sterkte der partijen. De partij
en zeiven wijzen het lid of de leden aan,
die haar in deze commissie zullen vertegen
woordigen.
Deze commissio vcrgadeit zelfstandig. Zij
kan dc Regecring uitnoodigen mondeling
overleg met haar te plegen. Zij kan amen
dementen opstellen, waarover, zoo de Re
geering ze niet overneemt, in de volle ver
gadering zal worden beslist. Zij is vrij in
de samenstelling van haar rappoit cn in
de Lcslissing of zij dit mondeling, dan wel
schriftelijk wil uitbrengen.
Heeft de commissie haar taak volbracht,
dan heeft de beraadslaging in de openbare
vergadering der Kamer plaats. Elke partij
wijst de sprckeis aan, die namens haar het
woord zullen voeren. Namens iedere partij
mogen in het debat over één en hetzelfde
onderwerp niet meer dan twee sprekers
optreden. Ten slotte wordt in deze verga-
dei ing de stemming over het wetsontwerp
gehouden.
Een derde lezing heeft ten doel voor do
eindstemming enkele redactiewijzigingen
mogelijk to maken; openbare discussie
heeft daarbij in den regel niet meer
plaats."
Het blad meent, dat een zoodanige rege
ling zoowel het tijdverlies, door do om
slachtige schriftelijke instructie veroor
zaakt, als de vcelpiaterij in de openbare
vergadering zou wegnemen cn bovendien
het ook niet te versmaden voordcel zou
meebrengen, dat zij een einde zou maken
aan het verbazend slechte spreken in
onze Tweede Kamer.
Het blad maakt een uitzondering voor
sprekers als minister Kuyper en do heeicn
Yan der Vlugt, Van Houten en Rocll,
„maar de groote meerderheid is niet aan
te hooren".
De sprekers spreken te lang .Dat komt
eensdeels door de natuurlijke lijzigheid on
zer sleurige, wauwelende natie, ander
deels door gebrekkigo voorbereiding
Als telkens van iedere partij slechts één
of twee sprekers opdracht kregen, zou ook
dat uit zijn."
De Nederlander maakt de opmerking,
dat in den jongsten tijd, meer dan vroeger,
de part ij politiek in de Eerste
Kamer schijnt binnen te dringen, on
dat die Kamer iet*1 van dc hoogc stelling,
waarop ze zich zoo lange jaren gehandhaafd
heeft, begint te verliezen.
„In de Eerste Kamer was vanouds de po
litiek, die de partijen in het land gedeeld
hield, slechte in zeoi verdunde mate aan
wezig. Zij was tot zekere hoogte een objec
tieve jury buiten de partijen. Zij kon daar
door, ook al was haar meerderheid homo
geen met die in de Tweede Kamer, als cor
rectief dienen tegen mogelijke struikelingen
of uitwasten dier meerdeiheid (men denko
bijv. aan de Ongevallenwet), en kon, ook
al was zij niet eensgezind met de meerder
heid in do andere Kamer ,toeh vaak steun
verlcenen aan bclangrijko wetten door
do meerderheid gevoteerd, (men denke bijv.
aan de 6choolwet-Mackay). Door zichzelf
op zekeren afstand van het ooncrcte paitij-
gewoel te houden, en dc wetten bovenal
aan algemeene beginselen van regeerings-
beleid to toetsen, behield zij hot gezag cn
„Hebt u slechts één dochter, mijnheel
Petersen!" vroeg Hans, toen Stina opstond
om de tafel op to ruimen.
„Slechts die een. En ik zou er niet meer
willet hebben. Vele kinderen, vele zorgen."
„Maar ook v. .1 vreugde."
„O, ja, zooals men het neemt. Dat is wel
zoo.Van ons drie jongens hebben do oude
lui niet veel pleizier gehad. De con is in
den oorlog anno 1&49 doodgeschoten, de an
der is verdronken, on ik ben weggeloopcn,
toen ik tien jaar oud was, op een schip
gegaan, en toen ik terugkwam, waren de
oude lui dood! En met meisjes moet dat
nog veel erger zijn; men kan er niet ge
noeg op passen."
„Vooral, als zij zoo schoon zijn als juf
frouw Stina."
„O, die past op zichzelf, die komt nie
mand te na Rookt u, mijnheer?"
Hans stak een sigaar aan, Petersen rook-
to zijn pijp. Buiten stormde hot lustig en
de icgen kletterde tegen de ramen; binnen
was het behaaglijker dan in eenig huis.
dat Hans nog had leeren kennen. Beide
mannen hadden de wereld gezien, stof tot
onderhoud hadden zij genoeg.
Daar luisterde Hans eensklaps; uit de
zijkamer klonken de tonen van een piano,
het was een van Mendelssohn's „Liedor
ohno Worte," dat met onberispelijke tech
niek en mot veel gevoel gespeeld werd.
„Ja, wij hebben een piano", zoide Pe
tersen, die den verbaasden blik van zijn
gast wel bespeurde. „En Stina speelt zon
der ondei-wijzer."
„En zij speelt goedl" riep Hans. „Allo
hulde I"
Buiten werd het donkerder en storm whi-
tiger. In het gesprek der mannen klonken
do zedelijke kracht om haar heilzame func
tie uit te oefenen. Zij werd geen kopie van
de Tweede Kamer, manjublcef zichzelve-
Daardoor wekte zij vertrouwen cn werkto
nuttig in, alleen reeds dooi haar enkele
bestaan, op de verrichtingen der Tweede
Kamer".
Er zijn nu symptomen van een bedenke
lijk ver vooruitdringen van den politiekon
baccil. Eerst is bij partijstemming dc Hoo-
ger-Onderwijs-wot verworpen. Daarna is,
bijna bij partijstemming, do motie-Van
Houten verworpen om dc weikzaamheden
te staken, totdat de Ovc :j*9elscho kwestie
beslist zou zijn. En eindelijk is bij partij
stemming de Drankwet aangenomen.
Dit is voor de Eerste Kamer iets zeer
ongewoons, waarom De Nederlander den
volgenden wonsch uit:
„Wij zouden willen, dat men tijdig tot
bezinning kwam. Als vermoedelijke oorza
ken der dieigende politieke besmetting
meenen wij een drietal te mogen aanwij
zen. Vooreerst de felle, rustelooze bestrij
ding, door een groot deel der liberale pers
tegen het tegenwoordig ministerie ge-
voord een bestrijding, die met. „loyale op
positie" weinig meer gemeen heeft en eoms
men zie bijv. het dwaze stukje van het
Handelsblad over ..groot-vizier" den
indruk maakt, dat do grieven letterlijk ge
zocht worden. In do tweede plaats het bin-
uonkomen in de Eeretc Kamer van een
ouden liberalen strijder, dio in de Tweede
thuisbehoort en die nu zijn strijdlust geen
baas kan worden. In do derde plaats waar-
echijnlijk ook wel do ontbinding, die als
vanzelf do Eerste Kamer meer dan te vo
ren ïn het teeken der politiek heeft- ge
plaatst.
Wij oonstateeren hier tleohts, cn spreken
ten slotte het vertrouwen uit, dat men de
ongunstige factoren allengs meester zal
worden en dc Eerste Kamer op den duur
de eigen etelling zal blijven innemen, wélke
haar in onze staatsinrichting toekomt en
waarop zij alleen, maar dan ook stellig, het
groote nut kan afwerpen, dat steedf in
haar bestaan is gezien."
Men leest in het Weekblad van het Hecht',
No. 8120:
.,Do dagbladen meidon dat dc twee bo
den van het Minitterie van Kolo
niën, die veroordeeld worden wegens het
misdrijf van art. 363 Strafr., na hun straf
te hebben ondergaan door den Minister
weder in hun betrekking hersteld zijn. Wij
mogen niet verzuimen don Minister van
Koloniën mot dit besluit goluk te wen
schen. Wij verheugen er ons over, dat aldue
van hoogor liand modegowerkt wordt aan
den moeilijken arbeid, om porsonen, die do
gevangenis hebben verlaten, weder do gele
genheid to openen voor zichzelf en voor
vrouw en kinderen het ondoihoud te ver
dienen."
De Nieuwe Courant tcokcnt hierbij aan:
Wij hebben bij het bedoelde bericht, dat
enkele dagen goleden in de dagbladen ver
scheen, geen aantcckening gemaakt, omdat
het niot goed is, met den vinger te wijzen
op monschcn, die misdreven en hun schuld
door straf geboet hebbon.
Nu echter van zoo gezaghebbende zijde
als de hoofdredactie van het Wi\ h. R.
hot besluit van den Minister van Koloniën
uit een algemeen oogpunt beschouwd en
luid geprezen woidt, mogen wij niet nalar
ten te zeggen, dat het ons aanstonds in
hooge mate verbaasd heeft. Niet natuur
lijk ddórom, wijl de Minister zich verge
vingsgezind getoond cn de gestrafte beamb
ten met hun gezinnen voor ondergang be
waard heeft. Waren zij geplaatst in de een
of andere ondergeschikte betrekking, ge
ringer cn in een ander milieu dan waar
in zij ontrouw pleegden, do Minister had-
de genade betoond en tevens don lof ver
diend, dio hem hierboven werd toege
zwaaid wegens het voorbeeld dat hij gaf
door voor ontslagen gevangenen dc gelegen
heid te heropenen om in hun onderhoud
cn dat van hun gezinnen te voorzien.
Maar dat dc Minister het mot het belang
do droomcrige tonen, en af en toe het hui
len cn fluiten dor zware regenbuien, welke
over hot eiland suisden.
De oudo man klopte zijn pijp uit en
6tond op. „Stina moet u de lamp bi ei
gen," zeido hij. „Ik moet nog even naar
het strand. Men kan ni°t weten of er de
zen nacht niet wat te doen is. Ik wil eens
zien, of alles in orde is."
„Ik ga mede, als u het goedvindt, in
storm en regen loop ik gaarne."
„U kunt mijn oliojas krijgen en een Zuid
wester. Ik eb er drio hangen."
Opzettelijk of niet, Hans had door dozo
kleinigheid de achting en het vertrouwen
van den ouden zeeman gewonnenhet be
viel dezen in de eersto plaate, dat zijn nieu
we huisgenoot wind en weei niet schuwde,
en in do tweede plaats, dat hij van do eer
ste gelegenheid om met Stina alleen te blij
ven, geen gebruik maakte.
In de volgende dagen werd aan wierszij
den do bij de eerste ontmoeting verkregen
indruk versterkt; Hans voelde zich steeds
behaaglijker, Petersen cn zijn dochter slo
ten zich steeds hartelijker bij hem aan.
-J.COT dan eons was hij in verzoeking Stina
als Perdita aan te spreken on zich door
een directe vraag de overtuiging te ver
schaffen of hier werkelijk slechts een op
vallende speling der natuur was, dan of
niet achte Stina de verloren Perdita No
ia school.
Telkens evenwel schrikte hij er van te
rug, omdat het hem voorkwam ala een
breuk van rouwen. Wilde het her.i een
onmogelijkheid toeschijnen, dat twee ver-
sohillende personen zoo buitengewoon op
elkaar geleken, dan kwam hom in het vol
gende oogenblik de veronderstelling niot
van den staatsdienst^ met de ambtolijko
orde en met de handhaving van een goe
den geest onder hot personeel vercenigbaar
heeft kunnen acïïlen, beambten, die straf
rechterlijk veroordeeld zijn wegens mis
bruik van vertrouwen, te herstellen in d o-
z o 1 f d o betrekking, waarin zij hun ambts
plicht schonden, dat is ont onverklaarbaar
en komt ons in een bewindsman geenszins
prijzenswaardig voor.
Wat moeten zouden wij willen vragen
do gevoelens wel zijn van een „trouwen
bode en concierge" als bijv. gisteren zijn
45-jarig feest aan het gerechtshof alhier
vierde cn door den president van het Hof
met een persoonlijk geschenk werd vereerd
wanneer hij ziet, dat zijn collega's, dio
hun plicht op erge wijze overtraden cn het
in hen gestelde vertrouwen misbruikten,
na hun straftijd eenvoudig hersteld worden
in eenzelfde plaats als door hem gedurende
zoovele jaren mot eerc werd bekleed?
Het Vredespaleis.
Blijkens het lieden verschenen afdeel ings-
vorslag dor Tweedo Kamer over Hoofdstuk
III (Buitenlaüdsoho Zaken) der Sfcaatsbe-
gioobing voor 1905, was men vrij algemeen
van gevoelen 'dat de gang van zaken met
betrekking tot den bouw van het Vredes
paleis een zeor bedroevonden indruk maakt.
Do wijze waarop in deze aangelegenheid
is to werk gegaan noemde men treurig. Do
minister stelt ons land bloot aan allerlei
praatjexs in het buitonlajid; in de buiten-
landsoho pers wordt hier en «daar reeds to
verstaan gegeven dat Nederland de vredee
zaak niot gunstig gezind is en weinig ge
neigd zou zijn aan een oventuecle tweedo
vredesconferentie gastvrijheid to vcrleonen
Ligt het, vroegen enkelen, nu ook niet op
don weg van onze Regeering om 'do juist-
licid van geruchten van dezen aard bij
vreemde regeoringon tegen to sproken?
Hoewel men toejuichte dat de zaak thans
uit handen dee ministers is geraakt cn in
die van liet bestuur der Camegie-stichting
is overgegaan, wensohto men toch to vra
gen, waarom ten vorigen jaro de commissie
van advies door den minister is ingesteld.
Do loop van zaken, meende men, doet zien
dat de maatregel louter tijdverlies ton ge
volge heeft gehad.
Sommige loden betreurden het dat do Re
geering de gemeente 's-Gravenhage niet
lieeft woten te bewegen om het gebouw voor
het Hof van Arbitrage to doen plaateen
in den Koekamp. Nu de gemeente 's-Gra
vonhage blijkbaar slechts hoekjes van afge
legen terreinen voor den bouw wil afstaaa,
kwam bij deze leden hot denkbeeld op, of het
niot op den weg dor Rogeering zou liggen
een terrein to koopen on beschikbaar te
stollen.
Mon meldt nog uit Den Haag:
Naar verzekerd wordt, stelt mon zioh
voor, wanneer voor don aankoop door do
Rogeering van hot terrein aan 'Jon Ben ooi'-
denlioutechen weg voor don bouw van het
vredespaleis do goedkeuring van do Staten-
Gcinoraal zal zijn verkregen, dit gebouw,
waarvoor, zooals men weet een internatio
nale prijsvraag zal worden uitgeschreven,
inwondig in te riohten in don trant van
het paleis van justitio te Brussel.
Men berekent dat hot gebouw ongeveer
vier millioen guldon kan kosten.
Het plan zou bestaan do verschillende
mogendheden, dio de Haogsoho conventio
mode onderteeikond hebben, uit to noodigen
een zeker bedrag mon spreekt van onge
veer een half millioen bij te dragon tot
vorming van een kapitaal, uit welks renten
do onderhoudskosten zouden worden bestre
den.
Aan liet gebouw zou een koetshuis met
stalling worden verbondon.
Over 'de kous dor plaate voor liet Vredes
paleis schrijft eon Haagsoh oorrespondent
van hot „Handelsblad" nader:
Uit drieërlei oogpunt moet de zaak wor
den bezien: uit een finanoieel, een praotisch
en een aesthotisch oogpunt.
Om financleele redenen verviel reeds aan
stonds oen dor meest aanlokkolijko denk
beelden: plaatsing op „Zorgvliet". Gezwe
gen nog van hot bekende sorvituut van
niet-bebouw ing. Om dozelfdo redonen óók
dio weilanden van freule Van By landt, die
liggon langs het kanaal.
Voorts werd ook het Alexander veld uit
de gedachte gezet, omdat do afwikkeling
van moeilijkheden met do militaire over
heid cn met do gemeente te veel tijd zou
vorderen en men nu zeker vooral op spoed
moest zinnen.
Restten dus alleen de drie door do ge
meente aangeboden duin terreinen benevens
dio weilanden van freule Van Bylandt die
tusschen Wassenaarsdicii ou Benoordcu-
boutschon Weg liggen.
En nu is voornamelijk uit een pmctisch
oogpunt dc keus gevallen op laatstbedoeld
terrein Er moest rekening worden gehou
den met de omstandigheid dat eon gebouw
zooals het tc stichten Vredespaleis, dat toch
in olie goval grooter dan het Paleis te Am
sterdam zal worden, een groote ruimte oia
zich heen vergt. Reeds die ov '-weging doei
oen der denkbeelden \an de Gemeente
(plaatsing op bet duin bij don Wagca.uvr-
weg) vervallen Voorts moest eveneens re
kening worden gehouden met de gerieflijk
heid van de rechters die in 1 t gebouw
nu en dan zouden bijeenkomen, en daarbij
diende to worden b.dadit dat het verdrag
van '99 volstrekt niet verplicht tot hot hou
den van zittingen in Den Haag, zoodat het
wel zaak was om de toch al niot zoo heel
grooto aantrekkelijkheden, die Don Haag
aan wereldlingen biedt, nog t verminde
ren door bet gebouw moeiiijk bereikbaar
te maken voor do rechters. Vooral werd
daarbij gedacht aan do noodzakelijkheid
voor die heerou om in do pauze van bun
werkzaamheden gemakkelijk een restaura
tie te kunnen bereiken, terwijl het telkens
inrichten van een tijdelijke restauratie in
het gebouw zelf allicht te kostbaar zou
worden. Eu eindelijk moest do mogelijkheid
in aanmerking worden genomen dat do
bibliotheek mettertijd ee:i instelling van be-
teekenis zou worden, de mogelijkheid ook
dat dio boekerij voor andoren dan alleen
voor de rechters toegankelijk zou wezen, en
met het oog op die mogelijkheid werden de
oischen, aan het gebouw als dienstgebouw
te stellen, des te hoogcr. De bcreikbaarhoid
nu van eon gebouw op hot duin van Petit
St -Hubert zoowel als van een op hot Bel
védèreduin word te gering geacht.
Maar behalve als dienstgebouw moest liet
gebouw ook verrijzen als monument. Ook
uit een aesthotisch oogpunt diende de quaca-
tie dus te worden bezien, en d<wn vreesde men
dat een zoo geweldige massa aJs het Vredes
paleis moet worden, op onze duintoppen,
die zioh meer eigenen tot hot dragen van
luchtige villa's, lang niet het mooie effect
zou maken dat menigeen or van vorwaohb,
dat het te zwaar zou staan op de duinen on
dat hot er ook te guur on to kaal zou uit
zien, terwijl do mogelijkheid zou ontbreken
om op dien zandgrond ceoi omgeving van
zwaar geboomte te doen opgroeien.
Vandaar dat ten slotte de keus viel op
bet terrein van freulo Van Bylandt aan don
Benoord en houtsclicn Weg. Het gebouw zal
daar wel is waar wat achteraf liggen voo»r
het oog, maar gemakkelijk bereikbaar zijn
(vooral als do nieuwo tramlijn daarheen zal
loidon), terwijl het 0 hectaren groote ter
rein do mogelijkheid biedt van een vol
doenden parkaanleg.
Het besluit van hot Stichtingsbestuur is
dap ook ten slotte eenstemmig genomen.
Itljksmuut.
In hot afgeloopcn jaar worden aan
's Rijks Munt vervaardigd: 90,820 stuks
dukaten; 000,000 aan 10-centstukken;
300,000 aan 25-centstukkcn, 500,000 aan
1/10 guldens Ncd.-Indic, 500,000 aan i
guldens Ncd.-Indië, 100,000 aan 2£-ocnt>-
stukken voor Nederland c-n 50,000 aan
A-contstukkcn voor Nederland.
Koperen munt werd niet geslagendaar
entegen wat' de hoeveelheid vervaardigdo
gouden, zilveren en b onzen munt aanzien
lijk grooter dan in 1902.
In 1903 werd door slijtage, beschadiging,
enz. aan dc circulatie onttrokken tot cea
bedrag van 1,311,551.78.
minder ongerijmd voor, dat Stina en Poi-
dita identisch zou zijn.
Dit eono evenwel wist Han9, dat Stina
in zijn hart gedroDgon was on Perdita
daaruit verdreven had.
Hans had onder de badgasten cenige ken
nissen aangetrofen en vele moeders wier
pon verlangende blikken naar een zoo gc-
wenschten schoonzooD. Maai' do schoono
Stina Petersen heerschto zóó onbeperkt in
zijn hart, dat geen andere daarnaast kon
opkomen. Slechts zelden kwam hij op dc
etrandpromenado; hij doorliep liever opt
zijn eentjo het eiland of slenterde met Sti
na en haar vader in den kleinen tuin
rond.
En langzaam lcgdo zich een zijden
dijaadjo van Hans' naar Stina's hart, tot
dat con onvencchcurbaar net zich gevormd
had.
Stina bleef ondanks haar onbeschroomde
oogen en het open gezicht een ondoordring
baar raadsel voor Hans. Zij vertoefde
blijkbaar gaarne in zijn gezelschap, maai
anders verried niet het minste tcekon, dat
de blijde vriendelijkheid, waarmede zij hem
steed8 behandelde, do uitdrukking van ech
te vriendschap of do sluier voor warmere
gevoelens was.
Weder was het Zondag geworden en Hans
had, in een leunstoel in den tuin gezeten,
met die kostelijko tiaagheid, waaraan men
zich in do zeelucht zoo gaarne overgeeft,
zijn sigaar rookend, den terugkeer van
zijn huiBgenooton uit do kerk afgewacht.
Hot zachte ruischen van do branding in do
verte, het gonzen dor bijen om do struiken
cn heesters buiten den tuin wae het eeni
ge leven, dat tot hem doordrong.
Petersen en Stina kwamen uit de kerk
terug cn voegden zich bij hem. Na een
poosje kwam er ovenwol een oudo loods,
met wien Petersen het huis binnenging,
om een „kleintje" te pakken. Stina bleef
Hans alleen.
„Waarom gaat u nooit naar do kerk?"
vroeg zij.
„Hoo y.-cct u, dat ik daar nooit heen
ga 1"
„Gaat u ei' dus werkelijk heen?"
„Om u dc waarheid te zeggen, neen."
„Waarom tracht u mij tc misleiden!
Dan liob ik toch goed geraden."
„Wij, stedelingen, zijn niet kerksoh. In
dien allo mcnschcn geregeld de kerk wildon
bozoekon, dan moesten er tienmaal zooveel
zijn, en waren de kerken in overeenstem
ming met het gehalte der bezoekers, dan
zou het tiendendeel van haar grootte vol
doende zijn."
„Is dat niet ontzettend?"
„Zooals men het neemt. Ik heb mij mot
deze kwestie nooifc veel beziggehouden; dat
laat ik aan do dominees over."
„U spreekt slecht en ik hoor dat niet
gaarne van u. In hot vorige jaar was hier
een heer üij ons, die ook niet naar do kerk
ging en moi ons den spc. dreef, omdat wij
het deden. Hi; sprak zooals u nu doet; nu,
van hom kon ik hot vcrdiagen, maar van
u niet."
Do openliartigheid van het j'onge meisje
herinnerde Hans weder zeer aan Perdita.
„Ik wil trachten boter tc worden," zeido
hij op ernstigen toon.
„Niet beitcr r_oet u wordefi, maar ern
stiger."
„Ernstiger? Elders heeft men mij al
tijd verweten, dat ik voor mijn jaren te
ernstig was." (Wordt vervolgd.)