Katw^jk-aan-Zee.
DE ROOS.
Arbeidstoestanden in Japan.
Hij vertelde haar eenige bijzonderheden
over zijn leven. Toen hij even zweeg, vroeg
zij onschuldig, waarom hij haar dat vertel
de.
Omdat, omdat ik u liefheb".
Zij maakte zich voor den strijd gereed,
maar zag tot haar grooten schrik, dat do
'strijd eigenlijk reeds was geëindigd en dat
de vijand reeds op haar overgave rekende.
„En wanneer?" vroeg zij.
„Op dit oogenblik", zeide hij beslist,
„Ik houd genoeg van u, om lang op u to
wachten, maar dat wil ik niet. Ik heb al
tijd gedacht, dat de liefde zoo plotseling
zou komen, en gezworen, dat ik nooit een
kans zou laten voorbijgaan. Wij hebben
slechts eenmaal in ons leven lief; en als wij
liefhebben, weten wij het."
„Denkt u, dat dit die ééne keer is?"
„Ik twijfel er niet aan. Belooft u mij,
mij lief te zullen hebben?"
Zij keek op, bleek van ontroering. „Ja,"
eeide zij eenvoudig,
„Zeg het dan," fluisterde hij.
„Ik heb je lief," was haar antwoord.
VOORHEEN EN THANS.
Doop een Zeemansvrouw.
Een dertig jaar terug zag ons dorp er
heel wat anders uit dan nu. Er liep één
rechte straatweg van het begin van het dorp
tot aan het eind, bij het strand. Verder
waren dé zijwegen van grind of meest van
zand. 's Zomers hinderde dat minder, maar
in den winter, bij regen en sneeuw, waren
vele van die wegen en sloppen onbegaan
baar. Ja, we hadden het voorrecht hier en
daar een lantaarnpaal te hebben met een
vlam als een gloeiende spijker. Gingen wij
's avonds naar de kerk, dat oude gebouw,
hetwelk nu nog aan het strand staat, dan
was het een getob en gescharrel, om niet
hier en daar in een modderplas te blijven
steken 1 Waren de dorpelingen niet zoo
kerkscb, dan zou de dominee wel voor stoe
len en banken gepredikt hebben.
De verbinding met Leiden liet ook heel
wat te wenschen over. Er voer slechts één
boot van do stad naar het dorp Katwijk
aan den Rijn. Wij moesten dus altijd een
halfuur loopen om ons dorp te bereiken
of om gebruik van het bootje te kunnen
maken. Maar later kwam er een kanaal tot
hier en sinds varen schuiten en booten af
en aan.
Een vijf en twintig jaar geleden is de
stoomtram gekomen, en hierdoor nog meer
on vluggere aansluiting met Leiden en van
daar met het Hollandscbe Spoor. Het heer
lijke gevolg hiervan was, dat ons dorp meer
bezocht werd door vreemdelingen.
Langzamerhand verrezen er villa's en ho
tels. Overal zijn straten aangelegdhet dorp
is uitgebreid en verfraaid.
En eindelijk kregen we ook een mooie
kerkwant die aan het strand werd te oud
en door de uitbreiding van ons dorp ook
te ldein.
De gloeiende, spijkeraebtigo verlichting is
gelukkig verdwenen en do heldere gasvlam
men zijn het bewijs, dat het ons gelukt is
een eigen gasfabriek voor het dorp te ver
krijgen.
Ook zijn wij sinds jaren een waterleiding
rijk, waardoor alles nu veel gerieflijker is
geworden.
Wat de haringvisscherij betreft, die was
vroeger lang zoo uitgebreid niet als te
genwoordig. Er woonden hier wel rceders
en er waren ook wel schuiten, maar vrij
wat minder dan thans
Door de uitbreiding der haringvisscherij
kwamen hier kuiperijen, mandenmakerijen,
timmcrschnrcn en natuurlijk ook meer ree-
ders en kooplieden. Er heerschfc nu in het
dorp en aan het strand een aangename
bedrijvigheid.
Katwijk-aan-Zee is nu een groot, flink
dorp met 6000 inwoners, twee kerken, één
bewaarschool, waar een paar honderd kleu
ters worden beziggehouden, twee Christelijke
scholen met bij de 600 leerlingenj terwijl
er nog een 600 kinderen de openbare scho
len bezoeken. Ons dorp zal vooreerst nog
wel niet uitsterven met al dat jonge goedje l
Een dertig jaar geleden was de koopvaar
dijvloot nog niet door de vele stoombooten
verdrongen. De kapiteins van vele zeil
schepen woonden hier en al wat jongen was
en een bestemming moest kiezen, ging op
een schip, waar vader, oom of neef kapi
tein was; soms wel jongerns van tien jaar.
Ja, do lust tot varen kwam er toen vroeg
genoeg in. Die tijd is voorbijDe zeilsche
pen zijn door de grootc stoomboot-maat
schappijen bijna geheel verdrongen en de
commandanten en officieren wonen meest
te Amsterdam of te Rotterdam, waar die
stoombooten binnenkomen.
Enkele kapiteins van de vroegere koop
vaardijvloot wonen nog hier en genieten in
stille rust bij vrouw en kinderen de vruch
ten van hun reizen, die toen soms jaren in
plaats van thans maanden duurden.
Menig vreemdeling luistert nog gaarne
naar de verhalen van die oude zeelui, die
zoovele gevaren getrotseerd, zoovele uitkom
sten beleefd hebben, zooveel lief en leed on
dervonden.
Katwijk-aan-Zeo is nu een badplaats,
waarop wij trotsch mogen zijn. Ons strand
is breed; groote, mooie, naar de eischen
des tijds gebouwde en ingerichte hotels en
villa's trekken de vreemdelingen tot ons.
En behalve die logeergelegenheden wordt
bij particulieren in het dorp veel gebruik
gemaakt van pensions en van kamers hu
ren.
De tentoonstelling in 1902 bracht ons ook
vele bezoekers.
Het prachtige weder in dit jaar heeft
de hotels en villa's gevuld; ook de huizen
van particuliere® en de honderden dagbe
zoekers versohaffen aan de neringdoenden
een goeden zomer.
Over de roos zijn heel wat legenden en
overleveringen tot ons gekomen. Zoo bewe
ren oude schrijvers, dat, toen Eva zi -h over
de roos heenboog om den zoeten geur in
to ademen, deze zonder doornen was. Zo
was wit van kleur, doch ze bloosde na de
aanraking der roode lippen en behield de
roode tint.
Bij de huwelijksplechtigheden hadden de
Joden de gewoonte om bruid en bruidegom
een krans van rozen, mirte® en olijven op
te zetten. Ook de Hoogopriester droeg bij
geestelijke gelegenheden een slinger van
rozen.
Toen de Koningin van Scheba een bezoek
bracht aan Salomo, trachtte zij verscheide-
no malen de feilbaarheid van 's Konings
wijsheid te bewijzen. Op zekeren dag plaat
st© zij twee rozen voor hem, die zóó op elk
aar gelekon, dat het onmogelijk was om
dc natuurlijke van de gemaakte bloem te
onderscheiden. Salomo naderde de rozen
niet, dooh liet een bij komen, die terstond
op de echte roos aanvloog.
De klassieken houden zich heel wat met
den oorsprong van de roos bezig. De meea
ten schrijven dien aan Flora toe, die het
doode lichaam van haar meest geliefde
nimf vond cn den Olympischen Goden
smeekte om dit in een bloem te verande
ren, welke do andero bloemen als haar
Koningin zouden beschouwen. Het verzoek
werd ingewilligd, en zoo ontstond de
bloem, welke door reuk, vorm en kleur nog
na eeuwen als de „Koningin der bloemen"
wordt beschouwd.
De Grieken wijdden do roos aan Har-
poorates, de® god der stilzwijgendheid.
Vandaar werd deze bloem bet zinnebeeld
van deze eigenschap en sub rosa het syno
niem van ongeschonden geheimhouding.
Aangezien het een bekend feit is, *«iat
wijn de tongen losmaakt en daardoor on
doordachte woorden kunnen gesproken
worden, wa-s het de gewoonte om een roos
boven de eettafel te hangen; den gasten
werd hierdoor herinnerd, 'dat zij de gehei
men, die ze gedurende den maaltijd verno
men hadden, voor zich moesten houden.
Sub rosa was ee® geliefkoosde spreuk bij d«
Atheners; 'dikwijls was die in den ring ge
graveerd, waarmede de Grieksche minnaar
zijn billet-doux zegelde.
Een geestig Romeinsch schrijver vertelt,
dat oude heeren, die samen flink wijn
hadden gedronken, zich soms met een dub
bele guirlande van rozen versierden, opdat
hun geheimen niet zouden uitlekken.
Schepen vol rozen werden naar Rome
gevoerd, waar de bloemen door do mooiste
meisjes verkocht werden. Toen Cleopatra
Marcus Antonius ontving, had zij den
vloer van haar feestzaal 40 cM. diep met
rozen laten beleggen.
De Katholieke Kerk heeft de roos altijd
als een mystieke bloem beschouwd; vroeger
diende ze dan ook bij alle plechtige fees
ten.
In Rome wordt nog steeds de gewoonte
gevolgd om over de roos den jaar lij ksohen
zegen uit te spreken. Op dien dag draagt
de Paus een gouden roos in de hand; na
dat de H. Vader die gewijd en gezegend
heeft, wordt ze met veel praalvertoon a&ü-
geboden aan den een of anderen persoon,
wien de Paus een bijzondere gunst wil
bewijzen.
Een dergelijko eer viel eenige jaren ge
leden aan de Koningin-regentes van Span
je ten deel uit handen van Paus Leo XIII.
In sommige gedeelten van Frankrijk is
liet feest der Roze-Koningin nog bewaard
gebleive®. Het braafste meisje uit de stad
wordt met een feestelijken optooht naar de
kerk gevoerd; haar schep ter, met rozen om
wonden, behoudt de Roze-Koningin een vol
jaar lang.
De taal der roos wordt in het Oosten en
zelfs door Westersohe volken toegepast.
Syrië is het geboorteland der beroemde
Damascus-roos. die den naam van zijn Oos-
terschen geboortegrond behouden heeft.
Brief van een Japav/ner over hst leven
van den Japanschen boer.
„Het land in Japan ia in den loop der
tijden overgegaan in do hand van enkelen
en deze landeigenaren hebben in het minst
•gee® medegevoel mot de pachters.
Slechts een zeer klei® gedeelte van den
grond i\ in het bezit der boeren zelve®. Zij
huwen, krijgen kinderen, dooh zijn niet in
staat hot noodnge levensonderhoud voor hun
getzin te ven (dienen.
De duivel blaast bun in naar de stad te
gaan, want dd&r komt men gemakkelijk
aan den kost.
Zij zijn onwetend en gaan naar de een of
andere stad, waar in werkelijkheid de
strijd om het bestaan zeer zwaar is.
Groente en gevogelte konden zij op het
land zonder geld bekome®, dooh in de stad
moet alle® tegen klinkende munt ingeruild
worden.
Thans krijgt hij te doen met den kapita
list in plaat® van met den landeigenaar.
Werkkrachten zijn er vele en de loonen
zijn laag; het bestaan in de stad blijkt moei
lijker te zijn dan op het land.
Wat blijft hom over?
In hun oog is het de grootet mogelijke
schande, liet land te verkoopen, waarop hun
vaderen hebben gebouwd, en daarom be
houden zij het zoo lang mogelijk.
Doch de nood dwingt. Zij moeten hun
klein stukje grond of berg verkoopen om in
het leven te blijven.
De strijd wordt al zwaarder en zwaarder
en de verdiensten minder en minder.
Met tranen in de oogen en bleeke gezich
ten keeren zij de stad den rug toe en gaan
terug naar bun dorp. En wat vinden zij
daar? Lachende heuvelen en vroolijk^ vlie
tende wateren, doch1 vooi' henzelven niets.
Bloedverwanten en vroegere vrienden
gaan hun met een schuinen blik voorbij.
Niets blijft bun over dan te weeklagen en
te verhongeren.
Evenwel, zelfs in deze ellendige omstan
digheden moeten zij rijksbelasting betalen.
Wee, wee over de tegenwoordige tijden 1
Ik ben arm en onontwikkeld en mijn pen
is niet bij machte, neer te schrijven wat ik
gevoed. Toch zult gij mij wed begrijpen."