LEID3CH DAGBLAD. Z VTÊ53DAC 13 AUG JSTUS. - TWEEDE BLAD; Anno llJ64 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De erfgename van Desmond. No 13642 In hot Augustus-nummer van Stemmen voor Waarheid en Vrede bespreekt dr. Bronsveld in zijn „Kroniek" do ver verping van de Wet op liet H o o ge r Onderwijs door de E e r a t e K a m er. Ook hij wcmscht in de eerste plaats hulde te brengen aan do rede van den heer Van Boneval Faure, al meent hij, dat zij mis schien nog krachtiger geweest was, indien een en ander er niet in waa voorgekomen. Maar wat hij met grooto ingenomonheid zag aangewezen door den heer Faure, waa de aard van de zich noemende Vrije Uni versiteit. „Zij" zegt de heer Bronsveld „heeft van den beginne onder een onwet tige vlag gevaren. Zij is nooit anders ge weest dan een „inrichting van Hooger On derwijs." De wet op het Hooger Onderwijs kent geen „vrije" universiteiten on zeker geen universiteiten met 3 faculteiten en dan nog wel faculteiten met één hoogleeraar. Zy, die met deze inlichting niet waren in genomen, hebben niet ingezien wat de hyp- notiseorende kracht kon wezen van een naam. Door het wooid „Pacificatie" liet men in 1887 zich verleiden om de volksschool los te laten en nu wordt de akker van het Onderwijs overheerd door allerlei scholen, die de „vrijheid" nemen om de Staatsschool te verdringen. In 1887 heeft de liberale par tij zichzolve verzwakt op een wijze, die haar dood wel ten gevolge zal hebben. Zij zal gereconstrueerd moeten woiden, om tc blij ven leven." Over de ontbinding der Eerste Kamer zegt do „Kroniok"-schrijver „Do Eeiste Kamer is nu ontbonden, om dat zij haar stem onthield niet aan een wet, welke geheel het regeeringsbeleid raakte, een organieke wet, waarmee een mi- md&terie staan of vallen moet. Neen, het gold hier niet do regeling van ons onderwijs in zijn geheel, of van het geheele hooger-on- derwijs in het bijzonder. Ieder weet, dat het aanhangig ontwerp voornamelijk beoog de een bevoorrechting va® do zoogenaamde Vrije Universiteit. Zij moet en zij zal (dit wil dr. Kuyper1) er boven op. Nu of non it. Duizenden rechtzinnige christenen in den lande gevoelen niete voor dio inrich ting. Haar eigen geestverwanten lieten haar tot hedan niet uitgroeien tot iets dat den naam van universiteit verdiende. Maar nu heeft dr. Kuypr het er op gezet-, dat zij zal gelijken op hetgeen zij heet te zijn. Bleek de Eerste Kamer niet gezind, dat liovclinga- idee van den heerachzuchtogen minister te helpen verwezenlijken, welnu, dan moest zij maar wijken. En zoo moot allee in don lan de bukken voor don wil van één man, wiens waar karakter hoe langer hoo meer in het licht treden zal. D'ij bekommert zich niet om don raad van zijn geestverwanten als Lehman en Woltjer, dio een anderen weg aanbevalen om hetzelfde doel te bereiken. Neem, s i c vol o, sic jubeo. Aan den wil van dr. Kuypor moet de Troon, moot dc Eerste Kamer, moet hot land zich onderworpen, en zijn wil is hierdeoffectusoivilis zal worden verlcand aan zijn „vrije uni versiteit." Deze gebeurtenis acht dr. Bronsvold be denkelijk met hot oog op het prestige fier Kroon en hij motiveert dit oordeel aldus: „Het heeft verwondering gewekt, dat de teimijn tusschen de stemming in de Eerste Kamer en de onderteekening van het besluit tot ontbinding van dit hoogo Staatslichaam, zoo kort is geweest-. Het blijkt uit niets, dat H. M. de Ko ningin cenigo tijd van beraad is gegund ge worden. Noch dc voorzitters der Kamers, nooh do president van den Raad van State Bellijnen gehoord tc zijn. Dr. Kuyper heeft den uitgedrukten wil van het ministerie kenbaar gemaakt aan de Koningin en in ecm ommezien was het doodvonnis der Ka mer geteekend. Hebben wij dan een Souve- roino, die altijd haar handteekening te plaatsen heeft onder de besluiten, welke een ministerie haar voorlegt? Wanneer Haro Majesteit eens getoond had, dat zij maar niet ineens besluiten kon tot een maatregel, die na 18*18 niet is geno men; wanneer zij tot den president-minister had gezegd: „Ik wil mij beraden, ik wil niet den schijn op i. ij ladeD, alsof adviezen van mannen als de heer De Savomin Loh- man en zoo vele andere bekwame vrienden cn raadslieden van mijn Moeder en mi^n Vader bij mij niets wegen; ik wil Koningin wezen niet voor een partij, niet voor een kleine, misschien toevallige meerderheid en wcnsch daarom geen geweldige middelen, geen stappen, die, zoo zij al niet revolutio nair zijn, dan toch zeer zeker exceptioneel moeten blijven" zie: dan zou dat voor velen een reden te meer zijn geweest, om in ons Koningsschap het palladium te zien van onze protestantscho on oonstitutioneele vrijheden." Maar dc „Kroniek"-schrijver acht deze ontbinding ook gevaarlijk met het oog op onze constitutie. „Zeker" zegt hij „de lettor der Grondwet geeft aan de Regeo- ring het iecht om te doen, wat ze nu ge daan heeft, maar de geest onzer constitutie (het blijkt ook uit de historie') gebiedt daartoe slechts als uiterste maatregel over te gaan. Immers: „Het is tot heden voor ons allen een re den van gerustheid geweest, dat wij een Eerste Kamer hadden. Haar zuster, onmid dellijk voortgekomen uit een verkiozings- act-ie, is onstuimiger, hartstochtelijker van aard; zij, de Eerste, staat niet zóó direct bloot aan de ebbe en den vloed der volka- meening. Tegen den stroom van reactie en rovolutie staat zij pal als een dam; tegen onbesuisde aanvallen van onze vastigheden vormt zij een bolwerk. Maar zij houdt op dat alles te zijn, wanneer zij niet wordt dan wat de tender ïb van een locomotief, vast gehaakt en medcgesJeept, of, wanneer zij als een locomotief gesteld wordt op een draai schijf, en na elke verkiezing wordt omgezet. Dan mist zij haar reden van bestaan. Dan kunnen wij zulk een verlengstuk, zulk een verkorte editie van de Tweedj> Kamer wel missen. Maar dan hebben wij een waarborg te minder, dat wij niet zullen worden over geleverd aan do uitspraken van de verkie zingen zonder meer. Dan stuuit een eerzuch tig minister-president, eon partij-ministerie de geheole regeeringsmachino in ^zijn rich ting. Alle vastigheid, alle kracht, welke ï-n continuïteit en kalmte steekt-, wordt ver nietigd." De Standaard gaat nog eens na de ge schiedenis van de behandeling van deHoo. ger-On d e 1 wij s-n o vol 1 c in de beide Kamers der Staten-Generaal en noemt het vaststaande, dat do oppositie werd gevoerd niet tegc® een bijzaak, maar tegen do grondgedachte van het Ontwerp, de vrijma king van het Ondoiwijs in al zij® vertak kingen. „Het Bijzonder Onderwijs voor de wet gelijk, dat is het ware, waarop moet aangestuurd, het beginsel, dat moet gerea liseerd. Op dion weg nu deed dit ontwerp een zeer bescheiden stap, cn tegen dat be ginsel ging do felle tegenstand. Dat bcginBol nu is eon der hoofdbegin selen van hot algemeen beleid, dat dit Ka binet bij zijn optreden als het zijne heeft doen kennen. Trouwens, dit beginsel zit met het Christelijk standpunt zóó ten nauw. ste saam geweven, dat men er do anti-revo lutionaire partij meer dan eens eon verwijt van maakte, dat ze eigenlijk geen staatkun dige partij in den vollen zin des woords, maar slechts een school-par tij was. Dat het bij dit vraagstuk alzoo geen inci denteel politiek verschil, maar wel terdege ce® hoofdbeginsel van het Regeeringsbeleid gold, staat buiten alle kijf vast." ...Zij, die het grondwettig bezwaar moti veerden, kunnen dit slechts volhouden dcfor te beweren, dat hier een politiek partij- wetje was ingediend, om een bepaalde in richting voor Hooger-Onderwijs er wat bo venop te helpen. Maar zij, die dit bekrom pen standpunt beneden zich achten, de zaak nemen zooals ze is, on dit ontwerp opvatten als een zeor gematigde en gerechtvaardigde uitwerking van het algemeen Staatkundig beginsel van vrijheid van Onderwijs, zij moeten het beweren, als zou do jongste ont binding in strijd zijn met de Grondwet, on verbiddelijk laten vallen. Men kan zijn voor Onderwijs als tak van publieke® dienst of voor Onderwijs als een HO) „Groote Hemel I Wat vertelt ge toch?" ifiep Raymond doodclijk verschrikt Fluisterend vertelde Ooralie met enkele woorden haar vreeselijk verhaal. „Wat kunnen we doen om hom te red- 'den?" zeide Gypsy, terwijl haar do tranon tegen wil en dank in de oogen sprongen en rij over het geheele lichaam beefde. „Kapi tein Raymond, ik heb u geholpen om het liefste wat gij op aarde bezit, voor u te red den, redt gij nu hem voor mij I" „Dat zal ikl Waarlijk, dat zal ik. Blijf hier niet langer staan, we moeten ons haas ten. Denk eons oven wat er voor ons op het êpel staat." Zij snelden de achter do geheime deur ver borgen trap af, het park door, naar het hek. „Dus Eleonora Desmond leeft Eleonora Desmond is niet dood," herhaald© Raymond onder het voorwaarts snellen. „Hot was dus niet haar geest-, maar zijzelf, in levenden lij ve, di© wij ia 'do oudo gang zagen. Dan was tij het ook, die ik langs het strand en de Doodenbaai achtervolgd heb, tot aan de herberg „De Vier Winden". Naar alle waar schijnlijkheid is zij daar nog." „O, laten wij daarheen gaan!" smeekte Ooralie. „Raymond, zij is mijn moeder en *k ik heb daar nooit en nimmer :ets van vermoed. Ik was dus dat kind, dat gedoopt werd dien nacht van haar spoorloos ver dwijnen. O, kom, kom! Wij moeten haar .vindon; het leven van dien man moet ge red worden 1" Snel liepen zij voort, geen licht was er in het kasteel te zien, geen levend wezen was te bespeuren. Even buiten het hek stond een rijtuig gereed. Gypsy Darko sprong er liet eerst in. Raymond hielp Co- ral io instijgen. „Rijd zoo snel ge kunt naar de herberg, Vamey 1" riep hij tot den man op den bok. Onder het rijden vertelde Coarlie uitvoe riger allee omtrent haar verblijf op „De Rust." „Ik ben overtuigd," zoo eindigde zij, „dat kolonel Desmond mij in Europa in een of ander groot krankzinnigengesticht wilde opsluiten. Roberts, die heilig aan mijn krankzinnigheid bleef geloowen, niet tegenstaande ik haar op mijn knieën ge smeekt heb niet te twijfelen aan wat ik haar verteldo, heeft zich zoo iets loten ont vallen. Eén ding is mij oahter oen raadsel en dat is, waar mijn oude kwelduivel juf frouw Vann gebleven ds. Waarom is zij niet met mijn oppassing e® verzorging belast ge worden?" Raymond vertelde haar nu op zijn beurt van zijn bezoek bij dr. Dene en wat hij daar van juffrouw Yann geoion had. Coralie sidderde. „Is zij waarlijk krankzinnig of zou het een wraakneming van den dokter zijn?" mompelde Coralie, „dat zou ik weleons wil len weten. In ieder geval ben ik vreeselijk gewroken." „En nu," zei Raymond, haar tot zich trekkende, „nu is alle ellende geleden. Ik ken een ouden predikant, die mijn leeraar geweest is, toen ik een jongen was. Hij waoht ons en zal ons huwelijk inzegenen. Zoodra wij in de herberg geweest zijn, eigen recht van 8ouvereiniteit in eigea kring der Yrije Maatschappij. Maar nu dit laatste beginsel en in 1901 en in 190-1 bij de verkiezingen heeft gezegevierd, nu de Twee de Kamer er haar adhaesie aan betuigde, nu kan men de ontbinding der Eerste Ka- mer, dio er zich tegen verzette, niet als on grondwettig brandmerken. Zoo doet slechts wie ook in de politiok spijkers op laag water gaat zoeken. Maar geen van ma® van principieel en grondig inzicht komt mot zulkb beweringen roet wer pen in een eerlijk verdiend cn langs wetti gen weg bereid politiek gerecht-." De Nieuwe Arnhem*cht Courant vergelijkt minister Kuyper met Keizer Napo leon III, die ook zijn gezag op een staats greep vestigde. Wel kan van minister Kuyper niet gezegd worden dat hij den wettelijke® weg heeft verlaten; de lettor de-r wet stelt hem in 't gelijk, doch niet minder dan de toenmalige president der Fransche Republiek, die do beide takken der volksvertegenwoordiging met geweld ontbond, handelde hij door de ontbinding der Eerste Kamer tegen den geest der wet Het was een gewelddadig in grijpen, door geen landsbelang, maar uit sluitend door partijbelang gewild; een re volutionair breken met de traditie van een halve eeuw; een miskenning van do taak ■aan onzen Senaat opgedragen en waarvoor de jongBt© liberale rogeering zioh nog had gebogenhet scheppen van een precedent, van een voorbeeld, dat ongetwijfeld to eenL ger tijd zal worde® nagevolgd. „Zij die er zich steeds op laten voor staan do hoeders te zijn van Het Geeag, hebben dat Gezag verlaagd, vernederd, zoo- als het door gee® socialisten en anarchiste® erger kon geschiede®. Zij hebben het voor ieder duidelijk gémaakt, dat het Gezag be rust bij den sterkste, bij die partij, welke over het- grootst aantal stemmen lxsohikt e® dab deze gerechtigd is elkon tegenstand tege® haar gezag te breken. En zooals Louis Napoleon zich beriep op de 7 millioen stemmen, welke hem allo schuld kwijtscholden, zoo beroepen zich thans reeds de ministerieel© organen, en zal ook do Premier zich beroepen op de meerderheid van stemmen, welke zioh voor hom cn zijn staatkunde verklaarde. Wij begrijpen volkomen, dat ec® blad als De Nederlander niet door het succes ver blind on de consequenties doorziende, door andere® uit deze rogeeringsdaad te trekken, do beteekenis dor ontbinding tracht te ver minderen. Doch zij zal niet. kunne® voorko men, dat men zich te eeniger tijd zal be roepen op het voorbeeld, door deze Rogee ring gegevc® voor do boworing, dat men ge rechtigd is den wettigen tegenstand van de organen van het Gezag te breken, zoodra deze ec® vermeend landsbelang, of wel den wil dor sterkste partij in don weg staan. De leider dor anti-revolutionairen heeft aan do rovolutionairen den weg gewezen en men kan er van verzekerd zijn, dat de los niet tevergeefs zal blijken." Als meer nabijliggend gevolg ziet schr. versterking van het katholieke en oonsorva- tief-cloricale element in den Senaat. „Ongetwijfeld zal moer da® één onzer partijgenooten, dio destijds (1883'91)de sa menwerking als een nadeel en erger qualifi- cecrde, zich nu er over verheugen, dat het zóó on niet andere geloopen ie 1" Dus schrijft Tiet Centrum in het No. va® 5 Aug., naar aanleiding van do verkiezing voor de Eerste Kamer, waarbij do liberale aftredende leden va® Zuid-Holland „óón voor één werden weggokegold." Inderdaad bestaat er voor de partijgenoot, ten van het r.-k. blad alle rede® zioh to verheugen. Afgezien toch van den uitslag in Overijscl, beschikken zij thans reeds i® do nieuwe Kamer over 17 stemmen, tegen de antir. 10 en de chr.-hist. 2, wat wil zeg gen, dat zij i® de coalitie do overwegende meerderheid hebben, nl. 17 tegen 12 voor de protestantscho groepen. In de Tweed o Kamer is de verhouding iets minder gunstig, nl. 25 tegen 23 antirov. en 10 chr.-hist.toch is ook dóór hun in vloed op de stemming voldoende om dc Re geering te dwingen hun ter wille to zijn. Men kan dus gerust zeggen, dat de r.-k. gaan wij daarheen." Nog eer hij uitgesproken had, hield het rijtuig bij „De Vier Winden" stil. „We zijn er 1" riep Gypsy. Zij sprong uit en begon op do oude deur te beukon nog eer de anderen het rijtuig verlaten hadden Zooals Raymond wel voorzie® had, deed niemand open. De herberg zag or weder oven eenzaam en verlaten uit als dien nacht, toen hij de geestverschijning der waarts achtervolgde. „Als Eloonora Desmond hier is", riep Gypsy, „dan zal ik haar vinden, al' moest ik het dak boven groot jee hoofd naar be neden halen. U zegt dat hot reeds een paar weken geleden is, 6edort u haar hierheem gevolgd zijt, kapitein Raymond? Ik ben benieuwd of het oude, slechte wijf niet sa-n kolonel Desmond verteld heeft, welken vogel zij in haar nob gekregen heeft." Het gelukte Raymond het luik van de oude, verlaten gelagkamer open te krijgen. Hij koek naar binnen, alles was duister. „Grootje en de kolonel rijn vuur e® vlam; daar is haar kleinzoon schuld van. Zij zal niet meer in zijn kaarten spelen, dat kan ik u verzekeren. Ik denk, dat het het beste zal zijn, wanneer een va® ons, juffrouw Darke bijvoorbeeld, het eens aa® de achterzijde gaat probeeren, daar bier onze pogingen toch tevergeefs rijn." „Dat doe ik", zei Gypsy. „Goede Hemel, wat verliezen we een tijd. Waar kan die oude tooverheks toch zitten?" Zij snelde naar den achterkant van höt huis, beukte, hamerde en sloeg ook daar tegen deur e® venster, alles tevergeefs. „We moeten het raam van de gelagkamer stukslaan en daar door klimmen," zei Gyp sy tot Raymond. „Het slaat daar reeds staatspartij in de coalitie de sterkste stel ling inneemt c® do andere groepen be heers oht. De beteekenis van dit feit wordt te grootar, als men bedenkt, dat do hoofd macht der r.-k. partij in de beide Kamers is gorecruteerd uit het meest conservatieve" deel der bevolking. Wordt in de Tweede Kamer door de heoren Aalberse, Passtoors, Nolena, nog een kleine vooruitstrevende voorhoede gevormd, deze is tooh niet bij machte eventueel zelfstandig op te treden j en zal zioh bij alle belangrijke beslissingen moeten voegen naar de oonvervabiove hoofd macht; in de Eerste evenwol wordt zelfs dio voorhoede gemist e® de mindei reactionai re elementen, als de heere® Waterschoot v. d. Gracht, von Fisenne, Sassen, zij er niet opgewassen tegen de overgroot© meerder, beid der v. d. Bieeon, v. Lamswcerde, Ree kers." Schr. had nieuw bloed, gee® overdreven weelde in den Senaat geacht, maar had lie ver ander bloed gewenscht. En wat het aanzie®, het peil betreft, voor een college, waarin een v d. Bieson hot hoogste woord voert en geduld wordt, behoeft men geen te hooge eischen te stelle®. „Trouwens veel wordt voortaan ook niet va® deze Kamer verlangd. Al wat de meer derheid heeft te doen is volgens Patrimo nium het werk der Regeering goed te kou- ren. Iets anders wordt niet van haar ver wacht. De taak, het nieuwe lid mr. VaD Houten te staan, zal zij toch moeten over laten aan don Premier, wien dit beter is toevertrouwd. Dr. Kuyper heeft het zaad van gods diensthaat en revolutie met ruimo hand uit gezaaid. Welke de oogst zal rijn, dat lee- ron de oomraune en do strijd tegen do con gregaties in Frankrijk." De Residentiebode ie, naar aa®loiding van het bericht over het uur extra theorie, dat gedurende 14 dagen aan officieren, kader en minderen cener ge heele compagnie van het regiment gre nadiers on jagers is opgelegd, op kondöchap uitgegaan on moldt nu nador: „Reeds tijdens de vroegere korpscom- mandant het bevel voerde, kwam bij de hooge militaire autoriteit klacht op klacht in over het niet-nakomen dor verplichtin gen in bet openbaar cn op waoht, en ai- doende maatregelen worden einds lang be raamd, daar straf op etraf niet hielp en eolfs iTware straifon zonder uitwerking bleven. De tegenwoordige commandant wilde de zaak ernstig aanpakken on zon van meet af op maatregelen. Hij begon met d© offioie- ren bij elkaar te roepon en hen op het on houdbare van den toestand te wijzen. Hij meende, dat hot eerst© middel om daartoe te gerake® weczen zou, kader en mansohap- pen tot verhoogd plichtbesef op te wekken en riep daartoe aller meden vork in g in. Een maand word toegezien, maar er kwam geen verbetering. Do korpsooinmandant riep toen do subalterno offioieron bijeen, bracht hun hot gevaar van don toestand onder oogen en gaf hun nogmaals oe® maand, dus tot 1 Juli, gelegenheid om verbetering in die® geest te brengen, zon der dat hij forsahor ingreep da® streng blijven straffen. Hun word echter tevens er op gewezen, dat, bijaldien or na 1 Juli geen verbetering kwam, behalve de straf, aan de «huldigen opgelegd, zou worden overgegaan tot het opleggen van een uur oxtra-thoorie aan de compagnie, waarbij dio schuldigen zouden worden aangetrof fen. Het doel, met deze® maatregel be oogd, wee eerstens de kennis van hun plichten boter aan de soldaten in te scherpen en hen meer va® den geest van orde en tuoht te doordringen. Voorts was het doel, een solidariteitsge voel bij een geheele compagnio op te wek ken, zoodat, als het vergrijp, door onkelen gepleegd, op allen drukken ging, allen ook zouden meewerken, tegen herhaling van hot vergrijp op te komen. De feiten, dio gepleegd werden, zijn in derdaad niet slechts van mdlitair stand punt, maar ook in het oog va® don burger ergerlijk to noemen. Hot kwam toch her haaldelijk voor, dat schildwachten hun middernacht. Als we dien man, daar to Hampton neg willen redden, dan hebben we geen oogonblik te verliezen." „Dat is co® goed plan," antwoordde hij on op hetzelfde oogenblik vielen do ruiten kletterend op den grond. „Ik zal do deur -voor u opendoen I" riep Gypsy, als een kat naar binnen klauterend. Even later hoorden zij don zwaren ket ting losmaken, den grondel wegschuiven en stonden alle® binnen de muren der oude herberg. Het geraas van een en ander weergalmde door de leege vertrekken. Het gestamp van kruldran deed zich hooren, het schijnsel coner kaars viel door do reet eenor deur en aa® het einde der gang verscheen plotseling de gebogen gestalte van grootje Darke. „Wat is daar te doen?" krijBchte zij „Wie is daar?" „Ik ben het, Gypsy," antwoordde deze. XLIII. Gypsy!" riep grootje Darke, de kaars vlak voor het gelaat van het meisje houden de. „Waarachtig, het is aoo 1 Dus zijt ge hier eindelijk uit eigen, vrije beweging te ruggekomen 1" „Ja," antwoordde Gypsy, „en ik heb een paar vrienden medegebracht ook. Hier zijn ze." Grootjes gelaat betrok, toen zij Raymond gewaarwerd. „Ha! die man van de wet, dio douanen- kapitein. Hé 1 De mooie dame van Des mond ook God zegen e haar 1 Wat moet dat beduiden? Wilt ge eens maken, dat ge allo drie wegkomt I Dc wil u niet in mijn huis hebben." poet verlieten, bij hun post in het gras gingen liggen, bun schilderhuis bevuilden, meermalen in gesprek worden bevonden met zekere vrouwen on dat zij zich op do stoepen der paleizen rustig te slapen leg de®. Ja, het is zelfs geschied, dat de ge heele waoht mot het kador slapende werd gevonden, niet omdat er, zooals na ernstig onderzeek bleek, reden bestond tot ver- mooidheid, maar eenvoudig uit gebrek aoq. plichtbesef. De conclusie ligt voor de hand, dat ka- dor on minderen van afdceJingen, waar zoo iets herhaaldelijk voorkomt, het bewijs lo- i voren, hun verplichtingen niet te kennen en dringend behoeft© hebben aan ecuiigo uron extra-theorie. Vandaar is men gekomen tot den, door de hoogere Voiding toegepasten strafmaat- regel. Op een onzerzijds gestolde vraag bleek, dat er allerminst van voorbedachtheid of willekeur bij do keuze der oompognie spra ke kan wezen, maar dat, na horhoaldo waarschuwingen aaD alle®, toen b^si'otoo was toe to tasten, de eerste compagnio voor straftheorio word aangewezen, waar bij zioh weer een ernstig vergrijp tegen de tuoht had voorgedaan. Na doze toelichting gelooven wij, dat do afkeurondo uitlatingen, in sommige bladen ovor dezen maatregel opgenomen, zaohtst genomen aan onbekendheid met do waro toedracht der zaak moeten geweten wor den. Ook onze rechterlijke macht, eek rij ft het Weekblad v. h. Rechtis niet blind goble- ven voor de bezwaren, aan do korte vrijheidsstraffen noodwendig ver- bondon. Natuurlijk loont niet ieder ooile ge dit ovon duidelijk, maar in de recht spraak ton onzent zijn do bcwijzon van dit inzioht toch gemakkelijk te vindon. Vooral het gerechtshof to Leeuwarden is vast) overtuigd va® do nadeolon, aan al die kortdurende straffen noodwendig verbon den, on toont dit door in do gevallen die daarvoor in aanmerking kunnen komen, do in den eersten aanleg opgelegde geld boete tc veranderen in een, voor zoover na te gaan is, passende geldboete met zoo hoog mogelijke vervangende hechtenis. Hot dool van dit laatst© is natuurlijk om te voorkomen, dat toch ten slotte door nict-betaling van geldboete weer vrijheid straf moot worden ondergaan. Wordt dit dool bereikt? Uit ons welwil lend vorsbrekto gegeven blijkt, dat van de 60 gevallen, waarin gedurende do laatste vior jaren hot Hof do opgelegde gevange nisstraf in geldboete voranctarde, slechts in tweo do vervangende hechten is werd on dergaan, in één geval het recht tot ten uitvoerlegging der straf door verjaring is to-niet-gegaan, terwijl in dc overige 63 gevallen do geldboete word betaald. Deze uitkomst mag inderdaad een ge lukkige hecten. Jammer genoeg, zoo voegt onze berichtgever or bij, laat liet Wetb. v. Stria.fr. in slechte zeer beperkte mate op legging va® gold boete toe cn oefent ook d© regeling van do suhsidiairo hechtenis in art 23 Sw. een belemmerenden invloed. Bekend ie het borioH van Het (omtrent d© plannon dozer Rogeoring goed ingolioh- to) Centrum, dat de Minister van Finan ciën vooru<imens zou zijn in do behoefte aan versterking van 's Rijks 6ohatkist te voorzien door verhoo ging van den a o c ij n s op het gedis tilleerd en hot heffen van o p c o n- t e n van b o dr ij f s- en vormogensbo- la a t i n g. De Nieuwe Arnhemsche Courant kan heb echter niet aanvaarden en wacht nadero bevestiging af. „Ten vorigon jarc, bij do indiening dor begrooting, verrees do Minister voor do vor sterking der Middeloa naar de voorgenomen tariefsherziening, welke thans is ingediend c® waarvan een meerdere bate van bijna 10 millioen gulden wordt verwacht. Is nu, boven deze tien millioen, nog versterking van nood©; heeft do Minister l'eeron twijfe len aan de juistheid zijnor berekening wat d© meerdere opbrongBt betreft; of vreest —gwin wiiTHM li1 wjkwi 'A'rrriZ'ïz-t-.-'canam Dreigend hief zij do kruk op, „Dat helpt u allemaal niets," antwoord de Gypsy. „We zijn binnen on denken nog niet aan heengaan. Go hebt een gast, groot je, en dio moeten wo zien. Kom vooruit, kapitein Raymond, zo ie hier, daar ben ik zeker van. Volg mij maar." Grootje begon luidkeels te schreeuwen. „Terug! Torug 1 Ge zult haar niet zien. Wie heeft u hierheen gezonden om haar te halen Blaokweü Desmond Hij zal haar nooit, nooit weer zien. Mijn arme damo, arme damo, vlucht, vlucht! Ze komen u ha len I Vlucht 1" Grootje stevig vasthoudend, wierp Gyp sy eon dour open. Coralio on Raymond tra don hot vertrek in. Daar. dicht bij het vuur, zat ec® in het zwart geklcode vrouw, met marmerbleek gelaat, het zeldzaam lan ge, gitzwarte haar loshangend. Zij zat met de handon om do knieën geslagen, juist zooals Ooralie haar het laatst in dc hut in bot lx>sch gezien had. „Do geestverschijning dor oude, verval len gangl" mompelde Raymond, „Het Bp ook van de Doodenbaai I" fluis terde Gypsy. Mot een kroot van onuitsprekelijke liefde snelde de erfgename op de arme krankzin nige toe en knielde aan haar schoot neder. „Moeder 1 Mijn Moeder!" snikte rij, de armen orn haar taais slaande. „Mijn oigc® moedor 1" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5