Iets over het groeten. Vacantie en Reizen. behoort niet tot de bijzonderheden als er een £00 personen voor één krant tegelijk bezig zijn. De eigenlijke redactie werkt slechts met het hoofd; stenographs® nemen de gedic teerde opstellen op en werken ze met de Bchrijfmachine uit; de getypte kopij komt i® handen van de zetterij (alles gaat met de zetmachines)de vormen worden op de nieuwste wijze gestereotypeerd en de enorme pensen leveren de oplagen van 60, 100, 200 en 300 duizend exemplaren van 12, 16, 24, 'b Zondags van 36 en 48, met de gekleurde bijvoegsels zelfs van 64 pagina's in onge kend kort tijdsverloop af. Iedere redacteur heeft in de groote be weging een eigen zitkamer, piet schrijfma. chine, door een juffertje bediend. De re- ^'porters, voor zeker meer dan de helft da- caes, komen in de voor deze afdeel ing be stemde lokalen en er zijn bijzondere heere® of ook wel dames, dae de gegevens, vluchtig aangebeokand, uitwerken. Elke krant heeft een rijke bibliotheek, enkele zóó volledig, dat zelfs geleerden er komen hoepiteeren. Voor de morgenbtaden is de arbeid schier mtshnteiïd nachtwerk, maar de meeste -kranten komen, in opvolgende edities uit, heel den dag door. Niet alle, maar de groo- te bladen hebben eigen telegraafkabel en ontvangen het parlementair nieuws uit Washington, verslagen van groot© meetings of gebeurtenissen, telegrammen uit heel de wereld, deels ook draadloos, rechtstreeks in de brueatix. Voor de sporfc-afdeeling is een afzonder lijke inrichting gemaakt, die, ook naar ge lang de berichten inkomen, daarvan in de beneden-lokalen voor het publiek aanteeke- ningen geeft. Het is voor een Hollandsch journalist om te watertanden, als men van de betaling van redacteuren en medewerkers der groote bladen hoort; en voor een uitgever schijnt Amerika het land van belofte, want de op brengst der advertenties grenst aan het on gelooflijke; een krant, die succes heeft, is een goudmijn; de ondernemers van kranten worden dan ook gewoonlijk millionnairs. Men denke aan den man der World", Po- litaer, die als een dood-arme jongen uit Europa kwam, zich van de laagste sport 1 opwerkte en een der grootste persmannen •werd, die nu voor de oprichting van een universitaire inrichting tot opleiding van journalisten bij de Amerikaansohe hooge- scholen een millioen dollars heeft geschon ken en to£ meerdere offers voor dat doel zijn groot vermogen bcoft beschikbaar ge steld. Ik heb verscheid ene van de beste persman, nen ontmoet en met hen over de journalis tiek van gedachten gewisselZij hebben gansch andere opvattingen van hun taak dan ten onzent. Beter zijn dri in mijn oog wel niet, maar voordeeliger zeker en ge heel passend in het kader van het Ameri kaansohe leven en streven. Hollanders in het bijzonder, Europeanen in het algemeen, groeten door het afnemen van hun hoed. De zwartjes in Midden-Afrika halen een opgerold blad, waarop ze kauwen, uit hun mond en steken het ter verwelkoming in den mond van hun bezoeker. Op de kust van Guinea bieden ze den gast een snuifje zand aan. Een neger uit Luzon gaat, als hij een ken nis tegenkomt, op zijn linkerzij hangen en steekt gracieus zijn onderlip vooruit. De bewoners van Nieuw-Zeeland wrijven met hun neus tegen den dito van den gast. Een wilde stam uit Australië veegt met sijn voetzolen het gezicht van de vrienden, een andere blaast in hun ooren. De Nieuw-Hebridere gieten den gaste® wa ter op hun hoofd. En al die menschen vinden ons hoed-af ne men allerbelachelijkst. Wat zit er toch een massa in vormen 1 Om hun vorst te begroeten gaan de Wona Koengoe's van Oeganda lang-uit op den grond liggen en rollen in de modder heen en weer. Vijf minuten liggen ze op den rug, dan draaien ze zich vlug om, blijven vijf minuten op den buik liggen en duike len dan weer kopje in de modder. Van on der en boven met stof en vuil bedekt, staan ze op. In Perzië vallen, als de Sjah uitgaat, de onderdanen op de knie en raken met hun voorhoofd den grond aan. Een Turk, 'dae een bezoeker bijzondere eer wil bewijze®, raapt een handvol zand en strooit dit onder diepe buigingen op zijn hoofd. Pierre Loti schetst de komische begroetin gen van de Japanners in de afgelegen pro vincies. „Als ik wegging uit een gasthuis", schrijft hij, liepen de hotelier, zijn vrouw en de 'dienstboden te hoop om afscheid te nemen. Als ik dan in mijn rijtuig stapte, gingen ze op den grond liggen en riepen goede wenschen voor de reis. Keek ik maar hen, dan bogen de hoofden zich nog dieper en hun hoofden raakten den grond aan. En telkens weer, als ik mij omwendde om hen nog eens te zien, begon nen zij weer opnieuw hun betuigingen en veegden met de punt van hun neuzen den vloer." De Aziatische despoten trachtten dikwijls den Europeaansohen gezanten de Ooetersc-he vormen aan te leeren, maar de 'diplomaten waren er niet toe te krijgen. Een Fransch geeant aan het hof van den gTootmogol '(dit gebeurde in de 18de eeuw) had geweigerd voor den "Vorst meer te knie len. Deze was daarover buiten zichzelf en liet de deur, waardoor de gezanten moesten binnenkomen, zoover betimmeren, 'dat er nog slechts ruimte overbleef om met handen en voeten naar binnen te kruipen. De bewuste Fransche gezant echter was nog slimmer: hij kroop wol naar binnen, maar zóó, dat de grootmogol eerst zijn in de hoogte geslagen rokpanden en toen de verlenging van zij® rug te zien kreeg. Den dag daarop was de versperring verdwenen. De Oostersche gezanten bij Europeesche ho ven houden Langer vast aan hun gewone be groetingen. Een 8ohilderij van den schildeT Gérème stelt de ontvangst van Siameesche gezanten aan het hof van Napoleon III voor. De gezanten kruipen door de deur naar binnen en blijven voor den Keizer geknield liggen. W erkliedenvacanties in Engeland. Bij ons hebben wij niet het eigenaardige, sprekende en tegelijk goed-HolLandsche woord, dat de Engelsohman voor zijn „holi day" gebruikt. Wij hebben „vacantie", dat als begrip zeer duidelijk tot ons spreekt, maar import-Hol 1 andsch is; wij hebben verder „verlof", „vrijaf." Het En- gelsohe woord drukt voor allen, die er van profibeere®, zoo typisch uit de arboidson- derbreking, niet alleen voor den ambtenaar en zakenman, maar ook voor 'den kantoor bediende en den handwerksman in den meest uitgebreiden zin. Bijna iedereen, van den grootste tot den kleinste, „holidayt" er in Engeland op zijn tijd. In Lancashire bijvoorbeeld, het beroemde textiel-gebied, hebben de fabriekseigenaars zich verbonden, hun bedrijf gedurende de „holidays" één of twee weken geheel stop te zetten. Gewoonlijk is er vijf dagen slui ting met Pinksteren en een langere tijd in Augustus. Glasgow kent eveneens een twee weken langen „holiday" in Augustus en ook de meeste mijndistricten volgden dit voorbeeld. Evenzoo gaat het in het huise lijk bedrijf; want een zomerverlof van eeni- ge weken is iedere mevrouw verplicht aan haar dienstmeisje te geven. En dan is het aardig te zien zooaJs ge heel een volk zich voorbereidt op dezen prachttijd in het verschiet. Het geheele jaar wordt er gespaard en geregeld weke lijks in de vacautie-kassen gestort; met het aanbreken van de „holidays" heeft de uit betaling plaats. Dat de aldus bijeengebrachte fondsen aanzienlijk kunnen zijn, blijkt uit een op gave uit het district Oldham, waar op deze wijze den laasten zomer rond twee millioen gulden verdeeld kon worden; in district Blackburn bracht men het tot 600,000 gld. maar zelfs de kleine districten, als bv. Hey- wood, Kamsbotfcom, Colne, enz. brengen het tot 80,000, 120,000 gulden. Bij elkaar rekent men, dat ongeveer 6 millioen uitgegeven wo-rdt als Lanscashire op „holiday" gaat. Nu is het katoendistrict Lancashire wel het kapitalistische onder de arbeidersbe volking van Engeland. Maar toch zijn er, om zoo te zeggen, geen streken te vinden, waar niet zuinig gespaard wordt en in de vaoantie-kassen gestort wordt om een vol potje bijeen te hebben als de tijd daar is. De arboidgevers werken dit Bparen voor den „holiday" zooveel mogelijk an de hand. In Engeland hebben zij reeds lang inge zien. dat het voordeelig is niet slechts de ijzeren, maar ook de menschelijke machine van tijd tot tijd te oliën, opdat rij later te gemakkelijker zal loopen. V acantie-koloniën. Er is een andere groep vacantie-men schen. Dat zijn de vacantie-koloniën, waar aan dan gewoonlijk het idee geeondheids- koloniën wordt toegevoegd. De Amsterdamsche koloniën bijv. genoten in 'dezen onvolprezen zomer reeds vol-op van het aldaagsche mooie weer. Reeds keer den twee kolonies na een drieweeksch ver blijf uit Zandvoort en Soest terug, en men had ze moeten zien, de verbazing eerst, de innige blijdschap dan, waarmee de moeders bij den terugkeer hun bruin-gebrand© kin deren aan den trein kwamen verwelkomen. De Amsterdamsche vacantie-kolonies werken nog altijd op kleine schaal. De kinderen en hun ouders behoeven niet te sparen,... de opneming wordt door de Yer- eeniging betaald;... maar d© kae is ge woonlijk niet rijk voorzien. Het is d© oude geschiedenis. Met veel genoegen kan melding worden gemaakt van een Yaoantie-kol'onie, die niet te klagen heeft over zuinige kasmiddelen, maar onbekrompen alle sollicitantjes kan uitzenden. Het is de Berlijnsohe Yereeniging voor Yacantie-koloniën, die dit jaar haar vijf- ea-tw in tig jarig bestaan viert en ter eere daarvan door 'de burgerij rijkelijk begif tigd werd. Zoo kon zij dit jaar 400 kinde ren méér uitzenden; dit is ongeveer het ge heele cijfer van de Amsterdamsche vacan- tiekinderen 1 En zoo zullen dit jaar 4689 Berlijnsche jongens en meisjes, 'die vacan tie met frissche bosoh- of zeelucht het meest noodig hebben, worden uitgezonden. Dezen worden verdeeld over 110 land- en zee-kolo niën. Nu dient echter tegenover het ongunstige Amsterdamsche cijfer te worden opge merkt. dat verschillende groote Berlijnsche nijverheid sondern em ingen en handelshuizen de kinderen van hun ondergeschikten in de gelegenheid stelden van deze vacantie- reizen gebruik te maken. De Berlijnsche Vcreeniging wordt dan in den arm geno men en zoo gingen dit jaar buiten bezwaar der eigen kas, maar onder haar contróle, mede 162 kinderen van de „Berl. Allgem. Electrizitats-Ges.", 125 van de Armenbe sturen, 100 van de Weeshuizen, 42 van we duwen1 van postbeambten. Ook de spoor- wegvereeni gingen zenden jaarlijks haar kinderen mee. De drukste dag was een der Julidagen, toen in afzonderlijke treinen van het Stet- tiner station 700 kinderen naar Mecklen burg en 600 naar Rügen gingen. Het zijn mooie cijfers! Reisraadgevingen in de vorige eeuw In 1810 verscheen in Salzburg een boekje van Mathias Oberhöfer, waarin den rei- zenden allerlei raadgevingen worden gege ven, die wanneer de „goeie ouwe" reasma- nieren al uit den tijd zijn geraakt, toch oml haar originaliteit nog wel eens in herinne ring mogen worden gebracht. De gemoedelijke Oberhöfer is van mee ning, dat slechts hij moet reizen, die gezond is en tegen geenerlei bezwaren opziet; en gaat dan voort: „Steek goed wat geld in den buidel, berg dezen echter niet in den zak, doch hang hem liever aan een ketting

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 10