No. 13623 Vrijdajp 33 «Juli. A". 1904 Ofïïeieele Kennisgeving. (Deze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Uit de „Staatscourant." De nieuwe Gouverneur-Generaal. FEUILLETON. De erfgename van Desmond. LEIDSCH DA&BLA PRIJS DEZER COURANTi Voor Lelden per weet 9 Oentsj per 8 maanden I f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waai agenten gevestigd rijn 1.30. Pranco per post1.66. PRIJS DER ADYERTENTIËNi Van 16 regele f 1.05. Iedere regel meer ^0.17^. Grootere lettors oaar plaatsruimte. - Kleine adrortentiSn van 30 woorden 40 Oents oontantelk tiental woorden meer 10 Oents,-Voor het incasseeren wordt/" 0.05 berekend. Burgemeester en Wethouders van Lelden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan W. J. OREYGHTON en rechtverkrijgenden tot het 'oprichten van een bewaarplaats van benzine ,jn het perceel Van-dor-Werf-straat No. 4, kad. bekend Sectie H No. 2299. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaateing in het fLeidsoh Dagblad". Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Bungeoioester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 22 Juli 1904. Directe RelaatiDgeii. De Burgemeester van Lelden brongt ter algemeene konnis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld het kohier der Personeele belasting No. 10 van den dienst 1904, executoir verklaard den 21aten Juli j.L, en herinnert voorts den belang hebbenden aan hun verpllchtlug om den aan slag op den by de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Lelden, 22 Juli 1904. de JACHT. Do Commissaris der Koningin •Provincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van do Gedeputeerd© Staten van don 28eten Juni 1904, No. 44; Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857 (Staatsblad No. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedepu teerde Staten is. bepaald, dat de afzonder lijke jaohten op waterwild voor dit jaar zullen worden geopend op Zaterdag den 30- sten Juli aanstaande, en dat mitsdien van idat tijdstip af de uitoefening der jachtbe drijven, vermeld in art. 15, litt. d, f en h, der wet op de jacht en vissoherij is geoor loofd; wordende tevens herinnerd aan de bepaling van art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en visschcrij in dozc Provinoie, krachtons welke dio jach ten niet andere mogen plaats hebben dan y en langs het water, mitsgaders op moerassige landen. En zal deze kennisgeving, in plano ge drukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmedo in het Provinciaal Blad en in de Neder- iandsche Staateoourant worden geplaatst. 's-Gravonhage, den 6den Juli 1904. De Commissaris der Koningin voornoemd, PATIJN. Leiden, 22 Juli. Volgens het nieuwo ontwerp tot gar- Jiizociisindeeling van het Nederlandsche le ger komt te Leiden een batterij veld-artil- lerie meer in garnizoen en in Den Haag een minder. Voorts zal o. a. te Ledden eenigo uitbrei ding van kazernement van d© infanterie moeten plaats hebben. De heer H. van der Hoeven, arte te Leiden, wordt benoemd tot reserve-officier van gezondheid bij de landmacht. Het stafmuziokkorpa der marine zal van 624 Augustus a. s. een reis maken en vertoeven als volgt: te Leiden van68 Augustus; te Loosduinen '(ter gelegenheid van den Xlden Nationalen wedstrijd al daar) den 9den Augustus; te HellevoetsluiB van 1016 Augustus en te Amsterdam van 1724 Augustus. Do 25ste jaarlijksohe examens der Ne- derlandscke Toonkunstenaars-vereoniging zijn gisteren te VGrajvcnhage, in heb lo kaal ,,Pulahri Studio" ^ortgeaet. Alle candidaten zijn geslaagd t. w. Voor piano (lager onderwijs) mej. M. van den Brink, uit Utrecht. Voor solo-zang: de dames J. Riedel, uit Leiden, en H. E. J. Alma, uit Zeist. Voor koorzang: mej. E. Simons, uit 'e-Gravenhage. De minister van financiën, de heer Harte van Teoklenburg, begaf zich heden ochtend naar Het Loo. Door H. M. de Koningin is mr. Snij der van Wisseaikerko benoemd tot afge vaardigde voor Nederland in een bijeen komst van vertegenwoordigers der Bureaux vootr den industi ieeleu eigendom in ver schillende Staten, welke conferentie tegen 1 Augustus a. s. to Bern is bijeengeroepen voor den Zwiteerschen Bondsraad. H. M. de Koningin-Moeder heeft aan het zangkoor „Cantate Domino", te Baarn, vorgnnning verleend, haar op 2 Aug. a.a een aubade te Lr en gen. Wij vernemen, dab admiraal voa Kos ter aan H. M. de Koningin twee prachtige photographieën heeft aangeboden, "voor stellende het Duitsche eskader op de ree- de te Vlissingen. (N. JR. G.) De kapitein J. J. Verbrugh, van het 4de regiment infanterie, is benoemd tot ridder 3de klasse in de oide va<n St.-Anna. Giste rnamiddag to 4 uren kwam de orfprinses von Wied op het paleis Soesb- dijk aan. Zij was per dogcart van Scheve- ningen gereden en had te Hannelon van paard verwisseld. Zij werd eerst tegen half zeven op 't Paleis verwacht. De Koningin- Moeder was dan ook nog niet van haar rijtoer teruggekeerd on kon dus haar gast niet persoonlijk ontvangen. Gistornamiddag te 4.54 arriveerde gene raal Van Houtaz aan de halte Soastdijk tor audiëntie bij Hare Majesteit de Konin gin-Moeder. Aan het station wachtte Hr. M.'s Hofmaarschalk den generaal op. Ook de burgemeester van Soest was ter begroe ting aanwezig. Voor het perron stond de knapen-weerbaarheid „Klein maar Dap per" uit Hilversum in uniform geschaard on presenteerde het geweer. De generaal salueerde voor deze eigenaardige hulde van het legertje, dat uit Lilliput scheen te ko men. In een hofrijtuig reed de generaal naar het Paleis. Bij den ingang aan de zijde van Soest, stond een dichte menigte opgehoopt, die hem hartelijk toejuichte. Het rijtuig reed echter het Paleis voorbij om den ingang aan de zijde van Baarn in te rijden. Voor 't bordes gekomen, steeg de generaal uit en werd door don Hofmaar schalk naar de audiëntiezaal geleid, daar H. M. de Koningin-Moeder, die inmiddels was teruggekomen, haar gast opwachtte. De oud-president Steyn arriveerde gisteien te Deventer met don trein van 1.21 Staatsspoor on begaf zi<?h ten huize van notaris Imm ink. Van zijn voornemen om de heer en En- (klaar on dr. Houok, zijn oud-leoraren, be nepens den heer Van Heumen, bij wien hij tijdens zijn verblijf te Doventer woonde, te bezoeken, kon Z.H.Ed.G. wegens ver moeidheid geen gevolg geven. Genoemde heeron zijn door don heer Steyn ontvangen Ion huize van den hcor Immink. De waarnemend-burgemeester en het be stuur dec Ned. Zuidafrikaansche Vereeni- ging konden om bovengomelde reden niet worden ontvangen, hoewel de heer Steyn het voornomen zeer op prijs stelde. De heer en mevrouw Steyn deden een rijtoei door de stad. Gedurende den rijtoer braoht de heer Steyn nog even een kort bezoek aan mevr. de wed. Wisselink. Het gezelschap is per Holl. Spoor mot den tiein van 6,02 vertrokken. Gistermiddag te 6.19 is ex-president Steyn te Apeldoorn gepasseerd. Geduron- de het oponthoud aan het station werd hem door het bestuur der af deeling Apoldoom van de Zuidafrikaansche Vereoniging een bloemstuk aangeboden en werd hij door den voorzitter hartelijk toegesproken. De Ox-president antwoordde zóó welwillend In Holland te zijn ontvangen, dat hij niet hartelijk genoog daarvoor kon bodanken. Eenige dei aanwezigen zongen nog bet Tran6vaalsohe Volkslied, waarop de trein vertrok. Z. H. Paus Pius X heeft dezer dagen o.a. Staatsraad mr. Heydenrijok oontinua- tie toegekend van diens eerebetiekking als camerière segrèto di Spadk Cappk (goheim kamerheer met kap en degen.), Uit de beste bron wordt aan do „Midd. Ct." medegedeeld, dat de besprekingen tusschen den minister van Koloniën en generaal Van Heutsz tot volkomen overeenstemming geleid hebben, wat betreft de algemeene richting onzer koloniale politiek, waaromtrent by de a s. begrooting door den minister een nadere uiteenzetting zal worden gegoven, o. m. aan gaande de verdeeling der 30 millioen rente loos voorschot, verledon jaar door do Kamer toegestaan. Een rapport over de oconomiscbe toestanden op Java, thans nog by het depar tement in bewerking, moet hiorby tot leiddraad hebben gediend. Door B. en Ws. van Rotterdam is by den gemeenteraad een voorstel ingediend om op de bogrooting uit te trekken f 2000 voor het tydvak Ootober/Decembsr e.k. tot het ver strekken, rechtstreeks van gemeentewege, van voeding en sohoelsel aan schoolgaande kinderen ter bevordering van het schoolbszoek en tevens eon ontwerp-vorordoning, rogelonde de wyze waarop die verstrekking zal plaats hebben. Hef stoomschip „Timor", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 20 Juli te Po<rt-Said; de „Zeeburg" vertrok 20 Juli van Savannah naar Rotterdam; de „Her zog" (thuisreis) arriveorde 21 Juli te Suez; do „Statendam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 21 Juli Prawlepoint. Koudekerk. Door B. cn Ws. alhier is ter openbare kennis gebracht, dat de ijk en herijk van maten en gewichten zal plaats hebben in een der lokalen van de openbare I school alhier, op Maandag 1 Augustus a. a van 91/2 tot 12 uren en van 12 1/2 tot 3 1/2 uren en op Dinsdag 2 Augustus a.s. van 9 tot 12 on van 12 1/2 tot 2 urcn. NoordwJJk-aan-Zee. In do zaal van hot badhotel „Konijnenburg" gaf Noordwijks Zangkoor (directeur do heer C. B. Duystcr) gisteravond een uitvoering. Met het heer lijke zomerweder bood de zaal, die door open deuren met de veranda, gemeenschap had, een zeer gezellig zitje, vooral omdat elk tafeltje met een bloemruiker prijkte. Vele der becookors hadden dan ook in de veranda plaats gonomen, op die wijzo dubbel genietend. De verschillende liederen werden zeer verdienstelijk gezongen en do solo's goed voorgedragon. Het voornaamste stuk „Adonis Feier" bewees, dat er flink gestu deerd was en hot slotstuk Morgenliymne" werd ook zeer goed gezongen; evenals hot dameekoor „Goede nacht", dat uitmuntte door gevoel vollen zang en zuiverheid van toon. Eenige heeren en een dame uit Lei den waren zoo vriendelijk bij alt, tenor on bas tot versterking dier partijen mede te werken. De vioolsolo's van den heer O. B. Duyster en de fluitsolo van don directeur hadden een niet gering aandeel in het sucoes van den avond. Het schoon e weder was zeker oorzaak, dat de zaal slechts matig bezet was. Valkenburg. Gisteren had onder begun stiging van schoon zomerweer de boottocht plaats van hier naar Rotterdam, georgani seerd door de „Harmonie van Valken burg." To vijf uren 's morgens vertrokken, keende het talrijko gezelschap in de beste orde terug orgexoor e©D kwartier vóór middernacht. Noch het oponthoud voor de sluis te Gouda in de heenreis, noch dat aan de Vinkbrug tijdons den tocht huiswaarts konden do goede stemming bederven, ter wijl voorts de opwekkende tonen der mu ziek er den gang inhielden. Het geheel mag dus worden beschouwd als te zijn goed geslaagd. Bij Kon. besluit is, met ingang van 1 September, aan dr. L. H. Stijns, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan do rijks hoogore burgerschool te Ven- loo. Met den 25sten dezer: lo. aan den kapitein ter zee B. B r u tol delaRivière, op zijn verzoek, eervol ont slag uit den zeedienst verleend, onder toc- konning van pensioen cn het bedrag van het pensioen bepaald op 3150 's jaars; 2o. bovordord: tot kapitein ter zee de kapitein- luitenant ter zee P. H. Brocx; tot kapi tein-luitenant ter zee de luitenant ter zee lBto klasse E. de Haan, en tot luitenant ter zeo 1ste klasse do luitenant ter zee 2de klasse F. H. baron van Dedem. „Hot Vaderland" stolt voorop, dat gene raal Van Heutsz bij zijn vertrek uit Indiö, cn zedfs nog toen hij reeds in Den Haag was aangekomen gelijk do generaal zelf nadrukkelijk verzekerde van de zijdo van do raadslieden der Kroon niets verno men had van een voornemen tot zijn benoe ming. Toch beschouwde men zoowel in In- dië als in Nederland de benoeming van Van Heutsz reeds sodeit cenigon tijd als iets onvermijdelijks. Het Liad noemt di. benoeming con daad van grooto draagwijdte. Want hij is een man wiens ambtelijke loopbaan a bevordering bij keuze was, en van wien vooral de jongeren, (die vurig op zijn benocmig hoopten) weten, dat hij de bevordering bij keuze verheven hoeft tot een instituut, bij zijn trouwe paedehol- pers in don strijd, maar vooral in do pa- oificatio va.n Atjoh. „Zokor, bevordering bij keuze zal uit zondering moeten blijven, maai zo is bit ter noodig om Indië te voorzien van eenigo jongo, energieke, hoofdambtenaren. Do niet te ondorschattcn ondervinding, die do ouderdom geeft, weegt nimmer op tegen do frischhcid, de scheipto van <\nken, do durf van jougoron. „Men zegt, dat do benoeming van Van Heutsz zou botcekenen een vermindering van invloed der Algomeono Secretarie. Het zou ons niet verbazen. Doch, hoe dit alles zij, éón ding weten wij zokor, Van Houtaz zal bij do beoordeeling dei ambtenaren meer letton op hetgeen zij deden, dan op hetgeen zij rapporteerden, meer op hetgeen zij tot stand brachten, dan op hetgeen zij schre ven. „Een ambtenaar, dio blijkt een slecht be stuurshoofd te zijn voor dc bevolking, zal zich niet kunnen vei antwoorden met con verwijzing naar dc Staatsbladen ,dic hij allo zonder onderscheid met pijnlijke nauw keurigheid heeft opgevolgd. Ni t het klop pen der doode paperassen, ma: het klop pen van het levende hart zal bij Van Heutsz op den voorgiond staan." „Hot Vaderland" zegt ten slotte, dat het in Van Heutez niet slechts den man ziet die deed, maar ook don man, die doen zal. Hot „Nieuws van den Dag" schrijft: „De reeds sedert eenige dagen met span. ning verbeide benoeming dus een feit gewordon I Een gelukkige gebeurtenis voorzckci, die in Indië vooral mot groote vreugde zal wordon begroet. Generaal Van Heutsz heeft zich als legeraanvoerder, maai meer nog als regeerder, in Atjeh groote verdiensten verworven. Moge het hom gegeven zijn zijn groot© gaven dienstbaai te maken aan do belangen van Indië, die ook die zijn van geheel Nedeiland. „Ziedaar den wensch door den burge meester van Amsterdam aan het feestmaal uitgesproken, thans door deze benoeming reeds in vervulling gegaan." Ook het „Haagsche Dagblad" begroot do benoeming van Van Heutsz mot vreugde, nu hot zoo dringend noodig is, dat een energiek man verbetering brengt in don „ontredderden stand van zaken" in Indië. Den nieuwen landvoogd wacht nog zwaarder taak dan indertijd Van den Bosch. „Ontegenzeglijk vei keert Indië, Java vooral, op hot oogenblik in een periode van sociale evolutie, die alle L> it en toe wijding van den Gouverneur-Generaal en zijn ambtenaren vordert om in goede ba. nen te wordon geleid. Bovendien, waar mem het oog wendt of keeit, valt in Indiö broeiing en gistin: waar te nemen. Zelfs 77) „Mijn jongen 1 Mijn arme jongen 1" mom pelde zij met aschbleoke lippen. Kolonel Desmond trad op het bed toe, wierp een haastigen blik op zijn slapenden zoon en wendde zich toen naar de deur. „Hij is hier zeker goed verzorgd, met zoo veel verpleging om zich heen, veronderstel ikMoll Darke als ik u nog een goeden raad ma2 geven, trek uw hart en hand dan ook maar van uw beminnolijken kleinzoon af. Troost u met de gedachte, dat, hoe zwaar zijn straf ook moge zijn, hot nooit de helft is van wat hij verdiende te krijgen." >>Fn gijl" schreeuwde grootje, „welkestraf verdient gij, Blackwell Desmond? Zeg mij 'dat eensl" „Ik begrijp u niet, Moll, en daarbij gaat het niet aan om zoo te schreeuwen, ge zoudt onzen zieke wakker maken. En hoor eens wijfgo moogt razen, zoo hard go wilt over wat go gezien, vermoed of gehoord hebt, be wijzen kunt gc nicte, go kunt me niete doen. Wie zal 'daarenboven de verhalen van zoo'n half krankzinnige oude tooverheks, als gij rijt, gelooven? Ik ben rijk en sterk, gij arm en zwak. De wereld slaat niet licht geloof aan slechte daden van zoo iemand als ik ben. Uw tong kan mij nooit schaden, wees daar om v. ijs en zwijg." Zij antwoordde niet. Misschien was zij van de waarheid zijner woorden overtuigd, niaar aan de uitdrukking van haar leelijk, :_ollc Sozicht zou men dit anders niet zeggen. Zij verlieten te zamen het vertrek. Kolonel Desmond om huiswaarts te keeren en grootje met een kaars in do hand, ging de trap op naar haar bed op do vliering. Op do stoep ontmoette do eerste Raymond. „Ik vrees, dat go uw bruid nog niet ge vonden hebt," zeide kolonel Desmond spot tend. Raymond antwoordde hem slechts met een langen, standvastigen blik en sloot toen de deur achter zijn stiefvader dicht. Even later hoorde men kolonel Desmond wegrijden. De ander begaf zich daarop weder naar het ziekbed, maar vond zijn broeder nog steeds slapend. Hij ging nAar hot venster, schoof het gordijn ter zijde en keek naar buiten. Geen enkele ster was er aan het uit spansel to zien. Nog niet lang had hij daar gestaan, toen hij eensklaps, in het naar buiten stralend schijnsel der kleine lamp, de 6chaduw van een man meende te zien. Haastig verschool hij zich achter het gordijn. Een Meek, woest golaat drukte zioh buiten tegen het venster aan en keek met wilde oogen naar binnen. Het ongekamde haar was lang en vochtig. De man zag er ellendig en vervallen uit, toch herkende Raymond hem onmiddellijk als Stephen Darke. Eon enkel oogenblik bleef hij, zelf on zichtbaar, don moordenaar van zijn broeder bespieden. Hij zag hoe de schurk naar het bed keek cn er een doodelijke baat uit zijn oogen straalde. Ongetwijfeld had hij Arthur reeds lang dood en begraven gewaand. De uitdrukking van woede en teleurstelling, die zijn gelaat geheel verwrong, was waarlijk duivelsch. Met één sprong had Raymond het ver trek verlaten. „Roberts 1" riep hij tot de oude, trouwe huishoudster, die steeds binnen bereik was, „zorg voor mijn broeder 1 Varnoy I Hench man Gauw, een lantaarn en volgt mij De bandiet vlood in de duisternis weg. Raymond n zijn manschappen volgden hem. Maar geen sterren verlichtten den nacht, alles was ondoordringbare duister nis. Zij volgden, op goed geluk af, het ge luid der zich 6nel verwijderende voetstap pen; eensklaps hoorde men niets meer. Zij zochten in allo richtingen, het was tever- Er zijn wel twaalf wegen, die de kerel op zoo'n nacht als doze is, nemen kan," zuchtte Varney. „Daarenboven ziet hij het sohijnsel onzer lantaarn en iedere beweging, die wij er mee makon. Wij hebben dus niet de minste kans hem te snappen." Eindelijk en ten Laatste zag Raymond dit ook in. Langzaam en ontstemd keerden zij naar de herberg terug. „Zeg er geen woord van tegen die oude feeks in de herbergzei Raymond. „Denk daaraan. Hij kwam natuurlijk in do hoop haar te zullen spreken; hij zal binnenkort wel weer terugkomen, als zij ten minste niet in de golege~h?id gesteld wordt hem elders op te z oken. Zwijg 'dus als het graf." Juffrouw Roberts zat naast Arthur's le gerstede. Raymonds eerste vraag was „Is het oude wijf ben -.Men geweest?" „Neen," antwoordde Roberts, „zij is naar bed, boven op de vliering; ze kan daar niets gehoord hebben." Hierdoor eenigszins getroost, zond Ray mond de oude huishoudster weg en nam hijzelf zijn plaats ïaast zijn broeder weer In. Hij had er nog niet lang gezeten, toen Arthur langzaam do oogen opende. „Raymond, oude jongen 1" zoide hij met een flauwen glimlach, „ik vrees, dat ik het u mooi lastig gemaakt heb." „Mijn beste jongen, zeg dat toch niet. Den Hemel zij 'dank, dat ge er bovenop zijt en dat ge weer praten kunt. Hoe voelt go u vanavond?" „Beter, veel beter, ik begin mijzelf weer te herkennen. Raymond, ik heb u een cn ander te vragen en go moet mij antwoorden. Tracht mij niet te misleiden, en verbied mij het spreken niet, ik wil praten. Vóór alle dingen, heeft men iets van haar ont dekt?" „Meent gij Gypsy Darke?" Ja, ja." „Niets, Arthur, hoegenaamd niets." „Allertreurigst I" „Kom, beste jongen, maak u nu niet zenuwachtig. Drink uw 'drankje eerst eens, eer ge verder praat. Ik heb genoeg gehoord on gezien om te weten wat het meisje voor u is. Gelooft ge dan waarlijk niet, 'Jat ze Darke's vrouw is?" „Ik wil graag gelooven, dat zij gedwon gen is geworden een soort huwelijk mot hem aan te gaan, geldig kan dit echter nooit wezen en hoe onwillig het van haar kant gesloten is, bewijst haar opsluiting in het leouworiksnest. „Waar kan zij thans zijn?" „De Hemel weet het," zuchtte Arthur. „O, als die schurk mij maar niet had neer geveld I Raymond, zeg mij dan alleen nog hoe gij hier op dien nacht, in Smal ley's kleeren binnengekomen zijt. Waarlijk, in dien ooit iemand zijn leven aan een ander verschuldigd is, dan heb ik wel het mijne a. n u te danken." „Praat daar niet over. Smalley was de verrader, maar hij was beestachtig dronken en om te zien of wal hij ons zeide waarheid was, leende ik zijn plunje en zijn signaal-, fluit; zóó kwam ik binnen, Arthur, ik heb Stephen Darko zooeven nog nazien." „Hier?" „Ja, ik zag zijn gezicht tegen het ven ster, toen ge nog sliept. Ik heb hem achter na gezeten, maar door de duisternis geluk te het hem te ontsnappen. Arthur, denkt go dat ge nu sterk genoog zijt om mijn verhaal aan te hooren en mijn vragen te beantwoor den?" „Ja, o ja, stellig. Vertel me alles van al die jaren, dat we elkaar niet gezien heb ben, al die jaren, toen ikzelf niet wist of go nog leefdet." „Toen ik het kasteel Desmond verliet, vluchtte ik naar mijn voogd, een rijken rentenier, die aan do Hudson woont. Daar heb ik jaren later Coralio Desmond ont moet. Ik wist in het eerst ri Is van 'do huwelijksplan non, die men tusschen u en haar beraamd had. Ik beminde haar, zooals een man slechte eens bemint. Wij verloofden ons in stilte en zagen elkaar ook slechts in het geheim." Daarop vertelde hij Arthur de verijdelde ontvluchtingsplannen en dit met zooveel wanhoop in zijn stem cn met zulk een van smart verwrongen gelaat, dat Arlitur hem verbaasd en angstig aanstaarde. (Wordi t»#rt otgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 1