No. 13623
Vrijdajp 33 «Juli.
A". 1904
Ofïïeieele Kennisgeving.
(Deze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Uit de „Staatscourant."
De nieuwe Gouverneur-Generaal.
FEUILLETON.
De erfgename van Desmond.
LEIDSCH
DA&BLA
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Lelden per weet 9 Oentsj per 8 maanden I f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waai agenten gevestigd rijn 1.30.
Pranco per post1.66.
PRIJS DER ADYERTENTIËNi
Van 16 regele f 1.05. Iedere regel meer ^0.17^. Grootere lettors oaar
plaatsruimte. - Kleine adrortentiSn van 30 woorden 40 Oents oontantelk
tiental woorden meer 10 Oents,-Voor het incasseeren wordt/" 0.05 berekend.
Burgemeester en Wethouders van Lelden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
hen vergunning is verleend aan W. J.
OREYGHTON en rechtverkrijgenden tot het
'oprichten van een bewaarplaats van benzine
,jn het perceel Van-dor-Werf-straat No. 4, kad.
bekend Sectie H No. 2299.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaateing in het fLeidsoh Dagblad".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Bungeoioester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 22 Juli 1904.
Directe RelaatiDgeii.
De Burgemeester van Lelden brongt ter
algemeene konnis, dat aan den Ontvanger
der Directe Belastingen is ter hand gesteld
het kohier der Personeele belasting No. 10 van
den dienst 1904, executoir verklaard den 21aten
Juli j.L, en herinnert voorts den belang
hebbenden aan hun verpllchtlug om den aan
slag op den by de Wet bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Lelden, 22 Juli 1904.
de
JACHT.
Do Commissaris der Koningin
•Provincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van do Gedeputeerd©
Staten van don 28eten Juni 1904, No. 44;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den
Juni 1857 (Staatsblad No. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij voornoemd besluit door de Gedepu
teerde Staten is. bepaald, dat de afzonder
lijke jaohten op waterwild voor dit jaar
zullen worden geopend op Zaterdag den 30-
sten Juli aanstaande, en dat mitsdien van
idat tijdstip af de uitoefening der jachtbe
drijven, vermeld in art. 15, litt. d, f en h,
der wet op de jacht en vissoherij is geoor
loofd; wordende tevens herinnerd aan de
bepaling van art. 1 van het Reglement op
de uitoefening der jacht en visschcrij in
dozc Provinoie, krachtons welke dio jach
ten niet andere mogen plaats hebben dan
y en langs het water, mitsgaders op
moerassige landen.
En zal deze kennisgeving, in plano ge
drukt, worden afgekondigd en aangeplakt,
waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmedo
in het Provinciaal Blad en in de Neder-
iandsche Staateoourant worden geplaatst.
's-Gravonhage, den 6den Juli 1904.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
PATIJN.
Leiden, 22 Juli.
Volgens het nieuwo ontwerp tot gar-
Jiizociisindeeling van het Nederlandsche le
ger komt te Leiden een batterij veld-artil-
lerie meer in garnizoen en in Den Haag
een minder.
Voorts zal o. a. te Ledden eenigo uitbrei
ding van kazernement van d© infanterie
moeten plaats hebben.
De heer H. van der Hoeven, arte te
Leiden, wordt benoemd tot reserve-officier
van gezondheid bij de landmacht.
Het stafmuziokkorpa der marine zal
van 624 Augustus a. s. een reis maken
en vertoeven als volgt: te Leiden van68
Augustus; te Loosduinen '(ter gelegenheid
van den Xlden Nationalen wedstrijd al
daar) den 9den Augustus; te HellevoetsluiB
van 1016 Augustus en te Amsterdam van
1724 Augustus.
Do 25ste jaarlijksohe examens der Ne-
derlandscke Toonkunstenaars-vereoniging
zijn gisteren te VGrajvcnhage, in heb lo
kaal ,,Pulahri Studio" ^ortgeaet.
Alle candidaten zijn geslaagd t. w.
Voor piano (lager onderwijs) mej. M.
van den Brink, uit Utrecht.
Voor solo-zang: de dames J. Riedel, uit
Leiden, en H. E. J. Alma, uit Zeist.
Voor koorzang: mej. E. Simons, uit
'e-Gravenhage.
De minister van financiën, de heer
Harte van Teoklenburg, begaf zich heden
ochtend naar Het Loo.
Door H. M. de Koningin is mr. Snij
der van Wisseaikerko benoemd tot afge
vaardigde voor Nederland in een bijeen
komst van vertegenwoordigers der Bureaux
vootr den industi ieeleu eigendom in ver
schillende Staten, welke conferentie tegen
1 Augustus a. s. to Bern is bijeengeroepen
voor den Zwiteerschen Bondsraad.
H. M. de Koningin-Moeder heeft aan
het zangkoor „Cantate Domino", te Baarn,
vorgnnning verleend, haar op 2 Aug. a.a
een aubade te Lr en gen.
Wij vernemen, dab admiraal voa Kos
ter aan H. M. de Koningin twee prachtige
photographieën heeft aangeboden, "voor
stellende het Duitsche eskader op de ree-
de te Vlissingen. (N. JR. G.)
De kapitein J. J. Verbrugh, van het
4de regiment infanterie, is benoemd tot
ridder 3de klasse in de oide va<n St.-Anna.
Giste rnamiddag to 4 uren kwam de
orfprinses von Wied op het paleis Soesb-
dijk aan. Zij was per dogcart van Scheve-
ningen gereden en had te Hannelon van
paard verwisseld. Zij werd eerst tegen half
zeven op 't Paleis verwacht. De Koningin-
Moeder was dan ook nog niet van haar
rijtoer teruggekeerd on kon dus haar gast
niet persoonlijk ontvangen.
Gistornamiddag te 4.54 arriveerde gene
raal Van Houtaz aan de halte Soastdijk
tor audiëntie bij Hare Majesteit de Konin
gin-Moeder. Aan het station wachtte Hr.
M.'s Hofmaarschalk den generaal op. Ook
de burgemeester van Soest was ter begroe
ting aanwezig. Voor het perron stond de
knapen-weerbaarheid „Klein maar Dap
per" uit Hilversum in uniform geschaard
on presenteerde het geweer. De generaal
salueerde voor deze eigenaardige hulde van
het legertje, dat uit Lilliput scheen te ko
men. In een hofrijtuig reed de generaal
naar het Paleis. Bij den ingang aan de
zijde van Soest, stond een dichte menigte
opgehoopt, die hem hartelijk toejuichte.
Het rijtuig reed echter het Paleis voorbij
om den ingang aan de zijde van Baarn in
te rijden. Voor 't bordes gekomen, steeg de
generaal uit en werd door don Hofmaar
schalk naar de audiëntiezaal geleid, daar
H. M. de Koningin-Moeder, die inmiddels
was teruggekomen, haar gast opwachtte.
De oud-president Steyn arriveerde
gisteien te Deventer met don trein van
1.21 Staatsspoor on begaf zi<?h ten huize
van notaris Imm ink.
Van zijn voornemen om de heer en En-
(klaar on dr. Houok, zijn oud-leoraren, be
nepens den heer Van Heumen, bij wien hij
tijdens zijn verblijf te Doventer woonde,
te bezoeken, kon Z.H.Ed.G. wegens ver
moeidheid geen gevolg geven.
Genoemde heeron zijn door don heer
Steyn ontvangen Ion huize van den hcor
Immink.
De waarnemend-burgemeester en het be
stuur dec Ned. Zuidafrikaansche Vereeni-
ging konden om bovengomelde reden niet
worden ontvangen, hoewel de heer Steyn
het voornomen zeer op prijs stelde.
De heer en mevrouw Steyn deden een
rijtoei door de stad.
Gedurende den rijtoer braoht de heer
Steyn nog even een kort bezoek aan mevr.
de wed. Wisselink.
Het gezelschap is per Holl. Spoor mot
den tiein van 6,02 vertrokken.
Gistermiddag te 6.19 is ex-president
Steyn te Apeldoorn gepasseerd. Geduron-
de het oponthoud aan het station werd hem
door het bestuur der af deeling Apoldoom
van de Zuidafrikaansche Vereoniging een
bloemstuk aangeboden en werd hij door
den voorzitter hartelijk toegesproken. De
Ox-president antwoordde zóó welwillend
In Holland te zijn ontvangen, dat hij niet
hartelijk genoog daarvoor kon bodanken.
Eenige dei aanwezigen zongen nog bet
Tran6vaalsohe Volkslied, waarop de trein
vertrok.
Z. H. Paus Pius X heeft dezer dagen
o.a. Staatsraad mr. Heydenrijok oontinua-
tie toegekend van diens eerebetiekking
als camerière segrèto di Spadk Cappk
(goheim kamerheer met kap en degen.),
Uit de beste bron wordt aan do „Midd.
Ct." medegedeeld, dat de besprekingen tusschen
den minister van Koloniën en generaal Van
Heutsz tot volkomen overeenstemming geleid
hebben, wat betreft de algemeene richting
onzer koloniale politiek, waaromtrent by de
a s. begrooting door den minister een nadere
uiteenzetting zal worden gegoven, o. m. aan
gaande de verdeeling der 30 millioen rente
loos voorschot, verledon jaar door do Kamer
toegestaan. Een rapport over de oconomiscbe
toestanden op Java, thans nog by het depar
tement in bewerking, moet hiorby tot leiddraad
hebben gediend.
Door B. en Ws. van Rotterdam is by
den gemeenteraad een voorstel ingediend om
op de bogrooting uit te trekken f 2000 voor
het tydvak Ootober/Decembsr e.k. tot het ver
strekken, rechtstreeks van gemeentewege,
van voeding en sohoelsel aan schoolgaande
kinderen ter bevordering van het schoolbszoek
en tevens eon ontwerp-vorordoning, rogelonde
de wyze waarop die verstrekking zal plaats
hebben.
Hef stoomschip „Timor", van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde 20 Juli
te Po<rt-Said; de „Zeeburg" vertrok 20 Juli
van Savannah naar Rotterdam; de „Her
zog" (thuisreis) arriveorde 21 Juli te Suez;
do „Statendam", van Nieuw-York naar
Rotterdam, passeerde 21 Juli Prawlepoint.
Koudekerk. Door B. cn Ws. alhier is
ter openbare kennis gebracht, dat de ijk en
herijk van maten en gewichten zal plaats
hebben in een der lokalen van de openbare
I school alhier, op Maandag 1 Augustus a. a
van 91/2 tot 12 uren en van 12 1/2 tot 3 1/2
uren en op Dinsdag 2 Augustus a.s. van 9
tot 12 on van 12 1/2 tot 2 urcn.
NoordwJJk-aan-Zee. In do zaal van hot
badhotel „Konijnenburg" gaf Noordwijks
Zangkoor (directeur do heer C. B. Duystcr)
gisteravond een uitvoering. Met het heer
lijke zomerweder bood de zaal, die door
open deuren met de veranda, gemeenschap
had, een zeer gezellig zitje, vooral omdat
elk tafeltje met een bloemruiker prijkte.
Vele der becookors hadden dan ook in
de veranda plaats gonomen, op die wijzo
dubbel genietend.
De verschillende liederen werden zeer
verdienstelijk gezongen en do solo's goed
voorgedragon. Het voornaamste stuk
„Adonis Feier" bewees, dat er flink gestu
deerd was en hot slotstuk Morgenliymne"
werd ook zeer goed gezongen; evenals hot
dameekoor „Goede nacht", dat uitmuntte
door gevoel vollen zang en zuiverheid van
toon. Eenige heeren en een dame uit Lei
den waren zoo vriendelijk bij alt, tenor on
bas tot versterking dier partijen mede te
werken. De vioolsolo's van den heer O. B.
Duyster en de fluitsolo van don directeur
hadden een niet gering aandeel in het
sucoes van den avond.
Het schoon e weder was zeker oorzaak,
dat de zaal slechts matig bezet was.
Valkenburg. Gisteren had onder begun
stiging van schoon zomerweer de boottocht
plaats van hier naar Rotterdam, georgani
seerd door de „Harmonie van Valken
burg." To vijf uren 's morgens vertrokken,
keende het talrijko gezelschap in de beste
orde terug orgexoor e©D kwartier vóór
middernacht. Noch het oponthoud voor de
sluis te Gouda in de heenreis, noch dat aan
de Vinkbrug tijdons den tocht huiswaarts
konden do goede stemming bederven, ter
wijl voorts de opwekkende tonen der mu
ziek er den gang inhielden. Het geheel
mag dus worden beschouwd als te zijn
goed geslaagd.
Bij Kon. besluit is, met ingang van 1
September, aan dr. L. H. Stijns, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar
aan do rijks hoogore burgerschool te Ven-
loo.
Met den 25sten dezer:
lo. aan den kapitein ter zee B. B r u tol
delaRivière, op zijn verzoek, eervol ont
slag uit den zeedienst verleend, onder toc-
konning van pensioen cn het bedrag van
het pensioen bepaald op 3150 's jaars; 2o.
bovordord: tot kapitein ter zee de kapitein-
luitenant ter zee P. H. Brocx; tot kapi
tein-luitenant ter zee de luitenant ter zee
lBto klasse E. de Haan, en tot luitenant
ter zeo 1ste klasse do luitenant ter zee 2de
klasse F. H. baron van Dedem.
„Hot Vaderland" stolt voorop, dat gene
raal Van Heutsz bij zijn vertrek uit Indiö,
cn zedfs nog toen hij reeds in Den Haag
was aangekomen gelijk do generaal zelf
nadrukkelijk verzekerde van de zijdo
van do raadslieden der Kroon niets verno
men had van een voornemen tot zijn benoe
ming. Toch beschouwde men zoowel in In-
dië als in Nederland de benoeming van Van
Heutsz reeds sodeit cenigon tijd als iets
onvermijdelijks.
Het Liad noemt di. benoeming con daad
van grooto draagwijdte.
Want hij is een man wiens ambtelijke
loopbaan a bevordering bij keuze was, en
van wien vooral de jongeren, (die vurig
op zijn benocmig hoopten) weten, dat hij
de bevordering bij keuze verheven hoeft
tot een instituut, bij zijn trouwe paedehol-
pers in don strijd, maar vooral in do pa-
oificatio va.n Atjoh.
„Zokor, bevordering bij keuze zal uit
zondering moeten blijven, maai zo is bit
ter noodig om Indië te voorzien van eenigo
jongo, energieke, hoofdambtenaren. Do
niet te ondorschattcn ondervinding, die do
ouderdom geeft, weegt nimmer op tegen do
frischhcid, de scheipto van <\nken, do
durf van jougoron.
„Men zegt, dat do benoeming van Van
Heutsz zou botcekenen een vermindering
van invloed der Algomeono Secretarie. Het
zou ons niet verbazen. Doch, hoe dit alles
zij, éón ding weten wij zokor, Van Houtaz
zal bij do beoordeeling dei ambtenaren meer
letton op hetgeen zij deden, dan op hetgeen
zij rapporteerden, meer op hetgeen zij tot
stand brachten, dan op hetgeen zij schre
ven.
„Een ambtenaar, dio blijkt een slecht be
stuurshoofd te zijn voor dc bevolking, zal
zich niet kunnen vei antwoorden met con
verwijzing naar dc Staatsbladen ,dic hij
allo zonder onderscheid met pijnlijke nauw
keurigheid heeft opgevolgd. Ni t het klop
pen der doode paperassen, ma: het klop
pen van het levende hart zal bij Van Heutsz
op den voorgiond staan."
„Hot Vaderland" zegt ten slotte, dat
het in Van Heutez niet slechts den man
ziet die deed, maar ook don man, die
doen zal.
Hot „Nieuws van den Dag" schrijft:
„De reeds sedert eenige dagen met span.
ning verbeide benoeming dus een feit
gewordon I
Een gelukkige gebeurtenis voorzckci, die
in Indië vooral mot groote vreugde zal
wordon begroet. Generaal Van Heutsz heeft
zich als legeraanvoerder, maai meer nog
als regeerder, in Atjeh groote verdiensten
verworven. Moge het hom gegeven zijn zijn
groot© gaven dienstbaai te maken aan do
belangen van Indië, die ook die zijn van
geheel Nedeiland.
„Ziedaar den wensch door den burge
meester van Amsterdam aan het feestmaal
uitgesproken, thans door deze benoeming
reeds in vervulling gegaan."
Ook het „Haagsche Dagblad" begroot do
benoeming van Van Heutsz mot vreugde,
nu hot zoo dringend noodig is, dat een
energiek man verbetering brengt in don
„ontredderden stand van zaken" in Indië.
Den nieuwen landvoogd wacht nog zwaarder
taak dan indertijd Van den Bosch.
„Ontegenzeglijk vei keert Indië, Java
vooral, op hot oogenblik in een periode
van sociale evolutie, die alle L> it en toe
wijding van den Gouverneur-Generaal en
zijn ambtenaren vordert om in goede ba.
nen te wordon geleid. Bovendien, waar
mem het oog wendt of keeit, valt in Indiö
broeiing en gistin: waar te nemen. Zelfs
77)
„Mijn jongen 1 Mijn arme jongen 1" mom
pelde zij met aschbleoke lippen.
Kolonel Desmond trad op het bed toe,
wierp een haastigen blik op zijn slapenden
zoon en wendde zich toen naar de deur.
„Hij is hier zeker goed verzorgd, met zoo
veel verpleging om zich heen, veronderstel
ikMoll Darke als ik u nog een goeden raad
ma2 geven, trek uw hart en hand dan ook
maar van uw beminnolijken kleinzoon af.
Troost u met de gedachte, dat, hoe zwaar
zijn straf ook moge zijn, hot nooit de helft
is van wat hij verdiende te krijgen."
>>Fn gijl" schreeuwde grootje, „welkestraf
verdient gij, Blackwell Desmond? Zeg mij
'dat eensl"
„Ik begrijp u niet, Moll, en daarbij gaat
het niet aan om zoo te schreeuwen, ge zoudt
onzen zieke wakker maken. En hoor eens
wijfgo moogt razen, zoo hard go wilt over
wat go gezien, vermoed of gehoord hebt, be
wijzen kunt gc nicte, go kunt me niete doen.
Wie zal 'daarenboven de verhalen van zoo'n
half krankzinnige oude tooverheks, als gij
rijt, gelooven? Ik ben rijk en sterk, gij arm
en zwak. De wereld slaat niet licht geloof
aan slechte daden van zoo iemand als ik ben.
Uw tong kan mij nooit schaden, wees daar
om v. ijs en zwijg."
Zij antwoordde niet. Misschien was zij
van de waarheid zijner woorden overtuigd,
niaar aan de uitdrukking van haar leelijk,
:_ollc Sozicht zou men dit anders niet zeggen.
Zij verlieten te zamen het vertrek. Kolonel
Desmond om huiswaarts te keeren en grootje
met een kaars in do hand, ging de trap op
naar haar bed op do vliering. Op do stoep
ontmoette do eerste Raymond.
„Ik vrees, dat go uw bruid nog niet ge
vonden hebt," zeide kolonel Desmond spot
tend.
Raymond antwoordde hem slechts met een
langen, standvastigen blik en sloot toen de
deur achter zijn stiefvader dicht. Even later
hoorde men kolonel Desmond wegrijden.
De ander begaf zich daarop weder naar
het ziekbed, maar vond zijn broeder nog
steeds slapend. Hij ging nAar hot venster,
schoof het gordijn ter zijde en keek naar
buiten. Geen enkele ster was er aan het uit
spansel to zien.
Nog niet lang had hij daar gestaan, toen
hij eensklaps, in het naar buiten stralend
schijnsel der kleine lamp, de 6chaduw van
een man meende te zien. Haastig verschool
hij zich achter het gordijn. Een Meek, woest
golaat drukte zioh buiten tegen het venster
aan en keek met wilde oogen naar binnen.
Het ongekamde haar was lang en vochtig.
De man zag er ellendig en vervallen uit,
toch herkende Raymond hem onmiddellijk
als Stephen Darke.
Eon enkel oogenblik bleef hij, zelf on
zichtbaar, don moordenaar van zijn broeder
bespieden. Hij zag hoe de schurk naar het
bed keek cn er een doodelijke baat uit zijn
oogen straalde. Ongetwijfeld had hij Arthur
reeds lang dood en begraven gewaand. De
uitdrukking van woede en teleurstelling,
die zijn gelaat geheel verwrong, was waarlijk
duivelsch.
Met één sprong had Raymond het ver
trek verlaten.
„Roberts 1" riep hij tot de oude, trouwe
huishoudster, die steeds binnen bereik was,
„zorg voor mijn broeder 1 Varnoy I Hench
man Gauw, een lantaarn en volgt mij
De bandiet vlood in de duisternis weg.
Raymond n zijn manschappen volgden
hem. Maar geen sterren verlichtten den
nacht, alles was ondoordringbare duister
nis. Zij volgden, op goed geluk af, het ge
luid der zich 6nel verwijderende voetstap
pen; eensklaps hoorde men niets meer. Zij
zochten in allo richtingen, het was tever-
Er zijn wel twaalf wegen, die de kerel
op zoo'n nacht als doze is, nemen kan,"
zuchtte Varney. „Daarenboven ziet hij het
sohijnsel onzer lantaarn en iedere beweging,
die wij er mee makon. Wij hebben dus niet
de minste kans hem te snappen."
Eindelijk en ten Laatste zag Raymond dit
ook in. Langzaam en ontstemd keerden zij
naar de herberg terug.
„Zeg er geen woord van tegen die oude
feeks in de herbergzei Raymond. „Denk
daaraan. Hij kwam natuurlijk in do hoop
haar te zullen spreken; hij zal binnenkort
wel weer terugkomen, als zij ten minste
niet in de golege~h?id gesteld wordt hem
elders op te z oken. Zwijg 'dus als het graf."
Juffrouw Roberts zat naast Arthur's le
gerstede. Raymonds eerste vraag was
„Is het oude wijf ben -.Men geweest?"
„Neen," antwoordde Roberts, „zij is
naar bed, boven op de vliering; ze kan daar
niets gehoord hebben."
Hierdoor eenigszins getroost, zond Ray
mond de oude huishoudster weg en nam
hijzelf zijn plaats ïaast zijn broeder weer
In.
Hij had er nog niet lang gezeten, toen
Arthur langzaam do oogen opende.
„Raymond, oude jongen 1" zoide hij met
een flauwen glimlach, „ik vrees, dat ik
het u mooi lastig gemaakt heb."
„Mijn beste jongen, zeg dat toch niet.
Den Hemel zij 'dank, dat ge er bovenop zijt
en dat ge weer praten kunt. Hoe voelt go
u vanavond?"
„Beter, veel beter, ik begin mijzelf weer
te herkennen. Raymond, ik heb u een cn
ander te vragen en go moet mij antwoorden.
Tracht mij niet te misleiden, en verbied
mij het spreken niet, ik wil praten. Vóór
alle dingen, heeft men iets van haar ont
dekt?"
„Meent gij Gypsy Darke?"
Ja, ja."
„Niets, Arthur, hoegenaamd niets."
„Allertreurigst I"
„Kom, beste jongen, maak u nu niet
zenuwachtig. Drink uw 'drankje eerst eens,
eer ge verder praat. Ik heb genoeg gehoord
on gezien om te weten wat het meisje voor
u is. Gelooft ge dan waarlijk niet, 'Jat ze
Darke's vrouw is?"
„Ik wil graag gelooven, dat zij gedwon
gen is geworden een soort huwelijk mot hem
aan te gaan, geldig kan dit echter nooit
wezen en hoe onwillig het van haar kant
gesloten is, bewijst haar opsluiting in het
leouworiksnest.
„Waar kan zij thans zijn?"
„De Hemel weet het," zuchtte Arthur.
„O, als die schurk mij maar niet had neer
geveld I Raymond, zeg mij dan alleen nog
hoe gij hier op dien nacht, in Smal ley's
kleeren binnengekomen zijt. Waarlijk, in
dien ooit iemand zijn leven aan een ander
verschuldigd is, dan heb ik wel het mijne
a. n u te danken."
„Praat daar niet over. Smalley was de
verrader, maar hij was beestachtig dronken
en om te zien of wal hij ons zeide waarheid
was, leende ik zijn plunje en zijn signaal-,
fluit; zóó kwam ik binnen, Arthur, ik heb
Stephen Darko zooeven nog nazien."
„Hier?"
„Ja, ik zag zijn gezicht tegen het ven
ster, toen ge nog sliept. Ik heb hem achter
na gezeten, maar door de duisternis geluk
te het hem te ontsnappen. Arthur, denkt go
dat ge nu sterk genoog zijt om mijn verhaal
aan te hooren en mijn vragen te beantwoor
den?"
„Ja, o ja, stellig. Vertel me alles van al
die jaren, dat we elkaar niet gezien heb
ben, al die jaren, toen ikzelf niet wist of
go nog leefdet."
„Toen ik het kasteel Desmond verliet,
vluchtte ik naar mijn voogd, een rijken
rentenier, die aan do Hudson woont. Daar
heb ik jaren later Coralio Desmond ont
moet. Ik wist in het eerst ri Is van 'do
huwelijksplan non, die men tusschen u en
haar beraamd had. Ik beminde haar, zooals
een man slechte eens bemint. Wij verloofden
ons in stilte en zagen elkaar ook slechts
in het geheim."
Daarop vertelde hij Arthur de verijdelde
ontvluchtingsplannen en dit met zooveel
wanhoop in zijn stem cn met zulk een van
smart verwrongen gelaat, dat Arlitur hem
verbaasd en angstig aanstaarde.
(Wordi t»#rt otgd.)