No isoir LEtDSCH DAGBLAD. WOENSDAG 13 JULI. TWEEDE BLAD. A11110 190*4 PERSOVERZICHT. Aeademienieuws. FEUILLETON. De erfgename van Desmond. Z>£ Nederlander stelt, in verband met de l?ehan deling der Hooge r-0 n d e r w ij s- vf e t door do Eerste Kamer, de vraag, óf, op anti-rev. standpunt, het op-den-voor- grond-stellen van het ontbindings- recht wel in den haak is, en of het in Overeenstemming is met een gezonde opvat ting van onze staatsinstellingen. Naar haar mcening bedoelt 'de Grondwet niet de leiding van zaken aan de kiezers zei- ven in handen to geven, maar verlangt zij veeleer een zelfstandige beslissing van de Sta ten-Generaal. Dc Eerste Kamer is zegt zij meer een vcilighoidsklep dan een partij-vertegenwoor diging. Zij moet zelfstandig beoordeelcn of zekere opinie, die in do Tweede Kamer de overhand had, al 'dan niet voor een volks waan van den dag" moet worden gehouden. Zoo neen, dan kunnen haar leden, ook al zijn ze individueel misschien niet vóór het hun voorgelegd ontwerp gestemd, toch ge rechtigd en dus, politiek gesproken, ver- Slicht zijn goed te keuren wat zij gevoelen e begeerte to zijn van Regeering en volk. Daarom is het te betreuren, dat men do Eerste Kamer nu als het ware onder het Damocles-zwaard der ontbinding wil laten stemmen. Ontbinding is op zichzelf een revolutionnair middel, dat alleen tor oplos sing van conflicten verdedigd kan worden. ,,In ons land was, bij de groote bevoegd heid, die in 1848 aan onze Tweede Kamer gegeven werd, een middel noodig om stil stand van do Staatsmachine te voorkomen. An'dcr toch zou bij koppige volharding bij het eenmaal ingenomen standpunt ten on zent het regeoren onmogelijk kunnen wor den. Maar moet als dit de bedoeling is van het ontbindingsrecht dan niet met ont binding gewacht wordon, totdat feitelijk de onmogelijkheid om naar constitutioneelo be ginselen te regeeren voor de deur staat. Afstemming van éóno wet maakt, zoolang niet blijkt, 'dat do Kamer zich uitsluitend door partij overwegingen laat beheerschen, het regeeren onmogelijk. Indien een wet, die met de instemming van een meerderheid in dc Tweede Kamer is ocgroet, desondanks niet terstond wordt in gevoerd, wordt daarbij nog niet zooveel ver loren, juist omdat de verwerping door de andere Kamer do beginselen, waarop het ontwerp berust, indien ze ten minste ver standig en rechtvaardig zijn, des te dieper wortel zal doen schieten. Haastige door drijving doet dc gedachto rijzen, dat men, zoo tijd van beraad gelaten wordt, voor wij ziging dor volksopinie beducht is. Dit klemt te meer, waar het een wet geldt als het nu aanhangige ontwerp voor het HoQgcr Onderwijs. Misschien zegt men, dat men het ijzer moet smeden als het heet is. Nu of nooit. Draait het volgende jaar de algemeene opinie, dan kc*mt de wet er nooit; laat ons dus don oogst ten spoedigste binnenhalen I Doch men vergeet daarbij één ding. Die wet, welke door dc liberale pers als een schandelijk product van partijovermoed wordt bestempeld, bevat in zichzelve het middel, om, zoodra dc liberale partij weer aan het bewind komt, ter zijde te worden ge steld Immers geeft 'deze wet aan de Regee ring slechts de bevoegdheid om aan .Vrije Universiteiten het vericonen van gra den met offectus civilis toe te kennen; een bevoegdheid, die elk oogenblik zonder op- foaf van redenen kan worden ingetrokken, schandelijk is die partijwet, dat bet recht der Vrije Universiteit geheel afhanke lijk is gemaakt van de welwillendheid van politieke tegenstanders. Als dus hot volgen de jaar de opinie omgaat", is de dan op tredende regeering toch volkomen bij mach te datgene, wat in de oogen der tegenstan ders do „angel" dor wet is, er, ook zonder wetswijziging, weer uit te lichten. Blijft daarentegen do meerderheid aan de ^rechterzijde", welk bezwaar is er dan op nieuw bet ontwerp, desnoods eenigermate gewijzigd, in te dienen? Lang behoeft een tweede behandeling in de Tweede Kamer niet op te houdon, evenmin als dit het ge- yal is geweest met do tweede behandeling dei- Ongevallenwet. En de Eerste Kamer, die in haar samenstelling tooh ook zonder ontbin," ding de gevolgen zal ondervinden van de jongste Statenverkiezing, zal niet licht, ge steld, dat zij, wat wij niet hopen, de wet verwierp, ten tweeden male daartoe overge gaan. Wanneer men van zijn goed recht ovoy- tuigd is, kan men, dunkt ons, gerustelijk den gewonen loop der zaak afwachten. Juist omdat wij ton volle overtuigd zijn, dat do wet op het H. geen partijwet is, en niets anders beoogt, althans niets anders bereiken kan dan de onschadelijke ophef fing van een voor de openbare universitei ten onnoodig privilegie, en dat, ook bij de aanstaande verkiezingen, dit den volkc over duidelijk zal kunnen worden gemaakt, zou den wij het nemen van doordrijvende midde len, die niet kunnen .strekken tot verhooging van eerbied voor onze staatslichamen, be denkelijk achten. Zij, die gelooven, haasten niet." De Nieuwe RotterdaiMche Courant be sprak enkele punten van do Memorie van Antwoord van den Minister van Binnemlandsche Zaken op het verslag der Eerste Kamer over do voorgest-eldo wijzi ging der Hooge r-0 n d e r w ij s-w e t. Naar aomleiding van hetgeen de Minis ter aanvoerde tegen het staatsrechtelijk be zwaar dor samenvoeging van ongelijksoor tige stukkon in een voorstel tot partieele herziening, terwijl diezelfde samenvoeging bij een totale herziening niet onredelijk werd geoordeeld, schrijft de Nieuwe Rot- terdamsche Courant: „Bij de indiening van elke totaal nieuwe wet kan de Eerste Kamer komen in het im passe, waarin dc Grondwet zelve haar be wust gesteld heeft. D a t is onbetwistbaar en onbetwist; on daarom ook kan het tegen over die Kamer nooit onredelijk heeten, wanneer een regeering eemige wet in baar geheel aan het parlement voorlegt. Dan valt daar een samenhang te eerbiedigen, waar voor andere bedenkingen hebben te zwijgen on to wijkon. Maar juist bij partieele her ziening bestaat die noodwendigheid, in nerlijk of uiterlijk, niet. Daarbij kan, zon der dat ecnige reële samenhang gestoord wordt, een gedeelde indiening worden ge volgd; ©n is dio om haar mogelijkheid nu ook redelijk. Nu voegt de Minister daar wel bij, dat hij in dit concrete geval toch waarlijk zooveel oppositie tegen het eene onderdeel, waartegen de strijd gericht is, niet had kunnen vermoeden. Maai aan deze naïeve uitlating gaan wij voorbij." Wat heb hoofdbetoog der memorie be treft, nl. dab het wetsontwerp strekt om dc vrijheid van het hoogcr onderwijs effec tief te maken, dc Nieuwe Rotterdamsche Courant herhaalt voor de zooveeLsto maal', dat de geheel© theoretische opzet van dit vrijheidsargument op een onjuist© opvat ting van de Grondwet en van de wet op het H. O. berust. De gewaarborgd© vrijheid on de vrijheid, die dc wet van 1876 gaf, is al leen de vrijheid om hoogcr onderwijs te go- ven en noeh in 1848, noch in 1876 is zij door de wetgevers, die haar erkenden, ooit andore verstaan. En waar de Minister schrijft, dat de bijzondere eobolon voor bot leven geen ef fect kunnen hebben, tenzij baar kweekclin- gon zioh aan de examens dor overhcicbascho- len onderwei pen, daar wijst de Nieuwe Rotterdamsche Courant er op, dat dit geen voldoend argument is voor don maatregel om ook aan do diploma's der bijzondere universiteiten den effectus civiliste verbinden. „Is er dan ooit want alleen de ervaring hebbe biei het woord aan de kweekei in- gen der bestaande Vrije Universiteit bij tuin examens aan de openbare universiteit iets in don weg gelegd; is de ontwikkeling dier universiteit daarop afgestuit? Dat kan in oprechtheid niemand gelooven. Immers, in den laaEsfon tijd studeeren alle calvi nistische studenten aan do „Vrije" en vol gen zij alleen daar de colleges, terwijl zij hun examens afleggen aan de gemeentelijke univei sitedt van Amsterdam, zonder dat hun ooit eenige andore maatstaf is aange legd dan aan ieder ander, en zonder dat zij ooit afgewezen zijn, dan om gemis aan konnis van die onderdeden dor wetensohap, dio ieder gepromoveerde kennen moet. Het staat in de Memorie van Antwoord zwart op wit, waar de „sterkste belemmering" ligt; en het zal voor een lid der Eerst© Kamer, die van de hier besproken toestan den op de hoogte ia, niet moeilijk vallen om van deze* eenige bedenkinj al de ijdel- heid bloot te leggen." De Nieuwe Rotterdamsche Courant be sluit: „De Eerste Kamer hechtte in haar Ver slag veel aan de noodlottige lichting, waar van het ministerieel plan een afstraling is; de soherp© scheiding tusschen christelijken en onchrisbclijken in den Ncderlandschen Staat, een scheiding, die allerminst door de wetten zeiven mocht onderhouden worden in do kringen van wetenschappelijke man nen en toekomstige dienaren van don Staat. Sedert het Verslag vei scheen, ïs deze te genstelling door den Minister en zijn aan hangers buiten de Kamer nog verscherpt. En waar van dien kant verscherping kwam, is van den anderen kant do behoefte te groo- tor gewoiden om tegen dien toeleg te pro testeoren. Ook het votum der Eerste Kamer zij zoo een protest." Het Huisgezin wijst op een „leemte" in hot o n t w o r p tot herziening der wet op het lagor ondorwijs: „Billijk achten wij do drie nieuwe voor waarden, door minister Kuyper voor het verwerven der verhoogde Rijkssubsidie aan de besturen dor bijzondere schol -i gestold: lo. dat de onderwijzers minstens de wette lijke minima-jaarwedden genieten, 2o. dat zij in het bezit zijn ecner behoorlijke aan stelling, 3o. dat bij ontslag, anders dan op eigen verzoek, hooger beroep openstaat bij een oommissie, aan wier uitspraak het schoolbestuur zich heeft te onderwerpen. Eén zaak in tusschen heeft do Minister over hot hoofd gezien: deze, dat, hoo uit muntend do aangehaaldo bepalingen zijn voor zoover liet leokon betreft, dio aan het bijzonder onderwijs zijn verbonden, ze niet van toepassing kunnen zijn op reli gieuzen, die zich aan hot onderwijs wij den. De reden ligt in het wezen zelf van don kloosterlijken staat. Voor Broeders-onderwijzers en Zustere- onderwijzeressen heeft het geen zin te oischen, dat zij minstens de wettelijke mi nima-jaarwedden genieten. De door hen afgelegde belofte van armoe de veroorlooft hun niet het bezit van per soonlijken eigendom Nu zouden zij, wel is waar, onmiddellijk hun jaarwedde aan hun overste kunnen afstaan in ruil voor het onderhoud, do klecding, enz., dio zij van clo Congregatie ontvangen, maar het „genieten" dor jaar weddon, waarvan de wet spreekt, zou toch feitelijk een fictie blijven." Ook een aanstelling in den door do wet bedoelden zin is met do kloosterregelen on v oreen igbaa-r Men kan voort© de oversten niet binden, wat den duur der dienstbetrekking be treft. Dit zou in strijd zijn met hun gezag „Gestold verder, dat tegen het aangaan van een contract geen bezwaar bestond, dan zou men toch voor dit zonderlinge ge val kunnen komen te staan, dat een Broe der-onderwijzer, dit uit dc Congregatie trad, zou kunnen verlangen, als onder wijzer zijn tijd uit te dienen, wat nar tuurlijk volstrekt ontoelaatbaar zou zijn. Nu ware wel in het contract; dat dan steeds een tijdelijk karakter zou moeten dragen en nooit een vaste aanstelling kon inhouden, deze clausule op te nemen, dat de Broeder of Zuster, dio uittrad, tegelij kertijd ophield als onderwijzer aan de in richting werkzaam te zijn; maar juist die noodzakelijkheid, in verband met hot boven aangevoerde, bewijst, hoe weinig passend voor religieuzen do wettelijke eisohen zijn." Het Huisgezin vertrouwt, dat minister Kuyper bereid zal wordon gevonden aan de geopperde bezwaren te gemoet te komen. De Katholieke Onderwijzer is met de wetswijziging niet onverdeeld ingenomen. De verhoogingen voor de bijzondere on derwijzers acht het blad o. m. onvoldoende. „Voor do hoofdon met 199 eii minder leerlingen worden de minima-jaarwodden van thans gehandhaafd, terwijl voor groo- tore schooien deze verhoogd worden met respectievelijk 100, 200, f 300. Alzoo de p 1 attelandshoofden komen weer het slechtste weg. Waarom dan toch? viagen wij ons tel kens weer af. Is hun werk minder gewichtig, is hun positie aangenamer, is hun levensstandaard lager? De ondervinding en do cijfers ant woorden op al de<z© vragen: Neen. Toch achteruitgezet bij do hoofden in de groote centre. En nu moge dat tot nog too altijd zoo geweest zijn, waai om moet dan in 's he melsnaam aan dien verkeerden toestand toch altijd bestendiging verleend worden? En die toestand is verkeerd. Het werk dor plattelandshoofden is even gewichtig als dat der stadshoofden, hun taak zelfs, vooral als er weinig hulpkrachten zijn, moeilijkor en meer omvattend; hun positie is niet aangenamer, eer hot tegendeelhun levensstandaard is niet lagor, eer hooger. En neemt men aan, dat dio toestand niet verkeerd is, waarom is hij dan blijkbaar wol verkeerd voor den klasse-onderwijzer, voor wien geen ondeisoheiding gemaakt wordt? Welnu, dan ook die dwaze grenslij nen laten vervallen en daarmede dc kunst matige trek naar do groote steden voorgoed afgesneden. Di© liet land liefheeft, blijvo op hot land en die gro^te-stadslucht niet kan ontberen, kieze do centra. Alleen waar het betreft veigoeding van woninghuur, make men verschil, want dat staat als een paal boven water, men kan buiten voor 100, wij hoorden zelfs voor veel minder, goed terecht; onder don rook dor hooge schoorsteonon komt men amper' voor het dubbele of driedubbele fatsoenlijk klaar." Bij dc algemeeno beschouwingen over de jongste Staatebegrootiog zegt hot Han delsblad herinnerde do heer Druckor aan do bekende strikvraag: „Tot hoe ver loopt de haas het bosoh in?'' waarop hot antwoord luidt: „Tot op de helft, want dan loopt hij or weer uit." En hij merkte op, dat, toen reeds, dc Rogeoringshaas hot bosch van d© vierjarige periode uitliep. Thans is dit, naar het blad opmerkt-, nog veel meer het geval; nog nauwelijks oen jaar, on we zitten in de algemeen© verkie zingen. Wat or dan van hot Regeering &-p r o- gram van 1901, en van de rechtstrcekscao verkiozings-programs van dat jaar tot uit voering zal gekomen, zijn, zullen wo moeten afwachten. Maar heel veel verwacht het blad niet, dat hot zijn zal. Het laatst© jaar is wol niet onvruchtbaar geweest, althans wat de hoeveelheid betreft, maar het heeft toch slechts een zeer kloin deel van hok Rogeerings-program in bewerking zien nomen, teiwijl, als d© Eerste Kamer over do Hoogor-Onderwijs-wot en misschien ook over de Drankwet haar veto uitspreekt, het leeuwendeel van den arbeid ongedaan zal zijn. Wat do vooruitzichten voor het vierde jaar betref E, herinneic men zich, dat dc heer Godin de Beaufort in dc Eerst© Ka mer zoi, dat do Regeering blij zou mogen zijn, als zo in dat jaar één groote wet, de Tarief wet, tot stand kon brengon. Dc Kamer heeft in het afgeloopcn jaar heel wat gedaan, druk gewerkt-, maar dat er weinig redon van tevredenheid kan zijn over d© qualiteit van het behandelde ligt goeddeels aan do Regeering, Over de Drankwet kan dc Regeering zelfs uit ce-n partij-oogpunt niet toviodcn zijn, over de Hoogor-Ondorwijs-wet alléén uit eon partij oogpunt. Dat troft dus het grootste dcol van den verrichten arbeid, tevens het voor naamste deel, terwijl er ondor dc kleinere wetten ook nog wel zijn( de Telegraaf- en Telep hoon wet-, de wijziging van de Gemeen tewet, de wijziging van do Militioweb, do navordering va-n vermogensbelasting, het lichtbakwetje), die, mèt heb renteloos voor schot aan Indië, weinig reden tot verheu ging geven voor dc Regeering, hetzij wegens het magcic eind-resultaat, hetzij wegens het min schitterende figuur, dat zij bij dc behandeling maakte. Heb weinige stelselmatige in den arbeid der Regeering zal vermoedelijk hot eind- f resultaat voor haar niet zeer bevredigend maken. In plaats van haar progiam go- j leidelijk af te werken, grijpt zij hot en haar, zoodat, ala men dat program mag a au no- i men al8 natuurlijken maatstaf van haar wensohen... en beloften, er niot zoo heel voel terecht kan komen van wat zij voor zickzol- ve heeft gowcuscht en don kiezers heeft be loofd. Het Handelsblad zegt: „Als men den voorstanders van hot b o- aohermend stcLse'l allo bezwaren to gen hun lievelingsdenkbeeld heeft uiteen gezet, cn door cijfers zoowel als door redo- ncering hun heeft aangetoond, dat voor do; welvaart van Nederland zofs matigo bo-! schenning ecu groot gevaar opleveren zal,/ dan wijzen zij naar bot buitenland. Vraagt' men hun dan of zij soms willen beproevenj met onze kleine markt van 5 millioon mou-. sc-hen een tariovonoorlog togen Duitsclüaud,/ Rusland, Amerika of Frankrijk t© begin nen, dan ontkennen zij dit wijselijk. Een laatst© toevlucht zoekt mou in...hftudcls- tractaten. De tegenwoordige oconomi.sohe politiek der groote mogendheden, Engeland nog - uitgezonderd, maakt het sluiten van hau- dolstractaten noodig, als men buiten la ud- schon handel wil drijven. Haudelstracl-aton berusten op geven en neanon, en als wij nu zulk eon laag tarief hebben, dab wij geen vonnmdcringen kunnen toestaan, dan kun nen wij ook geen verlagingen elders vork rij- gen. Tariefsvorhooging heot dan noodig om den vrijhandel tegenover do groote pro tection istischo staten wapenen te geven* Aldus luidt hot laatst verweer. "Wat lezen wij nu in het Berliner Togo* blalt vau 3 Juli? Uit Brussel wordt geschreven„Ofschoon do tariefposten van het niouwo Duitsoh-, Belgische handclstractaat nog niot in bij-: zonderheden bekend zijn, hcersoht tooh on-j tevredenheid. Ondor tusschen wordt nog doj hoop gekoesterd, dat daar hot traotaat de, bepaling inhoudt der meest begunstigde na-' tic, do handelsverdragen met de groote mo-j gencLhodcn Duitschland nog tot -verlaging/ op sommige artikelen zullen dwingen on: dat daardoor Bolgïe ton slotte nog iets be-- tor cr af zal komen. Do Belgische nijverheid' ondervindt in het algemeen als hoogst on-' aangenaam, dab Duitschland door do in-, voorrechten voor haar bijna geheel als af-( zetgebied is gesloten, on dat, waar dit niebi hot geval is, bij inschr ij vangen in Duitsch-, land do Duiteoho inschrijvers een besliste1 voorkeur genieten boven do Belgischen,1 terwijl in België zelfs bij zulke inschrijvin gen ternauwernood onderscheid wordt gemaakt. Leb mon hierop, dan zaJ heb nieu- - we vcïxlrag nauwelijks noembare verande ringen brengen in do beebaando handolsbo- trekkingen tusschen België en Duitsohlajid. Bolgië heeft een matig Ixvxhormend tac rlef. Het is dus een klein land, ovenalis liet onze. Wij kunnen dus uit de uitkomsten, door België verkregen, zien, wolko hulp het hoogore tarief aan de onderhandelaars over. een handelsverdrag bieden kan. Wij be- merken dan, dat, als een kleine mogend heid met ce>n groote onderhandelt, zij ten hoogste dc belofte kan verkrijgen van te worden behandeld als dc meest begunstigd©' natie. Maar zoover zijn wij ook nu reeds bij oiw laag tarief 1 En mochten wij van Neder land een vrijhaven maken, dus bij hot ge scharrel met tarieven niete meer kunnen' bieden, dan zullen wij in die bepaling der „meest bcgnnstigdo" toch nog altijd ond kunnen blijven verheugen. Een verhoogd ta rief zal ons dus niets verder brengen, hot deugt zelfs daar aiob voor." Leiden. Het grcot-ambtcnaars-cxamea voor den Indischcn dienst is mot goed go-i volg afgelegd door don heer J. C. M. van der Hoorn. 60) Eensklaps plaatste juffrouw Yann, dio freule Desmond op den voet gevolgd was, rich tusschen beiden, on haar vinger aan hbt voorhoofd brengende, zeide zij „Gevaarlijk, Douglas, heed gevaarlijk." Geheel verslagen wendde deze zioh om. „Ho© is het mogelijk 1" mompelde hij en hoofdschuddend begaf bij zioh weder aan zijn werk. Een koud© rilling ging het ongelukkige meisje door de leden. Zij liep een eindje verder, tot zij buiten bet gehoor van den ouden man was; toen stond zij stil en zich tot juffrouw Vann wendende, zeide zij: „Wat meen dot u daarmede?" „Ik meende, dat het verboden is om mot 'de lied ion den te spreken. Dat is tegen de rege Is.' „Welke regels?" „De reglementen van „Dc Rust". Als gc verder wilt wandelen, ga dan door; ik volg u." „Do Rust?" Wat bodoelt- gc daarmede, wat bötcekent dat, wat is „De Rust"?" Een glimlach speelde er om juffrouw Yann's lippen. „Een particulier krankzinnigengesticht Nauwelijks had zij dit gezegd, toen eens klaps kolonel Desmond ven achter do hoo rnen tc voorschijn kwam en op haar toe trad. XXII. Klaarblijkelijk had hij de laatste woor den van juffrouw Yann gehoord. „Wee6 zoo goed u tc vorw ij doren", zei de hij op knorrigen toon; „ik wenschte freule Desmond alleen te spreken." Juffrouw Vann kon niet anders doen dan hem gehoorzamen; tooh zorgde zij binnen hot gehoor te blijven. „Ge weet dus nu wat „Dc Rust" is?" zoidc kolonel Deamond tot Coraiic, „gij weob nu wat u voor jaren en jaren hior te wachten staat. Vergeef mij aks ik wat kort af ben, ik bob niet veel tijd te verliezen; kies tusschen „De Ruat" on mij." „Ik heb reeds gekozen", antwoordde Co- ral ie, „Kies tusschen een levenslang verblijf te midden van een twintigtal' krankzinni ge mannon en vrouwen, mot uw lieve juf frouw Yann tot gezelschapsdame, en een huwelijk met mij, met een schitterend lo ven in do groote wereld. Langzamerhand I zult gij hier ook krankzinnig worden, dat j kan niet anders, dit is slechts een quaestie van tijd. Levend ruit gij hier nooit uit ko men, tenzij als mijn vrouw. Bedenk u goed eer gij een besluit neemt." „Ik zeg u, dat ik reeds besloten ben 1" riep Ooralie. „Al had ik licmderd levens, dan nóg zou ik zo liever allo hier in deze vreeselijke plaats doorbrengen on eindigen, dan uw vrouw te wordenDit is mijn ant woord en daar blijf ik bij; ik zal hierin noodt veranderen 1" „Wees dan verzekerd dat heden het graf rich boven uw hoofd gesloten heeft; van nu af aan zijt gij dood en begraven. Uw bezittingen zijn in mijn handen en daar zullen ze blijven ook, want er leeft nie mand, die ze kan opeisohen. Arthur zal ik gemakkelijk tevreden kun nen stellen, eveneens uw kennissen; geluk kig hebt ge er slechts weinigen. Indien men het mij te lastig maakt, vertel ik al len eenvoudig on geheel naar waarheid, dat gij zulke duidelijke teokenen van krank zinnigheid gegeven hebt, dat ik mij tegen wil en dank genoodzaakt heb gezien u on der geneeskundig toezicht te plaatsen. Dokter Deno heeft mij een certificaat van uw ontoerekenbaarheid en waanzin gege ven, terwijl andere collega's van hem dit zonder eenig bezwaar willen ondorteekc- nen." Een ontzettende angst overviel het onge lukkige meisje. Doodsbleek, de oogen mot tranen gevuld, vroeg zij: „Hebt gij dan heel geen modelijden mot mijn jougd? Zijt gij de dood vergeten, die mij in uw zorg achterliet?" „Kom, kom, wordt nu maar niet senti menteel, mijn schat. Ja, ik bèn zonder eenig medelijdon, ddt is uw eigen schuld. Ik heb alles vergeten, alles behalve één ding (dat mij dag nooh nacht rust laat), dat één enkele toevallige geboorte mij verhindert rechtmatige erfgenaam van Desmond te zijn." Coralio's wangen kleurde alóh hoogrood; half van woede, half van eensklaps ople vende hoop. „Necan hot kasteel dan on alles wat er bij hoortriep rij met stralende oogen, verachtelijk uit. „Ik geef liet u graag 1 Open de poort hier, laat mij vrij, cn nooit, nooit zal ik aanspraak maken op een en kelen oent van liet fortuin, dat mij steeds een vloek geweest is. Ik zal heengaan, en gij zult nooit meer iets van mij zien of hoo- ren. Neem alles, mijn gansohe erfdeel", maar verlos mij uit deze vreeselijke gevan genis." Handenwringend stond zij voor hem. Een smadelijke glimlach was zijn ant woord. „Dat plan is geheel cn al onuitvoerbaar, kindlief 1" Gij zoudt onmiddellijk naar Rolf© Raymond vluchten, en ik ken dat jongomonsoh te goed, om niet to weten, dat hij van een dergolijkcn afstand van ai uw rechten niets zou willen hooren. Neen, Oo ralie, cr zijn slechts twee dingen, waartus- sohon gij kiezen kunt: of met mij trou wen, of hier op „De Rust" leven cn ster ven als een krankzinnige". Als gebroken leunde rij tegen een boom, stomme wanhoop was op haar gelaat tc lezen; tooh toonde niets eenige aarzeling in het door haar reeds genomen besluit. „Ga", zeide zij op flauwen toon, „ga dan. Ik blijf hier." „Dus gij verkiest krankzinnigheid boven een huwelijk met mij Goed dan Gij hebt zelf gekozen en zult de gevolgen or van moe ten dragen." Mot deze woorden wenkte hij juffrouw Vann om naderbij tc komen, terwijl hijzelf zioh tusschen het kreupelhout verwijderde. „Gij zult wel wenuchen, dat gij mot hom getrouwd waart, eer wc nog een jaar vorder zijn," zeide juffrouw Yann, op Coraiic toe tredende. „Loop door als hot u blieft, of ga naar uw kamer, ik bedank er voor hior nog langer te blijven staan." Coral ie verschrikte. E ven wierp rij een minachtenden blik op haar kwelgeest cn hervatte toen haar wandeling. De muren, die den tuin aan alle kanten omringden, waren zeer hoog. Er was slechts één uitgang, de poort, waardoor zij den vorigen avond binnengereden was; do- ze was thans echter met slot on grondel ste vig gesloten. Zij keek naar het huis, mot hel overhangend, rood-steoncn dak. Doods- bleek o, verwrongen gezichten, zonder eeni ge uitdrukking, staarden haar, hior cn' daar, van achter dik getraliede vensters aan. Anderen kwamen naar buiten en pas- seerden haar in don tuin met een waanzin- nigen lach, die haar het bloed in de aderen deed verstijven Zou dc zangeres, die zij in den afgcloopon nacht gehoord had, zioh ook ondor hen hervinden? dacht zij. Zou zij zelf ook eens worden zooals die anderen waren? Ontzetting, doodsangst greep haar, aan 1 Het gelaat met do handen bedekken de, vlood zij naar het huis terug, niot stil staande eer rij zioh weder binnen de vier muren van haar kamer bevond. Een paar uren later word do deur geo pend cn bracht een der bedienden haar do volgende boodschap „Kolonel Desmond Ï6 op het punt to ver trekken. In dc eerste maanden komt hij hior niet meer terug. Hij laat u vragen of u alles nog eens goed overdacht hebt en of u soms van besluit veranderd zijt." „Neon", antwoordde Coraiic, koel, „neon, ik ben niet veranderd." Do meid verwijderde zich. Coralie gebruikt© het middagmaal mot dT. Done en juffrouw Vann. Dc 1 aaltóe verliet haar trouwens geen enkol oogenblik en eer dc lange dag ten einde liep, werkte dit voortdurend onaangenaam bijzijn zoo zeer op de reeds tot het uiterste gesp an non. zenuwen van bet ongelukkige meisje, dat zij hot bijna niet langer kon verdragen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5