No isoir
LEtDSCH DAGBLAD. WOENSDAG 13 JULI. TWEEDE BLAD.
A11110 190*4
PERSOVERZICHT.
Aeademienieuws.
FEUILLETON.
De erfgename van Desmond.
Z>£ Nederlander stelt, in verband met de
l?ehan deling der Hooge r-0 n d e r w ij s-
vf e t door do Eerste Kamer, de vraag,
óf, op anti-rev. standpunt, het op-den-voor-
grond-stellen van het ontbindings-
recht wel in den haak is, en of het in
Overeenstemming is met een gezonde opvat
ting van onze staatsinstellingen.
Naar haar mcening bedoelt 'de Grondwet
niet de leiding van zaken aan de kiezers zei-
ven in handen to geven, maar verlangt zij
veeleer een zelfstandige beslissing van de
Sta ten-Generaal.
Dc Eerste Kamer is zegt zij meer een
vcilighoidsklep dan een partij-vertegenwoor
diging. Zij moet zelfstandig beoordeelcn of
zekere opinie, die in do Tweede Kamer de
overhand had, al 'dan niet voor een volks
waan van den dag" moet worden gehouden.
Zoo neen, dan kunnen haar leden, ook al
zijn ze individueel misschien niet vóór het
hun voorgelegd ontwerp gestemd, toch ge
rechtigd en dus, politiek gesproken, ver-
Slicht zijn goed te keuren wat zij gevoelen
e begeerte to zijn van Regeering en volk.
Daarom is het te betreuren, dat men do
Eerste Kamer nu als het ware onder het
Damocles-zwaard der ontbinding wil laten
stemmen. Ontbinding is op zichzelf een
revolutionnair middel, dat alleen tor oplos
sing van conflicten verdedigd kan worden.
,,In ons land was, bij de groote bevoegd
heid, die in 1848 aan onze Tweede Kamer
gegeven werd, een middel noodig om stil
stand van do Staatsmachine te voorkomen.
An'dcr toch zou bij koppige volharding bij
het eenmaal ingenomen standpunt ten on
zent het regeoren onmogelijk kunnen wor
den.
Maar moet als dit de bedoeling is van
het ontbindingsrecht dan niet met ont
binding gewacht wordon, totdat feitelijk de
onmogelijkheid om naar constitutioneelo be
ginselen te regeeren voor de deur staat.
Afstemming van éóno wet maakt, zoolang
niet blijkt, 'dat do Kamer zich uitsluitend
door partij overwegingen laat beheerschen,
het regeeren onmogelijk.
Indien een wet, die met de instemming
van een meerderheid in dc Tweede Kamer is
ocgroet, desondanks niet terstond wordt in
gevoerd, wordt daarbij nog niet zooveel ver
loren, juist omdat de verwerping door de
andere Kamer do beginselen, waarop het
ontwerp berust, indien ze ten minste ver
standig en rechtvaardig zijn, des te dieper
wortel zal doen schieten. Haastige door
drijving doet dc gedachto rijzen, dat men,
zoo tijd van beraad gelaten wordt, voor wij
ziging dor volksopinie beducht is.
Dit klemt te meer, waar het een wet geldt
als het nu aanhangige ontwerp voor het
HoQgcr Onderwijs.
Misschien zegt men, dat men het ijzer
moet smeden als het heet is. Nu of nooit.
Draait het volgende jaar de algemeene
opinie, dan kc*mt de wet er nooit; laat ons
dus don oogst ten spoedigste binnenhalen I
Doch men vergeet daarbij één ding. Die
wet, welke door dc liberale pers als een
schandelijk product van partijovermoed
wordt bestempeld, bevat in zichzelve het
middel, om, zoodra dc liberale partij weer
aan het bewind komt, ter zijde te worden ge
steld Immers geeft 'deze wet aan de Regee
ring slechts de bevoegdheid om aan
.Vrije Universiteiten het vericonen van gra
den met offectus civilis toe te kennen; een
bevoegdheid, die elk oogenblik zonder op-
foaf van redenen kan worden ingetrokken,
schandelijk is die partijwet, dat bet
recht der Vrije Universiteit geheel afhanke
lijk is gemaakt van de welwillendheid van
politieke tegenstanders. Als dus hot volgen
de jaar de opinie omgaat", is de dan op
tredende regeering toch volkomen bij mach
te datgene, wat in de oogen der tegenstan
ders do „angel" dor wet is, er, ook zonder
wetswijziging, weer uit te lichten.
Blijft daarentegen do meerderheid aan de
^rechterzijde", welk bezwaar is er dan op
nieuw bet ontwerp, desnoods eenigermate
gewijzigd, in te dienen? Lang behoeft een
tweede behandeling in de Tweede Kamer
niet op te houdon, evenmin als dit het ge-
yal is geweest met do tweede behandeling dei-
Ongevallenwet. En de Eerste Kamer, die in
haar samenstelling tooh ook zonder ontbin,"
ding de gevolgen zal ondervinden van de
jongste Statenverkiezing, zal niet licht, ge
steld, dat zij, wat wij niet hopen, de wet
verwierp, ten tweeden male daartoe overge
gaan.
Wanneer men van zijn goed recht ovoy-
tuigd is, kan men, dunkt ons, gerustelijk
den gewonen loop der zaak afwachten.
Juist omdat wij ton volle overtuigd zijn,
dat do wet op het H. geen partijwet is,
en niets anders beoogt, althans niets anders
bereiken kan dan de onschadelijke ophef
fing van een voor de openbare universitei
ten onnoodig privilegie, en dat, ook bij de
aanstaande verkiezingen, dit den volkc over
duidelijk zal kunnen worden gemaakt, zou
den wij het nemen van doordrijvende midde
len, die niet kunnen .strekken tot verhooging
van eerbied voor onze staatslichamen, be
denkelijk achten.
Zij, die gelooven, haasten niet."
De Nieuwe RotterdaiMche Courant be
sprak enkele punten van do Memorie
van Antwoord van den Minister van
Binnemlandsche Zaken op het verslag der
Eerste Kamer over do voorgest-eldo wijzi
ging der Hooge r-0 n d e r w ij s-w e t.
Naar aomleiding van hetgeen de Minis
ter aanvoerde tegen het staatsrechtelijk be
zwaar dor samenvoeging van ongelijksoor
tige stukkon in een voorstel tot partieele
herziening, terwijl diezelfde samenvoeging
bij een totale herziening niet onredelijk
werd geoordeeld, schrijft de Nieuwe Rot-
terdamsche Courant:
„Bij de indiening van elke totaal nieuwe
wet kan de Eerste Kamer komen in het im
passe, waarin dc Grondwet zelve haar be
wust gesteld heeft. D a t is onbetwistbaar
en onbetwist; on daarom ook kan het tegen
over die Kamer nooit onredelijk heeten,
wanneer een regeering eemige wet in baar
geheel aan het parlement voorlegt. Dan valt
daar een samenhang te eerbiedigen, waar
voor andere bedenkingen hebben te zwijgen
on to wijkon. Maar juist bij partieele her
ziening bestaat die noodwendigheid, in
nerlijk of uiterlijk, niet. Daarbij kan, zon
der dat ecnige reële samenhang gestoord
wordt, een gedeelde indiening worden ge
volgd; ©n is dio om haar mogelijkheid nu
ook redelijk. Nu voegt de Minister daar
wel bij, dat hij in dit concrete geval toch
waarlijk zooveel oppositie tegen het eene
onderdeel, waartegen de strijd gericht is,
niet had kunnen vermoeden. Maai aan deze
naïeve uitlating gaan wij voorbij."
Wat heb hoofdbetoog der memorie be
treft, nl. dab het wetsontwerp strekt om
dc vrijheid van het hoogcr onderwijs effec
tief te maken, dc Nieuwe Rotterdamsche
Courant herhaalt voor de zooveeLsto maal',
dat de geheel© theoretische opzet van dit
vrijheidsargument op een onjuist© opvat
ting van de Grondwet en van de wet op het
H. O. berust. De gewaarborgd© vrijheid on
de vrijheid, die dc wet van 1876 gaf, is al
leen de vrijheid om hoogcr onderwijs te go-
ven en noeh in 1848, noch in 1876 is zij
door de wetgevers, die haar erkenden, ooit
andore verstaan.
En waar de Minister schrijft, dat de
bijzondere eobolon voor bot leven geen ef
fect kunnen hebben, tenzij baar kweekclin-
gon zioh aan de examens dor overhcicbascho-
len onderwei pen, daar wijst de Nieuwe
Rotterdamsche Courant er op, dat dit geen
voldoend argument is voor don maatregel
om ook aan do diploma's der bijzondere
universiteiten den effectus civiliste
verbinden.
„Is er dan ooit want alleen de ervaring
hebbe biei het woord aan de kweekei in-
gen der bestaande Vrije Universiteit bij
tuin examens aan de openbare universiteit
iets in don weg gelegd; is de ontwikkeling
dier universiteit daarop afgestuit? Dat kan
in oprechtheid niemand gelooven. Immers,
in den laaEsfon tijd studeeren alle calvi
nistische studenten aan do „Vrije" en vol
gen zij alleen daar de colleges, terwijl zij
hun examens afleggen aan de gemeentelijke
univei sitedt van Amsterdam, zonder dat
hun ooit eenige andore maatstaf is aange
legd dan aan ieder ander, en zonder dat
zij ooit afgewezen zijn, dan om gemis aan
konnis van die onderdeden dor wetensohap,
dio ieder gepromoveerde kennen moet. Het
staat in de Memorie van Antwoord zwart
op wit, waar de „sterkste belemmering"
ligt; en het zal voor een lid der Eerst©
Kamer, die van de hier besproken toestan
den op de hoogte ia, niet moeilijk vallen
om van deze* eenige bedenkinj al de ijdel-
heid bloot te leggen."
De Nieuwe Rotterdamsche Courant be
sluit:
„De Eerste Kamer hechtte in haar Ver
slag veel aan de noodlottige lichting, waar
van het ministerieel plan een afstraling is;
de soherp© scheiding tusschen christelijken
en onchrisbclijken in den Ncderlandschen
Staat, een scheiding, die allerminst door de
wetten zeiven mocht onderhouden worden
in do kringen van wetenschappelijke man
nen en toekomstige dienaren van don
Staat.
Sedert het Verslag vei scheen, ïs deze te
genstelling door den Minister en zijn aan
hangers buiten de Kamer nog verscherpt.
En waar van dien kant verscherping kwam,
is van den anderen kant do behoefte te groo-
tor gewoiden om tegen dien toeleg te pro
testeoren. Ook het votum der Eerste Kamer
zij zoo een protest."
Het Huisgezin wijst op een „leemte" in
hot o n t w o r p tot herziening der
wet op het lagor ondorwijs:
„Billijk achten wij do drie nieuwe voor
waarden, door minister Kuyper voor het
verwerven der verhoogde Rijkssubsidie aan
de besturen dor bijzondere schol -i gestold:
lo. dat de onderwijzers minstens de wette
lijke minima-jaarwedden genieten, 2o. dat
zij in het bezit zijn ecner behoorlijke aan
stelling, 3o. dat bij ontslag, anders dan op
eigen verzoek, hooger beroep openstaat bij
een oommissie, aan wier uitspraak het
schoolbestuur zich heeft te onderwerpen.
Eén zaak in tusschen heeft do Minister
over hot hoofd gezien: deze, dat, hoo uit
muntend do aangehaaldo bepalingen zijn
voor zoover liet leokon betreft, dio aan
het bijzonder onderwijs zijn verbonden, ze
niet van toepassing kunnen zijn op reli
gieuzen, die zich aan hot onderwijs wij
den.
De reden ligt in het wezen zelf van don
kloosterlijken staat.
Voor Broeders-onderwijzers en Zustere-
onderwijzeressen heeft het geen zin te
oischen, dat zij minstens de wettelijke mi
nima-jaarwedden genieten.
De door hen afgelegde belofte van armoe
de veroorlooft hun niet het bezit van per
soonlijken eigendom
Nu zouden zij, wel is waar, onmiddellijk
hun jaarwedde aan hun overste kunnen
afstaan in ruil voor het onderhoud, do
klecding, enz., dio zij van clo Congregatie
ontvangen, maar het „genieten" dor jaar
weddon, waarvan de wet spreekt, zou toch
feitelijk een fictie blijven."
Ook een aanstelling in den door do wet
bedoelden zin is met do kloosterregelen
on v oreen igbaa-r
Men kan voort© de oversten niet binden,
wat den duur der dienstbetrekking be
treft. Dit zou in strijd zijn met hun gezag
„Gestold verder, dat tegen het aangaan
van een contract geen bezwaar bestond,
dan zou men toch voor dit zonderlinge ge
val kunnen komen te staan, dat een Broe
der-onderwijzer, dit uit dc Congregatie
trad, zou kunnen verlangen, als onder
wijzer zijn tijd uit te dienen, wat nar
tuurlijk volstrekt ontoelaatbaar zou zijn.
Nu ware wel in het contract; dat dan
steeds een tijdelijk karakter zou moeten
dragen en nooit een vaste aanstelling kon
inhouden, deze clausule op te nemen, dat
de Broeder of Zuster, dio uittrad, tegelij
kertijd ophield als onderwijzer aan de in
richting werkzaam te zijn; maar juist
die noodzakelijkheid, in verband met hot
boven aangevoerde, bewijst, hoe weinig
passend voor religieuzen do wettelijke
eisohen zijn."
Het Huisgezin vertrouwt, dat minister
Kuyper bereid zal wordon gevonden aan de
geopperde bezwaren te gemoet te komen.
De Katholieke Onderwijzer is met de
wetswijziging niet onverdeeld ingenomen.
De verhoogingen voor de bijzondere on
derwijzers acht het blad o. m. onvoldoende.
„Voor do hoofdon met 199 eii minder
leerlingen worden de minima-jaarwodden
van thans gehandhaafd, terwijl voor groo-
tore schooien deze verhoogd worden met
respectievelijk 100, 200, f 300.
Alzoo de p 1 attelandshoofden komen weer
het slechtste weg.
Waarom dan toch? viagen wij ons tel
kens weer af.
Is hun werk minder gewichtig, is hun
positie aangenamer, is hun levensstandaard
lager? De ondervinding en do cijfers ant
woorden op al de<z© vragen: Neen. Toch
achteruitgezet bij do hoofden in de groote
centre. En nu moge dat tot nog too altijd
zoo geweest zijn, waai om moet dan in 's he
melsnaam aan dien verkeerden toestand
toch altijd bestendiging verleend worden?
En die toestand is verkeerd. Het werk
dor plattelandshoofden is even gewichtig
als dat der stadshoofden, hun taak zelfs,
vooral als er weinig hulpkrachten zijn,
moeilijkor en meer omvattend; hun positie
is niet aangenamer, eer hot tegendeelhun
levensstandaard is niet lagor, eer hooger.
En neemt men aan, dat dio toestand niet
verkeerd is, waarom is hij dan blijkbaar
wol verkeerd voor den klasse-onderwijzer,
voor wien geen ondeisoheiding gemaakt
wordt? Welnu, dan ook die dwaze grenslij
nen laten vervallen en daarmede dc kunst
matige trek naar do groote steden voorgoed
afgesneden. Di© liet land liefheeft, blijvo
op hot land en die gro^te-stadslucht niet
kan ontberen, kieze do centra.
Alleen waar het betreft veigoeding van
woninghuur, make men verschil, want dat
staat als een paal boven water, men kan
buiten voor 100, wij hoorden zelfs voor
veel minder, goed terecht; onder don rook
dor hooge schoorsteonon komt men amper'
voor het dubbele of driedubbele fatsoenlijk
klaar."
Bij dc algemeeno beschouwingen over de
jongste Staatebegrootiog zegt hot Han
delsblad herinnerde do heer Druckor
aan do bekende strikvraag: „Tot hoe ver
loopt de haas het bosoh in?'' waarop hot
antwoord luidt: „Tot op de helft, want
dan loopt hij or weer uit." En hij merkte
op, dat, toen reeds, dc Rogeoringshaas hot
bosch van d© vierjarige periode uitliep.
Thans is dit, naar het blad opmerkt-, nog
veel meer het geval; nog nauwelijks oen
jaar, on we zitten in de algemeen© verkie
zingen.
Wat or dan van hot Regeering &-p r o-
gram van 1901, en van de rechtstrcekscao
verkiozings-programs van dat jaar tot uit
voering zal gekomen, zijn, zullen wo moeten
afwachten. Maar heel veel verwacht het
blad niet, dat hot zijn zal. Het laatst© jaar
is wol niet onvruchtbaar geweest, althans
wat de hoeveelheid betreft, maar het
heeft toch slechts een zeer kloin deel van
hok Rogeerings-program in bewerking zien
nomen, teiwijl, als d© Eerste Kamer over do
Hoogor-Onderwijs-wot en misschien ook
over de Drankwet haar veto uitspreekt, het
leeuwendeel van den arbeid ongedaan zal
zijn. Wat do vooruitzichten voor het vierde
jaar betref E, herinneic men zich, dat dc
heer Godin de Beaufort in dc Eerst© Ka
mer zoi, dat do Regeering blij zou mogen
zijn, als zo in dat jaar één groote wet, de
Tarief wet, tot stand kon brengon.
Dc Kamer heeft in het afgeloopcn jaar
heel wat gedaan, druk gewerkt-, maar dat
er weinig redon van tevredenheid kan zijn
over d© qualiteit van het behandelde ligt
goeddeels aan do Regeering, Over de
Drankwet kan dc Regeering zelfs uit ce-n
partij-oogpunt niet toviodcn zijn, over de
Hoogor-Ondorwijs-wet alléén uit eon partij
oogpunt. Dat troft dus het grootste dcol
van den verrichten arbeid, tevens het voor
naamste deel, terwijl er ondor dc kleinere
wetten ook nog wel zijn( de Telegraaf- en
Telep hoon wet-, de wijziging van de Gemeen
tewet, de wijziging van do Militioweb, do
navordering va-n vermogensbelasting, het
lichtbakwetje), die, mèt heb renteloos voor
schot aan Indië, weinig reden tot verheu
ging geven voor dc Regeering, hetzij wegens
het magcic eind-resultaat, hetzij wegens
het min schitterende figuur, dat zij bij dc
behandeling maakte.
Heb weinige stelselmatige in den arbeid
der Regeering zal vermoedelijk hot eind- f
resultaat voor haar niet zeer bevredigend
maken. In plaats van haar progiam go- j
leidelijk af te werken, grijpt zij hot en haar,
zoodat, ala men dat program mag a au no- i
men al8 natuurlijken maatstaf van haar
wensohen... en beloften, er niot zoo heel voel
terecht kan komen van wat zij voor zickzol-
ve heeft gowcuscht en don kiezers heeft be
loofd.
Het Handelsblad zegt:
„Als men den voorstanders van hot b o-
aohermend stcLse'l allo bezwaren to
gen hun lievelingsdenkbeeld heeft uiteen
gezet, cn door cijfers zoowel als door redo-
ncering hun heeft aangetoond, dat voor do;
welvaart van Nederland zofs matigo bo-!
schenning ecu groot gevaar opleveren zal,/
dan wijzen zij naar bot buitenland. Vraagt'
men hun dan of zij soms willen beproevenj
met onze kleine markt van 5 millioon mou-.
sc-hen een tariovonoorlog togen Duitsclüaud,/
Rusland, Amerika of Frankrijk t© begin
nen, dan ontkennen zij dit wijselijk. Een
laatst© toevlucht zoekt mou in...hftudcls-
tractaten.
De tegenwoordige oconomi.sohe politiek
der groote mogendheden, Engeland nog -
uitgezonderd, maakt het sluiten van hau-
dolstractaten noodig, als men buiten la ud-
schon handel wil drijven. Haudelstracl-aton
berusten op geven en neanon, en als wij nu
zulk eon laag tarief hebben, dab wij geen
vonnmdcringen kunnen toestaan, dan kun
nen wij ook geen verlagingen elders vork rij-
gen. Tariefsvorhooging heot dan noodig
om den vrijhandel tegenover do groote pro
tection istischo staten wapenen te geven*
Aldus luidt hot laatst verweer.
"Wat lezen wij nu in het Berliner Togo*
blalt vau 3 Juli?
Uit Brussel wordt geschreven„Ofschoon
do tariefposten van het niouwo Duitsoh-,
Belgische handclstractaat nog niot in bij-:
zonderheden bekend zijn, hcersoht tooh on-j
tevredenheid. Ondor tusschen wordt nog doj
hoop gekoesterd, dat daar hot traotaat de,
bepaling inhoudt der meest begunstigde na-'
tic, do handelsverdragen met de groote mo-j
gencLhodcn Duitschland nog tot -verlaging/
op sommige artikelen zullen dwingen on:
dat daardoor Bolgïe ton slotte nog iets be--
tor cr af zal komen. Do Belgische nijverheid'
ondervindt in het algemeen als hoogst on-'
aangenaam, dab Duitschland door do in-,
voorrechten voor haar bijna geheel als af-(
zetgebied is gesloten, on dat, waar dit niebi
hot geval is, bij inschr ij vangen in Duitsch-,
land do Duiteoho inschrijvers een besliste1
voorkeur genieten boven do Belgischen,1
terwijl in België zelfs bij zulke inschrijvin
gen ternauwernood onderscheid wordt
gemaakt. Leb mon hierop, dan zaJ heb nieu- -
we vcïxlrag nauwelijks noembare verande
ringen brengen in do beebaando handolsbo-
trekkingen tusschen België en Duitsohlajid.
Bolgië heeft een matig Ixvxhormend tac
rlef. Het is dus een klein land, ovenalis liet
onze. Wij kunnen dus uit de uitkomsten,
door België verkregen, zien, wolko hulp het
hoogore tarief aan de onderhandelaars over.
een handelsverdrag bieden kan. Wij be-
merken dan, dat, als een kleine mogend
heid met ce>n groote onderhandelt, zij ten
hoogste dc belofte kan verkrijgen van te
worden behandeld als dc meest begunstigd©'
natie.
Maar zoover zijn wij ook nu reeds bij oiw
laag tarief 1 En mochten wij van Neder
land een vrijhaven maken, dus bij hot ge
scharrel met tarieven niete meer kunnen'
bieden, dan zullen wij in die bepaling der
„meest bcgnnstigdo" toch nog altijd ond
kunnen blijven verheugen. Een verhoogd ta
rief zal ons dus niets verder brengen, hot
deugt zelfs daar aiob voor."
Leiden. Het grcot-ambtcnaars-cxamea
voor den Indischcn dienst is mot goed go-i
volg afgelegd door don heer J. C. M. van
der Hoorn.
60)
Eensklaps plaatste juffrouw Yann, dio
freule Desmond op den voet gevolgd was,
rich tusschen beiden, on haar vinger aan
hbt voorhoofd brengende, zeide zij
„Gevaarlijk, Douglas, heed gevaarlijk."
Geheel verslagen wendde deze zioh om.
„Ho© is het mogelijk 1" mompelde hij en
hoofdschuddend begaf bij zioh weder aan
zijn werk.
Een koud© rilling ging het ongelukkige
meisje door de leden. Zij liep een eindje
verder, tot zij buiten bet gehoor van den
ouden man was; toen stond zij stil en zich
tot juffrouw Vann wendende, zeide zij:
„Wat meen dot u daarmede?"
„Ik meende, dat het verboden is om mot
'de lied ion den te spreken. Dat is tegen de
rege Is.'
„Welke regels?"
„De reglementen van „Dc Rust". Als gc
verder wilt wandelen, ga dan door; ik
volg u."
„Do Rust?" Wat bodoelt- gc daarmede,
wat bötcekent dat, wat is „De Rust"?"
Een glimlach speelde er om juffrouw
Yann's lippen.
„Een particulier krankzinnigengesticht
Nauwelijks had zij dit gezegd, toen eens
klaps kolonel Desmond ven achter do hoo
rnen tc voorschijn kwam en op haar toe
trad.
XXII.
Klaarblijkelijk had hij de laatste woor
den van juffrouw Yann gehoord.
„Wee6 zoo goed u tc vorw ij doren", zei
de hij op knorrigen toon; „ik wenschte
freule Desmond alleen te spreken."
Juffrouw Vann kon niet anders doen dan
hem gehoorzamen; tooh zorgde zij binnen
hot gehoor te blijven.
„Ge weet dus nu wat „Dc Rust" is?"
zoidc kolonel Deamond tot Coraiic, „gij
weob nu wat u voor jaren en jaren hior te
wachten staat. Vergeef mij aks ik wat kort
af ben, ik bob niet veel tijd te verliezen;
kies tusschen „De Ruat" on mij."
„Ik heb reeds gekozen", antwoordde Co-
ral ie,
„Kies tusschen een levenslang verblijf
te midden van een twintigtal' krankzinni
ge mannon en vrouwen, mot uw lieve juf
frouw Yann tot gezelschapsdame, en een
huwelijk met mij, met een schitterend lo
ven in do groote wereld. Langzamerhand I
zult gij hier ook krankzinnig worden, dat j
kan niet anders, dit is slechts een quaestie
van tijd. Levend ruit gij hier nooit uit ko
men, tenzij als mijn vrouw. Bedenk u goed
eer gij een besluit neemt."
„Ik zeg u, dat ik reeds besloten ben 1"
riep Ooralie. „Al had ik licmderd levens,
dan nóg zou ik zo liever allo hier in deze
vreeselijke plaats doorbrengen on eindigen,
dan uw vrouw te wordenDit is mijn ant
woord en daar blijf ik bij; ik zal hierin
noodt veranderen 1"
„Wees dan verzekerd dat heden het graf
rich boven uw hoofd gesloten heeft; van
nu af aan zijt gij dood en begraven. Uw
bezittingen zijn in mijn handen en daar
zullen ze blijven ook, want er leeft nie
mand, die ze kan opeisohen.
Arthur zal ik gemakkelijk tevreden kun
nen stellen, eveneens uw kennissen; geluk
kig hebt ge er slechts weinigen. Indien
men het mij te lastig maakt, vertel ik al
len eenvoudig on geheel naar waarheid,
dat gij zulke duidelijke teokenen van krank
zinnigheid gegeven hebt, dat ik mij tegen
wil en dank genoodzaakt heb gezien u on
der geneeskundig toezicht te plaatsen.
Dokter Deno heeft mij een certificaat van
uw ontoerekenbaarheid en waanzin gege
ven, terwijl andere collega's van hem dit
zonder eenig bezwaar willen ondorteekc-
nen."
Een ontzettende angst overviel het onge
lukkige meisje. Doodsbleek, de oogen mot
tranen gevuld, vroeg zij:
„Hebt gij dan heel geen modelijden mot
mijn jougd? Zijt gij de dood vergeten, die
mij in uw zorg achterliet?"
„Kom, kom, wordt nu maar niet senti
menteel, mijn schat. Ja, ik bèn zonder eenig
medelijdon, ddt is uw eigen schuld. Ik heb
alles vergeten, alles behalve één ding (dat
mij dag nooh nacht rust laat), dat één
enkele toevallige geboorte mij verhindert
rechtmatige erfgenaam van Desmond te
zijn."
Coralio's wangen kleurde alóh hoogrood;
half van woede, half van eensklaps ople
vende hoop.
„Necan hot kasteel dan on alles wat er
bij hoortriep rij met stralende oogen,
verachtelijk uit. „Ik geef liet u graag 1
Open de poort hier, laat mij vrij, cn nooit,
nooit zal ik aanspraak maken op een en
kelen oent van liet fortuin, dat mij steeds
een vloek geweest is. Ik zal heengaan, en
gij zult nooit meer iets van mij zien of hoo-
ren. Neem alles, mijn gansohe erfdeel",
maar verlos mij uit deze vreeselijke gevan
genis." Handenwringend stond zij voor
hem. Een smadelijke glimlach was zijn ant
woord.
„Dat plan is geheel cn al onuitvoerbaar,
kindlief 1" Gij zoudt onmiddellijk naar
Rolf© Raymond vluchten, en ik ken dat
jongomonsoh te goed, om niet to weten, dat
hij van een dergolijkcn afstand van ai uw
rechten niets zou willen hooren. Neen, Oo
ralie, cr zijn slechts twee dingen, waartus-
sohon gij kiezen kunt: of met mij trou
wen, of hier op „De Rust" leven cn ster
ven als een krankzinnige".
Als gebroken leunde rij tegen een boom,
stomme wanhoop was op haar gelaat tc
lezen; tooh toonde niets eenige aarzeling in
het door haar reeds genomen besluit.
„Ga", zeide zij op flauwen toon, „ga
dan. Ik blijf hier."
„Dus gij verkiest krankzinnigheid boven
een huwelijk met mij Goed dan Gij hebt
zelf gekozen en zult de gevolgen or van moe
ten dragen."
Mot deze woorden wenkte hij juffrouw
Vann om naderbij tc komen, terwijl hijzelf
zioh tusschen het kreupelhout verwijderde.
„Gij zult wel wenuchen, dat gij mot hom
getrouwd waart, eer wc nog een jaar vorder
zijn," zeide juffrouw Yann, op Coraiic toe
tredende. „Loop door als hot u blieft, of
ga naar uw kamer, ik bedank er voor hior
nog langer te blijven staan."
Coral ie verschrikte. E ven wierp rij een
minachtenden blik op haar kwelgeest cn
hervatte toen haar wandeling.
De muren, die den tuin aan alle kanten
omringden, waren zeer hoog. Er was
slechts één uitgang, de poort, waardoor zij
den vorigen avond binnengereden was; do-
ze was thans echter met slot on grondel ste
vig gesloten. Zij keek naar het huis, mot
hel overhangend, rood-steoncn dak. Doods-
bleek o, verwrongen gezichten, zonder eeni
ge uitdrukking, staarden haar, hior cn'
daar, van achter dik getraliede vensters
aan. Anderen kwamen naar buiten en pas-
seerden haar in don tuin met een waanzin-
nigen lach, die haar het bloed in de aderen
deed verstijven Zou dc zangeres, die zij in
den afgcloopon nacht gehoord had, zioh
ook ondor hen hervinden? dacht zij. Zou zij
zelf ook eens worden zooals die anderen
waren? Ontzetting, doodsangst greep haar,
aan 1 Het gelaat met do handen bedekken
de, vlood zij naar het huis terug, niot stil
staande eer rij zioh weder binnen de vier
muren van haar kamer bevond.
Een paar uren later word do deur geo
pend cn bracht een der bedienden haar do
volgende boodschap
„Kolonel Desmond Ï6 op het punt to ver
trekken. In dc eerste maanden komt hij
hior niet meer terug. Hij laat u vragen of
u alles nog eens goed overdacht hebt en of
u soms van besluit veranderd zijt."
„Neon", antwoordde Coraiic, koel, „neon,
ik ben niet veranderd."
Do meid verwijderde zich.
Coralie gebruikt© het middagmaal mot
dT. Done en juffrouw Vann. Dc 1 aaltóe
verliet haar trouwens geen enkol oogenblik
en eer dc lange dag ten einde liep, werkte
dit voortdurend onaangenaam bijzijn zoo
zeer op de reeds tot het uiterste gesp an non.
zenuwen van bet ongelukkige meisje, dat
zij hot bijna niet langer kon verdragen.
(Wordt vervolgd.)