Wekeiyksehe Kalender.
Alcoholisme in het oude Egypte.
RECEPT.
Raadgeving.
Stofgoud.
ALLERLEI.
OPGAVE.
stollen, eon boek schrijven of groot© heeren
bij het overleggen van gewichtig© zaken be
hulpzaam zijn."
Ook vliegenkasten ontbraken niet. Ze
heetten lantaarnen, waren met een haren
doek overtrokken en hadden hetzelfde doel
ale de tegenwoordige: vliegen en brommer9
j te weren.
De eerste pot om te koken was de aarden
pot. Duizenden jaren waren noodig voor zijn
f ontwikkeling. Koperen kookgerei was vroe-
ger zeer gewild. Eerst bij' het eind der 15de
j eeuw kwamen de ijzeren potten in zwang,
die echter zeer onvolkomen waren, tot men
vóór 300 jaar het email vond, dat echter paa
J sinds een tiental jaren meer algemeen wordt
i toegepast.
Zondag.
Verkond wat gij gelooft en denkt,
Mits gij 't maar zóó bewerkt,
Dat uw opinie niemand krenkt
En dat geen schepsel 't merkt 1
Maandag.
Tracht hen, die ge liefhebt, nog beter te
kennen dan uzelven.
Dinsdag.
De menschen rijn meestal oprecht, wan
neer zij 't over anderen hebben.
m
Woensdag.
Do menseh is nooit gelukkiger dan wan
neer hij andoren gelukkig maakt.
Donderdag.
Goed navolgen is veel moeilijker dan oor
spronkelijk zijn.
Vrijdag.
Men dweept met natuur en waarheid,
maar men geeft de natuur te weinig waar
heid en de waarheid te weinig natuur.
m
Zaterdag.
Het succes bepaalt het oordeel van de
meeste menschen; daarom vinden zij dezelf
de zaak den eenen keer schoon, een ander
maal' leelijk; nu eens prijzenswaard, dan
eens te laken.
Het Engelsohe tijdschrift Temperance
4 Beoord" deelt mee, dat reeds in de dagen
van Jozef en Mozes het drankmisbruik een
1 dar oorzaken is geweest, die heb machtige
i Egyptische rijk ten ondergang hebben ge
voerd.
I Het Egyptische café geleek in vele op
zichten en bijzonderheden op onze moderne
koffiehuizen; ook daarin, dat men er niet
kwam om koffie (café) te drinken.
Maar de Egyptische drinkgelegenhe-den
verschilden in één opzicht zeer van de onze,
1 dat ze namelijk niet op drukke pleinen en
hoeken en straten gelegen waren, doch in
tegendeel in achterbuurten en onbegane
straten. Van binnen waren er gewitte mu
ren, vele zitgelegenheden, meest banken.
Er waren drieërlei soort dranken verkrijg
baar, ieder weer in verschillende merken".
Men had er ten eerste de arpden wijn,
dan de hek, een soort van bier, on einde
lijk de shodoeeen sterkeren drank, die ge
stookt werd uit sap van palmfcoomen. De
arp had vele namen naar gelang van het
land van afkomst, en wellicht ook naar
het jaar", waarin deze wijn was gewon
nen
Wijn echter was te duur voor het volk,
daar hot land zelf geen goeden wijn levert
en do betere soorten door Plicenicische zee
vaarders uit Syrië werden aangebracht.
De Egyptenaren dronken dan ook meest
bier en dn kolossale hooveëlheden, die
München tot eer zouden hebben verstrekt.
Ook in het paleis der Farao's werd het
noodige vocht verorberd en we vinden in
de oude Egyptische opschriften onder de
hooge ambtenaren ook den: hoofdopzichter
der koninklijke brouwerijen. Het Egypti
sche bier werd evenals bij ons van gerst ge
brouwen, maar bij heb volk was een andere
soort zeer geliefd, die donker van kleur
was en uit gierst werd bereid. Doch ook
toen reeds waren er mannen, die het ge
vaar van het alcoholisme inzagen en tege
lijk de kracht van het vereenigingsleven
kenden, zoodat we melding vinden gemaakt
van matigheidsgenootschappen; schilderij
en en geschriften bewijzen, dat de drank
bestrijding ten tijde van Seeostris reeds
noodig was.
In Zomerwind.
Over weiden en velden in zomerdos strijkt
De bolle, goedmoedige wind:
Hij 8 toe it met de boom en en 't koren en
't gras,
Met de rokken van moeder en kind.
't Is zomer in 't landEn zoo blauw is 'de
lucht 1
De menschen zijn blijde en verheugd;
De vriendlijke zon lacht zoo vroolijk hun
toe:
Een zegen voor grijsheid en jeugd.
Zie, 't rijpende koren buigt groetend het
hoofd,
Geschud door den speelzieken wind,
Die streelend en kussend de halmon be
weegt,
Alsof hij ze als kindren bemint.
Wanneer 't nu niet woei, o, hoe warm zou
't dan zijnl
Maar nu is het luchtig en frisch;
En boom en en bloemen, en menschen en
vee
Zijn blij, dat het koeltjen er is 1
„Ha!" jubelt het meisje, „de wind draagt
mij voort!
Zie, moeder: ik zeil als een boot!"
„Ja, kind," zegt het vrouwtje, „van ach-
tren de wind,
Dan heeft er ons scheepjen geen nood
Doch vaak is er tegenwind, storm en ge
vaar:
Dan komt het op zeemanschap aan,
En stijgt uit bet scheepko de noodkreet
omhoog
„Behoed ons, o God, wij vergaan I"
Maar du is het blijdschap en vrede rond
om,
Bij heerlijken, zomerschen wind
Geniet nu 'de vreugd, die Natuur ons ver
gunt,
En wees er haar dankbaar voor, kind
Rjjst mot Rozynen.
Men kookt ons rijst in water. Dan af
gegoten en met kokende melk weer opgezet
zonder roeren. gaar en stijf laten worden.
Dan roert men er een ons twej lood boter,
evenveel suiker, evenveel rozijnen, acht eier
dooiers, eenige gestooten beschuiten, ci
troenschil en kaneel en het geslagen eiwit
door en bakt alles een uur in den oven.
Het zich wasschen na wielrydon.
Het gelaat met koud water te wasschen
na wielrijden, wandelen of een langdurig
verblijf in de open lucht is niet aan te be
velen, daar men dan het tegendeel bereikt
van wat men wenschbe.
Men wassche zich met lauw-warm water
en bevochtige daarna het gelaat met karne
melk of rozenwater, waardoor de huid glad
en blank blijft.
Ik kan beloven altijd oprecht te rijn,
maar voor mijn onpartijdigheid kan ik niet
instaan.
Goethe.
God gaf twee hemelsche geschenken
Den mensch in allo vreugd en smart:
Verstand, om scherp en goed te den
ken,
Om zacht en goed te doen het Hart!
J. P. H e ij e.
Leg weg tegen don ouderdom en den nood,
zoolang als gij kunt, want de morgenzon
schijnt niet den geheelen dag.
B. F. r a n k 1 in
De stedeling buiten„Die eieren rijn ei'g
klein, kastelein. Die heb je zeker te vroeg
uit het hok genomen."
Weer eem verstrooide professor. Dokteri
„Uw zoon heeft zijn arm gebroken 1"
■Professor: „Is het een gewone of een
tiiendeelrge breuk?"
Raar gezegd. Een vrouw, uit de pro
vincie afkomstig, met iemand uit de
stad gehuwd, staat met baar kinderen in
don dierentuin voor den olifant.
Zij zegt togen haar kinderen„Ja, jullie,
kinderen, bent maar best af; jullie wordt in
een gioote stad opgevoed, waar je alles zien
kunt. Je moeder was er slechter aan toe.
Een olifant heb ik voor 't eerst gezien, toen
ik jullie vader leerde kennen."
Slim: Dienstmeisje: „Slager, wat is
die tong prachtigMevrouw wil er dan ook
nog een hebben, maar van hetzelfde beest l"
Per telephoon. A. (die 's moigens vroeg
wordt opgebeld): „Spreek toch wat duide
lijker. Ik kan u volstrekt niet verstaan."
B: „U hebt üw ooren misschien nog niet
losgeknoopt
A: „Jawel, maar u sohijnt uw gebit nog
niet in den mond te hebben."
Een eerlijke jongen. Veldwachter:
„Wat heb jo daar, Jaap?"
Jaap: ,Het oor van Teun, dat hem gis
teren bij de vechtpartij ie afgebeten. Ik
heb het gevonden en ga het hem nu terug
brengen."
Veldwachter: „Goed, jongen. Eerlijk
duurt bet langst."
Vertrouwelijk. Jongedame (al niet
zoo heel jong meer en corpulent): „Dokter,
weet u geen middel voor me om een slanke
taille te krijgen?"
Dokieri „Ga niet te dikwijls naar bals.
Dat zittende leven is niet goed voor u."
Een goede vriend. Wandelaar (tot roe
ver) „Ik beh geen geld bij me tot mijn spijt,
maar als je mij nu ongehinderd laat gaan,
zal ik al mijn vrienden en kennissen aanra
den ceu6 langs dit eenzame pad te loopecn."
Leerling: „Moet ik op de nota van mijn
heer Muller weledel- of weledelgeboren zet
ten? De reparatie van zijn Drgnet is drie
gulden."
Patroon: „Je schrijft weledelgeboren en
dan bereken jo drie en een halven gulden."
Oplossing van hel Raadsel In he! vorig Zondagsblad
Raadsel.
Maak uit onderstaande letters een spreek
woord:
nethcurvmobotneknaa
denedmen.
[Antwoord in het volgend Zondagsblad