Eiken Hnny&diJanos 155 Gulden, Kt 2 Klgrain en (rmlnl. GERARD N. DEE, Boekhouder AANBESTEDING. RIJWIEL-TENTOONSTELLING (Saxlehner's Bitterbron.) llypotSaskess PLANÏENVEILING. LEIDSCH DAGBLAD, D1NSDAC 28 JUNI. - TWEEDE BLAD: Anno 1904 Hooger-Onderwijs-wet Vervolg Advertentiën. Meer dan 1000 Attesten van voorname Geneesheeren. J. F. VEEC-OÜWEN, Palmen, Orchideeën. AGENT: Breestraat 28. In do Memorie van Antwoord op het Ai- deolingBverslaig der Eerste Kamer wijst dc minister van binnculandsche zaken er op, dat op het oogenblik, dat aan het onder- (havig wetsontwerp de eerste hand werd ge slagen, het geheel onzeker was en dit is het nog in hoeverre het in te wachten rapjH/rt van de Ineenschakelings-commis- sie voorstellen tot ,,algeheele herziening van de wet op het hooger onderwijs" zal ind ionen en tot het indienen van een voor dracht van even alomvattende strekking leideu zal. Naardien uitgesloten was en is, dat bedoelde commissie voorstellen zou ontwerpen, die opzettelijk strekken zouden, om de vrijheid van het hooger onderwijs tot eon werkelijkheid te maken, lag laatstge noemd onderwerp geheel buiten het ter rein, waarop de commissie zioh bewoog. Re den om te wachten op hot rapport der oommissie bestond hier alzoo niet. Wat de strekking en inhoud van het ont werp aangaat, het strekt om de vrijheid van het hooger onderwijs gelijk die ingevol ge art. 102 der grondwet en art. 99 der wet op hot hooger onderwijs geproclameerd is, effectief te mafcon en wel door drie middolen lo. door subsidieering van bij zondere gymnasia. 2o. door het instituut van bijzondere leerstoelen aan de Rijks-uni versiteiten cn 3o. door de bijzondere univer siteiten te ontslaan van de gebondenheid aan do examina der openbare universitei ten. En bierbij komt dan als aanhangsel: lo. de verheffing van do polytechnische sohool te Delft tot technische hoogcschool en voorts 2o. een klein aantal wijzigingen in de regeling van hot openbaar hooger onderwijs, mot name de instelling aan het bui'temgewoon hoogleeraarsohap De minister wijst er op, dat alleen hot derde punt van het hoofddeel bedenking ontmoette, doch dan ook bedenking van zoo overwegenden aard, dat ,,zeer vele le den daartegen onoverkomelijke bezwaren (hadden." Is hier onder ,,zcer vele loden", aan par lementair gebruik d© meerderheid te ver staan, en moet- „onoverkomelijk" in letter lijken zin worden opgevat, dan zal nadere gedoohtenwisaeling ter bevordering van ge meen overleg geen doel treffen, en kan het antwoord der regeering alleen ter recht vaardiging van do ingediende voordracht «trekken. In hoeverre het bestreden deel van de voordracht een novum zij te achten, is eon vraag, die bobo credit wordt door art. 99 der wet. Bedoelt dat artikel alleen nomina le vrijheid, dan ja, is hier een novum, is daarentegen reeele vrijheid bedoeld, dan wordt bier slechts uitgewerkt wat art. 99 bedoelde. De minister onokent, dat hier op onge oorloofde wijze Kot ongelijksoortige zou zijn saamgevocgd Om dit in te zien, behoeft men zich slechts de vraag te stellen, hoe dc positie der Kamer zou geweest zijn, indien de re- gcering deze haar voorstellen had uitge steld tot een geheel nieuw ontwerp voorde regeling van het hooger onderwijs ware ge reed gekomen. In zulk een ontwerp zou, gelijk vanzelf «preekt, bebalve nog veel meer, evenals in dit ontwerp, cd dc vrijmaking van het bij zonder onderwijs en de opneming van het technisch onderwijs een plaats hebben ge vonden. Tegenover zulk een ontwerp zou de Eer ste Kamer zicb alzoo in nog meer gedwon gen positie geplaatst hebben gezien; en ware dan hetzelfde afgekeurd, wat nu af gekeurd wordt, zoo zou dit er feitelijk op neerkomen, dat gesn volledige wet tot re geling van het hooger onderwijs ooit mocht worden ingediend Voelt hiervan ieder het onhoudbare, hoe kan men dan zeggen, dat men niet het miuderc tegelijk mocht voor stellen waar tegen indiening tegelijk van het meerdere geen enkele bedenking steek nou houden? Bovendien, hoe had de re- georing kunnen vermoeden, dat zoo o.iover- komelijko bezwaren rijzen zouden tegen een dcol der wetsvoordracht, dat niets anders bedoelt dan effectief te maken, wat juist op den aandring, zoo van liberale alö van anti-revolutionnaire zijde, in 1848 en 1876 door de vrijverklaring van alle, en ook van het hooger onderwijs, wettelijke sanctie ontving? Vooral met het- oog op de samen stelling der Eerste Kamer kon bedenking tegen de wijze van regeling, niet tegen het doel der regeling worden voorzien. Zeer stellig ligt het in de bedoeling der Regeering de ter bevordering van het hoo ger technisch-, landbouw- en handelsonder wijs te roorganiseeren of te scheppen in richtingen op voet van gelijkheid te bren gen met de beet bekende wetenschappelijke inriohtingen in het buitenland. Ook de ge schiedenis zal bij dat onderwijs de plaats der eere erlangen die haar toekomt De titel van doctor zal alleen voor de wetenschappelijke gevormden verkrijgbaar zijn. Ten aanzien van de Rijkslandbouwschool te Wageningen bedoeld het gesprokene in de Tweede Kamer allerminst dc uitnemon- de talenten te onderschatten van velen, die aan deze school onderwijs gaven, noch ook om te betwijfelen, of niet zeer goede ken ners aan dezo school gevormd worden Strekking van het gesprokene was alleen, te voorkomen, dat men niet, en wat tc Wa gen ingen bestond, de invoering van hoo ger landbouwonderwijs onnoodig zou keu ren, of ook op Wagen ingen zou willen toe passen wat te Delft mogelijk bleek. Dc minister bedoelde slechte hieraan uiting te geven, dat zij, die de verwachting koester den, als zou met do opening van deze school het laatste woord gesproken zijn op dit gebied, zich in hun verwaohting zagen teleurgesteld. De Regeering wensoht in waardcering van het velo goede, dat dc sohool te Wageningen gaf, voor niemand onder to doen. Ten aanzien van hot gymnasiaal onder wijs bedoelt do voordracht lo. het diplo meer ing3recht van de bijzondere gymna sia nader te regelen, en 2o. aan do gym nasia, die dit recht zich zien toegekend, subsidie te verlccnen op voet van een bij drage, door het rijk ten behoeve van de ge meent© gymnasia verleend. Tegenover de opmerking, dat het niet zonder bedenking is, de ciechcn voor dc openbare en de bijzondere gymnasia niet geheel gelijk te stellen, mot name wat do aanstelling van het onderwijzend personeel cn wat de agenda van 't ouderw personeel botreft, wij t de minister er op, dat deze ongelijkheid in do wetsvoordracht op het uiterste ingekrompen is, cn zoover het eenigszins ging gelijkheid van cischcn is gesteld. Doch ging men nbg verder, en eischto men van de overheid ook het fiat voor elke benoeming, of ook sneed men zelfs de geringste w ijziging in het program af, zoo zou het raison d'etre zelf van de bij zondere gymnasia worden aangetast. Ook bij de bezonderc gymnasia ligt de eindbe slissing over do eindexamens in handen van de gecommitteerden der overheid. Africhting kan op beide soort gymnasia voorkomen Het derde raiddel in het wetsontwerp, voorgesteld om de vrijheid van het bijzon der hooger onderwijs effectief te maken, is toekenning aan haar graden van den ef fcctus oivilis. Ten aanzien van do invoering van de staatsexamens verwijst de minister naar hetgeen dienaangaande door hem zoo bij de schriftclijko als mondelinge gedachten- wisseling over dit onderwerp aan en in dc Tweede Kamer is verklaard. Aan zijn volledige uitspraak over dit punt heeft do minister niets toe te voegen. Daaruit blijkt lo. dat de minister per soonlijk voor het denkbeeld van staatsexar- mens niet meer behoeft gewonnen te wor den 2o. dat hij zich de staatsexamens niet denkt, als in de plaats tredende van de we tenschappelijke examens, maar als dezo aanvullend3o. dat hij dc staatsexamens zich voorstelt als onderscheiden van aard voor onderscheidene betrekkingen en bedie ningen; -lo. dat hij zich verplicht ziet af te wachten wat het rapport der ingestelde oommissie op dit punt zal oordeelen en 5o. dat in de wet op het hooger onderwijs dc re geling van zulk een staatsexamen in geen geval haar plaats niet kan vinden, maar bij afzonderlijke wet zou moeten worden voor gesteld. Hoe verleidelijk het dan ook op zichzelf zijn kon, door een nadere verklaring leden der Kamer gunstig voor het wetsontwerp te stemmen ,,een bindende belofte" ai te log gen, die verder zou gaan dan het boven staande, is den minister, zoolang het rap port der Staatscommissie toeft, niet geoor loofd. Ten aanzien van de andere beden kingen aangaande een tegenvoorstel om ook aan de diploma's van bijzondere universi teiten den effectus civilis te verbinden, merkt do minister op dat te beweren dat 't instellen en houden van een universiteit als zoodanig een onvervreemdbaar souverei- niteitsrecht- van den Staat zou zijn, niet aangaat Dit toch wordt weersproken dooi de historie, te niet gedaan door wat elders bestaat cn rechtstreeks als ten onzent niet geldend, weerlegd door art. 99 der wet op bet hooger onderwijs. Is het dan misschien een souvcrciniteitsrecht van den Staat een univorsiteit te houden die de graden ver leent? Ook deze stelling zou voor geen verdediging vatbaar zijn. De graad door een universiteit verleend is een merk van wetenschappelijke keur. Hoe wil men nu ooit uit de Staatssouvereiniteit, d. i. uit een begrip van gezag, macht en opperhoog heid, wetenschappelijke bevoegdheid aflei den? Verder merkt dc minster op, dat 'dit ontwerp voorstelt, dat de Kroon, in gemeen overleg met de Staten-Gencraal, bij wet, civiel effect, op bij die wet gestelde bedin gen, aan de graden eener bijzondere univer siteit zal kunnen toekennen. De minister meent dat ook geen enkele gegronde bedenking tegen het ontwerp is aangovoerd bij de poging om te argumentee ren uit hetgeen de opleiding voor het Staatsambt eischt. Zoo wijst de minister er op dat de benoeming door de overheid van hooglceraren in negen van de tien gevallen ook ten onzent geen eigen oordeel der over heid inhoudt, maar de bevestiging van de coöptatio door de faculteiten. Of een te benoemen hoogleeraar cxami- nccren kan wordt bij zijn benoeming nim mer onderzocht. En wat de uitkomst be treft, zoo is het voor niemand een geheim, dat er tal van gegradueerden geijkt zijn, wier gradueering zulk een onverklaarbare misgreep was, dat de overheid er niet aan denken kan, ze in cenig ambt te gebruikeD. In do opleiding kan het evenmin worden ge zocht. Breedvoerige beschouwingen wijdt de mi nister aan het verzet gevoerd op grond van de tegenstelling tusschen vrije en gebonden wetenschap. Do vraag is volgens den minis ter, moet en mag do overheid do eerstbe- doeldo opvalting van wetenschap officieel als de eenige ware ijken En moet wio met den minister de tweede opvatting van we tenschap is toegedaan van overheidswege als onwetense .a-ppolijk worden gebrand merkt? Noch onze Grondwet, noch de wet op het het hooger onderwijs staat dit toe. De wil om, naast het hooger onderwijs van staats wege gegeven, ook aan het bijzonder hooger onderwijs recht van bestaan te verzekeren, sluit in zich het bestaansrecht van een an dere opvatting van wetenschap. Op do besprekingen over de Vrije Univer siteit te Amsterdam gevoerd, wcnscht de minister niet in te gaan. Het wetsontwerp beoogt gemeen recht to scheppen en past zelfs niet op de gesteld heid van genoemde school, die zich in om vang zal verdubbelen en haar statuten zal te wijzigen hebban, wil ze aan de hier go- stelde vormen voldoen. Dc minister verstaat niet, hoe dit ont werp, werd het wet, ,,het wetenschappelijk peil van het hooger onderwijs in het alge meen zou verlagen." De openbare universi teit zal blijven wat ze was, cn het opkomen van niet serieuso vrije hoogo scholen zou door niet-aanwijzing verhinderd, of had men zich in dc aanwijzing vergist, door in trekking van die aanwijzing te niet worden gedaan. Het denkbeeld hierin bestaande, 'Jat de Christelijke partijen nu zij aan het bewind zijn, dc openbare universiteiten, door de toevoeging van nieuwe katheders zóó zouden kunnen inrichten, dat ook dc protestant en de roomsch-katholick en Je volledige wetenschappelijke uiteenzetting van eigen levensbeschouwing ten gehoore kregen, zou samen een negentig nieuwe hoogleercn noo- dig maken. Op zulk een oonstitutie zijn onze rijksuniversiteiten niet ingericht-. Hot schrikbeeld, alsof de oprichting van vrije universiteiten verdeeldheid in don boe zem der natie zou kweeken, vermag op den minister geen indruk te makeu. De gedeeldhcid in levensopvatting bestaat. Bij elke stembus, die opeugaat, blijkt dat de natie gedeeld in levensopvatting is. Dat het toekennen van het civiel effect aan de bijzondere universiteiten haar do vrijheid zou verzekeren „om Jen staat die naren te geven" is onjuist. Daar hiervan geen sprake is cn de staat vrij blijic-, om zijn diensten te kiezen waar hij wil, springt de onhoudbaarheid van dit beweren in liet oog. De keuze noch van de rijksuniversiteit, noch van dc bijzondere universiteit maakt- op het benoemingsrecht van d n staat ook maar dc geringste inbreuk. De minister wijst nog eens op dc gccisch- te waarborgen. De Regeering ziet harer zijds gec-n kans om mcorderc waarborgen op te nemen zonder de vrijheid van het onderwijs illusoir te maken. Wat telkens uit het oog wordt vcrloreD, en waarop toch niet genoeg do nadruk kan worden gelegd, is het onloochenbare feit, dat- hier te lande geen complete bijzondere universiteit op eenmaal volledig kan op treden. De minister beantwoordt ten slotte nog do vraag, of het bestaand recht om examen met civiel effect af te leggen bij een open bare universiteit voor de bijzondere univer siteiten niet voldoende is te achten. Dit nu wordt door den minister beslist ontkend. Het is in de eerst© plaats voor een bij zondere universiteit krenkend en vernede rend, indien zij haar kwcckelingen aan de keur van een concurrente openbare univer siteit moet onderwerpen. Het is in de tweede plaats studie beder vend en in 'dc derde plaats is het met de huidige ontwikkeling van dc wetenschap in spcoialer richting in lijnrechten strijd, iemand als student tc laten examineeren door wien niet zijn hoogleeraar was. Bij de bespreking der artikolen beant woordt dc minister nog eenige opmerkingen gemaakt naar aanleiding van dc gemaakte kosten. De bij bet voorloopig verslag gevoegde nota vcreiseht, als uitsluitend citaten me- dedcelendc, van 'de zijde der regeering geen bespreking. Had de rcgcering zelve zulk ren verza meling van aanhalingen bij haar Memorie van Toelichting v illen voegen, zij zou zich daarbij op een geheel ander, t. w. op en- cyclopaodisch standpunt hebben geplaatst en niet onwaarschijnlijk tot heel andere keu ze van citaten gekomen zijn. Prov. Staten van Noord-Holland. Be electrische sporen door den Haarlemmermeer polder. In de zitting der Staten van 17 November 1903 werd in beginsel besloten, om aan do Hollandscho Electrische Spoorwegmaat schappij voor den aanleg van spoor- (tram-) -wegen in do Haarlemmermeer on de omge ving daarvan een renteloos voorschot te ge ven van 600,000 of andors een rentegaran- tic tot een jaarlijksch bedrag van 20,000, indien althans vóór 1 Maart 1904 do belang hebbenden 1/3 zouden hebben bijeengebracht in de kosten van aanleg. Gcd. Staten, over den loop dezer zaak aan de Staten rapport doende, declcn mede, dat op 27 Febr. j.l, door belanghebbenden een kapitaal was gegarandeerd van 1,153,581.66$, zoodat aan het 1/3 nog -1419 te kort kwam, doch dat eenige ingelanden persoonlijk hadden toegezegd daarvoor to zullen zorg dragen als die som niet op an dere wijze was te vinden. Toen dus voldaan was aan de gestelde voorwaarde oordeelden God. Staten dat uit voering diende gegeven aan het in beginsel besloten©, doch stonden zij voor de oploreing der moeilijkheid in welken vorm dc provin cie voorschot zou geven, als renteloos voor schot of als rentegarantie. Voor beide stelsels waren aanhangers te vindon in do Staten. Maar God Staten oor dcelen een weg te hebben gevonden die aan beide partijen kan voldoen, door to bepalen dat het voorschot, dat verleend zal wordenr niet renteloos wordt verstrekt-, maar dat dit zal geschieden togen vorgocding van 4 pCb. rente, uit to betalen, als er naar gelang van dc winst- door de Maatschappij behaald, meer dan 1 pCt-. voor de (UUldeelhotderQ overblijft. Wat bij renteloos voorschot beschikbaar zou zijn geweest om tot aflossing tc worden aangewend, wordt dan aangemerkt-, en aan do Provincie uitbetaald als rente, welke do Maatschappij,als zij zelf een leening had gosloten op voor onbepaalden tijd vei st rekt© rentegarantie, aan obligntichoudcrs zoud© verschuldigd zijn geweest De hoofdsom van het voorschot blijft, evenals bij zoodanige leening hot geval zon zijn geweest, als schuld op de onderneming ruston. God. Staten hebben zich afgevraagd of het aangaat langer toe to laten dat ton koste der Provincie, dat is dus ton last© van haar belastingbetalonden, dividenden worden uitgekeerd boven de 1 pCfc. en heb ben die vraag ontkennend beantwoord. Geldt het op to wekken den particulieren ondernemingsgeest, ton oindo een zaak t© verkrijgen die in hot algemeen belang go» wcnscht- wordt, dan kan een grootore prik kel noodig zijn dan het uitzicht op 1 pCfc. Waar dit, zooals hier, volgens Gcd. Staten niet geval is, moet-, zoolang de provincie niet volledig is schadeloos gesteld voor haar hulp, uit dc winst in eenig jaar boven do 4 pCt. behaald, geen cent worden toegewe zen aan dc aandeelhoudors, dan tot aanvul ling van wat in vorige jaren minder is go- noten dan 4 pCt. De commissie uit de Sta ten, die over dit ontwerp had te rappor- tceren, vindt de door God. Staten gevonden oplossing over de quaestie: renteloos voor schot of rentcgarantie, een zeer gelukkige, die hot voeren van eenige verdere discussie daarover onnoodig maakt en heeft slecht© enkele opmerkingen op het voorstel van Ged. Staten om alsnu te besluiten: aan de naamlooze vennootschap Holland- 6che Electrische Spoorwegmaatschappij voor don aanleg van: een lijn HaarlemHoofd dorpAalsmeerUithoorn met een brug over do Ringvaart van de Haarlemmermeer, waarvan de onderkanten der leggers niet la ger liggen dan 3.5 plus A. P.; een lijn AmsterdamUithoorn; een lijn HoofddorpVenncp°rdorp tot- dc Ring vaart van de Haarlemmermeerpolder tegen over Oudewetoringto verlccnen oen voor schot van f 500,000, mits beschikbaar worde gesteld; door het rijk f 1,158,000; door do betrokken gemeentebesturen en belangheb benden G58.000; op voorwaarde, dat do lijn zal hebben een wijdte van normaal spoor; dat op alle lijnen mechanische trek kracht zal worden gebezigd dat de lijnen op 1 Juli 1909 zijn gebouwd en op dien voet in exploitatie gobraeht, dat eiken dag in beide richtingen vier treinen kunnen rij den dat voor do lijnen in exploitatie ko men, do voorwaarden vaststaan, ten genoe- gc van Gedeputeerden, waarop het perso neel zal werkzaam zijn, welke voorwaarden zullen omvatten: loon cn uitkcering bij ziekte en pensioen voor de wcauwon cn wcc- zen. Vorder zijn nog eenige voorwaarden van minder belang gemaakt. De hoofdaanmerking van de commissie is, dat, geen voorwaarden zijn gesteld omtrent dubbel spoor, waarom zij zou verlangen, dat aan dc Maatschappij dc verplichting weid opgelegd om zich te verzekeren van het bezit der noodigo terreinen voor con baanbreedt© van dubbel spoor Programma van Muziekuitvoeringen. Z0MERZ0RG. - Dinsdag 28 Juni. te bal'acht, door bet SUfmuziokkorps van bet 4do Regimo»t Infanterie. Directeur: de heer \V. van Kr/>. Eerste afdoeling: No. 1. Mnrche ot Cortèg* de l'Opóra .La Reino do Saba", Gounod; 2. Ou ver. ure .Lo Barbier de Sëvillo", Kossini3. .FouSació". Valse, Vink; 4. Potpourri van do Oporetto .han- Toy", Jones. Tweede aldeoling: No. 5 Ouverture .Eurynnthe", Weber; 6. Balletmuziek van bet Drama „Rosamundo", (op verzoek), Schuberts; 7. o. .Mnrche Kunöbre d'nne Mnriouette", Gounodj b. .Down South", American Sketch, Middleton; 8. Fantasie op E. Uumperdriock's ,Uans en Grietje", Van Erp. No9. 3 en 76 eerste uitvoering op „Zomerzorg". Planken voor Bruggedekkon, Kruiplanken on alle soorten van Ramen, Dcnrcn, Iiozfjiieu, enz. 1180 14 Adres: Magazijn van afbraak, House Rijndijk 170 B, Zoeterwoude. F. WAM DER WAALS. Op Zaterdag 2 Juli 100-1, des voormiddags te elf uren, zal door h*t Noordliollandseli Laud- bouwcrediel te Alkmaar, in het psrcesl Breestraat No. 2 worden AANBESTEED: De verbouwing van voornoemd perceel. Aanwijzing zal geschieden Woens dag 20 Juni, des voormiddags te 10 nren. Bestek en teekening zyn inmiddels a 50 Cts. te bekomen ten kantore van ondergeteekende, Hoog6woerd 123. W. C. MILDER, _j£897 21 Architeofc. gevraagd, dagelyks godurende eenige uren, tot het bijhouden der hoofd- boeken eener uitgebreide industriöele onderneming. Slechts zjj, die rijpe ervaring op dit gebied bezitten, komen in aanmerking. 16 Brieven met volledige referentiön aan het Bureel van dit Blad No. 6410. De ecrste-kl.-Rijvriclcn, monster van de laatste Sport-Tentoon- stelling, worden, om retourkosten te vermijden, per stuk verkocht voor f 49.—, gewone prys is f 100.— Prima Dunlop Systeem-banden, geheel compleet met Spatb., Lamp, Bel. Pomp, enz., Alles met volle garantie. Vraagt tot ovortuiging eon Rywiel op zicht, on laat deskundigen oordeelen. Br. onder lett. B. G., aan SCHELTEMA HOLKEMA's Adv.-Bureau, 6409 20 Amsterdam. IEen Natuurschat van wereldvermaardheid. I Het zachtste, vertrouwbaarete Aangenaamste. Uitstekend middel tegen habitueele en toevallige verstop pingen, bloedopstijgingen, vetlpvigheid, leverkwalen, aanleg voor jicht, enz. £903 40 Fotografie „Studio". Breeslraat 4, bij hei Hoordeinde. C Albnm-Portr. f I.— 13 1.3OimetPr0ef- Vergrootingen naar elk Portret 's Avonds na 7 uur gesloten. 10963 7 op Tand, Sluizen en Scliepen, a 4, 4'ien 4'/i procent. 6466 7 Pi eters kerkstraat 4. De Deurwaarder P. H. VAN THIEL, zal op Donderdag 30 Juni 1904, 's morgens 10 uren, in bet perceel vroeger .,Die Porte von Cleve", «reestraat 173, te Leiden, A contant verkoopen: een prachtige collectie waarby, Kentias, Arecas, Cory- phas, Coeos, benevens Kamer planten, als: Araucarias, As pidistras, Dracaenas, €rot ons, alsmede geïmporteerde en gekweekte Daags O* voren te zien van 2 tot 5 uren, 6480 22 6221 80

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5